DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Nu v. d. Lubbe is heengegaan.... HevigeaardbevinginBritsch-Indië )xtqjdiiksch Oveczicht ^Buitenland ASSAUTAX Een ramp van ongekenden omvang. Ho. 13 Directeur: C. KRAK. Eenige juridische en psychiatrische gezichts punten uit het opzienbarende Duitsche proces. De strijd om het recht. Dinsdag 16 Januari 1934 136e Jaargang Wat vandaag de aandacht trekt TELEFOON 257 4 en 6 persoons wagens. Vele doodan en gewonden. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar'f 2—, franco door het geheele Rijk 2.50 Losse nummers 5 cents. Dit nummer bestaat uit twee bladen Wanneer men zich verstout over den tegen- tvoordigen rechtstoestand in Duitschland in het algemeen, en over de voltrekking van het doodvonnis op Van der Lubbe in het bijzon der te gaan schrijven als jurist, dan moet men m.i. beginnen met de betrekkelijke on macht van het Recht met een hoofdletter te genover oorlog en revolutie te constateeren, aldus schrijft mr. B. P. Gomperts in het „Hbld." Nooit zal ik vergeten, dat wij in ons stam café bij het begin van den wereldoorlog ons verdiepten in de vraag, of Duitschland dan wel de entente rechtsgronden voor het gelijk kon aanvoeren, over het voor' en tegen van duikbootoorlog, blokkade, oorlogsrecht etc etc. Een geestig Oostenrijksch journalist aan onze tafel zei toen: „Schiller hat gesagt, die Weltgeschichte ist ein Weltgericht, Sie aber, meine Herren, meinenWeltgeschichte ist B e z i r k s gericht Wat is het standpunt van den eenling met zijn Recht in den maalstroom eener revolutie, gelijk die in Duitschland plaats vindt? Hij wordt eenvoudig weggevaagd. Wie midden in een dergelijke revolutie staat, of wie voorloopig nog zich ter zijde bevindt, wat ziet hij anders dan de barens weeën van een nieuw recht, dat hij eenvoudig te aanvaarden heeft als hetde m a c h t krijgt om tot ontwikkeling en erkenning te ko men. „Köpfe werden rollen", heeft zeker iemand gezegd. De kop van van der LubbeHet komt er bij een revolutie waarlijk op één meer of minder niet aan. Nu voelen wij het nog als een zekeren smaad, de „beschaving" wat is dat eigen lijk? aangedaan, dat voor de moordenaars van een Rathenau een monument wordt opge richt, en dat een zielige, maar gevaarlijke Hollandsche jongen geguillotineerd en niet gehangen is. Later zal de geschiedenis oordeelen. Laten wij in afwachting daarvan ons zoo veel mogelijk trachten in te denken in de thans in Duitschland overheerschende men taliteit. Doe ik dat, dan moet ik als jurist verkla ren, dat ik de opwinding over de terugwer kende kracht der „lex-v. d. Lubbe" niet zeer verklaarbaar acht. Ja, zelfs het feit der gele genheidswetgeving, het decreet, dat klaarblij kelijk alleen gemaakt is om de eventueele stichters van den brand in den Rijksdag ter dood te kunnen veroordeelen wel te onder scheiden van de strafbepaling op zich zelf, waarover later vind ik zoo erg niet. Men houde zich voor oogen: het is daar in Duitschland een revolutionnaire toestand. Hoevele rechtswaarborgen gaan niet te loor in ons land, als de staat van oorlog en beleg wordt afgekondigd. Een z.g. „staatsnood- recht" breekt zich dan baan. In een revolutionnairen tijd laat een brand stichter zich niet van zijn voorgenomen daad afhouden door de gedachte: „laat ik het niet doen, want ik zou misschien ter dood veroor deeld kunnen worden", of„laat ik dien rijks dag maar in brand steken, in het ergste ge val krijg ik levenslang". Verschillende juristen van naam in Neder land wenschten reeds in veel rustiger tijden terug te komen van bepalingen, die geba seerd waren op den ouden humanistischen