ALKMAARSCHE COURANT
Groole plannen op onderwijsgebied in Bergen.
No. 65
ZATERDAG 17 MAART 1934
Men hoopt met 1 September a.s.
school voor meisjes te kunnen openen.
een nieuwe
Voor Alkmaar en
f 4.000.000
omgeving thans reeds
verzwegen vermogen aangegeven.
OFFICIEELE OPENING
NIEUWE GEREFORMEERDE KERK.
STAP EN OMGEVING.
EEN OPLEIDING WAARAAN
BEHOEFTE BESTAAT.
Het bestuur van de neutrale bijzondere
school te Bergen, heeft groote plannen, want
het wil zijn reeds bestaande U.L.O.-schoo!
zoo ombouwen, dat deze meer dan tot dusver
het aangewezen instituur wordt voor leer
lingen,—en speciaal meisjes die zich op
de middelbare scholen niet kunnen handha
ven, en toch iets meer en iets meer in een
bepaalde richting verlangen dan de
U.L.O.-school in den regel zal kunnen geven
Het bestuur der Berger schoolvereeniging
heeft daarbij overwogen, dat er in Noord-
Hollands-Noorderkwartier geen enkele der
gelijke school voor voortgezet onderwijs be
staat.
Het heeft mede geconstateerd, dat zeer
veel meisjes, hoeweï zij van voldoende intel-
lectueelen aanleg zijn, geen bijzondere nei
ging of begaafdheid voor wetenschappelijke
studie bezitten en daarom eigenlijk voor het
gymnasiaal- en middelbaar onderwijs niet
geschikt zijn. Deze meisjes althans een
groot deel daarvan verlaten in verloop
van tijd de middelbare scholen, omdat zij
geen kans zien tijdig en me, goed succes
aan het eindexamen daarvan deel te nemen.
Zij behoorden niet op de middelbare
scholen thuis, zij zijn daar dus in zekeren
zin een rem voor het onderwijs geweest, en
het is dus zeker ook in het welbegrepen
belang van onze middelbare scholen zelf,
dat deze leerlingen eerder naar een voor
hen passend schoolmilieu kunnen overgaan
Aanleiding tot de plannen is tevens ge
weest, dat men in Alkmaar destijds zoo plot
seling de oude en goed bekende meisjes
school heeft opgeheven, zonder dat daar
voor een gelijkwaardige inrichting in de
plaats is gekomen. Dat alles heeft er toe
meegewerkt, het bestuur der Berger school
vereeniging de overtuiging bij te brengen,
dat er aan een school zooals dit bestuur
zich die voorstelt, dringend behoefte be
staat.
De heeren D. L. Daalder, voorzitter, A. M.
de Lange, secretaris, mevr. J. C. Dekker,
penningmeesteres en de heer C. J. Struijk,
allen te Bergen en daar vormend het bestuur
der neutrale bijzondere school, heeft met het
oog op het hier voren staande, thans beslo
ten om bij voldoende gebleken belangstel
ling, de sinds jaren bestaande 3-jarige
U.L.O.-afdeeling der school bekend onder
den naam: „Berger Schoolvereeniging", of
„Bosschool" geheel om te zetten in een
school voor voortgezet onderwijs met vijf
jarigen cursus, in het bijzonder voor meisjes.
Wat het leerprogramma dezer nieuwe
school betreft, kan gemeld worden, dat de
moderne talen (Nederlandsch, Fransch,
Engelsch en Duitsch) in het middelpunt zul
Ten staan. In de klassen 4 en 5 worden dan in
het bijzonder ook letterkundige onderwerpen
onderwezen. Waar de school in het bij
zonder voor meisjes bestemd is, is het van
zelfsprekend. dat daarnaast een behoorlijke
plaats wordt ingeruimd aan de vakken, die
geacht worden speciaal voor meisjes ge
schikt te zijn zooals gymnastiek, handwer
ken, handenarbeid, teekenen, zang, gezond
heidsleer, kinderverzorging enz.
