DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Hit het Jlademwt
Bxuj&tliksch
Nederlandsch fascisme in Duitschland
België's oordeel over de Duitsche eischen.
No. 57
Donderdag 8 Maart 1934
136e Jaargang
Onze Berlijnsche brieven-schrijver wijst in onder
staand artikel op de vaak belachelijke fascistische
„voorlichting" van Hollandsche zijde aan in
Duitschland wonende Nederlanders.
Betreurenswaardige propaganda.
Wat vandaag de
aandacht treki*,^
Buitenland
Het land sterker dan in 1914.
Minister Hijmans' rede.
ALKMAARSCHE COURANT
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon-
en feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—,
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN:
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote lette» naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v b. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33.
Directeur: G KRAK.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
Dit nummer bestaat uit drie bladen.
Den Haag, 7 Maart 1934.
Na twee dagen er zich mede bezig te heb
ben gehouden, heeft de Eerste Kamer zich
hedenmiddag tegen vijf uur zonder stemming
vereenigd met de begrooting van sociale za
ken. Dat is voor een Eerste Kamer wel een
flinke tijd: doorgaans deed zij in vroeger
dagen twee begrootingshoofdstukken op één
dag af. Maar toen werd ook niet door som
mige leden zoo veel beslag op den beschik
baren tijd gelegd als ditmaal het geval is ge
weest. De debatten van heden werden b.v.
geopend door den heer Knottenbelt (lib.), die
met een intusschen zeer zakelijke rede op
meer dan een uur beslag legde. Hij heeft
daarbij heel wat punten van regeeringsbe-
leid besproken. We wenschen echter te vol
staan met enkele punten aan te stippen. Zoo
is de spreker in den breede ingegaan op het
werk van onze delegatie bij het internatio
naal arbeidsbureau te Geneve. Hij vond het
dwaasheid, dat deze delegatie geen bindend
mandaat meekrijgt en nu alle vrijheid heeft
om dwaze besluiten te nemen. In het bijzon
der dacht hij hierbij aan het denkbeeld om
den arbeiders vacantie te waarborgen met
een bijslag er op toe. Dat leek hem absurd.
Hij meende, dat het volkomen in den haak
zou zijn, wanneer de regeering aan onze ge
delegeerden bindende instructies gaf. Dat zou
bevorderlijk zijn voor vruchtbaar werken
De spreker was er wijders zeer mee inge
nomen, dat de regeering had geweigerd col
lectieve arbeidscontracten bindend te verkla
ren. Volgens hem werd bij den bouw van ar
beiderswoningen te weinig gelet op het eco
nomisch mogelijke. Voor een arbeider is een
geriefelijke woning zeer zeker aantrekkelijk,
maar wanneer de huur daarvan boven zijn
kracht gaat, doet men toch verstandig dan
maar wat minder mooi te bouwen en daar
door de mogelijkheid te openen, dat de arbei
der een woning betrekt, welke minder kost
baar ingericht, ook meer binnen het bereik
van zijn beurs valt. De heer Knottenbelt pro
testeerde verder tegen het beginsel van de
Arbeidsbemiddelingswet, opgenomen in art.
6, dat er bij staking niet een beroep mag
worden gedaan op de Arbeidsbeurs ten einde
andere krachten te werven. Het is voor den
minister een lastig geval, maar als er werk
te krijgen is, dient het ook beschikbaar te
worden gesteld.
De heer Wibaut (s.d.a.p.) bestreed den heer
Knottenbelt in .zake den bouw van arbeiders
woningen. Eigenlijk is een tekort op den
bouw er van een zaak van secundaire betee-
kenis. Hoofdzaak is dat de woning geriefe
lijk is ingericht. Dat is een beschavingsbe-
lang. Men bedenke trouwens dat een woning
niet voor enkele jaren doch voor tientallen
van jaren wordt opgetrokken, zoodat Verla
ging van het woningtype onberekenbare
schade voor het maatschappelijk leven betee-
kent.
Zijn partijgenoote, mevr. Pothuis—Smit,
vond het volstrekt niet in orde dat bij sommi
ge fabrieken de meisjes door jongens worden
vervangen. Waar moeten die meisjes nu
heen? Men kan toch niet verwachten dat zij
alle huismoeders zullen worden?