rechtregel: „geen straf zonder aan het mis drijf voorafgaande wettelijke strafbepaling" Meer vrijheid voor den rechter, ook voor den strafrechter, opdat de maatschappij afdoen- der wordt beschermd tegen haar belagers, het is een leuze, die men in juristen-kringen in Nederland al meer en meer tegenkomt. Het is weer het zooveelste symptoom van den slinger van den tijd. Via Beccaria, Vol- taire, Fransche revolutie heeft zich het begin sel van de bescherming van den burger tegen den staat naar boven geworsteld. Langza merhand krijgt die vrijheid meer en meer deu ken. En als men nu in een revolutionnairen tijd in Duitschland onder het motto van „strijd tegen de marxisten" nog niet eens een feit met terugwerkende kracht strafbaar stelt, maar „slechts" op een overigens reeds straf baar feit, de doodstraf toepasselijk maakt met terugwerkende kracht nu, het moge dan in botsing komen met veler juridisch ge- weten, de revolutie heeft eenvoudig maling daaraan! Totdat straks weer andere tijden komen, die aan humanistische ideeën betere levenskans geven Er gebeurt in sommige landen zooveel ver schrikkelijks, dat wij langzamerhand met onze verontwaardiging ietwat zuinig dienen te leeren omgaan. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. B'ieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v'h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33. Hoofdredacteur: Tj. N- ADEMA. Wederinvoering der doodstraf in vele ern stige gevallen van misdrijven tegen de nieu we orde gedurende een revolutie moet men weer bekijken uit den plaatselijken gezichts hoek. De executie van de doodstraf met den handbijl of met het koord is natuurlijk weer een sadisme, waarvoor de revolutie niet den minsten rechtvaardigingsgrond oplevert. Het stellen van doodstraf op brandstich ting in een gebouw als de Rijksdag zoowel de uitvaardiging van de wet, die deze straf oplegging mogelijk maakt, als de uitspraak van den rechter, die deze straf wegens brand stichting oplegt is een buiten alle verhou dingen zware reactie. Ik neem aan een rus- tigen nationaal-socialist daarvan te overtui- gen. Slechts de aantasting van de heiligste rechtsbelangen eener maatschappij wettigt indien ooit de allerzwaarste, volkomen onherstelbare straf. Iedere maatschappij moet beoordeeld worden naar tijd en plaats. In 1933 in Duitschland, na het aan het bewind komen van Hitler c.s., was de Rijksdag als symbool der volksvertegenwoordiging niet langer een rechtsbelang van de eerste orde. Wat beteekende de Rijksdag voor Duitsch- lands nieuwe machthebbers? Niets anders dan een welkome gelegenheid, om de „mar xisten", die men van de brandstichting ver dacht ik stel mij ook hier op het stand punt der nationaal-socialistische revolutie en die tegelijkertijd de gevaarlijkste politieke tegenstanders van het nieuwe régime geacht werden te zijn, zoo zwaar mogelijk te treffen. In dit licht moet men ook de lex-v. d. Lubbe zien. Maar daarmede is zij dan ook veroor deeld. In revolutietijd mag men scherpere straf fen uitvaardigen tegen contra-revolutionnaire daden, of wat daarvoor kan doorgaan, maar niet tegen een voor de revolutie onverschillig misdrijf, alleen omdat misschien communis ten het gepleegd zouden kunnen hebben. Nog erger is het geste'd met het doodvon nis zelf. Leipzig pretendeerde het recht hoog te willen houden. Het nam daarvan den schijn aan, en de vrijspraak van Torgler en de Bulgaren heeft ten slotte bewezen, dat het Hof den moed had een zelfstandig oordeel te vellen. Maar juist om dien schijn, en juist om die gedeelten van het arrest, die op zelfstan dige en moedige rechtspraak