ALKMAARSCHE COURANT Groole plannen op onderwijsgebied in Bergen. No. 65 ZATERDAG 17 MAART 1934 Men hoopt met 1 September a.s. school voor meisjes te kunnen openen. een nieuwe Voor Alkmaar en f 4.000.000 omgeving thans reeds verzwegen vermogen aangegeven. OFFICIEELE OPENING NIEUWE GEREFORMEERDE KERK. STAP EN OMGEVING. EEN OPLEIDING WAARAAN BEHOEFTE BESTAAT. Het bestuur van de neutrale bijzondere school te Bergen, heeft groote plannen, want het wil zijn reeds bestaande U.L.O.-schoo! zoo ombouwen, dat deze meer dan tot dusver het aangewezen instituur wordt voor leer lingen,—en speciaal meisjes die zich op de middelbare scholen niet kunnen handha ven, en toch iets meer en iets meer in een bepaalde richting verlangen dan de U.L.O.-school in den regel zal kunnen geven Het bestuur der Berger schoolvereeniging heeft daarbij overwogen, dat er in Noord- Hollands-Noorderkwartier geen enkele der gelijke school voor voortgezet onderwijs be staat. Het heeft mede geconstateerd, dat zeer veel meisjes, hoeweï zij van voldoende intel- lectueelen aanleg zijn, geen bijzondere nei ging of begaafdheid voor wetenschappelijke studie bezitten en daarom eigenlijk voor het gymnasiaal- en middelbaar onderwijs niet geschikt zijn. Deze meisjes althans een groot deel daarvan verlaten in verloop van tijd de middelbare scholen, omdat zij geen kans zien tijdig en me, goed succes aan het eindexamen daarvan deel te nemen. Zij behoorden niet op de middelbare scholen thuis, zij zijn daar dus in zekeren zin een rem voor het onderwijs geweest, en het is dus zeker ook in het welbegrepen belang van onze middelbare scholen zelf, dat deze leerlingen eerder naar een voor hen passend schoolmilieu kunnen overgaan Aanleiding tot de plannen is tevens ge weest, dat men in Alkmaar destijds zoo plot seling de oude en goed bekende meisjes school heeft opgeheven, zonder dat daar voor een gelijkwaardige inrichting in de plaats is gekomen. Dat alles heeft er toe meegewerkt, het bestuur der Berger school vereeniging de overtuiging bij te brengen, dat er aan een school zooals dit bestuur zich die voorstelt, dringend behoefte be staat. De heeren D. L. Daalder, voorzitter, A. M. de Lange, secretaris, mevr. J. C. Dekker, penningmeesteres en de heer C. J. Struijk, allen te Bergen en daar vormend het bestuur der neutrale bijzondere school, heeft met het oog op het hier voren staande, thans beslo ten om bij voldoende gebleken belangstel ling, de sinds jaren bestaande 3-jarige U.L.O.-afdeeling der school bekend onder den naam: „Berger Schoolvereeniging", of „Bosschool" geheel om te zetten in een school voor voortgezet onderwijs met vijf jarigen cursus, in het bijzonder voor meisjes. Wat het leerprogramma dezer nieuwe school betreft, kan gemeld worden, dat de moderne talen (Nederlandsch, Fransch, Engelsch en Duitsch) in het middelpunt zul Ten staan. In de klassen 4 en 5 worden dan in het bijzonder ook letterkundige onderwerpen onderwezen. Waar de school in het bij zonder voor meisjes bestemd is, is het van zelfsprekend. dat daarnaast een behoorlijke plaats wordt ingeruimd aan de vakken, die geacht worden speciaal voor meisjes ge schikt te zijn zooals gymnastiek, handwer ken, handenarbeid, teekenen, zang, gezond heidsleer, kinderverzorging enz. Als bijvakken worden daarbij genoemd: schrijven (niet in alle klassen), rekenen (met handelskennis en/of eenvoudige administra tie), geschiedenis (met iets van kunstgeschie denis), aardrijkskunde (me. iets van