ALKMAARSCHE COURAKT
SSiïswSSfi
N.S.B.-vergadering in de Harmonie.
De leider Mussert spreekt.
Ho. 17
ZATF.RDAG 20 JANUARI 1934
Stad en Omgeving
v Zeer groote belangstelling.
In de groote zaal van de Harmonie werd
gisteravond een drukbezochte vergadering
gehouden, belegd door de afd. Allernaar van
de N. S. B.
Aangezien in deze vergadering de leider
Mussert het woord voerde, was het begrijpe
lijk, dat geen plaatsje onbezet was. In de
foyer stelden zich zelfs een 100-tal personen
met een staanplaats tevreden, terwijl op het
ttooneel eveneens een 100-tal had plaats ge
nomen. Het tooneel was met zwart-rood doek,
de N. S. B.-kleur behangen, terwijl de kathe
der en de bestuurstafel in nationaal doek waren
gehuld. Op een standaard prijkte het portret
van de Koningin; het voetstuk was met
vlaggedoek omgeven, het portret met
Oranje-doek. De zaal was hier en daar afge
zet met leden van de weerbaarheidsafdeeling,
waarvoor een 25-tal per autobus uit de af-
deeling IJmuiden was overgekomen. Uit tal
van plaatsen van Noordholland boven het Y
er waren er zelfs uit Den Helder, Wierin-
gerwaard en Hoorn waren belangstellenden
ter vergadering gekomen. Zeer velen waren
per auto naar de kaasstad getrokken en dien
tengevolge stond het Hofplein vol auto's.
De politie had de noodige ordemaatregelen
genomen; aan niemand was het veroorloofd
m de Lombardsteeg of Veerstraat stil te
Btaan. Aan de vele Bergenaren die aanwezig
waren, werd mededeeling gedaan, dat er na
afloop nog een extra bus naar Bergen zou
Joop en.
Een strijkje van jongeren luisterde den
avond op. Hoewel de vergadering om 8.15
uur was uitgeschreven klonk pas om vijf voor
half negen het „Geeft acht!" van de zaalwacht,
waarop de leider, voorafgegaan door zaal
wachters den Houzee-groet brengende en met
den Houzee-groet begroet, naar het podium
schreed.
De voorzitter, mr. v. Leeuwen, gaf onmid
dellijk het woord aan den heer Mussert.
De rede van den heer Mussert.
Mijn volksgenooten, kameraden, leden van
de N. S. B., aldus de heer Mussert, het is van
daag voor het eerst, dat ik zal spreken in
Noordholland boven het Y. Ik verheug mij
daarover, omdat ik geloof, dat juist in deze
streek, het nationaal-socialisme een groote
toekomst wacht. Voor de pauze zal ik spre
ken over de grondslagen van het Nationaal-
Soeialisme en wel over de geestelijke grond
slagen. Na de pauze zal ik zooveel mogelijk
gelegenheid geven tot het stellen van schrifte
lijke vragen.
Het fascisme, zooals wij dat zien, is na den
oorlog opgekomen.
Deze nieuwe wereldbeschouwing is in
Italië met Mussolini begonnen en vandaar
gegaan naar Duitschland, Oostenrijk, Enge
land, Frankrijk, ook naar deze lage landen
aan de zee. waarvan gij de bewoners zijt en
waarvan wij moeten zijn de dragers van de
toekomst. Het is een Europeesch verschijnsel
en het is belachelijk, dat men denkt met ver
boden dit Europeesche verschijnsel tegen te
houden. Wij hebben een taak, n.1. het op-
bouwen van het nationaal-socialisme. De be-
doeling is, dat deze wereldbeschouwing ge
bracht zal worden in ieder land, op de wijze
zooals het past bij de bevolking van dat
Jand en bij de belangen van dat land. Vandaar
de verschillen tusschen het fascisme in Italië,
Oostenrijk en Duitschland; en vandaar, dat
wij hier in Nederland, voorzoover het in ons
vermogen is, op eigen nationale grondslagen
willen bouwen. Toen de oorlog in 1918 ten
einde liep. verscheen in Europa de gedachte:
het einde van Europa is nabij. Over den on
dergang van het avondland verschenen reeds
boeken. Europa zou toevallen aan Azië en
Amerika en het beste was, dat wij ons daar
maar bij zouden neerleggen. Toen verscheen
de figuur Mussolini. die misschien onbewust
want groote geesten handelen instinctief
hetgeen ontzaglijk veel zuiverder is dan
het verstand zeide: Europa zal niet onder
gaan; het zal een toekomst hebben. Hij luidde
de cultuur in der 20ste eeuw. die komende is.
