dagblad voor alkmaar en omstreken.
De terechtstelling van v. d. Lubbe.
Hit het jUndement
1)xtgeliiksch Omczicht
[Buitenland
No. 9
Scherpe critiek op het beleid der
Duitsche regeering, die v. d. Lubbe
liet terechtstelten. Verschillende pers
stemmen.
WAT MEN IN BERLIJN ZEGT.
Donderdag II Januari 1934
136e Jaargang
Wal vandaag de
aandacht trekt
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2—,
iranco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33.
Directeur: C. KRAK.
Dit nummer bestaat uit twee bladen
Oen Haag, 10 Jan. 1934
Alvorens over te gaan tot het afdeelings-
onderzoek van een aantal begrootingen heeft
de Eerste Kamer gisteravond een korte ver
gadering gehouden. Onder meer heeft zij
haar goedkeuring gehecht aan de deelneming
van ons land aan een leening van 300 mil-
lioen Schillingen aan Oostenrijk. De Neder-
landsche staat stelt zich daarbij garant voor
een bedrag van 3 millioen goud-schillingen
(ongeveer een millioen gulden).
De heer Van Citters (a.r.) opperde daarbij
enkele ook reeds in de Tweede Kamer gehoor
de bezwaren, doch minister De Graeff heeft
daartegenover opgemerkt, dat ons land wel
degelijk belang heeft bij de handhaving van
den Oostenrijkschen staat en deze leening
naar men hoopt, voldoende zal zijn om Oos
tenrijk op de been te houden. Intusschen ver
zekerde hij, dat Nederland aan verdere maat
regelen tot steun van dat land niet zal deel
nemen. Het voorstel is daarop zonder stem
ming goedgekeurd.
De Eerste Kamer gaat nu op voorstel des
voorzitters evenals de Tweede den spreektijd
bij de behandeling van de rijksbegrooting
rantsoeneeren. Het werd tijd! Vooral de
sociaal-democratische senatoren gevoelen
zich geroepen bij het begrootingsdebat breed
voerige vertoogen te houden, wat toch eigen
lijk in strijd is met den aard van ons Hooger-
huis. Bij de algemeene beraadslagingen krij
gen nu de katholieken en de sociaal-democra
ten als de grootste fracties ieder een en drie
kwart uur, de overige fracties ieder anderhalf
uur, terwijl voor mogelijke replieken nog on
derscheidenlijk drie kwartier en een half uur
worden gegeven. Toch nog ruim voldoende.
De terechtstelling van Marinus van der
Lubbe heeft al heel wat pennen in beweging
gebracht en zooals verwacht werd, zijn de
meeningen onverdeeld ongunstig t.a.v.
Duitschland, d.w.z. t.a.v. Hitier c.s
Zoo schrijft de N.R.Crt. o.m.: Het herhaal
de beroep van de Nederlandsche regeering
op het in alle beschaafde landen aanvaarde
rechtsbeginsel „nulla poena sine praevia lege
poenali" is te vergeefseh geweest. Er is veel
veranderd in Duitschland. Menig lezer zal
zich nog het gerechtmakende geval van den
moord van Beuthen herinneren. Vijf natio-
naal-socialisten hadden, alleen uit partijhaat,
een volmaakt onagressieven communistischen
arbeider in den nacht in zijn woning over
rompeld en hem, in tegenwoordigheid van
zijn moeder, op ongewoon ruwe en wreed
aardige wijze vermoord. Een kreet van af
grijzen ging over Duitschland. Dat was toen
nog mogelijk. En de mordenaars werden ter
dood veroordeeld. Hun werd gratie verleend
om de overweging, dat zij op het oogenblik,
waarop zij den moord begingen, nog niet be
kend konden zijn met de juist te voren afge
kondigde, verordening, die op een dergelijke
„politieke" misdaad de doodstraf stelde. Nu
zijn die moordenaars natuurlijk reeds lang
weer vrijgelaten.
