DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Dxi&etii&sdi Oveczicht De zware mijnramp in Bohemen. ^Buitenland Een bezoek aan burgemeester Van Kinschot No. 4 Vrijdag 5 Januari 1934 136e Jaargang Alle hoop op redding opgegeven, Hoe de direcieur en een brandweer man de mijnramp van zeer nabij meemaakten. NIEUWE BAANDEN. Wat vandaag de aandacht trekt (Zie Voor nadere bijzonderheden eventueele laatste berichten). WERKBIJEENKOMST DER RIJKSLEIDING VAN NSDAP. KRACHTIGE AARDBEVING. ALKMAARSCHE COURANT Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—, franc door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN: Van 15 regels 1.25, elke regei meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9, ppe"ïro 37060. Telef. 3, redactie 33. Directeur: C. KRAK. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Dit nummer bestaat uit drie bladen. Het leven is vol verrassingen want wie schrijver dezes gistermorgen verteld had, dat hij weinige uren later in Zuidlaren zou zitten, terwijl hij geen kip of kraai in die ge meente kent en op de kaart eerst nog eens zou moeten nakijken of het nu eigenlijk in Groningen of wel in Drente ligt, zou waar schijnlijk een schouderophalen als antwoord hebben gekregen. Desniettemin hebben wij ons, plotseling in den dagelijkschen gang van zaken gestoord, gehaast den eerstvolgenden sneltrein naar het Noorden te nemen, enkel en alleen om dat een telegram uit Den Haag mededeeling gedaan had, dat de Staatscourant van gis teravond de benoeming van Jhr. Mr. F H van Kinschot tot burgemeester van Alk maar zou bevatten. Tevoren hadden wij ons al telefonisch met den nieuwen burgemeester in verbinding ge steld, die zoo vriendelijk was ons enkele bij zonderheden over zijn leven en loopbaan mede te'deelen en zich gaarne bereid ver klaarde ons in den namiddag te Zuidlaren te ontvangen. Van Alkmaar naar Zuidlaren is geen gemakkelijke reis. Men zit uren lang in een trein een spoorboekje te bestudeeren om na te gaan of men er vlugger over Assen dan wel over Groningen zal kunnen komen, wanneer er weer een vervoermiddel terug gaat, of men den avondsnel trein naar Holland zal kunnen halen en of er al dan niet autobussen bestaan die een vluggere verbinding kunnen geven. Ten slotte komt men tot de conclusie, dat het beter is in Assen een autobus te zoeken en in het diepe donker van den winteravond vindt de Drentsche ontdekkingsreiziger dan ten slotte een landelijke bus vol zwarte ge daanten, die in een eigen taal met elkaar converseeren en welke bus volgens den chauffeur naar Zuidlaren gaat en vijftig Meter van het huis van den burgemeester eventueele passagiers kan afzetten. Dan gaat het zeventien kilometer ver, langs eindelooze, rechte en ipikdonkere we gen het Drentsche binnenland in, totdat er weer eenig licht in de duisternis komt en Zuidlaren bereikt is. Even later volgen wij de vingerwijzing van den chauffeur en stappen een zijweg in naar een breed verlicht heerenhuis dat dui delijk uit de duisternis naar voren springt. Het is een buitenplaats van belangrijke af metingen met een steenen inrijhek, waarach ter een breed plein met gebouwen ligt. Burgemeester Van Kinschot heeft op onze komst gerekend en wij kunnen onze felicita tie, die des morgens langs den telefoondraad ging, nu met een handdruk bezegelen. De nieuwe burgemeester is een energieke, flink gebouwde jonge man, die een allerhartelijk ste gastheer blijkt en ons de mededeeling doet, dat wij dien morgen de eerste waren, die hem van zijn benoeming in kennis hebben gesteld. Geheel onvoorbereid was de heer Van Kinschot niet geweest, want hij had naar de vacante plaats in Alkmaar gesolliciteerd, maar de benoeming was onzeker en de mede deeling daarvan dus nog altijd een groote verrassing. Al spoedig bleek, dat de burgemeester even verlangend was wat van Alkmaar te hooren als wij om nadere bijzonderheden uit zijn leven te vernemen, waarna besloten werd, eerst het zakelijk gedeelte maar