DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Dollfuss over de politiek. Zittingen van de Fransche Kamer en Senaat. Uit het binnen- en buitenland. No. 16 Vrijdag 19 Januari 1934 136e Jaargang Bxiqeliiksch Nationale verdediging verhindert geen inter nationale samenwerking, zegt Chautemps in zijn rede, voor den Senaat gehouden. ONRUSTIGE ZITTING DER KAMER. Jbwteidand Wat vandaag de aandacht trekt Dollfuss en Suvich. ALKMAARSCHE COURANT Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—, franco door het geheele Rijk f 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIES Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Bneven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33. Directeur: C. KRAK. Hoofdredacteur: Tj. N- ADEMA. Dit nummer bestaat uit drie bladen. In den Franschen Senaat zijn na de her opening der zitting twee resoluties inge diend': een afkomstig van Lemery en een van Bérenger. ■Nadat laatstgenoemde zijn resolutie nader had gemotiveerd, nam de minister-president Chautemps het woord. Chautemps betreurde het, dat het Fransche volk niet met grootere aandacht de debatten over de buitenlandsche politiek in den senaat had gevolgd, daar de opmerkzaamheid te zeer was afgeleid door de affaire te Bayonne. Hij stelde zich tot taak, de resultaten te rechtvaardigen van de Fransche politiek, welke resultaten bestaan in het verbeteren der vriendschappelijke ver houdingen tot het buitenland. Er is veel gesproken over de Duitsche bin- nenlandsche politiek, maar Frankrijk heeft te veel achting voor andere volkeren, dan dat het zich zou mengen in de binnenlandsche aangelegenheden zijner naburen. Chautemps begrijpt niettemin de ongerustheid, die deze politiek kan veroorzaken. Een leer, die in zichzelf zulk een opzweeping der nationale hartstochten brengt, loopt gevaar, uitwerking in het buitenland te hebben. Het plotselinge uittreden van Duitschland uit den Volken bond is ongerechtvaardigd. Frankrijk heeft zooveel concessies gedaan om uiting te geven aan 'zijn vredelievendheid. Frankrijk heeft er bovendien nooit aan gedacht, een zoo groot land met een zoo glorierijk verleden, dat door zijn genie in het internationale leven veel nuttigs zou kunnen brengen, de plaats te ontzeggen, die het toekomt. Daar Duitschland echter plotseling den Volkenbond heeft verlaten en dat juist op het oogenblik, dat een ontwapeningsvoorstel was ingediend, waarmede zich bijna alle staten accoord hadden verklaard, kan het geen ver wondering baren, dat deze houding in de ge heele wereld en in het bijzonder in Frank rijk ongerustheid heeft veroorzaakt. De poli tiek, die de Fransche regeering voert, is een politiek van samenwerking, die ten doel heeft, de vriendschappelijke verhoudingen te verbeteren. Als men over ontwapening spreekt, betreft het steeds slechts het stadium voor later te nemen maatregelen. Het heeft nooit in de be doeling van Frankrijk gelegen, zijn macht te verzwakken tegenover een staat, die bewa pent. Chautemps kan bovendien verklaren, dat de vriendschappelijke betrekkingen van Frankrijk tot andere landen beter zijn dan ooit. Een politiek van gescheiden onderhan delingen verzwakt het vertrouwen dezer vrienden in Frankrijk. Er zijn groote landen, die hun eigen opvattingen kunnen hebben, maar de overeenstemming tusschen de mee ningen der beide groote Europeesche demo cratieën, Frankrijk en Engeland, is de pijl r van den wereldvrede. Er bestaan geen tegenstellingen tusschen een politiek van nationale verdediging en die der internationale samenwerking. Chautemps ging daarna kort in op de rede van Roose- velt. Hij gaf