De wereldoorlog heeft <-en einde gemaakt
aan de cultuur der 10de eeuw. De nieuwe toe
stand is reeds grootendeels gekomen.
Rusland er. Azië zijn communistisch, en wij
hebben te kiezen in de ioekomst tusschen
het communisme of tusschen het fascisme.
Wat er tusschen ligt is verouderd en gaat
er onherroepelijk tusschen uit. (Eenig
^ANOTens verder te gaan, vond spr. het
wenschelijk eens te laten zien, hoe anderen de
NUberakribladen als Avondpost en de Uit
kijk noemen ons sjacheraars m nationaal ge
voel; vol verblinding. Zij betoogen dat de
tahoud van ons blad aan modder doet denken
en dat de geheele N- S. B. zwendel is
menschen dit zelf gelooven, vervu,u
om u dat wijs te maken, omdat vervuld
zijn van haat. aangezien f^J^^^gdster
voelen. Maar 'haat is nooiteengwde lt.nsrer
geweest, wanneer het gaat om de toekomst
van een völk. Die kan alleen door lietóe g
brengt zal een geestelijk fundament
hebben; zal gedragen moeten w0^,nkunnen
idealisme; en gij zult het fascisme me
begrijpen, noch als wereldbeschouwing
als opvoedsysteem. noch als party, t
gij U niet eerst rekenschap geeft yan w
het geestelijk fundament is v*n.h^ jaS3ige
Gij weet evenzeer als ik. da de huidg
maatschappij niet in orde is. Ieder p
zelf staand individu wordt g^rev«" ,^k
egoïsme, door een zucht naar cogenblikKeujK
genot, vierkant daartegenover stelt zich het
fascisme, dat zegt, dat men zich niet in de
eerste plaats moet richten op het gemakkelijk
leventje. Het geheele leven is een strijd en
door te strijden zult gij in werkelijkheid wor
den mensch; want daardoor zullen uw gees
telijke en lichamelijke krachten zich ont
plooien; maar gij hebt ervoor te waken, dat
gij die strijd voert in opbouwende zin. En
nooit in vernietigende zin van hetgeen be
waard moet blijven en mooi is Het goede
element is de goede gedachte, die in ons zelf
leeft. Wanneer wij denken aan onze duizen
den volksgenooten door werkloosheid uitge-
stooten uit het maatschappelijke leven, dan is
het niet in de eerste plaats het feit, dat zij aan
den rand van de armoede moeten leven, dat
ons mistroostig maakt, maar wel in de eerste
plaats het feit, dat zij uitgesloten zijn uit hun
aandeel in den opbouw, dat zij niet nuttig
werkzaam kunnen zijn voor het geheel, en
geen aandeel kunnen hebben in den strijd.
Het fascisme is de werkzame mensch, die han
delt, moeilijkheden trotseert en overwint. Dit
geldt niet alleen voor personen, maar ook
voor de geheele natie.
Onze voorouders hebben hun strijd ge
streden. Aan de vorige generatie danken
wij dat wij zijn wie we zijndaarom hebben
wij eerbied voor den arbeid, want alles is
tenslotte het resultaat van geestelijke en
handenarbeid; die twee moeten samengaan,
wil ooit een betere toekomst mogelijk zijn.
Wij zien het leven ernstig; religieus, vol
maakt evenwichtig en wij willen tesamen
voortgaan aan den opbouw.
Volksgenooten vereenigt U
Wij zien de groote boodschap, die wij aan
het volk hebben te brengen. Deze boodschap
is, Volksgenooten vereenigt U, want daarin
ligt de kracht, om de groote moeilijkheden
van dezen tijd en de moeilijkheden, die ko
men zullen, te kunnen trotseeren. Het idee
van den alleenstaande mensch is een fictie.
