Alkmaarsche Courant MOORD OP ADBOTSHALL EEN ZELDZAAM JUBILEUM. Jladiomeuws SeutfCebm 'Provinciaal 'tlieuws Honderd Zes en Dertigste Jaargang. VRIJDAG 5 JANUARI. DIE ELLENDIGE RUGPIJN. (Wordt vervolgd)', No. 4 1934 Zaterdag 6 Januari. Hilversum, 1875 M. (Uitsluitend VARA), Gramofoonplaten. 10.VPRO-mor- genwijding. 10.15 Uitz. v. Arb. in de Conti nubedrijven: De Flierefluiters o.l.v. J. v. d. Horst en gramofoonplaten. 12.VARA- Kleinorkest o.l.v. H. de Groot. 1.15 Gramo foonplaten. 1.30 Orgelspel Cor Steyn. 2.— Gramofoonplaten. 3.— J. Bommer: Punt 5 Van het urgentie program van S.D.A.P. en H.V.V. 3.15 Muzikale causerie P. Tiggers met gramofoonplaten. 4.15 De Notenkrakers o.l.v. D. Wins. 5.— Gramofoonplaten. 5.40 Literaire causerie A. M. de Jong. 6.„De Wielewaal", o.l.v. P. Tiggers. 6.30 Orgel spel Joh. Jong. 7.— VRO. 8.— Herh. SOS- fcerichten, Vaz Dias en VARA-Varia. 8.15 iV AR A-orkest o.l.v. Hugo de Groot. 8.45 Zang en piano door Ada Dassy. 9.Ver volg orkestconcert. 9.45 Vervolg zang en tiano. 10.Toespraak J. A. Witvoet. 10.15 ervolg orkestconcert. 11.Gramofoonpl. Huizen, 296 M. (KRO-uitzending). 4. 5.HIRO. 5.Orkestconcert en gramo foonplaten. 7.15 Lezing. 7.45 Causerie. 8 Orkestconcert. 8.30 Vaz Dias. 8.35 Koorcon cert. 8.55 Hoorspel. 9.40 Orkestconcert 10.10 Gramofoonplaten. 10.15 Vervolg koor concert. 10.35 Vaz Dias. 10.40—12. Schlagermuziek. Daventry, 1554 M. 10.35 Morgenwijding. 10.50 Tijdsein, berichten. 11.05 Lezing. 12 20 Western Studio Orkest o.l.v. F. Tho mas. 1.05 Gramofoonpl. 1.35 Coomodore Cramd Orkest o.l.v. Museant. 2.35 Gramo foonplaten. 3.20 Orgelspel H. Ramsay. 3.50 (Radio Militair Orkest o.l.v. B. W Ó'Don- nell m. m. v. N. Lees, bariton. 4.50 Manto- vani en zijn Tipica Orkest. 5.35 Kinderuur 6 20 Berichten 6.50 Sportpraatje. 7.05 Welsh intermezzo. 7.50 Reportage. 8.20 Variété-programma. 8.20 Berichten en le ling 9.55 BBC-orkest o.l.v. E. Newman. 10.50 Lezing. 10.5512.20 Ambrose en zijn Band. Parijs Radio-Paris1724 M. 8.05, 12.20, 7 05 en 7.40 Gramofoonplaten. 8.20 „Figa- ros Hochzeit". opera van Mozart, m. m. v. orkest o.l.v. Bigot. Ralundborg, 1153 M. 11.20—1.20 Con cert uit rest. „Wivex". 1.502.20 Gramo foonplaten. 2.50—4.50 Omroeporkest o.l.v. E Reesen. 7.20 Oud-Noorsche liederen, zang en piano. 8.20 „De 24 Timer", Jazz-orato- rium voor koor en orkest van B. Christensen. 9 40 Dansmuziek uit he1 Palace-Hotel. 10.30 Gramofoonplaten. 10.45—11.35 Dansmu ziek uit rest. „F itz". Langenberg, 47Z M. 5.25 en 6.35 Gramo foonplaten. 10.20 Weragorkest o.l.v. Busch- fcötter. 11.20 Omroeporkest o.l.v. Görlich. 12.55 Gramofoonplaten. 3.20 Orkest o.l.v. Dehrmann. 6.20 Orkest, blaascrkest, kinder koor, sextet, accordeonvceen. en solisten o.l.v. Görlich Sevfert. 7.30 Muzikaal spel. 10.20 Omroeporkest o.l.v Rosbaud. 11.20 I.20 Concert. Rome, 441 M. 7 30 Zang door A. Qua- ranta, sopraan. 8.20 Opera-uitzending. Brussel, 338 en 508 M. 338 M.: 12.20 Concert uit Antwerpen. 1.30 Omroeporkest o.Lv. Walpot. 5 20 Dansmuziek. 6.50 Om- roepkleinorkest o.l.v Leemans. 8.20 „Tann- Ibauser", opera van Wagner. 50? M.: 12.20 Omroeporkest 1.v. Wa'.not. 1.30 Concert uit Antwerpen. 5.20 Omroepkleinorkest o.l v. Leemans. 6.35 Gramofoonpl. 6.50 Piano recital. 7.20 Gramofoonplaten. 8.20 Omroep orkest o.l.v. Walpot. 8.35 Radiotooneel. 