De plechtige gebeurtenissen te Dein Indrukken uit de Kerk. VEILIGE HAVENS Jeuilletm Jio.diopcoQcamma t (Van een specialen verslaggever.) Onze eigen verslaggever heeft gisteren al de gebeurtenissen, welke zich in Delft dt* sneelden getelefoneerd en wij konden het ver slag opnemen tot aan het oogenblik, waarop de Tijklist de kerk werd binnengedragen El ders anders publiceerden wij de officieelc r". stand ernstig werd en het einde voorzien, kwam over Nederland de gedrukte stemming van een naderend leed. Men wilde het ergste niet veronderstellen. Toen dat ergste geko men was, trad er in duizenden gezinnen smart binnen, als had men een dierbaar fa milielid verloren, iemand, die elk onzer zeer nabij had gestaan en voor wie wij een teer gevoel hadden van eerbiedige hoogachting en wat aan den eerbied niets te kort deed van persoonlijke liefde. De ouderen onder ons hadden dat volle, rijke leven van toewijding aan anderen zich zien vervullen in een reeks van jaren en de jongeren, getroffen door haar bekorende, tot eerbiedigen 'groet dwin gende verschijning, en door al wat er van haar goede daden verteld werd, gaven haar de warmte hunner jeugdige harten. Zoo werd zij „de Moeder van ons volk „ons al- Ier Moeder", zooals onze Koningin haar noemde, „de Koningin-moeder van Barm hartigheid", zooals een Haagsch blad haar met een gelukkigen trek teekende. Zoo werd zij een deel van ons, een stuk van ons natio naal zieleleven; zoo werd zij de oude, lieve Vorstin, die wij in ons hart droegen ra dankbaarheid en diep respect. Van die stemming' hebben de afgeloopen dagen getuigd. In die stemming is zij heden naar haar laatste aardsche rustplaats ge bracht, door wie haar het naast waren en die haar zoo liefhadden, èn door het Neder landsche volk, dat zich aan haar zoo nauw verbonden gevoelde. Het is een nationale daad geweest, deze groote tocht naar Delft, waarop Zij, die van ons heenging, recht had, omdat zij haar leven gegeven had aan ons volk en onze natie in haar hart. haar groot liefhebbend hart, had gesloten. De tocht van haar paleis in het Lange Voorhout naar de Delftsche grafkelder is de emotievolle triomftocht der liefde geweest. Nederland droeg haar en vergezelde haar met kloppend hart. In de lijdensweken, die Zondag in het stralende Paaschlicht zullen eindigen, was deze gang vol ontroerende vergelijking. Het was begrijpelijk, dat de ouae hofprediker, die de moeilijke taak doch tevens het hooge voorrecht had in de Delft sche kerk te spreken, aan het Paaschevange- lie zijn woord vasthechtte en getuigde van wat staat boven het aardsche leven en boven den dood. De opstandingsboodschap klonk hier zoo nabij. Het was alles zoo plechtig voorbereid. Den Haag deed zijn beminde Koningin-moeder zoo koninklijk uitgeleide met zijn honderd duizenden, door andere honderdduizenden van heel het land versterkt, en Delft wachtte haar op met een menigte, die de straten, de huizen, de daken vulde. Wie dien tocht bij woonde, was getuige van een ernstig volk, dat zich bewust was van wat er ging gebeu ren, en dat in hoog gevoel van decorum stil, in urenlange rust van afwachten, haar ver beidde. Toen Delft's karakteristiek stads beeld zich afteekende aan den horizon en, zonder onderbreking, de beide zijden van den weg zich vertoonden met rijen wachten den, kon men in figuurlijken zin spreken van „heel Nederland", dat Koningin Emma ten grave droeg. Uit de nauwe, schaduwrijke krommingen van de Delftsche grachten, uit enkele boch tige straatjes, had zich de stoet losgewik- keld. Daar betrad hij het groote, het gewel dige plein, met zijn machtigen toren in front. Heel in de hoogte beieren de klokken, een groote vlag hangt half-stok; beneden, op hef plein, flikkeren in het heldere licht wapenen en uniformen. De orde regeling is voortref felijk; de gevaarlijke hoekjes zijn gesloten, maar aan de groote menigte, aan Delft's be volking en zijn tallooze gasten is een vrij heid van beweging gelaten, die de prachtige organisatie bewijst. Boven den ingang der kerk, tegen den torenmuur hangt een groote, donkerpaarse krans; het gordijn voor den door BASIL KING. (Uit het Engelsch). 