uiting aan zijn tevredenheid over het feit, dat een groot land als Amerika de noodzakelijkheid van samenwerking met alle andere volkeren inziet. Hierin ligt een groot vertrouwen voor de toekomst. Op de verkla ringen van Roosevelt kan de minister-presi dent antwoorden in naam van het Fransche volk dat Frankrijk nooit een aanvalsoorlog zal voeren en geen centimeter vreemd gebied eischt Als alle staten dezelfde opvatting hul digen kan de vrede niet in gevaar gebracht worden Herriot heeft in een zijner redevoe ringen verklaard, dat Frankrijk het geheele Volkenbondspact en niets dan het Volken- bondspact wenscht. De Fransche regeering blijft deze opvatting trouw. De Volkenbond is zeker niet volmaakt, maar Frankrijk kan slechts hervormingen goedkeuren, die de in ternationale samenwerking handhaven niet een soort directorium instelkn. Bij het aanstippen van de Duitsch sche besprekingen verklaarde Chautemps, d men „met eenige romantiek van dir^*cht derhandelingen heeft gesproken en gracht heeft, die te stellen tegenover de ^nage dachte van den Volkenbond. Dat is niet ju s want de kwesties, die met Duitschland _j ontstaan, gaan alle landen aan. Deze o - handelingen zouden ook niet kunnen wor i voortgezet, wanneer zij op herbewape g zouden uitloopen, want dergelijke concessie^ zouden onvermijdelijk voeren tot een gewa- penden vrede en derhalve in tegenspraak zijn met de beginselen van den Volkenbond Aan het slot van zijn rede deed Chautemps een beroep op den Senaat, om zich als één man achter de regeering te plaatsen, opdat deze de moreele kracht zou krijgen voor de moeilijke onderhandelingen, die thans moeten worden gevoerd. Motie van vertrouwen aange nomen. Na de rede van den minister-president heeft de Senaat met 257 tegen 3 stemmen haar vertrouwen in de buitenlandsche poli tiek der regeering uitgesproken door het aannemen van dé motie van Berenger, die als volgt luidde: „De Senaat blijft het Volkenbondspact en allen daaruit voortvloeiende overeenkomsten, in het bijzonder het verdrag van Locarno, trouw. Hij herinnert aan de heilige beginse len dezer pacten. Hij vertrouwt de regeering toe, dat zij haar vreaesarbeid in het kader van den Volkenbond voortzet, om de vriend schappelijke betrekkingen te versterken en haar nationale verdediging te beveiligen, als mede de veiligheid van Frankrijk te verzeke ren". De Senaat ging daarna over tot de orde van den dag. Senator Lemery had na de ver klaringen van Chautemps, die door dén ge- heelen Senaat met bijval waren ontvangen, zijn motie ingetrokken. De Stavisky-affaire in de Fransche Kamer. Ook de Fransche Kamer is Donderdag bij eengekomen en al heel gauw kwam de inter- pellatie-Herriot over de Stavisky-affaire aan de orde. Direct werd het onrustig in de zaal en toen er steeds maar weer geïnterrumpeerd werd, schorste de president tijdelijk de zit ting. Na heropening verklaarde Herriot, dat de regeering beloofd had, handelend op te tre den. Het geval Stavisky wordt echter verdoe zeld. Er mag geen verschil van justitie be staan, al naar gelang men over politieke of officieele voorspraak beschikt of niet. Be scherming is bijv. verleend aan den afgevaar digde Bonnaure, die Stavisky tot driemaal toe naar Hongarije heeft vergezeld en hem bij een Hongaarsch bankier heef geïntrodu ceerd. Waarom bevindt Bonnaure zich nog op vrije voeten? Bij de uitkeeringen aan de Volonté" heeft men zich bediend van de be middeling van een man, die des morgens werkte bij de „Volonté" en des middags in het ministerie van financiën. De minister van financiën wees deze aan vallen van de hand, terwijl hij er den