De alleenstaande mensch is tot niets in
staat. Wij behooren de samenwerkende
kracht van allen in de natie te vereenigen in
een georganiseerden staat.
Wij dienen te bedenken, dat wij nu de
maatschappij hebben, die wij zelf verdienen.
De maatschappij is niet slechter dan wij
zijn; ze is het resultaat van de leer, ieder
voor zich met als gevolg, dat de een den
ander mceel om hals brengt, onder het
motto, dat is het recht van de sterkste.
Wij zeggen, dat het algemeen belang bo
ven het groepsbelang en het groepsbelang
boven het persoonlijk belang moet gaan. De
liberalistische geest zal pas overwonnen
zijn, wanneer de gemeenschap, de staat zich
gevormd heeft tot den bewusten wil van ons
allen en wanneer gij denkt, dat de vrijheid
daarbij tekort komt, dan zeg ik: de eenige
vrijheid die waarlijk zin heefi, is de vrijheid
van den Staat en van de burgers binnen dien
staat, voorzoover die niet misbruikt wordt
ten bate van het individu, ten koste van de
menigte. Ons uitgangspunt is dus de volke
ren zijn de eenheden.
Hij die de wereld geschapen heeft weet
het beter dan wij met ons allen. Hij heeft de
wereld gezegend met een groote verscheiden
heid aan menschenrassen en personen en het
is juist die verscheidenheid, die een goeden
opbouw mogelijk maakt.
Men kan niet van een materiaal iets goeds
bouwen; slechts een goede verhouding van
materiaal maakt, dat er een goed geheel ont
staat. Het is dus goed dat er verschil is tus
schen menschen en tusschen de volkeren
Wij hebben in deze lage landen een Ne-
derlandsch volk. De opgave voor ons is, dat
volk in stand te houden en naar een betere
toekomst te voeren.
En als wij daarbij als individuen ten
gronde gaan, dan hebben wij dat te accep
teeren, omdat het ten slotte belangrijker is,
dat de natie in stand blijft dan wij.
Ik hoopt, dat in ons Nederlandsch volk
zal varen deze geest, dat zij offers wil bren
gen ten behoeve van allen. Het eerste gebod
van den fascist is: gij zult dienen, gij zult
offers brengen voor uw volk. (Applaus).
Lijnrecht daartegenover staat de Fran-
sche revolutie de leer van gelijkheid, vrijheid
en broederschap. Dat klinkt ook nu nog
mooi; maar als gij nu nog het woord vrij.
heid hoort, dan gaat dit gepaard met de ge
balde vuist naar boven en de broederschap
en de gelijkheid worden vergeten.
Hoe werd die Vrijheid, gelijkheid en broe
derschap door het liberalisme na de Fran
sche revolutie verstaan. Spr. gaf in overwe
ging daarover eens te lezen boeken over de
economische toestanden in Europa in de ja
ren van 1830 tot 1860, toen er de grootst mo
gelijke uitbuiting was van het grootste deel
van 't volk door 'n zeer klein deel en op een
manier, waarvan wij geen idee meer hebben
Een 16-urige werkdag was normaal; kinde-
r n werden bijna naakt in de mijngangen
voor wagentjes gespannen, omdat zij gemak
kelijker door nauwe gangen konden kruipen
en nauwe gangen waren vöordeeliger.
Men was vrij, maar hij die deze arbeids
voorwaarden niet aanvaardde, behield al
leen de vrijheid om te verhongeren In den
tijd van het economische liberalisme ont
stond een diepe kloof tusschen ons volk en
wanneer als reactie daarop gekomen is de
leer van Marx, dan is dat begrijpelijk; daar
mee is de klassenstrijd niet begonnen; die
was er. Marx heeft dien klassestrijd alleen
sterk onder woorden gebracht en gezegd,
dat die verkeerd was, maar hij zei erbij, dat
de kloof nog steeds breeder en dieper moest
worden, dat de groepen van uitbuiters klei
ner en vas uitgebuitenen grooter moest wor
den, opdat eenmaal de kleinere groep van
uitbuiters kon worden weggevaagd en de
heilstaat kon worden geboren.
