DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Batista, de heerscher op Cuba. HET DUITSCH-OOSTENRIJKSCHE CONFLICT. De stenografeerende sergeant. Ho. 29 Zaterdag 3 Februari 1934 136e Jaargang Sxigetiiksch Oveczicfit De Duitsche regeering publiceert den tekst van haar antwoord-nota aan Oostenrijk, welke nota Oostenrijk zeer onbevredigend vindt. HET IS NIET WAAR....! {Buitenland, Wat vandaag de aandacht trekt. Merkwaardige loopbaan. ALKMAARSCHE COURANT, Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—, franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. au PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN: Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letten naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33. Directeur: C. KRAK. Hoofdredacteur: Tj. N, ADEMA. Dit nummer bestaat uit drie bladen. Ongeveer veertien dagen geleden heeft de Oostenrijksche regeering bij de Duitsche ge- Ërotesteerd over de kennelijke inmenging van Hiitschland in aangelegenheden van Oosten rijkst hen binnenlandschen aard. Op dit pro test is thans een Duitsch antwoord bij de regeering van Oostenrijk binnengekomen, een antwoord-nota, die de Oostenrijksche minis- tvaad niet bevredigde, omdat Duitschland daarin op geen enkele wijze rekening heeft gehouden met de door Oostenrijk te berde ge brachte bezwaren en er zich toe bepaalt, de divtise punten eenvoudig te ontkennen. Met het oog op deze houding van Oosten rijk heeft de Duitsche regeering gemeend, haar antwoord wereldbekend te maken. De inhoud van de Duitsche ant- rwoordrfiota. De Oostenrijksche nota, aldus de Duitsche rege.'ing, bevat een eenzijdige schildering van zekere gebeurtenissen in Oostenrijk en verbindt daaraan het verwijt, dat deze ge beurtenissen het gevolg zijn van een ontoe laatbare door Duitschland ondernomen in menging in Oostenrijksche binnenlandsche toestanden. Zij spreekt van een conflict tus schen de beide Duitsche staten en geeft het geheele complex kwesties een vorm, welke dit in een verkeerd licht plaatst. De Oostenrijksche regeering kan niet ver wachten, dat Duitschland onverschillig staat tegenover een regeeringssysteem, dat alles onderdrukt, wat het Duitsche volk met nieu wen moed en nieuw vertrouwen vervult. Het is onvermijdelijk, dat het ernstige bin- nenlandsch politieke conflict, in Oostenrijk ook een terugslag heeft op de verhouding van Duitschland tot Oostenrijk. Niettemin heeft de Duitsche regeering het vermeden zich te mengen in de binnenlandsche politieke aan gelegenheden van Oostenrijk. Zij heeft her haaldelijk tot uitdrukking gebracht, dat haar iedere gedachte aan een gewelddadige inmen ging of eenige schending van verdragsbepa lingen volkomen verre ligt. Zij kan derhalve slechts haar bevreemding er over uiten, dat de Oostenrijksche regeering bij verschillende gelegenheden de Duitsche regeering er van heeft verdacht, dat zij de onafhankelijkheid van Oostenrijk zou bedreigen. Het is natuur lijk, dat de Duitsche regeering het slechts zou toejuichen, wanneer eindelijk overeen stemming zou kunnen worden bereikt tus- schen de Oostenrijksche regeering en de nationaal-socialistische partij in Oostenrijk. Dat de Duitsche regeering er steeds op be dacht is geweest een verscherping van den toestand te vermijden, kan de Oostenrijksche regeering bijv. zien uit de reserve, waarmede het incident Schumacher is behandeld. Hoewel het betrof het neerschieten van een Rijksweersoldaat door officieele Oostenrijk sche grensorganen op Duitsch gebied en hoewel uit het gemeenschappelijke onder zoek