DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Onbewaakte overwegen in Amerika.
Ho. 47
Directeur: C. KRAK.
Zaterdag 24 Februari 1934
136e Jaargang
Hit het JUutement
Qagdiiksch
Door vernuftige beveilingen heeft met het
verkeer zoodanig geregelddat er minder
ongelukken gebeuren.
Stop, kijk uit en luister!
'Buitenland
1Vat vandaag de
aandacht trekt
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en "eestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar f 2—,
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN:
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letter? naar plaatsruimte.
Bneven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
Dit nummer bestaat uit drie bladen.
Den Haag, 23 Februari 1934.
Eerste Kamer.
In de korte vergadering, welke de Eerste
Kamer gisteravond heeft gehouden, was het
plicht des Voorzitters om driemaal het
woord te voeren. Na opening der vergade
ring wijdde hij vooreerst een plechtig
woord van hulde aan de nagedachtenis van
België's overleden koning, waarmede de
minister van Defensie, Mr, Deckers, met
een kort doch goedgevoeld woord instemde
Daarop volgde een warm woord van waar
deering voor de verdiensten van den over
leden chef van den Stenografischen Dienst,
den heer Steger, waarmede ook weer de
minister van Defensie van harte instemde.
En toen nam president Mr. W. L. de Vos
van Steenwijk het woord om de leden te
kapittelen, dat zij het Vrijdag 1,1. zoover
hadden laten komen, dat bij de stemming
over de Begrooting van Defensie niet eens
het quorum aanwezig was. De strafpredi-
catie werd door de heeren zwijgend aange
hoord, maar we meenen toch opgemerkt te
hebben, dat deze censuur over hunne
plichtsopvatting bij enkelen een glimlach
op de lippen bracht.
De begrooting van Defensie werd hierop
aangenomen met 30 tegen 11 stemmen.
Met prof. Van Embden (v. d.) stemden de
aanwezige 10 sociaal-democraten tegen de
Begrooting.
De Kamer ging hierop tot den volgenden
morgen uiteen.
De korte avondvergadering van Donder
dag is heden gevolgd door een ochtendver
gadering, welke niet zoo heel veel meer
tijd in beslag heeft genomen.
Na afloop der avondvergadering hadden
de leden zich in de afdeelingen terugge
trokken voor de bespreking van het wets
ontwerp rakende de conversie van de In
dische Dollarleeningen. Toen we heden
morgen in de Kamer verschenen vonden we
reeds een getypt verslag van het in de
afdeelingen verhandelde, dat een niet al te
vriendelijk karakter droeg, zoodat we ons
voorbereid hielden op een technische ge-
dachtenwisseling over de al of niet wen-
schelijkheid van het door de Regeering
voorgestelde. Maar na opening der verga
dering verkreeg de Minister-president, Dr.
Colijn, het woord en deze zette uiteen, wat
de Regeering beoogde. De oproep tot vrij
willige inwisseling van de obligaties der
Indische Dollarleeningen had zulk een
groot succes gehad, dat nog slechts 6 per
cent van het gansche bedrag oningewisseld
was gebleven. Nu was het de bedoeling
der Regeering om ook dat restant tegen de
betaling van gouddollars, berekend op
2.45 minus de kosten in te wisselen, ter
wijl dan de kleine fractie, welke niet voor
inwisseling was aangeboden, ten slotte zou
worden opgekocht of afgelost tegen Ameri
kaansche papierdollars. Op die wijze
meende de Nederlandsche Regeering op de
meest fatsoenlijke wijze zich losgemaakt te
hebben van de dure 6 percents Dollar
leeningen, door in de plaats daarvan gul-
densleeningen af te geven zonder dat de
obligatiehouders ernstig gedupeerd werden
door de verdwijning van den gouden stan
daard in Amerika. Inderdaad viel daar
tegen niets te zeggen, zoodat het eigenlijk
nog overbodig was, dat de heer Blomjour
(r.k.) het noodig vond om den Minister zijn
instemming met het voorstel te betuigen.
Daarop ging het evenals bij de Tweede Ka
mer onder den hamer des Voorzitters door.