De heer Nivard (r.k.) kwam op tegen de
verlaging van het bedrag voor de bestrij
ding van geslachtsziekten onder de zeelie
den. Ook pleitte hij voor meer zorg voor de
ontwikkeling van de werkloozen.
De heer van der Hoeven (c.h.) hield een
pleidooi voor samenwerking van de regee
ring met de federatie van vereenigingen van
beeldende kunstenaars om hulpbehoevende
kunstenaars in hun strijd om het bestaan te
steunen.
In tegenstelling met den heer van Emb-
den zette de heer Janssen (r.k.) uiteen, dat
art. 23bis, hetwelk de mogelijkheid voor den
rechter opent om elke vrijheidsstraf te ver
vangen door een geldboete, ook bij de toepas
sing van de arbeidswet van gunstige wer
king kan zijn.
De heer de Bruijn (r.k.) hield onder meer
een pleidooi ten gunste van een uitbreiding
van de Bedrijfsraden. De regeering kan hier
stimuleerend werken. Hij vroeg maatregelen
in zake den werktijd van restauratiebedien
den en bestreed de bewering van mevr. Pot
huis—Smit, dat men op den verkeerden weg
zou zijn door in de fabrieken de meisjes dooi
de jongens te laten vervangen. Ook zette hij
tegenover den heer Knottenbelt uiteen dat va
cantie met loonbijslag volstrekt geen abnor
maliteit was. Men vindt een dergelijke rege
ling reeds lang in collectieve arbeidsovereen
komsten. In zake de opdracht aan onze gede
legeerden ter Internationale Arbeidsconferen-
tie wenschte hij een vrij mandaat behouden
te zien.
Eindelijk kwam nu de minister voor socia
le zaken, de heer Slotemaker de Bruine, aan
het woord. In een rede van meer dan ander
half uur heeft hij volgens vaste lijnen de ver
schillende sprekers beantwoord.
Na bespreking van enkele ondergeschikte
punten, waarbij hij o.a. verklaarde voor het
oogenblik niet aan een rijkskinderfonds te
denken, evenmin als aan beschermingsmaat
regelen voor personeel in het restaurantbe
drijf, zette hij uiteen, dat hij het Arbeidsbu
reau te Geneve vooralsnog met een vrij man
daat wil handhaven, zonder dat de er door
genomen besluiten de regeering binden Wat
de woningvoorziening betreft wil hij aanstu-
r® °P huurverlaging door verschilHr.de
middelen: renteverlaging, verlenging van
de annuïteiten, verhooging van steun bij den
bouw enz. Maar hij wil geen verlaging van
het woningtype.
Wat de zorg voor de werkloozen aangaat,
wees hij er op, dat er in 1933 niet minder
dan 140 millioen voor hen is besteed Zoo
kan het niet doorgaan en nu heeft hij op de
begrooting 46 millioen als staatsuitgave ge
bracht en wil zich met alle kracht daaraan
houden. Wij moeten trachten het normale be
drijfsleven te handhaven er werkt toch
altijd nog 70 percent van onze beschikbare
arbeidskrachten en dat doen wij door de
wering van vreemde arbeidskrachten, de ver
vanging van vrouwelijke door mannelijke
werkers en door werkverruiming, waarvoor
thans 60 millioen is uitgetrokken. Wat de
werkverschaffing aangaat, verlieze men niet
uit het oog, dat de staat daarbij geen loon
uitkeert, doch enkel een vergoeding. Men late
liefst bij huis werk verrichten, doch als het
niet anders kan, is een werkkamp onvermij
delijk. Kan er geen werk verschaft worden,
dan dient er steun te worden verleend, in de
eerste plaats door verzekering, waarbij ech
ter van geen staatsverzekering sprake kan
zijn, maar de vakorganisaties moeten worden
ingeschakeld. Ten slotte zette hij uiteen de
onmogelijkheid om werkloozen die zich schul
dig maken aan opruiing en aan godslaste
ring, bij de werkverschaffing aan den arbeid
te houden.
Er volgden een paar replieken van de hee-
ren Knottenbelt en De Bruijn, waarna de
Begrooting zonder stemming werd goedge
keurd en de verga -ring tot den volgenden
dag werd verdaagd.
Na de middagpauze heeft de heer Van Cit-
ters (a.r.) verlof gevraagd den minister van
onderwijs te mogen interpelleeren in ver
band r.;et diens antwoord op zijn vragen om
trent den bekenden oproep van eenige tegen
den oorlog gekante hoogleeraren. Op deze
voor de Eerste Kamer niet zeer gewone aan
vrage zal morgen beslist worden.