9.35 Vervolg concert. 10.30 Dansmuziek. Deutschlandsender1635 M. 7.25 „Spass mit Musik", programma samengesteld door P Schaaf. 8.30 Populair concert. 9.20 en 10.05 Berichten. 10.20—11.20 Dansmuziek uit Leipzig. GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. Zaterdag 6 Januari. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Huizen. Lijn 3: Daventry 10.3524. Lijn 4: Langenberg 10.35—19.25, Weenen f0.25—24.— ben Detective verbaal door PHILIP MAC DONALD. Geautoriseerde vertaling door H A C. S. 50) De donder scheen, na een uitbarsting van een oogenblik te voren, heelemaal opgehou den te zijn. Geen plotselinge woedende wind vlagen schudden meer het huis. Het eenige geluid in de drukkende kamer was het ge tik van de grootvader-klok en het zachte ge kletter van den regen tegen de dichte ramen Anthony haalde diep adem, en begon: „Mijn eerste indruk van deze zaak, was zooals u weet, dat het een echte moord was, gepleegd door iemand uit 't huis. Later had ik een goede reden om deze schrijftafel hier te onderzoeken en nadien begon ik mijn the orieën te herzien. In deze tafel vond ik zooals ik verwacht had een la, die ver borgen was voor het gewone oog. Uit die la, kwamen enkele brieven, een verzameling krantenuitknipsels, een aanteekenboek, en andere papieren. U zult ze allen op hun tijd zien. De brieven gaven mij het eerste idee, dat er in deze zaak iets meer duisters was dan ik had gedacht. Dus ging ik naar de dame, die deze brieven geschreven had. Van haar.keeg ik de eerste stukken van de ge schiedenis, niet zonder moeite. Ik ging ook naar een man, die eens Hoode's secretaris geweest was. Hij was vriendelijk en verstan- De heer Jb. van Reenen 50 jaar voorzitter van de polders onder Bergen. Een jubileum, dat met de nieuwe waterschapswetgeving niet meer kan voorkomen. De heer Jb. van Reenen, oud-burgemeester van Bergen, herdacht gister den dag, waar op hij voor 50 jaar tot voorzitter werd geko zen van de Vereeniging van Polders en on ingepolderde landen onder Bergen. Boven- JS tegelijkertijd 50 jaar voorzitter van den Damlanderpolder, den Oudburger- polder, den Zuurvenspolder, den Philistijn- schenpolder, den Noorder Reker- en Man- gelpolder, den Zuider Midden Rekerpolder en den Sluispolder. De besturen van deze polders hadden zich gistermiddag opgemaakt om tijdens de re ceptie, die in de Rustende Jager werd gehou den, den jubilaris te huldigen. Bovendien waren deputaties aanwezig van de Uitwate- rende Sluizen, van het Waterschap de Schee meer, het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, terwijl het Provinciaal Bestuur vertegenwoordigd was door den Commissaris der Koningin Jhr. Mr. Dr. A. Röell en Ir. Reigerman, hoofdopzichter van den Prov. Waterstaat. Het Rijksbureau voor Ontwatering was vertegenwoordigd door den directeur van dat Bureau Jhr. van Pan- huijs. Voorts waren aanwezig 't voltallige colle ge van B. en W., alsmede een deputatie van de V. V. V. en verschillende vooraanstaande personen uit de gemeente, w.o. notaris van Riet, Jhr. Barnaart, Mr. Ledeboer en Mr. D. Bastert en Ir. Mesu. Bloemstukken waren ingekomen o.a. van het bestuur van de Uitwaterende Sluizen, van de Ver. van Oningepolderde landen on der Bergen, van dezelfde vereenigingen te Schoorl en Petten, van den Bergermeerpol der en van de