GRATIS
DE LUCHTROOVERS VAN HOITIKA.
Stad en Omgeving
!BinnenCand
w
Bekers
in acht
schitterende
kleuren!
HET VERBOD VAN DE N.S.B VOOR
AMBTENAREN.
belasting geven voor een tijdvak van 60 da
gen, zooals zij ook beschikbaar worden ge
steld voor den handel, voor het vervoer per
as naar de aanlegplaatsen van booten en
naar de steden van producten uit het bedrijf.
Besloten werd dit verzoek ter kennis te
brengen van het K.N.L.G Van de afdeeling
WierTngerwaard werd het concept-huishou
delijke reglementen goedgekeurd.
Aan den heer E.Dz. Koster te Berkhout
werd op zijn verzoek eervol ontheffing ver
leend van ae opdracht om te fungeeren als
vertegenwoordiger der Hollandsche Maat
schappij van Landbouw in het bestuur der
gewestelijke rundveecentrale Noordholland.
BOND VAN JONGE LIBERALEN.
Gisteravond hield de heer G. B. J. Hilter-
mann uit Amsterdam voor de Alkmaarsche
afdeeling van den Bond voor Jonge Libera
len in „de Unie" een causerie getiteld: „Per
soonlijke indrukken uit Sovjet-Rusland
De spreker, die kort geleden van een lang
durige reis naar Rusland is teruggekeerd, en
een diepgaande studie van de toestanden al
daar gemaakt bleek te hebben, stelde zijn ge
hoor op vlotte en boeiende wijze op de hoogte
van de meeningen, die hij zich door deze stu
die gevormd heeft. In het algemeen luidden
zijn conclusies pessimistisch.
Het beginsel van het communisme: den
mensch van individu zonder meer te maken
tot onderdeel van de gemeenschap, is niet
verwezenlijkt. Men heeft het eigenbelang, het
winstprincipe, willen uitschakelen bij de pro
ductie, men wilde de menschen laten werken
uit gemeenschapsgevoel en hun loon naar be
hoefte toekennen. In werkelijkheid verschil
len de inkomens bijna evenzeer als in kapita
listische landen, alleen zijn ze over de geheele
linie, in goederen uitgedrukt, aanzienlijk la
ger-
Behalve door verschil in belooning tracht
men op allerlei andere manieren de menschen
te pr-i. ;kelen tot harder werken en meer pro-
uuceeren, bijv, door wedstrijden tusschen fa
brieken, openbare goed- of afkeuring van het
werk, inhouding van levensmiddelen of door
rechtstreeks uit Amerika geïmporteerde loon
systemen. Het eigenbelang staat dus voorop.
De nieuwe cultuurnormen, die men in Rus
land waarneemt, zijn niet uit het volk voort-
fekomen, dóch van bovenaf opgelegd. Zoo
eeft men het familieleven trachten uit te
roeien, omdat het leidt tot „burgerlijke" ge
zindheid. De huwelijksbanden zijn kunstma
tig verslapt. In plaats van het gezin moest
de fabriek sociale eenheid worden. Man en
vrouw moeten hun vrijen tijd in de club door
brengen, de kinderen worden in crèches ver
zorgd. Het is echter sprekers indruk, dat zelfs
de zoo lijdzame Rus, en in het bijzonder de
Russische vrouw, zich hierbij niet kan neer
leggen.
Het geestelijk leven is verarmd. Het onder
wijs voedt niet op tot zelfstandig denken,
doch is geheel dogmatisch geworden Ook de
kunst is in verval, al wordt het tegendeel wel
eens beweerd. De opbouw van de nieuwe
maatschappij leverde wel thema's op voor de
kunst, doch andere, zooals de liefde, vielen
af, Ook werkt de dwang deprimeerend: de
kunstenaar weet reeds tevoren, dat zijn werk
niet goedgekeurd zal worden, als het niet ge
heel met de heerschende opvatting strookt.
De materieele welstand is sterk gedaald.
Op zichzelf is dat niet te verwonderen na
den wereldoorlog, de revolutie en den burger
oorlog, die groote verwoestingen hebben aan
gericht. Door het communisme komt men
echter niet uit de moeilijkheden. Toen men
aan den rand van den afgrond stond, bracht
de NEP (Nieuwe Economische Politiek), die
neerkomt op invoering van een beetje kapita
lisme, eenige opluchting.