cosmo- grafie), kennis der natuur (met iets van scheikunde) en wiskunde (wat dit laatste be treft maximaal wat voor het MULO A- d-iploma geëischt wordt). Het hoofd der school, de heer Beyneveld, heeft zich door persoonlijke bezoeken aan soortgelijke scholen in Den Haag, Rotter dam, Amersfoort en Zeist en ook door nog in andere plaatsen inlichtingen in te winnen pp de hoogte gesteld van de eischen, welke aan een dergelijke inrichting gesteld moeten worden. Hoewel wij bij deze school in het bijzon der de opleiding voor meisjes bespreken, is er geen enkele reden de school voor jongens te sluiten, al zullen deze uit den aard der zaak dan van de specifiek vrouwelijke vakken wij denken b.v. aan kinderverzorging worden vrijgesteld. Het is te verwachten, dat het aantal meisjes overwegend grooter zal zijn en dat het aantal jongens het „meisjes"- Icarakter der school niet zal aantasten. Het ligt voor de hand dat althans die jon gens de school blijven bezoeken, die op het genblik nog leerlingen van de ULO- Jeeling zijn. Wat de uit te reiken diploma s betreft, zal indien dit gewenscht blükt na 4 jaar (dus zonder dat de leerling klaar „gestoom wordt) het MULO-diploma A al of niet met wiskunde kunnen worden behaald, met de daaraan verbonden bekende voordeelen. De school stelt zich voor na 5 jaar een schooldiploma uit te reiken, dat, naar men verwacht een bijzondere aanbeveling zal zijn voor verschillende betrekkingen waarbij talenkennis een eerste vereischte is ^als voor vele kantoorbetrekkingen taresse, assistente in de leszaal enz. denkt daarbij ook aan scholen maat schappelijk werk, voor kinderverzorging en opvoeding voor verpleegster, voor lichame Jijke opvoeding, voor fröbelonderwijzeressen, voor het tooneel, enz. „-nn na- Wat de financiën betreft, kan de °P.nc™"f van de nieuwe school voor de overhel nauwelijks van eenige beteekems zijn. i heeft hier toch te doen mei een categorie meisjes, die toch op de één of andere manier onderwijs verlangen, hetzij dat zij noodg - dwongen op het gymnasium, de middelbare- of de gewone ULÖ-ochool blijven, Cfl daar schoold^!>leeienv^ii zii naarde huishoud- rWiin J een billijke kostenver- Berapr kV*? eeü extra"verzwaring van het Berger budget is geen sprake, want deze ge meente verhaalt de kosten van buitenleerlin- w; buitengemeenten. Wat de leerkrachten betreft zullen er meerdere uit het schoolfonds moeten betaald worden, zooals dit op het oogenblik met enkele reeds het geval is. Er zullen leeraressen ot leeraren met middelbare bevoegdheid voor talen en gymnastiek noodig zijn. Het bestuur der schoolvereeniging ver wacht, dat de nieuwe school zeker levensvat baarheid zal hebben. Zij is althans zeer gun stig gelegen in het Berger bosch aan de Rondelaan, vlak bij het nieuwe natuurreser vaat. De afstand van Alkmaar is van weinig beteekenis. Er is een tram-verbinding, er gaat elk half uur een autobus en fiets en auto zijn in dezen tijd practische en goedkoope ver voermiddelen geworaen. Wanneer men na gaat hoevelen er dagelijks van Bergen naar Alkmaar gaan, kan een tocht in omgekeerde richting toch ook geen bezwaar zijn en het is vanzelfsprekend, dat de leerlingen tusschen den middag kunnen blijven koffiedrinken. Mede een teeken van levensvatbaarheid is, dat het Rijksschooltoezicht de plannen met belangstelling volgt en van oordeel is, dat deze school inderdaad in een behoefte voor zien zal. Men staat thans op het punt deze plannen ten uitvoer te brengen er. er zal een bijeen