ALKMAARSCHE COURAKT SSiïswSSfi N.S.B.-vergadering in de Harmonie. De leider Mussert spreekt. Ho. 17 ZATF.RDAG 20 JANUARI 1934 Stad en Omgeving v Zeer groote belangstelling. In de groote zaal van de Harmonie werd gisteravond een drukbezochte vergadering gehouden, belegd door de afd. Allernaar van de N. S. B. Aangezien in deze vergadering de leider Mussert het woord voerde, was het begrijpe lijk, dat geen plaatsje onbezet was. In de foyer stelden zich zelfs een 100-tal personen met een staanplaats tevreden, terwijl op het ttooneel eveneens een 100-tal had plaats ge nomen. Het tooneel was met zwart-rood doek, de N. S. B.-kleur behangen, terwijl de kathe der en de bestuurstafel in nationaal doek waren gehuld. Op een standaard prijkte het portret van de Koningin; het voetstuk was met vlaggedoek omgeven, het portret met Oranje-doek. De zaal was hier en daar afge zet met leden van de weerbaarheidsafdeeling, waarvoor een 25-tal per autobus uit de af- deeling IJmuiden was overgekomen. Uit tal van plaatsen van Noordholland boven het Y er waren er zelfs uit Den Helder, Wierin- gerwaard en Hoorn waren belangstellenden ter vergadering gekomen. Zeer velen waren per auto naar de kaasstad getrokken en dien tengevolge stond het Hofplein vol auto's. De politie had de noodige ordemaatregelen genomen; aan niemand was het veroorloofd m de Lombardsteeg of Veerstraat stil te Btaan. Aan de vele Bergenaren die aanwezig waren, werd mededeeling gedaan, dat er na afloop nog een extra bus naar Bergen zou Joop en. Een strijkje van jongeren luisterde den avond op. Hoewel de vergadering om 8.15 uur was uitgeschreven klonk pas om vijf voor half negen het „Geeft acht!" van de zaalwacht, waarop de leider, voorafgegaan door zaal wachters den Houzee-groet brengende en met den Houzee-groet begroet, naar het podium schreed. De voorzitter, mr. v. Leeuwen, gaf onmid dellijk het woord aan den heer Mussert. De rede van den heer Mussert. Mijn volksgenooten, kameraden, leden van de N. S. B., aldus de heer Mussert, het is van daag voor het eerst, dat ik zal spreken in Noordholland boven het Y. Ik verheug mij daarover, omdat ik geloof, dat juist in deze streek, het nationaal-socialisme een groote toekomst wacht. Voor de pauze zal ik spre ken over de grondslagen van het Nationaal- Soeialisme en wel over de geestelijke grond slagen. Na de pauze zal ik zooveel mogelijk gelegenheid geven tot het stellen van schrifte lijke vragen. Het fascisme, zooals wij dat zien, is na den oorlog opgekomen. Deze nieuwe wereldbeschouwing is in Italië met Mussolini begonnen en vandaar gegaan naar Duitschland, Oostenrijk, Enge land, Frankrijk, ook naar deze lage landen aan de zee. waarvan gij de bewoners zijt en waarvan wij moeten zijn de dragers van de toekomst. Het is een Europeesch verschijnsel en het is belachelijk, dat men denkt met ver boden dit Europeesche verschijnsel tegen te houden. Wij hebben een taak, n.1. het op- bouwen van het nationaal-socialisme. De be- doeling is, dat deze wereldbeschouwing ge bracht zal worden in ieder land, op de wijze zooals het past bij de bevolking van dat Jand en bij de belangen van dat land. Vandaar de verschillen tusschen het fascisme in Italië, Oostenrijk en Duitschland; en vandaar, dat wij hier in Nederland, voorzoover het in ons vermogen is, op eigen nationale grondslagen willen bouwen. Toen de oorlog in 1918 ten einde liep. verscheen in Europa de gedachte: het einde van Europa is nabij. Over den on dergang van het avondland verschenen reeds boeken. Europa zou toevallen aan Azië en Amerika en het beste was, dat wij ons daar maar bij