DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
fixtgeliffisch QvtczicPu
Buitenland
Hoe is Koning Albert verongelukt?
No. 49
Graaf de Grunnedie den avond en den
nacht van het tragisch ongeluk doorbracht
te Marche les Dames, vertelt,
TRAGISCHE BIJZONDERHEDEN.
Het vertrek uit Brussel.
De laatste woorden van den koning-
De vermissing-
Brussel gewaarschuwd.
Wanhopig zoeken in den nacht.
De tragische plek.
Dinsdag 27 Februari 1934
DE ONTDEKKING.
Hoe de val zich moet hebben
voorgedaan.
De gevoelens van den Koning.
ANTI-BRUINBOEK KOMT
BINNENKORT UIT.
HUISEIGENAAR IN
CONCENTRATIEKAMP.
VAKVEREENIGINGSGELDEN NAAR
BUITENLAND?
Uit Duitschland?
SOC. DEM. GEARRESTEERD.
Te Weenen.
DE TOESTAND IN OOSTENRIJK.
Tegenstrijdige berichten.
Overbodige vrees?
136e Jaargang
Wat vandaag de
aandacht trekt
GROOTE STAKING TE VERVIERS.
Van 15.000 textielarbeiders.
RUSLAND UIT ZICH OVER
OOSTENRIJK.
Karl Radek schrijft hierover.
DE BESPREKINGFN VAN EDEN TE
ROME.
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en eestdageu, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—,
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN:
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote lettert naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v b. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33.
Directeur: C. KRAK.
Dit nummer bestaat uit twee bladen
Graaf Xavier de Grunne, die, met kapitein
Jacques de Dixmuide, graaf Carton de Wiart
en prof. dr. Nolf den avond en den nacht van
het tragisch ongeluk, aan den Koning der
Belgen overkomen, te Marche-les-Dames
doorbracht, die vollediger dan iemand an
ders op de hoogte is van de omstandigheden
en bij het vinden van het lijk tegenwoordig
was, heeft aan het Belgische (Vlaamsche) blad
Het Laatste Nieuws een uitvoerig
relaas der gebeurtenissen verstrekt. Graaf de
Grunne vertelt als volgt:
Zaterdag 17 Februari 1934, om 12 u. 15,
verliet Koning Albert het kasteel te Laeken,
met zijn particulieren auto, een Ford, die in
niets verschilt van de gewone wagens. Hij
vertrok in gezelschap van zijn kamerknecht,
den heer Van Dijck. Een uur en een kwartier
later bevond hij zich in het bekende schilder
achtige oord te Marche-les-Dames.
De morgen was gevuld door intens werk,
en de aanwezigheid van den Koning zou op
nieuw noodzakelijk zijn oes avonds, om 18
uur met het oog op een plechtigheid in het
Sportpaleis. De vrije tijd is dus beperkt en
men zal spoedig oen voet bereiken van de
rots, die vroeger bekend was onder den
naam van ,de ongenaakbare". Daar 's
het dat over het algemeen de jonge lieden, die
lid zijn van de Alpinistenclub, zich komen
oefenen alvorens andere beklimmingen uit te
voeren. Dik w ij 1 s z ij n w ij er in het
verleden gekomen. Ik heb toen
de eer gehad met Z ij n Majesteit
en gebonden aan dezelfde koord,
de korte maar duizelingwekken
de rots te beklimmen. Daar ook heb
ben we meer dan v.ens, gezellig den mond
voorraad gebruikt die uit de knapzakken
werd gehaald. Deze mondvoorraad was
steeds gering voor Zijne Majesteit, die zich
tevreden stelde met een flesch melk, een klein
broodje en enkele vruchten.
Dien dag dringt de tijd. Na enkele voor
bereidende oefeningen op den rotswand zal
de mondvoorraad zelfs niet eens worden
aangesproken.
Van Dijck zal alles opnieuw in den knap
zak stoppen, en van 15 uur 15 af zal men
op de hoogvlakte klimmen, die de rotsen be-
heerscht om zich langs 't bosch naar den
wagen te richten die nabij het dorp van
Boninne werd achtergelaten.
Op het oogenblik, dat het plateau wordt
bereikt, wijst het uur 15 uur 30 aan. Op d't
oogenblik juist, zei de Koning tot Van Dijck:
Volg nog het pad gedurende vijftig meter.
