dagblad voor alkmaar en omstreken. De terechtstelling van v. d. Lubbe. Hit het jUndement 1)xtgeliiksch Omczicht [Buitenland No. 9 Scherpe critiek op het beleid der Duitsche regeering, die v. d. Lubbe liet terechtstelten. Verschillende pers stemmen. WAT MEN IN BERLIJN ZEGT. Donderdag II Januari 1934 136e Jaargang Wal vandaag de aandacht trekt ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2—, iranco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33. Directeur: C. KRAK. Dit nummer bestaat uit twee bladen Oen Haag, 10 Jan. 1934 Alvorens over te gaan tot het afdeelings- onderzoek van een aantal begrootingen heeft de Eerste Kamer gisteravond een korte ver gadering gehouden. Onder meer heeft zij haar goedkeuring gehecht aan de deelneming van ons land aan een leening van 300 mil- lioen Schillingen aan Oostenrijk. De Neder- landsche staat stelt zich daarbij garant voor een bedrag van 3 millioen goud-schillingen (ongeveer een millioen gulden). De heer Van Citters (a.r.) opperde daarbij enkele ook reeds in de Tweede Kamer gehoor de bezwaren, doch minister De Graeff heeft daartegenover opgemerkt, dat ons land wel degelijk belang heeft bij de handhaving van den Oostenrijkschen staat en deze leening naar men hoopt, voldoende zal zijn om Oos tenrijk op de been te houden. Intusschen ver zekerde hij, dat Nederland aan verdere maat regelen tot steun van dat land niet zal deel nemen. Het voorstel is daarop zonder stem ming goedgekeurd. De Eerste Kamer gaat nu op voorstel des voorzitters evenals de Tweede den spreektijd bij de behandeling van de rijksbegrooting rantsoeneeren. Het werd tijd! Vooral de sociaal-democratische senatoren gevoelen zich geroepen bij het begrootingsdebat breed voerige vertoogen te houden, wat toch eigen lijk in strijd is met den aard van ons Hooger- huis. Bij de algemeene beraadslagingen krij gen nu de katholieken en de sociaal-democra ten als de grootste fracties ieder een en drie kwart uur, de overige fracties ieder anderhalf uur, terwijl voor mogelijke replieken nog on derscheidenlijk drie kwartier en een half uur worden gegeven. Toch nog ruim voldoende. De terechtstelling van Marinus van der Lubbe heeft al heel wat pennen in beweging gebracht en zooals verwacht werd, zijn de meeningen onverdeeld ongunstig t.a.v. Duitschland, d.w.z. t.a.v. Hitier c.s Zoo schrijft de N.R.Crt. o.m.: Het herhaal de beroep van de Nederlandsche regeering op het in alle beschaafde landen aanvaarde rechtsbeginsel „nulla poena sine praevia lege poenali" is te vergeefseh geweest. Er is veel veranderd in Duitschland. Menig lezer zal zich nog het gerechtmakende geval van den moord van Beuthen herinneren. Vijf natio- naal-socialisten hadden, alleen uit partijhaat, een volmaakt onagressieven communistischen arbeider in den nacht in zijn woning over rompeld en hem, in tegenwoordigheid van zijn moeder, op ongewoon ruwe en wreed aardige wijze vermoord. Een kreet van af grijzen ging over Duitschland. Dat was toen nog mogelijk. En de mordenaars werden ter dood veroordeeld. Hun werd gratie verleend om de overweging, dat zij op het oogenblik, waarop zij den moord begingen, nog niet be kend konden zijn met de juist te voren afge kondigde, verordening, die op een dergelijke „politieke" misdaad de doodstraf stelde. Nu zijn die moordenaars natuurlijk reeds lang weer vrijgelaten. Wij hadden gehoopt, meer terwille van het recht en de menschelijkheid nog dan terwille van Van der Lubbe zelf, dat de Duitsche re geering de terechtstelling van den ongelukki- gen Leidschen psychopaath niet zou laten voltrekken. Men heeft in Duitschland meer gevoel gekregen voor de openbare meening in het buitenland, en men weet daar nu se dert lang, dat die openbare meening niet te bedwingen is met gijzelaarsmethoden en het gewelddadig onderdrukken van alle