af te handelen. In een der salons van het zeer fraai inge richte buitenverblijf heeft de burgemeester ons vervolgens nog eenige nadere mededee- lingen over zijn loopbaan gegeven. In aansluiting aan de vele bijzonderheden, weike wij gister reeds konden publiceeren, mogen eenige data worden genoemd. Burgemeester Van Kinschot is 23 October 1899 geboren in Amersfoort en gehuwd op 25 September 1923. Op 1 Nov. 1922 heeft de burgemeester te Leiden het doctoraal examen gedaan en is daarna tot 1923 werkzaam ge weest op de gemeentesecretarie te Sassen heim. Het jaar 1923 was voor den burgemeester van groote beteekenis, niet alleen door zijn huwelijk, maar ook door zijn benoeming aan de Provincia'e Griffie in Zeeland. Zes maan den is de heer Van Kinschot hier volontair geweest, waarna een vaste aanstelling volgde. Tot zoover, in aansluiting op wat wij gister reeds meldden, wat de officieele data betreft. De burgemeester is gehuwd met de dochter van den vroegeren burgemeester van Zuid laren, den heer Dorhout Mees, die daarna burgemeester van Zwollerkerspel geweest is en heeft drie flinke jongens, knapen van res pectievelijk negen, zeven en vier jaar. Hij bewoont de zeer fraaie buiten plaats Laarwoud, een oude havezate, welke in 1915 door de gemeente is aange kocht en sinds 1921 door de burgemeesters familie bewoond wordt. De plaats is om geven door een mooi park met aangrenzend bosch, waarvoor door het rijk, ingevolge de boschwet een jaarlijksche bijdrage verleend wordt. In zijn verwachting, dat hij misschien ook in Alkmaar een dergelijke woning zou kun nen vinden, hebben wij den burgemeester helaas moeten teleurstellen. Wij deden gister reeds uitkomen, hoezeer de arbeid van burgemeester Van Kinschot in Zuidlaren en trouwens in geheel Drente op prijs gesteld wordt en hebben tevens als be langrijke onder hem genomen besluiten den aankoop van Drentsche Marke-gronden en den bouw van een L'. L. O.-school gemeld. Burgemeester Van Kinschot die zooals men weet geen enkele politieke richting voor staat heeft zich altijd aangetroken gevoeld dooi het burgemeestersambt. Hij heeft daar om met goed succes getracht werkzaam te worden gesteld op de Provinciale Griffie in Zeeland, omdat een dergelijke werkkring een goeden ondergrond geeft /oor het burge meesterschap. Eerst was de heer Van Kin schot daar werkzaam aan de afdeeling Water staat en wegen en vervolgens wat meer in de lijn van zijn voorgenomen loopbaan lag aan de afdeeling gemeentezaken. Na vijf-en-een-half jaar ter Prov. Griffie werkzaam te zijn geweest volgde op 15 Mei 1929 zijn benoeming tot burgemeester van Zuidlaren, welke plaats den heer Van Kin schot toen volkomen onbekend was. Het is voor een vreemdeling moeilijk zich aan te passen aan den Drentschen aard, maar burgemeester van Kinschot heeft een goed aanpassingsvermogen en voelde zich weldra volkomen thuis in de hem toegewezen gemeente, waar de sympathie trouwens, zoo als wij vernamen, wederkeerig geweest is. De heer Van Kinschot acht het de plicht van een burgemeester om met hart en ziel te wer ken om iets goeds te kunnen bereiken en heeft zich dit te allen tijde voor oogen ge steld. In de •ntvoering van zijn ambt is hem niets te veel en dit is waarschijnlijk een der groote oorzaken, dat hij als burgemeester zooveel voldoening van zijn arbeid heeft ge vonden In een gemeente als Zuidlaren, die 4800 in woners telt. is de burgemeester de man, tot wien men zich %net allerlei kleinigheden wendt. Hij is de groote vraagbaak van wie oplossing aller moeilijkheden verwacht wordt en juist dat is voor het burgemeestersambt een goede leerschool. Er is ten slotte geen betere opleiding dan de practijk zelf. Men kan, zoo verzekerde de burgemeester ons, niet genoeg van de eigen gemeente weten. In alles moet men belang stellen. Het is natuur lijk een groote overgang om van het burge meesterschap van een plaats als Zuidlaren tot dat van een stad als Alkmaar te komen en de burgemeester