zouden neerleggen. Toen verscheen de figuur Mussolini. die misschien onbewust want groote geesten handelen instinctief hetgeen ontzaglijk veel zuiverder is dan het verstand zeide: Europa zal niet onder gaan; het zal een toekomst hebben. Hij luidde de cultuur in der 20ste eeuw. die komende is. De wereldoorlog heeft <-en einde gemaakt aan de cultuur der 10de eeuw. De nieuwe toe stand is reeds grootendeels gekomen. Rusland er. Azië zijn communistisch, en wij hebben te kiezen in de ioekomst tusschen het communisme of tusschen het fascisme. Wat er tusschen ligt is verouderd en gaat er onherroepelijk tusschen uit. (Eenig ^ANOTens verder te gaan, vond spr. het wenschelijk eens te laten zien, hoe anderen de NUberakribladen als Avondpost en de Uit kijk noemen ons sjacheraars m nationaal ge voel; vol verblinding. Zij betoogen dat de tahoud van ons blad aan modder doet denken en dat de geheele N- S. B. zwendel is menschen dit zelf gelooven, vervu,u om u dat wijs te maken, omdat vervuld zijn van haat. aangezien f^J^^^gdster voelen. Maar 'haat is nooiteengwde lt.nsrer geweest, wanneer het gaat om de toekomst van een völk. Die kan alleen door lietóe g brengt zal een geestelijk fundament hebben; zal gedragen moeten w0^,nkunnen idealisme; en gij zult het fascisme me begrijpen, noch als wereldbeschouwing als opvoedsysteem. noch als party, t gij U niet eerst rekenschap geeft yan w het geestelijk fundament is v*n.h^ jaS3ige Gij weet evenzeer als ik. da de huidg maatschappij niet in orde is. Ieder p zelf staand individu wordt g^rev«" ,^k egoïsme, door een zucht naar cogenblikKeujK genot, vierkant daartegenover stelt zich het fascisme, dat zegt, dat men zich niet in de eerste plaats moet richten op het gemakkelijk leventje. Het geheele leven is een strijd en door te strijden zult gij in werkelijkheid wor den mensch; want daardoor zullen uw gees telijke en lichamelijke krachten zich ont plooien; maar gij hebt ervoor te waken, dat gij die strijd voert in opbouwende zin. En nooit in vernietigende zin van hetgeen be waard moet blijven en mooi is Het goede element is de goede gedachte, die in ons zelf leeft. Wanneer wij denken aan onze duizen den volksgenooten door werkloosheid uitge- stooten uit het maatschappelijke leven, dan is het niet in de eerste plaats het feit, dat zij aan den rand van de armoede moeten leven, dat ons mistroostig maakt, maar wel in de eerste plaats het feit, dat zij uitgesloten zijn uit hun aandeel in den opbouw, dat zij niet nuttig werkzaam kunnen zijn voor het geheel, en geen aandeel kunnen hebben in den strijd. Het fascisme is de werkzame mensch, die han delt, moeilijkheden trotseert en overwint. Dit geldt niet alleen voor personen, maar ook voor de geheele natie. Onze voorouders hebben hun strijd ge streden. Aan de vorige generatie danken wij dat wij zijn wie we zijndaarom hebben wij eerbied voor den arbeid, want alles is tenslotte het resultaat van geestelijke en handenarbeid; die twee moeten samengaan, wil ooit een betere toekomst mogelijk zijn. Wij zien het leven ernstig; religieus, vol maakt evenwichtig en wij willen tesamen voortgaan aan den opbouw. Volksgenooten vereenigt U Wij zien de groote boodschap, die wij aan het volk hebben te brengen. Deze boodschap is, Volksgenooten vereenigt U, want daarin ligt de kracht, om de groote moeilijkheden van dezen tijd en de moeilijkheden, die ko men zullen, te kunnen trotseeren. Het idee van den alleenstaande mensch is een fictie. De alleenstaande mensch is tot niets in staat. Wij behooren de samenwerkende kracht van allen in de natie te vereenigen in een georganiseerden