bericht geving. Het proces te Leipzig heeft men ge voerd op een wijze, die ten deele ls een recht vaardiging tegenover het buitenland bedoe'd was. Al waren er vele onverkwikkelijke inci denten, toch is dit doel in belangrijke mate bereikt. Het fiasco wan den politieken opzet is er het gevolg van geweest, maar dien prijs heeft men er voor over gehad. De voltooiing van dit beleid ware geweest, als men van der Lubbe, die tijdens het proces alleen een voor zich zelf en anderen gevaarlijke stakker was gebleken, gratie verleend had. Het was een gebaar, dat zoo voor de hand lag, dat men het van geen andere regeering dan de Duit sche nog een grootmoedige daad zou hebben genoema. Het doodvonnis mocht dan formeel, volgens de nieuwe Duitsche rechtsopvatting, te verdedigen zijn, het bleef bevreemdend dat het was geveld, niet door 'n subliem werken de en hard straffende, buitengewone recht bank, maar door het hoogste rechterlijke col lege in het Rijk, nadat dit het geval met on eindig geduld had uitgeplozen, waarbij van der Lubbe een caricatuur op een hoogverra der", een ongelukkig, afgestompt, op geen manier zich verdedigend of weerbaar wezen was gebleken. De verordening van 28 rebr mocht dan gerechtvaardigd kunnen worden met de vrees, die het nieuwe bewind meende te moeten koesteren voor zijn gevaarlijkste vijanden, de in zijn handelingen geïsoleerde, of het misschien met eenige verdwaasden als hij samenwerkende, Van der Lubbe was ge- beken niet tot d'p politiek gevaarlijke vijan den meer te hebben behoord. De Duitsche rechtsspraak kent geen be perkte toerekeningsvatbaarheid.' Dit was een formeele verontschuld'ging voor de streng heid van het vonnis. Was het ook nog meer dan dat, en was van der Lubbe werkelijk een geval, waarin de verscherpte straf op hoog verraad in den ernstigsten vorm, zonder eenige verzachtende omstandigheid, toepas selijk kon worden beschouwd? Wij zullen over het vonnis zelf niet met de Duitsche overheid twisten. Het recht van gratie echter is er, om de gevolgen van een te harde, for meele rechtspraak op te heffen. Dat recht is niet gebruikt, ofschoon daartoe in dit geval, om de reden waarop de Nederlandsche regee ring met zooveel nadruk heeft gewezen, bij zondere aanleiding bestond. Wij kunnen nu den indruk niet van ons af zetten, dat de machthebbers in Duitschland zich met bijzonderen ijver aan de vernieti ging van den stakkerigen Van der Lubbe ge legen hebben laten liggen, om hun woede te koelen oVer het feit, dat anderen, veel belang rijker dan hij, die zij in de eerste plaats had den willen treffen, aan hun greep zijn ont glipt; tenminste op het gebied van het recht Er moest toch één slachtoffer zijnHitier had reeds een ophanging in het openbaar aange kondigd, voor nog een rechter in de zaak ge mengd was geweest. Zonder bloed ging het niet. Np heeft er bloed gevloeid. Maar wat voor bloed! Menigeen zal deze daad verklaren uit de bedoeling om Van der Lubbe voorgoed het zwijgen op te leggen. Het zal de Duitsche re geering moeilijk vallen zich geheel schoon te wasschen van deze verdenking; in veler oog heeft de geschiedenis nu een somber geheim te meer. Wij zien de noodzakelijkheid niet in om deze gevolgtrekking te maken. Had Van der Lubbe iets te verraden, dan was hij het gevaarlijkst tijdens den duur van zijn proces. Men kan over zijn afstomping denken zooals men wil, hij heeft daarbij heldere oogenblik- ken gehad. In de gevangenis was hij onge vaarlijk, en een lang leven was hem ternau wernood nog beschoren. Had men hem uit den weg willen ruimen, dan had dit op min der aanstootwekkende wijze kunnen geschie den. Was tot zwijgen brengen het doel ge weest, dan was de terechtstelling van alle methoden wel de minst „practische". Wij ge- looven daarom niet, dat men aan een andere beweegreden tot de