De leer was fout maar heeft toch
iets goeds gebracht
Deze klassestrijd werd dus zuiver als de
reactie op de uitbuiting gepredikt en de
kloof is nog diep gebleven tot op den huidi-
gen dag, ofschoon er van de geheele leer van
Marx niet veel is overgebleven. Nu na 50
'aar Yh TfCn' ?atkdie leer volkomen fout
f i? 'ets goeds gebracht,
■wi l, t h.et goed? gebracht, dat er man-
WrH u StFa Z'i" °Pgestaan, die gepro-
beerd hebben, voor die duizenden, waarvoor
niets gedaan werd een beteren toestand te
scheppen en om de kloof ondieper en la
Ier te maken. Die menschen Tebben ook
recht op waardeering van ons, ook al
staan zij lijnrecht tegenover andere beginse-
l<?n van ons. Wij zien het Marxisme als pen
C^vaar voor ons volk; dat ma„™S™dwij «n
Wil ons volk een toekomst tegemoet gaan
In "lateneden zin heeft het veel voor het
volk gedaan maar het heeft tegeliikertiid
aan ons volk vele geestelijke waarden ont-
die/uiver gezien grooter waren. Zij
hebben met hun theorieën de volkeren hun
vaderland ontnomen. Voor Marx persoonlijk
was zijn leer volkomen juist- als Duitscher
geboren leefde hij in Engeland enhifVer
breidde zijn leer over geheel Europa en ken
de geen vaderland. Maar daarom was dit
nog geen reden, om aan anderen, die dit wel
kenden dit te ontnemen. Onze taak is het
met behoud van de materieele verbeterin
gen, die nog Siecht zijn en opgevoerd moe
ten worden, om aan het volk de ontnomen
geestelijke waarde terug te geven. Het volk
heeft niet alleen recht op een vaderland,
land" °P ee" Pl3atS het vader'
De klasse-bewuste proletariër heeft niets
aan het internationalisme; wanneer hii paat
niet naar h<* land van de bruine moordpest,
maar naar Frankrijk, België, Engeland, des
noods naar Rusland, om daar met zijn ge
reedschap zijn brood te verdienen, dan is hii
binnen 2 maal 24 uur terug tusschen twee
marechaussees; alleen de kapitalist kan, mits
hij zijn portefeuille meeneemt, alleen gerust
naar het buitenland gaan; het kapitalisme is
internationaal. Niet alleen om materieele
redenen moeten wij nationaal zijn; ons hart
is nationaal; ieder die wel eens buiten zijn
volk en vaderland heeft verkeerd, weet wat
het beteekent, om terugkomende in zijn va
derland de taal weer te hooren spreken en
zich weer thuis te gevoelen. Het nationalisme
testaan am Van ons maatschappelijk
Gij zult nationaal zijn.
Nationaal zijn beteekent niet, dat wij op 31
Augustus met oranje loopen en als het niet
regent de vlag uitsteken; natuurlijk viert men
den verjaardag van de koningin het hoofd
van den staat, de verpersoonlijking van de
natie; maar als men denkt, dat men er daar
mee af is, moet men niet bij ons zijn; want wij
zeggen gij zult nationaal zijn van 1 Januari
tot 31 December; dat beteekent, liefde hebben
voor geheel uw volk.
De fierheid van den Engelschman komt,
omdat hij besef heeft tot een volk te behooren
dat gerespecteerd wordt over de 'geheele
wereld; zoovermoet het ook met ons komen
(Applaus).
Wij allen zijn geneigd te rekenen met den
kring waarin wij wonen, maar wij moeten
daar boven uit. Wij moeten weer krijgen het
besef, dat wij willen d enen uit gemeenschaps
zin.
Wij zullen moeten krijgen een sociaal ge
voel; wij zullen dus mo°ten zijn socialist in
deze verheven zin, zooals het ons reeds 2000
jaar is voorgehouden: hebt uw naaste lief
gelijk u zelf.
Wij zijn nationaal-socialist, omdat een wer
kelijk socialistisch gevoel zonder natie niet
mogelijk is. In den naam nationaal-socialist
zit ons geheele streven. Gij zult zijn natio
naal en zult gevoelen sociaal.
t?6 u^',"ers,' G.S.P.-ers, Communisti
sche partij Holland, de menschen van de eer.
ste, 2de, 3de en 4de internationale noemen wij
Marxisten, omdat zij hun wortel hebben in
de leer van Marx.
