De plechtige gebeurtenissen te Dein
Indrukken uit de Kerk.
VEILIGE HAVENS
Jeuilletm
Jio.diopcoQcamma
t
(Van een specialen verslaggever.)
Onze eigen verslaggever heeft gisteren al
de gebeurtenissen, welke zich in Delft dt*
sneelden getelefoneerd en wij konden het ver
slag opnemen tot aan het oogenblik, waarop
de Tijklist de kerk werd binnengedragen El
ders anders publiceerden wij de officieelc
r".
stand ernstig werd en het einde voorzien,
kwam over Nederland de gedrukte stemming
van een naderend leed. Men wilde het ergste
niet veronderstellen. Toen dat ergste geko
men was, trad er in duizenden gezinnen
smart binnen, als had men een dierbaar fa
milielid verloren, iemand, die elk onzer zeer
nabij had gestaan en voor wie wij een teer
gevoel hadden van eerbiedige hoogachting en
wat aan den eerbied niets te kort deed
van persoonlijke liefde. De ouderen onder ons
hadden dat volle, rijke leven van toewijding
aan anderen zich zien vervullen in een reeks
van jaren en de jongeren, getroffen door
haar bekorende, tot eerbiedigen 'groet dwin
gende verschijning, en door al wat er van
haar goede daden verteld werd, gaven haar
de warmte hunner jeugdige harten. Zoo
werd zij „de Moeder van ons volk „ons al-
Ier Moeder", zooals onze Koningin haar
noemde, „de Koningin-moeder van Barm
hartigheid", zooals een Haagsch blad haar
met een gelukkigen trek teekende. Zoo werd
zij een deel van ons, een stuk van ons natio
naal zieleleven; zoo werd zij de oude, lieve
Vorstin, die wij in ons hart droegen ra
dankbaarheid en diep respect.
Van die stemming' hebben de afgeloopen
dagen getuigd. In die stemming is zij heden
naar haar laatste aardsche rustplaats ge
bracht, door wie haar het naast waren en
die haar zoo liefhadden, èn door het Neder
landsche volk, dat zich aan haar zoo nauw
verbonden gevoelde. Het is een nationale
daad geweest, deze groote tocht naar Delft,
waarop Zij, die van ons heenging, recht had,
omdat zij haar leven gegeven had aan ons
volk en onze natie in haar hart. haar groot
liefhebbend hart, had gesloten.
De tocht van haar paleis in het Lange
Voorhout naar de Delftsche grafkelder is de
emotievolle triomftocht der liefde geweest.
Nederland droeg haar en vergezelde haar
met kloppend hart. In de lijdensweken, die
Zondag in het stralende Paaschlicht zullen
eindigen, was deze gang vol ontroerende
vergelijking. Het was begrijpelijk, dat de
ouae hofprediker, die de moeilijke taak doch
tevens het hooge voorrecht had in de Delft
sche kerk te spreken, aan het Paaschevange-
lie zijn woord vasthechtte en getuigde van
wat staat boven het aardsche leven en boven
den dood. De opstandingsboodschap klonk
hier zoo nabij.
Het was alles zoo plechtig voorbereid. Den
Haag deed zijn beminde Koningin-moeder
zoo koninklijk uitgeleide met zijn honderd
duizenden, door andere honderdduizenden
van heel het land versterkt, en Delft wachtte
haar op met een menigte, die de straten, de
huizen, de daken vulde. Wie dien tocht bij
woonde, was getuige van een ernstig volk,
dat zich bewust was van wat er ging gebeu
ren, en dat in hoog gevoel van decorum stil,
in urenlange rust van afwachten, haar ver
beidde. Toen Delft's karakteristiek stads
beeld zich afteekende aan den horizon en,
zonder onderbreking, de beide zijden van
den weg zich vertoonden met rijen wachten
den, kon men in figuurlijken zin spreken van
„heel Nederland", dat Koningin Emma ten
grave droeg.
Uit de nauwe, schaduwrijke krommingen
van de Delftsche grachten, uit enkele boch
tige straatjes, had zich de stoet losgewik-
keld. Daar betrad hij het groote, het gewel
dige plein, met zijn machtigen toren in front.
Heel in de hoogte beieren de klokken, een
groote vlag hangt half-stok; beneden, op hef
plein, flikkeren in het heldere licht wapenen
en uniformen. De orde regeling is voortref
felijk; de gevaarlijke hoekjes zijn gesloten,
maar aan de groote menigte, aan Delft's be
volking en zijn tallooze gasten is een vrij
heid van beweging gelaten, die de prachtige
organisatie bewijst. Boven den ingang der
kerk, tegen den torenmuur hangt een groote,
donkerpaarse krans; het gordijn voor den
door BASIL KING.
(Uit het Engelsch).
59)
Er deed zich echter één incident voor.