V. V. V. De leiding van de receptie was in handen van den heer Jb. S w a a g Sr., Voorzitter van den Sluispolder, die namens het comité, bestaande uit de voorzitters der zeven pol derbesturen onder Bergen en den opzichter, den heer J. Roggeveen, den heer van Ree nen hartelijk gelukwenschte met dezen voor hem zoo heugelijken dag. Spr. herinnerde eraan, dat men met het oog op het in de lucht hangende nieuwe Waterschapsregle ment, dat bepaalt, dat men op 65-jarigen leeftijd niet meer als bestuurslid van een polder herkozen mag worden, reeds vóór 5 jaar den heer Van Reenen had gehuldigd. Doordat die wetgeving eenige jaren op sleep touw is gebleven, smaakte men thans het voorrecht, het 50-jarig jubileum te kunnen vieren. Het zou mij allicht te ver voeren, aldus spr., een résumé te geven van het vele en goede, dat door de voorstellen van den heer Van Reenen tot stand is gebracht. Eén heugelijk feit, de vereeniging van vier pol ders, met het stichten van het electrisch ge maal, waartoe de heer van Reenen het ini tiatief had genomen, wenschte hij echter te noemen, want daardoor had hij een dank baar en vruchtbaar werk verricht. Als stoffelijk blijk van hoogachting bood hij den jubilaris een door den kunstenaar B Essers op kalfsperkament vervaardigde oor konde aan, bevattende een 30-tal namen van de bestuursleden van de zeven polders, be nevens die van den opzichter en den secreta ris-penningmeester. In den linker bovenhoek staat op de oorkonde, die een afmeting heeft van 40 bij 55 cM., de helaas gesloopte standaard-molen en in den rechterbovenhoek het electrisch gemaal, terwijl het binnenvak gevuld wordt met een Hollandsch molen landschap. De oorkonde, in lijst gevat, mag een fraai kunstwerk genoemd worden. Na den heer Jb. Swaag was het woord aan den Commissaris der Koningin, Jhr. Mr. Dr. A. Roëll, die den jubilaris namens het Prov. Bestuur en persoonlijk zijn geluk wenschen bracht. Het Prov. Bestuur, aldus spr., ziet met voldoening terug op den tijd, waarin het van de medewerking van den heer van Reenen heeft mogen profiteeren. Het hoopt, dat het hem gegeven zal zijn, nog lang zijn krachten aan de behartiging van waterschapsbelangen te kunnen geven. Het was spr. een voldoening, dat ook de Minister van Waterstaat hem verzocht had, den jubilaris zijn gelukwenschen aan te bie den en hem had uitgenoodigd, mede te dee- len, dat het H. M. de Koningin heeft be haagd, bij besluit van 27 Dec. 1933 den heer Van Reenen te bevorderen tot O f f i- dig. Hij had dingen gezien, dingen gehoord, toen hij bij Hoode in betrekking was, die hem aan 't denken gebracht hadden. Hij dachr zooveel na, dat hij, op eigen initiatief, een particulier detective aan het werk zette. Ik heb den detective gesproken. De detective ging, ook toen hem gezegd was de zaak te laten loopen, door met speuren. U begrijpt, hij had er belangstelling voor gekregen. Hij is geen aardige man. Hij ruikt naar schan daal en geld. Hij heeft, zonder dat hij 't weet, mij geholpen om de geheele wonder bare gschiedenis bij stukjes in elkaar te krij gen de geschiedenis, die laat zien, hoe t was, dat John Hoode niet gedood werd." Sir Arthur, grijs in zijn gezicht, hamerde met zijn vuisten op de met leer bekleede ar men van zijn stoel. „Maar het lichaam!' bracht hij er hijgend uit. „Het