Intusschen is de NEP reeds lang verlaten.
Zij heeft plaats gemaakt voor een industria-
lisatie en collectivisatie in een geforceerd tem-
pö, Men achtte de industrialisatie noodig om
economisch onafhankelijk te zijn van het bui
tenland en ook om zich te kunnen verdedigen
tegen aanvallen van buiten, waarvoor men
zeer bang was. Ook was het psychologisch
noodig, een bepaalden inhoud, een bepaalde
doelste'ling, aan de revolutie te geven.
Uit deze overwegingen kwam het Vijfjaren
plan voort. Men heeft hoog gegrepen en zich
zelf een zware taak gesteld. De Russen zijn
-ui eenmaal geboren plannenmakers.
Door den geforceerden opbouw der in
dustrie kwam de vervaardiging van con
sumptiegoederen in het gedrang. Wij hebben
geen begrip van de ontzettende armoede, die
in Rusland heerscht. Welvoorziene winkels,
*1$ men bij ons overal aantreft, zijn daar iets
-olkomen onbekends.
Er zijn groote verschillen in de belooning
der verschillende bevolkingscategorieën. De
inkomens wisselen van 60 roebel (volkomen
ongeschoolden arbeid) tot 6000 roebel per
maand (bedrijfsleiders, populaire schrijvers)
Een normaal loon voor een arbeider is 150
roebel, een werkend echtpaar ontvangt dus
300 roebel. In de, relatief goedkoope, coöpe
ratieve winkels is slechts weinig te krijger,
men moet op de vrije markt bijkoopen. Daar
kost een pond boter 35, een paar schoenen
minstens 50, een pak kleeren 500 roebel. In
verhouding tot deze prijzen zijn de inkomens
veel te gering. Er wordt ontzettende armoede
geleden.
Het vijfjarenplan is volgens Stalin voor
93.7 pCt. geslaagd Dit is echter een niets
zeggend gemiddelde. De ontwikkeling is niet
harmonisch geschied. Bepaalde takken, bijv.
de staalindustrie en het transportwezen, zijn
ver achter gebleven en daardoor ontstonden
moeilijkheden over de geheele linie, waar
door 't plan volkomen scheefgetrokken is. De
„Planwirtschaft" is geheel mislukt. Voor een
deel komt dit hierdoor, dat men bij dit snelle
tempo geen tijd had voor een behoorlijke op
leiding der arbeidskrachten, zoodat de arbei
ders de machines vernielden. Ook slaagde
men niet in het verminderen van den kost
prijs.
Op het oogenblik, zoo vervolgde spr., be
leeft Rusland een tijd van opgang. Het boekt
diplomatieke successen, het handelsverkeer
met het buitenland breidt zich uit. Nu komt
men met het tweede vijfjarenplan, na het jaar
1933 als rustpoos tusschen de beide plannen
te hebben ingeschakeld. Volgens dit tweede
plan moet men beginnen met in te halen wat
onder werking van het eerste plan verzuimd
is.
De collectivisatie van den landbouw is
geen succes gebleken. Tevergeefs heeft men
getracht, de boeren van „bourgeois" tot echte
communisten te maken door hen geheel van
den grond los te maken. Thans is men alweer
zoover, dat men ïndividueele leden van col
lectieve landbouwbedrijven met de bewerking
van bepaalde stukken grond belast, waar
mede men het collectieve principe prijsgeeft.
De collectieve bedrijven zijn niet rendabel.
Den kostprijs berekent men niet eens mee:.
Er is dan ook een ontstellend tekort. De be
richten over den hongersnood in de Oekraïne
zijn geenszins overdreven.
Met veel ophef spreekt men van den bouw
van de Dnjeprostroj, den reusachtigen stuw
dam met krachtstation. Dit groote werk is
echter gemaakt door buitenlanders met bui-
tenlandsche hulpmiddelen en ten koste van
een ontzettende uitmergeling der bevolking.
Spr. eindigde zijn leerrijk betoog met een
vergelijking tusschen Rusland en het tegen
woordige Duitschland, op het gebied der so
ciale structuur. In Duitschland wordt het
iundwerk in eere hersteld, in Rusland ver
heerlijkt men de machinale productie.
