DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Hit het Jlademwt Bxuj&tliksch Nederlandsch fascisme in Duitschland België's oordeel over de Duitsche eischen. No. 57 Donderdag 8 Maart 1934 136e Jaargang Onze Berlijnsche brieven-schrijver wijst in onder staand artikel op de vaak belachelijke fascistische „voorlichting" van Hollandsche zijde aan in Duitschland wonende Nederlanders. Betreurenswaardige propaganda. Wat vandaag de aandacht treki*,^ Buitenland Het land sterker dan in 1914. Minister Hijmans' rede. ALKMAARSCHE COURANT Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon- en feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—, franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN: Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote lette» naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v b. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33. Directeur: G KRAK. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Dit nummer bestaat uit drie bladen. Den Haag, 7 Maart 1934. Na twee dagen er zich mede bezig te heb ben gehouden, heeft de Eerste Kamer zich hedenmiddag tegen vijf uur zonder stemming vereenigd met de begrooting van sociale za ken. Dat is voor een Eerste Kamer wel een flinke tijd: doorgaans deed zij in vroeger dagen twee begrootingshoofdstukken op één dag af. Maar toen werd ook niet door som mige leden zoo veel beslag op den beschik baren tijd gelegd als ditmaal het geval is ge weest. De debatten van heden werden b.v. geopend door den heer Knottenbelt (lib.), die met een intusschen zeer zakelijke rede op meer dan een uur beslag legde. Hij heeft daarbij heel wat punten van regeeringsbe- leid besproken. We wenschen echter te vol staan met enkele punten aan te stippen. Zoo is de spreker in den breede ingegaan op het werk van onze delegatie bij het internatio naal arbeidsbureau te Geneve. Hij vond het dwaasheid, dat deze delegatie geen bindend mandaat meekrijgt en nu alle vrijheid heeft om dwaze besluiten te nemen. In het bijzon der dacht hij hierbij aan het denkbeeld om den arbeiders vacantie te waarborgen met een bijslag er op toe. Dat leek hem absurd. Hij meende, dat het volkomen in den haak zou zijn, wanneer de regeering aan onze ge delegeerden bindende instructies gaf. Dat zou bevorderlijk zijn voor vruchtbaar werken De spreker was er wijders zeer mee inge nomen, dat de regeering had geweigerd col lectieve arbeidscontracten bindend te verkla ren. Volgens hem werd bij den bouw van ar beiderswoningen te weinig gelet op het eco nomisch mogelijke. Voor een arbeider is een geriefelijke woning zeer zeker aantrekkelijk, maar wanneer de huur daarvan boven zijn kracht gaat, doet men toch verstandig dan maar wat minder mooi te bouwen en daar door de mogelijkheid te openen, dat de arbei der een woning betrekt, welke minder kost baar ingericht, ook meer binnen het bereik van zijn beurs valt. De heer Knottenbelt pro testeerde verder tegen het beginsel van de Arbeidsbemiddelingswet, opgenomen in art. 6, dat er bij staking niet een beroep mag worden gedaan op de Arbeidsbeurs ten einde andere krachten te werven. Het is voor den minister een lastig geval, maar als er werk te krijgen is, dient het ook beschikbaar te worden gesteld. De heer Wibaut (s.d.a.p.) bestreed den heer Knottenbelt in .zake den bouw van arbeiders woningen. Eigenlijk is een tekort op den bouw er van een zaak van secundaire betee- kenis. Hoofdzaak is dat de woning geriefe lijk is ingericht. Dat is een beschavingsbe- lang. Men bedenke trouwens dat een woning niet voor enkele jaren doch voor tientallen van jaren wordt opgetrokken, zoodat Verla ging van het woningtype onberekenbare schade voor het maatschappelijk leven betee- kent. Zijn partijgenoote, mevr. Pothuis—Smit, vond het volstrekt