staat. Wij dienen te bedenken, dat wij nu de maatschappij hebben, die wij zelf verdienen. De maatschappij is niet slechter dan wij zijn; ze is het resultaat van de leer, ieder voor zich met als gevolg, dat de een den ander mceel om hals brengt, onder het motto, dat is het recht van de sterkste. Wij zeggen, dat het algemeen belang bo ven het groepsbelang en het groepsbelang boven het persoonlijk belang moet gaan. De liberalistische geest zal pas overwonnen zijn, wanneer de gemeenschap, de staat zich gevormd heeft tot den bewusten wil van ons allen en wanneer gij denkt, dat de vrijheid daarbij tekort komt, dan zeg ik: de eenige vrijheid die waarlijk zin heefi, is de vrijheid van den Staat en van de burgers binnen dien staat, voorzoover die niet misbruikt wordt ten bate van het individu, ten koste van de menigte. Ons uitgangspunt is dus de volke ren zijn de eenheden. Hij die de wereld geschapen heeft weet het beter dan wij met ons allen. Hij heeft de wereld gezegend met een groote verscheiden heid aan menschenrassen en personen en het is juist die verscheidenheid, die een goeden opbouw mogelijk maakt. Men kan niet van een materiaal iets goeds bouwen; slechts een goede verhouding van materiaal maakt, dat er een goed geheel ont staat. Het is dus goed dat er verschil is tus schen menschen en tusschen de volkeren Wij hebben in deze lage landen een Ne- derlandsch volk. De opgave voor ons is, dat volk in stand te houden en naar een betere toekomst te voeren. En als wij daarbij als individuen ten gronde gaan, dan hebben wij dat te accep teeren, omdat het ten slotte belangrijker is, dat de natie in stand blijft dan wij. Ik hoopt, dat in ons Nederlandsch volk zal varen deze geest, dat zij offers wil bren gen ten behoeve van allen. Het eerste gebod van den fascist is: gij zult dienen, gij zult offers brengen voor uw volk. (Applaus). Lijnrecht daartegenover staat de Fran- sche revolutie de leer van gelijkheid, vrijheid en broederschap. Dat klinkt ook nu nog mooi; maar als gij nu nog het woord vrij. heid hoort, dan gaat dit gepaard met de ge balde vuist naar boven en de broederschap en de gelijkheid worden vergeten. Hoe werd die Vrijheid, gelijkheid en broe derschap door het liberalisme na de Fran sche revolutie verstaan. Spr. gaf in overwe ging daarover eens te lezen boeken over de economische toestanden in Europa in de ja ren van 1830 tot 1860, toen er de grootst mo gelijke uitbuiting was van het grootste deel van 't volk door 'n zeer klein deel en op een manier, waarvan wij geen idee meer hebben Een 16-urige werkdag was normaal; kinde- r n werden bijna naakt in de mijngangen voor wagentjes gespannen, omdat zij gemak kelijker door nauwe gangen konden kruipen en nauwe gangen waren vöordeeliger. Men was vrij, maar hij die deze arbeids voorwaarden niet aanvaardde, behield al leen de vrijheid om te verhongeren In den tijd van het economische liberalisme ont stond een diepe kloof tusschen ons volk en wanneer als reactie daarop gekomen is de leer van Marx, dan is dat begrijpelijk; daar mee is de klassenstrijd niet begonnen; die was er. Marx heeft dien klassestrijd alleen sterk onder woorden gebracht en gezegd, dat die verkeerd was, maar hij zei erbij, dat de kloof nog steeds breeder en dieper moest worden, dat de groepen van uitbuiters klei ner en vas uitgebuitenen grooter moest wor den, opdat eenmaal de kleinere groep van uitbuiters kon worden weggevaagd en de heilstaat kon worden geboren. De leer was fout maar heeft toch iets goeds gebracht Deze klassestrijd werd dus zuiver als de reactie op de uitbuiting gepredikt en de kloof is nog diep gebleven tot op den huidi- gen dag, ofschoon er van de geheele leer van Marx niet veel is overgebleven. Nu na 50 'aar Yh TfCn' ?atkdie leer volkomen fout f i? 