komst van belangstellende ouders belegd worden, waartoe men ook de ouders rekent, die hun kinderen later dan in September 1934 naar deze school wenschen te sturen. Deze bijeenkomst is op Maandag 26 Maart be paald en daar zullen dan de plannen nader worden vastgesteld. De aansluiting met an dere scholen ook tusschentijds zal zoo gemakkelijk mogelijk worden gemaakt met een zoo groot mogelijke differentieering Met andere scholen zal zoo spoedig mo gelijk contact gezocht moeten worden Zoo mogelijk zal men reeds op 1 September as de school openen en de hoop wordt uitge sproken, dat het nieuwe instituut door aller medewerking tot bloei zal kunnen komen. De inspecteur van het M. O. in de derde insjjectie, de heer Bolkestein heeft, desge vraagd zijn voldoening met de voorgenomen plannen te kennen gegeven. Inderdaad zoo heeft hij aan den voor zitter der Berger schoolvereeniging geschre ven ben ik van meening, dat voor zéér vele meisjes nóch gymnasium, noch H. B. S. (A of B) nóch Handelsschool een geschikte school is. Wanneer zij voortgezet onderwijs ontvangen is voor haar noodig een afzon derlijke vijfjarige school, waarin met uen bij zonderen aanleg en het bijzondere in'el- lect, maar vooral ook met de bijzondere psyche van het meisje kan rekening gehouden worden en rekening gehouden wordt. Het liefst aldus het schrijven van den inspecteur zie ik zulk een school als mid delbare school, omdat daar de docenten, door de eischen, welke aan haar of hen gesteld wor den, meer waarborg kunnen geven voor het bereiken van het doel eener meisjesschool voor voortgezet onderwijs dan wanneer deze school tot het „lagere onderwijs" behoort. Aangezien echter het oprichten eener middel bare meisjesschool in de huidige omstandig heden om financiëele redenen onmogelijk is, zal ik de stichting van een vijf-jarige meis jesschool ook in het kader van het lager on derwijs toejuichen. Naar mijn overtuiging en ervaring hebben zeer vele meisjes van 12 tot 17 of 18 jaar hier recht op. Het is begrijpelijk, dat het bestuur der Berger schoolvereeniging met een gunstige uitspraak van zoo deskundige zijde zeer inge nomen is en voornemens is de plannen thans zoo spoedig mogelijk ten uitvoer te brengen. Het is te betreuren dat men in Alkmaar, een oude en zeer goed bekend staande meis jesschool, plotseling heeft opgeheven, in plaats van te besluiten ze meer met de eischen des tijds in overeenstemming te brengen. Thans gaat het initiatief van Bergen uit en voor zoover wij dit op het oogenblik kunnen beoordeelen, is er alle kans dat de Berger schoolvereeniging daarmede succes zal heb ben. De middelbare scholen waarin wij hier ook het gymnasiaal onderwijs begrijpen laten steeds meer leerlingen los, die in het voorge schreven tempo het onderwijs niet kunnen volgen. De ULO-schoien raken daardoor overvuld en voornamelijk voor de meisjes wordt steeds meer de behoefte gevoe'd aan een onderwijsinrichting die meer dan o* dus ver rekening met bijzondere omstandigheden en met de specifiek voor meisjes wenschelijke leervakken kan houden. Wij wenschen de Berger schoolvereeniging veel succes met haar plannen en zullen met belangstelling de totstandkoming daarvan tegemoet zien. In ons nummer van 17 Februari deelden wij mede, dat bij de Inspectie van 's Rijksbe lastingen voor Alkmaar en omstreken door 150 personen aangifte was gedaan van een verzwegen vermogen van 1.500.000. Zooals men weet, had de minister van financiën bepaald, dat, wie vóór 1 Maart