Alkmaarsche Courant
MOORD OP ADBOTSHALL
EEN ZELDZAAM JUBILEUM.
Jladiomeuws
SeutfCebm
'Provinciaal 'tlieuws
Honderd Zes en Dertigste Jaargang.
VRIJDAG 5 JANUARI.
DIE ELLENDIGE RUGPIJN.
(Wordt vervolgd)',
No. 4 1934
Zaterdag 6 Januari.
Hilversum, 1875 M. (Uitsluitend VARA),
Gramofoonplaten. 10.VPRO-mor-
genwijding. 10.15 Uitz. v. Arb. in de Conti
nubedrijven: De Flierefluiters o.l.v. J. v. d.
Horst en gramofoonplaten. 12.VARA-
Kleinorkest o.l.v. H. de Groot. 1.15 Gramo
foonplaten. 1.30 Orgelspel Cor Steyn. 2.—
Gramofoonplaten. 3.— J. Bommer: Punt 5
Van het urgentie program van S.D.A.P. en
H.V.V. 3.15 Muzikale causerie P. Tiggers
met gramofoonplaten. 4.15 De Notenkrakers
o.l.v. D. Wins. 5.— Gramofoonplaten. 5.40
Literaire causerie A. M. de Jong. 6.„De
Wielewaal", o.l.v. P. Tiggers. 6.30 Orgel
spel Joh. Jong. 7.— VRO. 8.— Herh. SOS-
fcerichten, Vaz Dias en VARA-Varia. 8.15
iV AR A-orkest o.l.v. Hugo de Groot. 8.45
Zang en piano door Ada Dassy. 9.Ver
volg orkestconcert. 9.45 Vervolg zang en
tiano. 10.Toespraak J. A. Witvoet. 10.15
ervolg orkestconcert. 11.Gramofoonpl.
Huizen, 296 M. (KRO-uitzending). 4.
5.HIRO. 5.Orkestconcert en gramo
foonplaten. 7.15 Lezing. 7.45 Causerie. 8
Orkestconcert. 8.30 Vaz Dias. 8.35 Koorcon
cert. 8.55 Hoorspel. 9.40 Orkestconcert
10.10 Gramofoonplaten. 10.15 Vervolg koor
concert. 10.35 Vaz Dias. 10.40—12.
Schlagermuziek.
Daventry, 1554 M. 10.35 Morgenwijding.
10.50 Tijdsein, berichten. 11.05 Lezing.
12 20 Western Studio Orkest o.l.v. F. Tho
mas. 1.05 Gramofoonpl. 1.35 Coomodore
Cramd Orkest o.l.v. Museant. 2.35 Gramo
foonplaten. 3.20 Orgelspel H. Ramsay. 3.50
(Radio Militair Orkest o.l.v. B. W Ó'Don-
nell m. m. v. N. Lees, bariton. 4.50 Manto-
vani en zijn Tipica Orkest. 5.35 Kinderuur
6 20 Berichten 6.50 Sportpraatje. 7.05
Welsh intermezzo. 7.50 Reportage. 8.20
Variété-programma. 8.20 Berichten en le
ling 9.55 BBC-orkest o.l.v. E. Newman.
10.50 Lezing. 10.5512.20 Ambrose en zijn
Band.
Parijs Radio-Paris1724 M. 8.05, 12.20,
7 05 en 7.40 Gramofoonplaten. 8.20 „Figa-
ros Hochzeit". opera van Mozart, m. m. v.
orkest o.l.v. Bigot.
Ralundborg, 1153 M. 11.20—1.20 Con
cert uit rest. „Wivex". 1.502.20 Gramo
foonplaten. 2.50—4.50 Omroeporkest o.l.v.
E Reesen. 7.20 Oud-Noorsche liederen, zang
en piano. 8.20 „De 24 Timer", Jazz-orato-
rium voor koor en orkest van B. Christensen.
9 40 Dansmuziek uit he1 Palace-Hotel. 10.30
Gramofoonplaten. 10.45—11.35 Dansmu
ziek uit rest. „F itz".