Rusland tracht een (te grooten) stap voor
waarts te doen, Duitschland doet een stap te
rug. Beide experimenten zullen mislukken,
omdat zij in strijd zijn met een gezonde ont
wikkeling, die klein- en grootbedrijf in pro
ductie en distributie gelijke kansen geeft, zoo
dat op ieder speciaal gebied die 'orm zal
overheerschen, die de Beste diensten bewijst.
Beide genoemde landen ontberen, èn gees
telijk èn economisch, de vrijheid, zooals die
gelukkig in ons land bestaat.
Eenige aanwezigen maakten gebruik van
de gelegenheid om vragen te stéllen, welke
door den spreker beantwoord werden, waar
na de voorzitter, dr. H. J. P. Huizenga, on
der dankzegging aan den spreker, de bijeen
komst sloot.
DE ABDIJ VAN EGMOND.
En hare nationale beteekenis.
De aankondiging van den Egmond-avond
heeft gisteren vele menschen naar 't Gulden
Vlies doen gaan, zoodat de schouwburgzaal
behoorlijk bezet was met belangstellenden
De heer dr. M. van d e r W e ij s t, rector
van het r.k. lyceum, heette de vele aanwezi
gen welkom, speciaal Alkmaar's eersten bur
ger, jhr. mr. r. H. van Kinschot, voor hun
blijk van belangstelling, en gaf dan het
woord aan prof. dr. Alph. Steger voor
het houden van zijn lezing met lichtbeelden
over „De abdij van Egmond, haar geschiede
nis en de nationale beteekenis van naar her
stel."
In een interessant betoog maakte deze dui
delijk, dat in Egmond de bakermat van het
christendom in Nederland is te zoeken.
Hij ging na hoe in 678 de Engelsche abt
Winfried op doorreis naar Rome eenige
maanden in deze streken vertoefde en toén
begon met het ontkerstenen van Nederland.
In dit verband deelde spr. verschillende bij
zonderheden mede over leven en werken van
de leden der Benedictijner orde (gesticht in
480), waartoe Winfried behoorde. Na terug
keer in Engeland kwam hij andermaal in ons
land terug met bedoeling door te gaan met
de ontkerstening.
Van Adal'certus weten wij weinig, maar
gezien het feit. dat hij diaken was, geloofde
spr. niet, dat deze het land doortrok om het
geloof te brengen, maar meer door zijn
levensvoorbeeld door het volk de apostel van
Kennerrtvrland is genoemd. Hij werd begra
ven te Egmond eh op zijn graf plaatste men
een houten kerk, die later herhaaldelijk door
de Noormannen werd verwoest. Twee
eeuwen na Adalfcèrt's dood bouwde graaf
Dirk I een kerk, om aan het graf meer eer te
geven en toen ontstond de bron, die nu nog
als St. Adalbertusput bekend is.
Spr. kwam hierna op de opgravingen,
eenige jaren geleden verricht door den histo
ricus prof. Holwerda, en toonde met ver
schillende lantaarnplaten afbeeldingen van
wat deze vond. Hieruit viel af te leiden, dat
ter plaatse een kerk binnen een versterkte
ruimte heeft gestaan, een zoogenaamd kerk-
fort, waarin de eerste schrede is te zien op
den wen- die leidde tot vorming van den Ne-
derlandschen staat, reden waarom de her
bouw van de abdij een nationaal belang is te
noemen.
Volgens prof. Holwerda staat het vast. dat
de bodem niets meer bevat, wat zou kunnen
leiden tot thans nog onbekende gegevens om
trent de abdii, die tot 1576 (het jaar der ver
woesting) bloeide. Het terrein, dat thans
(uitgezonderd het daaropstaande kerkge
bouw der protestanten) geheel weiland is,
werd reeds afdoende onderzocht.
De bedoeling van het daarvoor opgerichte
comité is nu het gebouw te reconstrueeren,
maar misehien kan het niet worden her
bouwd geheel op de zelfde plaats waar de
vroegere abdij stond. Spr. toonde een teeke-
ning (voorkomende in het aartsbisschoppelijk
museum te Utrecht), die aangeeft, hoe de
abdij er vroeger, naar men op grond van tee-
keningen van de ruïnes meent, heeft uitge
zien. Hij huisvestte 75 monnikken, het her
bouwingsplan bedoelt er 100 te laten wonen
Na een pauze toonde spr. verschillende
afbeeldingen van nog bewaarde schatten uit
het imposante bouwwerk: o.a. eenige bladen
van het kalendarium met kantteekeningen
van Willebrordus, die in 695 tot bisschop ge
wijd werd. Deze kalender (thans bewaard in
de bibliotheek te Fulda (Duitschland). geeft
op verschillende manieren studiemateriaal
voor historici.