vrijwillig opgave deed van te laag aangege ven vermogen of inkomen of verschuldigde successierechten, slechts over het loopende en de beide daaraan voorafgaande jaren van het verzwegene zal hebben te betalen en bo vendien geen gevaar voor straf loopt. Daarna zou voor ontduikers de wet in al z'n gestrengheid worden toegepast en een viermaal zoo hooge boete worden opgelegd met voor opzettelijke gevallen: gevangenis straf. Deze amnestie heeft in het land schitte rend gewerkt. Honderde ontduikers hebben van de geboden gelegenheid gebruik gemaakt om met de fiscus in het reine te komen. Aangezien inmiddels was gebleken, dat de gestelde termijn voor velen te kort was, om precies na te gaan hoe zij ervoor stonden, heeft minister Oud op verzoek de gunstige termijn tot 1 Mei verlengd. Wij hebben gisteren aan den Inspecteur, den heer Hartkamp, de vraag gesteld of in ziin district de termijn-verlenging nog gun stige resultaten heeft gehad. De heer Hartkamp deelde ons mede, dat dit inderdaad het geval was, want tot den dag van gisteren is het aantal personen, dat vrijwillig aangifte heeft gedaan en zich daardoor buiten strafvervolging heeft ge steld, van 150 gestegen tot 400, met een totaal verzwegen vermogen van ruim 4.000.000. De inspecteur, die de eerste in het land was, die mededeeling deed over de ingeko men opgaven, verzekerde ons, dat zijn publi catie in de pers een gunstig gevolg heeft ge had. In de eerste week na die publicatie meldden zich niet minder dan 100 personen „Ik heb zelfs het idee", aldus de inspecteur. ',dat de publicatie in de pers voor velen een stimulans is geweest om over hun bezwaren om naar hier te komen, heen te stappen. De Inspectie van Alkmaar en omgeving omvat 18 gemeenten; de termijn om vrijwil lig aangifte te doen, staat nog open tot 1 Mei, doch het is wel wenschelijk, dat mer, het doen van een juiste aangifte niet uitstelt tot het laatste oogenblik." Op onze vraag, hoe de menschen ontvan gen worden, antwoordde de inspecteur; „Met de meeste gemoedelijkheid. Natuurlijk wordt dengenen, die met een zekere brutaliteit hun houding trachten goed te praten, met da noodige ernst te kennen gegeven, dat dit niet de juiste houding is. Vele menschen, die hier komen, zijn na hun biecht zoozeer van een last bevrijd, dat zij zitten te schreien. Dit is vooral het geval met hen, die indertijd voor de successie-belasting een onjuiste aangifte hebben gedaan. Onder hen zijn er, die zoo in angst hebben gezeten, dat zij mij verzeker den, het verzwegen geld en de papieren wel in de kachel te hebben willen duwen. Iemand zei mij; „Ik had zoo'n afschuw van het geld, dat ik er niet naar wou kijken en er ook niet aan wilde komen. Ik heb er meer displezier dan plezier van gehad." Wij trokken in twijfel of een dergeliike mededeeling wel op waarheid berustte. De heer Hartkamp verzekerde ons, dat dit wel het geval was. In het algemeen, zoo zeide hij, vindt een Nederlander het doen van een on juiste belastingaangifte niet zoo erg. Erg vindt hij wel het doen van een valschen eed en dit wordt toch bij een successie-aangifte afge legd, als de aangifte onjuist is. Als men zichzelf als een eerlijk man beschouwt, dan moet men er wel aan twijfelen, of men het recht heeft, daarna nog als zoodanig te wor den aangezien. „Hoe staat u tegenover hen, die reeds eer der door u ter verantwoording werden ge roepen en nu komen meedeelen, dat zij u ook toen bedrogen hebben? Het komt ons voor, dat u dezulken toch moeilijk