lichaam! Daar lag het!" Hij keek met een woesten blik over zijn schouder naar den haard. „Ik zag het! Ik vertel je. dat ik 't zag!" Zijn stem werd sterker. „En het onderzoek, de arrestatie, de identificaties! En de begrafenis! Maar, jij gek!" schreeuwde hij met luide stem, „de begrafenis is morgen. Heel Engeland zal er bij zijn. En jij vertelt mij deze dwaze geschiedenis. In Godsnaam wat bezielt jou, dat je grappen kunt make' van deze soort!1 Hebben we niet alleman genoeg geleden?" De man schokte. Anthony zat overeind. „Wacht!" zei hi< „En laat ik mogen voortgaan. Ik zei, da John Hoode niet vermoord was. Ik zei nie: dat er geen moord was gepleegd. Een moori is gepleegd. Ik weet het. U weet het. De werek. weet het Maar wat U en de wereld niet weet, is dat het lichaam, waarover 't onder cier in de Oranje Nassau- o r d e. U begrijpt, dat het voor mij, die U zooveel jaren gekend heeft, een voorrecht is, om u van deze koninklijke onderscheiding mede- deeling te doen en U daarmee geluk te wen- schen. Ik hoop, dat U, daarmee getooid, een jarenlange, gelukkige, blijde toekomst tege moet gaat. Ik gevoel mij een klein beetje beduusd, evenals de vier mannen, die den tocht met de Pelikaan hebben gemaakt, aldus de heer van Reenen, en ik had niet gedacht, dat op dezen dag, waarop ik mijn 50-jarig jubileum vier, mij de groote eer te beurt zou vallen, dat daarbij de Commissaris der Koningin en de Hoofdingenieur van den Provincialen Waterstaat tegenwoordig zouden zijn en dat ik uit handen van den Commissaris de mooie onderscheiding mocht ontvangen van H. M. de Koningin, waarvoor ik mijn op rechten dank betuig. Dank betuig ik ook aan den Commissaris voor zijn vriendelijk woord. Als Burgemees ter en als voorzitter van de Waterschappen, mocht ik steeds op de meest aangename wij ze den steun van den Commissaris ondervin den en ook daarvoor breng ik hem ten zeer ste dank. Oprechten dank breng ik ook aan den heer Swaag, die mij namens de Vereeniging van Polders en Oningepolderde landen door het aanbieden van de fraaie oorkonde dezen feestelijken dag tot een onvergetelijken heeft gemaakt. Met bewondering heb ik het meesterwerk van den heer Essers bekeken, want deze oorkonde doet mij ontzettend veel genoegen. Dank breng ik ook aan de ingelanden, die mij steeds hebben herkozen, want dat heb ik altijd zeer gewaardeerd. Ik heb ook zitting gehad in het bestuur van de Honds- bossche zeewering en in dat van de Uitwate rende Sluizen en dit steeds als een plezierige taak gevoeld, omdat ik altijd veel belangstel ling heb gehad in polderzaken. Het ver heugt mij dan ook, in deze zaal den Dijk graaf van de Uitwaterende Sluizen en het bestuur van het Hoogheemraadschap Hol lands Noorderkwartier tegenwoordig te zien. In 1883 overleed mijn vader, die wethou der was. De heer Holland was hier burge meester en tegelijkertijd burgemeester van de Egmonden en secretaris van alle polders onder Bergen en Egmond, benevens secreta ris van den Militie-raad Hij vervulde zóóveel betrekkingen als thans niet meer door één man vervuld kunnen worden. Hij was oud en ik was volontair op de secretarie In 1882, ik was toen 24 jaar, trouwde ik. Er kwam vóór mij heel wat te doen in de gemeente, die toen 1400 zielen telde. Nu is het zielental tot 6000 gestegen en ik geloof niet, dat