59) Er deed zich echter één incident voor. Heel belangrijk was het niet. Op een dag langs den weg, die 0111 het meer heen loopt, wandelend, stond hij plotseling van aange zicht tegenover Hilderd Ansley. Zij was sinds den afgeloopen winter gegroeid, een beetje in de lengte, maar meer op een niet onder woorden te brengen wijze. Zij was nu vijftien jaar, maar men zou haar zeventien of achttien geven. Haar wijze van doen van ouder meisje, haar beslistheid, haar „vol wassen" keuze van woorden, maakte van haar dét, waarvoor wii slechts het woord dame hebben. Ella had van haar gezegd, dat zij op haar twintigste jaar er als veer tig zou uitzien en op haar veertigste er zou blijven uitzien als twintig. Tom dacht, dat dit wel waar zou kunnen zijn vroeg rijp, maar een rijpheid, die lang zou duren. Zij had getennist, en zwaaide al loopende met haar racket. Hij vond deze onverwachte ontmoeting niet prettig, omdat die haar mis schien onaangenaam zou zijn, maar toen zij hem met haar racket toewuifde, was het dui delijk, dt dit niet het geval was. Haar glim lach, iets in de wijze waarop zij stilhield, een niet nader te omschrijven gemak, alles ver plaatste hen beiden weer naar het tijdstip, waarop zij elkaar hadden leeren kennen. De toegang is in een zacht-mauve kleur, een kleur, die we binnen in het kerkgebouw te rugvinden, in de samenbindingen van de bloemen, hoog aan de pilaren, in het velum, dat een stuk houten afscheiding der in res tauratie zijnde kathedraal afscheidt, in de bespanning der wanden van de lange gang, die van den toren naar het koor leidt. Die gang is een binnen acht dagen geschapen weg, waar, de vorige week nog, staketsels, steenmassa's en puin te vinden waren. Alles is opgeruimd; door de houten afscheiding is een opening gemaakt, die vier deuren bevat, thans door een gordijn verborgen, en alles is zorgvuldig omkleed en met de honderden kransen en bloemengarven versierd, die het Nederlandsche volk, die vreemde regeerin gen en vorsten, zonden als hulde aan Ko ningin Emma. Alleen het koor der kerk, het heel hooge koor, is nog voor het gebruik geschikt. Daar wachten wij de komst van den stoet. Delft's kathedraal is van enorme afmetingen ge weest. Het koor neemt gemakkelijk de hon derden op. Daar, voor, ter zijden en achter het praalgraf van den Zwijger worden de stoelen ingenomen, door de hoogwaardig- heidsbekleeders van den Staat, door de bui- tenlandsche diplomaten, door vertegenwoor digers van intellectueele kringen van Neder land. Het klokgelui van Delft's torens dringt naar binnen; en dan eensklaps eenige mu- ziekklanken. De stilte in het gebouw wordt, zoo mogelijk nog dieper. Men weet nu, dat de stoet nadert. Iets van het oude „Wilhel mus" wordt gehoord. Dan opent zich het gordijn, dat het koor afscheidt van den toe gangsweg en de koninklijke stoet treedt bin nen. Het stoffelijk overschot van Koningin Emma wordt door de Kamerheeren naar binnengedragen en op een katefalk geplaatst. De Koningin en de vorstelijke personen zet ten zich op de voor hen bestemde zetels. Dan opent de hofprediker, prof. Obbink, die op den kansel de komst van den stoet heeft af gewacht, den bijbel en leest