Langenberg, 47Z M. 5.25 en 6.35 Gramo
foonplaten. 10.20 Weragorkest o.l.v. Busch-
fcötter. 11.20 Omroeporkest o.l.v. Görlich.
12.55 Gramofoonplaten. 3.20 Orkest o.l.v.
Dehrmann. 6.20 Orkest, blaascrkest, kinder
koor, sextet, accordeonvceen. en solisten
o.l.v. Görlich Sevfert. 7.30 Muzikaal spel.
10.20 Omroeporkest o.l.v Rosbaud. 11.20
I.20 Concert.
Rome, 441 M. 7 30 Zang door A. Qua-
ranta, sopraan. 8.20 Opera-uitzending.
Brussel, 338 en 508 M. 338 M.: 12.20
Concert uit Antwerpen. 1.30 Omroeporkest
o.Lv. Walpot. 5 20 Dansmuziek. 6.50 Om-
roepkleinorkest o.l.v Leemans. 8.20 „Tann-
Ibauser", opera van Wagner. 50? M.: 12.20
Omroeporkest 1.v. Wa'.not. 1.30 Concert
uit Antwerpen. 5.20 Omroepkleinorkest o.l v.
Leemans. 6.35 Gramofoonpl. 6.50 Piano
recital. 7.20 Gramofoonplaten. 8.20 Omroep
orkest o.l.v. Walpot. 8.35 Radiotooneel. 9.35
Vervolg concert. 10.30 Dansmuziek.
Deutschlandsender1635 M. 7.25 „Spass
mit Musik", programma samengesteld door
P Schaaf. 8.30 Populair concert. 9.20 en
10.05 Berichten. 10.20—11.20 Dansmuziek
uit Leipzig.
GEMEENTELIJKE RADIO
DISTRIBUTIE.
Zaterdag 6 Januari.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Huizen.
Lijn 3: Daventry 10.3524.
Lijn 4: Langenberg 10.35—19.25, Weenen
f0.25—24.—
ben Detective verbaal
door PHILIP MAC DONALD.
Geautoriseerde vertaling door H A C. S.
50)
De donder scheen, na een uitbarsting van
een oogenblik te voren, heelemaal opgehou
den te zijn. Geen plotselinge woedende wind
vlagen schudden meer het huis. Het eenige
geluid in de drukkende kamer was het ge
tik van de grootvader-klok en het zachte ge
kletter van den regen tegen de dichte ramen
Anthony haalde diep adem, en begon:
„Mijn eerste indruk van deze zaak, was
zooals u weet, dat het een echte moord was,
gepleegd door iemand uit 't huis. Later had
ik een goede reden om deze schrijftafel hier
te onderzoeken en nadien begon ik mijn the
orieën te herzien. In deze tafel vond ik
zooals ik verwacht had een la, die ver
borgen was voor het gewone oog. Uit die
la, kwamen enkele brieven, een verzameling
krantenuitknipsels, een aanteekenboek, en
andere papieren. U zult ze allen op hun tijd
zien. De brieven gaven mij het eerste idee,
dat er in deze zaak iets meer duisters was
dan ik had gedacht. Dus ging ik naar de
dame, die deze brieven geschreven had. Van
haar.keeg ik de eerste stukken van de ge
schiedenis, niet zonder moeite. Ik ging ook
naar een man, die eens Hoode's secretaris
geweest was. Hij was vriendelijk en verstan-
De heer Jb. van Reenen 50 jaar
voorzitter van de polders onder
Bergen. Een jubileum, dat met de
nieuwe waterschapswetgeving
niet meer kan voorkomen.
De heer Jb. van Reenen, oud-burgemeester
van Bergen, herdacht gister den dag, waar
op hij voor 50 jaar tot voorzitter werd geko
zen van de Vereeniging van Polders en on
ingepolderde landen onder Bergen. Boven-
JS tegelijkertijd 50 jaar voorzitter
van den Damlanderpolder, den Oudburger-
polder, den Zuurvenspolder, den Philistijn-
schenpolder, den Noorder Reker- en Man-
gelpolder, den Zuider Midden Rekerpolder
en den Sluispolder.