Wij hadden gehoopt, meer terwille van het
recht en de menschelijkheid nog dan terwille
van Van der Lubbe zelf, dat de Duitsche re
geering de terechtstelling van den ongelukki-
gen Leidschen psychopaath niet zou laten
voltrekken. Men heeft in Duitschland meer
gevoel gekregen voor de openbare meening
in het buitenland, en men weet daar nu se
dert lang, dat die openbare meening niet te
bedwingen is met gijzelaarsmethoden en het
gewelddadig onderdrukken van alle bericht
geving. Het proces te Leipzig heeft men ge
voerd op een wijze, die ten deele ls een recht
vaardiging tegenover het buitenland bedoe'd
was. Al waren er vele onverkwikkelijke inci
denten, toch is dit doel in belangrijke mate
bereikt. Het fiasco wan den politieken opzet is
er het gevolg van geweest, maar dien prijs
heeft men er voor over gehad. De voltooiing
van dit beleid ware geweest, als men van der
Lubbe, die tijdens het proces alleen een voor
zich zelf en anderen gevaarlijke stakker was
gebleken, gratie verleend had. Het was een
gebaar, dat zoo voor de hand lag, dat men
het van geen andere regeering dan de Duit
sche nog een grootmoedige daad zou hebben
genoema. Het doodvonnis mocht dan formeel,
volgens de nieuwe Duitsche rechtsopvatting,
te verdedigen zijn, het bleef bevreemdend dat
het was geveld, niet door 'n subliem werken
de en hard straffende, buitengewone recht
bank, maar door het hoogste rechterlijke col
lege in het Rijk, nadat dit het geval met on
eindig geduld had uitgeplozen, waarbij van
der Lubbe een caricatuur op een hoogverra
der", een ongelukkig, afgestompt, op geen
manier zich verdedigend of weerbaar wezen
was gebleken. De verordening van 28 rebr
mocht dan gerechtvaardigd kunnen worden
met de vrees, die het nieuwe bewind meende
te moeten koesteren voor zijn gevaarlijkste
vijanden, de in zijn handelingen geïsoleerde,
of het misschien met eenige verdwaasden als
hij samenwerkende, Van der Lubbe was ge-
beken niet tot d'p politiek gevaarlijke vijan
den meer te hebben behoord.
De Duitsche rechtsspraak kent geen be
perkte toerekeningsvatbaarheid.' Dit was een
formeele verontschuld'ging voor de streng
heid van het vonnis. Was het ook nog meer
dan dat, en was van der Lubbe werkelijk een
geval, waarin de verscherpte straf op hoog
verraad in den ernstigsten vorm, zonder
eenige verzachtende omstandigheid, toepas
selijk kon worden beschouwd? Wij zullen
over het vonnis zelf niet met de Duitsche
overheid twisten. Het recht van gratie echter
is er, om de gevolgen van een te harde, for
meele rechtspraak op te heffen. Dat recht is
niet gebruikt, ofschoon daartoe in dit geval,
om de reden waarop de Nederlandsche regee
ring met zooveel nadruk heeft gewezen, bij
zondere aanleiding bestond.
Wij kunnen nu den indruk niet van ons af
zetten, dat de machthebbers in Duitschland
zich met bijzonderen ijver aan de vernieti
ging van den stakkerigen Van der Lubbe ge
legen hebben laten liggen, om hun woede te
koelen oVer het feit, dat anderen, veel belang
rijker dan hij, die zij in de eerste plaats had
den willen treffen, aan hun greep zijn ont
glipt; tenminste op het gebied van het recht
Er moest toch één slachtoffer zijnHitier had
reeds een ophanging in het openbaar aange
kondigd, voor nog een rechter in de zaak ge
mengd was geweest. Zonder bloed ging het
niet. Np heeft er bloed gevloeid. Maar wat
voor bloed!
Menigeen zal deze daad verklaren uit de
bedoeling om Van der Lubbe voorgoed het
zwijgen op te leggen. Het zal de Duitsche re
geering moeilijk vallen zich geheel schoon te
wasschen van deze verdenking; in veler oog
heeft de geschiedenis nu een somber geheim
te meer. Wij zien de noodzakelijkheid niet in
om deze gevolgtrekking te maken. Had Van
der Lubbe iets te verraden, dan was hij het
gevaarlijkst tijdens den duur van zijn proces.
Men kan over zijn afstomping denken zooals
men wil, hij heeft daarbij heldere oogenblik-
ken gehad. In de gevangenis was hij onge
vaarlijk, en een lang leven was hem ternau
wernood nog beschoren. Had men hem uit
den weg willen ruimen, dan had dit op min
der aanstootwekkende wijze kunnen geschie
den. Was tot zwijgen brengen het doel ge
weest, dan was de terechtstelling van alle
methoden wel de minst „practische". Wij ge-
looven daarom niet, dat men aan een andere
beweegreden tot de voltrekking van het von
nis hoeft te denken dan die wij hierboven
aanvoerden: Een politieke drift om bloed te
zien; een drift die te feller was, omdat men
zich in zijn voornaamste wenschen op dat
punt te kort gedaan achtte.