Als bijvakken worden daarbij genoemd:
schrijven (niet in alle klassen), rekenen (met
handelskennis en/of eenvoudige administra
tie), geschiedenis (met iets van kunstgeschie
denis), aardrijkskunde (me. iets van cosmo-
grafie), kennis der natuur (met iets van
scheikunde) en wiskunde (wat dit laatste be
treft maximaal wat voor het MULO A-
d-iploma geëischt wordt).
Het hoofd der school, de heer Beyneveld,
heeft zich door persoonlijke bezoeken aan
soortgelijke scholen in Den Haag, Rotter
dam, Amersfoort en Zeist en ook door nog
in andere plaatsen inlichtingen in te winnen
pp de hoogte gesteld van de eischen, welke
aan een dergelijke inrichting gesteld moeten
worden.
Hoewel wij bij deze school in het bijzon
der de opleiding voor meisjes bespreken, is
er geen enkele reden de school voor jongens
te sluiten, al zullen deze uit den aard der
zaak dan van de specifiek vrouwelijke vakken
wij denken b.v. aan kinderverzorging
worden vrijgesteld. Het is te verwachten, dat
het aantal meisjes overwegend grooter zal
zijn en dat het aantal jongens het „meisjes"-
Icarakter der school niet zal aantasten.
Het ligt voor de hand dat althans die jon
gens de school blijven bezoeken, die op het
genblik nog leerlingen van de ULO-
Jeeling zijn.
Wat de uit te reiken diploma s betreft, zal
indien dit gewenscht blükt na 4 jaar
(dus zonder dat de leerling klaar „gestoom
wordt) het MULO-diploma A al of niet met
wiskunde kunnen worden behaald, met de
daaraan verbonden bekende voordeelen.
De school stelt zich voor na 5 jaar een
schooldiploma uit te reiken, dat, naar men
verwacht een bijzondere aanbeveling zal zijn
voor verschillende betrekkingen waarbij
talenkennis een eerste vereischte is ^als
voor vele kantoorbetrekkingen
taresse, assistente in de leszaal enz.
denkt daarbij ook aan scholen maat
schappelijk werk, voor kinderverzorging en
opvoeding voor verpleegster, voor lichame
Jijke opvoeding, voor fröbelonderwijzeressen,
voor het tooneel, enz. „-nn na-
Wat de financiën betreft, kan de °P.nc™"f
van de nieuwe school voor de overhel
nauwelijks van eenige beteekems zijn. i
heeft hier toch te doen mei een categorie
meisjes, die toch op de één of andere manier
onderwijs verlangen, hetzij dat zij noodg -
dwongen op het gymnasium, de middelbare-
of de gewone ULÖ-ochool blijven, Cfl daar
schoold^!>leeienv^ii zii naarde huishoud-
rWiin J een billijke kostenver-
Berapr kV*? eeü extra"verzwaring van het
Berger budget is geen sprake, want deze ge
meente verhaalt de kosten van buitenleerlin-
w; buitengemeenten.
Wat de leerkrachten betreft zullen er
meerdere uit het schoolfonds moeten betaald
worden, zooals dit op het oogenblik met
enkele reeds het geval is. Er zullen leeraressen
ot leeraren met middelbare bevoegdheid voor
talen en gymnastiek noodig zijn.
Het bestuur der schoolvereeniging ver
wacht, dat de nieuwe school zeker levensvat
baarheid zal hebben. Zij is althans zeer gun
stig gelegen in het Berger bosch aan de
Rondelaan, vlak bij het nieuwe natuurreser
vaat. De afstand van Alkmaar is van weinig
beteekenis. Er is een tram-verbinding, er gaat
elk half uur een autobus en fiets en auto zijn
in dezen tijd practische en goedkoope ver
voermiddelen geworaen. Wanneer men na
gaat hoevelen er dagelijks van Bergen naar
Alkmaar gaan, kan een tocht in omgekeerde
richting toch ook geen bezwaar zijn en het
is vanzelfsprekend, dat de leerlingen tusschen
den middag kunnen blijven koffiedrinken.
Mede een teeken van levensvatbaarheid is,
dat het Rijksschooltoezicht de plannen met
belangstelling volgt en van oordeel is, dat
deze school inderdaad in een behoefte voor
zien zal.