Mc ga van het uur. dat ons nog overblijtc.
gebruik maken, om tot den voet van de rot
sen af te dalen en een beklimming uit te
voeren. Als ik goed ia vorm ben zalf het
moeiiiike oed^elte ook doen. Als ik het niet
ben zal ;k mij beperken Dij het makkelijke
gedeelte. Ik zal u binnen een uur terug-
ViHw had de arme Van Dijck na dertig
iaren trouwen dienst, kunnen denken, dat
eenvoudige zin de laatste zou geweest
zS die over de koninklijke lippen komen
zou9 Hij zag dan hoe zijn meester zich
wiiderde in het struikgewas, naar de rotsen-
S die een kleine kapel beheerscht langs
ST&eg en die door de lieden van de streek
wordt genoemd „De rots van den goeden
God". Hij voert dan verder liet bjewel
gaat een 50-tal meter verder en wacht.
Anderhalf uur gaat voor^ vaÏÏ'Ê-
itnmt Het is 17 U. De avond gaat vallen, n..
is reeds dertig minuten vertraging
afspraak in het Sportpakle1?: Er mwt
met de stiptneid van derKoning trm
iets gebeurd zijn. Van Dt]<* Jdm en
richting waar zijn meester is yeru de
onderzoekt ook de steile h«ding maar
hoogvlakte, roept om den Konmg^
krijgt geen antwoord Hij ond^r kon,n T
helling. Maar de dienaar van den -
is geen Alpinist. Hij stru.kelt terwijl hqmrt
tallooze moeilijkheden heeftafte
Met stijgende vrees roept hij den naam
zijn meester. En steeds meer valt de duisternis
10Om 17 uur 45 is het al nacht De opz^
gen voortzetten is onmogelijk. Al taste™-
daalt hij geheel de helling af. langs jet bosc
w rJpn weg. Daar beneden, onder de rotsen,
slaakt hij nog de laatste kreten waarop slechts
de onbarmhartige stilte antwoordt van een
duistere eenzaamheid.
Tenslotte besluit hij, wanhopig, het paleis
te waarschuwen. Hij komt te Marche-les-
Dames aan, op een kwartier afstand. Het kas
teel te Laeken wordt gewaarschuwd om 19
uur.
Vijftien minuten later vertrekt kap. Jacques
in een eerste auto. Dan volgen de beraad
slagingen in de onmiddellijke omgeving van
den Koning, waar-men aan Hare Majesteit
de Koningin een misschien nutteloozen angst
wil besparen.
Om 20 uur word ik zelf gewaarschuwd en
ik geef onmiddellijk ter overweging prof.
Nolf ter hulp te roepen ,die de geneesheer en
tevens de vriend en metgezel is van den
Koning Men ondervindt eenige moeite om
den professor te ontdekken, zoodat de auto
slechts op weg kan gaan om 20 uur 30. Om
21 uur 45 bevinden wij ons ter plaatse, en
treffen wij kapitein Jacques aan met twee
gendarmen, die het terrein onderzoeken langs
den weg, onder de groote rotsen. Maar hij
kent den toestand van het terrein niet, noch
de gewoonten van de klimmers, en weet ook
niet hoe hij de opzoekingen moet leiden.
Op het oogenblik is ook Van Dijck met den
chauffeur naar Boninne vertrokken: is er
misverstand en is de vorst niet rechtstreeks
naar den auto teruggekeerd? Daar de aan
wezigheid van Van Dijck noodig is voor de
opzoekingen, wachten wij op hem met ze
nuwachtigheid, alleen uit plichtsbesef voort-
zoekende op het terrein rondom de als onge
naakbaar bekende naalden.
22 uur 30. De kamerknecht van Zijn Majes
teit is eindelijk teruggekeerd en laat ons toe
de nasporingen in een zekere mate te lokaii-
seeren door zijn verklaringen, over wat boven
is gezegd.