nadruK op legde, dat de genoemde persoon nooit een ambt aan het ministerie van financiën heeft bekleed. Hij verzette zich ook tegen de bewe ringen van den interpellant, volgens welke Stavisky op de conferentie te Stresa betrek kingen met dé Fransche delegatie heeft on derhouden. Herriot verklaarde verder, dat volgens de laatste mededeelingen zich onder de acten van den rechter van instructie 120 door Sta visky ingevulde cheques bevinden. Alleen „Credit Lyonnais" heeft echter medegedeeld, dat het 300 cheques van Stavisky aan de po litie heeft overgegeven. Waar zijn de andere cheques gebleven? Het kwam daarna weder tot stormachtige interrupties. De communisten schreeuwden: „Leve de Sovjets! Het schandaal is grooter dan dat van Panama!" Herriot las daarna eenige documenten voor, die moeten bewijzen, dat de vervolging van Stavisky reeds maanden geleden had moeten worden ingeleid, wanneer zich niet bijzondere invloeden hadden geldend ge maakt. Tenslotte vroeg hij den minister van financiën, of het waar is, dat dé tusschenper- soon tusschen Stavisky en de „Volonté" waarover hij gesproken heeft, in het ministe rie van financiën een bureau heeft gehad. De minister verklaarde, dat hij zich hier moest beperken tot de beantwoording van een per soonlijken aanval. De Kamer hield opnieuw pauze. Daarna nam minister-president Chautemps het woord. Hij stelde maatregelen tot beseher ming van het spaarkapitaal voor. Verder verweerde hij zich tegen de verschillende aanvallen van Herriot, in het bijzonder tegen de bewering, dat degenen, die betrokken zijn bij de affaire, verschillend worden behan deld. Hij deed een beroep op de Kamer, om ook van het geval-Stavisky geen wapen tegen de regeering te maken, daar men daarmede het geheele parlement zou treffen. De verklaringen van Chautemps werden door de regeeringspartijen met applaus ont vangen. De zitting werd verdaagd tot Vrijdag. DE VOLKENBOND TE GENEVE. Raadszitting. Paul Boncour, Sir John Simon, baron Aloisi en kolonel Beek hebben gisteren de zitting van den Volkenbondsraad bijge woond. Nadat eenige kwesties vlug waren afge wikkeld, was aan de orde het vierde punt der agenda: Dantzig. De president van den senaat van Dantzig, dr. Rauschnig, en de Volkenbondscommissa ris namen plaats aan de raadstafel. Simon las als rapporteur een uitvoerig rapport voor. Het betreft het verbod van eenige bladen en eenige uitlatingen van Dantziger zijde, waarbij de Volkenbonds commissaris een schending van de constitu tie van Dantzig, mogelijk acht. Resumeerend constateert Simon, dat van de zijde van Dantzig de rechtsgeldigheid der Dantziger constitutie op geen enkele wijze wordt be streden. Aangezien de verboden bladen in- tusschen weer mogen verschijnen, bestaat er geen aanleiding verder op deze kwesties in te gaan. Simon stelde voor de vroegere ver klaring van den Raad te herhalen, volgens welke het staatkundige leven van Dantzig steeds moet blijven binnen het kader der con stitutie. Hierop verklaarde dr. Rauschnig, dat de regeering van Dantzig evenals in het verle den ook in de toekomst alle wetgevende maatregelen zoomede bestuursmaatregelen zal houden binnen het kader der grondwet. Simon juichte in zijn slotwoord deze ver klaring toe. Paul Boncour wenschte Simon geluk over den constitutioneelen toestand in Dantzig klaarheid te hebben geschapen. Nadat Raadspresident Beek nog enkele woorden had gesproken werd de Raad ver daagd tot hedenmiddag. DE VERHOUDING FRANKRIJK— DUITSCHLAND. Het handelsverdrag me Duitschland nog niet opge zegd. Havas doet de volgende mededeeling: In tegenstelling met de in bepaalde