voltrekking van het von nis hoeft te denken dan die wij hierboven aanvoerden: Een politieke drift om bloed te zien; een drift die te feller was, omdat men zich in zijn voornaamste wenschen op dat punt te kort gedaan achtte. Als dit zoo is, is er nog reden te meer om zich beklemd te voelen over het lot van de vier vrijgesprokenen, van de drie Bulgaren en van Torgler, zoolang geen uiteindelijke beslissing daarover getroffen en uitgevoerd is. Misschien kan een waakzame openbare meening in de buitenwereld, die niet met op dringerige en den gevangenen allicht tot schade strekkende middelen werkt, nog iets bereiken en een nieuwe kwetsing van het al gemeene rechtsgevoel afwenden. Wellicht kan ook de weerklank in de wereld van het vallen van het hoofd van Van der Lubbe zelfs tot in Duitschland doordringen en daar naden ken wekken. Maar gerust zijn wij minder dan ooit. Meeningen te Berlijn. Te Berlijn hoord men in den loop van gis tervoormiddag, aldus de N.R.Crt., de mee ning welke in het kort geformuleerd aldus luidt: v. d. Lubbe heeft het leven gelaten als slachtoffer van het vrijwillige nevengerecht te Londen. Dit is aldus te verstaan: Gesteld de rijkspresident zou de doodstraf voor v. d Lubbe hebben veranderd in levenslang, geen twijfel of zij, die beweren dat de nat.-soc. of althans bepaalde nat.-socialisten v. d. Lubbe a's werktuig hebben gebruikt om het gebouw van den Rijksdag in brand te steken, en aan leiding te scheppen tot de maatregelen waar- toe dit hun inderdaad aanleiding heeft gege ven, zouden hebben getracht ook uit het ver- leenen van genade propagandistische munt te slaan. Zij zouden hebben beweerd: „zie je wel, zij durven hem ondanks alle aankondigingen in die richting niet onthoofden. Zij zullen v. d. Lubbe te voren wel hebben verteld, dal hij daar niet bang voor hoefde te wezen. Nu is het dan ook duidelijk waarom v. d. Lubbe bij het uitspreken van het doodvonnis zoo on verschillig bleef". Zeker zouden zulke dingen zijn gezegd. Nu v. d. Lubbe ter dood is ge bracht, snijdt dat geen hout meer. Als dus de overweging, dat door de ten uitvoer leg ging van het vonnis moest worden bewezen, dat v. d. Lubbe geen connecties had met de nat. socialisten, bij het besluit van de rijks- regeering voorgezeten heeft, dan kan men v. d. Lubbe inderdaad beschouwen als een slachtoffer van de nevenverhandelingen te Londen en in het algemeen van de bewering dat de nat. socialisten opzettelijk bij wijze van propaganda den Rijksdag in brand zou den hebben laten steken. Juist Dinsdag ech ter liep nog het gerucht volgens hetwelk het besluit van de rijksregeering in anderen zin zou uitvallen, wel een bewijs, dat ook andere overwegingen mogelijk waren geweest. Om te beginnen worden menschen, die eenmaal ten gevolge van propagandistische drijfveeren vooringenomen zijn toch door niets overtuigd en zij kunnen altijd weer wat nieuws zeggen. In dit geval bijv. zouden zij wel kunnen be weren dat de executie een gevolg van een slecht geweten is. Van meer belang is het dat er tegenover de theorie, volgens welke de medeplichtigen van v. d. Lubbe nat. socialis ten waren, een andere theorie staat volgens welke v. d. Lubbe het werktuig was van com munisten. Het rijksgerecht te Leipzig heeft dit in zijn vonnis zelfs uitdrukkelijk beweerd. De senaat zegt in de motiveering, dat het niet mogelijk is geweest om de medeplichti gen van v. d. Lubbe te vinden, maar neemt tegelijkertijd als vaststaand aan, niet alleen dat v. d. Lubbe medeplichtigen had maar ook dat deze onbekend gebleven medeplichti gen communisten waren. Men zou zeggen: onbekend is nu eenmaal onbekend en als ik niet weet wie het is, weet ik ook niet of het wel communisten zijn; maar men heeft in dertijd gelezen dat den senaat het zich niet gemakkelijk heeft gemaakt en door een zeer