wijzen, mag men die beslissing beoordeelen naar hooge, neen naar doodgewone maatstaven van recht vaardigheid. Vragen wij dus eerst naar den ernst van het feit Van der Lubbe heeft de hand gehad in eenige kleine brandstichtingen en voor een zeker deel ook in het aanstichten van den Rijksdagbrand# Wij gaan van de veronderstelling uit, dat het aandeel van Van der Lubbe, voorzooveel het Hof dit vastgesteld heeft, werkelijk is be wezen. Niemand, die het ernstige karakter dezer misdrijven zal willen verkleinen. Maar hoe onbeholpen heeft de dader gehandeld, hoe klein is de schade, die hij bij de andere brand jes heeft aangericht, en hoe klein het aan deel, dat hij ten slotte, ook volgens het Hof zelf, in het aansteken van den brand in den Rijksdag heeft gehad (en slechts heeft kun nen hebben!). Menschenlevens zijn er niet door te loor gegaan, gewichtige stukken niet verdwenen, geen enkel onherstelbaar nadeel is aangericht, communistische propaganda is er niet door gemaakt, waartoe de daad ove rigens een volkomen ongeschikt middel was. Om verzekeringspenningen is het den brand stichter zeker niet te doen geweest. Onbewezen is gebleven, dat het Van der Lubbe te doen is geweest om de bewuste voor bereiding van een aanslag tegen den staat in samenwerking met communistische elemen ten. Immers: waar zijn zijn mededaders? Maar waartoe dan de doodstraf? Na den ernst van het misdrijf beschouwen wij den persoon van den dader. Zijn beken tenis dat hij alléén den brand gesticht heeft, aanvaardt het arrest niet. Het is waar, hij is op heeterdaad betrapt, met brandfakkel en paspoort bij zich. Op een' enkele bekentenis mocht het Hof niet veroordeelen. Minutieus heeft men- die bekentenis onderzocht. Maar beschouwd uit een oogpunt van den persoon des daders, heeft men het belangrijkste e'e- ment dier bekentenis laten vallen, n.1. dat hij het alléén heeft gedaan. Hij heeft medeplichtingen gehad, die het voornaamste werk gedaan hebben. Heeft hij ze niet gekend, dan is hij onbewust hun werk i tuig geweest. Waarom dan de doodstraf? Heeft hij ze wè! eekend, dan heeft hii ze wil len sparen, of hij heeft in grootheidswa.v zich een rol toebedeeld, die hem niet toe kwam. In het ééne ^eval had men v. d. Lubt niet mogen dooden èn ^mdat zijn aandeel ir het geheel daarvoor niet groot genoeg was, 1 èn omdat men hem dan juist had moeten laten leven om wellicht later tot inkeer ge komen, alsnog te getuigen. In het andere geval, mocht hij in groot heidswaan gehandeld hebben, dan heeft men óf een gek óf een psychopaath gedood. Deze laatste mogelijkheid nu komt mij het meest tragisch voor in deze geheele zaak. Van der Lubbe is toerekeningsvatbaar verklaard. Ik wil gaarne aannemen, dat het voor het Duitsche gevoel van eigenwaarde onduldbaar moet zijn, als een buitenlandei .het zou wagen aan deze uitkomst van des kundig onderzoek te twijfelen. Toerekeningsvatbaarheid is echter een 'be grip waarvan de psychiaters heel weinig moeten hebben. Het komt herhaaldelijk voor, óók in Nederland, dat de rechter een dader strafbaar acht, waar de psychiater meent, dat de daad een uitvloeisel is van een gees tesziekte of geestelijke abnormaliteit. Heel verstandige psychiaters zeggen tegenwoor dig: „mijne heeren rechters1, of de man toe rekenbaar is, moet gij zelf maar uitmaken, dat is blijkbaar een juridisch begrip; het eenige, dat wij u kunnen zeggen, is dat een dergelijk individu een straf moet hebben, maar als patiënt behandeld moet worden". Daarom wil ik de vraag zóó stellen: daar gelaten, of v. d. Lubbe terecht toerekenings vatbaar is verklaard, is dan niet in ieder geval uit zijn gedrag