De Kamer heeft hierna de Begrooting
van Financiën voor 1934 in korten tijd be
handeld. Slechts twee sprekers deden zich
voor den minister hooren. In de eerste
plaats heeft de heer Slingenberg (v. d.) er
op aangedrongen, dat minister Oud den tot
1 Maart loopenden termijn, tot welken be
lastingontduikers, die alsnog hun verzuim
willen herstellen en eerlijk hun belastbaar
inkomen of vermogen willen opbiechten,
straffeloos hun opgaven bij den fiscus kun
nen indienen, zou verlengen. In de tweede
plaats wees hij er den Minister op, dat er
bij de overdracht van onroerend goed re
gistratierecht wordt ontdoken ten gevo ge
van een leemte in de wet.
Tweede spreker was de heer De Jong
(r. k.) die bij dezen minister er op aandrong
te bevorderen, dat er meer gesalarieerde
beroepsconsuls werden aangesteld.
Minister Oud antwoordde den heer bn -
genberg, dat hij bereid was den temijn nog
iets te verlengen en dat hij daaromtren
een dezer dagen een beslissing zou neme
De ontduiking der registratierechten zou
hij trachten te bestrijden door een nadere
aanschrijving aan het registratiepers0F®
of desnoods door een wetswijziging-
heer De Jong wees hij er op, dat hij g
zeggingsmacht heeft over de aansi e j,
van beroepsconsuls en dat zijn ambtge
van Buitenlandsche Zaken uit zuinig c'
overwegingen allicht daartoe niet wi
overgaan.
De begrooting is daarop zonder stem
ming goedgekeurd en de Kamer tot aa
uiteengegaan, daar minister Verscnuur
door zijn verblijf te Rome verhinderd is in
de eerste dagen de Begrooting van Econo
mische Zaken te verdedigen.
Tweede Kamer.
De Tweede Kamer heeft zich heden
middag bezig gehouden met replieken in
zake de algemeene beschouwingen over de
Indische Begrooting. Wanneer we goed
hebben geteld Hebben alle sprekers in
eersten aanleg het woord gevoerd tot na
dere toelichting van het in eersten termijn
gesprokene en is er zelfs nog een nieuwe
spreker, de communist L. de Visser, bij. ge
komen.
Wij meenen goed te doen ons te bepalen
tot de vermelding van enkele hoofdpunten.
In de eerste plaats kwam de heer Van
Bretzelaer van Dubbeldam (c. h.) op tegen
de opmerking des Ministers, dat de salaris
herziening tot de competentie van den
Gouverneur-Generaal behoort. Hij achtte
dit een verschuiving van bestuursbeleid en
daarmee stemde de heer Cramer (s. d. a. p.)
in.
Laatstgenoemde heeft wijders het denk
beeld geopperd het subsidie aan de K. N.
I. L. M. van 4 ton niet door Indië doch door
het moederland te doen betalen. Hij pleitte
nogmaals voor overheveling van een deel
der Indische schuld naar Nederland en be
lasting van tabak en aardolie.
De heer Feber (r. k.) brak een lans voor
de vrijheid van de missie en dreigde zelfs
met tegenstemmen van zijn partij, wanneer
de Minister daaromtrent niet voldoende
waarborgen gaf.
De heer Sneevliet (rev. soc.) maakte zich
weer druk over het plat materialisme van
de Indische regeering en gebruikte daarbij
woorden, welke hem een paar maal een
vermaning van den Voorzitter bezorgde.
Hij pleitte voor overneming van de Indi
sche schuld door het moederland en be
schuldigde de koloniale politiek van gie
righeid.
De heer Roestam (comm.) beschuldigde
de regeering weer eens niets voor de in-
heemsche bevolking over te hebben.
De heer Westerman {nat. herst.) verweet
de regeering geen vaste bezuiniging te vol
gen bij haar bezuiniging, misbruik te ma
ken van ons crediet ten bate van Indië,
waarvan we de leeningen garandeeren
zonder daartoe de kracht te hebben. Ook
klaagde hij over de oppositie der „Stuw"-
groep, de combinatie van medewerkers
aan een thans weer verdwenen politiek
tijdschrift, welke volgens hem te veel de
lakens uitdeelde en wilde verdwijning van
de Indische Rechtshoogeschool.