Men staat thans op het punt deze plannen
ten uitvoer te brengen er. er zal een bijeen
komst van belangstellende ouders belegd
worden, waartoe men ook de ouders rekent,
die hun kinderen later dan in September 1934
naar deze school wenschen te sturen. Deze
bijeenkomst is op Maandag 26 Maart be
paald en daar zullen dan de plannen nader
worden vastgesteld. De aansluiting met an
dere scholen ook tusschentijds zal zoo
gemakkelijk mogelijk worden gemaakt met
een zoo groot mogelijke differentieering
Met andere scholen zal zoo spoedig mo
gelijk contact gezocht moeten worden Zoo
mogelijk zal men reeds op 1 September as
de school openen en de hoop wordt uitge
sproken, dat het nieuwe instituut door aller
medewerking tot bloei zal kunnen komen.
De inspecteur van het M. O. in de derde
insjjectie, de heer Bolkestein heeft, desge
vraagd zijn voldoening met de voorgenomen
plannen te kennen gegeven.
Inderdaad zoo heeft hij aan den voor
zitter der Berger schoolvereeniging geschre
ven ben ik van meening, dat voor zéér
vele meisjes nóch gymnasium, noch H. B. S.
(A of B) nóch Handelsschool een geschikte
school is. Wanneer zij voortgezet onderwijs
ontvangen is voor haar noodig een afzon
derlijke vijfjarige school, waarin met uen
bij zonderen aanleg en het bijzondere in'el-
lect, maar vooral ook met de bijzondere
psyche van het meisje kan rekening gehouden
worden en rekening gehouden wordt.
Het liefst aldus het schrijven van den
inspecteur zie ik zulk een school als mid
delbare school, omdat daar de docenten, door
de eischen, welke aan haar of hen gesteld wor
den, meer waarborg kunnen geven voor
het bereiken van het doel eener meisjesschool
voor voortgezet onderwijs dan wanneer deze
school tot het „lagere onderwijs" behoort.
Aangezien echter het oprichten eener middel
bare meisjesschool in de huidige omstandig
heden om financiëele redenen onmogelijk is,
zal ik de stichting van een vijf-jarige meis
jesschool ook in het kader van het lager on
derwijs toejuichen. Naar mijn overtuiging en
ervaring hebben zeer vele meisjes van 12 tot
17 of 18 jaar hier recht op.
Het is begrijpelijk, dat het bestuur der
Berger schoolvereeniging met een gunstige
uitspraak van zoo deskundige zijde zeer inge
nomen is en voornemens is de plannen thans
zoo spoedig mogelijk ten uitvoer te brengen.
Het is te betreuren dat men in Alkmaar,
een oude en zeer goed bekend staande meis
jesschool, plotseling heeft opgeheven, in
plaats van te besluiten ze meer met de eischen
des tijds in overeenstemming te brengen.
Thans gaat het initiatief van Bergen uit en
voor zoover wij dit op het oogenblik kunnen
beoordeelen, is er alle kans dat de Berger
schoolvereeniging daarmede succes zal heb
ben.
De middelbare scholen waarin wij hier ook
het gymnasiaal onderwijs begrijpen laten
steeds meer leerlingen los, die in het voorge
schreven tempo het onderwijs niet kunnen
volgen. De ULO-schoien raken daardoor
overvuld en voornamelijk voor de meisjes
wordt steeds meer de behoefte gevoe'd aan
een onderwijsinrichting die meer dan o* dus
ver rekening met bijzondere omstandigheden
en met de specifiek voor meisjes wenschelijke
leervakken kan houden.
Wij wenschen de Berger schoolvereeniging
veel succes met haar plannen en zullen met
belangstelling de totstandkoming daarvan
tegemoet zien.
In ons nummer van 17 Februari deelden
wij mede, dat bij de Inspectie van 's Rijksbe
lastingen voor Alkmaar en omstreken door
150 personen aangifte was gedaan van een
verzwegen vermogen van 1.500.000.