ik, vooral ook met het oog op de groote werk loosheid, op het oogenblik die gemeente zou kunnen besturen. In 1885 werd ik burgemeester en de toen malige commissaris der koningin, jhr. Schrorer, zeide mij: „Zie, dat je de polder zaken onder de knie krijgt, want die hebben toekomst voor je." Later begreep ik, waarom hij dit zeide. Hulde breng ik aan onze polder-meesters en in het bizonder aan den heer Swaan, waar mee ik altijd plezierig èn als wethouder èn als poldermeester heb samengewerkt. Aan po litiek heb ik nooit gedaan. Door ééndrachtige samenwerking konden wij vier polders combi neeren en het electrisch gemaal tot stand brengen. E—l Hg zoek werd gehouden, het lichaam, dat mor gen zal begraven worden, niet het lichaam van John Hoode is!" Sir Arthur staarde naar hem. „Wat be- teekent dit?" zei hij. en zijn lippen trilden. „Wat is dat allemaal? Ik begrijp 't niet. Ik ik Slaap maakte zich op verraderlijke wijze van Anthony meester. Hij wenschte, dat de storm niet had opgehouden. Die kracht had tenminste geholpen om iemand wakker te houden, geholpen om zijn doodelijke ver moeidheid, die praten zoo inspannend maak te, te overwinnen. Hij begon weer. „De geschiedenis is zoo En, ofschoon zij zoo krankzinnig is als van Halla en de bode des Konings zij is waar John Hoode's moeder was, zooals u waar schijnlijk weet, voor haar huwelijk een miss Monteith. Zijn vader was, zooals u ook moet weten, John Howard Beauleigh Hoode Weet u, dat uw John Hoode erg lijkt uiter lijk bedoel ik op een van zijn ouders, en niet op den ander?" „Ja, ja. Hij en zijn vader waren wel bijna tweelingbroers." „Juist. John Howard Beauleigh Hoo- ile liet zich voorstaan op zijn uiterlijk. Tohn Howard Beauleigh Hoode was ge rouwd met miss Adeline Rose Mon- eith in '73. In '72 bracht John Howard 'leauleigh Hoode's liefje, de docliter van fan Dougal hij was een smid in Ar- lenross een zoon ter wereld. Die oon, ook John genoemd, werd op kos- en van zijn vader onderhouden en op- I Uit een sprookjesverhaal Spr. bracht ingenieur Reigersman nog dank voor de daarbij betoonde medewerking en hij dankte ook den commissaris der ko ningin voor de verleende goedkeuring aan de overeenkomst en aan prof. Scheltema voor het polijsten van die overeenkomst, die tot nog toe geen last heeft gegeven. Spr. uitte den wensch, dat de groote saam- hoorigheid, die er in de polderbesturen te Bergen bestaat, altijd zal blijven bestaan, waarbij hij verzekerde, dat het hem een groot genoegen doet, nu hij als voorzitter van den Oudburgerpolder moest aftreden en niet meer herkozen kon worden met het oog op zijn leeftijd, dat met bijna algemeen stemmen zijn zoon, de burgemeester van Bergen, in zijn plaats werd gekozen. Als bestuurslid van den Philistijnschen polder toonde hij door de plaatsing van een hulpmotor in den molen zich een man van den vooruitgang. Op het oogenblik is het voor de ingelan den geen plezierigen tijd; de lusten vermin den geen plezierige tijd; de lusten vermin- hoopte, dat betere tijden zullen aanbreken en dat het allen goed mag gaan. Op een dag als dezen dacht hij terug aan zijn dierbare echtgenoote, die steeds zoo be zorgd was voor zijn gezondheid en hem eens na een longontsteking naar Corsica en daar na naar Algiers zond. Haar nagedachtenis wenschte hij in