gedurende en na de terechtzitting, tot vlak voor zijn executie, ge bleken dat er minstens genomen twijfel mo gelijk was over den geestelijken toestand, waarin hij zich toen bevond? En zóó'n wrak zou men, op grond van dien twijfel, niet moeten gratiëeren? Alleen maar voorloopig voor de doodstraf te spa ren, om hem ter observatie in een krankzin nigengesticht op te nemen? Dat is inder daad het minste, dat men zelfs van een re volutionnaire regeering tegenover zoo'n jon gen had mogen verwachten. Men zal mij tegenwerpen, dat het psycho logisch volkomen onjuist gezien is, van deze regeering in dit geval gratie of opschorting te verwachten. „Köpfe werden rollen!"... De tegenwerping is waarschijnlijk juist, de voornaamste grief moet hier gericht wor den tegen 't Hof, dat in onpartijdigheid de onmogelijkheid der gratiëering of opschor ting had kunnen voorzien, en juist ook daarom niet de doodstraf had mogen uit spreken. Niemand heeft immers van Van der Lubbe gezegd, dat hij simuleerde. Er staat ten minste niets van in het arrest, voorzoover dat bekend is. In de psychiatrie is nog de onbe wuste simulatie (in z.g. Dammerzustand) be kend, maar dat is reeds een zeer ernstige geestelijke afwijking. Ik heb het beroemde „Lehrbuch der Psy chiatrie" van Bleuler er eens op nageslagen en bevonden, dat eenige zeer merkwaardige symptomen, die men bij v. d. Lubbe heeft op gemerkt, voorkomen bij een zeker soort krank zinnigen, Schizophrenen genaamd, die met z.g. katatone verschijnselen behept zijn. Een schizophreen de van het Grieksch afkomstige term wijst er op heeft een ge spleten geest, hij lijdt niet aan een absoluten waanzin, maar alleen aan een waan ten op zichte van bepaalde tijden, omstandigheden en complexen. Daarbuiten is hij normaal. Een van de symptomen nu, die bij deze soort van krankzinnigen veel voorkomen, is de katatonie, de verstarring. Sommige kata- tonen blijven maandenlang in dezelfde stereo type houding Dit kan gepaard gaan met wei nig spreken, het zich afsluiten van de buiten wereld, en met een absoluut negativisme,, het nergens op reageeren. Bleuler zegt, dat de katatonie dikwijls ontstaat doordat de gees tesziekte uit een ondraaglijke situatie vlucht in een zoogenaamden „Dammerzustand". Juist bij gevangenen in voorarrest vindt men deze verschijnselen. Een ander hoofdsymptoom is de verstoring van hgt normale verband der gedachten. De lijder gaat in symbolen leven, zóó dat hij ze'fs het symbool voor de werkelijkheid houdt. Ook het gevoelsleven is gestoord. De lijders toonen geen enkele aandoening, geen enkel gevoel. Ze zijn onverschillig voor alles en tot het uiterste zelfs voor hun meest vitale be langen. Hun opmerkzaamheid, aan den actieven kant, is uiterst (anders dan in passieven zin) Zij hebben vaak z.g. waanideeën, b.v. grootheidswaanzin, en zucht naar zelfbe schuldiging. Zien wij hier niet zeer veel van het beeld terug, dat wij ons, van Van der Lubbe hebben kunnen teekenen? Hij gold steeds als een vreemde jongen. Hij was al eens in een psy chopaten inrichting verpleegd. Mocht men hem toen en later niet als schizophreen her kend ebben Bleuler leert, dat dit ziekte beeld vaak eerst zeer langzaam aan duidelijk wordt. Heeft hij geen voorstellingen gehad, die zeer sterk aan grootheidswaan herinne ren kan hij niet in onjuiste waardeering van op zich zelf reeds zeer verwarde z.g. radicaal- communistische begrippen, gemeend hebben met het aansteken van den Rijksdag in wer- klei'kheid den wereldbrand te doen oplaaien 'symbool genomen in plaats van de werke lijkheid) en aldus het communisme te doen zegevieren? Voeg daarbij nu de eigenaardige