geeft er zich terdege reken schap van, dat de overgangstijd niet gemak kelijk voor hem zal zijn. Alkmaar kent de heer Van Linschot uit sluitend door aanschouwing als toerist. Hij heeft vroeger wel eens in het later verdwenen hotel „De Nachtegaal" gelogeerd, vertoefde wel eens te Bergen, heeft natuurlijk als be langstellend vreemdeling ook de kaasmarkt en net stadhuis bezocht, maar is verder met meer interne aangelegenheden alleen op de hoogte door de raadsverslagen in de groote bladen, die hij als candidaat voor het burge meesterschap den laatsten tijd trouw ge volgd heeft. De heer Van Kinschot is consul van den A. N. W. B. en sinds korten tijd lid van het algemeen bestuur van den A. N. W. B., spe ciaal voor Drente, in welke functie hij na het aanvaarden van zijn benoeming in Alkmaar natuurlijk weinig meer zal kunnen verrichten. Hij is voorzitter van de Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer te Zuidlaren en zal zich hier ter stede dus zeker ook wel voor de plaatselijke V. V. V. interesseeren. Wat zijn militaire verplichtingen betreft, was de heer Van Kinschot le luitenant der huzaren, maar hij heeft, in verband met zijn burgemeestersfunctie, ontslag uit den dienst genomen. Wat den datum van in functietreden aan gaat, was de burgemeester wel eenigszins overvallen. 15 Januari is voor een burge meester, die zich van de eene plaats in de andere zal moeten vestigen, wel een datum, die wat al te spoedig zal aanbreken. In ver band met huiselijke omstandigheden, zal de heer Van Kinschot waarschijnlijk voorloopig alleen naar Alkmaar komen, in afwachting van den tijd, dat ook zijn gezin zich hier zal kunnen vestigen. Het is begrijpelijk, dat de burgemeester zeer belangstellend was allerlei bijzonderhe den over zijn nieuwe gemeente te vernemen. Zuidlaren heeft maar 11 raadsleden waar onder een vrij sterke boerenpartij en de heer Van Kinschot komt hier dus voor een Raad van geheel andere samenstelling te staan. Uit diverse vragen naar den stand der ge- meentefinanciën, de werkloosheid, de bedrij ven, de sterkte van het politiecorps, de betee kenis van den Alkmaarschen kaashandel enz., bleek reeds, dat de burgemeester zich sterk voor den gang van zaken in zijn nieu we gemeente interesseert en tevens uit zijn informaties naar het boschplan en de tunnel onder den Berger spoorwegovergang, dat hij de raadsverslagen van den laatsten tijd trouw gevolgd heeft. Tijdens het gesprek met den heer Van Kinschot, dat uiteraard slechts van betrek kelijk korten duur kon zijn, werd de burge meester herhaaldelijk opgebeld door ver wanten en vrienden uit alle deelen van het land, die hem en zijn gezin met deze eervolle benoeming kwamen gelukwenschen. De burgemeester heeft op ons den indruk gemaakt, dat de benoeming hem werkelijk zeer verheugd heeft en dat hij vol ijver en met de beste voornemens bezield zijn nieuwe functie zal aanvaarden. Moge het dezen jongen energieken man gelukken weldra het vertrouwen van den Raad en de ingezetenen te winnen opdat Alkmaar onder zijn leiding door de moeilij ke crisisjaren heen een voortdurend roos kleuriger toestand tegemoet zal mogen gaan. Schreven we gisteren, dat vermoedelijk ruim 100 mijnwerkèrs levend begraven den dood zouden vinden in de Nelson III, de mijn in Bohemen, waar eergisteren een geweldige mijngasontploffing heeft plaats gehad, thans is aan die anstige onzekerheid een einde ge komen, omdat men weet, dat alle hoop op redding opgegeven moet worden. De leider van de brandweer van Ostrat, vertelde over de groote mijnramp het vol gende: Om 16 uur 45 minuten weerklonk een ge weldige slag, die te hooren was tot aan de Saksische grens, op 20 K.M. afstand. Door de op de explosie volgende steekvlammen ik zag er een die hooger was dan de mijn- toren, dus meer dan 100 M. werden alle brandweren in de omgeving gealarmeerd Wij uit Ostrat waren enkele minuten na de ontploffing met 20 man ter plaatse. Het eerste moest het mijngebouw