bladen ver schenen Berlijnsche berichten heeft de Fran sche regeering het Duitsch-Fransche han delsverdrag van 1927 nog niet opgezegd. Zij zal zich echter gedwongen zien, dit ver drag op te zeggen, wanneer heden, 19 Januari, de Duitsche reeering, zooals aange kondigd, de bepalingen van de verordening van 13 Jan. in werking zal doen treden, waardoor de Fransche invoer langs den weg van contingenteering met 160 millioen francs zal worden verminderd. In dat geval zou de notificatie der opzegging waarschijnlijk reeds morgen aan de Duitsche regeering ter hand worden gesteld. De stap, die de Fran sche ambassadeur gisteren te Berlijn heeft gedaan, beteekent niets anders dan de Duit sche regeering op deze voornemens opmerk zaam te maken. DE URGENTE SAARKWESTIE. Overeenstemming tusschen Engeland en Frankrijk? Een speciale correspondent van de „Ma- tin" te Geneve meent te weten, dat tusschen Frankrijk en Engeland overeenstemming is bereikt over de behandeling van de Saar- kwestie. Paul Boncour zou in zijn laatste be spreking over Dantzig hebben gezegd: „Ik ben zeer erkentelijk voor het rapport van Sir John Simon". De grondslagen van dit bericht hebben echter niet slechts betrekking op de stad Dantzig, doch ook op de andere onder Volkenbondscontrole staande gebieden. Zelfs ingewijden zouden volgens den schrijver in de „Ma-tin" onmiddellijk hebben begrepen, dat overeenstemming tusschen Frankrijk en Engeland in de Saarkwestie was verkregen Deze overeenstemming zou zeer spoedig in bepaalde vormen tot uiting komen. De corres pondent te Geneve van de „Petit Parisienne" meent te weten, hoe de commissie voor de volksstemming in het Saargebied er vermoe delijk uit zal zien. CRITIEKE TOESTAND IN PORTUGAL. Hoe het complot was De Portugeesche minister van binnenland sche zaken heeft nadere mededeelingen ge daan over de pas ontdekte communistische anarchistische samenzwering. Bij het ontbin den van een extremistische vergadering, wel ke de uitroeping van de algemeene stakin, zou voorbereiden, zou men uitgewerkte plan nen hebben gevonden over de voorgenomen omwenteling. Aan deze vergadering werd deelgenomen door communisten, anarchis ten en vakvereenigingsleden. Een aantal hun ner werd gearresteerd. Bij de voorbereiding der algemeene staking speelde eveneens een belangrijke rol de voormalige kapitein Carlos Vilhna, die reeds vroeger uit Portugal was verbannen en van de jongste amnestie was uitgesloten. Ook hij werd gearresteerd In verscheidene dee'en van b"t land is hf' o gens mededeelingen van den minister van binnenlandsche zaken tot onlusten gekomen. De telefoonverbinding tusschen Oporto Coimbra is verbroken. Op vele plaatsen wer den bommen op de rails gevonden. Te Parinha Grande wierpen stakers een bom naar een politiebureau. Er ontstond een handgemeen, waarbij verscheidene personen zwaar werden gewond. Zeventien stakers werden gearresteerd. Te Lissabon nam de politie 100 en te Setu- bal 80 zware bommen in beslag. DE STAVISKY-AFFAIRE. Heftig tooneel in de wandelgangen. Na de debatten in de Kamer over de af faire te Bayonne is het in de wandelgangen tot heftige tooneelen gekomen tusschen den afgevaardigde Herriot en den minister van onderwijs de Monzie. Herriot had ver klaard, dat de vrouw van Stavisky vóór haar huwelijk in het jaar 1926 wegens be drog was gearresteerd en dat twee leden van de tegenwoordige regeering, nl. de Mon zie en Boncour, verlof gekregen hadden, haar in haar cel te bezoeken. Toen de Monzie van deze verklaring hoor de, ijlde hij naar de Kamer, waar hij Hen- riot in de wandelgangen ontmoette. Er ont spon zich een