'ets goeds gebracht, ■wi l, t h.et goed? gebracht, dat er man- WrH u StFa Z'i" °Pgestaan, die gepro- beerd hebben, voor die duizenden, waarvoor niets gedaan werd een beteren toestand te scheppen en om de kloof ondieper en la Ier te maken. Die menschen Tebben ook recht op waardeering van ons, ook al staan zij lijnrecht tegenover andere beginse- l<?n van ons. Wij zien het Marxisme als pen C^vaar voor ons volk; dat ma„™S™dwij «n Wil ons volk een toekomst tegemoet gaan In "lateneden zin heeft het veel voor het volk gedaan maar het heeft tegeliikertiid aan ons volk vele geestelijke waarden ont- die/uiver gezien grooter waren. Zij hebben met hun theorieën de volkeren hun vaderland ontnomen. Voor Marx persoonlijk was zijn leer volkomen juist- als Duitscher geboren leefde hij in Engeland enhifVer breidde zijn leer over geheel Europa en ken de geen vaderland. Maar daarom was dit nog geen reden, om aan anderen, die dit wel kenden dit te ontnemen. Onze taak is het met behoud van de materieele verbeterin gen, die nog Siecht zijn en opgevoerd moe ten worden, om aan het volk de ontnomen geestelijke waarde terug te geven. Het volk heeft niet alleen recht op een vaderland, land" °P ee" Pl3atS het vader' De klasse-bewuste proletariër heeft niets aan het internationalisme; wanneer hii paat niet naar h<* land van de bruine moordpest, maar naar Frankrijk, België, Engeland, des noods naar Rusland, om daar met zijn ge reedschap zijn brood te verdienen, dan is hii binnen 2 maal 24 uur terug tusschen twee marechaussees; alleen de kapitalist kan, mits hij zijn portefeuille meeneemt, alleen gerust naar het buitenland gaan; het kapitalisme is internationaal. Niet alleen om materieele redenen moeten wij nationaal zijn; ons hart is nationaal; ieder die wel eens buiten zijn volk en vaderland heeft verkeerd, weet wat het beteekent, om terugkomende in zijn va derland de taal weer te hooren spreken en zich weer thuis te gevoelen. Het nationalisme testaan am Van ons maatschappelijk Gij zult nationaal zijn. Nationaal zijn beteekent niet, dat wij op 31 Augustus met oranje loopen en als het niet regent de vlag uitsteken; natuurlijk viert men den verjaardag van de koningin het hoofd van den staat, de verpersoonlijking van de natie; maar als men denkt, dat men er daar mee af is, moet men niet bij ons zijn; want wij zeggen gij zult nationaal zijn van 1 Januari tot 31 December; dat beteekent, liefde hebben voor geheel uw volk. De fierheid van den Engelschman komt, omdat hij besef heeft tot een volk te behooren dat gerespecteerd wordt over de 'geheele wereld; zoovermoet het ook met ons komen (Applaus). Wij allen zijn geneigd te rekenen met den kring waarin wij wonen, maar wij moeten daar boven uit. Wij moeten weer krijgen het besef, dat wij willen d enen uit gemeenschaps zin. Wij zullen moeten krijgen een sociaal ge voel; wij zullen dus mo°ten zijn socialist in deze verheven zin, zooals het ons reeds 2000 jaar is voorgehouden: hebt uw naaste lief gelijk u zelf. Wij zijn nationaal-socialist, omdat een wer kelijk socialistisch gevoel zonder natie niet mogelijk is. In den naam nationaal-socialist zit ons geheele streven. Gij zult zijn natio naal en zult gevoelen sociaal. t?6 u^',"ers,' G.S.P.-ers, Communisti sche partij Holland, de menschen van de eer. ste, 2de, 3de en 4de internationale noemen wij Marxisten, omdat zij hun wortel hebben in de leer van Marx. De soc.