dankbaarheid te gedenken. Een bizonderheid, die waar schijnlijk niet meer zal voor komen. De heer Wijdenes Spaans, dijkgraaf van het Hoogheemraadschap Holl. Noorder kwartier, noemde het 50-jarig jubileum van den heer Van Reenen, als voorzitter van een waterschap een bizonderheid, dat, in verband met de nieuwe waterschaps-wetgeving hoogst waarschijnlijk niet meer zal voorkomen. Spr. feliciteerde den heer Van Reenen van harte met dit jubileum en zeide hierna nog het een en ander over den Markies van Carabas uit „De gelaarsde kat", een sprookje, dat altijd zijn bewondering had gehad en noemde deze werkelijkheid van dit jubileum nog schooner dan het sprookje. De burgemeester, mr. H. D. A. van Reenen, door persoonlijke relaties sinds zijn geboorte, met den jubilaris verbonden, noemde het een bizonder voorrecht, namens het gemeentebestuur den jubilaris met zijn 50-jarig jubileum geluk te kunnen wenschen Spr. herinnerde aan de nauwe banden tus- schen het gemeente- en het waterschaps bestuur en noemde in dit verband het aan leggen en het overdragen van wegen, alsmede de afname van den electrischen stroom van de gemeente door het waterschap, en hij uitte den wensch, dat de nauwe samenwer king nog lange jaren mag blijven en dat de ingelanden een hoopvolle toekomst tegemoet mogen gaan. Ir. Reigersman herinnerde aan het contact, dat hij met den jubilaris had over den nieuwen weg door Geestmer Ambacht, over de nood-waterkeering in 1916. over den vaarweg naar Bergen en over de vereeniging van de vier polders. Hij voerde evenwel slechts het woord om zich te kwijten van een opdracht. De raad van bestuur van het Kon. Instituut van Ingenieurs, waarvan de jubilaris nog een jong lid is, had hem n.1. verzocht, om den heer Van Reenen te complimenteeren en gaarne voldeed hij aan dit opdracht door den jubilaris zijn hartelijke gelukwenschen aan te bieden. De heer Commandeur, voorzitter van den Bond van Waterschappen in Noord holland, wenschte in opdracht van het be stuur den heer Van Reenen van harte geluk met dit unieke jubileum. De heer R. W o g n u m sprak namens het bestuur van de Oningepolderde landen onder Schoorl. Hij herinnerde eraan, dat men steeds op prettige, aangename wijze de ge meenschappelijke belangen met Bergen had kunnen behartigen en feliciteerde eveneens, in opdracht van zijn bestuur, den heer van Reenen met zijn jubileum. De heer Jb. Swaag Sr. deed hierop het voorstel, telegrafisch te berichten, dat de polderbesturen met groote erkentelijkheid kennis hebben genomen van de aan den jubi laris verleende onderscheiding en H. M. hun groote aanhankelijkheid betuigen. Hiertoe werd besloten. Jhr. P a n h u y s sprak hierna in zijn functie van directeur van het Rijksbureau van de Ontwatering een woord van bewonde ring voor den in stilte arbeidenden jubilaris, die steeds vooruitstrevend werk heeft verricht en daardoor den landbouw in deze streek groote diensten heeft bewezen. De heer Kramer G1 ij n i s, dijkgraaf van de Uitwaterende Sluizen, had in het be- gevoed, maar hij werd een doordraaier, zoo erg als 't maar kan. John Hoode uw John wist niet van het bestaan van zijn half-broer tot den dood van John Howard Beauleigh Hoode. Toen hij 't te weten kwam van zijns vaders executeurs stel ik mij voor was John uw John goed voor zijn bastaard