de bekende woorden van attheus 28, vers 57 voor, Je woorden van Mattheus 28, vers 57 voor, de standing. Smart eener scheiding. Het is een ernstig, een sober woord, een woord, zooals gesproken moest worden, daar waar, naast de smart eener scheiding, de herinnering is aan groote weldaad. Zulk een weldaad was het leven van Koningin Emma, voor de Koningin, voor Prinses Ju- liana, voor het Nederlandsche volk. Vandaar dat er naast >1tn rouw plaats is voor dank baarheid, een dankbaarheid, die haar hoogere wijding krijgt in de erkenn ng, dat die wel daad ons geschonken werd door God. Een onzer vorstinn-n van Oranje, Amalia van Soms, had tot devies: „Wat zal ik den Heer vergeiden?" Wat, zoo vraagt de hofprediker, zullen wij Hem vergelden voor zijn genade gave in Koningin Emma? En hij antwoordt: „Bewaar en versterk den band tusschen Oranje en Nederland". Dat korte woord, het gemeenschappelijk gezang, het gebed, bereidden voor op de groote handeling. Even later werd Koningin Emma's stoffe lijk overschot langs de breede trap, die mid den in het koor afdaalt naar den grafkelder der Oranje's, in het mausoleum van ons Vor stenhuis bijgezet. Op dat oogenblik zette het prachtige orgel het Wilhelmus, begeleid door bazuinen, in. De ontroering werd moeilijker te bedwingen. Zou iemand der aanwezigen zich herinneren onze nationale hymne, die als een hooggewijde koraalzang is, ooit al dus gehoord te hebben? Daar beneden in de keldergewelven van de oude kathedraal, waar zoovele Oranjes rusten, nam op dat oogenblik onze Koningin afscheid van haar, die haar zoo liefhad, die zij zoo liefhad, en die, nu zij heengaat, een zoo groote leegte laat in het leven onzer Vorstin. Spoedig was het einde daar; alle formali teiten waren vervuld, aan alle eischen van traditie en protocol was voldaan Koningin Emma was begraven. De aanwezigen, die eerbiedig om de trappen van den grafkelder 1 geschaard gewacht hadden, totdat Koning.u Wilhelmina de crypte had ver aten, gingen I liten. De kleurrijke gewaden van hooge gees telijken, de schitterende unitormen, de tab berds van de geleerden, de ambtsgewaden verspreidden zich; het hooge koor wera leeg. En het Nederlandsche volk keerde te rug naar de werkelijkheid der levenden. Maar het zal deze lieve doode missen. In zijn her innering zal hij voortleven, langen, langen tijd, deze vorstin der goedheid, deze koningin van liefdadigheid en toewijding, die een zoo groote liefde kon geven, die steeds dacht aan wat zij voor anderen kon doen. De avond voor haar sterfdag, vertelde mij de heer van Karnebeek, dat Koningin Emma dien morgen een oogenblik van beterschap had gehad. Zij had toen een stuk papier en een potlood gevraagd en een gelukwensch neergeschreven, dien zij wenschte dat gezon den werd aan jhr. Six, die dien dag tachtig jaar werd. Niemand had er aan gedacht. Zij, de ern stig zieke, had er aan gedacht. In dit kleine trekje herkent men de groote gestalte van haar, die heenging, die heenging van de ha ren en van het Nederlandsche volk, en wier leven was: denken aan anderen en voor hen leven. Oost en West luisterden. Naar wij vernemen, is de uitzending van de begrafenisplechtigheid in Oost en West over de Rijkszenders te Kootwijk volkomen geslaagd. Blijkens telegrafisch uit Batavia ontvangen bericht is de uitzending van de plechtige bij zetting in Nederlandsch Oost-Indië goed ont vangen, het laatste gedeelte, de plechtigheid in de kerk, zelfs zeer goed. De Rijkszenders P. C. K. en P. C. X. werden op drie gouver nementszenders heruitgezonden voor de bui tengewesten, verder op vier N.I.R.O.M.