dagblad voor alkmaar en omstreken.
Kit hel JiademetU
Bageüiksch
Gewapende vrede in Europa.
buitenland
D«2e Co»,Mt wo.dl ELKEN AVOND, behalve Zon
en eestdagen, nitjejeven, Abonnementaptiis pe,
3 maanden bi) vootnitbetaling voot Alkmaar 2.-,
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
No. 50
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN:
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letter* naar plaatsruimte.
B'ieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33.
Directeur: C. KRAK.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
136e Jaargang
1
In Frankrijk doet men ernstige pogingen om
t. a. v. de bewapening nummer één te blijven,
terwijl Engeland zijn weermacht reorganiseert.
De macht in de lucht.
Wat vandaag de
aandacht trekt
ALKMAARSGHE COURANT.
Den Haag, 27 Febr. 1934
Nadat de vorige week de algemeene be
raadslagingen over de Indische begrooting
tot een goed einde waren gebracht, is heden
de behandeling van de aideelingen ingezet en
wel met de afdeeling Justitie.
Een bespreking van de onderdeden van
een Indische begrooting, waarbij telkens bij
zondere punten naar voren worden gebracht
en steeds de Indische specialiteiten het woord
voeren, behoort niet tot de genietelijkste be
zigheden van de Tweede Kamer. Het wordt
voor den betrekkelijken buitenstaander, waar
toe toch feitelijk iedereen behoort, die nim
mer onder de palmen heeft gewandeld, een
tamelijk taaie geschiedenis en een relaas van
het verhandelde moet haast onvermijdelijk
niet al te best genietbaar zijn. We bepalen
ons dus maar tot de hoofdpunten. Zoo leek
ons de door meer dan een spreker geuite
klacht over de sterke inkrimping van het
kantoor van arbeid, het lichaam dat toezien t
heeft op de toepassing van de arbeidswetge
ving enz. niet on-interessant. De Volksraad
heeft destijds een motie van het lid Monod
de Froideville aangenomen tegen de te ster
ke bezuiniging, doch de regeering heeft daar
mee geen rekening gehouden en de bezuini
ging gehandhaafd. Daartegen protesteerden
o.a. de heeren Feber (r.k.), Cramer (s.d.a.p.)
en Wijnkoop (comm.), doch minister Colijn
hield voet bij stuk. De bezuinigingswind
waait over heel het koloniaal bestuur en het
kantoor van arbeid moet er ook door ge
snoeid worden. Maar, voegde hij er als doekje
voor het bloeden aan toe, het blijft bestaan
en wanneer er weer een zachtere wind gaat
waaien, kan het weer in ouden vorm opge
bouwd worden. Een andere kwestie was die
der Weeskamers. De minister wil er enkele
van opheffen, andere inkrimpen en nu wees
de heer van Kempen (lib.) er op, dat we dan
kans loopen, dat er nog sterker geklaagd zal
worden over de trage wijze waarop de Wees
kamers liquidaties van boedels enz. afwikke
len. Er gaan soms jaren mee heen en dat zal
nog erger worden, wanneer de minister er
niet in slaagt ze tot grooter activiteit aan te
sporen.
De minister antwoordde evenwel ontwij
kend: hij kon hier niet oordeelen over de
vlotheid van werken van de weeskamers.
Van communistische zijde werd geklaagd
over de onder toezicht staande pandhuizen
en beweerd, dat de inlander daar niet minde:
wordt afgezet dan door Arabische en Chinee-
sche woekeraars.
Minister Colijn weersprak dit ten stellig
ste en verzekerde, dat streng de hand wordt
gehouden aan de reglementen. Terwijl van
dezelfde zijde geklaagd was over ongerech
tigheden van de justitie, heeft de minister
eens en voor al geantwoord, dat hij op alge
meenheden niet wilde ingaan. Kon men con
crete feiten noemen, dan zou hij eventueelc
klachten ernstig doen onderzoeken.
Van de bespreking over de afdeeling finan
ciën vermelden wij enkel, dat er kort, vee!
korter dan in vroeger jaren, over opium is
gesproken. Het was, meenen we, de heer van
Boetselaer van Dubbeldam (c.h.), die aan
drong op opheffing van de opiumpacht, maar
minister Co'ijn verklaarde daaraan niet te
mogen denken. Thans hebben we controle op
het opiumgebruik, maar bij de verdwijning
van de pacht zou de deur worden opengez.-t
voor ruimer verbruik en zou de toestand
waarlijk niet verbeteren.