De soc.-democraten gingen anderhalf jaar
geleden met 100.000 man naar Hou trust, om
te zorgen, dat er geen loonsverlaging kwam;
ik hoor weinig meer spreken over het resul
taat, maar heb mij laten vertellen, dat er niet
tegenstaande die meeting toch nog loonsver
laging is gekomen
Ik kan mij begrijpen, dat wanneer men een
klein inkomen heeft en 'daarvan zijn crezin
moet onderhouden, dat men het niet plezierig
vindt, daarvan een deel te moeten afstaan
maar onder hen, d'e daarheen gingen, waren
ook velen wier inkomen w 1 voldoende was
Zij bedoelden: blijf van mijn portemonnaie af
en hebben dit met de kapita':sten gemeen-
maar wij noemen dit geen bewijs van socialis
me; dat is een bewijs van Marxisme; het is
een bewijs van de leer: al het uwe is het
mijne, maar van het mijne blijf je af.
Wanneer wij zullen gaan voor zulk een
demonstratie onder den naam van socialisme
dan zullen wij gaan naar de heeren in Den
Haag met dc mededeeling: wij brengen u een
deel van ons eigen inkomen; wij brengen u
het offer van 10 procent van ons inkomen,
maar gjj zult er voor hebben te zorgen, dat
zij, die evenveel hebben als wij of meer, ook
dit offer brengen, om hen die door de werk
loosheid aan den afgrond staan, en die sinds
zij na hun 14de jaar van de school kwamen
nimmer een kans hebben gekregen om iets te
presteeren, aan werk te helpen (Applaus.)
In het land van de 65 millioen Duitschers
heeft men ra 1918 de zegeningen van het
Matxisme gekregen; men zou laten zien, wat
een marxistische regeering beteekende- in
materieelen en cultureelen zin. Wat hebben zij
in de periode van 1918 tot 1932 gedaan- wie
hebben het goed gehad? Goed hebben het ge
had de Barmats en de Sklareks en alles wat
er bij behoort en die wij nu geërfd hebben
(Applaus.)
_"oen zij begonnen, was de toestand voor
de arbeidende klasse niet rooskleurig. Maar
ook aan 't eind van hun periode, waren er na
50 jaar voorbereiding van dat Marxisme nog
millicenen werkloozen. Ondanks de revolutie,
waardoor honderden dooden zijn gevallen
Het is dus te begrijpen, waarom het Duitsche
volk er genoeg van had. Van alle leuzen was
niets in vervulling gegaan. Nu na een jaar
Nationaal Socialisme is 't daar ook nog geen
rozengeur en manenschijn, maar er zijn toch
toestanden, die erop wijzen, dat er vooi het
geheele volk weer een basis van bestaan is,
in cultureelen en materieelen zin. Men heeft 't
dezen winter zoover gebracht, dat er geen kou
en honger in Duitschland is geleden, omdat
ieder van de volksgenooten gedurende de
wintermaanden 10 procent van zijn inkomen
heeft afgestaan.
Het is de N.S.B. geweest, die voor de dui
zenden in Duitschland wonende Nederlan
ders voor het eerst in de praktijk iets tot
stand heeft weten te brengen. Deze duizenden
staan aan den rand van den hongersnood, om
dat zij van ons land tien gulden in de 14
dagen ontvangen. In Duitschland wordt ook
10 proc. geheven, van de Nederlanders, die
wel verdienen; wij hebben toen gezegd, het
is niet billijk, om nu de noodlijdende'Neder
landers van de 10 proc. steun uit te sluiten.
Wij hebben den leider daar gevraagd: is dat
recht? en bereikt, dat ook zijn nu van den win
terhulp genieten. Het kapitalisme in Neder
land is bizonder internationaal. Eerst heb
ben wij aan Rusland anderhalf milliard ge
leend, waarvan niets is terecht gekomen,
daarop hebben wij anderhalf milliard laten
verdwijnen in Noord- en Zuid-Amerika,
Spanje en Oostenrijk; en een milliard hebben
wij aan marken in Duitschland laten ver
dwijnen.