met een prettig gezicht kunt ontvangen, aangezien zij hei zijn, die opzettelijk de gemeenschap tekort deden". „Als ik mij daarover boos zou maken", aldus de inspecteur, „dan zou ik zelf geen leven meer hebben. U moet niet vergeten, dat ik thans weken doormaak, waarin ik aan mijn gewone werk niets kan doen en reeds weken werken de ambtenaren op het kantoor twee avonden per week over, zonder eenige vergoe ding om den boel voor het Rijk in orde te brengen. Ook tegenover den opzettelijken ont duiker zeg ik dan ook: „Biecht u nu maar eens eerlijk op". „Heeft u den indruk, dat dan alles werke lijk wordt opgebiecht?" „Neen, niet altijd. Verzwegen zijn voorna melijk effectenbezit en uitstaande gelden bij banken. Aan het verzwijgen van schuldvor deringen denkt men niet meer, omdat men weet, dat die kunnen worden nagegaan. Wanneer iemand nu komt met een lijstje van zijn effectenbezit, dan vraag ik hem ook meestal, of hij nog in het bezit is van spaar bankboekjes. Het komt voor, dat daarop met „neen" wordt geantwoord, doch mijn erva ring is, dat de meeste effectenbezitters ook spaarbankboekjes voor zichzelf en voor hun vrouw bezitten. Iemand, die mij verzekerd had, niet in het bezit van spaarbankboekjes te zijn, antwoordde mij, na eenig gepraat over het effectenbezit, op mijn vraag: „Hoe veel staat er van u op de Nutsspaarbank?", 4000; en zoo bleek zijn bezit 4000 hooger dan hij opgaf. De meeste biechtelingen blijken echter wer kelijk onder een druk te hebben geleefd en schamen zich bewust, tegenover de gemeen schap in hun plicht te kort te zijn geschoten. De brutalen zijn echter gekomen uit vrees voor de coupon-belasting. „Zijn er onder de verzwijgers nog met belangrijke bedragen?" „Namen mag ik u niet noemen. Wel kan ik u zeggen, dat er acht bij zijn, die tezamen het bezit van l.OOO.OOO hebben verzwegen. En onder hen bevindt zich een rentenier, die twee ton verzweeg Ik krijg echter ook men schen, die een 2000 op een spaarboek je hebben staan, dit hebben verzwegen en zich daarover bezwaard gevoelen, doch waar bij narekening bleek, dat zij niets ontdoken had den. Een oude schoonmaakster, die niet meer kqn werken, kwam zelfs meedeelen, dat zij in het bezit was van een kapitaaltje van f 12000. Ze was hoogst nerveus, dit te heb ben verzwegen, maar ik kon het vrouwtje ge heel geruststellen, aangezien bleek, dat ze uit dit vermogen slechts 400 inkomen trok, waarvan zij moest leven, zoodat zij in het ge heel geen belasting was verschuldigd. Er zijn menschen, die hier vroeger de ver klaring hebben afgelegd, dat zij niets hadden verzwegen, en nu komen biechten, dat zij van hun effectenbezit er twee lijstjes op na hiel den, waarvan één voor de belastingopgave „Hoe staat het met de aangifte van hen, die hun inkomsten te laag hebben opgegeven?" „Dit zijn slechts enkelingen. Het is wel typisch, dat er geen zakenman komt, die zegt, dat hij geknoeid heeft met zijn inkomen. Viel kreeg ik er één, die mij eenvoudig verklaarde, dat hij een deel van zijn ontvangsten op de spaarbank bracht" „Hoe staat het met de boekhouding van de zakenmenschen?" „Bij de ouderen blijkt die wel zeer primitief te zijn, maar het is ook opmerkelijk, dat bij hen de neiging om te sparen wel het sterkst aanwezig is. Typeerend is het, dat velen hun effectenbezit hebben verzwegen. Een rente nier kwam mij vertellen, dat hij 37000 aan effectenbezit had verzwegen. Het bleek, dat hij een bezit van 20.000 had opgegeven Toen ik hem een specificatie