De besturen van deze polders hadden zich
gistermiddag opgemaakt om tijdens de re
ceptie, die in de Rustende Jager werd gehou
den, den jubilaris te huldigen. Bovendien
waren deputaties aanwezig van de Uitwate-
rende Sluizen, van het Waterschap de Schee
meer, het Hoogheemraadschap Hollands
Noorderkwartier, terwijl het Provinciaal
Bestuur vertegenwoordigd was door den
Commissaris der Koningin Jhr. Mr. Dr. A.
Röell en Ir. Reigerman, hoofdopzichter van
den Prov. Waterstaat. Het Rijksbureau voor
Ontwatering was vertegenwoordigd door
den directeur van dat Bureau Jhr. van Pan-
huijs.
Voorts waren aanwezig 't voltallige colle
ge van B. en W., alsmede een deputatie van
de V. V. V. en verschillende vooraanstaande
personen uit de gemeente, w.o. notaris van
Riet, Jhr. Barnaart, Mr. Ledeboer en Mr.
D. Bastert en Ir. Mesu.
Bloemstukken waren ingekomen o.a. van
het bestuur van de Uitwaterende Sluizen,
van de Ver. van Oningepolderde landen on
der Bergen, van dezelfde vereenigingen te
Schoorl en Petten, van den Bergermeerpol
der en van de V. V. V.
De leiding van de receptie was in handen
van den heer Jb. S w a a g Sr., Voorzitter
van den Sluispolder, die namens het comité,
bestaande uit de voorzitters der zeven pol
derbesturen onder Bergen en den opzichter,
den heer J. Roggeveen, den heer van Ree
nen hartelijk gelukwenschte met dezen voor
hem zoo heugelijken dag. Spr. herinnerde
eraan, dat men met het oog op het in de
lucht hangende nieuwe Waterschapsregle
ment, dat bepaalt, dat men op 65-jarigen
leeftijd niet meer als bestuurslid van een
polder herkozen mag worden, reeds vóór 5
jaar den heer Van Reenen had gehuldigd.
Doordat die wetgeving eenige jaren op sleep
touw is gebleven, smaakte men thans het
voorrecht, het 50-jarig jubileum te kunnen
vieren.
Het zou mij allicht te ver voeren, aldus
spr., een résumé te geven van het vele en
goede, dat door de voorstellen van den heer
Van Reenen tot stand is gebracht. Eén
heugelijk feit, de vereeniging van vier pol
ders, met het stichten van het electrisch ge
maal, waartoe de heer van Reenen het ini
tiatief had genomen, wenschte hij echter te
noemen, want daardoor had hij een dank
baar en vruchtbaar werk verricht.
Als stoffelijk blijk van hoogachting bood
hij den jubilaris een door den kunstenaar B
Essers op kalfsperkament vervaardigde oor
konde aan, bevattende een 30-tal namen van
de bestuursleden van de zeven polders, be
nevens die van den opzichter en den secreta
ris-penningmeester. In den linker bovenhoek
staat op de oorkonde, die een afmeting heeft
van 40 bij 55 cM., de helaas gesloopte
standaard-molen en in den rechterbovenhoek
het electrisch gemaal, terwijl het binnenvak
gevuld wordt met een Hollandsch molen
landschap. De oorkonde, in lijst gevat, mag
een fraai kunstwerk genoemd worden.
Na den heer Jb. Swaag was het woord
aan den Commissaris der Koningin, Jhr.
Mr. Dr. A. Roëll, die den jubilaris namens
het Prov. Bestuur en persoonlijk zijn geluk
wenschen bracht. Het Prov. Bestuur, aldus
spr., ziet met voldoening terug op den tijd,
waarin het van de medewerking van den
heer van Reenen heeft mogen profiteeren.
Het hoopt, dat het hem gegeven zal zijn, nog
lang zijn krachten aan de behartiging van
waterschapsbelangen te kunnen geven.