-zen- ders en op vijftien zenders van plaatselijke vereenigingen. Curagao meldt de geheele uitzending van P. D. V. en P. C. K. als voortreffelijk, beves tigd door tal van luisteraars. Ook te Paramaribo kon de uitzending uit stekend worden gevolgd. Rouwdienst in de Synagoge te Alkmaar. Door den leeraar der Israël, gemeente al hier, den heer A. de Wolff, is bij den rouw dienst ter synagoge op Maandagavond onge veer het volgende gezegd: Wanneer in Israël een voorname figuur, een beroemde persoon, overleed, dan gold als gezegde „smart over hen, die zijn heenge gaan, maar niet worden vergeten". Diepe treur heerschte om het verlies van het kost bare leven, dat moeilijk gemist kon worden Evenwel ae heerlijke daden, de schoone voortbrengselen van den betreurden doode maakten, dat zelfs de dood dit niet kon uit- wisschen, maar de naam en herinnering ble ven voortleven. Zulk een voorname doode betreuren wij in wijlen H.M. de Koningin-moeder. Heel het Ned. volk heeft diepe smart over dit verlies, treurt over deze koninklijke doode. En in het bijzonder Ned. Israël voelt diepe smart over dit heengaan. Zij toch heeft steeds de traditie der Oranjes hooggehouden, nimmer onder scheid gemaakt tusschen hare verschillende onderdanen, van welke religie ook. Ons sa menzijn hier geeft getuigenis van onze groote liefde voor het Vorstenhuis, banden van lief de en vereering, die zelfds de dood niet kan verbreken. Onze synagoge treurt mede, om de beschermelinge, die ons vrijheid van gods dienst waarborgde. Vergeten evenwel wordt deze groote doode nimmer, haar werken van liefde en weldadigheid, haar moederlijke zorg voor de lijdenden heeft haar een onver gankelijke eerezuil in de harten van haar volk bezorgd, welke ook niet door den dood kan verbroken worden. Haar aandenken zal steeds ten zegen zijn. Deze liefde en veree ring van gansch het volk is een voorname troost voor onze Koningin en Haar Huis, welke in deze dagen van rouw weldadig zal aandoen. Moge God onze bede, haar reine ziel in welbehagen aan te nemen, verhooren. Bij de geopende Arke werd daarna een gebed voor de zielerust der overledene uitgespro ken. Dit gebed is Hebreeuwsch, door den Op perrabbijn vervaardigd. De vertaling luidt als volgt: Albarmhartig Vader, In Wiens Hand is de ziel van al het levende en de geest van alle menschen. Moge voor U welgevallig ver schijnen de ziel van onze geëerbiedigde Ko ningin-moeder, die het land der levenden verlaten heeft om te gaan den weg van al het aardsche. Zeer vele jaren was zij als een glanzend licht in ons midden, want de schatten van Donderdag 29 Maart. HILVERSUM, 1875 MgUVRO- uitz.) 8.— ür.pl. 10.— Aforgenwij- ding. 10.15 ür.pl. 10.30 Ensemble Rentmeester. 11.— Knipcursus kin derkleding. 11.30 Vervolg concert. I.— Gr.pl. 1.45 Pianorecital door mevr. Tr. Stein. 2.15 Halfuur voor de vrouw. 2.45 Gr.pl. 3.— Knip cursus. 4.Voor zieken en ouden van dagen. 4.30 Grpl. 5.— Radio- tooneel voor de kinderen. 5.30 Ko- vacs Lajos en ziin orkest. 6.30 Sportpraatje H. Hollander. 7.— Kovacs Lajos. 7.30 Engelsche les Fred Fry. 8.— Vaz Dias. 8.05 Gr. pl. 8.15 Uit de Engelsche kerk te Amsterdam: De Schola Cantorum olv. H. Cuypers. Mattheus-Passie van Jac. Obrecht. 845 Omroep orkest olv. N. Gerharz, mmv. Theo v d. Pas, piano. 9.30 Moderne zangdecl. door Marietk Serlé. 9.50 Omroeporkest olv. N. Treep en gr. pl. 11.— Vaz Dias. 11.10—12.— Grpl. HUIZEN, 301 M. (8.—9.15 en II.2.KRO, de NCRV van 10.—11.— en 2.—11.30 uur). 8.— 9.15 en 10.— Gr.pl. 10.15 Morgen dienst olv. ds. J. v. d. Woude. 10.45 Or.pl. 11.30 Godsd. halfuur. 12.15 Orkestconcert en gr.pl. 2.— Hand- werkcursus. 3.33Ó Gr.pl. 4. Bijbellezing door drs. L. D. Poot, mmv. bariton en orgel. 