uiterst heftige woordenwisse ling, zoodat eenige andere afgevaardigden tusschenbeide moesten korren. ONDERZOEK BIJ OTTO WELS. De geheime Duitsche staatspolitie heeft op grond van de wet inzake de confiscatie van staats- en volks vijandige vermogens de con fiscatie bevolen van eenige vermogenswaar den van gevluchte Marxisten en van Marx istische organisaties. O.m. zijn inventaris stukken van den vroegeren leider der SPD, Otto Wels, die te Friedrichshagen bij Ber lijn een villa heeft bewoond, geconfisqueerd. V.oorts zijn in de woning van Alfred Kerr tal van voorwerpen verbeurd verklaard, zoo mede van Wïlly Loew, den voorzitter van De Fransche Kamer en de senaat bijeen. (Dag. Overzicht.) Laatste zitting Italiaansche Ka mer. (Buitenland.) Dollfuss bespreekt de binnen- en buitenlandsche politiek. (Buiten land.) Nog een arrestatie in de brand stichtingsaffaire te Amsterdam. (Binnenland.) Het drama te Weert. (Binnen land.) Verbetering aangifte belasting aangifte. (Binnenland.) Groote verduisteringen bij de boerenleenbank te Dalfsen. (Bin nenland.) Een waarschuwing tegen den N. B.A.S. (Binnenland.) Aan de V.a.r.a. bij wijze van straf uitzending verboden op 27 Januari. (Binnenland.) De scheepsramp bij Texel. (Stad en omgeving.) (Zie voor nadere bijzonderheden eventueele laatste berichten). den vroegeren Roodefontstrijdersbond, van mevr. Wurm, vroeger rijksdaglid voor de SPD en van Arnold Zwig, zooals de politie mededeelt „den Joodschen schrijver". Tot de onlangs in beslag genomen boek werken behooren ook 50 exemplaren van Erich Maria Remarque's „Der Weg Zu- rueck". Bondskanselier Dollfuss heeft gister in een plenaire zitting van de Christelijk-soci- ale vereeniging in het parlement in aanwe zigheid van talrijke leden van het kabinet een principieele verklaring afgelegd over den binnenlandsch- 'en buitenlandsch-poli- tieken toestand van Oostenrijk. Hij wees op het bezoek van Suvich en verklaarde, dat geen land Oostenrijk bij zijn economische zorgen zoo zeer tegemoet was gekomen als Italië. Ook in politiek opzicht heeft Italië bij iedere gelegenheid, die zich voordeed, aan de zijde van Oostenrijk gestaan. Hij was er bijzonder over verheugd, dat in een tijd, waarin de vrijheid en onafhankelijkheid van Oostenrijk wordt betwijfeld en bestreden, het bezoek plaats heeft van den officieeTen ver tegenwoordiger van een groote mogendheid, welk bezoek een bijzondere versterking en een nadrukkelijke erkenning der zelfstandig heid en vrijheid van Oostenrijk beteekent. De tegenwoordige buiienlandsch-politieke situatie van Oostenrijk is onveranderd goed. Ten aanzien van de verhouding tot Duitschland verklaarde hij„Om de situatie goed te begrijpen, moat men inzien, dat het wellicht internationaal gezien een niet ge heel ongevaarlijk spel is, wanneer een land, al is het klein van gebied, dat overal wordt begrepen en erkend, in zijn vrijheid en zelf standigheid voortdurend bedreigd wordt door een groote mogendheid, helaas boven dien no een land, dat door een broedervolk wordt bewoond. Ik betreur dit des te meer, waar het hier twee staten betreft, die met el kaar verbonden zijn door de nauwste banden des bloeds en de oudste historische gemeen schappelijke belevenissen. In mijn Oude- jaarsrede heb ik duidelijk naar voren ge bracht, dat wij Oostenrijkers ons bewust zijn van die banden en dien samenhang". Ingaande op den binnenlandschen toe stand verklaarde Dollfuss, dat de Oosten- rijksche regeering in de laatste maanden de grootste reserve en lankmoedigheid heeft ge toond. Des te sterker is voor de geheele we reld het moree'e recht der regeering, met