Het was spr. een voldoening, dat ook de
Minister van Waterstaat hem verzocht had,
den jubilaris zijn gelukwenschen aan te bie
den en hem had uitgenoodigd, mede te dee-
len, dat het H. M. de Koningin heeft be
haagd, bij besluit van 27 Dec. 1933 den
heer Van Reenen te bevorderen tot O f f i-
dig. Hij had dingen gezien, dingen gehoord,
toen hij bij Hoode in betrekking was, die hem
aan 't denken gebracht hadden. Hij dachr
zooveel na, dat hij, op eigen initiatief, een
particulier detective aan het werk zette. Ik
heb den detective gesproken. De detective
ging, ook toen hem gezegd was de zaak te
laten loopen, door met speuren. U begrijpt,
hij had er belangstelling voor gekregen. Hij
is geen aardige man. Hij ruikt naar schan
daal en geld. Hij heeft, zonder dat hij 't
weet, mij geholpen om de geheele wonder
bare gschiedenis bij stukjes in elkaar te krij
gen de geschiedenis, die laat zien, hoe t
was, dat John Hoode niet gedood werd."
Sir Arthur, grijs in zijn gezicht, hamerde
met zijn vuisten op de met leer bekleede ar
men van zijn stoel.
„Maar het lichaam!' bracht hij er hijgend
uit. „Het lichaam! Daar lag het!" Hij keek
met een woesten blik over zijn schouder naar
den haard. „Ik zag het! Ik vertel je. dat ik
't zag!" Zijn stem werd sterker. „En het
onderzoek, de arrestatie, de identificaties! En
de begrafenis! Maar, jij gek!" schreeuwde
hij met luide stem, „de begrafenis is morgen.
Heel Engeland zal er bij zijn. En jij vertelt
mij deze dwaze geschiedenis. In Godsnaam
wat bezielt jou, dat je grappen kunt make'
van deze soort!1 Hebben we niet alleman
genoeg geleden?" De man schokte.
Anthony zat overeind. „Wacht!" zei hi<
„En laat ik mogen voortgaan. Ik zei, da
John Hoode niet vermoord was. Ik zei nie:
dat er geen moord was gepleegd. Een moori
is gepleegd. Ik weet het. U weet het. De werek.
weet het Maar wat U en de wereld niet
weet, is dat het lichaam, waarover 't onder
cier in de Oranje Nassau-
o r d e.
U begrijpt, dat het voor mij, die U zooveel
jaren gekend heeft, een voorrecht is, om u
van deze koninklijke onderscheiding mede-
deeling te doen en U daarmee geluk te wen-
schen. Ik hoop, dat U, daarmee getooid, een
jarenlange, gelukkige, blijde toekomst tege
moet gaat.
Ik gevoel mij een klein beetje
beduusd,
evenals de vier mannen, die den tocht met de
Pelikaan hebben gemaakt, aldus de heer
van Reenen, en ik had niet gedacht, dat op
dezen dag, waarop ik mijn 50-jarig jubileum
vier, mij de groote eer te beurt zou vallen,
dat daarbij de Commissaris der Koningin en
de Hoofdingenieur van den Provincialen
Waterstaat tegenwoordig zouden zijn en
dat ik uit handen van den Commissaris de
mooie onderscheiding mocht ontvangen van
H. M. de Koningin, waarvoor ik mijn op
rechten dank betuig.
Dank betuig ik ook aan den Commissaris
voor zijn vriendelijk woord. Als Burgemees
ter en als voorzitter van de Waterschappen,
mocht ik steeds op de meest aangename wij
ze den steun van den Commissaris ondervin
den en ook daarvoor breng ik hem ten zeer
ste dank.
Oprechten dank breng ik ook aan den
heer Swaag, die mij namens de Vereeniging
van Polders en Oningepolderde landen
door het aanbieden van de fraaie oorkonde
dezen feestelijken dag tot een onvergetelijken
heeft gemaakt. Met bewondering heb ik het
meesterwerk van den heer Essers bekeken,
want deze oorkonde doet mij ontzettend veel
genoegen.
Dank breng ik ook aan de ingelanden,
die mij steeds hebben herkozen, want dat
heb ik altijd zeer gewaardeerd. Ik heb ook
zitting gehad in het bestuur van de Honds-
bossche zeewering en in dat van de Uitwate
rende Sluizen en dit steeds als een plezierige
taak gevoeld, omdat ik altijd veel belangstel
ling heb gehad in polderzaken. Het ver
heugt mij dan ook, in deze zaal den Dijk
graaf van de Uitwaterende Sluizen en het
bestuur van het Hoogheemraadschap Hol
lands Noorderkwartier tegenwoordig te zien.