De heer Van Poll (r. k.) betoogde weer
de wenschelijkheid van vermindering van
onze schuld.
De heer Joekes (v. d.) verdedigde de
groep, welke „De Stuw" deed verschijnen
tegenover den heer Westerman en drong
aan op vrijheid van meeningsuiting voor de
ambtenaren. Innig samengaan van alle
groepen is een eerste vereischte voor een
goed beheer van Indië.
De heer De Visser (comm.) vond de gele
genheid schoon om weer eens een recla
merede te houden voor het communistische
wachtwoord: „Indië los van Holland, nu".
Nadat nog de heer Van Kempen (lib.)
zijn vertrouwen had uitgesproken in het
beleid van minister Colijn, kwam deze ein
delijk zelf aan het woord. Deze heeft een
beknopte rede gehouden, waarin hij zich
tot de hoofdpunten bepaalde. Hij ontzegde
daarbij aan de denkbeelden van den heer
Van Poll alle praktische waarde. Wat be
treft de bepalingen betreffende de missie
stond hij er voor in, dat de G. G. volkomen
vrijheid zou laten. De zaak zelf komt ech
ter eerst nog in den Volksraad. Van den
heer Westerman verklaarde hij, dat deze
de dingen blijkbaar niet altijd goed begreep.
Aan het behoud van de Rechtshoogeschool,
welke de heer Westerman wil zien verdwij
nen, hechtte hij daarentegen groote waarde.
Over de financiën wenschte de Minister
thans niet veel meer op te merken. Daar
over is men thans vrijwel uitgepraat. Ten
opzichte van Nieuw-Guinea is de Regee
ring natuurlijk diligent. De Regeering
waardeert zeer zekér loyale kritiek, maar
van de ambtenaren, deel uitmakende van
de overheid, verwacht hij geen agitatie.
Ten slotte maakte hij de niet onjuiste
opmerking, dat terwijl het streven bestaat
om steeds meer de dingen aan Indië zelf
over te laten, het Parlement zich blijkens
den omvang van de voorloopige verslagen
over de Indische Begrooting steeds meer
bemoeit met de Indische aangelegenheden.
Inderdaad is daarin iets inconsequents.
Nadat de Minister had gesproken, zijn de
algemeene beraadslagingen gesloten. Dins
dag de afdeelingen der Begrooting.
In Amerika bestaan veel meer „onbewaak
te" overwegen dan met menschelijke bewa
king. In de buurt van groote en kleine ste
den tracht men zoo hard mogelijk de „grade
crossing" op te ruimen en er een „over head
crossing" voor in de plaats te stellen, d.w.z.
het verkeer gaat er in een tunnel onder of op
een brug overheen. Maar de duizenden en
duizenden mijlen spoorbaan over het land
zouden heele legers wachters voor overwe
gen en bloksignalen noodig hebben en van
daar, dat de spoorwegmaatschappijen er al
lerlei andere hulpmiddelen op na houden.
Bij een reusachtige maatschappij als de
New-York Central zijn maar 12 procent van
de overwegen bewaakt door slagboomen of
een man met een bord, waarop staat „stop
en 's avonds met een roode lantaarn. De
overige 88 procent worden dan zoogenaamd
niet bewaakt, maar laten we dit eens nader
bekijken. Alles bij elkaar vind ik, al
dus een expert op dit gebied, dat deze,
naar onze Hollandsche opvatting „onbe
waakte oxerwegen", op niet minder dan 10
verschillende manieren bewaakt worden.