lange deductie tot bovengenoemde conclusie is gekomen. Als nu de medeplichtigen com munisten zijn, als dat vast staat, is dan door den dood van v. d. Lubbe niet de laatste mo gelijkheid weggenomen, dat de man ooit nog eens iets over zijn medeplichtigen zou vertel len? Indien de hypothese van het rijksge recht juist is dan wordt door het overlijden van v. d. Lubbe de laatste mogelijkheid weg genomen om de beschuldigingen van Londen op zoodanige wijze te weerleggen, dat ook de meest vooringenomenen er niets meer tegen kunnen inbrengen hetgeen volkomen afdoen de zou geschieden indien v. d. Lubbe door een posthume bekentenis zijn medeplichtigen aanwees. De juridische kant. Zoowel de advocaten als het openbaar mi nisterie en de senaat hebben betoogd, dat de strafmaat welke op 'een bepaald misdrijf staat, achteraf kan worden verhoogd. Niet tegenstaande hun exposé's moet worden aan genomen, dat nochtans het verleenen van terugwerkende kracht weliswaar niet van de strafbaarheid van eenn bepaald misdrijf, maar dan toch wel van de verhoogde straf maat, indruischt tegen hetgeen volgens de in de meeste landen naar de bestaande rechts opvattingen een van de voornaamste grond slagen van het recht is. Voor Nederland is het hoogst pijnlijk dat de brandstichter van den Rijksdag juist een Nederlander moest zijn en daarom zal het bij ons te lande velen moeilijk vallen in dit geval te onderscheiden tusschen het beginsel en de persoon. Maar om dit niet te doen, daarvoor is eigenlijk toch geen reden en voorzoover het gedaan wordt, zou ook bij ons de toepassing van een straf- verhooging met terugwerkende kracht uit principieele overwegingen wel bedenkelijk worden geacht. In zooverre echter kan men zich voorstellen, dat de Duitsche regeering in dit opzicht met den indruk in het buiten land geen rekening meende te hoeven houden, daar zij toch voornemens is in Duitschland de grondslagen van wat volgens andere op vattingen het Recht is, aanzienlijk te veran deren. Voor zoover tot dusver is te overzien zal in Duitschland zelve dé executie van v. d Lubbe, welke in afwijking van vroegere plan nen niet in het openbaar en niet met bijzon der vertoon is voltrokken, geen bijzonderen indruk maken. De meening in België. Het is met de grootste verontwaardiging, dat men in België de executie van Van der Lubbe heeft vernomen, zegt de Maasbode. Deze verontwaardiging betreft minder den persoon van den brandstichter van den rijks dag dan w?l het feit dat men de doodstraf met terugwerkende kracht heeft toegepast voor een misdaad, waarvoor die niet bestond, toen deze werd gep'eegd. Men is van oordeel, dat Von Hindenburg door het weigeren van gratie voor eeuwig een vlek heeft geworpen op een overigens erroot en roemrijk leven, ook al voelt men wel, dat hij verplicht is geweest, onder dwang Hoofdredacteur: Tj. N- ADEMA. van de nazi's, het doodvonnis te doen voltrek ken. Het Duitsche gerecht zal zich, aldus redeneert men hier, evenmin ooit van deze smet kunnen schoon wasschen. Dit is, aldus vervolgt men, weer een van die zware psychologische fouten, waarvan de Duitschers de specialiteit schijnen te hebben en waardoor zij zich vooral tijdens den oor log herhaaldelijk den haat van de geheele wereld op den hals hebben gehaald, zooa'.s met de verwoesting der universiteit van Leu ven, het vermoorden te Dinant en elders van honderden weerlooze burgers, onder wie vrouwen en kinderen en het in den grond boren van handelsschepen. „Duitschland," aldus verklaart de zeer verontwaardigde socialistische „Peuple", „heeft met deze daad te plegen, het geweten van de heele wereld willen tarten. Nu, meer dan ooit, zal de wereld de overtuiging heb ben, dat de rijksdagbrand werkelijk het werk der nazi-leiders is." De meeste Belgische bladen geven echter de reportage van de