In 1883 overleed mijn vader, die wethou
der was. De heer Holland was hier burge
meester en tegelijkertijd burgemeester van de
Egmonden en secretaris van alle polders
onder Bergen en Egmond, benevens secreta
ris van den Militie-raad Hij vervulde zóóveel
betrekkingen als thans niet meer door één
man vervuld kunnen worden. Hij was oud
en ik was volontair op de secretarie In 1882,
ik was toen 24 jaar, trouwde ik. Er kwam
vóór mij heel wat te doen in de gemeente,
die toen 1400 zielen telde. Nu is het zielental
tot 6000 gestegen en ik geloof niet, dat ik,
vooral ook met het oog op de groote werk
loosheid, op het oogenblik die gemeente zou
kunnen besturen.
In 1885 werd ik burgemeester en de toen
malige commissaris der koningin, jhr.
Schrorer, zeide mij: „Zie, dat je de polder
zaken onder de knie krijgt, want die hebben
toekomst voor je." Later begreep ik, waarom
hij dit zeide.
Hulde breng ik aan onze polder-meesters en
in het bizonder aan den heer Swaan, waar
mee ik altijd plezierig èn als wethouder èn
als poldermeester heb samengewerkt. Aan po
litiek heb ik nooit gedaan. Door ééndrachtige
samenwerking konden wij vier polders combi
neeren en het electrisch gemaal tot stand
brengen.
E—l Hg
zoek werd gehouden, het lichaam, dat mor
gen zal begraven worden, niet het lichaam
van John Hoode is!"
Sir Arthur staarde naar hem. „Wat be-
teekent dit?" zei hij. en zijn lippen trilden.
„Wat is dat allemaal? Ik begrijp 't niet.
Ik ik
Slaap maakte zich op verraderlijke wijze
van Anthony meester. Hij wenschte, dat de
storm niet had opgehouden. Die kracht had
tenminste geholpen om iemand wakker te
houden, geholpen om zijn doodelijke ver
moeidheid, die praten zoo inspannend maak
te, te overwinnen.
Hij begon weer. „De geschiedenis is zoo
En, ofschoon zij zoo krankzinnig is als van
Halla en de bode des Konings zij is waar
John Hoode's moeder was, zooals u waar
schijnlijk weet, voor haar huwelijk een miss
Monteith. Zijn vader was, zooals u ook
moet weten, John Howard Beauleigh Hoode
Weet u, dat uw John Hoode erg lijkt uiter
lijk bedoel ik op een van zijn ouders, en
niet op den ander?"
„Ja, ja. Hij en zijn vader waren wel
bijna tweelingbroers."
„Juist. John Howard Beauleigh Hoo-
ile liet zich voorstaan op zijn uiterlijk.
Tohn Howard Beauleigh Hoode was ge
rouwd met miss Adeline Rose Mon-
eith in '73. In '72 bracht John Howard
'leauleigh Hoode's liefje, de docliter van
fan Dougal hij was een smid in Ar-
lenross een zoon ter wereld. Die
oon, ook John genoemd, werd op kos-
en van zijn vader onderhouden en op-
I Uit een sprookjesverhaal
Spr. bracht ingenieur Reigersman nog
dank voor de daarbij betoonde medewerking
en hij dankte ook den commissaris der ko
ningin voor de verleende goedkeuring aan
de overeenkomst en aan prof. Scheltema voor
het polijsten van die overeenkomst, die tot
nog toe geen last heeft gegeven.
Spr. uitte den wensch, dat de groote saam-
hoorigheid, die er in de polderbesturen te
Bergen bestaat, altijd zal blijven bestaan,
waarbij hij verzekerde, dat het hem een groot
genoegen doet, nu hij als voorzitter van den
Oudburgerpolder moest aftreden en niet
meer herkozen kon worden met het oog op
zijn leeftijd, dat met bijna algemeen stemmen
zijn zoon, de burgemeester van Bergen, in
zijn plaats werd gekozen. Als bestuurslid
van den Philistijnschen polder toonde hij
door de plaatsing van een hulpmotor in den
molen zich een man van den vooruitgang.