Als dit zoo is, is er nog reden te meer om
zich beklemd te voelen over het lot van de
vier vrijgesprokenen, van de drie Bulgaren
en van Torgler, zoolang geen uiteindelijke
beslissing daarover getroffen en uitgevoerd
is. Misschien kan een waakzame openbare
meening in de buitenwereld, die niet met op
dringerige en den gevangenen allicht tot
schade strekkende middelen werkt, nog iets
bereiken en een nieuwe kwetsing van het al
gemeene rechtsgevoel afwenden. Wellicht kan
ook de weerklank in de wereld van het vallen
van het hoofd van Van der Lubbe zelfs tot
in Duitschland doordringen en daar naden
ken wekken. Maar gerust zijn wij minder dan
ooit.
Meeningen te Berlijn.
Te Berlijn hoord men in den loop van gis
tervoormiddag, aldus de N.R.Crt., de mee
ning welke in het kort geformuleerd aldus
luidt: v. d. Lubbe heeft het leven gelaten als
slachtoffer van het vrijwillige nevengerecht
te Londen. Dit is aldus te verstaan: Gesteld
de rijkspresident zou de doodstraf voor v. d
Lubbe hebben veranderd in levenslang, geen
twijfel of zij, die beweren dat de nat.-soc. of
althans bepaalde nat.-socialisten v. d. Lubbe
a's werktuig hebben gebruikt om het gebouw
van den Rijksdag in brand te steken, en aan
leiding te scheppen tot de maatregelen waar-
toe dit hun inderdaad aanleiding heeft gege
ven, zouden hebben getracht ook uit het ver-
leenen van genade propagandistische munt te
slaan.
Zij zouden hebben beweerd: „zie je wel, zij
durven hem ondanks alle aankondigingen
in die richting niet onthoofden. Zij zullen
v. d. Lubbe te voren wel hebben verteld, dal
hij daar niet bang voor hoefde te wezen. Nu
is het dan ook duidelijk waarom v. d. Lubbe
bij het uitspreken van het doodvonnis zoo on
verschillig bleef". Zeker zouden zulke dingen
zijn gezegd. Nu v. d. Lubbe ter dood is ge
bracht, snijdt dat geen hout meer. Als dus
de overweging, dat door de ten uitvoer leg
ging van het vonnis moest worden bewezen,
dat v. d. Lubbe geen connecties had met de
nat. socialisten, bij het besluit van de rijks-
regeering voorgezeten heeft, dan kan men
v. d. Lubbe inderdaad beschouwen als een
slachtoffer van de nevenverhandelingen te
Londen en in het algemeen van de bewering
dat de nat. socialisten opzettelijk bij wijze
van propaganda den Rijksdag in brand zou
den hebben laten steken. Juist Dinsdag ech
ter liep nog het gerucht volgens hetwelk het
besluit van de rijksregeering in anderen zin
zou uitvallen, wel een bewijs, dat ook andere
overwegingen mogelijk waren geweest. Om te
beginnen worden menschen, die eenmaal ten
gevolge van propagandistische drijfveeren
vooringenomen zijn toch door niets overtuigd
en zij kunnen altijd weer wat nieuws zeggen.
In dit geval bijv. zouden zij wel kunnen be
weren dat de executie een gevolg van een
slecht geweten is. Van meer belang is het dat
er tegenover de theorie, volgens welke de
medeplichtigen van v. d. Lubbe nat. socialis
ten waren, een andere theorie staat volgens
welke v. d. Lubbe het werktuig was van com
munisten. Het rijksgerecht te Leipzig heeft
dit in zijn vonnis zelfs uitdrukkelijk beweerd.