Toch verwonderen wij ons erover, dat wij
niet meer kapitaalkrachtig zijn. Het zou fa
buleus zijn, wanneer wij dat nog wel waren.
Wij hebben geen geld meer voor de Zuider
zeewerken, maar met dat geld hadden we het
werk wel driemaal kunnen uitvoeren. Spr. is
overtuigd 90 proc. van het Nederl. Volk tc
kunnen winnen voor het nationaal socialisme
van de N.S.B. Uit alle kringen, zoo zeide
spr., komen ze tot ons; eveneens uit alle poli
tieke partijen. De s.d.a.p., de o.s.p. en de
comunisten niet uitgezonderd. De leiders
worden daardoor met ontzaggelijke angst
bezield; ieder zorgde zoo rustig voor eigen
schaapjes.
Het fascisme verstoort nu de regels van
het spel. Bij de laatste verkiezingen heeft de
voorman van de r.k. staatspartij gezegd: wij
hebben 30 zetels; welk een overwinning zal
het beteekenen indien dit er 31 zullen wor
den; het werden er 29 en de wereld is pre
cies hetzelfde geworden. Stem op mij, maar
laat ieder zijn kudde behouden, dat waren de
regels van het spel, maar daaraan doen wij
niet mee.
Wij zijn niet tevreden met een deel van het
volk; in die oude partijen leeft het volk niet.
Het volk moet met de wet in de hand gedwon
gen worden, om eens in de vier jaar op een
waschlijst een roode stip te zetten. Het volk
heeft zich nooit verencanailleerd met de po
litieke partijen, omdat het zich er boven ver
heven gevoelt; het wil niets van het geknoei,
dat er op het oogenblik aan verbonden is.
Het moet zoover komen dat men zegt: ik
doe aan politiek, maar in dezen zin aan po
litiek voor het volk in zijn geheel.
De intense haat tegen ons ontstaat omdat
wij menschen uit alle lagen der bevolking en
uit alle partijen requireeren. Toen op 7 Jan.
onze eerste landdag in Utrecht plaats vond
vereenigden de fascisten zich, maar op d!ien
zelfden dag ontstond de Unie van Den Haag
van Lou de Visser tot Duymaer van Twist.
De fascisten bedreigt men in hun baantjes;
wij worden geterroriseerd door de Unie van
Den Haag; daartegen zulien wij hebben te
vechten en ondanks dat zal de Unie van
Utrecht den grondslag vormen voor onze
natie.
Fascisme beteekent opbouw; wij komen ook
op tegen het misbruik dat er van religie ge
maakt wordt voor politieke doeleinden. De
Marxisten zeggen: het kapitaal behoort in
handen van de gemeenschap; maar ik heb
nooit een gemeenschap gezien met handen,
maar ik heb wel gezien, dat de ambtenaren
handen hebben; het beteekent dus het kapi
taal in handen van de ambtenaren, die ons
vanuit Den Haag regeeren.
Dat kan; wij zien het sinds 1917 in Rus
land. De toestand daar zijn de mazelen ge
noemd, maar ieder die hersens heeft weet,
dat het daar iets blijvends is. Hoe'ang weet
spr. niet, want tenslotte is in deze wereld
niet blijvends. De communisten regeeren
daar en erkend moet worden, dat daar in ze
ker opzicht ook groote dingen tot stand wor
den gebracht, maar men gaat daar over lij
ken. Het is nonsens, als de s.d.a.p. vertelt,
dat men het kapitaal in handen van de ge
meenschap krijgt langs banen van geleide
lijkheid. Men is daar zelfs zoo brutaal, dal
men zegt te zullen onteigenen tegen schade
loosstelling. Zoo'n onteigening beteekent,
dat men fabrieken onteigent en geld geeft,
om weer andere fabrieken te koopen. Wan
neer ik klassestrijder was, liet ik me niet door
de s.d.a.p. in de luren leggen. Dan ging ik
naar de communisten, want die zijn tenmins.e
van plan te doen wat ze zeggen.
Tegenover de communisten staat onze over
tuiging, die zegt, dat hun weg voor Europa
de weg niet is. Op grond van onze cultuur
is onze weg, die van Italië. Wij willen het
particulier eigendom eerbiedigen, voorzoover
het op behoorlijke wijze is verkregen en mits
het aangewend wordt in het belang van de
gemeenschap.