van het effecten bezit vroeg, kwam er nog 80 000 bij. De lust om te verzwijgen, blijkt bij velen zeer sterk aanwezig. Iemand, die mij kwam vertellen, dat hij een bezit van 20.000 had verzwegen, wilde zijn bezit verkleinen door op te geven, dat hij 1000 van een kennis had opgenomen. Reeds 's middags bleek mij uit een onder houd met zijn vrouw, dat dit was gelogen Door deze leugen had de man zich 3.05 kunnen bevoordeelen. U moet n.1. weten, dat de hoofdsom voor de vermogensbelasting 1 pro mille is. Voor 1933-1934 heft Alkmaar daarop 50 opcenten, het Rijk 55, de Provin cie 20, terwijl daarbij komt 80 opcenten voor de gemeentefonds-belasting, zoodat er in totaal 3.05 pro mille wordt geheven". Wij erkenden, te begrijpen, dat de men schen zich opgelucht moeten gevoelen, deze dwaasheden te hebben opgebiecht. Het is niet anders dan dwaasheid om zich voor derge lijke kleine bedragen in onrust té bevinden, de kans te loopen, als belastingontduiker in de gevangenis te komen. Dwaasheid is het ook om uit vrees voor den val van den gulden het geld in zilver en papier in huis te hou den, want als de gulden werkelijk valt, dan valt ook dit bankpapier. „Velen", aldus ae inspecteur, „vertelden mij, uit angst voor den val van den gulden solide staatspapieren te hebben verkocht en he: geld in huis te hebben genomen. Een rente niertje had zoo f 2000 aan bankpapier in blikken sigarettendoosjes geborgen en het gelukte mij, den man te overtuigen, dat hij, met het oog op brand en inbraak, veiliger deed, dit geld naar de spaarbank te bren gen." „Voor de gemeente Alkmaar zal dit be kend worden van het verzwegen bezit nog een aardig meevalletje worden voor de be grooting", aldus merkten wij op in verband met het bekend-worden van de verzwegen millioenen. „Die meening schijnt ook ten stadhuize te Alkmaar te heerschen", aldus de heer Hart kamp. „De wethouder van financiën heeft n.1 al door een ambtenaar van zijn afdeeling laten informeeren, wat Alkmaar hierdoor binnen zal krijgen. Men moet daarvan echter geen groote verwachtingen hebben. Het be drag wordt nagerekend, doch men moet niet vergeten, dat de vier millioen niet. uit Alk maar alleen afkomstig zijn. Bovendien ont vangt de gemeente slechts driemaal pro mille. U kunt dus zelf wel uitrekenen, dat het bedrag, dat Alkmaar ontvangt, voor de ge- meentebegrooting van geringen invloed is Uit het onderhoud, dat wij met den inspec teur hadden, is ons wel duidelijk geworden, dat ieder, die nog iets verzwegen heeft, ver standig doet, vóór 1 Mei naar het belasting kantoor aan den Kennemerstraatweg te stappen, omdat hij daar op een welwillende manier verlost kan worden van het angstge voel, dat ieder ontduiker moet bezitten door de wetenschap, dat door de invoering van de coupon-belasting het zoo goed als onmoge lijk wordt, blijvend door de mazen van het net te kruipien. Na 1 Mei, men bedenke dit wel, zal de minister de wet onverbiddelijk op de ontduikers toepassen. DE COUPON-BELASTING De Inspecteur der Directe Belastingen te Alkmaar maakt kerkgenootschappen, instel lingen en andere lichamen, die obügatie-lee- ningen hebben uitgeschreven, er attent op, dat zij tengevolge van de op 25 Febr. j.1. in gevoerde coupon-belasting verplicht zijn, er een register op na te houden, waarin al die leeningen worden ingeschreven. Dit register moet geparafeerd worden door den Inspec teur der Directe Belastingen. De instellingen zijn bovendien verplicht, telkens wanneer een coupon vervalt, daarvan