Verder zaaen we eenige bladzijden uit het
in de koninklijke bibliotheek in Den Haag
aanwezige Evangelaricum, een zeer fraai
geschilderd en gekleurd boekwerk, waar
schijnlijk gemaakt tusschen 600 en 700.
In het Brusselsche St. Gedule zijn nog
aanwezig reliquien van het huis, vroeger
eveneens eigendom van de Emnondsche
abdij. Ook hiervan verte'de prof. Steger vel
schillende bijzonderheden, evenals van het
beeldhouwwerk, dat voorheen boven den in
gang der abdij stond en thans bewaard
wordt in het rijksmuseum te Amsterdam, en
van den zilveren staf (smeedwerk), thans
nog bij sommige gelegenheden gebruikt door
den r.k. bisschop van Haarlem.
Aan het slot van zijn met groote aandnch
aangehoorde rede constateerde de geleerde
spr., dat de abdij van Egmond een een i rum
was van christelijke beschaving en dat Chr
Roissevain in zijn beroemd geworden „Van
dag *ot dag" in het Hbl. re^ds p'eitte voor
Kon Beldzame
gelegenheid voor U
om een van deae
prachtige Odol-
bekers te verkrij
gen. U kunt kiezen
uit acht kleurenl
Om in het bezit te komen van zoo'n
mooien beker, behoeft U sleohts
1 tube Odol-tandpasta a 60 ot. te koopen,
OF 2 tuben 35 et.,
OF 1 flao. Odol-mondwater vanaf f 1.25
Begin nog heden met de volmaakte mond- en
tandvereorglng! Met Odol-tandpasta houdt
gij Uw tanden glanzend wit en gezond. De
antiseptisohe eigensohappen van Odol be-
aohermen Uw mond tegen ziektekiemen en be
hoeden Uw tanden voor bederf.
Vraagt steeds gratie een Odol-beker,
wanneer U Odol-mondwater
en Odol-tandpasta koopt.
den herbouw als een nationaal belang. Spr.
betoogde, dat dit ook van groote sociale
beteekenis zou zijn, omdat men hierdoor zou
krijgen een plaats waar gebeden wordt voor
het heil van heel Nederland, iets wat spe
ciaal het werk is voor de Benedictijners, die
immers in hoofdzaak den dienst der gebéden
beoefenen.
Rector van der Weijst bracht den
spreker een hartelijk woora van dank voor
zijn interessante rede en sprak den wensch
uit, dat zij zal meewerken tot het welslagen
der herbouwingsplannen.
OEMEENTELIJK BUREAU VOOR
SOCIALE ZAKEN.
(DISTRICTS-ARBEIDSBEURS, TEL. 838).
Geopend voor werkgevers van 9—12 en
van 2—5 uur. Voor werknemers uitsluitend
van 912 uur. Op Maandag- en Donderdag
avond van 7—8 uur. Bemiddeling voor vrou
welijk personeel op werkdagen van 2—5 uur.
(Uitgezonderd op Zaterdag).
De directeur van bovengenoemd Bureau
dee't tneae, dat heden staan ingeschreven:
Groep bouwvakken:
112 grondwerkers, 84 timmerlieden, 35
metselaars, 32 opperlieden, 68 schilders, 14
stucadoors, 14 voegers, 8 betonwerkers, 2
steenhouwers, 1 tegelzetter, 1 steenbikker,
1 glazenwasscher, 1 bouwkundige, 2 bouwk.
teekenaars, 1 watert». opzichter 3 opz. teeke
naars, 1 stuc opperman, 1 straatmakêr, 1 glas
in loödzetter.
Groep metaalindustrie:
1 auiog. lasocher, 14 bankwerkers, 1 blik-
bewerker, 1 blikslager, 6 electriciëns, 1 fitter,
1 fraiser, 1 instrumentmaker, 6 carrosserie
bouwers, 1 constructiewerker, 2 kernmakers,
4 ketelmakers, 6 klinkers, 1 koperslager, 12
loodgieters, 1 lijnwerker, 6 machinisten, 2
mach. teekenaars, 3 plaatwerkers, 1 rijwiel
hersteller, 3 scheepsbouwers, 8 metaal
draaiers, 1 metaalschavei 1 metaalvijkr, 3
metaalslijpers, 10 monteurs, 1 scheepsteekc-
naar, 2 scheepstimmerlieden, 6 smeden, 11
stokers. 1 tandtechniker, 1 voorslaander, 4
vuurwerkers, 5 wagenmakers, 13 ijzerwerkers,
1 zandbeeider, 5 zandvormers.