Op het oogenblik is het voor de ingelan
den geen plezierigen tijd; de lusten vermin
den geen plezierige tijd; de lusten vermin-
hoopte, dat betere tijden zullen aanbreken en
dat het allen goed mag gaan.
Op een dag als dezen dacht hij terug aan
zijn dierbare echtgenoote, die steeds zoo be
zorgd was voor zijn gezondheid en hem eens
na een longontsteking naar Corsica en daar
na naar Algiers zond. Haar nagedachtenis
wenschte hij in dankbaarheid te gedenken.
Een bizonderheid, die waar
schijnlijk niet meer zal voor
komen.
De heer Wijdenes Spaans, dijkgraaf
van het Hoogheemraadschap Holl. Noorder
kwartier, noemde het 50-jarig jubileum van
den heer Van Reenen, als voorzitter van een
waterschap een bizonderheid, dat, in verband
met de nieuwe waterschaps-wetgeving hoogst
waarschijnlijk niet meer zal voorkomen. Spr.
feliciteerde den heer Van Reenen van harte
met dit jubileum en zeide hierna nog het een
en ander over den Markies van Carabas uit
„De gelaarsde kat", een sprookje, dat altijd
zijn bewondering had gehad en noemde deze
werkelijkheid van dit jubileum nog schooner
dan het sprookje.
De burgemeester, mr. H. D. A. van
Reenen, door persoonlijke relaties sinds
zijn geboorte, met den jubilaris verbonden,
noemde het een bizonder voorrecht, namens
het gemeentebestuur den jubilaris met zijn
50-jarig jubileum geluk te kunnen wenschen
Spr. herinnerde aan de nauwe banden tus-
schen het gemeente- en het waterschaps
bestuur en noemde in dit verband het aan
leggen en het overdragen van wegen, alsmede
de afname van den electrischen stroom van
de gemeente door het waterschap, en hij
uitte den wensch, dat de nauwe samenwer
king nog lange jaren mag blijven en dat de
ingelanden een hoopvolle toekomst tegemoet
mogen gaan.
Ir. Reigersman herinnerde aan het
contact, dat hij met den jubilaris had over
den nieuwen weg door Geestmer Ambacht,
over de nood-waterkeering in 1916. over den
vaarweg naar Bergen en over de vereeniging
van de vier polders. Hij voerde evenwel
slechts het woord om zich te kwijten van
een opdracht.
De raad van bestuur van het Kon. Instituut
van Ingenieurs, waarvan de jubilaris nog een
jong lid is, had hem n.1. verzocht, om den
heer Van Reenen te complimenteeren en
gaarne voldeed hij aan dit opdracht door den
jubilaris zijn hartelijke gelukwenschen aan te
bieden.
De heer Commandeur, voorzitter van
den Bond van Waterschappen in Noord
holland, wenschte in opdracht van het be
stuur den heer Van Reenen van harte geluk
met dit unieke jubileum.
De heer R. W o g n u m sprak namens het
bestuur van de Oningepolderde landen onder
Schoorl. Hij herinnerde eraan, dat men
steeds op prettige, aangename wijze de ge
meenschappelijke belangen met Bergen had
kunnen behartigen en feliciteerde eveneens,
in opdracht van zijn bestuur, den heer van
Reenen met zijn jubileum.
De heer Jb. Swaag Sr. deed hierop het
voorstel, telegrafisch te berichten, dat de
polderbesturen met groote erkentelijkheid
kennis hebben genomen van de aan den jubi
laris verleende onderscheiding en H. M. hun
groote aanhankelijkheid betuigen.
Hiertoe werd besloten.
Jhr. P a n h u y s sprak hierna in zijn
functie van directeur van het Rijksbureau
van de Ontwatering een woord van bewonde
ring voor den in stilte arbeidenden jubilaris,
die steeds vooruitstrevend werk heeft verricht
en daardoor den landbouw in deze streek
groote diensten heeft bewezen.