5.Cursus handenarbeid v. d. jeugd. 5.30 Zang door A. Reclaire, alt. Aan den vleugel W. L. Doortmont. 6.15 Gr. pl. 6.45 Esperantokwartiertje. 7.15 Toespraak door dr. Stanley Jones, fr pl. 8.Concert door mevr. G. totijn—Molenaar, sopraan. Ch. v. Isterdael, cello. H. Stotijn, hobo en A. Engels, orgel. 8.30 Prof. dr. K. Schilder: Zevende lijdensoverwe- fing voor de zeven lijdensweken. .15 Vervolg concert 10.15 Vaz Dias. 10.25—11.30 Gr.pl. DAVENTRY; 1500 M. 10.20 Schriftlezing. 10.35 Morgenwijding. 10.50 Tijdsein, ber. 11.05 en 11.20 Lezing. 12 20 Het Rutland Square en New Victoria Orkest 0.1. v. N. Austin. 1.20 Gr.pl. 2.20 Northern Studio Orkest olv. J. Bridge mmv. C. Jackson, piano. 3.20 Vesper. 4.10 Concert, alt en tenor. 4.35 Schotsch Studio Orkest olv. G. Daines. 5.35 Kinderuur. 6.20 Ber. 6.50 Beet- hoven's Strijkkwartetten 7.10 en 7 50 Lezingen. 8.20 „Playing the game Peach Ber. en lezing Orkest olv. B KALUNDBORG, 1261 L20 C. Rydahl'8 klu,ht va 1 1 j M"»k0 J Farnngton, bas I05n 5"®v- dienst. 11 05—12.20 Ham R?0rtf zijn orkest. Koy en PARIJS (RADIO-PARisj ,,n< 7.20 en 8.20 Gr.pl 1% M concert olv. Pascal. 8 20 w^rke8t |necl. 10.20 Pianorecital L ^JJ00' M. 1120 Gr.pl. 2.20 Omroeporkest oW* a dahl. 3.20 Pianorecital R r?rjn" 425 Vedel-recital. 7 20 M 0(19 Perier og Guld", blijspel 'mrtm®11 ziek olv. E. Reesen. 9.20 sï, en pianorecital. 9.5O-1020 r eert door mandolinekwartel LANGENBERO, 456 M 6.30 en 10.50 Gr.pl. 1220 We kleinorkest olv. Eysoldt. 3.20 F» orkest. 4.35 Concert. 630 nT fremde Braut", cantate v GeiS m.m.v. orkest en koor. LeiriinJ.' Kühn. 7.30 Kwartetconcert l?& Symphonie-orkestconcert olv Peter sen en v. Clarmann. 11 20-11 Gramofoonplaten. w ROME, 421 M. 8.05 „Requiem" van Verdi. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M 12.20 Or.pl. 1.30 Omroepkleinorkest olv. Leemans. 5.20 Gr.pl, 6 50 Om roepkleinorkest olv. Leemans 820 Liturgische gezangen. 9.20 Om- roepsymphonie-orkest olv. Kumns 10.30-11.20 Or.pl. 484 M.: 1220 Omroepkleinorkest o.l.v. Leemans 1.30 Gr.pl. 5.20 Omroepsympho- nie-orkest olv. Kumps. 6.35 Gr.pl 8.20 Omroepsymphonie-orkest olv Kumps. 9.35 Omroeporkest olv Walpot. 10.30-11.20 Or.pl. DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 7.30 Concert door Heinz Stein- beek en zijn orkest. 8.20 Literaire causerie en radiotooneel. 9.20 Ber. 9.45 Sportpraatje. 10.05 Weerber 10.20—11.20 Populair concert uit Hamburg. GEMEENTELIJKE RADIO- DISTRIBUTIE. 1: Hilversum. 2: Huizen. 3: Lond. Reg. 10.35 Rome 16.20—24.—. 4: Langenberg 10.35 Lijn Lijn Lijn 1620, Lijn 24.—. haar reinen geest en haar diepe kennis stortte zij uit over haar volk; zoo was zij tot een bron van zegen in het land. Daarom wellen tranen uit onze oogen, nu zij van ons is heengegaan en verloren is ge gaan alle rijkdom en eer van haar roemvolle Majesteit. Ach Eeuwige, openbaar Uw lief lijk licht op haar ziel, sier deze met eer en pracht, om op te stijgen naar Uw heiligen verheven hemel. Geef haar plaats tusschen de zielen der edelen, doe haar genieten van het kostbare, dat is bewaard voor de nobelen, moge zij zijn tot een kostbare parel in Uw hand en tot een koninklijke kroon. Hare ziel worde gebonden in den bundel des eeuwigen levens, Amen. Herdacht op het Kantongerecht. Vrijdagmorgen heeft mr. Boerrigter voor den aanvang van de zitting van het kanton gerecht Koningin Emma herdacht en eenige toepasselijke woorden gesproken. Door een misverstand werd dit berichtje Zaterdag niet door ons gepubliceerd. Verbetering. In het telefonisch verslag van onzen eigen verslaggever van de gebeurtenis sen in Delft is blijkbaar door onduide lijkheid van de telefoon een storende fout geslopen. Er