Dadelijk begin ik met een stelselmatig on
derzoek van de ongelukkig zeer verwarde
rots van den Goeden God deze rotsgroep
werd eertijds zoo dikwijls beklommen door
den Koning en mijzelf terwijl baron
Jacques, dr Nolf en baron Carton de Wiart,
die intusschen ook is aangekomen, met helaas
slechte lampen, den voet van de rotsen onder
zoeken, evenals de gedeelten, die met ge
wone midde1en bereikbaar zijn. Ik doe de
gewone beklimmingen. Inderdaad, als een
ongeluk is gebeurd heeft het lichaam kunnen
vallen in een van deze diepe barsten die door
de Alpinisten kloven worden genoemd en
waarvan zij zich juist bedienen om hun be
klimmingen uit te voeren. Een uitgestrekte
kloof die twee meter breed is en zes diep,
bevindt zich juist in de rots die utiziet op
de Maas. Zij is bekend als „Kloof Louise".
De Koning heeft ze herhaaldelijk gevolgd,
met mij en anderen. Ik beklim ze en onder
zoek ze nauwkeurig met de electrische lamp.
Dit duurt lang, want om te klimmen zijn de
twee handig noodig en de handeling met de
lamp wordt dan moeilijk. De beklimming
wordt voortgezet tot het hoogste punt maar
zij levert niets op. Ik daal af langs den an
deren wand, langs de helling, die met bla
deren is bedekt, en houd me langs den rots
wand, om nauwkeurig het terrein te kunnen
overschouwen, over een breedte van 15 me
ter ongeveer. Ik stelde me op dit oogenblik
niet voor dat een lichaam, dat van de rots
was gevallen, op dit terrein verder zou kun
nen rollen.
Zulks was een vergissing, zooals men ver
der zien zal.
In afwachting kom ik weer bij mijn gezel
len waarvan de opzoekingen eveneens
vruchteloos gebleven zijn. Het is 23 uur 15.
Wij hernemen dezelfde bewerking, langs de
linkerzijde van de rotsmassa. Weer bleef
eenig gevolg uit.
Na middernacht steeg onze vrees ten top
punt. Alle middelen moeten aangewend wor
den en er moet hulp worden gevraagd: 5
van onze beste klimmers, in staat alle rotsen
te bestijgen zullen telefonisch gewaar
schuwd worden, en met een rijtuig aange
voerd, teneinde deel te nemen aan de opzoe-
kingen. v.
Terwijl de autobestuurder zich naar Na
men begeeft, drager van het telefonisch be
vel, worden de opzoekingen hervat maar
thans in een rotsmassa, die gewoonlijk min
der bezocht wordt. Zij blijven even vruchte
loos als de voorgaande. Het is nu 1 uur 30
In afwachting van de kameraden alpinisten,
doorloopen de heeren Nolf, Carton de Wiart
en kapitein Jacques het kreupelhout, in alle
richtingen, zelfs ver van de rotsen. Het is
immers niet onmogelijk, dat de Koning ge
wond, zich over een zekeren afstand voort
gesleept heeft, en dan het bewustzijn heeft
verloren.
Gendarmen en twee boschwachters helpen
ons. Ik onderzoek mijnerzijds in een verder
afgelegen rotsmassa een laatste kloof, die
ik voor twee jaar, met den Koning gedeelte
lijk bestegen heb. Heeft hij een poging aan
gewend langs deze zijde? Het is 1 uur 55
Ik keer terug naar den weg, en voel plots
een volledige inzinking. Deze nachtelijke
klimpartijen, gedurende 4 uur, in een toe
stand met steeds grooter wordende vrees,
hebben mij uitgeput. Alle inspanningen
schijnen mij thans als nutteloos.
Op hetzelfde oogenblik, geroepen door
baron Carton de Wiart, daalde kapitein
Jacques, ten prooi aan hetzelfde gevoel van
moedeloosheid, dezelfde met bladeren bedek
te helling achter de rots „van den Goeden
God" af, die ik gevolgd had, na het onder
zoek van de „Kloof Louise" omstreeks 23
uur 15.
Maar inplaats van op ongeveer 15 meter
van de rotsen te blijven, ging hij in het mid
den van de helling.
De lamp van kapitein Jacques was bijna
uitgebrand. Op een veertigtal meters van
den weg haakt hij met den voet in een
koord, en ziet, dat dit vastgehecht is aan
een lichaam. Hij uit een gil. Op zijn kreet
snellen wij toe en onze lampen, toonen ons,
achteromgevallen op den rug, de handen
half uitgestrekt, als om nog een steun te
grijpen, het lichaam, van diengene, die ge
durende een vierde eeuw bet Hoofd was ge
weest van ons land.