De heer Kramer G1 ij n i s, dijkgraaf
van de Uitwaterende Sluizen, had in het be-
gevoed, maar hij werd een doordraaier,
zoo erg als 't maar kan. John Hoode
uw John wist niet van het bestaan
van zijn half-broer tot den dood van
John Howard Beauleigh Hoode. Toen
hij 't te weten kwam van zijns vaders
executeurs stel ik mij voor was John
uw John goed voor zijn bastaard
broer, en toen hij voor 't eerst hem zag,
was hij zeer verbaasd over de gelijkenis
van zijn bastaard-broer met hem, want
naar hem te kijken was bijna hetzelfde
als in een spiegel kijken.
Het resultaat van zijn vriendelijkheid
was te verwachten. Ondankbaarheid,
snauwen, voortdurend vragen om geld
en steeds meer geld; tenslotte dreigen
en geldafpersen
„Neen, neen, neen!" kreunde sir
Arthur, zijn gezicht in zijn handen, ,,'t
Zijn allemaal leugens, leugens! Ik ken
John. Hij vertelde mij alles, alles!"
„Neen," zei Anthony. „Ik heb al de
papieren, sommige hier." Hij klopte op
zijn borstzak. „Geboortebewijzen. Af
schriften van John Howard Beauleigh
Hoode's testament, en dergelijke, 't Is
alles nauwkeurig. Nu, de dingen wer
den voor John uw John van slecht
slechter en van slechter ondraaglijk.
Deze dreigementen ik zal u later
eenige brieven wijzen vernielden zijn
zenuwen, zijn gezondheid. Hij probeer
de elke manier van vriendelijkheid
en 't mislukte."
Anthony pauzeerde even om zijn uit
gedroogde lippen met zijn tong te be
vochtigen.
„Eindelijk," ging hij verder, „vond John
Wanneer gij 's morgens bij hei opstaan
gekweld wordt door pijn in uw rug
welke onuitstaanbaar is bij bukken, bij
de geringste inspanning en die u steeds
ondragelijke last veroorzaakt bij uw
dagelijksch werk. toont dit aan, dat de
onzuiverheden niet voldoende uit uw
bloed gefiltreerd worden. Vooral ook ai3
zich daarnevens verschijnselen vertoo-
nen als voortdurende hoofdpijn, duize
ligheid, wallen onder de oogen, een afge-
mat gevoel ,enz. De organen, wier taak
het is om het bloed te zuiveren van de
erin voovk nende aivalstoffen, werki n
traag of zijn verzwakt, en verwaarloo-
zing van deze verschijnselen kan voeren
tot zeer ongewenschte verwikkelingen
Komt uw organen te hulp bij de eerste
waarschuwende kenteekemn, dat zij
niet in orde zijn
Foster's Rugpijn Nieren Pillen zijn een
speciaal middel voor bovengenoemde
kwalen Zij zijn wetenschappelijk samen
gesteld en beoogen slechts één doel: het
opwekken tot gezonde werking dir orga
nen, die zorg dragen dat uw bloed voort
durend goed gefiltreerd wordt en die de
onzuiverheden eruit afvoeren. En dat zij
inderdaad volkomen voldoen aan de er
aan gestelde verwachtingen, toonen de
duizenden getuigschriften uit alle dee'en
der wereld van dankbare personen, die
hun gezondheid herkregen met behuip
vai. Foster's Rugpijn Nieren Pillen.
Verkrijgbaar
bij apothekers f.
en drogisten
a f l.-fl.76
•n f8.-p. doos.
Let vooral op
den juist en
i naam.
stuur van de Hondsbossche den heer van
Reenen in dit helaas opgeheven college leeren
kennen als iemand, die de zaken van den
practischen kant bekijkt. Ook in het dage
lijksch bestuur van de Uitwaterende Sluizen
verrichtte de heer van Reenen uitnemend
werk en als dijkgraaf tracht hij hem daar
voor dank onder het uitspreken van zijn ge
lukwenschen met het jubileum.