Bij de afdeeling binnenlandsch bestuur
zette de heer Cramer (s.d.a.p.) de onvermijde
lijkheid uiteen om steeds meer inheemsche
elementen in het bestuur van Indië op te ne
men. Zeker, antwoordde de minister, maar
de verhouding tusschen Europeesche en in
heemsche ambtenaren is goed, zoodat we
daaraan niet moeten tornen, en voorloopig
kan het Europeesche element niet worden ge
mist. Er was geklaagd over een al te forsco
optreden van een bestuurspatrouille op
Nieuw-Guinea, waarbij zeer veel dooden
zouden zijn gevallen.
De minister noemde die patrouille onver
mijdelijk, omdat zij tegen koppensnellers., die
kinderen hadden geroofd, moest optreden.
Toen de koppensnellers zich verzetten, moest
er wel op ingegaan worden, en of dat nu e
hardhandig was gebeurd, kon hij niet beoo -
deelen, omdat hij er niet bij was Kewee^-
Bij de afdeeling onderwiis en eredienst
heeft onder meer de heer Rutgers (a.r.) g-
pleit voor het bijzonder onderwijs
van krachtiger steun. Ook heeft hij
schuwd tegen het denkbeeld om de
hoogeschool op te heffen. Dat zou voor-de -
tellectueelen in Indië een achteruitga g
teekenen. Hij betoogde daartegenover de
wenschelijkheid, dat de regeering zou den
aan uitbreiding van het hooger onderwijs
Indië.
Hij en na hem ook anderen hebben
vraagstuk van de toelating van zending en
misie op het eiland Bali behandeld, wan
neer wij den minister goed hebben begrepen,
acht hij het niet gtwenscht reeds thans mis
sionarissen of zendelingen op het eiland toe
te laten, maar niettemin keurde hij het at, aai
een ambtenaar van het binnenlandsch be
stuur aan de hoofden van het eiland nau
verklaard, dat er geen zending op Bali zou
worden toegelaten. Daarmee ging hij buiten
zijn boekje.
De heer Roestam (comm.), in den ouden tijd
zelf verbonden aan 't lager onderwijs, heeit
een breedvoerig pleidooi gehouden voor rui
mer verbreiding van lager onderwijs, ook in
de dessa. Opmerkelijk vonden wij zijn op
merking, dat het Hollandsch bij dat onder
wijs de voertaal moet blijven. Hoe is dat te
rijmen met het communistische wachtwoord:
„Indië los van Holland, nul"?
De heer Feber (r.k.) heeft er op aangedron
gen bij de toelating tot het hooger onderwijs
een strenge selectie uit te oefenen.
De minister heeft ten aanzien van dit punt
erkend dat het wenschelijk was de toelatings-
eischen tot de Indische hoogeschool te ver
zwaren en hij zegde overweging toe. Wat
het lager onderwijs aangaat zette hij uiteen,
dat het de taak der overheid is dit onderwijs
te brengen tot de breedere volksmassa, ten
einde tevens de indianisatie van het landsbe
stuur te bevorderen, maar voor het oogenblik
kan zij haar zorgen niet verder uitstrekken
dan tot het doen geven van algemeen vor
mend onderwijs en zij kan zich ook geen
grooter uitgaven er voor veroorloven.
Toen ten slotte ook deze afdeeling was
goedgekeurd, was het zoo laat geworden,
dat de voorzitter de vergadering tot morgen
verdaagde. We mogen evenwel niet verzui
men bij deze losse aanteekeningen uit het ver
handelde de mededeeling te voegen, dat de
communisten en de heer Sneevliet tegen elke
afdeeling hebben gestemd, terwijl bij de laat
ste afdeeling de sociaal-democraten zich bij
hen voegden.