niet in orde dat bij sommi ge fabrieken de meisjes door jongens worden vervangen. Waar moeten die meisjes nu heen? Men kan toch niet verwachten dat zij alle huismoeders zullen worden? De heer Nivard (r.k.) kwam op tegen de verlaging van het bedrag voor de bestrij ding van geslachtsziekten onder de zeelie den. Ook pleitte hij voor meer zorg voor de ontwikkeling van de werkloozen. De heer van der Hoeven (c.h.) hield een pleidooi voor samenwerking van de regee ring met de federatie van vereenigingen van beeldende kunstenaars om hulpbehoevende kunstenaars in hun strijd om het bestaan te steunen. In tegenstelling met den heer van Emb- den zette de heer Janssen (r.k.) uiteen, dat art. 23bis, hetwelk de mogelijkheid voor den rechter opent om elke vrijheidsstraf te ver vangen door een geldboete, ook bij de toepas sing van de arbeidswet van gunstige wer king kan zijn. De heer de Bruijn (r.k.) hield onder meer een pleidooi ten gunste van een uitbreiding van de Bedrijfsraden. De regeering kan hier stimuleerend werken. Hij vroeg maatregelen in zake den werktijd van restauratiebedien den en bestreed de bewering van mevr. Pot huis—Smit, dat men op den verkeerden weg zou zijn door in de fabrieken de meisjes dooi de jongens te laten vervangen. Ook zette hij tegenover den heer Knottenbelt uiteen dat va cantie met loonbijslag volstrekt geen abnor maliteit was. Men vindt een dergelijke rege ling reeds lang in collectieve arbeidsovereen komsten. In zake de opdracht aan onze gede legeerden ter Internationale Arbeidsconferen- tie wenschte hij een vrij mandaat behouden te zien. Eindelijk kwam nu de minister voor socia le zaken, de heer Slotemaker de Bruine, aan het woord. In een rede van meer dan ander half uur heeft hij volgens vaste lijnen de ver schillende sprekers beantwoord. Na bespreking van enkele ondergeschikte punten, waarbij hij o.a. verklaarde voor het oogenblik niet aan een rijkskinderfonds te denken, evenmin als aan beschermingsmaat regelen voor personeel in het restaurantbe drijf, zette hij uiteen, dat hij het Arbeidsbu reau te Geneve vooralsnog met een vrij man daat wil handhaven, zonder dat de er door genomen besluiten de regeering binden Wat de woningvoorziening betreft wil hij aanstu- r® °P huurverlaging door verschilHr.de middelen: renteverlaging, verlenging van de annuïteiten, verhooging van steun bij den bouw enz. Maar hij wil geen verlaging van het woningtype. Wat de zorg voor de werkloozen aangaat, wees hij er op, dat er in 1933 niet minder dan 140 millioen voor hen is besteed Zoo kan het niet doorgaan en nu heeft hij op de begrooting 46 millioen als staatsuitgave ge bracht en wil zich met alle kracht daaraan houden. Wij moeten trachten het normale be drijfsleven te handhaven er werkt toch altijd nog 70 percent van onze beschikbare arbeidskrachten en dat doen wij door de wering van vreemde arbeidskrachten, de ver vanging van vrouwelijke door mannelijke werkers en door werkverruiming, waarvoor thans 60 millioen is uitgetrokken. Wat de werkverschaffing aangaat, verlieze men niet uit het oog, dat de staat daarbij geen loon uitkeert, doch enkel een vergoeding. Men late liefst bij huis werk verrichten, doch als het niet anders kan, is een werkkamp onvermij delijk. Kan er geen werk verschaft worden, dan dient er steun te worden verleend, in de eerste plaats door verzekering, waarbij ech ter van geen staatsverzekering sprake kan zijn, maar de vakorganisaties moeten worden ingeschakeld. Ten slotte zette hij uiteen de onmogelijkheid om werkloozen die zich schul dig maken aan opruiing en aan godslaste ring, bij de werkverschaffing aan den arbeid te houden. Er volgden een paar replieken van de hee- ren Knottenbelt en De Bruijn, waarna de Begrooting zonder stemming werd goedge keurd en de verga -ring tot den volgenden dag werd verdaagd. Na de middagpauze heeft de heer Van Cit- ters (a.r.) verlof gevraagd den minister van onderwijs te mogen interpelleeren in ver band r.;et diens antwoord op zijn vragen om trent den bekenden oproep van eenige tegen den oorlog gekante hoogleeraren. Op deze voor de Eerste Kamer niet zeer gewone aan vrage zal morgen beslist worden. TWEEDE KAMER. In de vergadering van de Tweede Kamer van heden is de bespreking van de Begroo ting van het Zuiderzeefonds voortgezet. De drooglegging van de Zuiderzee heeft daar bij de hoofdstof voor de besprekingen ge leverd. De heer Zandt (st. ger.) bleek daarvan tegenstander te zijn, doch hierna deden zich een aantal voorstanders van de inpoldering hooren: de heeren Bongaerts (r.k.). Bakker (c.h.), Van Koeverden (r.k.), Van Rappard (lib.) en zelfs L. de Visser (comm.) Minister Kalff heeft hierop uiteengezet, dat de regeering den N.O.-polder wil inpol deren, doch daaromtrent een afzonderlijk wetsontwerp zal indienen. Hij zette uiteen, dat dit financieel niet onbereikbaar zal zijn en gaf hierna een overzicht van de admi nistratieve organisatie van het werk. Ter wille van de werkverruiming bij ons stijgend inwonertal is het werk zeer gewenscht. De minister beloofde de kritische opmer kingen betreffende de Steunwet nauwkeurig te zullen overwegen, waarna de Begrooting zonder stemming werd goedgekeurd en de Kamer tot 20 Maart uiteenging. Den laatsten tijd toont het politieke Neder land groeiende belangstelling voor onze Ne- derlandsche kolonie in Berlijn. Deze week kwam daar een spreker uit Leiden, die het een en ander over „Nationaal Herstel", de partij van generaal Snijders en mr. dr. Wes terman, vertelde. Eenige weken geleden be zocht ons de N.S.N.A.P. uit Nederland met sprekers uit West-Duitschland. Kort daarna belegde de N.S.B. van ir. Mussert een vergadering, die echter door de Duitsche re geering (op verzoek van de Nederlandsche?) op het laatste oogenblik verboden werd. Kortom men is plotseling tot de ontdek king gekomen, dat buiten de grenzen, en vooral in Duitschland, ook Nederlanders wo nen. Wij hebben ons in onze nationale kringen in Berlijn en elders natuurlijk afgevraagd: waarom? Waarom komen al die nieuw-opge- richte partijen juist naar Duitschland? Wil len ze hier leden aanwerven, om die bij het lijstje in Nederland zelf op te tellen, wat op een tijdstip, waarop honderd of tweehonderd méér nog gewicht in de schaal legt, niet te verwaarloozen is. Hebben ze voor hun pers organen berichten over goed-geslaagde ver gaderingen noodig, en meenen ze, dat het in druk maakt, indien ze ook van „buitenland- sche" successen kunnen getuigen? Hebben ze onze contributies noodig? Bedenken ze niet dat wij hier in het buitenland actief noch passief kiesrecht bezitten; of speculeeren ze er op, dat wij na korter of langer tijd re- patrieeren en dan bij de partij zullen blijven, voor welke we ons in het buitenland reeds warm gemaakt hebben? Meenen ze, ten slot te dat wij en we tellen toch zeker nog een 30 tot 35.000 volwassenen in een omge ving leven die ons voor fascistische of natio- naal-socialistische aansluiting bijzonder ont vankelijk maakt, zoodat we „in hellen Schaa- ren" bereid zullen blijken, onze tot nu toe ge handhaafde „Ueberparteilichkeit" ten bate van een der genoemde groepen prijs te ge ven? Ziedaar tal van vragen, die in onze ont hutste breinen opduiken. Het antwoord op de meeste zal wel in be vestigenden zin uitvallen. Wij bannelingen. Maar het naakte feit blijft, dat men ons op zoekt. ja, men vertroetelt ons. En we begin nen ons daar niet weinig gewichtig onder te gevoelen. Kijk eens aan: wij bannelingen komen in trekl Wij ontrechten, die alleen maar plichten en geen rechten hebben. En die toch zoo aan ons