Een zanghulde
De heer J. A. R a n z ij n, bestuurslid van
den Zuurvenspolder, bracht hierna den jubi
laris in versvorm hulde, welke hulde door
hem gezongen werd op de wijze van: „Op
den blanken top der duinen". Het laatste
couplet hield min of meer °en critiek in op
de wetswijziging ten aanzien van de water
schappen en luidde ls vo'gt:
Nu, geachte jubilaris
Blijf ons steeds ter zijde staan
Wij doen niet zooals Gedeputeerden,
Neen, wij laten U niet gaan.
Daar wil ik wel geven op mijn hand (bis)
Gij blijft met jns en 't polderland (bis).
Deze bizondere variatie viel zeer in den
smaak. Hoewel alle sprekers rijkelijk met
applaus werden beloonc', was het applaus na
deze zanghulde toch wel het grootst.
De heer D. J. Go vers haalde hiern3
nog herinneringen op uit vroeger dagen. Hij
bracht den heer van Reenen hulde voor zijn
uitstekende adviezen, uitgebracht als Hoog
heemraad in de Uitwaterende Sluizen, en ein
digde met den wensch, dat de belangen van
de polderbesturen, cok al geeft hooger hand
hem het recht iet meer, die te behartigen,
nog lang door den juniUris gediend zullen
werden.
De heer Jb. de Waard, poldermeester
van den Damlander polder, uitte den wensch,
dat de heer Van Ree en nog veie jaren mag
te ugzien op hetgeen door hem tot stand is
gebracht.
Hierna sprak de heer Van Reenen
nog een slotwoord, waarbij hij eraan herin
nerde. dat hij zeker Dijkgraaf van de Honds
bossche zeewering was geworden, wanneer
dit lichaam niet was opgeheven. Hollands
Noorderkwartier was daarvoor 'n de plaats
gekomen en het is dan ook begrijpelijk, dat
spi. dat lichaa- met ietwat schele oogen
bekijkt. Dat de Dijkgraaf van dat lichaam
toch hier op zijn jubileum was gekomen, ver
diende een woord van dank.
Met het gemeentebestuur had spr. steeds
prettig kunnen samenwerken en hij hoopte,
dat dit ook in de toekomst het geval zal zijn.
Het verheugde hem bizonder, dat de Dir.
van het Rijksbureau voor Ontwatering, die,
ondanks zijn drukken werkkring, altijd bereid
was, de polderzaken met hem te bespreken,
naar hier was pekomen Hij bracht hem daar
voor een woord van dank.
Bizonder erkentelijk was hij den Dijkgraaf
uw John dat zijn werk voor den Staat
er onder leed. Hij is, zooals ik hem zie, een
oprecht consciëntieus, vriendelijk man, maar
beperkt. Hij nam een besluit. Hij wou nog
één keer helpen, maar slechts één keer. Hij
liet den tweeden John komen. Hij vertelde
hem wanneer en hoe hij moest komen, hoe hij
het huis moest naderen, in de kamer te ko
men door dat raam, alles zonder gezien t«
worden.
De andere John kwam op den bepaalden
tijd en klopte aan het venster. Uw John liet
hem binnen. De andere John was, als altijd,
dronken. Uw John vertelde van de beslissing,
die hij genomen had, dat dit de laatste maal
was als de andere John zijn leven niet ver
beterde. Toen kwam er herrie. Misschien was
de half-broer meer dronken dan gewoonlijk.
In ieder geval, hij viel uw John aan. Hoewel
hij een zuiplap was, was hij den sterkeren
man. Maar aan John uw John gelukte
het zichzelf vrij te krijgen. Niet wetend, wat
hij deed, nam hij den zwaren pook en sloeg,
niet eens, maar vele malen
„Maar wat Groote God
Anthony stoorde zich niet aan de intei
ruptie. „Wacht. Spreek niet voor ik geëindigd
heb. Ontsteld door wat hij gedaan had, stond
hij naar het lijk van zijn bastaard-half-broer
te kijken, 't Strekte zich daar bij den haard
uit. in zijn slordige, vuile, bemodderde klee-
ren. Het was geen, ik kan 't mij voorstellen,
geen prettig gezicht. Toen deed John uw
John wat voortreffelijke menschen voor
hem gedaan hadden. Hij verloor zijn hoofd
Hij verloor ten eenenmale zijn hoofd. En hij
dacht op dat oogenblik, dat hij verstandig
was!