-democraten gingen anderhalf jaar geleden met 100.000 man naar Hou trust, om te zorgen, dat er geen loonsverlaging kwam; ik hoor weinig meer spreken over het resul taat, maar heb mij laten vertellen, dat er niet tegenstaande die meeting toch nog loonsver laging is gekomen Ik kan mij begrijpen, dat wanneer men een klein inkomen heeft en 'daarvan zijn crezin moet onderhouden, dat men het niet plezierig vindt, daarvan een deel te moeten afstaan maar onder hen, d'e daarheen gingen, waren ook velen wier inkomen w 1 voldoende was Zij bedoelden: blijf van mijn portemonnaie af en hebben dit met de kapita':sten gemeen- maar wij noemen dit geen bewijs van socialis me; dat is een bewijs van Marxisme; het is een bewijs van de leer: al het uwe is het mijne, maar van het mijne blijf je af. Wanneer wij zullen gaan voor zulk een demonstratie onder den naam van socialisme dan zullen wij gaan naar de heeren in Den Haag met dc mededeeling: wij brengen u een deel van ons eigen inkomen; wij brengen u het offer van 10 procent van ons inkomen, maar gjj zult er voor hebben te zorgen, dat zij, die evenveel hebben als wij of meer, ook dit offer brengen, om hen die door de werk loosheid aan den afgrond staan, en die sinds zij na hun 14de jaar van de school kwamen nimmer een kans hebben gekregen om iets te presteeren, aan werk te helpen (Applaus.) In het land van de 65 millioen Duitschers heeft men ra 1918 de zegeningen van het Matxisme gekregen; men zou laten zien, wat een marxistische regeering beteekende- in materieelen en cultureelen zin. Wat hebben zij in de periode van 1918 tot 1932 gedaan- wie hebben het goed gehad? Goed hebben het ge had de Barmats en de Sklareks en alles wat er bij behoort en die wij nu geërfd hebben (Applaus.) _"oen zij begonnen, was de toestand voor de arbeidende klasse niet rooskleurig. Maar ook aan 't eind van hun periode, waren er na 50 jaar voorbereiding van dat Marxisme nog millicenen werkloozen. Ondanks de revolutie, waardoor honderden dooden zijn gevallen Het is dus te begrijpen, waarom het Duitsche volk er genoeg van had. Van alle leuzen was niets in vervulling gegaan. Nu na een jaar Nationaal Socialisme is 't daar ook nog geen rozengeur en manenschijn, maar er zijn toch toestanden, die erop wijzen, dat er vooi het geheele volk weer een basis van bestaan is, in cultureelen en materieelen zin. Men heeft 't dezen winter zoover gebracht, dat er geen kou en honger in Duitschland is geleden, omdat ieder van de volksgenooten gedurende de wintermaanden 10 procent van zijn inkomen heeft afgestaan. Het is de N.S.B. geweest, die voor de dui zenden in Duitschland wonende Nederlan ders voor het eerst in de praktijk iets tot stand heeft weten te brengen. Deze duizenden staan aan den rand van den hongersnood, om dat zij van ons land tien gulden in de 14 dagen ontvangen. In Duitschland wordt ook 10 proc. geheven, van de Nederlanders, die wel verdienen; wij hebben toen gezegd, het is niet billijk, om nu de noodlijdende'Neder landers van de 10 proc. steun uit te sluiten. Wij hebben den leider daar gevraagd: is dat recht? en bereikt, dat ook zijn nu van den win terhulp genieten. Het kapitalisme in Neder land is bizonder internationaal. Eerst heb ben wij aan Rusland anderhalf milliard ge leend, waarvan niets is terecht gekomen, daarop hebben wij anderhalf milliard laten verdwijnen in Noord- en Zuid-Amerika, Spanje en Oostenrijk; en een milliard hebben wij aan marken in Duitschland laten ver dwijnen. Toch verwonderen wij ons erover, dat wij niet meer kapitaalkrachtig zijn. Het zou fa buleus zijn, wanneer wij dat nog wel waren. Wij hebben geen