De sterke Fransche regeering, welke thans
te Parijs de leiding in handen heeft genomen,
bereidt zich volgens het Hbld. voor, om de
consequenties te trekken uit de nauwelijks
nog te vermijden mislukking van de ontwape
ningsconferentie. En merkt het blad er bij
op de groeiende toenadering van Wai-
schau tot Berlijn doet in Frankrijk ongetwij
feld mede de overtuiging toenemen, dat het
zaak wordt, meer en meer de mogelijkheid
onder het oog te zien, dat Frankrijk in groo
ter mate dan tot dusver het geval was, op
eigen krachten zal worden aangewezen, om
zijn positie op den duur te kunnen hand
haven tegenover een zich bewapenend
Duitschland. Men mag weliswaar aannemen,
dat het voeren van een preventieven oorlog
niet in de bedoeling van Frankrijk ligt. maar
wel moet er op worden gerekend, dat Frank
rijk zich tot het uiterste zal inspannen om
den bestaanden bewapeningsvoorsprong te
handhaven.
Teekenend in dit verband is het artikel van
den militairen medewerker van de „Echo
de Paris", André Pironneau, waarin een
pleidooi wordt gevoerd voor de vorming,
naast het gewone militieleger, van een stoot
troep, bestaande uit beroepsmilitairen en uit
gerust met het meest moderne gemotoriseer
de oorlogsmaterieel. Het heet, dat dit denk
beeld in kringen van den Franschen gene-
ralen staf groote instemning vindt. De schrij
ver van het artikel constateert, dat de ontwa-
peningspolitiek haar tijd heeft gehad en dat
thans nog het eenige, wat den vrede kan
verzekeren, militaire overmacht is. M.aw
wordt het recht van den sterkste oppermach
tig verklaard en het komt er volgens den
schrijver maar op aan te zorgen, dat men de
sterkste blijft. Zooals men weet. heeft het be
staan van de rijksweer als mobiel offensief
instrument in Fransche legerkringen steeds
groote bezorgdheid gewekt, omdat men daar
in een onmiddellijk in te zetten stootkracht
aanwezig wist, welke de mobilisatie en con
centratie van de Fransche strijdkrachten in
gevaar zou kunnen brengen. Aan het thans
opduikende denkbeeld van de vorming van
een permanenten mobielen kerntroeo van be
roepsmilitairen als middel om „Frankrijks
politiek te kunnen doorzetten", ligt ongetwij
feld mede de wensch ten grondslag, om te
kunnen beschikken over een soortgelijk strijd_
middel als tegenhanger van de rijksweer of
van de formatie, waartoe deze hervormd
mocht worden.
De tendenz in Frankrijk om te geraken tot
een versterking van de bestaande weermacht,
zooals die o.a. spreekt uit dit pleidooi van ;.e
„Echo de Paris" (welke beschouwd kan wor
den als het orgaan der rechtsche kringen),
komt intusschen ook tot uiting in plannen tot
„reorganisatie" van de luchtvloot, met welke
reorganisatie een aanzienlijke versterking
van dit belangrijk wapen bedoeld is. Zoo wist
de Parijsche correspondent van de „Manen
Guard" dezer dagen te berichten, dat de
hervorming van de luchtvloot vervat zou
worden in een driejaarsplan, waarbij een be
drag van vier milliard frs. zou worden ver
werkt.
Deze aan de Fransche regeering toege
schreven voornemens vinden alreeds hun
terugslag in Engeland.
In een commentaar van de „Observer
bijv. wordt al vastgesteld, dat Groot-Brittan-
nië het Fransche voorbeeld zal moeten vol
gen onder het motto (zoo welbekend uit de
jaren vóór 19141), dat de zekerste weg om
den oorlog onmogelijk te maken, is, zulk een
krachtige luchtvloot te bouwen, dat geen an
dere mogendheid den strijd daartegen zni
durven aanbinden.
Alsof een dergelijke overweging in iv
eenige mogendheid heeft weerhouden om,
toen dit noodig geacht werd, de wapenen op
te nemen!