aan de kata'one ve rstorringsverschijnselen herinnerende houding van Van der Lubbe tijdens het proces, dan zou ik. als jurist, en zonder ook maar eenigszins mij te willen uitgeven voor iemand, die over psychiatrie mag meespreken, toch zoo in twijfel komen, dat ik zou pleiten voor een langdurig en nauwkeurig onderzoek in een krankzinnigen gesticht. Bkulér leert juist, dat een lang durige observatie in zulk ^en gesticht eerst voldoende uitsluitsel kan geven, en bij mijn weten is nooit bekend gemaakt, dat zulk een onderzoek ten aanzien van Van der Lubbe heeft plaats gehad. Het zal den oplettenden lezer niet ontgaan zijn, dat ik mij van bruiuboek-redeneeringen en van politieke beschouwingen in den ge wonen zin des woords onthouden heb. Ook al plaats ik de terechtstelling van Van der Lubbe in het kader van milieu en tijd, zij blijft zelfs b i n n e n dat raam een vreeseiijke want onherstelbare fout. DE SAARKWESTIE. De Berlijnsche bladen wijzen eensgezind de uitnoodiging van den Volkenbondsraad om deel te nemen aan de besprekingen in de Saarkwestie in Genève af. Eensluidend geven de bladen uiting aan de opvatting, dat de rijksregeering de Geneefsche uitnoodiging weigerend zal beantwoorden. De Voelkische Beobachter wil geen precedent scheppen voor de bewering, dat Duitschland zijn stap van 14 October betreur, en zeg, er van overtuigd te zijn dat een stemming in het Saargebied voor 100 %_ten gunste van Duitschland zou uitvallen. Mocht de rijksregeering echter toch nog besluiten tot deelneming aan deze besprekingen, dan zou dat geenszins betee- kenen, dat Duitschland zijn medewerking in Genève hervat. De Engelsche hooge commis saris voor het Saargebied. De Londen weigert men te antwoorden óp de aanvallen, waarvan men uit Duitschland bloot staat, omdat men er geen rekening mede kan houden, dat de hooge commissaris voor het Saargebied van Engelsche nationa liteit is, aangezien hij optreedt als function- naris van den Volkenbond. Ten aanzien van het plebisciet kan men de Engelsche houding als volgt definieeren: lo. Te dezer zake moeten de regelen, welke Nu v. d. Lubbe is heengegaan (Dag. Overzicht). Hevige aardbeving in Britsch- Indië. (Buitenland). Opnieuw een financiëel schandaal in Frankrijk. (Buitenland). Revaluatie van den dollar. (Bui tenland). Vliegramp in Frankrijk. (Lucht vaart). Bij een vechtpartij te Arnhem zijn een politie-agent en een der vechten den gewond. (Binnenland). Doodelijk arbeidsongeval te IJmui- den (Binnenland). Een stichting tot verruiming van werkgelegenheid voor academisch gevormden. (Binnenland). Koperen ambtsjubilé van burge meester Slot van Broek op Langen- dijk. (Stad en omgeving). Veerdienst EnkhuizenStavoren vandaag heropend (Binnenland). (Zie voor nadere bijzonderheden eventueele laatste berichten). N DAG EN NACHT GEOPEND. door den Volkenbond zijn vastgesteld, abso luut worden in acht genomen; 2o. De com missie, welke waarschijnlijk door Genève wordt benoemd om van advies te dienen de noodige voorzorgen zal moeten nemen om pressie op de kiezers te vermijden en er voor te waken, dat Duitsche functionnarissen van den Volkenbond in het Saargebied worden gemolesteerd indien het gebied weer bij Duitschland wordt gevoegd. In geheel Britsch-Indië is gisteren een sterke aardbevig waargenomen. Nadat het zich in den beginne had laten aan zien, alsof geen slachtoffers te betreuren waren, werd later gemeld, dat te Ja- malpoer (Oostelijk deel van Indië) het station ten gevolge van de aardbeving was ingestort. De aardbeving heeft haar haard in de provincie Bihar, ten N.W. van Calcutta. Te Patna aa.n de Ganges zijn vele