vaderland hangen. En die toch zoo aan ons vaderland hangen, met hart en ziel, en vaak te hooren gekregen hebben, dat we heel wat betere patriotten zijn dan de menschen in het vaderland zelf. Ja, herinnert men zich dan niet, dat onze oudste Nederlandsche Vereeniging in Berlijn, die „Nederland en Oranje" heet en H.M. de koningin als beschermvrouw heeft, reeds in 1887 opgericht werd? Weet men niet, dat tal van Vereenigingen in West-Duitschland, Ne derlandsche vereenigingen wel te verstaan, reeds tusschen de 25 en 35 jaar oud zijn, dat 25 van deze vereenigingen r.katholiek aan gesloten zijn en meer dan 80 sedert 13 jaren een nationaal getinte „Nederlandsche Bond in Duitschland" bezitten, met een eigen bondsorgaan, met jaarlijksche groote con gressen, met tal van publicaties, en tot verle den jaar met een Nederlandsch Rijkssubsi die? Weet men niet, dat deze Bond in samen werking met onze regeering cursussen op richtte en in het leven hield, waar kinderen van Nederlandsche vaders in Duitschland les in de moedertaal kregen, cursussen, waar voor helaas verleden jaar ook al het rijkssub sidie ingetrokken is? Het is aan te nemen, dat een bitter klein percentage Hollanders in Nederland van dit alles op de hoogte is, ofschoon juist deze „Nederlandsche Bond in Duitschland" er voor gezorgd heeft, dat regelmatig over zijn werk, zijn prestaties, zijn nationale feesten in de Nederlandsche pers uitvoerig geschreven werd. En nu hebben de omstandigheden het met zich gebracht, dat men in Nederland zelf over de beteekenis van nationale vastere aan eensluiting gaat nadenken en nieuwe par tijen en vereenigingen opricht, die een meer of minder gematigd nationalisme in haar vanen geschreven hebben. En die partijen en vereenigingen zenden haar boden uit ook naar ons, Hollanders in Duitschland. Waar deze tot hun vaak oprechte verwondering ontdekken, dat wij reeds strafnationaal ge organiseerd zijn en dat men ons waarlijk niet behoeft wakker te schuddenDit alles is zoo tragi-komisch, dat het heusch wel eens de moeite loont, daarover in de Nederland sche pers een paar korte opmerkingen te ma ken. Zieltjes winnen. De situatie is namelijk niet onbedenkelijk. De verschillende zendboden dezer nieuwe Nederlandsche partijen komeii n.1. niet al leen om ons „voor te lichten" wat nauwe lijks noodig is, omdat velen van ons op een Nederlandsch dagblad plegen geabonneerd te zijn, terwijl de minder-goed-gesitueerden vrijwel alle de overzichten over het gebeuren in Nederland in de bondsorganen „de Post van Holland" en „Hollandia" te lezen krij gen maar ook om zieltjes te winnen en plaatselijke groepen op te richten. Zoo heb ben we in Duitschland (ook in Berlijn) reeds tal van groejjen en afdeelingen van de N S B. van de N.S.N.A.P., van de Baars-fascisten en hoe ze verder heeten mogen, en nu begint ook al een soortgelijke actie van Nationaal Herstel Het is natuurlijk een loffelijk streven, dat men de landgenooten in Duitschland nu eens precies wil inlichten over wat in Nederland gaande is. Het is reeds daarom alleen te lo ven, omdat waar men belangstelling wekt (en die is hier heel gemakkelijk te wekken, waar de akker sedert lange jaren door de eigen organisaties dezer Nederlaijders be ploegd wordt) automatisch de banden nau wer aangehaald worden en medegewerkt wordt in een richting, welke de Nederland sche Bond en de r.katholieke St. Josef-Fede- ratie reeds ruim 10 jaren en langer met ener gie zijn ingeslagen. Maar in deze politieke voorlichting van Nederland uit schuilt toch ook een groot gevaar. En ik hoop, dat ik door middel van deze Berlijnsche correspon dentie al die instanties in Nederland bereik, die over deze propaganda in de Nederland sche kolonies in het buitenland te beslissen hebben. Natinale solidariteit. Wat wij in