TWEEDE KAMER.
In de vergadering van de Tweede Kamer
van heden is de bespreking van de Begroo
ting van het Zuiderzeefonds voortgezet. De
drooglegging van de Zuiderzee heeft daar
bij de hoofdstof voor de besprekingen ge
leverd.
De heer Zandt (st. ger.) bleek daarvan
tegenstander te zijn, doch hierna deden zich
een aantal voorstanders van de inpoldering
hooren: de heeren Bongaerts (r.k.). Bakker
(c.h.), Van Koeverden (r.k.), Van Rappard
(lib.) en zelfs L. de Visser (comm.)
Minister Kalff heeft hierop uiteengezet,
dat de regeering den N.O.-polder wil inpol
deren, doch daaromtrent een afzonderlijk
wetsontwerp zal indienen. Hij zette uiteen,
dat dit financieel niet onbereikbaar zal zijn
en gaf hierna een overzicht van de admi
nistratieve organisatie van het werk. Ter
wille van de werkverruiming bij ons stijgend
inwonertal is het werk zeer gewenscht.
De minister beloofde de kritische opmer
kingen betreffende de Steunwet nauwkeurig
te zullen overwegen, waarna de Begrooting
zonder stemming werd goedgekeurd en de
Kamer tot 20 Maart uiteenging.
Den laatsten tijd toont het politieke Neder
land groeiende belangstelling voor onze Ne-
derlandsche kolonie in Berlijn. Deze week
kwam daar een spreker uit Leiden, die het
een en ander over „Nationaal Herstel", de
partij van generaal Snijders en mr. dr. Wes
terman, vertelde. Eenige weken geleden be
zocht ons de N.S.N.A.P. uit Nederland met
sprekers uit West-Duitschland. Kort daarna
belegde de N.S.B. van ir. Mussert een
vergadering, die echter door de Duitsche re
geering (op verzoek van de Nederlandsche?)
op het laatste oogenblik verboden werd.
Kortom men is plotseling tot de ontdek
king gekomen, dat buiten de grenzen, en
vooral in Duitschland, ook Nederlanders wo
nen.
Wij hebben ons in onze nationale kringen
in Berlijn en elders natuurlijk afgevraagd:
waarom? Waarom komen al die nieuw-opge-
richte partijen juist naar Duitschland? Wil
len ze hier leden aanwerven, om die bij het
lijstje in Nederland zelf op te tellen, wat op
een tijdstip, waarop honderd of tweehonderd
méér nog gewicht in de schaal legt, niet te
verwaarloozen is. Hebben ze voor hun pers
organen berichten over goed-geslaagde ver
gaderingen noodig, en meenen ze, dat het in
druk maakt, indien ze ook van „buitenland-
sche" successen kunnen getuigen? Hebben
ze onze contributies noodig? Bedenken ze
niet dat wij hier in het buitenland actief
noch passief kiesrecht bezitten; of speculeeren
ze er op, dat wij na korter of langer tijd re-
patrieeren en dan bij de partij zullen blijven,
voor welke we ons in het buitenland reeds
warm gemaakt hebben? Meenen ze, ten slot
te dat wij en we tellen toch zeker nog een
30 tot 35.000 volwassenen in een omge
ving leven die ons voor fascistische of natio-
naal-socialistische aansluiting bijzonder ont
vankelijk maakt, zoodat we „in hellen Schaa-
ren" bereid zullen blijken, onze tot nu toe ge
handhaafde „Ueberparteilichkeit" ten bate
van een der genoemde groepen prijs te ge
ven?
Ziedaar tal van vragen, die in onze ont
hutste breinen opduiken.
Het antwoord op de meeste zal wel in be
vestigenden zin uitvallen.
Wij bannelingen.
Maar het naakte feit blijft, dat men ons op
zoekt. ja, men vertroetelt ons. En we begin
nen ons daar niet weinig gewichtig onder te
gevoelen.
Kijk eens aan: wij bannelingen komen in
trekl Wij ontrechten, die alleen maar plichten
en geen rechten hebben. En die toch zoo aan
ons vaderland hangen. En die toch zoo aan
ons vaderland hangen, met hart en ziel, en
vaak te hooren gekregen hebben, dat we heel
wat betere patriotten zijn dan de menschen
in het vaderland zelf.