De Ridder-Koning, rondom wien in 1914
de verdedigers van het vaderland stonden
geschaard, die onze onafhankelijke natie
naar haar honderdsten verjaardag geleid
had, lag daar, op den met zijn bloed ge-
drenkten grond, zooals de dooden uit den
grooten oorlog: een geweldig gat was merk
baar in de rechterhelft van den schedel, in
gedrukt door een schok, die onmiddellijk
den dood moet veroorzaakt hebben.
Het overige moet hier niet meer verteld
worden. Het verslag van het parket, dat zoo
!pas is openbaar gemaakt, laat toe het dra
ma getrouw weder samen te stellen.
Wij willen er enkel op wijzen, dat de val
zich moet hebben voorgedaan, na het vol
trekken van een beklimming, op het oogen
blik, dat de Koning nog een hooger punt
wilde bestijgen, uitstekend boven den voor-
naamsten bergrug. Al de ter ploatse nage
gane sporen laten toe te veronderstellen, dat
bij het bereiken van de kleine effenheid, ge
vormd door de spits van dit hooger gelegen
punt, de vorst zich vastgeklampt heeft aan
een losgeraakt blok, dat zich in onstandvas
tig evenwicht bevond.
Dit zeer zware blok is omgeslagen tu
heeft het lichaam in de ruimte geslingerd.
De Koning zou zich zeker hebben kunnen
hervatten, aan het twee meter lager gelegen
platform, zoo per ongeluk, een lange tak het
lichaam, niet achterwaarts had doen om
kantelen. Van dan af heeft de val zich vol
trokken, het hoofd naar beneden, zonder
mogelijkheid nog recht te kunnen komen.
Een twaalftal meter lager, drukte een ruw
rotsachtig uitsteeksel den schedel in, en voi
eindde het wreede werk van het noodlot.
De omgeplooide tak, het lorgnet, dat blij
ven hangen is in de kleine takjes, het bosje
haar op het rotsachtig uitsteeksel, alles is
daar, als een open boek, vertellend met een
onverbiddelijke nauwkeurigheid, het gan
sche ongeluk, tot in zijn kleinste bijzonder
heden.
Bij deze ramp, die de ontsteltenis gewekt
heeft, niet alleen van ons land, maar van de
wereld, rijzen verscheidene vragen op, in
den geest van diegenen, die Koning Albert
niet gekend hebben in intimiteit, en die den
aard zelf niet kennen van zijn geliefkoosde
oefening.
Overal hoort men de uitroepen: „Hoe is
het mogelijk?" „Hoe kon de Koning, ge
woon aan de hooge spitsen van de Alpen,
belang stellen in de onbeduidende rotsen
van ons land? Hoe kan men zich alpinisme
voorstellen in een België zonder bergen?"
Men kan de groote liefde van den vorst
voor het alpinisme met begrijpen, zonder het
leven zelf fe kennen, dat zijn koningschap
hem oplegde te leiden. Staatshoofd sinds
zijn 35e jaar, torst hij onafgebroken het ge
wicht van een verpletterende verantwoorde
lijkheid. Hij moet elk oogenblik voeling hou
den met de leidende krachten van het land.
Een vorst, die nauwgezet zijn taak wil vol
brengen, wordt tot een bijna bovenmensche-
lijke'krachtinspanning van den geest veroor
deeld. Bij een dergelijke zenuwspanning past
een lichamelijke kompensatie. Onder de ver
schillende lichamelijke oefeningen, bood hef
alpinisme deze bij uitstek. Hij had deze sport
tijdens zijn jeugd beoefend, toen hij als
jongste prins niet voorbestemd was om over
het land te regeeren.
Den zin ervoor heeft hij bewaard tot op
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA,
den laatsten dag, niet als een eenvoudige
Til, maar door redeneering en uit geestelijke
ygiëne. „Daar ga ik, zei hij dikwijls, even
wicht naar ziel en lichaam terugvinden". Of
wel nog zei hij: Na lange uren van zenuw
spanning in mijn bureel op het Paleis, heb ;k
behoefte aan oogenblikken van zedelijke be
vrijding."
Dat was de geest die den Koning bezielde
bij het beoefenen van het Alpinisme.