Heel belangrijk was het niet. Op een dag
langs den weg, die 0111 het meer heen loopt,
wandelend, stond hij plotseling van aange
zicht tegenover Hilderd Ansley. Zij was
sinds den afgeloopen winter gegroeid, een
beetje in de lengte, maar meer op een niet
onder woorden te brengen wijze. Zij was nu
vijftien jaar, maar men zou haar zeventien
of achttien geven. Haar wijze van doen van
ouder meisje, haar beslistheid, haar „vol
wassen" keuze van woorden, maakte van
haar dét, waarvoor wii slechts het woord
dame hebben. Ella had van haar gezegd,
dat zij op haar twintigste jaar er als veer
tig zou uitzien en op haar veertigste er zou
blijven uitzien als twintig. Tom dacht, dat
dit wel waar zou kunnen zijn vroeg rijp,
maar een rijpheid, die lang zou duren.
Zij had getennist, en zwaaide al loopende
met haar racket. Hij vond deze onverwachte
ontmoeting niet prettig, omdat die haar mis
schien onaangenaam zou zijn, maar toen zij
hem met haar racket toewuifde, was het dui
delijk, dt dit niet het geval was. Haar glim
lach, iets in de wijze waarop zij stilhield, een
niet nader te omschrijven gemak, alles ver
plaatste hen beiden weer naar het tijdstip,
waarop zij elkaar hadden leeren kennen. De
toegang is in een zacht-mauve kleur, een
kleur, die we binnen in het kerkgebouw te
rugvinden, in de samenbindingen van de
bloemen, hoog aan de pilaren, in het velum,
dat een stuk houten afscheiding der in res
tauratie zijnde kathedraal afscheidt, in de
bespanning der wanden van de lange gang,
die van den toren naar het koor leidt. Die
gang is een binnen acht dagen geschapen
weg, waar, de vorige week nog, staketsels,
steenmassa's en puin te vinden waren. Alles
is opgeruimd; door de houten afscheiding is
een opening gemaakt, die vier deuren bevat,
thans door een gordijn verborgen, en alles is
zorgvuldig omkleed en met de honderden
kransen en bloemengarven versierd, die het
Nederlandsche volk, die vreemde regeerin
gen en vorsten, zonden als hulde aan Ko
ningin Emma.
Alleen het koor der kerk, het heel hooge
koor, is nog voor het gebruik geschikt. Daar
wachten wij de komst van den stoet. Delft's
kathedraal is van enorme afmetingen ge
weest. Het koor neemt gemakkelijk de hon
derden op. Daar, voor, ter zijden en achter
het praalgraf van den Zwijger worden de
stoelen ingenomen, door de hoogwaardig-
heidsbekleeders van den Staat, door de bui-
tenlandsche diplomaten, door vertegenwoor
digers van intellectueele kringen van Neder
land.
Het klokgelui van Delft's torens dringt
naar binnen; en dan eensklaps eenige mu-
ziekklanken. De stilte in het gebouw wordt,
zoo mogelijk nog dieper. Men weet nu, dat
de stoet nadert. Iets van het oude „Wilhel
mus" wordt gehoord. Dan opent zich het
gordijn, dat het koor afscheidt van den toe
gangsweg en de koninklijke stoet treedt bin
nen. Het stoffelijk overschot van Koningin
Emma wordt door de Kamerheeren naar
binnengedragen en op een katefalk geplaatst.
De Koningin en de vorstelijke personen zet
ten zich op de voor hen bestemde zetels. Dan
opent de hofprediker, prof. Obbink, die op
den kansel de komst van den stoet heeft af
gewacht, den bijbel en leest de bekende
woorden van attheus 28, vers 57 voor, Je
woorden van Mattheus 28, vers 57 voor, de
standing.
Smart eener scheiding.
Het is een ernstig, een sober woord, een
woord, zooals gesproken moest worden,
daar waar, naast de smart eener scheiding,
de herinnering is aan groote weldaad. Zulk
een weldaad was het leven van Koningin
Emma, voor de Koningin, voor Prinses Ju-
liana, voor het Nederlandsche volk. Vandaar
dat er naast >1tn rouw plaats is voor dank
baarheid, een dankbaarheid, die haar hoogere
wijding krijgt in de erkenn ng, dat die wel
daad ons geschonken werd door God. Een
onzer vorstinn-n van Oranje, Amalia van
Soms, had tot devies: „Wat zal ik den Heer
vergeiden?" Wat, zoo vraagt de hofprediker,
zullen wij Hem vergelden voor zijn genade
gave in Koningin Emma? En hij antwoordt:
„Bewaar en versterk den band tusschen
Oranje en Nederland".
Dat korte woord, het gemeenschappelijk
gezang, het gebed, bereidden voor op de
groote handeling.