onthoofding zonder com mentaar weer. Overbrenging van overschot. het stoffelijk Gisteravond hebben we ons, aldus boven genoemd blad, aan de woning van den heer L. Sjardijn te Oegstgeest vervoegd, die ge trouwd is met een half-zuster van Van der Lubbe en die voogd en voogdes over hem waren. Zooals bekend waren de ouders uit de ouderlijke macht ontzet. We troffen daar de half-zuster van Van der Lubbe, een broer van Van der Lubbe en drie kinderen uit het gezin van den heer Sjardijn, alsmede een half-broer uit Dordrecht, Peute genaamd. Op onze vraag hoe het zal gaan met de overbrenging van het lijk van Van der Lubbe kregen wij ten antwoord, dat de heer Sjar dijn en zijn vrouw een bezoek hebben ge bracht aan het Dep. van Buitenlandsche Za ken, waar de secretaris-generaal hen heeft ontvangen. Volgens hun mededeelingen heeft deze na mens den minister van buitenlandsche zaken de toezegging gedaan, dat van regeerings- wege de volle medewerking zal worden ver leend om te bewerken, dat de Duitsche regee ring het lijk vrijgeeft en dat het dan naar ons land zal kunnen worden overgebracht. Omtrent de plaats waar van der Lubbe zou worden begraven kon men nog geen defi nitieve mededeeling verstrekkefi. Het ligt ech ter in de bedoeling dat het lijk ter aarde zal worden besteld te Oegstgeest of anders te Voorhout, waar eveneens een broer en een half-broer van Van der Lubbe wonen. MUTATIES IN HET BELGISCHE KABINET. Poullet en Carton de Wiart afge treden. De Belgische minister van binnenlandsche zaken, Poullet, en de minister van Maat schappelijke voorzorg en volksgezondheid, Carton de Wiart, zijn afgetreden. De koning heeft F. van Cauwelaert, voor zitter van de Vlaamsche rechterzijde en oud burgemeester van Antwerpen, benoemd tot minister van nationale economie, een nieuw departement, terwijl de katholieke senator voor Luxemburg, Pierlot, benoemd is tot mi nister van binnenlandsche zaken en volks gezondheid. Sociale voorzorg wordt met het departe ment van arbeid, dat onder leiding staat van Isacer, vereenigd, terwijl nijverheid van dat departement wordt afgescheiden De dienst van den middenstand wordt afgescheiden van het ministerie van landbouw. Nijverheid, dienst van den middenstand en binnenland sche handel vormen tezamen het nieuwe de partement van nationale economie. De nieu we ministers worden morgen beëedigd. HET BAYONNE-SCHANDAAL. Dreigende demonstraties. De confrontatie van den gearresteerden directeur der „Crédit Municipales" de Bayonne, Tissier, met den eveneens gearres teerden burgemeester van Bayonne. het Ka merlid Garat, in aanwezigheid van den rech ter van instructie heeft weinig opheldering gebracht. Tissier blijft bij zijn bewering: slechts in opdracht van Garat te hebben ge handeld. die met Stavisky één lijn trok. Beiden hadden ook gedeeld in de winsten der finan- cieele transacties, welker bedriegelijk karak ter hij niet had gekend. Garat bestreed deze verklaringen van Tis sier, doch moest toegeven nauw met Tissier bevriend te zijn geweest. Hij had indertijd echter kennis gemaakt met hem, door bemid deling van zeer hoogstaande personen, wier namen hij echter weigerde te noemen. Na langdurig aandringen van den bij het ver hoor aanwezigen verdediger deelde hij ten slotte mede, dat Stavisky tegenover iedereen had verklaard, dat hij bij den Parijschen pre fect van politie Chiappe uit en thuis was. Garat zelf had Chiappe en Stavisky echter nog nooit samen gezien. Het dageliiksch bestuur der radicale partij heeft gisteren den politieken toestand be sproken in verband met het Stavisky-schan- De doodstraf van v. d. Lubbe. (Dag. Overzicht.) Twee dooden tengevolge van he' afknappen van den uitlegger van een grooten loopkraan te Vlaardin- gen (Binnenland Verschillende ongevallen tenge volge van den mist. (Binnenland Voor de