broer, en toen hij voor 't eerst hem zag, was hij zeer verbaasd over de gelijkenis van zijn bastaard-broer met hem, want naar hem te kijken was bijna hetzelfde als in een spiegel kijken. Het resultaat van zijn vriendelijkheid was te verwachten. Ondankbaarheid, snauwen, voortdurend vragen om geld en steeds meer geld; tenslotte dreigen en geldafpersen „Neen, neen, neen!" kreunde sir Arthur, zijn gezicht in zijn handen, ,,'t Zijn allemaal leugens, leugens! Ik ken John. Hij vertelde mij alles, alles!" „Neen," zei Anthony. „Ik heb al de papieren, sommige hier." Hij klopte op zijn borstzak. „Geboortebewijzen. Af schriften van John Howard Beauleigh Hoode's testament, en dergelijke, 't Is alles nauwkeurig. Nu, de dingen wer den voor John uw John van slecht slechter en van slechter ondraaglijk. Deze dreigementen ik zal u later eenige brieven wijzen vernielden zijn zenuwen, zijn gezondheid. Hij probeer de elke manier van vriendelijkheid en 't mislukte." Anthony pauzeerde even om zijn uit gedroogde lippen met zijn tong te be vochtigen. „Eindelijk," ging hij verder, „vond John Wanneer gij 's morgens bij hei opstaan gekweld wordt door pijn in uw rug welke onuitstaanbaar is bij bukken, bij de geringste inspanning en die u steeds ondragelijke last veroorzaakt bij uw dagelijksch werk. toont dit aan, dat de onzuiverheden niet voldoende uit uw bloed gefiltreerd worden. Vooral ook ai3 zich daarnevens verschijnselen vertoo- nen als voortdurende hoofdpijn, duize ligheid, wallen onder de oogen, een afge- mat gevoel ,enz. De organen, wier taak het is om het bloed te zuiveren van de erin voovk nende aivalstoffen, werki n traag of zijn verzwakt, en verwaarloo- zing van deze verschijnselen kan voeren tot zeer ongewenschte verwikkelingen Komt uw organen te hulp bij de eerste waarschuwende kenteekemn, dat zij niet in orde zijn Foster's Rugpijn Nieren Pillen zijn een speciaal middel voor bovengenoemde kwalen Zij zijn wetenschappelijk samen gesteld en beoogen slechts één doel: het opwekken tot gezonde werking dir orga nen, die zorg dragen dat uw bloed voort durend goed gefiltreerd wordt en die de onzuiverheden eruit afvoeren. En dat zij inderdaad volkomen voldoen aan de er aan gestelde verwachtingen, toonen de duizenden getuigschriften uit alle dee'en der wereld van dankbare personen, die hun gezondheid herkregen met behuip vai. Foster's Rugpijn Nieren Pillen. Verkrijgbaar bij apothekers f. en drogisten a f l.-fl.76 •n f8.-p. doos. Let vooral op den juist en i naam. stuur van de Hondsbossche den heer van Reenen in dit helaas opgeheven college leeren kennen als iemand, die de zaken van den practischen kant bekijkt. Ook in het dage lijksch bestuur van de Uitwaterende Sluizen verrichtte de heer van Reenen uitnemend werk en als dijkgraaf tracht hij hem daar voor dank onder het uitspreken van zijn ge lukwenschen met het jubileum. Een zanghulde De heer J. A. R a n z ij n, bestuurslid van den Zuurvenspolder, bracht hierna den jubi laris in versvorm hulde, welke hulde door hem gezongen werd op de wijze van: „Op den blanken top der duinen". Het laatste couplet hield min of meer °en critiek in op de wetswijziging ten aanzien van de water schappen en luidde ls vo'gt: Nu, geachte jubilaris Blijf ons steeds ter zijde staan Wij doen niet zooals Gedeputeerden, Neen, wij