Groep voedings- en genotmiddelen:
44 sigarenmakers, 2 sorteerders, 3 kisten-
plakkers, 1 stripper, 3 tabaksbewerkers, 1
bosjesmaker, 13 bakkers, 4 slagers, 4 koks,
1 bierbottelaar. 1 chocoladebewerker.
Groep bock- en steendrukkerijen:
3 letterzetters, 2 drukkers.
Groep houtbewerking:
15 meubelmakers. 12 beh. stoffeerders. 6
mach. houtbewerkers, 1 beeldhouwer, 3 kis
tenmakers, 2 borstelmakers.
Groep landbouwbedrijven:
16 tuinlieden, 17 boerenarbeiders, 4 bloe
misten.
Groep handel:
17 vertegenwoerdigers, 7 winkelbedienden.
Groep verkeerswezen:
39 chauffeurs, 4 koetsiers. 1 schipper, 1
stuurman gr. vaart, 21 pakhuisknechts, 13
magazijnbedienden, 1 magazijnmeester, 5
kellners.
Overige beroepen:
7 boekbinders, 5 incasseerders, 1 kalkbran
der, 1 wasscher, 11 kantoorbedienden, 10
kleermakers. 1 rietwerker, 2 schoenmakers, 1
verfbereider, 4 zakkenstoppes. 1 tegelmaker,
1 onderwijzer, 1 secretarie-ambtenaar, 41
transport- en 270 losarbeiders.
Gedeeltelijk werkloos:
Metaalindustrie 55, tabaksindustrie 5 ove
rige beroepen 6.
Jeugdige werkloozen beneden 18 jaar in
diverse beroepen: 31.
Geplaatst: 32 werkzoekenden.
Vrouwelijk personeel aangeboden2 steno
typisten, 2 kantoorbedienden, 1 costumière, 1
costuumknipster. 1 huiehoudster, 2 winkel
juffrouwen, 7 dagmeisjes. 4 werksters.
Alkmaar, 13 Januari 1934.
De Directeur voornoemd,
Ed. VAN DEN HEUVEL.
Vragen van den heer Duys over
de instructiesin lijnrechten
strijd met een door de regeering
uitgevaardigd, voorschrift1
Het Tweede Kamerlid Duys heeft tot den
minister van koloniën, voorzitter van den
raad van ministers, de volgende vragen ge-
sleld:
Is de minister, die in zijn op 6 Januari J.i.
ingezonden antwoord op de vragen van den
heer Westerman verklaarde, dat het plaat
sen van de Nationaal Socialistische Bewe
ging (N.S.B.) op de lijst der voor ambtena
ren verboden vereenigingen gevolg is van t
feit dat de leiding dier beweging „instruc
ties" heeft gegeven „in lijnrechten strijd met
een door de regeering uitgevaardigd voor
schrift", bereid mede te deelen of met deze
„instructies" bedoeld zijn de aanwijzingen
die de leiding van de N.S.B. heeft gegeven
aan haar leden die tevens lid waren van den
Bijz. Vrijw. Landstorm of de Burgerwach
ten?
Zoo ja, heeft de minister dan kennisgeno
men van de officieele mededeelingen van de
leiding van de N. S. B„ dat deze „instruc
ties" alleen bestaan hebben hierin, dat men
hun leden op des betreffende vragen ant
woordde: „Het uiterste wat gevraagd mag
worden is: open en eerlijk belijden het lid
maatschap van de N S. B„ en wanneer men
dan zonder een woord van dank uit B.V.L.
of Burgerwacht zijn ontslag krijgt, dit cor
rect en waardig aanvaarden. Ontslag ne
men kunt ge m.i. niet, want daardoor ver
klaart gij u zelf onwaardig om in uw korps
te blijven dienen"?
Indien dit juist is, is de minister dan van
meening en, zoo ja, op welke gronden, dat
zulk een advies genoemd kan worden een
„instructie, lijnrecht in strijd met een door de
regeering uitgevaardigd voorschrift"?