Ten eerste bestaat er geen overweg, bewaakt
of onbewaakt, die niet eenige tientallen me
ters voor de rails een paal heeft, waarop
kruisgewijs twee witte planken met de woor
den* .Railroad Crossing" en dikwijls er bij:
Stop, look, listen". Die paal is een groot
wit gevaarte op een in het oog vallende plek
en wil zeggen mag ik even de aan
dacht vestigen op de bewoording:
Stop kijk uit en luister!" Dit bord
staat vrij dicht bij eiken overgang,
maar een honderd meter terug vindt men
meestal een bord, waarop niet anders dan
R. R." of Railroad, hetgeen ook alweer
zooveel zeggen wil als: u komt nu bij een
spoorbaan oppassen! Natuurlijk twee
groote zwarte R's op 'n witten achtergrond,
die vooral in het donker goed in het licht
van de koplampen der auto's te zien zijn. En
alsof dat nog niet genoeg is zijn er wegen
gewoonlijk de prachtige cementen heirba
nen die meer en meer aangelegd worden -
waar op den grond het woord „Railroad in
felle witte letters ter grootte van een meter
geschilderd staat en daar vlak voor een dito
band met diagonale witte lijnen, die iedere
automobilist kent als het teeken van een
„full stop" of een volkomen stilhouden, die
bijvoorbeeld gemaakt moet worden bij het
inrijden van een hoofdweg uit een zijweg.
Vernuftige oplossing.
Deze waarschuwingen zijn de allereen
voudigste, die men bij eiken overgang zon
der uitzondering aantreft, ook al is 't een
koeienpad van een farm de spoorweg
maatschappij laat geen kans voorbijgaan om
te waarschuwen, wel wetend, dat een onge
luk altijd uitdraait op een proces tot schade
vergoeding! Maar er zijn veel meer platte-
landsche overwegen, die geen cementen heir
banen zijn en juist die vormen de groote
meerderheid. De bewaking van deze „grade
crossings" is even vernuftig als afdoende.
De Europeaan in een Amerikaanschen trein
vraagt zich in den beginne af, wat die dikke
kabel langs de spoorbanen toch beteekent,
gewend als hij thuis is om alleen maar de
telefoondraden langs de raampjes van zijn
coupé op en neer te zien deinen. In Amerika
is de electriciteit dermate aangewend, dat de
spoorwegmaatschappijen hopeloos verloren
zouden zijn zonder deze hulp. Deze kabel is
de voedingsdraad van de duizenden veillg-
heidssignalen en waarschuwingen voor
overgangen. Er bestaan drie soorten auto
matische signalen „die niet kunnen praten,
maar een heeleboel vertellen", zooals de
maatschappijen het in haar eindelooze cam
pagne tegen ongelukken noemen. Het auto
matisch in werking stellen gebeurt door een
electrisch contact aan de rails een paar
honderd meter vóór den overgang. Het kan
bijv. een gewone bel zijn van een halven me
ter middellijn, die op een grooten afstand
met zijn aanhoudend geklep hoorbaar ls.
Verder kan het een paal zijn met een heen
en weer bewegende schijf, waarop „Stop" en
halverwege een rood lichtje dat aan en uit
gaat, het zoogenaamde „wig-wag" signaal.
Maar het allerbekendste is de paal met twee
roode lampen, die om de beurt aan en uit
gaan en die ,day and night flasher" heet.
Tegen de bel bestaan de noodige bezwaren:
de omwoners hebben het er niets op begre
pen en het publiek der Pullman-slaapwagens
schrikt te veel op, denkend, dat de wekker
afloopt, wanneer er toevallig in de buurt van
een bel gestopt worde; verder kan de bel
door motorgeraas overstemd worden. Het
beurtelings aanknippen van twee roode lich
ten is het veiligst, omdat het zoo opvallend is,
zoowel bij den felsten zonneschijn als in het
nachtelijk donker, dat men er alleen in een
staat van verdwazing geen aandacht aan
schenkt. Het dubbele licht en het aan en uit
knippen is om te voorkomen, dat men het niet
voor het achterlicht van een anderen auto zal
aanzien.
Signa'en van den machinist.
Op een bepaalden afstand van eiken over
weg, zelf den kleinsten staat een bord met
de letter W., een afkorting voor Whistle als
een aanmaning voor den machinist om de
fluit in werking te stellen. Hetgeen hij doet
met het Morseteek en: twee lange en twee
korte stooten. Laat ik er nog bij vertellen,
dat de fluit van 'n Amerikaansche locomotief
geen hoog gegil geeft als wij kennen, maar
een lage brommende terts, die echter een
kolossaal draagvermogen bezit en mijlen in
den omtrek te hooren is.