Ja, herinnert men zich dan niet, dat onze
oudste Nederlandsche Vereeniging in Berlijn,
die „Nederland en Oranje" heet en H.M. de
koningin als beschermvrouw heeft, reeds in
1887 opgericht werd? Weet men niet, dat tal
van Vereenigingen in West-Duitschland, Ne
derlandsche vereenigingen wel te verstaan,
reeds tusschen de 25 en 35 jaar oud zijn, dat
25 van deze vereenigingen r.katholiek aan
gesloten zijn en meer dan 80 sedert 13 jaren
een nationaal getinte „Nederlandsche Bond
in Duitschland" bezitten, met een eigen
bondsorgaan, met jaarlijksche groote con
gressen, met tal van publicaties, en tot verle
den jaar met een Nederlandsch Rijkssubsi
die? Weet men niet, dat deze Bond in samen
werking met onze regeering cursussen op
richtte en in het leven hield, waar kinderen
van Nederlandsche vaders in Duitschland
les in de moedertaal kregen, cursussen, waar
voor helaas verleden jaar ook al het rijkssub
sidie ingetrokken is?
Het is aan te nemen, dat een bitter klein
percentage Hollanders in Nederland van dit
alles op de hoogte is, ofschoon juist deze
„Nederlandsche Bond in Duitschland" er
voor gezorgd heeft, dat regelmatig over zijn
werk, zijn prestaties, zijn nationale feesten in
de Nederlandsche pers uitvoerig geschreven
werd.
En nu hebben de omstandigheden het met
zich gebracht, dat men in Nederland zelf
over de beteekenis van nationale vastere aan
eensluiting gaat nadenken en nieuwe par
tijen en vereenigingen opricht, die een meer
of minder gematigd nationalisme in haar
vanen geschreven hebben. En die partijen
en vereenigingen zenden haar boden uit ook
naar ons, Hollanders in Duitschland. Waar
deze tot hun vaak oprechte verwondering
ontdekken, dat wij reeds strafnationaal ge
organiseerd zijn en dat men ons waarlijk
niet behoeft wakker te schuddenDit alles is
zoo tragi-komisch, dat het heusch wel eens
de moeite loont, daarover in de Nederland
sche pers een paar korte opmerkingen te ma
ken.
Zieltjes winnen.
De situatie is namelijk niet onbedenkelijk.
De verschillende zendboden dezer nieuwe
Nederlandsche partijen komeii n.1. niet al
leen om ons „voor te lichten" wat nauwe
lijks noodig is, omdat velen van ons op een
Nederlandsch dagblad plegen geabonneerd
te zijn, terwijl de minder-goed-gesitueerden
vrijwel alle de overzichten over het gebeuren
in Nederland in de bondsorganen „de Post
van Holland" en „Hollandia" te lezen krij
gen maar ook om zieltjes te winnen en
plaatselijke groepen op te richten. Zoo heb
ben we in Duitschland (ook in Berlijn) reeds
tal van groejjen en afdeelingen van de N S B.
van de N.S.N.A.P., van de Baars-fascisten en
hoe ze verder heeten mogen, en nu begint
ook al een soortgelijke actie van Nationaal
Herstel
Het is natuurlijk een loffelijk streven, dat
men de landgenooten in Duitschland nu eens
precies wil inlichten over wat in Nederland
gaande is. Het is reeds daarom alleen te lo
ven, omdat waar men belangstelling wekt
(en die is hier heel gemakkelijk te wekken,
waar de akker sedert lange jaren door de
eigen organisaties dezer Nederlaijders be
ploegd wordt) automatisch de banden nau
wer aangehaald worden en medegewerkt
wordt in een richting, welke de Nederland
sche Bond en de r.katholieke St. Josef-Fede-
ratie reeds ruim 10 jaren en langer met ener
gie zijn ingeslagen. Maar in deze politieke
voorlichting van Nederland uit schuilt toch
ook een groot gevaar. En ik hoop, dat ik
door middel van deze Berlijnsche correspon
dentie al die instanties in Nederland bereik,
die over deze propaganda in de Nederland
sche kolonies in het buitenland te beslissen
hebben.
Natinale solidariteit.