De senaat zegt in de motiveering, dat het
niet mogelijk is geweest om de medeplichti
gen van v. d. Lubbe te vinden, maar neemt
tegelijkertijd als vaststaand aan, niet alleen
dat v. d. Lubbe medeplichtigen had maar
ook dat deze onbekend gebleven medeplichti
gen communisten waren. Men zou zeggen:
onbekend is nu eenmaal onbekend en als ik
niet weet wie het is, weet ik ook niet of het
wel communisten zijn; maar men heeft in
dertijd gelezen dat den senaat het zich niet
gemakkelijk heeft gemaakt en door een zeer
lange deductie tot bovengenoemde conclusie
is gekomen. Als nu de medeplichtigen com
munisten zijn, als dat vast staat, is dan door
den dood van v. d. Lubbe niet de laatste mo
gelijkheid weggenomen, dat de man ooit nog
eens iets over zijn medeplichtigen zou vertel
len? Indien de hypothese van het rijksge
recht juist is dan wordt door het overlijden
van v. d. Lubbe de laatste mogelijkheid weg
genomen om de beschuldigingen van Londen
op zoodanige wijze te weerleggen, dat ook de
meest vooringenomenen er niets meer tegen
kunnen inbrengen hetgeen volkomen afdoen
de zou geschieden indien v. d. Lubbe door een
posthume bekentenis zijn medeplichtigen
aanwees.
De juridische kant.
Zoowel de advocaten als het openbaar mi
nisterie en de senaat hebben betoogd, dat de
strafmaat welke op 'een bepaald misdrijf
staat, achteraf kan worden verhoogd. Niet
tegenstaande hun exposé's moet worden aan
genomen, dat nochtans het verleenen van
terugwerkende kracht weliswaar niet van de
strafbaarheid van eenn bepaald misdrijf,
maar dan toch wel van de verhoogde straf
maat, indruischt tegen hetgeen volgens de in
de meeste landen naar de bestaande rechts
opvattingen een van de voornaamste grond
slagen van het recht is. Voor Nederland is
het hoogst pijnlijk dat de brandstichter van
den Rijksdag juist een Nederlander moest
zijn en daarom zal het bij ons te lande velen
moeilijk vallen in dit geval te onderscheiden
tusschen het beginsel en de persoon. Maar
om dit niet te doen, daarvoor is eigenlijk toch
geen reden en voorzoover het gedaan wordt,
zou ook bij ons de toepassing van een straf-
verhooging met terugwerkende kracht uit
principieele overwegingen wel bedenkelijk
worden geacht. In zooverre echter kan men
zich voorstellen, dat de Duitsche regeering
in dit opzicht met den indruk in het buiten
land geen rekening meende te hoeven houden,
daar zij toch voornemens is in Duitschland
de grondslagen van wat volgens andere op
vattingen het Recht is, aanzienlijk te veran
deren.
Voor zoover tot dusver is te overzien zal in
Duitschland zelve dé executie van v. d
Lubbe, welke in afwijking van vroegere plan
nen niet in het openbaar en niet met bijzon
der vertoon is voltrokken, geen bijzonderen
indruk maken.
De meening in België.
Het is met de grootste verontwaardiging,
dat men in België de executie van Van der
Lubbe heeft vernomen, zegt de Maasbode.
Deze verontwaardiging betreft minder den
persoon van den brandstichter van den rijks
dag dan w?l het feit dat men de doodstraf
met terugwerkende kracht heeft toegepast
voor een misdaad, waarvoor die niet bestond,
toen deze werd gep'eegd.
Men is van oordeel, dat Von Hindenburg
door het weigeren van gratie voor eeuwig
een vlek heeft geworpen op een overigens
erroot en roemrijk leven, ook al voelt men wel,
dat hij verplicht is geweest, onder dwang
Hoofdredacteur: Tj. N- ADEMA.
van de nazi's, het doodvonnis te doen voltrek
ken. Het Duitsche gerecht zal zich, aldus
redeneert men hier, evenmin ooit van deze
smet kunnen schoon wasschen.
Dit is, aldus vervolgt men, weer een van
die zware psychologische fouten, waarvan de
Duitschers de specialiteit schijnen te hebben
en waardoor zij zich vooral tijdens den oor
log herhaaldelijk den haat van de geheele
wereld op den hals hebben gehaald, zooa'.s
met de verwoesting der universiteit van Leu
ven, het vermoorden te Dinant en elders van
honderden weerlooze burgers, onder wie
vrouwen en kinderen en het in den grond
boren van handelsschepen.
„Duitschland," aldus verklaart de zeer
verontwaardigde socialistische „Peuple",
„heeft met deze daad te plegen, het geweten
van de heele wereld willen tarten. Nu, meer
dan ooit, zal de wereld de overtuiging heb
ben, dat de rijksdagbrand werkelijk het werk
der nazi-leiders is."
De meeste Belgische bladen geven echter
de reportage van de onthoofding zonder com
mentaar weer.