Zooals men weet, had de minister van
financiën bepaald, dat, wie vóór 1 Maart
vrijwillig opgave deed van te laag aangege
ven vermogen of inkomen of verschuldigde
successierechten, slechts over het loopende en
de beide daaraan voorafgaande jaren van
het verzwegene zal hebben te betalen en bo
vendien geen gevaar voor straf loopt.
Daarna zou voor ontduikers de wet in al
z'n gestrengheid worden toegepast en een
viermaal zoo hooge boete worden opgelegd
met voor opzettelijke gevallen: gevangenis
straf.
Deze amnestie heeft in het land schitte
rend gewerkt. Honderde ontduikers hebben
van de geboden gelegenheid gebruik gemaakt
om met de fiscus in het reine te komen.
Aangezien inmiddels was gebleken, dat de
gestelde termijn voor velen te kort was, om
precies na te gaan hoe zij ervoor stonden,
heeft minister Oud op verzoek de gunstige
termijn tot 1 Mei verlengd.
Wij hebben gisteren aan den Inspecteur,
den heer Hartkamp, de vraag gesteld of in
ziin district de termijn-verlenging nog gun
stige resultaten heeft gehad.
De heer Hartkamp deelde ons mede, dat
dit inderdaad het geval was, want tot den
dag van gisteren is het aantal personen, dat
vrijwillig aangifte heeft gedaan en zich
daardoor buiten strafvervolging heeft ge
steld, van 150 gestegen tot 400, met een
totaal verzwegen vermogen van ruim
4.000.000.
De inspecteur, die de eerste in het land
was, die mededeeling deed over de ingeko
men opgaven, verzekerde ons, dat zijn publi
catie in de pers een gunstig gevolg heeft ge
had. In de eerste week na die publicatie
meldden zich niet minder dan 100 personen
„Ik heb zelfs het idee", aldus de inspecteur.
',dat de publicatie in de pers voor velen een
stimulans is geweest om over hun bezwaren
om naar hier te komen, heen te stappen.
De Inspectie van Alkmaar en omgeving
omvat 18 gemeenten; de termijn om vrijwil
lig aangifte te doen, staat nog open tot
1 Mei, doch het is wel wenschelijk, dat mer,
het doen van een juiste aangifte niet uitstelt
tot het laatste oogenblik."
Op onze vraag, hoe de menschen ontvan
gen worden, antwoordde de inspecteur; „Met
de meeste gemoedelijkheid. Natuurlijk wordt
dengenen, die met een zekere brutaliteit hun
houding trachten goed te praten, met da
noodige ernst te kennen gegeven, dat dit niet
de juiste houding is. Vele menschen, die hier
komen, zijn na hun biecht zoozeer van een
last bevrijd, dat zij zitten te schreien. Dit is
vooral het geval met hen, die indertijd voor
de successie-belasting een onjuiste aangifte
hebben gedaan. Onder hen zijn er, die zoo in
angst hebben gezeten, dat zij mij verzeker
den, het verzwegen geld en de papieren wel
in de kachel te hebben willen duwen. Iemand
zei mij; „Ik had zoo'n afschuw van het geld,
dat ik er niet naar wou kijken en er ook niet
aan wilde komen. Ik heb er meer displezier
dan plezier van gehad."
Wij trokken in twijfel of een dergeliike
mededeeling wel op waarheid berustte. De
heer Hartkamp verzekerde ons, dat dit wel
het geval was. In het algemeen, zoo zeide hij,
vindt een Nederlander het doen van een on
juiste belastingaangifte niet zoo erg. Erg
vindt hij wel het doen van een valschen eed en
dit wordt toch bij een successie-aangifte afge
legd, als de aangifte onjuist is. Als men
zichzelf als een eerlijk man beschouwt, dan
moet men er wel aan twijfelen, of men het
recht heeft, daarna nog als zoodanig te wor
den aangezien.
„Hoe staat u tegenover hen, die reeds eer
der door u ter verantwoording werden ge
roepen en nu komen meedeelen, dat zij u ook
toen bedrogen hebben? Het komt ons voor,
dat u dezulken toch moeilijk met een prettig
gezicht kunt ontvangen, aangezien zij hei
zijn, die opzettelijk de gemeenschap tekort
deden".