Almelosche rechtbank wegens verduistering 2 jaar gevan genisstraf geëischt tegen den direc teur der gefailleerde NV. Twent- sche Voorschotbank (Rechtszaken De „Pelikaan"-bemanning gehul digd. (Luchtvaart) De Postjager eindelijk op Schip hol gearriveerd; een enthousiasi ontvangst. (Luchtvaart.) Mutaties in de Belgische regee ring. (Buitenland.) (Zie voor nadere bijzonderheden eventueele laatste berichten). daal. De partij-voorziter Herriot verklaarde o.a. dat de eerlijke elementen er genoeg van hadden steeds weei op de voorpagina's der bladen te lezen van misdaden diefstallen en schandalen. Na een poging tot rechtvaardi ging van een afgetreden minister van kolo niën Dalimier werd een resolutie aange nomen. waarin volledige opheldering van het jongste schandaal, zonder vei schooning van welke hoogstaande persoon ook wordt ge- eischt en aangekondigd flat dt partij zelf on verbiddelijk zal optreden tegen alle leden, die niet waardig zijn er deel van uit te maken De Ligue de la Jeunesse Patriote publiceert een oproep voor de hedenmiddag te houden groote openbare protestdemonstraties tegen de verrotting van hei regime Aanhangers van de Royalistische Action Francaise hebben gisteravond gedemonstreerd voor het ministe rie van financiën en voor het ministerie van buitenlandsche zaken aan den Quaye d'Orsav Verscheidene hunner werden daarbij ge. arresteerd. Rechters in staat van beschuldi ging. De Fransche minister van justitie heeft be sloten de rechters, die door nalatigheid ver scheidene malen processen in een der oplich tingszaken van Stavisky hebben verdaagd ie dagen voor den hoogsten magistratuur-raad. Tevens deelt de minister mede, dat sancties zullen worden toegepast nadat een onderzoek zal zijn ingesteld.' tegen die ministers, die niet geprotesteerd hebben tegen die verda dingen. Hayotte geeft zichzelf aan. De directeur van het Lmpire theater, Hayotte, tegen wien in verband met de Stavisky-affaire een bevel tct in hechtenis neming was uitgevaardigd, heeft zich, ver gezeld van zijn verdediger, bij de politie aangemeld. „Ik ben gelukkig voor de recht, bank te kunnen verschijnen", aldus verklaar de Hayotte, want ik ben van plan openhar tig te spreken, aangezien ik zeker ben van mijn onschuld". Hij wordt nog steeds verhoord. Waar schijnlijk zal hij vanavond naar Bayonne worden overgebracht. ERNSTIGE INCIDENTEN IN OOSTENRIJK. Twee dooden. Volgens een te middernacht gepubliceerd officieel communijué is het tengevolge van een van nationaal-socialistische zijde gegeven instructie tot, deels ernstige, incidenten geko men van den kant van de leden van verschei dene werkkampen van de Vereenigingen Oos tenrijkschen Arbeidsdienst en van Studenten- arbeidsdienst. Tot bijzonder ernstige inciden ten is het gekomen in Klagenfurt, waar 7C tot 80 personen uit het kamp Hollenburg voor het gebouw van de drukkerij van het chri&- telij'k sociale „Kaertener Tageblatt" betoogin gen hebben gehouden. Verscheidene venster ruiten zijn ingeslagen en een bom is gewor pen op de binnenplaats van het gebouw. De demonstranten hebben een voor het gebouw staand lid van de hulppolitie aangevallen, waarop deze uit noodweer drie schoten heeft gelost, waardoor twee demonstranten gedood en een derde gewond werden. Tal van de monstranten zijn gearresteerd. TITOELESCOE BEEEDIGD. Gisteren is een einde gekomen aan dl crisis in het Roemeensche ministerie. Titoeles- coe heeft te Sanja voor koning Carol den eed als minister van buitenlandsche zaken afge legd. Tot dusverre is nog niet bekend, in hoe verre een compromis zal tot stand komen tus schen de voorwaarden, die Titoelescoe heeft gesteld voor zijn deelneming aan de regee ring en de tegenvoorstellen van de Kroon, die door Tatarescoe zijn overgebracht

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 1