Even later werd Koningin Emma's stoffe
lijk overschot langs de breede trap, die mid
den in het koor afdaalt naar den grafkelder
der Oranje's, in het mausoleum van ons Vor
stenhuis bijgezet. Op dat oogenblik zette het
prachtige orgel het Wilhelmus, begeleid door
bazuinen, in. De ontroering werd moeilijker
te bedwingen. Zou iemand der aanwezigen
zich herinneren onze nationale hymne, die
als een hooggewijde koraalzang is, ooit al
dus gehoord te hebben?
Daar beneden in de keldergewelven van
de oude kathedraal, waar zoovele Oranjes
rusten, nam op dat oogenblik onze Koningin
afscheid van haar, die haar zoo liefhad, die
zij zoo liefhad, en die, nu zij heengaat, een
zoo groote leegte laat in het leven onzer
Vorstin.
Spoedig was het einde daar; alle formali
teiten waren vervuld, aan alle eischen van
traditie en protocol was voldaan Koningin
Emma was begraven. De aanwezigen, die
eerbiedig om de trappen van den grafkelder
1 geschaard gewacht hadden, totdat Koning.u
Wilhelmina de crypte had ver aten, gingen
I liten. De kleurrijke gewaden van hooge gees
telijken, de schitterende unitormen, de tab
berds van de geleerden, de ambtsgewaden
verspreidden zich; het hooge koor wera
leeg. En het Nederlandsche volk keerde te
rug naar de werkelijkheid der levenden. Maar
het zal deze lieve doode missen. In zijn her
innering zal hij voortleven, langen, langen
tijd, deze vorstin der goedheid, deze koningin
van liefdadigheid en toewijding, die een zoo
groote liefde kon geven, die steeds dacht aan
wat zij voor anderen kon doen.
De avond voor haar sterfdag, vertelde mij
de heer van Karnebeek, dat Koningin Emma
dien morgen een oogenblik van beterschap
had gehad. Zij had toen een stuk papier en
een potlood gevraagd en een gelukwensch
neergeschreven, dien zij wenschte dat gezon
den werd aan jhr. Six, die dien dag tachtig
jaar werd.
Niemand had er aan gedacht. Zij, de ern
stig zieke, had er aan gedacht. In dit kleine
trekje herkent men de groote gestalte van
haar, die heenging, die heenging van de ha
ren en van het Nederlandsche volk, en wier
leven was: denken aan anderen en voor hen
leven.
Oost en West luisterden.
Naar wij vernemen, is de uitzending van
de begrafenisplechtigheid in Oost en West
over de Rijkszenders te Kootwijk volkomen
geslaagd.
Blijkens telegrafisch uit Batavia ontvangen
bericht is de uitzending van de plechtige bij
zetting in Nederlandsch Oost-Indië goed ont
vangen, het laatste gedeelte, de plechtigheid
in de kerk, zelfs zeer goed. De Rijkszenders
P. C. K. en P. C. X. werden op drie gouver
nementszenders heruitgezonden voor de bui
tengewesten, verder op vier N.I.R.O.M.-zen-
ders en op vijftien zenders van plaatselijke
vereenigingen.
Curagao meldt de geheele uitzending van
P. D. V. en P. C. K. als voortreffelijk, beves
tigd door tal van luisteraars.
Ook te Paramaribo kon de uitzending uit
stekend worden gevolgd.
Rouwdienst in de Synagoge te
Alkmaar.
Door den leeraar der Israël, gemeente al
hier, den heer A. de Wolff, is bij den rouw
dienst ter synagoge op Maandagavond onge
veer het volgende gezegd:
Wanneer in Israël een voorname figuur,
een beroemde persoon, overleed, dan gold als
gezegde „smart over hen, die zijn heenge
gaan, maar niet worden vergeten". Diepe
treur heerschte om het verlies van het kost
bare leven, dat moeilijk gemist kon worden
Evenwel ae heerlijke daden, de schoone
voortbrengselen van den betreurden doode
maakten, dat zelfs de dood dit niet kon uit-
wisschen, maar de naam en herinnering ble
ven voortleven.
Zulk een voorname doode betreuren wij in
wijlen H.M. de Koningin-moeder. Heel het
Ned. volk heeft diepe smart over dit verlies,
treurt over deze koninklijke doode. En in het
bijzonder Ned. Israël voelt diepe smart over
dit heengaan. Zij toch heeft steeds de traditie
der Oranjes hooggehouden, nimmer onder
scheid gemaakt tusschen hare verschillende
onderdanen, van welke religie ook. Ons sa
menzijn hier geeft getuigenis van onze groote
liefde voor het Vorstenhuis, banden van lief
de en vereering, die zelfds de dood niet kan
verbreken. Onze synagoge treurt mede, om
de beschermelinge, die ons vrijheid van gods
dienst waarborgde. Vergeten evenwel wordt
deze groote doode nimmer, haar werken van
liefde en weldadigheid, haar moederlijke
zorg voor de lijdenden heeft haar een onver
gankelijke eerezuil in de harten van haar
volk bezorgd, welke ook niet door den dood
kan verbroken worden. Haar aandenken zal
steeds ten zegen zijn. Deze liefde en veree
ring van gansch het volk is een voorname
troost voor onze Koningin en Haar Huis,
welke in deze dagen van rouw weldadig zal
aandoen. Moge God onze bede, haar reine
ziel in welbehagen aan te nemen, verhooren.