„Als ik mij daarover boos zou maken", aldus
de inspecteur, „dan zou ik zelf geen leven
meer hebben. U moet niet vergeten, dat ik
thans weken doormaak, waarin ik aan mijn
gewone werk niets kan doen en reeds weken
werken de ambtenaren op het kantoor twee
avonden per week over, zonder eenige vergoe
ding om den boel voor het Rijk in orde te
brengen. Ook tegenover den opzettelijken ont
duiker zeg ik dan ook: „Biecht u nu maar
eens eerlijk op".
„Heeft u den indruk, dat dan alles werke
lijk wordt opgebiecht?"
„Neen, niet altijd. Verzwegen zijn voorna
melijk effectenbezit en uitstaande gelden bij
banken. Aan het verzwijgen van schuldvor
deringen denkt men niet meer, omdat men
weet, dat die kunnen worden nagegaan.
Wanneer iemand nu komt met een lijstje van
zijn effectenbezit, dan vraag ik hem ook
meestal, of hij nog in het bezit is van spaar
bankboekjes. Het komt voor, dat daarop met
„neen" wordt geantwoord, doch mijn erva
ring is, dat de meeste effectenbezitters ook
spaarbankboekjes voor zichzelf en voor hun
vrouw bezitten. Iemand, die mij verzekerd
had, niet in het bezit van spaarbankboekjes
te zijn, antwoordde mij, na eenig gepraat
over het effectenbezit, op mijn vraag: „Hoe
veel staat er van u op de Nutsspaarbank?",
4000; en zoo bleek zijn bezit 4000 hooger
dan hij opgaf.
De meeste biechtelingen blijken echter wer
kelijk onder een druk te hebben geleefd en
schamen zich bewust, tegenover de gemeen
schap in hun plicht te kort te zijn geschoten.
De brutalen zijn echter gekomen uit vrees
voor de coupon-belasting.
„Zijn er onder de verzwijgers nog met
belangrijke bedragen?"
„Namen mag ik u niet noemen. Wel kan ik
u zeggen, dat er acht bij zijn, die tezamen
het bezit van l.OOO.OOO hebben verzwegen.
En onder hen bevindt zich een rentenier, die
twee ton verzweeg Ik krijg echter ook men
schen, die een 2000 op een spaarboek
je hebben staan, dit hebben verzwegen en zich
daarover bezwaard gevoelen, doch waar bij
narekening bleek, dat zij niets ontdoken had
den. Een oude schoonmaakster, die niet meer
kqn werken, kwam zelfs meedeelen, dat zij in
het bezit was van een kapitaaltje van
f 12000. Ze was hoogst nerveus, dit te heb
ben verzwegen, maar ik kon het vrouwtje ge
heel geruststellen, aangezien bleek, dat ze uit
dit vermogen slechts 400 inkomen trok,
waarvan zij moest leven, zoodat zij in het ge
heel geen belasting was verschuldigd.
Er zijn menschen, die hier vroeger de ver
klaring hebben afgelegd, dat zij niets hadden
verzwegen, en nu komen biechten, dat zij van
hun effectenbezit er twee lijstjes op na hiel
den, waarvan één voor de belastingopgave
„Hoe staat het met de aangifte van hen, die
hun inkomsten te laag hebben opgegeven?"
„Dit zijn slechts enkelingen. Het is wel
typisch, dat er geen zakenman komt, die zegt,
dat hij geknoeid heeft met zijn inkomen. Viel
kreeg ik er één, die mij eenvoudig verklaarde,
dat hij een deel van zijn ontvangsten op de
spaarbank bracht"
„Hoe staat het met de boekhouding van de
zakenmenschen?"
„Bij de ouderen blijkt die wel zeer primitief
te zijn, maar het is ook opmerkelijk, dat bij
hen de neiging om te sparen wel het sterkst
aanwezig is. Typeerend is het, dat velen hun
effectenbezit hebben verzwegen. Een rente
nier kwam mij vertellen, dat hij 37000 aan
effectenbezit had verzwegen. Het bleek, dat
hij een bezit van 20.000 had opgegeven
Toen ik hem een specificatie van het effecten
bezit vroeg, kwam er nog 80 000 bij.