Zoo neen, is de minister dan bereid zijn
standpunt te herzien, of anders mede te dee
len op welke andere „instructies" de minister
dan eventueel in zijn antwoord klaarblijke
lijk bedoelde?
Is de minister in het algemeen bereid me
de te deelen welke preciese feiten en omstan
digheden zich bij ae N.S.B. hebben voorge
daan sedert de onlangs in de Tweede Kamer
gehouden algemeene beschouwingen over de
rijksbegrooting, toen de minister blijkbaar
nog niet op het standpunt stond, dat ook de
N.S.B op de lijst der voor ambtenaren ver
boden vereenigingen diende te worden ge
plaatst?
N.S.B. en reserve-officieren.
In de bladen der arbeidspers is meege
deeld, dat enkele reserve-officieren naar aan
leiding van het verbod van den minister-pre
sident in zake het lidmaatschap van de Na-
tionaal-Socialistische Beweging voor rijks
ambtenaren, zich tot het departement van
defensie hebben gewend met het verzoek hen
te willen ontslaan. Het bericht sprak de
verwachting uit, dat het voorbeeld navol
ging zou vinden bij anderen, die op deze
wijze gaarne van hun dienstverband ontsla
gen zouden worden en daarom zou men op
het departement van defensie ernstig over
wegens „welke maatregelen in deze zullen
worden genomen".
Bij informatie is het Vad. gebleken dat bij
de afdeeling ter behartiging van ontslag
aanvragen enz. geen enkele aanvrage was
binnengekomen!
HET DRAMA IN MUIDEN'S RAAD.
Is Ibelings ontoerekeningsvatbaar
Naar aanleiding van het rapport, opge
maakt door de psychiaters drs. Bakker en
Overbeek over den strandfotograaf Ibelings,
die in September van het vorige jaar in een
raadsvergadering te Muiden een viervou-
digen moordaanslag pleegde in welk rap
port Ibelings ontoerekeningsvatbaar is ver
klaard, deelt de verdediger van Ibelings. mr.
dr. Benno J. Stokvis, mede, dat een derde
deskundige, n.1. de psychichiater dr. Th. van
Schelven te Den Haag. een geheel onafhanke
lijk onderzoek zal instellen.
Men diene, zoo zeide mr. Stokvis, bij een
beoordeeling van de psychie van Ibelings niet
te vergeten, dat zijn dorpsgenooten het den
man over het algemeen moeilijk hebben ge
maakt, waardoor hij zeer zeker in een over
spannen toestand is geraakt, zoodat mr. Strik
vis het in dit geval noodig achtte nog een
derde deskundigenrapport te doen uitbrengen.
Dit rapport zal binnenkort gereed komen,
waarop binnen afzienbaren tijd de behande-
ling ter openbare terechtzitting tegemoet kan
woixlen gezien. Volgens de wet is echter ook
een behandeling in raadkamer mogelijk; op
grmövan art. 2» Wdtoek.yan, Shahyrfc.
rimir kan de officier van justitie dit vorderen,
wanneer hij van meening is, dat de verdacht*
ontoerekeningsvatbaar is.
WIET HEDEN NU TREDEN i
Fenitren tijd geleden hebben wij op gezag
vin de" Berl Börsen Courier" verhaald, dat
de natio'naal-sociaiisten in Dultwhland iets
hadden tegen het „Niederiandische Dankge-
het" dat Is het „Wilt heden nu treden" uit
Valèrius' Gedenkklanken, daar dit lied door
een lood zou zijn gemaakt. Di was een zon-
derling verhaal, alleen al hierom omdat
dichter noch componist van het lied bekend
is en wij ook in de beide vertalingen, die ot»
hakend ziin ffccn spoor vsn ©êh nlct-flriöcncn
oorsprong konden ontdekken. Thans lezen wij
hierover in de „Jüdische Rundschau dat
volgens het tijdschrift „Musik und Kirche"
de vertaling door een Jood zou zijn gemaakt,
die bovendien „zionistische bedoelingen met
de vertaling zou hebben gehad. De vertaler,
een zekere Josef Weyl, zouhet gedicht „zon
der de noodige taalkennis „den passenden
ernst" en verschuldigde trouw jegens het ori
gineel cremaakt hebben. De „Jüdische Rund-
schau" meent, dat Josef Weyl geen Jood is
geweest, en schrijft dat hij in geen geval het
lied met Joodsche tendenzen bewerkt heeft
Intusschen weten wij nu, waar de schoen
wringt.