IS HITLEE EEN MAN VAN EER?
Dan laat hij Dimitrof vrij.
De „Times" heeft, zooals men in ons blad
kon lezen, in een redactioneel artikel de we
derrechtelijke gevangenhouding van Dimitrof
besproken en in scherpe bewoordingen ge
laakt. Van de talrijke ingezonden stukken te
dezer zake, in het blad opgenomen, vermel
den wij er een van prinses Elisabeth Bibes-
co, (dochter van wijlen Lord Oxford en As-
quith.) Zij schrijft: Herr Hitier heeft aan
Ward Price, correspondent van de „Dai'y
Mail", zijn eerewoord gegeven, dat de Bul
garen bevrijd zouden worden. Aangenomen
dat Hitier een man van eer is, heeft hij dan
kracht noch macht om zijn woord gestand te
doen? Als de gevangenen niet binnen enkele
dagen in vrijheid worden gesteld, zal de we
reld weten, dat de Führer even bevreesd is
voor Göring als deze voor Dimitrof.
Dezer dagen zal te Berlijn het licht zien
het anti-Bruinboek over het eerste concen
tratiekamp onder den titel „Concentratie
kamp Oranienburg". De schrijver van dit
boek is de S.A. stormbanleider Schaefer,
kampcommandant van Oranienburg. De
S.A. groepsleider Ernst heeft een voorwoord
geschreven.
Een huiseigenaar te Weimar in Duitsch-
land had geweigerd een huis te verhuren
aan een groot gezin en den woningzoekende
op diens mededeeling, dat zulks niet in over
eenstemming is met de richtlijnen der Rijks-
regeering met beleedigingen van den Rijks
kanselier geantwoord.
Het ministerie van binnenlandsche zaken
van Thuringen heeft den huiseigenaar voor
eenigen tijd naar het concentratiekamp van
Bad Suiza gezonden, zulks als afschrik
wekkend voorbeeld.
Uit Weenen wordt gemeld, dat het onder
zoek tegen de geliquideerde sociaal democra
tische arbeidersbank heeft uitgewezen, dat
door de leiding der bank in den laatsten tijd
voor vijf millioen vakvereenigingsgelden
door den aankoop van buitenlandsche effec
ten bij buitenlandsche banken naar het bui
tenland zijn gebracht. De gevluchte voorzit
ter der vakvereeniging van spoorwegarbei
ders zou bij een bank te Zurich de geheeie
rekening dezer vakvereeniging' hebben over-
ebracht bij die bank. Het betreft 1,8 mil-
'ioen sch. De politie heeft voorts een aantal
geheime rekeningen der sociaal democrati
sche partij, in het geheel tot een bedrag van
vier millioen in beslag genomen. Tegen de
verantwoordelijke leiders der Arbeidersbank
is een vervolging ingesteld wegens bedrog
In de gemeente Mautern (Stiermarken)
zijn gearresteerd de leider van den Schutz-
bund en vroegere burgemeester van St.
Michael, Klingbacher. De sociaal democra
tische burgemeester van Fohnsdorf in Ka-
rinthie, Horvatek, is te Buchholz gearresteerd
Ir
De Engelsche bladen behandelen den toe
stand in Oostenrijk. Gemeld wordt, dat
4000 man Heimwehrtroepen verschillende
punten langs de grens van Boven Oosten
rijk hebben bereikt. De bladen geven vier
verschillende geruchten weer.
1) De Heimwehr zou zijn geconcentreerd
langs de Duitsch-Oostenrijksche grens;
2) De Heimwehr zou zich voorbereiden
voor een marsch naar Weenen;
3) De Heimwehr zou aartshertog Otto wil
len afhalen van de Zwitsersche grens en be
geleiden naar Weenen en
4) majoor Fey zou zijn strijdkrachten bui
ten Weenert houden, om pogingen der rege
ling deze te ontwapenen, te vermijden.
Naar aanleiding van de Oostenrijksche
kwestie schrijft de diplomatieke medewerker
der „Daily Teiegraph", dat naar het oordeel
der meeste diplomaten in midden Europa
momenteel geen gevaar bestaat voor een ge-
Hoe koning Albert verongelukt
is. (Dag. Overzicht)
Zware tornado's boven Amerika.
(Buitenland.)