laten U niet gaan. Daar wil ik wel geven op mijn hand (bis) Gij blijft met jns en 't polderland (bis). Deze bizondere variatie viel zeer in den smaak. Hoewel alle sprekers rijkelijk met applaus werden beloonc', was het applaus na deze zanghulde toch wel het grootst. De heer D. J. Go vers haalde hiern3 nog herinneringen op uit vroeger dagen. Hij bracht den heer van Reenen hulde voor zijn uitstekende adviezen, uitgebracht als Hoog heemraad in de Uitwaterende Sluizen, en ein digde met den wensch, dat de belangen van de polderbesturen, cok al geeft hooger hand hem het recht iet meer, die te behartigen, nog lang door den juniUris gediend zullen werden. De heer Jb. de Waard, poldermeester van den Damlander polder, uitte den wensch, dat de heer Van Ree en nog veie jaren mag te ugzien op hetgeen door hem tot stand is gebracht. Hierna sprak de heer Van Reenen nog een slotwoord, waarbij hij eraan herin nerde. dat hij zeker Dijkgraaf van de Honds bossche zeewering was geworden, wanneer dit lichaam niet was opgeheven. Hollands Noorderkwartier was daarvoor 'n de plaats gekomen en het is dan ook begrijpelijk, dat spi. dat lichaa- met ietwat schele oogen bekijkt. Dat de Dijkgraaf van dat lichaam toch hier op zijn jubileum was gekomen, ver diende een woord van dank. Met het gemeentebestuur had spr. steeds prettig kunnen samenwerken en hij hoopte, dat dit ook in de toekomst het geval zal zijn. Het verheugde hem bizonder, dat de Dir. van het Rijksbureau voor Ontwatering, die, ondanks zijn drukken werkkring, altijd bereid was, de polderzaken met hem te bespreken, naar hier was pekomen Hij bracht hem daar voor een woord van dank. Bizonder erkentelijk was hij den Dijkgraaf uw John dat zijn werk voor den Staat er onder leed. Hij is, zooals ik hem zie, een oprecht consciëntieus, vriendelijk man, maar beperkt. Hij nam een besluit. Hij wou nog één keer helpen, maar slechts één keer. Hij liet den tweeden John komen. Hij vertelde hem wanneer en hoe hij moest komen, hoe hij het huis moest naderen, in de kamer te ko men door dat raam, alles zonder gezien t« worden. De andere John kwam op den bepaalden tijd en klopte aan het venster. Uw John liet hem binnen. De andere John was, als altijd, dronken. Uw John vertelde van de beslissing, die hij genomen had, dat dit de laatste maal was als de andere John zijn leven niet ver beterde. Toen kwam er herrie. Misschien was de half-broer meer dronken dan gewoonlijk. In ieder geval, hij viel uw John aan. Hoewel hij een zuiplap was, was hij den sterkeren man. Maar aan John uw John gelukte het zichzelf vrij te krijgen. Niet wetend, wat hij deed, nam hij den zwaren pook en sloeg, niet eens, maar vele malen „Maar wat Groote God Anthony stoorde zich niet aan de intei ruptie. „Wacht. Spreek niet voor ik geëindigd heb. Ontsteld door wat hij gedaan had, stond hij naar het lijk van zijn bastaard-half-broer te kijken, 't Strekte zich daar bij den haard uit. in zijn slordige, vuile, bemodderde klee- ren. Het was geen, ik kan 't mij voorstellen, geen prettig gezicht. Toen deed John uw John wat voortreffelijke menschen voor hem gedaan hadden. Hij verloor zijn hoofd Hij verloor ten eenenmale zijn hoofd. En hij dacht op dat oogenblik, dat hij verstandig was!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 5