alle onverbiddelijkheid in te grijften. Hij protesteerde tegen de Duitsche inmenging in de binnenlandsche aangelegenheden van Oostenrijk. Het antwoord op het bereidzijn tot overieg is een nieuwe golf van terreur geweest. Oostenrijk zal met alle kracht in eigen land orde en rust herstellen. Politie en gendarmerie zijn volkomen voldoende om een einde te maken aan den terreur. De re geering heeft in een oproep uiting gegeven aan haar vastbesloten wil, den strijd onder alle omstandigheden en met aMe middelen door te zetten. De verstandige kringen in het nationaa'-soc. kamp moeten toch inzien, dat de weg, dien zij tot dusverre zijn ge gaan, thans afges'oten is. Ten aauz'^n van het socialisme legde D^'fn'-s pr -n nad-rk c Jat vcor de bin nenlandsche ontwikkeling van Oostenrijk ook de kwestie van belang is, welke houding de kringen der bevolking, die zich tot dus verre afzijdig hielden van de regeering uit overwegingen ontleend aan de beginselen van den klassenstrijd, in de toekomst jegens staat en regeering zullen aannemen. Sprekende over de gebeurtenissen in den Heimatschutz bracht de bondskanslier naar voren, dat de werkelijke leiders van den Heimatschutz onverminderd aan hun pro gram vasthouden en den koers der regeering trouw blijven. De besprekingen tusschen bondskanselier Dollfuss en staatssecretaris Suvich zijn tot in den avond in hotel „Imperial" voortge zet. In een uiteenzetting in de pers, die als offcieus kan worden beschouwd, wordt ge zegd, dat voor de verdere ontwikkelingsmo gelijkheden van Oostenrijk thans twee plan nen bestaan: het M'dden-Europaplan voor enge economische samenwerking tusschen Oostenrijk, Hongarije en de Kleine Entente, alsmede het plan van Mussolini, dat voor ziet in een Middeneuropeesche economische gemeenschap met Duitschland en Italië. Ge durende het bezoek van den Engelschen mi nister van buitenlandsche zaken, Simon, aan Rome is een toenadering van Engeland tot het Mussoliniplan gebleken. Suvich zal thans de Oostenrijksche regee ring inlichten over het resultaat der onder handelingen tusschen Mussolini en Simon. De economische toekomst van Oostenrijk wordt allereerst gezien in een enge samen werking met Hongarije, echter zonder eenige politieke binding, waardoor een tegenwicht tegen de economische samenwerking der Kleine Entente kan worden geschapen. La ter zal dan worden gedacht aan een grooter programma van Middeneuropeeschen op- bouwarbeid tusschen Oostenrijk, Hongarije, de Kleine Entente, Duitschland en Italië. Suvich heeft echter naast het economische programma ook een politiek programma meegebracht, dat zich in de eerste plaats richt op een uniforme behandeling der vei ligheidskwestie en in het bijzender op de kwestie van de rechtsgelijkheid van Oosten rijk, daar Oostenrijk ook in de toekomst niet langer mag worden behandeld als een staat van den tweeden rang. De veiligheid in Europa aldus de uiteenzetting in de pers kan slechts door gelijkwaardige partijen worden gegarandeerd. In dit opzicht stem men de eischen tot gelijkgerechtigdheid, die Duitschland met steun van Ita'ië naar vo ren heeft gebracht, dus overeen met de erirhen van Oostenrijk. Wat de ohr. sociale partij betreft: uit de ervaren en waardevolle elementen, die reeds in moeilijken tijd de verantwoordeliikheid hebben gedragen, moeten de lementen der groote actieve vernieuwingsbeweging wor den gevormd. Betreffende de kwestie van het neerleggen der mandaten eischte Dolf'uss dat de afge vaardigden hun zetel zond n blijven inne men, zoolang hij het noodig oordeelde.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 1