per sonen gedood, terwijl in de stad Caya (provincie Bihar) negen personen om het leven zijn gekomen Een groot aan tal gebouwen is verwoest. Nadere bijzonderheden. Voortdurend komen nieuwe ernstige berichten binnen over de groote aard beving, welke gistermiddag groote ge bieden in Indië heeft geteisterd. De ge weldige aardschok heeft ongeveer drie minuten geduurd Inboorlingen beweren nog nimmer zoo'n langdurige beving te hebben meegemaakt. Het aantal dooden is nog niet te overzien, aangezien de be richten uit de afgelegen streken slechts langzaam binnen komen. De aangerich te schade is evenwel aanzienlijk. Te Calcutta zelf is een groote paniek uitgebroken, toen de eerste schok werd waargenomen. De arbeiders en bedien den snelden uit hun werkplaatsen en kantoren de straat op om zich in veilig heid te brengen. Bij het wilde gedrang zijn honderden personen gewond. De menschen verzamelden zich in de par ken en op de pleinen. Sterke politieafdeelingen moesten de orde handhaven. De telefoon- en tele graaflijnen zijn gedeeltelijk gestoord. Tal van bouwwerken, o m. de torens der katholieke kerk en het gerechtsgebouw werden beschadigd. De zitting in de zaak tegen oen terro rist Majoemdar moest worden ge schorst. Pas toen de beving voorbij was, werd de zitting hervat, waarna het doodvonnis werd bekrachtigd. Ook het gebouw der Imperial Bank en het hoofdkantoor zijn ernstig bescha digd. Tot de dooden behooren de vrouw en kinderen van den Engelschen directeur der spoorwegwerkplaatsen en 'e vroinv van den plaatselijken officier van ge zondheid. Te Tra vancour in het Zuiden zijn twee vrouwen door vallend gesteente gedood. Ook te Denares, Lucknow en in ver schillende steden in de vereenigde pro vincies zijn huizen ingestort. Te Bombay zijn slechts lichte trillin gen waargenomen. Duizenden huizen verwoest. Tengevolge van de hevige aardbeving zijn te Cawanpoer 300 huizen ingestort, terwijl 7000 andere huizen ernstig wer den beschadigd. Te Calcutta zijn verscheidene gevan genen uit de gevangenis ontsnapt tijdens de paniek, welke door de beving werd verwekt. Zij sprongen over de tralie hekken, doch slechts een is er in ge slaagd in vrijheid te blijven. Tot dusverre 25 dooden. Volgens te Bombay ontvangen berich ten omtrent de groote aardbeving zou den 25 personen zijn gedood en meer dan 200 gewond. Men vreest echter, dat in feite het aantal slachtoffers veel grooter zal zijn. Vooral de steden Benares* Lucknew, Fatehpoer, Jamalpoer en Fat- na zijn door de aardbeving geteisterd In Fatna zijn 90 personen naar het zie kenhuis overgebracht. Talrijke dooden liggen nog onder de puinen. Wat de Bilt registreerde. Gistervoormiddag om 8 uur 54 min. tijd van Greenwich, werd aan het Me teorologisch Instituut te De Bilt een bui tengewoon sterke aardbeving geregis treerd op een afstand van 7000 K M. Wegens de heerschende, sterke micro- seismische bodembewegingen, tengevol ge van sterke beweging der zeeën en Oceanen kan de plaatst eerst na ont vangst van de gegevens van andere aardbevingsstations worden vastgesteld. De sterkte van de aardbeving. De aardbeving behoort tot de sterkste, die de laatste jaren zijn geregistreerd. De uitslagen te de Bilt waren ongeveer even groot als bij de aardbevingen van 10 Augustus 1931 in het Altaï gebergte en van 25 December 1932 in Kansoe (China). Zij waren grooter, Jan bij de aardbeving van 3 Juni 1932 in den Grooten Oceaan nabij Mexico, doch klei ner, dan bij die van 2 Maart 1933 in den Grooten Oceaan nabij Noord Japan. De doodenlijst stijgt. Het aantal slachtoffers van de aard-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 1