Wat wij in Duitschland onder de Neder
landers altijd voorgestaan hebben is één
groote nationale solidariteit, trouw aan
Vorstenhuis, Vaderland en moedertaal, en als
't even mogelijk is, zonder onderscheid van
religieuse of politieke overtuiging. „Als 't
even mogelijk is", schreef ik. Geheel mogelijk
is het helaas niet gebleken. Zoolang de bo
ven de partijen en religies stonde Neder
landsche ond bestaat heeft hij energieke po
gingen gedaan om tot een fusie met de St.
Jozef-Federatie of tenminste tot federatieve
samenwerking te komen. Die pogingen zijn
vooral uitgegaan van de voormannen der
r.katholieke meerderheid in dezen Nederland-
schen ond, een natuurlijk-toevallige meerder
heid (omdat nu eenmaal de meeste Hollan
ders in West-Duitschland r.katholiek zijn),
die nog heden op het standpunt staan, dat in
het buitenland Nederlanders zich niet
in r.-katholieken en niet-katholieken mogen
splitsen, waar het om nationale solidariteit
en samenwerking op vaderlandschen grond
slag gaat. Men heeft er zich ten slotte b'j
moeten neerleggen, dat de uitsluitend r.k
St. Josef-Federatie deze samenwerking niet
wil, natuurlijk vooral niet, omdat meer dan
75 pCt. van den Ned. Bona-Hollanders r.k. is
en daardoor aan den Sint Josef-bond ont
trokken wordt, daar deze geen dubbel lid
maatschap toestaat. Ten slotte zijn er nog,
in hoofdzaak in het z.g.n. Münsterland, eeni
ge Nederlandsche vereenigingen, die uitslui
tend uit marxistisch-gezinde arbeiders be
staan en die sinds jaren het bondsverband
verlaten hebben, omdat hun propaganda in
den Ned. Bond niet kon geduld worden.
Maar men kan toch wel zeggen, dat sinds
12 jaren alle Hollanders, op wie het in
Duitschland aankomt, tot niet meer dan twee
groote bondsorganisaties behooren, die elk
op haar terrein enorm veel voor de nationale
aaneensluiting, het opkweeken van vader
landsliefde en het 'behoud van de Nederland
sche taal gedaan hebben. In de St. Josei-
Federatie werd daarbij voor trouw aan de
r.katholieke Staatspartij gezorgd, in den
Ned. Bond werd over partij politiek niet ge
sproken en van de (betrekkelijk-weinige) so
ciaal-democratische leden in bondsaange-
legenheden eerbied voor Oranje en vermij
ding van elke politieke actie geëischt. En
niet alleen met succes, maar zelfs met het
verblijdend resultaat, dat in tal van Neder
landsche bondsvereenigingen, die tien jaar
geleden nog tamelijk „rood" waren, thans
feesten zonder huidetelegrammen aan de
Koningin, zonder het „Wilhelmus" en zon
der de buste van Hare Majesteit op het po
dium eenvoudig ondenkbaar zijn. Zoodat
mij genist constateeren mag, dat door de
voorzichtige en beleidvolle politiek van de
opeenvolgende bondsbesturen thans heel de
Ned. Bond uit ware patriotten bestaat en te
recht de warme belangstelling van Konink
lijk Huis en Re^eering irewonnen heeft.
De Hollanders in Berlijn hebben
heusch geen voorlichting noodig.
In het stille water van deze veilige haven
Nederlandsch fascisme in Duitsch
land. (Dag. Overzicht).
Alarmtoestand in Spanje. (Buiten
land).
België's oordeel over de Duitsche
eischen. (Buitenland).
Duistere Stavisky-zaken. (Buiten
land).
Koning Leopold III voor de radio.
(Buitenland.)
De K. v. K. besluit pogingen te
doen, die er toe zullen leiden, dat
de tegenwoordige leerlingen van de
handelsschool te Alkmaar nog hun
vijfjarige opleiding kunnen volgen.
(Verslag K. v. K.)
De Bouwmeester-ring geschonken
aan Else Mauhs. (Tooneel.)
Het geval-Abrahams in den Am-
sterdamschen gemeenteraad. (Bin
nenland.)
Het Raadsbesluit tot bouw van
een open zwembad is door Ged.
Staten goedgekeurd. (Stad en om
geving.)