bleek, dat de Oostenrijksche organen allen schu'd hadden, heeft de Duitsche re geering alles gedaan, wat een snelle bijleg ging van dit ernstige incident mogelijk maakte. Niettemin heeft de Oostenrijksche regeering tot nu toe nagelaten de toegezegde gerechtelijke behandeling te doen plaats vin den. De Duitsche regeering moet er bij per- sisteeren, dat haar eindelijk de indertijd reeds in het vooruitzicht gestelde mededeeling over de bestraffing der daders wordt toegezonden. Na deze uiteenzettingen zou de rijksrege ring op de verschillende door de Oostenrijk sche regeering naar voren gebrachte bezwa ren nader willen ingaan. Het Oostenrijksche legioen. De Duitsche regeering heeft de door de Oostenrijksche regeering opnieuw ingebrach te bewering van plannen tot een gewelddadig optreden van het z.g. Oostenrijksche legioen tegen Oostenrijksch gebied reeds vele malen als onwaar verworpen. Zending van propaganda en dynamiet van Duitschland naar Oostenrijk. De Duitsche regeering heeft een bizonder nauwkeurig onderzoek doen instellen wegens den buitengewonen ernst van deze beschuldi ging. Allereerst wenscht zij te wijzen op de strenge bepalingen in zake het verkeer en den handel met ontplofbare stoffen in Duitschland, waardoor het uitgesloten schijnt, dat zendingen springstof in groote hoeveelheden uit Duitschland naar Oosten rijk zouden hebben kunnen plaats gehad. Intusschen heeft het onderzoek geen aan rakingspunt gegeven, dat dergelijke smokkel- affaires inderdaad hebben plaats gehad. Ge heel uitgesloten is evenwel, dat officieele of partij-officieele Duitsche instanties betrokken zouden zijn aan een dergelijke smokkelarij of dzee zelfs ook maar hebben begunstigd. „Hetzcampagne" door de pers. Nopens de protesten over de „ophitsings campagne" der Rijksduitsche pers tegen de Oostenrijksche regeering moet worden opge merkt, dat inderdaad in enkele gevallen aan vallen op de Oostenrijksche regeering hebben plaats gehad, welke evenwel slechts het ant woord waren op een groot aantal hoogst ha telijke uitvallen der Oostenrijksche pers tegen het nieuwe Duitschland. Deze laatste zijn helaas door de Oostenrijksche autoriteiten noch belemmerd, noch gestraft, doch worden ondanks de protesten der Duitsche legatie te Weenen in meer dan 200 gevallen blijkbaar met den steun en de actieve deelneming van officieele Oostenrijksche kringen dagelijks in toenemende mate voortgezet. Radiopropaganda. De bewering der Oostenrijksche regee ring, dat door de Duitsche radio een ópnit- singscampagne wordt gevoerd, is niet juist. De radiovoordrachten worden tot de Rijks duitsche luisteraars gericht en zij stellen de zen op de hoogte van de ontwikkeling in Oostenrijk. Hierbij worden de bepalingen der internationale radio-overeenkomsten in ieder opzicht in acht genomen. Daarentegen heeft de Duitsche regeering ondanks herhaalde demarches steeds weer moeten vaststellen, dat van Oostenrijksche zijde de radio wordt misbruikt voor een zeer intensieve propaganda tegen het nieuwe Duitschland, waarbij de officieele berichten dienst zelfs niet terugschrikt voor de ernstig ste verdachtmakingen. Reis van den erfprins van Wal- deck-Pyrmont. De reis van den erfprins van Waldeck Pyrmont naar Weenen wordt door de Oos tenrijksche regeering beschouwd als bewijs voor een samenspanning tegen de Oosten rijksche regeering. Hierover is het volgende te zeggen: Legatieraad erfprins v. Waldeck-Pyrmont zou indertijd met medeweten en goedkeu ring der Oostenrijksche regeering den heer Habicht naar Weenen begeleiden voor de samenkomst met