geld meer voor de Zuider zeewerken, maar met dat geld hadden we het werk wel driemaal kunnen uitvoeren. Spr. is overtuigd 90 proc. van het Nederl. Volk tc kunnen winnen voor het nationaal socialisme van de N.S.B. Uit alle kringen, zoo zeide spr., komen ze tot ons; eveneens uit alle poli tieke partijen. De s.d.a.p., de o.s.p. en de comunisten niet uitgezonderd. De leiders worden daardoor met ontzaggelijke angst bezield; ieder zorgde zoo rustig voor eigen schaapjes. Het fascisme verstoort nu de regels van het spel. Bij de laatste verkiezingen heeft de voorman van de r.k. staatspartij gezegd: wij hebben 30 zetels; welk een overwinning zal het beteekenen indien dit er 31 zullen wor den; het werden er 29 en de wereld is pre cies hetzelfde geworden. Stem op mij, maar laat ieder zijn kudde behouden, dat waren de regels van het spel, maar daaraan doen wij niet mee. Wij zijn niet tevreden met een deel van het volk; in die oude partijen leeft het volk niet. Het volk moet met de wet in de hand gedwon gen worden, om eens in de vier jaar op een waschlijst een roode stip te zetten. Het volk heeft zich nooit verencanailleerd met de po litieke partijen, omdat het zich er boven ver heven gevoelt; het wil niets van het geknoei, dat er op het oogenblik aan verbonden is. Het moet zoover komen dat men zegt: ik doe aan politiek, maar in dezen zin aan po litiek voor het volk in zijn geheel. De intense haat tegen ons ontstaat omdat wij menschen uit alle lagen der bevolking en uit alle partijen requireeren. Toen op 7 Jan. onze eerste landdag in Utrecht plaats vond vereenigden de fascisten zich, maar op d!ien zelfden dag ontstond de Unie van Den Haag van Lou de Visser tot Duymaer van Twist. De fascisten bedreigt men in hun baantjes; wij worden geterroriseerd door de Unie van Den Haag; daartegen zulien wij hebben te vechten en ondanks dat zal de Unie van Utrecht den grondslag vormen voor onze natie. Fascisme beteekent opbouw; wij komen ook op tegen het misbruik dat er van religie ge maakt wordt voor politieke doeleinden. De Marxisten zeggen: het kapitaal behoort in handen van de gemeenschap; maar ik heb nooit een gemeenschap gezien met handen, maar ik heb wel gezien, dat de ambtenaren handen hebben; het beteekent dus het kapi taal in handen van de ambtenaren, die ons vanuit Den Haag regeeren. Dat kan; wij zien het sinds 1917 in Rus land. De toestand daar zijn de mazelen ge noemd, maar ieder die hersens heeft weet, dat het daar iets blijvends is. Hoe'ang weet spr. niet, want tenslotte is in deze wereld niet blijvends. De communisten regeeren daar en erkend moet worden, dat daar in ze ker opzicht ook groote dingen tot stand wor den gebracht, maar men gaat daar over lij ken. Het is nonsens, als de s.d.a.p. vertelt, dat men het kapitaal in handen van de ge meenschap krijgt langs banen van geleide lijkheid. Men is daar zelfs zoo brutaal, dal men zegt te zullen onteigenen tegen schade loosstelling. Zoo'n onteigening beteekent, dat men fabrieken onteigent en geld geeft, om weer andere fabrieken te koopen. Wan neer ik klassestrijder was, liet ik me niet door de s.d.a.p. in de luren leggen. Dan ging ik naar de communisten, want die zijn tenmins.e van plan te doen wat ze zeggen. Tegenover de communisten staat onze over tuiging, die zegt, dat hun weg voor Europa de weg niet is. Op grond van onze cultuur is onze weg, die van Italië. Wij willen het particulier eigendom eerbiedigen, voorzoover het op behoorlijke wijze is verkregen en mits het aangewend wordt in het belang van de gemeenschap. Misbruiken van het kapitaal komen noch in Italië noch in