Misbruiken van het kapitaal komen noch
in Italië noch in Duitschland meer voor. Zoo
sterk als wij staan tegenover het economisch
liberalisme, zoo sterk staan we ook tegen het
Marxisme, dat naar onze overtuiging op de
zelfde wortels groeit. Wij ontkennen voor den
werkgever het recht tot uitsluiting en voor
den werknemer het recht op staking; wij zeg
gen gij hebt ieder ercht op een deel, maar
het geheel komt het volk toe.
Wij zijn in wezen een arbeidende staat;
niemand heeft het recht cm de organisatie
van den arbeid lam te leggen en hoog tot
laag heeft de plicht tot arbeiden. De onder
nemer en de arbeider behooren samen te wer
ken in het bedrijfsamen behooren zij te
voorzien in de behoefte van het volk. Onder
waarborg, dat een ieder recht gedaan wordt.
Wij bouwen aan de synthese, dat alle
volksgenooten hebben samen te werken voor
de instandhouding en opbouw van geheel het
volk. Wij moeten terug naar de eenvoudige
waarheid, dat arbeid een plicht en een geluk
is.
D? arbeid in de fabrieken is voor hen, die
steeds deze'fde handeling moeten verrichten,
uitermate zwaar, doch hij is noodzakelijk
maar voor zulk een arbeid moet het aantal
arbeidsuren beperkt worden.
Rovendien moet de arbe'der weten, dat
zijn arbeid door het geheele volk gewaar
deerd wordt, en zij, die het geluk hebben
iets meer te kunnen doen, moeten weten, dat
zij bevoorrecht zijn.
Allen moeten weten, dat het er niet in de
eerste plaats op aankomt, wat men doet, maar
hoe men het doet.
Overal waar het fascisme in het strijdperk
treedt tegen het communisme en Marxisme
moet het winnen Omdat het de arbeide»s
ontneemt de verbittering en hun geeft het ge
voel, van respect als lid van de volksgemeen
schap.
Wij beleven in deze tijden een vernieuwing;
in naam van de vrijheid wordt de sociale or
ganisatie verboden; de partijen zoowel de
kerkelijke als Marxistische hebben gezorgd,
dat hun balans in evenwicht bleef; de par
tijen op religieuzen grondslag hebben mate
rieele gelijkstelling verkregen maar ten koste
van hun eigen principe.
Wij kregen daardoor Teun de Klepperman
in de radio; de Zeven Provincieën met de
muitende bemanning en de arbeiders in de
duimschroeven van de vakgroepen. Wij leven
in den tijd van het handjeplak; jaar in jaar
uit; daartegen komt ons geheele gevoel in op
stand.
Wat wilt ge zijn.
Wij praten niet meer over liberalisme of
-.d.a.p., omdat we weten, dat de weg van het
liberalisme voert naar de s.d.a.p. en die van
de s.d.a.p. naar het communisme. De vraag
is dus, wat wilt ge zijn; communist of fas
cist. Men zegge nu niet, dat ik overdrijf, en
dat wij den voorzitter van de a.r. fractie
toch als minister-president hebben. Een Ita
liaan mocht hier niet spreken over fascisme;
maar den volgenden dag werd aan een Belg
toegestaan voor de liberale Staatspartij het
woord te voeren en die betoogde, dat Neder
land blij mocht zijn met de regeering-Cotijn,
omdat Colijn de grootste liberale staatsman
was van dezen tijd.
Het zijn de rechtsche regeeringen, die de
arbeiders hebben gekluisterd aan de vakbon
den en leden, die de brutaliteit hebben om
fascist te zijn worden geroyeerd en op straat
gezet. Zoo wordt in dezen staat het goed en
kwaad gelijk gesteld. Wij achten een objec
tieve scheiding tusschen goed en kwaad mo
gelijk en willen aan beiden de plaats geven
die het toekomt.