bij den inspec teur aangifte te doen. De nieuwe Gereformeerde kerk aan de Oudegracht, die gisteravond om 7.30 uur officieel werd geopend en ruim 900 perso nen kan bevatten, was geheel met belang stellenden gevuld. In ons nummer van Donderdag gaven wij reeds een beschrijving van het prachtige kerkgebouw en gisteravond konden wij constateeren dat de accoustiek in dit kerk gebouw van wijlen ds. Kuiper's kleine lui den, uitstekend genoemd kan worden. Machtig rolden de tonen van het nieuwe orgel, bespeeld door den eminenten orga nist, door de ruimte. De plechtigheid werd o. m. bijgewoond door burgemeester van Kinschot, de ge meente-secretaris mr. Koelma en wethou der Klaver, de Kerke-aad der N. H. Ge meente, vertegenwoordigers der kerk van St.-Pancras, Bergen, H.-HugoVaard, Scher- merhorn, Broek op Langendijk en Noord- scharwoude, alsmede het bestuur der Ned. Herv. Kerkvoogdij, het Schoolbestuur en van verschillende commissies der Gerefor meerde kerk, alsmede verschillende hoof den van takken van dienst der gemeente Alkmaar. Aanwezig waren ook de architect, de heer Plooy, de aannemer, de heer Vos en de onderaannemers v. d. Mik, Kamphuis, de Vries, Wolzak en van Til. De heer J. Bruin, voorzitter van de bouwcommissie, was de eerste die vanaf de fraaie preekstoel het woord tot de schare richtte en verzocht de bijeenkomst aan te vangen roet het le vers van Psalm 89. Hierna las de heer Bruin voor II Petrus 1 vers 10—21, waarna men zich vereenigde in een gemeenschappelijk gebed. Hierna hield spr. een toespraak, waarin hij, onder dank aan God, de aanwezigen hartelijk welkom heette. Wij zeggen, als wij de kerk aanschou wen, aldus spr., onze vaderen van harte na: „Eben Haezer", tot hiertoe heeft de Heer ons geholpen. De tijdsomstandigheden hebben aen bouw van de kerk noodig geworden door het toenemend zielental bemoeilijkt, doch heeft ook een offervaardigheid te zien gegeven, die bemoedigend mocht worden genoemd. In een terugblik herinnerde hij aan net sloopen van de oude en het bouwen van de nieuwe kerk, hetgeen, Gode zij dank, zon der een belangrijk ongeval plaats had. Zoowel het exterieur als het interieur stemt tot rust, waarvoor spr. den architect en den aannemer een woord van dank bracht. Dank bracht hij voorts aan allen, die aan de voltooiing van het gebouw hadden ge arbeid. In ons nummer van Donderdag werden de aannemer en onderaannemers reeds ge noemd. Dank bracht spr. ook aan het college van B. en W., dat de volledige medewerking verleende, alsmede aan de hoofden van takken van dienst, die de verfraaiing van de omgeving uitvoerde. Op hoogen prijs was gesteld dat het Kerkbestuur van de Ned. Herv. Gemeente zijn kerkgebouwen afstond voor de diensten tijdens den bouw, waardoor de hand ge reikt werd over vele staketsels enz. Tot slot bracht hij een woord van harte lijke waardeering tot de jongeren, die 2365.50 bijeen brachten. Hierna droeg hij namens de bouwcom missie het kerkgebouw aan den Kerkeraad over, waarna het 3e vers van Psalm 43 werd gezongen. De heer W. Bruin voerde hierna in bij zonder mooi Nederlandsch het woord om het orgel over te dragen en herinnerde aan het woord in Psalm 118. Met verlangen werd uitgezien naar de nieuwe kerk en het nieuwe orgel, dat machtig veel kan bijdragen tot verbetering van den kerkzang, al hangt het welzijn van Christus niet af van deze zakelijke dingen. Spr. herinnerde aan de afscheiding van Ulrum ruim 100 jaar geleden, waarbij hij er op wees hoe de