behouden zien te worden. Het brandde op ettelijke plaatsen tegelijk en stond zoowat op instorten. Een af deeling ging direct aan het blusschen. Een andere afdeeling trachtte het personeel te redden dat zich in het gebouw bevond en on der het puin bedolven was. Na korten tijd kwamen andere brandweercorpsen aan. Drie uur later werd de eerste persoon gered. Het was de smid Lincke, die met een dijbeenbreuk in het mijngebouw lag. Hij verklaarde, dat er nog iemand onder de puinhoopen moest liggen. Wij gingen aan het zoeken en vonden eerst een vreeselijk verminkt lichaam van een man, later het lijk van een schoonmaakster. De vier mijnwerkers die ternauwernood het veegelijf konden bergen door uit de inge storte schacht III te vluchten naar schacht VII, waaruit zij nog juist konden ontsnappen voordat ook daar brand uitbrak, verklaarden nog dat zij bij hun vlucht door de mijngan gen gestruikeld waren over tallooze lijken, zoodat zij geheel ontzet waren. Eerst heden middag, zooals gemeld, konden zij weer wat op hun verhaal komen. Mijndiredeur over het reddings werk. De eerste directeur van het Nelson-mijnbe- drijf, ir. Locker, heeft over het reddingswerk voorzoover dat thans gevorderd is, verklaard dat het gelukt is door de lifschacht te komen tot de plaats waar de wagens geladen wer den. Men kon echter niet in de mijngangen doordringen daar deze verstopt waren door puin. De schacht, waarin de mijnwerkers op gesloten zijn, wordt aan twee kanten bena i derd. Aan den eenen kant is men bezig het puin in de gangen weg te ruimen, aan den anderen kant is een reddingsploeg bezig te trachten langs een omweg de schacht te be reiken. Zoodra de schacht bereikt is, zal alle moeite gedaan worden den daar waarschijn lijk woedenden brand te blusschen dc r in damming. Over de oorzaak van de camp kan nog niets met zekerheid gezegd worden. Het staat echter vast dat de mijn gistermiddag nog absoluut vuurvrij was. De rapporten van de controleerende mijningenieuren waren- giste ren geheel normaal en gaven geen enkele aanleiding om te vreezen voor een plotseling uitbreken van brand. In den loop van dezen dag zijn de vooruit zichten voor het succes der reddingspogingen nog slechter geworden, daar in de schachten 7 en 9 weer brand ontstaan is. Tusschen deze schachten is slechts een korte verbindings gang brandvrij. Ook uit de waterleiding schacht slaat een steekvlam op. De hoop op redding van de mijnwerkers die in de schacht II zitten, wordt steeds geringer geacht. Ministerpresident Malypetz en de minister voor sociale zaken, die naar de plaats des onheils overgekomen waren, zijn des mid dags naar Praag teruggekeerd. Talrijke par lementsleden zijn te Brüx gearriveerd om beter op de hoogte te blijven van de berichten uit Ossegg. Nog 126 arbeiders in de mijn. Er is thans een aanvang gemaakt met de ontruiming der mijnen Nelsen VII en VIII aangezien gevaar bestond, dat de brand zich langs de houten stellingen, welke reeds vlam hebben gevat, zou uitbreiden. Op de mijn Nelson III hebben op den dag van het ongeluk in de middagploeg gewerkt 131 mijnwerkers en 9 'èpzichters. Dus in het geheel 140 personen. Er zijn 68 Duitsch- Bohemers en 61 Tsjechen bij. Van de 140 mijnwerkers, die de mijn zijn binnengegaan, zijn slechts vier gered; tien zijn als lijken geborgen, zoodat nog 126 personen zich in de mijn bevinden. Deze opgesloten mijnwerkers hebben geen teekenen van leven gegeven en het is tot nu toe ook nog niet gelukt verbinding met hen tot stand te brengen. Er bestaat dan ook wei nig hoop de bedolvenen te redden, aangezien geen zuurstofvoorraad in de mijn is. Een neergelaten lamp ging direct uit. De reddingswerkzaamheden vorderen slechts langzaam, daar men op nieuwe moei lijkheden is gestuit: in de schachten VII en IX is n.1. brand uitgebroken. Nog slechts een korte verbindingsweg tusschen schacht VII en IX is vrij van vuur. Tegen drie uur zijn de meeste brandweerswagens en ziekenauto's naar huis