staat bij de bespreking van de be zoekers van de kerk, die reeds 'e mor gens vroeg arriveerden en tot na afloop van den rouwdienst in het kerkgebouw moesten blijven: Dat is het lot van de feestgangers. een beetje schuin staande oogen, waarin een nauwelijks merkbare glimlach speelde, deed het bijzondere, dat haar altijd van andere meisjes had onderscheiden, nog meer op den voorgrond treden. „En hoe maakt u het?" „O, heel goed, dank u." „Hoe hebt u uw betrekking gevonden." „Voortreffelijk! Iedereen is even vriende lijk tegen me geweest." „Dat komt omdat iedereen u graag mag lijden. Maar hoe 't ook zij, ik hoop, als men u vraagt het volgende jaar terug te komen, dat u 't niet zult doen." „Waarom niet?" ,jO, zoo maar daarom Doorloopende, liet zij hem met deze twee de herinnering aan den zomer alleen staan. Zij hoopte, dat hij de betrekking niet weer zou aannemen zoo maar, daarom! Om dat wat? Kon zij misschien dat bedoeld hebben, wat hij dacht? Dat zij hem liever niet in een betrekking als bediende zag? Hoewel hij haar gedurende de rest van den zomer eigenlijk niet meer sprak, gaf het hem een wenk, waarover hij eens goed moest na denken. Toen hij de auto, nadat de hotelclub haar deuren had gesloten, naar Boston terugreed, ontmoette hij dit jaar Maisie voor het laatst. Niet zeker van zijn diensturen zijnde, had hij geen gelegenheid gehad een afspraak te maken. Daarom zocht hij haar in haar wo ning op. Het was een klein houten huis, tn een buitenwijk van de stad, dat eens donker rood geverfd was geweest, maar dat door weersinvloeden nu vuil-rood was geworden, In een met onkruid begroeid achtertuintje, waarvan de leelijkheid verminderd werd door een prachtigen ahornboom, was Maisie bezig het waschgoed met klemmen aan een drooglijn te beve«tigen, die tusschen de ach terdeur en een paal was gespannen. Twee kinderen, een jongen van zes een een meisje van acht, speelden en solden met een pop. Toen Maisie hoorde, dat de auto aan den overkant van den weg stil hield, draaide zij zich om, een droogklem in de lengte tusschen haar lippen houdend. Zelfs met opgestroop te mouwen en haar haar in een toetje opge bonden, was zij toch knap. Zij ging naast hem in de auto zitten, ter wijl de kinderen en de pop verbaasd naar hen keken. „Hé, ik wou, dat hij maar hertrouwde, maar ik vrees dat 't nog wel een tijdje zal duren voor 't zoover is. Want hij is met de flesch getrouwd. Eerst zes jaren na mijn moeders dood nam hij zijn laatste vrouw. En dat maakt me veel ouder dan de zorg voor de vier kinderen. Maar als jij voorgoed chauffeur werd en me zou trouwen, dan ging ik er gewoon van door, want ik ben toch niet verplicht hier te blijven en me als slavin te laten gebruiken!" Dat was altijd het hoofdthema van Mai- sie's redeneeringen, en hij moest toegeven, dat zij gelijk had. Hij verzocht haar nog ruim vier jaren te wachten, voordat hij haar een thuis kon aanbieden. Het leek onzinni ger dan het was, want speciaal onder arme menschen kwam een lange verloving met een huwelijk in nog een vaag verschiet dik wijls voor. Iedere man van haar stand zou moeten zwoegen en sparen, en sparen en zwoegen, voordat hij het allernoodigste huisraad zou kunnen betalen, om een huis houden op te zetten. Daar zij eigenlijk niet anders had verwacht, was zij nu geduldiger, maar geduldig met een tikje opstandigheid tegen Tom's gril om te willen studeeren. Zij huilde toen hij wegging, en hij zelf bij na ook wegens zijn onmacht om haar dade lijk te onttrekken aan haar slavenleven. Dt mate van zijn liefde voor haar scheen nu on dergeschikt aan het feit, dat zij hem zoo noo- dig had. Zeker, hij zou wel een betrekking