vaderen, geplaagd door de dragonders van Willem I, het met kleine gebouwtjes hebben moeten doen. Toch was het de orgelcommissie een vreugde het nieuwe orgel te kunnen over dragen, omdat het oude zich had overleefd. Van harte hoopte spr., dat zij die zich tot nog toe afzijdig hielden, vanavond mede zullen helpen, want financiëel was men er nog niet. c Dank bracht spr. hierna aan allen, die aan het tot stand komen van het orgel hadden medegewerkt, waarbij hij speciaal dank bracht aan den bouwer, den heer Pels, en aan den adviseur, den heer Jan Zwart, die Dinsdag zal concerteeren, gesteund door het koor. Spr. eindigde met een uiteenzetting van den taak van den orgelist, waarna hij na mens de orgelcommissie het orgel aan den Kerkeraad overdroeg. Op zijn verzoek zong men nog gemeen schappelijk Psalm 146 vers 1. Ds. v. Meijenfeldt nam hierop in naam van den Drieeenigen God, als voorzitter der Kerkeraad het nieuwe gebouw aan. Wij dragen deze kerk aan God op en bidden dat zijn oogen dag en nacht over het huis zullen gaan. Wil aan deze plaats vrede geven, die het verstand te boven gaat. Moge hier in dit huis nimmer een ander evangelie gepredikt worden dan dat van Jezus Christus. Wij wonen in dit huis, dat wij uit God's handen hebben ontvangen. Spr. maande tegen overmoed en riep de schare toe in deze stad Christus goede werken te laten zien. Wij mogen hier in rust en vrijheid verga derd zijn en willen in dit plechtig uur belij denis voor Christus doen door gemeen schappelijk Avondzang vers 7 te zingen. Namens den Kerkeraad bracht spr. hier na een woord van dank aan de commissie van beheer, tevens de bouwcommissie voor het tot stand brengen van de keurige kerk uit liefde voor het Koninkrijk Gods. Dank ook bracht hij aan de leden van de orgelcommissie, waardoor men een instru ment van schitterende kwaliteit rijker was geworden. Dank bracht spr. den architect, den heer Plooy, in wien hij allen die aan het gebouw, dat aansluit aan het stadsbeeld, hadden gearbeid, huldigde. In den bouw zoo zeide spr. is zoo juist weergegeven het karakter van den Pro- testantschen eeredienst. Het is ons een eer dat B. en W., en speciaal de nieuwe burge meester, in wien men de door God inge stelde overheid eerde, de feestelijke bijeen komst bijwoonde. Geve God onder uw be stuur aan Alkmaar weer welvaart. Dank bracht spr. hierop aan de classis en het bestuur van het Ned. Herv. kerkbe stuur, dat ons, dakloozen, zoo zeide spr., heeft willen herbergen, wat door ons nim mer vergeten zal worden. Na nog een speciaal woord van welkom gericht te hebben tot den vertegenwoordi ger van mevrouw Meijer, zongen de aan wezigen op zijn verzoek Psalm 141 vers 2. Hierna ging de prediker voor in gebed, waarna een collecte voor de instandhouding van het kerkgebouw werd gehouden. Tijdens deze collecte zongen de aanwe zigen Psalm 119 vers 53 en 76. Hierna hield de predikant een preek aan den hand van het tekstwoord 2 Petrus 1 vers 19, dat in een tegelta bleau in den ingang staat aangegeven, waarbij hij naging welke vruchten men van dit woord kan hebben. God heeft door het profetische woord tot ons gesproken en wij mogen daarom de profetiën niet beschouwen in het licht van degenen die gesproken heeft. Het woord van God is het woord dat vast is tot in eeuwigheid. Spr vermaande de schare op dit vaste woord te vertrouwen. In dat licht, dat helderder is dan het zonlicht, is geen duisternis zooals bij de

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 5