Slechts een levensbeschouwing is goed en
dat is die welke het goede wil. Door dit aan
te hangen zijn we in staat aan terreur het
hoofd te bieden. Goed is de christelijke gods
dienst en daarom wordt de christelijke kerk
beschermd tegen venijn en aantasting; goed
is de opvoeding van de jeugd tot vaderlands
liefde; goed de samenwerking van alle volks
genooten en de solidariteit van alle volks
krachten tot de instandhouding en den bloei
der bedrijven; goed is de nauwe band tus
schen Nederland en Indië omdat ons volk
Indië niet kan ontberen en omdat zonder ons
het Indische volk in onderlingen strijd ten
gronde gaat of door anderen wordt inge
pikt. Goed is tenslotte onze liefde voor rus
volk en ons vaderland en onze aanhankelijk
heid en eerbied voor het Koninklijk huis.
En omdat wij dat goede tot stand willen
brengen niet individueel, maar in een mach
tige organisatie, daarom zijn wij fascist en
daarom rust op ons de plicht om het nieuwe
schip van staat te bouwen; het oude is meer
dan 100 jaar oud en nu lek. Ieder weet, dat
den Haag bezig is met pompen opdat het
niet naar den kelder gaat. Wanneer men ons
wil dwingen op die oude schuit te blijven,
dan zeggen wij neen, het is uw plicht om te
pompen, maar het is onze plicht om in dien
tijd voor het oude schip gezonken is er voor
te zorgen, dat er een nieuw schip van staat
gebouwd wordt, dat ons volk zal dragen door
de 20ste eeuw, zooals het oude ons gedragen
heeft door de 19de eeuw. Op dit nieuwe schip
moet plaats zijn voor iedereen; dit schip zal
varen onder de oude rood-wit-blauwe vlag
van Michiel de Ruyter en in den top de oranje
vlag. En zoo zul'en rij zeer houden en daar
om zeg ik tot u Houzee. (Applaus).
Hierop werd een half uur gepauzeerd,
waarin gelegenheid was verschillende vragen
schriftelijk in te dienen.
Hiervan werd een druk gebruik gemaakt.
Beantwoording van vragen.
In zijn beantwoording zeide de heer Mus
sert, dat zoo ongeveer een bibliotheek was
ingekomen, zoodat hij om half 12 genood
zaakt was, een deel van de vragen onbeant
woord te laten en te deponeeren in het dossier
van den voorzitter.
Van de beantwoorde vragen vermelden
wij die, naar de juistheid of de N.S B. op 2
na de grootste politieke partij in Nederland
is Deze vraag werd door Mussert met ja be
antwoord. Hij zeide dat de N.S.B., hoewel
die nog maar 2 jaar bezig is reeds thans tus
schen de 20 en 25.000 leden telt.
In antwoord op een andere vraag zeide
Mussert niet te willen beweren dat de a.r.-
partij geleidelijk overgaat tot het communis
me, maar wel wilde hij beweren, aan de hand
van de feiten, dat het marxisme het nimmer
zoo gemakkelijk en zoo goed heeft gehad als
onder een rechts bewind, waarmee spr. niet
wil zeggen, dat een links bewind den groei
van het Marxisme niet bevordert.
In antwoord op een gestelde vraag over
het gebeurde j.1. Dinsdag op een vergadering
van de V.D. te IJmuiden, waar N.S.B.-ers in
een vergadering de orde hebben verstoord en
toen er gelegenheid tot debat was honend
vertrokken, antwoordde Mussert, dat, wan
neer dit het geval is geweest, hij dit zeker af
keurt. Leden, die zich niet kunnen beheer-
schen behooren niet naar andere vergade
ringen te gaan.
In antwoord op de vraag, of het beginsel
van de N.S.B. niet veroordeeld wordt door
den persoon van Jezus Christus in verband
met diens gelijkpnic van de Barmhartige Sa
maritaan, zeide spr., dat naast het begrip
volksgenoot het begrip mensch staat, dat de
geheele menscheid omvat. Wanneer de N S.B
zegt, wij willen in de eerste plaats zijn volks
genooten zonder onderscheid, dan moet men
daaruit niet afleiflen, dat hij niets te maken
wil hebben met hen, die buiten ons staan,
Wij Nederlanders hebber. nFts te zeggen met
Chineezen en Japaneezen; wel kunnen wij
iets voor eigen volk doen en dat stellen wij
dus is de eerste plaats.
De praktijk van de ontwapenaars is, dat zij
een hoog plan zetten om voora niets te doen.