Tenslotte bezitten de Amerikaansche loco
motieven geen flakkerende olielantaarns
voorop, maar een vervaarlijke electrische kop
lamp, die na zonsondergang een schijnsel van
honderden meters naar voren op de baan
werpt. Alles bij elkaar genomen worden
oogen en ooren van de automobilisten ge
dwongen opmerkzaam te worden op een na
derenden trein.
Steeds minder ongelukken.
Niettegenstaande dit alles werden er bijv.
in 19291 toch nog 2485 menschen op een
overweg gedood en 6804 gewond! 's Lands
wijs, 's lands eer, maar ieder jaar neemt het
aantal af tegenover meer auto's en treinen en
dat zegt een heeleboel. De Amerikanen ach
ter het stuur en vooral de jeugdigen onder
hen, zijn in hart en nieren sportliefhebbers,
die soms op het onzalige idee komen het van
den trein te winnen een spiegelgladde
„speelway" en geen slagboomen wat een
gelegenheid om een wedstrijd te houden! Met
cijfers is het aan te toonen, dat de spoorwe
gen en in dit land zijn het allemaal parti
culiere maatschappijen grooter voorzorg
nemen en de automobilisten in verhouding
roekeloozer worden. Van 1923 tot 1930 nam
het aantal auto's met 86 pCt. toe, het aantal
spoorwegmijlen verdubbelde, maar het aan
tal ongelukken nam met 1254 procent af. Het
hoogst opmerkelijke van die botsingen is, dat
ongelukken, waarbij de trein den auto aan
reed met 20 pCt. verminderde en die, waarbij
de auto tegen den trein opreed met 70 pCt.
toenam. Commentaar overbodig.
Dit alles verschilt principieel van de onge
lukken op onze vaderlandsche onbewaakte
overwegen, waar geheel andere aanleidingen
bestaan en die inderdaad niet op de Ameri
kaansche manier bewaakt worden. Dat de
spoorwegmaatschappijen hier zulke goede
voorzorgsmaatregelen nemen is o.a. te ver
klaren uit het feit, dat het goedkooper is dan
reusachtige schadevergoedingen uit te beta
len aan slachtoffers of nabestaanden. Ten
slotte hebben alle maatschappijen een com
missie benoemd, bekend als de Committee on
Prevention of Highway Crossing Accidents,
die een onderdeel is van de Safety Section of
the American Railway Associalion. Dit co
mité deelt aanplakbiljetten, propagandaboek
jes, films e.d. uit om het publiek op het ge
vaar te wijzen en het met alle boven omschre
ven waarschuwingsteekens op de hoogte te
brengen.
HET NIEUWE
„GEESTELIJKE MINISTERIE".
In Duitschland.
Van kerkelijke officieele zijde wordt door
bemiddeling van den evangelischen pers
dienst medegedeeld:
De Rijksbisschop heeft benoemd tot
leden van het „geestelijke ministerie": Dr.
Forsthof, thans plaatsvervangend Lan-
despfarres te Coblenz, Pastor Engelke, di
recteur van het Rau hen Haus te Hamburg.
Het gereformeerde lid van het voormali
ge geestelijke ministerie „Studiendirektor"
Pfarrer Weber uit Elberfeld zal de zaken
commissoriaal verder behartigen.
De leden van het geestelijke ministerie
voeren hun functie honnorair. De titel
„Kirchennynister" vervalt.
Het geestelijke ministerie zal a.s. Don
derdag bijeenkomen en een verklaring
afleggen.
BUITENLANDSCHE STUDENTEN
IN DUITSCHLAND.
De beperking van het aantal abituriënten,
welke in het jaar 1934 tot de Berlijnsche uni
versiteiten zullen worden toegelaten, tot
15.000, wordt in het buitenland veelal aldus
opgevat alsof buitenlanders in de toekomst
slechts volgens een numerus clausus tot de
studie aan hoogescholen in Duitschland zul
len worden toegelaten.
In dit verband wordt medegedeeld, dat de
numerus clausus slechts betrekking heeft op
Duitsche onderdanen en ten doel heeft in het
Onbewaakte overwegen in Ame
rika. (Dag. Overzicht).
Critieke toestand in Spanje. (Bui
tenland).