Overbrenging van
overschot.
het stoffelijk
Gisteravond hebben we ons, aldus boven
genoemd blad, aan de woning van den heer
L. Sjardijn te Oegstgeest vervoegd, die ge
trouwd is met een half-zuster van Van der
Lubbe en die voogd en voogdes over hem
waren. Zooals bekend waren de ouders uit
de ouderlijke macht ontzet.
We troffen daar de half-zuster van Van der
Lubbe, een broer van Van der Lubbe en drie
kinderen uit het gezin van den heer Sjardijn,
alsmede een half-broer uit Dordrecht, Peute
genaamd.
Op onze vraag hoe het zal gaan met de
overbrenging van het lijk van Van der Lubbe
kregen wij ten antwoord, dat de heer Sjar
dijn en zijn vrouw een bezoek hebben ge
bracht aan het Dep. van Buitenlandsche Za
ken, waar de secretaris-generaal hen heeft
ontvangen.
Volgens hun mededeelingen heeft deze na
mens den minister van buitenlandsche zaken
de toezegging gedaan, dat van regeerings-
wege de volle medewerking zal worden ver
leend om te bewerken, dat de Duitsche regee
ring het lijk vrijgeeft en dat het dan naar ons
land zal kunnen worden overgebracht.
Omtrent de plaats waar van der Lubbe
zou worden begraven kon men nog geen defi
nitieve mededeeling verstrekkefi. Het ligt ech
ter in de bedoeling dat het lijk ter aarde zal
worden besteld te Oegstgeest of anders te
Voorhout, waar eveneens een broer en een
half-broer van Van der Lubbe wonen.
MUTATIES IN HET BELGISCHE
KABINET.
Poullet en Carton de Wiart afge
treden.
De Belgische minister van binnenlandsche
zaken, Poullet, en de minister van Maat
schappelijke voorzorg en volksgezondheid,
Carton de Wiart, zijn afgetreden.
De koning heeft F. van Cauwelaert, voor
zitter van de Vlaamsche rechterzijde en oud
burgemeester van Antwerpen, benoemd tot
minister van nationale economie, een nieuw
departement, terwijl de katholieke senator
voor Luxemburg, Pierlot, benoemd is tot mi
nister van binnenlandsche zaken en volks
gezondheid.
Sociale voorzorg wordt met het departe
ment van arbeid, dat onder leiding staat van
Isacer, vereenigd, terwijl nijverheid van dat
departement wordt afgescheiden De dienst
van den middenstand wordt afgescheiden van
het ministerie van landbouw. Nijverheid,
dienst van den middenstand en binnenland
sche handel vormen tezamen het nieuwe de
partement van nationale economie. De nieu
we ministers worden morgen beëedigd.
HET BAYONNE-SCHANDAAL.
Dreigende demonstraties.
De confrontatie van den gearresteerden
directeur der „Crédit Municipales" de
Bayonne, Tissier, met den eveneens gearres
teerden burgemeester van Bayonne. het Ka
merlid Garat, in aanwezigheid van den rech
ter van instructie heeft weinig opheldering
gebracht. Tissier blijft bij zijn bewering:
slechts in opdracht van Garat te hebben ge
handeld. die met Stavisky één lijn trok. Beiden
hadden ook gedeeld in de winsten der finan-
cieele transacties, welker bedriegelijk karak
ter hij niet had gekend.
Garat bestreed deze verklaringen van Tis
sier, doch moest toegeven nauw met Tissier
bevriend te zijn geweest. Hij had indertijd
echter kennis gemaakt met hem, door bemid
deling van zeer hoogstaande personen, wier
namen hij echter weigerde te noemen. Na
langdurig aandringen van den bij het ver
hoor aanwezigen verdediger deelde hij ten
slotte mede, dat Stavisky tegenover iedereen
had verklaard, dat hij bij den Parijschen pre
fect van politie Chiappe uit en thuis was.
Garat zelf had Chiappe en Stavisky echter
nog nooit samen gezien.
Het dageliiksch bestuur der radicale partij
heeft gisteren den politieken toestand be
sproken in verband met het Stavisky-schan-
De doodstraf van v. d. Lubbe.
(Dag. Overzicht.)