(Zie verder eventueel laatste
berichten).
plonsen nu onbekommerd en onbezwaard
door kennis van onze situatie in Duitschland
de propagandisten der nieuwe politieke par
tijen uit Nederland. Ze brengen ons hier, ook
al willen ze dat niet bewust, de politieke ver
deeling, die wij voor Hollanders-in-den-
vreemae steeds verderfelijk gevonden hebben.
Ze werven „leden" aan, die daardoor, al was
het alleen reeds omdat deze meest arme men
schen niet voor twee organisaties contri-
bueeren kunnen, aan de bestaande bonden
onttrokken worden. Ze kweeken (als de N.S.
N.A.P.) anti-semitisme onder onze Hollan
ders, verleiden (als de N.S.B.) f>olitiëk-onge-
schoolde Hollanders hun correcte-onpartij-
dige houding jegens het Nieuwe Duitsch
land te wijzigen en een onwaardige, kruipe
rige aanhankelijkheid aan den Hitlerstaat te
toonen, die door de nieuwe Duitsche macht
hebbers allesbehalve bewonderd wordt. Ze
brengen tweestrijd in het Nederlandsche ver-
eenigingsleven en bereiken slechts den gro
tesken toestand, dat ze (komend als predi
kers tegen partij-verdeeldheid en voor groot-
nationale eenheid) die hier reeds door onze
Bonden bereikte nationale solidariteit in ge
vaar brengen en onze Hollandsche kolonies
door partijhaat en verdeeldheid verzwakken!
Het leek mij de hoogste tijd, dat den heeren
der nieuwe partijbesturen dit eens duidelijk
voor oogen gesteld wordt. Met deze nieuwe
partijen op zich zelf hebben deze opmerkin
gen natuurlijk niets te maken. Maar hier
gaat het om dingen van nationale beteekenis.
De Nederlandsche kolonies in het buitenland
hebben een zware taak. Ze representeeren
vooral ook het Nederlandsche volk bij de
volkeren, welker gast ze zijn. Ze bestaan uit
landgenooten zonder actief op passief kies
recht, menschen dus, die niet in den vader
landschen politieken strijd kunnen ingrijpen.
Voorlichting uit Nederland hebben deze men
schen nauwelijks noodig. Ze worden langs
neutralen weg volledig op de hoogte gehou
den. Noodig hebben ze echter, wat hun lei
ders na jaren van hard werk bereikt hebben:
nationale aaneensluiting boven partijstrijd,
en zonder religieuse of rassenverdeeldheid
Het is thans hun taak, te verhinderen, dat
meer of minder onwetende politieke partij
propagandisten uit het vaderland hier geen
porcelein in scherven komen slaan.
De minister van Buitenlandsche Za
ken, Hymans, heeft gistermiddag bij de
debatten over de buitenlandsche politiek
in den senaat het woord gevoerd over
de ontwapeningskwestie. Nadat de pre
mier Dinsdag de principieele houding
dei Belgische regeering in deze kwestie
in groote lijnen had uiteengezet, ont
wikkelde de minister van Buitenland
sche Zaken uitvoerig de gezichtspunten,
welke de houding der Belgische regee
ring bepalen. Evenals de Broqueville
verklaarde Hymans zich voor de opvat
ting, dat het gevaar van een bewape
ningswedloop niet door eenigen dwang
maatregel tegen Duitschland, doch
slechts langs den weg van onderhande
lingen door het 6luiten van een interna
tionale overeenkomst kan worden be
zworen Dit voornemen moet uitgaan
va. de verklaring der groote mogend
heden van 11 December 1932 inzake de
Duitsche rechtsgelijkheid Hymans con
stateerde dat de practische verwezenlij
king der rechtsgelijkheid in de wijze,
dat alle staten ontwapenen tot het ni
veau der reeds ontwapende staten, door
geen der groote mogendheden is voor
gesteld en hij twijfelde ook aan de prac
tische uitvoerbaarheid van dit systeem
wegens de bizondere Belgische militaire
belangen. De richtlijnen der Belgische
politiek zijn:
Medewerking aan de organisatie van
den vrede, waakzame verzekeri:*? van
de territoriale en politieke onafhanke
lijkheid van het land, aanpassing van
België bij Frankrijk en Engeland, zulks
overeenkomstig de geografische positie
van het land, zijn voortdurende belan
gen en sympathieën, zoomede ten slotte
de handhaving en versterking van het
pact van Locarno.
Minister Hymans herinnerde voorts