Uit uitlatingen als die van „Observer" en
„Echo de Paris" blijkt inmiddels duidelijk, in
welke richting de gedachten weer gaan, nu
de waarschijnlijkheid steeds grooter wordt,
dat in plaats van wapeningsbeperking, toe
nemende bewapening opnieuw de voornaam
ste leidraad voor de politiek der verschillende
regeeringen wordt. Zoo heeft de Britsche
kanselier van de Schatkist, Neville Chamber-
lain, gemeend onlangs in een rede te Ply-
mouth de belastingbetalers, die alreeds hopen
op verlaging van hun zware lasten, te moe
ten voorbereiden op verhooging van de be
grootingen der nationale verdedigings
diensten, welker noodzaak hij in recht-
streeksch verband bracht met de blijkbaar on
oplosbare FranschDuitsche tegenstelling
Het alternatief, waarvoor Europa zich ge
plaatst ziet als gevolg van een mislukking
der ontwapeningsconferentie, teekent zich
aldus steeds scherper af. Allerwege wordt
teruggekeerd tot het geloof in de macht der
wapenen tot beslechting van geschillen tus
schen de volken. De resultaten, door Japan
bereikt met zijn machtspolitiek, hebben er
ongetwijfeld toe bijgedragen om dit geloof
ophieuw te versterken, nu blijkt, dat het col
lectieve veiligheidssysteem vooralsnog in zijn
taak faalt. Frankrijk acht zich verplicht
tegenover het Duitsche gevaar, het zekere (of
althans hetgeen daarvoor wordt aangezien)
voor het onzekere te nemen; het laat meer en
meer elke verwachting op resultaten, te ver
krijgen door „Europeesch spreken", voorloo-
pig varen en bereidt zich voor, om macht
woord tegenover machtwoord te kunnen
plaatsen, indien dit noodig wordt.
Het antwoord, hetwelk de nieuwe Fransche
regeering aan Berlijn heeft gegeven inzake
de ontwapeningsvoorstellen, deed reeds voor
zien, dat in de houding van Frankrijk een
wijziging was gekomen en dat men overhelde
naar andere methoden. Deze indruk wordt
steeds meer bevestigd en men kan zelfs de
vraag stellen, of de huidige regeering nog
wel genegen zou blijken om de nota van
Pauf-Boncour van 1 Januari tot onderwerp
van bespreking te maken in het, trouwens
weinig waarschijnlijke geval, dat Berlijn
daartoe te vinden zou zijn. Het Fransche
aanbod tot uitschakeling, onder bepaalde
voorwaarden, van een deel der luchtvloot, is
reeds lang geschiedenis geworden. Göring
eischt voor Duitschland 30 tot 40 van de
sterkte der luchtvloten van de omringende
mogendheden. Frankrijk gaat zijn militaire
vliegwezen reorganiseeren; Engeland, het
welk reeds geruimen tijd zijn zwakke positie
op het gebied der luchtverdediging beseft en
de kracht van zijn insulaire stelling geleide
lijk voelt verminderen, zal zich gaan herbe
wapenen, zooals Baldwin heeft gewaar
schuwd, bij verwerping van het Britsche be
middelingsplan.
Zelfs voor een hardnekkigen optimist als
Henderson moet het zonneklaar zijn, waar
heen de koers gaat onder den dwang der om
standigheden, waarvan een ieder de gevaren
inziet,'doch waartegen niemand zich blijk
baar vermag te verzetten.
Een nieuwe periode van verscherpten „ge-
wapenden vrede" schijnt nauwelijks meer te
vermijden te zijn.
KORTE BERICHTEN.
De heer ir. S. L. Louwes te Zwolle, die
als opvolger van wijlen den heer WesterdijK
was aangewezen als lid der Eerste Kamer,
zal daarvoor bedanken. In zijn plaats komt
dan ir. J. M. L. Otten, rijkslandbouwconsu-
lent te Meppel.
In 83-jarigen ouderdom is te 's-Graven-
hage overleden de heer E. W. Bischoff van
Heemskerck. gepen kolonel der infanterie
van het Ned. Oost-Indische leger.
DE ZAAK STAVISKY ROLT VERDER.
Op instructie van den Franschen minister
van justitie is in twee zaken, die in verband
staan met de affaire-Stavisky een gerechtelijk
onderzoek begonnen. Het betreft hier de
twee directe medewerkers van Stavisky, Bo-
magnino en Depardon, die een belangrijk be
drag van Stavisky hebben gekregen. Zij
worden beschuldigd van bedrog en heling.
Romagnilo spoorloos verdwenen.
De sedert Maandag in staat van beschul
diging gestelde particuliere secretaris van
Stavisky, Romagnilo, is sedert Zaterdag
spoorloos verdwenen. Toen de politie hem
gistermorgen in zijn hotel wilde arresteeren,
vernam zij, dat hij Zaterdag met een vriend
was uitgegaan en sindsdien niet weer was
opgedaagd.