De lust om te verzwijgen, blijkt bij velen
zeer sterk aanwezig. Iemand, die mij kwam
vertellen, dat hij een bezit van 20.000 had
verzwegen, wilde zijn bezit verkleinen door
op te geven, dat hij 1000 van een kennis
had opgenomen.
Reeds 's middags bleek mij uit een onder
houd met zijn vrouw, dat dit was gelogen
Door deze leugen had de man zich 3.05
kunnen bevoordeelen. U moet n.1. weten, dat
de hoofdsom voor de vermogensbelasting
1 pro mille is. Voor 1933-1934 heft Alkmaar
daarop 50 opcenten, het Rijk 55, de Provin
cie 20, terwijl daarbij komt 80 opcenten voor
de gemeentefonds-belasting, zoodat er in
totaal 3.05 pro mille wordt geheven".
Wij erkenden, te begrijpen, dat de men
schen zich opgelucht moeten gevoelen, deze
dwaasheden te hebben opgebiecht. Het is niet
anders dan dwaasheid om zich voor derge
lijke kleine bedragen in onrust té bevinden,
de kans te loopen, als belastingontduiker in
de gevangenis te komen. Dwaasheid is het
ook om uit vrees voor den val van den gulden
het geld in zilver en papier in huis te hou
den, want als de gulden werkelijk valt, dan
valt ook dit bankpapier.
„Velen", aldus ae inspecteur, „vertelden mij,
uit angst voor den val van den gulden solide
staatspapieren te hebben verkocht en he:
geld in huis te hebben genomen. Een rente
niertje had zoo f 2000 aan bankpapier in
blikken sigarettendoosjes geborgen en het
gelukte mij, den man te overtuigen, dat hij,
met het oog op brand en inbraak, veiliger
deed, dit geld naar de spaarbank te bren
gen."
„Voor de gemeente Alkmaar zal dit be
kend worden van het verzwegen bezit nog
een aardig meevalletje worden voor de be
grooting", aldus merkten wij op in verband
met het bekend-worden van de verzwegen
millioenen.
„Die meening schijnt ook ten stadhuize te
Alkmaar te heerschen", aldus de heer Hart
kamp. „De wethouder van financiën heeft n.1
al door een ambtenaar van zijn afdeeling
laten informeeren, wat Alkmaar hierdoor
binnen zal krijgen. Men moet daarvan echter
geen groote verwachtingen hebben. Het be
drag wordt nagerekend, doch men moet niet
vergeten, dat de vier millioen niet. uit Alk
maar alleen afkomstig zijn. Bovendien ont
vangt de gemeente slechts driemaal pro
mille. U kunt dus zelf wel uitrekenen, dat het
bedrag, dat Alkmaar ontvangt, voor de ge-
meentebegrooting van geringen invloed is
Uit het onderhoud, dat wij met den inspec
teur hadden, is ons wel duidelijk geworden,
dat ieder, die nog iets verzwegen heeft, ver
standig doet, vóór 1 Mei naar het belasting
kantoor aan den Kennemerstraatweg te
stappen, omdat hij daar op een welwillende
manier verlost kan worden van het angstge
voel, dat ieder ontduiker moet bezitten door
de wetenschap, dat door de invoering van de
coupon-belasting het zoo goed als onmoge
lijk wordt, blijvend door de mazen van het
net te kruipien. Na 1 Mei, men bedenke dit
wel, zal de minister de wet onverbiddelijk op
de ontduikers toepassen.
DE COUPON-BELASTING
De Inspecteur der Directe Belastingen te
Alkmaar maakt kerkgenootschappen, instel
lingen en andere lichamen, die obügatie-lee-
ningen hebben uitgeschreven, er attent op,
dat zij tengevolge van de op 25 Febr. j.1. in
gevoerde coupon-belasting verplicht zijn, er
een register op na te houden, waarin al die
leeningen worden ingeschreven. Dit register
moet geparafeerd worden door den Inspec
teur der Directe Belastingen. De instellingen
zijn bovendien verplicht, telkens wanneer
een coupon vervalt, daarvan bij den inspec
teur aangifte te doen.