Zal de Gepeoe in Rusland verdwij
nen? (Buitenland).
De gevangenhouding van Dimi
trof. (Buitenland.)
De verscherpte verhouding Oos
tenrijkDuitschland. (Buitenland.)
Noodlanding van een sportvlieg-
tuig onder de gemeente Bloemen-
daal. (Luchtvaart.)
De Nijenrode-zaak weer voor de
Amsterdamsche rechtbank (Rechts
zaken.)
(Zie verder eventueel laatste
berichten.)
wapnd internationaal conflict in verband
met de Oostenrijksche kwestie. Noch Duitsch
land noch Joego-Slavië, wenschen de Oosten
rijksche grenzen te schenden.
STEEDS WEER OP DEN 17DEN!
Merkwaardige datum voor
België's Koninklijke familie.
Het getal zeventien neemt in de annalen
van de Belgische koninklijke familie een
zeer bijzondere plaats in.
Zoo is Leopold II op 17 December 1909
overleden, koningin Marie-Henriëtte op 17
November 1902; de graaf van Vlaanderen
verwisselde op 17 November 1905 het tijde
lijke met het eeuwige, terwijl het verschei
den van koning Albert op 17 Februari 1934
plaats vond.
Het zijn echter niet alleen de droevige
gebeurtenissen, die op den 17den plaats
vinden. Leopold II besteeg den troon op
17 December 1865; de gravin van Vlaande
ren werd op 17 November 1845 geboren en
prinses Astrid, de tegenwoordige koningin
van België, aanschouwde op 17 November
1905 het levenslicht.
In de textielfabrieken van Verviers nabij
Brussel is de algemeene staking begonnen.
Ongeveer 15.000 arbeiders zijn er bij betrok
ken. Het is nog niet tot incidenten gekomen.
In de Prawda publiceert Karl Radek een
artikel over Oostenrijk, waarin hij o.m
schrijft:
De vraag, welk lot weggelegd is voor de
regeering Dollfuss, of hoe de eventueele dic
tator van de Oostenrijksche contra-revolutie
zal heeten, heeft geen enkel historisch be
lang. Het groote belang ligt in den strijd, t
die zich rondom en om Oostenrijk, als too
neel van den toekomstigen wereldoorlog,
ontwikkelt. Radek gaat dan in bijzonderheden
in op de belangen, die het Italiaansche en
het Duitsche fascisme hebben in het zich
verschaffen van invloed op Oostenrijk, waar
bij hij opmerkt, dat de tegenstrijdigheid dezer
belangen in het geheel niet wordt beïnvloed
door het fascistisch karakter van de Duit
sche en Italiaansche regeeringen. Italië wil
Duitschland niet de hand op Oostenrijk
laten leggen, omdat het geen nabuur van
Duitschland wil zijn. Het Duitsche imperia
lisme is op den Balkan een heel wat gevaar
lijker vijand voor Italië dan het Fransche
imjeriaiisme. De Duitsche fascislen trach
ten Zuid-Oostwaarts door te dringen tenein
de zich later met verdubbe'de kracht naar
het Oosten te kunnen keeren.
Na nog gewezen te hebben op de afwezig
heid van eenheid in de actie van de landen,
die de verklaring inzake de onafhankelijk
heid van Oostenrijk hebben onderteekend,
besluit Radek met de conclusie, dat op het
oogenblik de strijd zich ontwikkelt tusschen
het Duitsche en het Italiaansche fascisme,
die zich op het oogenblik tegenover elkaar
bevinden, niet als bondgenooten, maar ais
vijanden, die elkander min of meer openlijk
bedreigen.
Gisteravond is een officieele verklaring
gepubliceerd, volgens welke de chef der Ita
liaansche regeering gistermiddag in het
Venetiaansch paleis den heer Eden, lord-
groot-zegelbewaarder, heeft ontvangen, die
hem op de hoogte stelde van de besprekingen
welke te Parijs en Berlijn hadden plaats ge-
gevonden. Deze informatie heeft hen in staat
gesteld de Britsche en Italiaansche memo-
randam opnieuw te bestudeeren. Zij vonden
wederzijds overeenstemming, in het bizonder
ten aanzien van de mogelijkheid een basis te
vinden voor een algemeen verdrag. Waar
schijnlijk zal Eden vandaag Rome weer ver-
laten.