den bondskanselier. Nadat deze bijeenkomst van Oostenrijksche zijde verrassend was afgezegd, heeft legatieraad erfprins v. Waldeck Pyrmont zich in offici ëele opdracht naar Weenen begeven om zich bij het Duitsche gezantschap op de hoogte te stellen van den toestand. Bij deze gele genheid heeft hij den heer Frauenfeld, die hij sedert jaren kent, in diens woning opge zocht en daar heeft hij ook graaf Alberti aangetroffen. Hoe men uit dit bezoek een conspiratie tegen den Oostenrijkschen staat zou kunnen afleiden, schijnt de Rijksregee ring des te minder begrijpelijk, daar graaf Alberti leider was der Heimwehren in Be neden Oostenrijk, dus lid van een regee ringspartij. o— Resumeerend kan de Duitsche regeering slechts haar leedwezen uitspreken, dat de Oostenrijksche regeering het noodig heeft ge oordeeld ernstige verwijten te maken, hoewel zij de onjuistheid ervan reeds had kunnen op maken uit de door de Duitsche regeering reeds bij vroegere gelegenheid gedane mede deelingen. Het optreden der Oostenrijksche regeering heeft de Duitsche regeering des te meer bevreemd, daar de Oostenrijksche regee ring zonder het antwoord af te wachten van het Duitsche onderzoek, tegelijkertijd met haar demarches te Berlijn andere regeerin gen in de zaak gemoeid heeft. Wanneer de Oostenrijksche regeering daar enboven verklaart, dat zij ernstig moet over wegen zich tot den Volkenbond te wenden, dan moet haar de verantwoordelijkheid over blijven voor een dergelijken stap. De Duitsche regeering is in ieder geval niet van meening, dat het onderhavige probleem, dat zijn wor tels ten slotte heeft in een conflict in Oosten rijk van zuiver binnenlandsch politieken aard, geschikt zou zijn voor een internatio nale behandeling en langs dien weg zou kun nen worden opgelost. DIMITROF, POPOF en TANEF NAAR BERLIJN. Nog steeds niet in vrijheid. De Bulgaren Dimitrof, Popof en Tanef, die tot nu toe te Leipzig gevangen zijn gehouden, zijn thans na,ar Berlijn over gebracht, aldus luidt het officieele pers bericht van den Pruisischen persdienst. Ho! ,e lang zal hun onrechtmatige ge vangenschap nog duren? (Red.) ONDEROFFICIER ONDERSCHEIDEN. In het Hitler-rijk. De chef van de legerleiding heeft den onderofficier Gentner, den leider van de indertijd bij Reit van Oostenrijksche zijde beschoten patroulle skiërs wegens zijn beleidvol optreden bij die gelegen heid bevorderd tot Feldwebel. REDE VAN HITLER. Voor de gouwleidersbijeenkomst. De gouwleidersbijeenkomst in Berlijn heeft, volgens de N.S.K. gister haar hoogte punt gevonden in een rede van Hitier voor de rijksleiders, gouwleiders en ambtsleiders van de Opperste Leiding der Politieke Orga nisatie. Uitvoerig wees spr. op de grootte en be- teekenis van de taak den thans veroverden staat niet alleen volkomen met de nat.-soc. wereldopvatting te doordringen, maar ook het geheele staatsapparaat in den geest der zegevierende beweging uit te bouwen tot een gesloten en vitaal organisme. Als stabiel ge raamte van een zoodanige staatsorganisatie behoeft de leiding aan garde van betrouw bare, politieke functionnarissen een bestuurs apparaat, die de leidin gin staat stelt het nat. soc. gedachtenbezit op-, alle gebieden ook practisch te verwerkelijken. Al'een daarmede kan de zelfstandigheid van de leiding naar beneden volledig tot uitwerking komen. In het schepping van een zoodanige appara tuur ligt een buitengewone prestatie voor de toekomst van het Duitsche volk. De vorm, waarin de versmelting van we reldopvatting en staat wordt uitgevoerd, is de partij. In de groote, door