als chauffeur kunnen krijgen en maande lijks, om mee te beginnen, een honderd dol- lar kunnen verdienen. Voor Maisie zou dat rijkdom beteekenen, maar honderdvijftig doi lar zou de uiterste grens zijn van zijn ver dienste en van zijn eerzucht. Zelfs al zou het daardoor Maisie dadelijk uit den brand kunnen helpen, kon hij er niet toe besluiten zoodoende niet alleen zijn eigen, maar ook haar toekomst op te offeren. Als hij maar eerst zijn studietijd achter den rug had dan scheen het hem toe, dat de schatkamers der wereld voor hem openstonden. T,<*n J)'j i", de Grove street aankwam, merkte hij dat zijn thuiskomst hem gemakke lijker was gemaakt dan hij had verwacht Honeybun, die gedurende den zomer uit zui nigheid een gelijkvloersche slaapkamer hau betrokken, had voor Tom een slaapkamer boven gehuurd. Hij vond het een soort weelde niet meer één groote kamer met Ho neybun te behoeven te deelcn. Maar anderzijds merkte Tom voor de eer ste-maal sinds hij hem kende, dat Honeybun somber gestemd en vermoeid was. Ziek was hij niet, maar hij was niet meer de man van vroeger, die geen moeheid kende. Het viel Voor feestgangers gelieve men na tuurlijk het woord kerkgangers te lezen. Koningin Emat-pUqaette. Wij ontvingen een der eerste exempla ren van een plaquette, welke door de N. V. Philips in samenwerking met de Koninklijke Begeer te Voorschoten Is vervaardigd en welke over enkele dagen in den handel verkrijgbaar zal zijn Het materiaal van deze plaquette is ivoor- Philite; op een vierkant wit foud ie het beeld van wijlen de Koningin-Moeder in relief aangebracht; de kleur van het beeld is die van oud-ivoor. Ongetwijfeld zal aan deze fraai uitgevoerde wandver siering in menig Nederlandsche huis kamer een plaats worden ingeruimd w herinnering aan een der meest beminde figuren uit ons Vorstenhuis. Dfefstallen- Twee personen hebben te Delft aangif te gedaan, dat hun beurs in het gedrang is gerold. Verder kunnen twee inbraken w°ra® gemeld, beide in den Voordijkshoora- schenpolder. In een perceel werden aantal gouden en zilveren sieraden een waarde van 150 en een fiets gww* len, zoomede de inhoud van een P®" spaarbusjes. In een andere woning Ie «en fte»®^ den zolder gehaald en meegeno Verder worden er eenige sigaren en etenswaren vermist. Verstekeling Bij een visitatie van den toren en de Nieuwe Kerk heeft efl twee jonge mannen als vere n de gevonden, die voornemens war plechtigheid in de kerk clandes te wonen. gfl hem zwaarder 's morgens naar zijn w gaan en hij was uitgeput als hij» door thuis kwam, alsof zijn groote en g iets van binnen afsleet. De oorl g dwars. Het feit, dat Eng^elami da£/e|jft had ontmoet, dien het niet zoo m Jj onder den voet kon loopen, vers de denkbeelden, wat betreft de wijze, fundamenten der wereld waren g e„, „Nu kan er van alles gebeuren,t -tocht hij, terwijl zij praatten overt5\'^, roe der Engelschen uit Mons. „Ik politi®* nooit zoo ontdaan gevoeld sin jstok gal» agent me dien mep met zijn g £ng«'sC^ waardoor ik mijn oog verloor. voof soldaten nu al aan den haa vevvach'" Duitsche, ja, dan kunnen we a Maar toen Tom het te *°r' naar Canada te gaan en vnjWÜIigg Tg don in hot Engelsche leger, 0 daar sterk tegen. „Je bent fh£jen anderen zeggen kan me m p0g „at log is voor mannen. Vóór al jouw taak te gaan studeeren. ^et f J Erkend moet worden dat Tom mede eens was. Hij ve^'an®' iae zoo ten strijde tetrckken.Lurop^e bo0gt*K, weg, en het leven dicht h'J- 0udef®jat MaiskMjtwIe toekomst baSvond ten op hem. En langzamerhand vo-^ Hnnpvhiitl flU hij HlCt j recht «jg&f zelfs Honeybun, nu hij was als vroeger,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 6