Duitschland meer voor. Zoo sterk als wij staan tegenover het economisch liberalisme, zoo sterk staan we ook tegen het Marxisme, dat naar onze overtuiging op de zelfde wortels groeit. Wij ontkennen voor den werkgever het recht tot uitsluiting en voor den werknemer het recht op staking; wij zeg gen gij hebt ieder ercht op een deel, maar het geheel komt het volk toe. Wij zijn in wezen een arbeidende staat; niemand heeft het recht cm de organisatie van den arbeid lam te leggen en hoog tot laag heeft de plicht tot arbeiden. De onder nemer en de arbeider behooren samen te wer ken in het bedrijfsamen behooren zij te voorzien in de behoefte van het volk. Onder waarborg, dat een ieder recht gedaan wordt. Wij bouwen aan de synthese, dat alle volksgenooten hebben samen te werken voor de instandhouding en opbouw van geheel het volk. Wij moeten terug naar de eenvoudige waarheid, dat arbeid een plicht en een geluk is. D? arbeid in de fabrieken is voor hen, die steeds deze'fde handeling moeten verrichten, uitermate zwaar, doch hij is noodzakelijk maar voor zulk een arbeid moet het aantal arbeidsuren beperkt worden. Rovendien moet de arbe'der weten, dat zijn arbeid door het geheele volk gewaar deerd wordt, en zij, die het geluk hebben iets meer te kunnen doen, moeten weten, dat zij bevoorrecht zijn. Allen moeten weten, dat het er niet in de eerste plaats op aankomt, wat men doet, maar hoe men het doet. Overal waar het fascisme in het strijdperk treedt tegen het communisme en Marxisme moet het winnen Omdat het de arbeide»s ontneemt de verbittering en hun geeft het ge voel, van respect als lid van de volksgemeen schap. Wij beleven in deze tijden een vernieuwing; in naam van de vrijheid wordt de sociale or ganisatie verboden; de partijen zoowel de kerkelijke als Marxistische hebben gezorgd, dat hun balans in evenwicht bleef; de par tijen op religieuzen grondslag hebben mate rieele gelijkstelling verkregen maar ten koste van hun eigen principe. Wij kregen daardoor Teun de Klepperman in de radio; de Zeven Provincieën met de muitende bemanning en de arbeiders in de duimschroeven van de vakgroepen. Wij leven in den tijd van het handjeplak; jaar in jaar uit; daartegen komt ons geheele gevoel in op stand. Wat wilt ge zijn. Wij praten niet meer over liberalisme of -.d.a.p., omdat we weten, dat de weg van het liberalisme voert naar de s.d.a.p. en die van de s.d.a.p. naar het communisme. De vraag is dus, wat wilt ge zijn; communist of fas cist. Men zegge nu niet, dat ik overdrijf, en dat wij den voorzitter van de a.r. fractie toch als minister-president hebben. Een Ita liaan mocht hier niet spreken over fascisme; maar den volgenden dag werd aan een Belg toegestaan voor de liberale Staatspartij het woord te voeren en die betoogde, dat Neder land blij mocht zijn met de regeering-Cotijn, omdat Colijn de grootste liberale staatsman was van dezen tijd. Het zijn de rechtsche regeeringen, die de arbeiders hebben gekluisterd aan de vakbon den en leden, die de brutaliteit hebben om fascist te zijn worden geroyeerd en op straat gezet. Zoo wordt in dezen staat het goed en kwaad gelijk gesteld. Wij achten een objec tieve scheiding tusschen goed en kwaad mo gelijk en willen aan beiden de plaats geven die het toekomt. Slechts een levensbeschouwing is goed en dat is die welke het goede wil. Door dit aan te hangen zijn we in staat aan terreur het hoofd te bieden. Goed is de christelijke gods dienst en daarom wordt de christelijke kerk beschermd tegen venijn en aantasting; goed is de opvoeding van de jeugd tot vaderlands liefde; goed de samenwerking van alle