Duitschland onder de Neder landers altijd voorgestaan hebben is één groote nationale solidariteit, trouw aan Vorstenhuis, Vaderland en moedertaal, en als 't even mogelijk is, zonder onderscheid van religieuse of politieke overtuiging. „Als 't even mogelijk is", schreef ik. Geheel mogelijk is het helaas niet gebleken. Zoolang de bo ven de partijen en religies stonde Neder landsche ond bestaat heeft hij energieke po gingen gedaan om tot een fusie met de St. Jozef-Federatie of tenminste tot federatieve samenwerking te komen. Die pogingen zijn vooral uitgegaan van de voormannen der r.katholieke meerderheid in dezen Nederland- schen ond, een natuurlijk-toevallige meerder heid (omdat nu eenmaal de meeste Hollan ders in West-Duitschland r.katholiek zijn), die nog heden op het standpunt staan, dat in het buitenland Nederlanders zich niet in r.-katholieken en niet-katholieken mogen splitsen, waar het om nationale solidariteit en samenwerking op vaderlandschen grond slag gaat. Men heeft er zich ten slotte b'j moeten neerleggen, dat de uitsluitend r.k St. Josef-Federatie deze samenwerking niet wil, natuurlijk vooral niet, omdat meer dan 75 pCt. van den Ned. Bona-Hollanders r.k. is en daardoor aan den Sint Josef-bond ont trokken wordt, daar deze geen dubbel lid maatschap toestaat. Ten slotte zijn er nog, in hoofdzaak in het z.g.n. Münsterland, eeni ge Nederlandsche vereenigingen, die uitslui tend uit marxistisch-gezinde arbeiders be staan en die sinds jaren het bondsverband verlaten hebben, omdat hun propaganda in den Ned. Bond niet kon geduld worden. Maar men kan toch wel zeggen, dat sinds 12 jaren alle Hollanders, op wie het in Duitschland aankomt, tot niet meer dan twee groote bondsorganisaties behooren, die elk op haar terrein enorm veel voor de nationale aaneensluiting, het opkweeken van vader landsliefde en het 'behoud van de Nederland sche taal gedaan hebben. In de St. Josei- Federatie werd daarbij voor trouw aan de r.katholieke Staatspartij gezorgd, in den Ned. Bond werd over partij politiek niet ge sproken en van de (betrekkelijk-weinige) so ciaal-democratische leden in bondsaange- legenheden eerbied voor Oranje en vermij ding van elke politieke actie geëischt. En niet alleen met succes, maar zelfs met het verblijdend resultaat, dat in tal van Neder landsche bondsvereenigingen, die tien jaar geleden nog tamelijk „rood" waren, thans feesten zonder huidetelegrammen aan de Koningin, zonder het „Wilhelmus" en zon der de buste van Hare Majesteit op het po dium eenvoudig ondenkbaar zijn. Zoodat mij genist constateeren mag, dat door de voorzichtige en beleidvolle politiek van de opeenvolgende bondsbesturen thans heel de Ned. Bond uit ware patriotten bestaat en te recht de warme belangstelling van Konink lijk Huis en Re^eering irewonnen heeft. De Hollanders in Berlijn hebben heusch geen voorlichting noodig. In het stille water van deze veilige haven Nederlandsch fascisme in Duitsch land. (Dag. Overzicht). Alarmtoestand in Spanje. (Buiten land). België's oordeel over de Duitsche eischen. (Buitenland). Duistere Stavisky-zaken. (Buiten land). Koning Leopold III voor de radio. (Buitenland.) De K. v. K. besluit pogingen te doen, die er toe zullen leiden, dat de tegenwoordige leerlingen van de handelsschool te Alkmaar nog hun vijfjarige opleiding kunnen volgen. (Verslag K. v. K.) De Bouwmeester-ring geschonken aan Else Mauhs. (Tooneel.) Het geval-Abrahams in den Am- sterdamschen gemeenteraad. (Bin nenland.) Het Raadsbesluit tot bouw van een open zwembad is door Ged. Staten goedgekeurd. (Stad en om geving.) (Zie verder eventueel laatste berichten). plonsen nu onbekommerd en onbezwaard door kennis van onze situatie in Duitschland de propagandisten der nieuwe politieke par tijen uit Nederland. Ze brengen