het geheele volk gedragen gemeenschap van het nat. socialisme moet de partij een uitgelezen orde van het leiderschap zijn, die er toe bestemd is dpn nat. soc. staat voor de geheele toekomst te waarborgen. Wat de staat van het volk ver langt, dat zal deze orde van een gezworen leidersgemeenschap in onvoorwaardelijke on derschikking onder zijn eigen wetten in den meest gecomprimeerden vorm bij zich ze!" verwerkelijken. In deze voor tegenspoed en voorspoed verbonden gemeenschap zal. nu andere factoren van staatspolitieke besten digheid niet meer voorhanden zijn, de ab solute continuïteit va nde ontwikkeling van de Duitsche natie voor de geheele toekomst neergelegd zijn. Met de onwrikbare funda- menteering van deze leidershierarchie is ook de kwestie der leiding der partij vooi altijd opgelost. Wie in komende tijden als 1-eidei voor de beweging gesteld wordt, zal altijd de partij als een weergaloos gesloten in blinde gehoorzaamheid de idee dienend in strument, waarin de waarborg ligt voor zijn toekomst. Vervolgens legde spr. een nadruk op de sterke, krachtschenkende uitwerkingen van de geslotenheid, de autoriteit en de discipline waarin de leiders der beweging, de kruis ridders. achter ieder besluit der partij treden De leider gaf uiting aan zijn vertrouwen, dat het Duitsche volk alles zou kunnen weerstaan en zou weerstaan, wanneer de beweging de eigenschappen van haar geheel op den staat zou overdragen. In de harmonie tusschen partij en staat ligt dus in laatste instantie de -kracht, die het den staat mogelijk maakt alle problemen meester te worden. De geaccumuleerde kracht van den volks wil, gelijk die öp 12 November tot uiting is gekomen, is daarvoor een uniek bewijs. NEDFRLANDSCH-BELG1SCHE ONDERHANDELINGEN. Op het ministerie van Buitenlandsche Za ken heeft gistermorgen een bijeenkomst plaats gehad tusschen de ministers Hymans en v. Cauwelaert en den heer Suetens, den directeur van de afdeeling voor handelsover eenkomsten. De heer Suetens bracht de leden der re geering op de hoogte van den stand der Nederlandsch-Belgische onderhandelingen den invoer van Nederlandsche landbouw producten in België. Er is nog geen besluit genomen. Deze kwesties zullen morgen (Zaterdag) in den kabinetsraad worden bestudeerd. DE PARIJSCHE TAXI STAKING. Chauffeursbetooging uii inge dreven. Een groote menigte Chauffeurs, die uit ver schillende vergaderingen bijeenkwam n te Parijs hebben getracht een demon, uie op de Place de ia République te houden. De poli tie verspreidde hen en arresteerde 15 demon stranten. DALAD1ER EN DE STAVISKY- AFFAIRE. Licht in de duisternis? Onder de hooggeplaatste ambtenaren tegen wie de regeering in verband met de affaire Stavisky scherpe maatregelen denkt te nemen, bevinden zich, volgens de socialis tische „Populaire" o.a. de Parijsche prefect van politie, Chiappe, de procureur-generaal Douat-Guigue, de ambtenaar van het O M Presard (een zwager van den afgetreden premier Chautemps) en de directeur der cen trale recherche Thomé. De „Echo de Paris" en andere bladen meenen te weten, dat de premier Daladier ook een onderzoek wil doen instellen naar de Hongaarsche landbouwobligaties, ten einde de affaire-Stavisky volledig op te helderen. Volgens „Le Jour" is Daladier ook voor nemens de nadere omstandigheden van Sta- visky's zelfmoord te laten onderzoeken. De openbare meening, zoo schrijft het blad, zal er Daladier dankbaar voor zijn, wanneer hij aan een geheimzinnigheid een einde maakt, die nog steeds groote verontrusting teweeg brengt. Hetzelfde blad zegt verder, dat met