De nieuwe Gereformeerde kerk aan de
Oudegracht, die gisteravond om 7.30 uur
officieel werd geopend en ruim 900 perso
nen kan bevatten, was geheel met belang
stellenden gevuld.
In ons nummer van Donderdag gaven wij
reeds een beschrijving van het prachtige
kerkgebouw en gisteravond konden wij
constateeren dat de accoustiek in dit kerk
gebouw van wijlen ds. Kuiper's kleine lui
den, uitstekend genoemd kan worden.
Machtig rolden de tonen van het nieuwe
orgel, bespeeld door den eminenten orga
nist, door de ruimte.
De plechtigheid werd o. m. bijgewoond
door burgemeester van Kinschot, de ge
meente-secretaris mr. Koelma en wethou
der Klaver, de Kerke-aad der N. H. Ge
meente, vertegenwoordigers der kerk van
St.-Pancras, Bergen, H.-HugoVaard, Scher-
merhorn, Broek op Langendijk en Noord-
scharwoude, alsmede het bestuur der Ned.
Herv. Kerkvoogdij, het Schoolbestuur en
van verschillende commissies der Gerefor
meerde kerk, alsmede verschillende hoof
den van takken van dienst der gemeente
Alkmaar.
Aanwezig waren ook de architect, de
heer Plooy, de aannemer, de heer Vos en
de onderaannemers v. d. Mik, Kamphuis,
de Vries, Wolzak en van Til.
De heer J. Bruin, voorzitter van de
bouwcommissie, was de eerste die vanaf de
fraaie preekstoel het woord tot de schare
richtte en verzocht de bijeenkomst aan te
vangen roet het le vers van Psalm 89.
Hierna las de heer Bruin voor II Petrus 1
vers 10—21, waarna men zich vereenigde in
een gemeenschappelijk gebed.
Hierna hield spr. een toespraak, waarin
hij, onder dank aan God, de aanwezigen
hartelijk welkom heette.
Wij zeggen, als wij de kerk aanschou
wen, aldus spr., onze vaderen van harte na:
„Eben Haezer", tot hiertoe heeft de Heer
ons geholpen.
De tijdsomstandigheden hebben aen
bouw van de kerk noodig geworden door
het toenemend zielental bemoeilijkt,
doch heeft ook een offervaardigheid te zien
gegeven, die bemoedigend mocht worden
genoemd.
In een terugblik herinnerde hij aan net
sloopen van de oude en het bouwen van de
nieuwe kerk, hetgeen, Gode zij dank, zon
der een belangrijk ongeval plaats had.
Zoowel het exterieur als het interieur
stemt tot rust, waarvoor spr. den architect
en den aannemer een woord van dank
bracht.
Dank bracht hij voorts aan allen, die aan
de voltooiing van het gebouw hadden ge
arbeid.
In ons nummer van Donderdag werden
de aannemer en onderaannemers reeds ge
noemd.
Dank bracht spr. ook aan het college van
B. en W., dat de volledige medewerking
verleende, alsmede aan de hoofden van
takken van dienst, die de verfraaiing van
de omgeving uitvoerde.
Op hoogen prijs was gesteld dat het
Kerkbestuur van de Ned. Herv. Gemeente
zijn kerkgebouwen afstond voor de diensten
tijdens den bouw, waardoor de hand ge
reikt werd over vele staketsels enz.
Tot slot bracht hij een woord van harte
lijke waardeering tot de jongeren, die
2365.50 bijeen brachten.
Hierna droeg hij namens de bouwcom
missie het kerkgebouw aan den Kerkeraad
over, waarna het 3e vers van Psalm 43
werd gezongen.
De heer W. Bruin voerde hierna in bij
zonder mooi Nederlandsch het woord om
het orgel over te dragen en herinnerde aan
het woord in Psalm 118.
Met verlangen werd uitgezien naar de
nieuwe kerk en het nieuwe orgel, dat
machtig veel kan bijdragen tot verbetering
van den kerkzang, al hangt het welzijn van
Christus niet af van deze zakelijke dingen.