gezonden. Er werd opdracht gege ven bij het aanbreken van den dag weer te beginnen. In de mijn VII moesten tegen vier uur 's morgen de werkzaamheden worden gestaakt, aangezien een donkere rook de red dingsmanschappen hinderde. Tegen den mid dag werden uit de Nelson drie lijken gebor gen. Een der mijnwerkers is als door een won der gered. Hij moest op 15-0 M. alleen achter blijven, daar zijn krachten hem begaven, doch op hetzelfde oogenblik verscheen een man, die den mijnwerker naar boven droeg Deze bleek zijn broer te zijn. Er wordt thans met alle macht gewerkt om het binnendringen van frissche lucht bij den brandhaard te verhinderen. Voor het onderzoek naar de ramp is een bijzondere commissie ingesteld. Uit den om vang der verwoestingen concludeert men, dat het hoogstwaarschijnlijk een ontploffing van kolenstof betreft. Minister-president Malypetr heeft 50.000 kronen ter beschikking van de nagelaten be trekkingen der slachtoffers gesteld. Een interview met den nieuwen burgemeester. (Hoofdartikel.) De zware mijnramp in Bohemen (Dag. Overzicht). Belgische ministercrisis verme den. (Buitenland.) Amerika's schuld onder Roose- velt's bewind (Buitenland). De Postjager-affaire. (Luchtvaart) PijnenburgWals winnen de Brusselsche zesdaagsche. (Sport). Krijgt v. d. Lubbe niet de dood straf? (Buitenland). Brand in de ververij van de fa briek der firma Jannink Zoon t« Enschedé. (Binnenland.) De officier van justitie bij de Haagsche rechtbank heeft tegen de beide verdachten van een poging tot uitgifte van valsche bankbiljetten zes jaar gevangenisstraf geëischt. (Rechtszaken.) Bioscoop te Doetinchem gesloten als protest tegen hooge vermake lijkheidsbelasting. (Binnenlar d KRIJGT VAN DER LUBBE NIET DE DOODSTRAF? Zal het veranderd worden ia levenslange tuchthuisstraf? Inzake een eventueele strafverzach- ting voor Marinus v d. Lubbe, verneemt de „Tel." dat bij het Nederlandsche ge zantschap te Berlijn nog geen antwoord der Duitsche rijksregeering op het ge dane verzoek is binnen gekomen. Men is echter van meening, dat het verzoek zal worden ingewilligd en dat de dood straf voor den brandstichter zal worden veranderd in levenslange tuchthuisstraf. Van de zijde van het Rijksministerie voor Propaganda wordt ons medege deeld, dat een definitieve beslissing over het verdere lot van v. d Lubbe in de volgende kabinetszitting zal worden ge nomen. Waarschijnlijk zal deze zitting vandaag of morgen, nadat rijkskan e- lier Hitier te Berlijn zal zijn terugge keerd, plaats hebben. In het Bruine Huis te München zijn gister ochtend onder voorzitterschap van den plaatsvervanger van den leider bijeengeko men der rijksleiders en inspecteurs der NSDAP. De bijeenkomst ving aan met een bespre king der Rijksleiding, waarin behalve de in terne kwesties de partijleiding en de partij organisatie betreffende in het bizonder ook de organisatie der verhouding van partij tot staat breedvoerig werden behandeld. In de later gehouden gemeenschappelijke zitting der Rijksleiders met de inspecteurs brachten de inspecteurs rapport uit over de ontwikkeling van het partijleven in de ver schillende gebieden des Rijks. In het verdere verloop der zitting werden in het bizonder behandeld: de verhouding tot de vrouwengroepen der NSDAP, organisa torische problemen in zake den arbeidsdienst, zoomede eenige andere belangrijke kwesties aangaande de organisatie der partij. De penningmeester der partij Schwarz deelde mede, dat voorloopig niet te verwach ten is, dat weer nieuwe leden zullen worden toegelaten, aangezien eerst een zitting er zuiveringsactie moet worden doorgevoerd. De seismografen van het Prato observato rium te Florence hebben gisterochtend een hevige aardbeving geregistreerd op een af stand van ongeveer 8200 K.M. vermoedelijk in Azië. De schokken duurden ruim een uur en waren zeer krachtig, zoodat zij waar schijnlijk ernstige schade hebben aangericht,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 1