De zesde Februari.
De parlementaire commissie van onder
zoek naar de gebeurtenissen van zes Fe
bruari, die gedaan heeft gekregen, dat de
functionnarissen, die door de commissie zul
len worden gehoord, bevrijd zullen zijn van
het beroepsgeheim, heeft gistermiddag een
zitting gehouden, waarin besloten werd ken
nis te nemen van de dossiers alvorens de ge
tuigen te hooren
Onder deze getuigen zal zich ook de ex-
prefect van politie, Chiappe, bevinden, die de
volgende week zal worden gehoord. Verder
zullen gehoord worden Guichard, directeur
der gerechtelijke politie en Thomé.
Documenten opgevraagd.
De parlementaire commissie van onder
zoek in de zaak-Stavisky heeft besloten mede
deeling te vragen van alle documenten, die
nog ontbreken alsmede van de geheele lijst
van hen, die de chèques hebben ontvangen en
een onderzoek te doen instellen naar de ge
adresseerden van de telegrammen, die door
Stavisky verzonden zijn op den dag na de
verkiezingen van Mei 1932.
Merkwaardig verhaal.
De socialistische „Populaire" beweert, dat
de in de gevangenis zittende oud-burgemees
ter van Bayonne, het kamerlid Garat, bij
zijn verhoor door den rechter van instructie
een verklaring heeft afgelegd, die tot hog
toe geheim is gehouden en groote sensatie
zou hebben leeren kennen bij een, door den
afgezetten Parijschen politie prefect Chiap-
pe, gegeven diner.
FRANKRIJK CONTRA DUITSCHLAND.
Tegen terugkeer der Habsburgers.
Het Tsjecho-Slowaaksche persbureau
meldt:
De Parijsche correspondent van het Tsje-
cho-Slowaasche persbureau verneemt van
toonaangevende Fransche instanties, dat 't
standpunt der Fransche regeering inzake de
terugkeer van de Habsburgers op den Hon-
gaarschen en den Oostenrijkschen troon se
dert de verklaring van de groote mogendhe
den van 2 Februari 1920 niet veranderd is.
De groote mogendheden verklaarden daar
bij uitdrukkelijk, dat zij tegen een herstel
der Habsburgers waren. De geallieerde
groote mogendheden deelden toentertijd aan
de Hongaarsche regeering mede en stelden
tegelijkertijd de staten der kleine Entente op
de hoogte, dat zij de terugkeer der Habs
burgers beschouwden als een bedreiging
van den vrede en derhalve als ontoelaat
baar. De Fransche regeering houdt aan dit
standpunt van 1930 vast. Hetzelfde stand
punt neemt zij ook in ten opzichte van even
tueele pogingen tot een terugkeer der Habs
burgers op den Oostenrijkschen troon.
DE FRANSCHE REGEERING.
Motie van vertrouwen voor
Doumergue.
De Fransche Senaat heeft in zijn zitting
van gistermiddag het artikel van de begroo
ting, waardoor de regeering vooro dit jaar
bij wijze van uitzondering gemachtigd wordt
door middel van verordeningen alle noodige
bezuinigingen uit te voeren, aangenomen
Een voorstel van een socialistisch senator
dit artikel naar de commissie terug te ver
wijzen, aangezien het verleenen van een
dergelijke machtiging in strijd is met de re
publikeinsche traditie, is door den senaat
met 277 tegen 19 stemmen afgewezen, nadat
Doumergue de kwestie van vertrouwen had
gesteld.
DE MOORDZAAK PRINCE.
Aanstichters uit hooge kringen?
De zaak Prince wordt steeds geheimzinni
ger. De „Matin" heeft een eigen detective
het onderzoek opgedragen en meent, dat op
grond van de tot nog toe bereikte resultaten
de bewering tegen te spreken is, dat de zelf-
moord-hythese bevestigd is. Het blad
en vele anderen zijn er stellig van over
tuigd, dat men hier met een politieke moord
te doen heeft, welks aanstokers in de hoog
ste kringen moeten worden gezocht.
i i n
Gewapende vrede in Europa.
(Dag. Overzicht.)
Roosevelt's handelspolitiek. (Bui
tenland.)
Stavisky-affaire ontwikkelt zich.