ons hier, ook al willen ze dat niet bewust, de politieke ver deeling, die wij voor Hollanders-in-den- vreemae steeds verderfelijk gevonden hebben. Ze werven „leden" aan, die daardoor, al was het alleen reeds omdat deze meest arme men schen niet voor twee organisaties contri- bueeren kunnen, aan de bestaande bonden onttrokken worden. Ze kweeken (als de N.S. N.A.P.) anti-semitisme onder onze Hollan ders, verleiden (als de N.S.B.) f>olitiëk-onge- schoolde Hollanders hun correcte-onpartij- dige houding jegens het Nieuwe Duitsch land te wijzigen en een onwaardige, kruipe rige aanhankelijkheid aan den Hitlerstaat te toonen, die door de nieuwe Duitsche macht hebbers allesbehalve bewonderd wordt. Ze brengen tweestrijd in het Nederlandsche ver- eenigingsleven en bereiken slechts den gro tesken toestand, dat ze (komend als predi kers tegen partij-verdeeldheid en voor groot- nationale eenheid) die hier reeds door onze Bonden bereikte nationale solidariteit in ge vaar brengen en onze Hollandsche kolonies door partijhaat en verdeeldheid verzwakken! Het leek mij de hoogste tijd, dat den heeren der nieuwe partijbesturen dit eens duidelijk voor oogen gesteld wordt. Met deze nieuwe partijen op zich zelf hebben deze opmerkin gen natuurlijk niets te maken. Maar hier gaat het om dingen van nationale beteekenis. De Nederlandsche kolonies in het buitenland hebben een zware taak. Ze representeeren vooral ook het Nederlandsche volk bij de volkeren, welker gast ze zijn. Ze bestaan uit landgenooten zonder actief op passief kies recht, menschen dus, die niet in den vader landschen politieken strijd kunnen ingrijpen. Voorlichting uit Nederland hebben deze men schen nauwelijks noodig. Ze worden langs neutralen weg volledig op de hoogte gehou den. Noodig hebben ze echter, wat hun lei ders na jaren van hard werk bereikt hebben: nationale aaneensluiting boven partijstrijd, en zonder religieuse of rassenverdeeldheid Het is thans hun taak, te verhinderen, dat meer of minder onwetende politieke partij propagandisten uit het vaderland hier geen porcelein in scherven komen slaan. De minister van Buitenlandsche Za ken, Hymans, heeft gistermiddag bij de debatten over de buitenlandsche politiek in den senaat het woord gevoerd over de ontwapeningskwestie. Nadat de pre mier Dinsdag de principieele houding dei Belgische regeering in deze kwestie in groote lijnen had uiteengezet, ont wikkelde de minister van Buitenland sche Zaken uitvoerig de gezichtspunten, welke de houding der Belgische regee ring bepalen. Evenals de Broqueville verklaarde Hymans zich voor de opvat ting, dat het gevaar van een bewape ningswedloop niet door eenigen dwang maatregel tegen Duitschland, doch slechts langs den weg van onderhande lingen door het 6luiten van een interna tionale overeenkomst kan worden be zworen Dit voornemen moet uitgaan va. de verklaring der groote mogend heden van 11 December 1932 inzake de Duitsche rechtsgelijkheid Hymans con stateerde dat de practische verwezenlij king der rechtsgelijkheid in de wijze, dat alle staten ontwapenen tot het ni veau der reeds ontwapende staten, door geen der groote mogendheden is voor gesteld en hij twijfelde ook aan de prac tische uitvoerbaarheid van dit systeem wegens de bizondere Belgische militaire belangen. De richtlijnen der Belgische politiek zijn: Medewerking aan de organisatie van den vrede, waakzame verzekeri:*? van de territoriale en politieke onafhanke lijkheid van het land, aanpassing van België bij Frankrijk en Engeland, zulks overeenkomstig de geografische positie van het land, zijn voortdurende belan gen en sympathieën, zoomede ten slotte de handhaving en versterking van het pact van Locarno. Minister Hymans herinnerde voorts

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 2