volks genooten en de solidariteit van alle volks krachten tot de instandhouding en den bloei der bedrijven; goed is de nauwe band tus schen Nederland en Indië omdat ons volk Indië niet kan ontberen en omdat zonder ons het Indische volk in onderlingen strijd ten gronde gaat of door anderen wordt inge pikt. Goed is tenslotte onze liefde voor rus volk en ons vaderland en onze aanhankelijk heid en eerbied voor het Koninklijk huis. En omdat wij dat goede tot stand willen brengen niet individueel, maar in een mach tige organisatie, daarom zijn wij fascist en daarom rust op ons de plicht om het nieuwe schip van staat te bouwen; het oude is meer dan 100 jaar oud en nu lek. Ieder weet, dat den Haag bezig is met pompen opdat het niet naar den kelder gaat. Wanneer men ons wil dwingen op die oude schuit te blijven, dan zeggen wij neen, het is uw plicht om te pompen, maar het is onze plicht om in dien tijd voor het oude schip gezonken is er voor te zorgen, dat er een nieuw schip van staat gebouwd wordt, dat ons volk zal dragen door de 20ste eeuw, zooals het oude ons gedragen heeft door de 19de eeuw. Op dit nieuwe schip moet plaats zijn voor iedereen; dit schip zal varen onder de oude rood-wit-blauwe vlag van Michiel de Ruyter en in den top de oranje vlag. En zoo zul'en rij zeer houden en daar om zeg ik tot u Houzee. (Applaus). Hierop werd een half uur gepauzeerd, waarin gelegenheid was verschillende vragen schriftelijk in te dienen. Hiervan werd een druk gebruik gemaakt. Beantwoording van vragen. In zijn beantwoording zeide de heer Mus sert, dat zoo ongeveer een bibliotheek was ingekomen, zoodat hij om half 12 genood zaakt was, een deel van de vragen onbeant woord te laten en te deponeeren in het dossier van den voorzitter. Van de beantwoorde vragen vermelden wij die, naar de juistheid of de N.S B. op 2 na de grootste politieke partij in Nederland is Deze vraag werd door Mussert met ja be antwoord. Hij zeide dat de N.S.B., hoewel die nog maar 2 jaar bezig is reeds thans tus schen de 20 en 25.000 leden telt. In antwoord op een andere vraag zeide Mussert niet te willen beweren dat de a.r.- partij geleidelijk overgaat tot het communis me, maar wel wilde hij beweren, aan de hand van de feiten, dat het marxisme het nimmer zoo gemakkelijk en zoo goed heeft gehad als onder een rechts bewind, waarmee spr. niet wil zeggen, dat een links bewind den groei van het Marxisme niet bevordert. In antwoord op een gestelde vraag over het gebeurde j.1. Dinsdag op een vergadering van de V.D. te IJmuiden, waar N.S.B.-ers in een vergadering de orde hebben verstoord en toen er gelegenheid tot debat was honend vertrokken, antwoordde Mussert, dat, wan neer dit het geval is geweest, hij dit zeker af keurt. Leden, die zich niet kunnen beheer- schen behooren niet naar andere vergade ringen te gaan. In antwoord op de vraag, of het beginsel van de N.S.B. niet veroordeeld wordt door den persoon van Jezus Christus in verband met diens gelijkpnic van de Barmhartige Sa maritaan, zeide spr., dat naast het begrip volksgenoot het begrip mensch staat, dat de geheele menscheid omvat. Wanneer de N S.B zegt, wij willen in de eerste plaats zijn volks genooten zonder onderscheid, dan moet men daaruit niet afleiflen, dat hij niets te maken wil hebben met hen, die buiten ons staan, Wij Nederlanders hebber. nFts te zeggen met Chineezen en Japaneezen; wel kunnen wij iets voor eigen volk doen en dat stellen wij dus is de eerste plaats. De praktijk van de ontwapenaars is, dat zij een hoog plan zetten om voora niets te doen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 9