(Buitenland.)
De vrijgelaten Bulgaren. (Buiten
land.)
Electrische trein ontspoord. (Stad
en Omgeving.)
Doodelijke aanrijding te St. Pan-
cras. (Stad en Omgeving.)
Onder Petten een Urker visschers-
boot vastgeloopen. (Stad en Omge
ving.)
Ibelings, de man van het drama
in de raadszaal te Muiden, wordt in
een krankzinnigengesticht opgeno
men. (Binnenland.)
Uitbreiding Schiphol. (Lucht
vaart.)
Dr. Abrahams en de vereeniging
Trein 8.28. (Binnenland.)
Vervolg Nijenrode-zaak. (Rechts
zaken.)
(Zie verder eventueel laatste
berichten.)
VRIJDENKERS BIJEENKOMST
GESTOORD.
Door rechtsche elementen.
Te Straatsburg werd een van communis
tische- en socialistische zijde georganiseerde
vrijdenkers vergadering door rechtsche ele
menten verstoord. Het kwam tot ernstige
botsingen, waarbij verscheidene aanwezigen
werden gewond. De politie moest ingrijpen
en ontruimde de zaal.
OOSTENRIJK IS FASCISTISCH.
Interview met Starhemberg.
In een interview met vertegenwoordigers
van de buitenlandsche pers verklaarde
Starhemberg, dat het nieuwe Oostenrijk vol
komen anti-democratisch en absoluut fascis
tisch zal zijn. Het lot van de democratie in
de wereld is bezegeld.
Starhemberg voegde hieraan toe, dat een
spoedige terugkeer der Habsburgers als par
ticuliere ingezetenen verwacht kan worden,
wanneer de verbanningswetten zullen zijn
opgeheven; hun geconfisqueerde bezittingen
zullen dan waarschijnlijk geleidelijk door
den staat aan hen worden teruggegeven. De
restauratie van de Habsburgsche monarchie
is echter aldus Starhemberg een deli
cate kwestie, die buiten de sfeer van de prac-
tische poiltiek ligt.
Voortgaande zette Starhemberg uiteen,
dat er een scherp verschil bestaat tusschen
de Duitsche nationaal socialisten en de Oos-
tenrijksche fascisten. Habicht, de nat. soc.
inspecteur van Oostenrijk is een misdadig
verrader van het Deutschtum en persoonlijk
verantwoordelijk voor het Duitsch-Oosten-
rijksche conflict.
DE „HONGERMARCHEERDERS".
In Lagerhuis ter sprake.
McGovern stelde gister in het Lagerhuis
voor een deputatie van deelnemers aan den
„hongermarsch" in het parlement te ont
vangen. Minister-president MacDonald wees
dit verzoek van de hand, waarna McGovern
de regeering de vraag stelde of men de werk-
loozen constitutioneele mogelijkheden wil
ontnemen in direct contact met de regeering
te treden. MacDonald wees er op dat het
Lagerhuis hiervoor de constitutioneele moge
lijkheden biedt.
Afgevaardigde Maxton protesteerde tegen
dit antwoord en vroeg MacDonald zijn stand
punt te willen herzien.
Buchanan verzocht toestemming een ver-
dagingsvoorstel in te dienen. De speaker ver
leende de toestemming, nadat de veertig hand-
teekeningen van parlementsleden hiervoor
waren verzameld. Om 11 uur vanavond zal
de beraadslaging aanvangen.
MacDonald weigert de betoogers
te ontvangen.
De debatten in het Lagerhuis over de
eischen van de deelnemers aan den zgn.
hongermarsch naar Londen werden gister
avond voortgezet met de behandeling over
het voorstel van den afgevaardigde der on
afhankelijke arbeiderspartij George Bucha
nan. Minister-president MacDonald herin
nerde eraan, dat vorige regeeringen even
eens hadden geweigerd delegaties van deel
nemers aan hongermarschen te ontvangen.
Deze marschen werden georganiseerd door
lieden, van wie bekend was dat zij pogingen
deden in Engeland propaganda te maken
welke in strijd was met de grondwet. De
groote massa der werkloozen was er veel
beter door gediend, wanneer de regeering
dergelijke deputaties niet aanhoorde of ont
ving. Het voorstel van Buchanan werd met
270 tegen 52 stemmen verworpen.