BRANDSTICHTINGEN IN
HAARLEM EN AMSTERDAM.
Een complot? Assnrantlebezóf
ger in het spel.
De centrale recherche en de politie van
drie bureaux in de hoofdstad houden zich se
dert eenigen tijd bezig met het onderzoek
naar de oorzaak van een aantal branden,
die het vorige jaar in Amsterdamsche per*
ceelen hebben gewoed Het vermoeden be
staat n.1., dat deze branden gesticht zijn,
teneinde de verzekeringsmaatschappijen tot
uitbetaling van de verzekeringssommen te
noodzaken.
In dit verband wordt door de politie ge.
zocht naar de verblijfplaats van een verzeke
ringsagent te Atnterdam, die voor de bewo
ners familieleden of vrienden van hem
van eenige dier perceelen, welke naderhand
zwaar door brand werden geteisterd, de
verzekering zou hebben bezorgd.
Ook in Haarlem hebben zich dergelijke
feiten voorgedaan en naar thans is bekend
geworden, zijn als gevolg daarvan op ver
zoek der Haarlemscne politie te Amsterdam
ongeveer 14 dagen geleden twee personen
gearresteerd. De feiten, die de politie tot nu
toe ontdekt heeft, wijzen in de richting van
een complot.
Verdachten ontkennen.
Naar aanleiding van de arrestatie van
twee personen, n.1. Fr. B. en zekeren H., bei
den wonende te Amsterdam, verdacht van
brandstichting te Haarlem, stelden wl) ons
in venbinding met mr. J. K. M. Mathuiaen,
den verdediger van eerstgenoemde.
Mr. Mathuisen was nog onbekend met het
feit, dat ook brandstichting te Amsterdam
aan B. wordt toegeschreven. De verdediger
deelde mede, dat zijn cliënt de brandstich
ting te Haarlem met klem ontkent. Voor hem
heeft hij een verzoek tot invrijheidsstelling
bij de Haarlemsche rechtbank aanhangig ge
maakt.
Ook H. ontkent zich aan brandstichting te
hebben schuldig gemaakt.
Bij brandmelding verkeerd adres
opgegeven.
Wij ontleenen aan de Tel. nog het volgen
de:
De politie te Amsterdam heeft een bevel
tot aanhouding uitgevaardigd van de vrouw
van een der gearresteerde mannen en van
zekeren H. de Bakker, verzekeringsagent te
Amsterdam en wonende in de omgeving van
de Haarlemmervaart. Deze De Bakker zocht
men sinds eenige dagen, doch tevergeefs.
Het vermoeden bestaat dat hij zich ergens
schuil houdt.
Ook dit tweetal wordt verdacht
meer te weten van eenige bran
den.
De Bakker heeft als assurantiebezorger
verscheidene personen, familieleden en be
kenden verzekerd, waarna bij die menschen
plotseling brand uitbrak. Na deze branden
trad hij in al die gevallen op als contra-ex
pert voor de regeling der schade. Het ge
volg was, dat ae verzekeringmaatschappijen
dezen man, wien3 afsluiten van posten gere
geld werd gevolgd door een feilen brand, lie
ver zagen gaan, dan komen. Er zijn getui
gen, die verklaarden, dat er vrij openlijk over
het stichten van brand werd gesproken en
zoo zijn de politie dan ook eenige verklarin
gen in handen gekomen, waarvan goede no
ta werd genomen.
Zoo luidde een der mededeelingen, dat de
vrouw van een der te Haarlem gearresteerde
mannen opdracht had den brand per brand
melder aan te zeggen en een verkeerd adres
hij
57. Nadat Piet in de boot gelieschen was, blocf ui
beteuterd voor zich uil, kijken. Die kerels aohtcrvolg
den hem als zijn schaduw. „Ach, ach", zuchtte hij
„was ik thuis maar nooit van mijn eilandje afge
stapt". En terwijl hij zoo peinsde, kreeg hij eindelijk
de kust beter in t zicht.
Zo roeiden een ondiepe Inham tusschen de rot
sen in, waar het water rustig was en Piet makkelijk
ucn bodem der zee kon zien. De boot schuurde over
het zand en de mannen stonden op om uit te stappen,
terwijl Piet ook uit de boot geheschen werd.