Titoelescoe geopereerd. (Buiten
land).
De moordzaak Prince, nog geen
opheldering. (Buitenland).
Termijn voor verbetering onjuiste
belastingaangifte verlengd tot 1 Mei
(Binnenland).
Noodlottig ongeluk op onbewaak-
ten overweg te Heiloo, één doode en
één zwaar gewonde. (Stad en Om
geving).
(Zie verder eventueel laatste
berichten.)
bizonder de overwinning van den nood in de
academische beroepen in Duitschland. Bui
tenlanders die de voor een studie aan een
hoogeschool in Duitschland vereischte voor
opleiding hebben ontvangen in hun eigen
land, worden op geen enkele wijze door de
zen maatregel getroffen. Zij zullen evenals
vroeger tot de studie aan de Duitsche hooge
scholen worden toegelaten en als welkome
gasten der Duitsche hoogescholen worden
begroet.
NU LEOPOLD KONING IS.
De regeering biedt ontslag aan,
De leden der Belgische regeering werden
gistermiddag om vier uur ten koninklijken
paleize ontboden. Na de plechtigheid der
overhandiging van de adressen der Wetge
vende Kamers aan koning Leopold III, heb
ben de leden der regeering hun ontslag aan
geboden.
COMMUNISTEN IN BELGIE.
Incident tijdens eedsaflegging.
Naar eerst thans bekend wordt heeft zich,
toen Koning Leopold de kamer binnentrad
om den eed af te leggen, nog een incident
voorgedaan. De communistische afgevaar
digden, die niet in officieele kleedij waren
verschenen, bleven tijdens het binnenko
men van den koning zitten en, toen de af
gevaardigden Z. M. toejuichten, sprongen
zij op en schreeuwden: „Leve de repu
bliek Hun kreet ging echter verloren in
het gejuich voor den koning.
VREES VOOR ONTWAPENING?
Rede van Neville Chamberlain,
In een te Plymouth gehouden redevoering
zette Neville Chamberlain, de minister van
financiën, uiteen, dat men zich moest voorbe
reiden op een zekere verhooging van de be
grooting voor de diensten der nationale de
fensie. Groot-Brittannië heeft tot dusverre
verlagingen der uitgaven bereikt door aan
bouw en vernieuwing van materiaal uit te
stellen, hetgeen niet ongelimiteerd kan wor
den volgehouden. De werkelijke moeilijkheid
voor de ontwapening ligt in de vrees der
Europeesche landen voor elkander.
MIST BOVEN HET KANAAL.
Gisteren is te Southampton ten gevolge
van den mist het geheele scheepvaartver
keer gedesorganiseerd geweest. Eenige
schepen kwamen met vertraging binnen en
moesten op de reede van Cowes voor
anker gaan, voor dat het zicht toeliet, dat
zij de haven binnenliepen. De voor een
groot stoomschip bestemde passagiers wer
den des nachts in een hotel ondergebracht,
waar zij de aankomst van het schip moes
ten afwachten, waarmede zij Zich naar
New-York zouden inschepen.
DE MOORDZAAK-PRINCE.
Nog geen spoor.
Het onderzoek naar de omstandigheden,
waaronder het lid van het hof van appel,
Prince te Dijon om het leven is gebracht,
heeft tot dusverre nog geen enkel resultaat
of spoor opgeleverd. De getuigenverkla
ringen omtrent het gebruik van den tijd in
de eerste minuten na zijn aankomst in
Dijon spreken elkaar tegen of zijn onjuist.
Het spoor van Prince gaat verloren vanaf
het oogenblik, waarop hij uit het station en
het hotel, waar hij een kamer besprak, ver
trokken is.
Documenten der Stavisky
affaire verdwenen.
Echo de Paris meldt, dat eenige stukken
zijn verdwenen uit het dossier, dat in de
aangelegenheid Stavisky op Het departe
ment van Arbeid berustte.
Volgens Liberté hebben de verdwenen
stukken betrekking op de omstandigheden
waaronder Dalimier indertijd als minister
van Arbeid de verzekeringsmaatschaDoijen
den aankoop van kassabons der bank van
leening van Bayonne recommandeerde.