de huidige Kamer niet te regeeren valt en dat het parlement zoo spoedig mogelijk moet worden ontbonden. Het kabinet-Daladier is slechts een overgangsverschijnsel, aldus „Le Jour". Stavisky's operatie in België. Zooals thans blijkt, was Stavisky reeds in 1927 in Brussel bekend. De Brusselsche poli tie deed navraag bij het gerecht te Parijs naar aanleiding van een diefstal van twee aandeelen van de Union Minère de Katanga, die te Parijs ten nadeele van mevr. Roussel uit Fécamp gepleegd was. De coupons waren in het hoofdkantoor van de maatschappij aangeboden, doch daar ingehouden. Uit een ingesteld onderzoek bleek, dat de gestolen coupons aan Stavisky waren uitbetaald. In Het DuitschOostenrijksch con flict. (Dag. Overzicht). Redevoeringen van Hitier en Dollfuss. (Buitenland). Dimitrof, Tanef en Popof van Leipzig haar Berlijn overgebracht (Buitenland). Van der Lubbe en Stavisky. (Bui tenland). Lijnen aangegeven voor werkver schaffing nan tuinders. (Binnen land). Een onwillige arrestant te Utrecht door drie kogels gewond. (Binnen land). Uitspraak vierde muitersgroep van de Zeven Provinciën. (Koloniën) Botsing tusschen houtwagen en tram; éné doode. (Binnenland). Postzak gestolen, bestemd voor Woerden. (Bi^enland). De gemeentesecretaris van Wychen (Geld.) gearresteerd wegens fraude. (Zie voor nadere bijzonderheden eventueele laatste berichten). datzelfde jaar waren in de Comptoir Pee mans te Brussel onder meer 24 aandeelen Chade ontvreemd, die bij een Parijsche bankinstelling teruggevonden werden, echter met veranderde nummers. Zij bleken verhan deld te zijn door zekeren V. Bortel, een door Alexandre Stavisky aangenomen naam. Stavisky bleek toen echter in Frankrijk on vindbaar te zijn. Het zou niet gemakkelijk zijn, het aantal schoten te tellen,- welke in de laatste maan den- op Cuba en speciaal te Havanna zijn gevallen, of het aantal „hoera"- of „weg met kreten, die in de straten hebben weerklonken. De regeeringen en de presidenten wisselen elkaar af als de variéténummers in een thea ter. Machado, Cespedes, San Martin en Hevia zijn gevallen, hoe lang zal Mendieta zich handhaven? SLchts één bleef op zijn plaats, lachend, vroolijk, handig en verstandig, ongelooflijk taai en zich bewust van een uiteindelijke overwinning; Fulgencio Batista, die den bij naam „de stenografeerende sergeant" heeft gekregen. Hij is reeds lang geen sergeant meer. Hij heeft het Cubaansche leger in de hand. Hij bestuurt de revolutie of maakt er een einde aan, al naar het hem convenieert of naar het in zijn rekening, waarin overigens nog nie mand inzage heeft gehad, te pas komt. Batista maakt op het oogenblik niet alleen de revoluties, maar ook de presidenten. Al is dat ook niet zoo duidelijk aan den dag getre den, hij was toch verantwoordelijk voor den val van den gestrengen Machado. Wel is het algemeen bekend, dat hij den eleganten Ces pedes in het zadel heeft geholpen en weer van het paard gehaald, om den chirurg San Martin op zijn plaats te brengen. Maar hij zette den geleerde zóó de pen op den neus, dat deze terugging naar de operatietafel in zijn kliniek, zonder een traan te laten. Na San Martin trachtte een clique de macht van „den sergeant" te breken, door Carlos Hevia tot president te maken. Maar Batista glimlachte en bracht den ouden revo- lutionnair Carlos Mendieta op den presi dentszetel. De „stenografeerende sergeant" had zijn wil weer eens doorgedreven. De bijnaam. Hoe is Batista eigenlijk aan zijn bijnaam gekomen? Vijftien of zestien jaar geleden kwam op zekeren dag een jongmensch uit een