Spr. herinnerde aan de afscheiding van
Ulrum ruim 100 jaar geleden, waarbij hij
er op wees hoe de vaderen, geplaagd door
de dragonders van Willem I, het met kleine
gebouwtjes hebben moeten doen.
Toch was het de orgelcommissie een
vreugde het nieuwe orgel te kunnen over
dragen, omdat het oude zich had overleefd.
Van harte hoopte spr., dat zij die zich tot
nog toe afzijdig hielden, vanavond mede
zullen helpen, want financiëel was men er
nog niet. c
Dank bracht spr. hierna aan allen, die aan
het tot stand komen van het orgel hadden
medegewerkt, waarbij hij speciaal dank
bracht aan den bouwer, den heer Pels, en
aan den adviseur, den heer Jan Zwart, die
Dinsdag zal concerteeren, gesteund door het
koor.
Spr. eindigde met een uiteenzetting van
den taak van den orgelist, waarna hij na
mens de orgelcommissie het orgel aan den
Kerkeraad overdroeg.
Op zijn verzoek zong men nog gemeen
schappelijk Psalm 146 vers 1.
Ds. v. Meijenfeldt nam hierop in naam
van den Drieeenigen God, als voorzitter
der Kerkeraad het nieuwe gebouw aan.
Wij dragen deze kerk aan God op en
bidden dat zijn oogen dag en nacht over het
huis zullen gaan.
Wil aan deze plaats vrede geven, die het
verstand te boven gaat. Moge hier in dit
huis nimmer een ander evangelie gepredikt
worden dan dat van Jezus Christus. Wij
wonen in dit huis, dat wij uit God's handen
hebben ontvangen.
Spr. maande tegen overmoed en riep de
schare toe in deze stad Christus goede
werken te laten zien.
Wij mogen hier in rust en vrijheid verga
derd zijn en willen in dit plechtig uur belij
denis voor Christus doen door gemeen
schappelijk Avondzang vers 7 te zingen.
Namens den Kerkeraad bracht spr. hier
na een woord van dank aan de commissie
van beheer, tevens de bouwcommissie voor
het tot stand brengen van de keurige kerk
uit liefde voor het Koninkrijk Gods.
Dank ook bracht hij aan de leden van de
orgelcommissie, waardoor men een instru
ment van schitterende kwaliteit rijker was
geworden. Dank bracht spr. den architect,
den heer Plooy, in wien hij allen die aan het
gebouw, dat aansluit aan het stadsbeeld,
hadden gearbeid, huldigde.
In den bouw zoo zeide spr. is zoo
juist weergegeven het karakter van den Pro-
testantschen eeredienst. Het is ons een eer
dat B. en W., en speciaal de nieuwe burge
meester, in wien men de door God inge
stelde overheid eerde, de feestelijke bijeen
komst bijwoonde. Geve God onder uw be
stuur aan Alkmaar weer welvaart.
Dank bracht spr. hierop aan de classis en
het bestuur van het Ned. Herv. kerkbe
stuur, dat ons, dakloozen, zoo zeide spr.,
heeft willen herbergen, wat door ons nim
mer vergeten zal worden.
Na nog een speciaal woord van welkom
gericht te hebben tot den vertegenwoordi
ger van mevrouw Meijer, zongen de aan
wezigen op zijn verzoek Psalm 141 vers 2.
Hierna ging de prediker voor in gebed,
waarna een collecte voor de instandhouding
van het kerkgebouw werd gehouden.
Tijdens deze collecte zongen de aanwe
zigen Psalm 119 vers 53 en 76.
Hierna hield de predikant een preek
aan den hand van het tekstwoord
2 Petrus 1 vers 19, dat in een tegelta
bleau in den ingang staat aangegeven,
waarbij hij naging welke vruchten men
van dit woord kan hebben.
God heeft door het profetische woord
tot ons gesproken en wij mogen daarom
de profetiën niet beschouwen in het
licht van degenen die gesproken heeft.
Het woord van God is het woord dat
vast is tot in eeuwigheid.
Spr vermaande de schare op dit vaste
woord te vertrouwen.
In dat licht, dat helderder is dan het
zonlicht, is geen duisternis zooals bij de