Twee dooden tengevolge van he'
afknappen van den uitlegger van
een grooten loopkraan te Vlaardin-
gen (Binnenland
Verschillende ongevallen tenge
volge van den mist. (Binnenland
Voor de Almelosche rechtbank
wegens verduistering 2 jaar gevan
genisstraf geëischt tegen den direc
teur der gefailleerde NV. Twent-
sche Voorschotbank (Rechtszaken
De „Pelikaan"-bemanning gehul
digd. (Luchtvaart)
De Postjager eindelijk op Schip
hol gearriveerd; een enthousiasi
ontvangst. (Luchtvaart.)
Mutaties in de Belgische regee
ring. (Buitenland.)
(Zie voor nadere bijzonderheden
eventueele laatste berichten).
daal. De partij-voorziter Herriot verklaarde
o.a. dat de eerlijke elementen er genoeg van
hadden steeds weei op de voorpagina's der
bladen te lezen van misdaden diefstallen en
schandalen. Na een poging tot rechtvaardi
ging van een afgetreden minister van kolo
niën Dalimier werd een resolutie aange
nomen. waarin volledige opheldering van het
jongste schandaal, zonder vei schooning van
welke hoogstaande persoon ook wordt ge-
eischt en aangekondigd flat dt partij zelf on
verbiddelijk zal optreden tegen alle leden,
die niet waardig zijn er deel van uit te maken
De Ligue de la Jeunesse Patriote publiceert
een oproep voor de hedenmiddag te houden
groote openbare protestdemonstraties tegen
de verrotting van hei regime Aanhangers
van de Royalistische Action Francaise hebben
gisteravond gedemonstreerd voor het ministe
rie van financiën en voor het ministerie van
buitenlandsche zaken aan den Quaye d'Orsav
Verscheidene hunner werden daarbij ge.
arresteerd.
Rechters in staat van beschuldi
ging.
De Fransche minister van justitie heeft be
sloten de rechters, die door nalatigheid ver
scheidene malen processen in een der oplich
tingszaken van Stavisky hebben verdaagd ie
dagen voor den hoogsten magistratuur-raad.
Tevens deelt de minister mede, dat sancties
zullen worden toegepast nadat een onderzoek
zal zijn ingesteld.' tegen die ministers, die
niet geprotesteerd hebben tegen die verda
dingen.
Hayotte geeft zichzelf aan.
De directeur van het Lmpire theater,
Hayotte, tegen wien in verband met de
Stavisky-affaire een bevel tct in hechtenis
neming was uitgevaardigd, heeft zich, ver
gezeld van zijn verdediger, bij de politie
aangemeld. „Ik ben gelukkig voor de recht,
bank te kunnen verschijnen", aldus verklaar
de Hayotte, want ik ben van plan openhar
tig te spreken, aangezien ik zeker ben van
mijn onschuld".
Hij wordt nog steeds verhoord. Waar
schijnlijk zal hij vanavond naar Bayonne
worden overgebracht.
ERNSTIGE INCIDENTEN
IN OOSTENRIJK.
Twee dooden.
Volgens een te middernacht gepubliceerd
officieel communijué is het tengevolge van
een van nationaal-socialistische zijde gegeven
instructie tot, deels ernstige, incidenten geko
men van den kant van de leden van verschei
dene werkkampen van de Vereenigingen Oos
tenrijkschen Arbeidsdienst en van Studenten-
arbeidsdienst. Tot bijzonder ernstige inciden
ten is het gekomen in Klagenfurt, waar 7C
tot 80 personen uit het kamp Hollenburg voor
het gebouw van de drukkerij van het chri&-
telij'k sociale „Kaertener Tageblatt" betoogin
gen hebben gehouden. Verscheidene venster
ruiten zijn ingeslagen en een bom is gewor
pen op de binnenplaats van het gebouw. De
demonstranten hebben een voor het gebouw
staand lid van de hulppolitie aangevallen,
waarop deze uit noodweer drie schoten heeft
gelost, waardoor twee demonstranten gedood
en een derde gewond werden. Tal van de
monstranten zijn gearresteerd.
TITOELESCOE BEEEDIGD.
Gisteren is een einde gekomen aan dl
crisis in het Roemeensche ministerie. Titoeles-
coe heeft te Sanja voor koning Carol den eed
als minister van buitenlandsche zaken afge
legd. Tot dusverre is nog niet bekend, in hoe
verre een compromis zal tot stand komen tus
schen de voorwaarden, die Titoelescoe heeft
gesteld voor zijn deelneming aan de regee
ring en de tegenvoorstellen van de Kroon,
die door Tatarescoe zijn overgebracht