dorp, hmidden van suikerplantages naar Havan na. Hij had een bruine huid. dik Indianen- haar en lichtelijk Mongoolsche oogen. Cuba zocht toen soldaten, beroepssoldaten en vrij willigers, tegen een belooning van zestig gulden per maand. Hier meldde zich onze Fulgencio Batista. Een paar jaar droeg hij trotsch zijn uniform. Maar intusschen was de eerzucht in hem wakker geworden. Hij had gehoord, dat een sergeant zeventig of tachtig gulden per maand verdiende. Hij wilde dus sergeant worden. Hij bezocht een avondschool, studeerde ijverig en werd wel dra inderdaad sergeant. Toen hij eens bij het uitbrengen van een rapport zag, dat een sergeant het dictaat van een kolonel in stenografie opnam, ging hij ook stenografie leeren en spoedig steno grafeerde hij even goed als hij schoot. Eens had hij dienst in het hoofdkwartier. Hij zag, wat de officieren en generaal moesten kennen en doen. Hij leerde dag en nacht. Men dic teerde hem staatsgeheimen, practische staats wetenschap en militaire wetenschap. Batista had een fenomenaal geheugen en onthield alles, wat hij hoorde en schreef. Machado had nooit een gewilliger en vlij tiger stenograaf gehad. Maar deze steno graaf wist, wie er door de politie werd ge zocht, welke kolonel onder verdenking of op de zwarte lijst stond. Batista kreeg vasten voet in de kringen der revolutionnairen, stu denten en militairen. Machado's val. Op een gegeven moment moest Machado tot het bittere inzicht komen, dat het leger niet meer achter hem stond. Niet alleen, aal het hem niet langer gehoorzaamde, maar het eischte ook zijn aftreden. Nog vermoedde Machado niet, wie zijn val had bewerkt. Cespedes werd president. Batista steno grafeerde ook onder den nieuwen chef. Tot zijn vrienden zeide hij, dat de tijd weldra zou zijn gekomen. Op zekeren morgen nam hij in plaats van zijn potlood zijn revolver mee naar het ministerie en deelde Cespedes mede, dat thans 't volk te bevelen had. Met het volk bedoelde hij de sergeants. Want deze hadden Cespedes den „Putsch" gebakken Men gaf deze revolutie niet veel kans. Hoe zou een sergeant het leger kunnen beheer- schen? Uit de garnizoensplaatsen kwamen berichten binnen, dat alle sergeants hoog moedswaanzin hadden gekregen en zich tot officieren hadden gemaakt. Alle gewone man schappen waren sergeant geworden. Vrij bier! Batista vond de zaak vermakelijk en stond het geheele leger vrij bier toe. Hij ging naai het militaire kamp van Columbia en dronk mee. tot de morgen aanbrak. Thans verzeke ren kenners, dat de discipline van het legei 50 procent grooter is geworden. Er wordt heel wat over Batista's carrière verteld en heel wat over zijn toekomstplan nen gefantaseerd. De zaak is, dat hij wellichr eens niemand meer zal vinden, die ziin huid als president wil wagen. Dan zou hij zeil moeten regeeren. Reeds weken geleden dachi men dat hij de dictatuur zou uitroepen Maat hij zelf dacht er niet aan. En waarvoor wa« het ook noodig? Hij heeft toch de lakens ui' te deelen. Als dus niemand onder zijn leiding president wil zijn, verandert de situatie. Ba tista is een avonturier De Cubanen van adel die hij grootendeels heeft doen verbannen haten hem fel. Wellicht zenden zij hem ovei een maand of over een jaar een kogel na Misschien ook niet. Wellicht wordt Cuba ge lukkig onder zijn dictatuur, komt het tot \vèi stand en tot rust. Alle kansen staan open voor den „stenografeerenden sergeant", zoo lang hij op het leger kan vertrouwen. Het komt er op aan, hoelang het geluk hem toe lacht.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 1