Bij de geopende Arke werd daarna een gebed
voor de zielerust der overledene uitgespro
ken. Dit gebed is Hebreeuwsch, door den Op
perrabbijn vervaardigd. De vertaling luidt
als volgt:
Albarmhartig Vader, In Wiens Hand is de
ziel van al het levende en de geest van alle
menschen. Moge voor U welgevallig ver
schijnen de ziel van onze geëerbiedigde Ko
ningin-moeder, die het land der levenden
verlaten heeft om te gaan den weg van al
het aardsche.
Zeer vele jaren was zij als een glanzend
licht in ons midden, want de schatten van
Donderdag 29 Maart.
HILVERSUM, 1875 MgUVRO-
uitz.) 8.— ür.pl. 10.— Aforgenwij-
ding. 10.15 ür.pl. 10.30 Ensemble
Rentmeester. 11.— Knipcursus kin
derkleding. 11.30 Vervolg concert.
I.— Gr.pl. 1.45 Pianorecital door
mevr. Tr. Stein. 2.15 Halfuur voor
de vrouw. 2.45 Gr.pl. 3.— Knip
cursus. 4.Voor zieken en ouden
van dagen. 4.30 Grpl. 5.— Radio-
tooneel voor de kinderen. 5.30 Ko-
vacs Lajos en ziin orkest. 6.30
Sportpraatje H. Hollander. 7.—
Kovacs Lajos. 7.30 Engelsche les
Fred Fry. 8.— Vaz Dias. 8.05 Gr.
pl. 8.15 Uit de Engelsche kerk te
Amsterdam: De Schola Cantorum
olv. H. Cuypers. Mattheus-Passie
van Jac. Obrecht. 845 Omroep
orkest olv. N. Gerharz, mmv. Theo
v d. Pas, piano. 9.30 Moderne
zangdecl. door Marietk Serlé. 9.50
Omroeporkest olv. N. Treep en gr.
pl. 11.— Vaz Dias. 11.10—12.—
Grpl.
HUIZEN, 301 M. (8.—9.15 en
II.2.KRO, de NCRV van
10.—11.— en 2.—11.30 uur). 8.—
9.15 en 10.— Gr.pl. 10.15 Morgen
dienst olv. ds. J. v. d. Woude. 10.45
Or.pl. 11.30 Godsd. halfuur. 12.15
Orkestconcert en gr.pl. 2.— Hand-
werkcursus. 3.33Ó Gr.pl. 4.
Bijbellezing door drs. L. D. Poot,
mmv. bariton en orgel. 5.Cursus
handenarbeid v. d. jeugd. 5.30 Zang
door A. Reclaire, alt. Aan den
vleugel W. L. Doortmont. 6.15 Gr.
pl. 6.45 Esperantokwartiertje. 7.15
Toespraak door dr. Stanley Jones,
fr pl. 8.Concert door mevr. G.
totijn—Molenaar, sopraan. Ch. v.
Isterdael, cello. H. Stotijn, hobo en
A. Engels, orgel. 8.30 Prof. dr. K.
Schilder: Zevende lijdensoverwe-
fing voor de zeven lijdensweken.
.15 Vervolg concert 10.15 Vaz
Dias. 10.25—11.30 Gr.pl.
DAVENTRY; 1500 M. 10.20
Schriftlezing. 10.35 Morgenwijding.
10.50 Tijdsein, ber. 11.05 en 11.20
Lezing. 12 20 Het Rutland Square
en New Victoria Orkest 0.1. v. N.
Austin. 1.20 Gr.pl. 2.20 Northern
Studio Orkest olv. J. Bridge mmv.
C. Jackson, piano. 3.20 Vesper. 4.10
Concert, alt en tenor. 4.35 Schotsch
Studio Orkest olv. G. Daines. 5.35
Kinderuur. 6.20 Ber. 6.50 Beet-
hoven's Strijkkwartetten 7.10 en
7 50 Lezingen. 8.20 „Playing the
game
Peach
Ber. en lezing
Orkest olv. B
KALUNDBORG, 1261
L20 C. Rydahl'8
klu,ht va 1 1 j
M"»k0
J Farnngton, bas I05n 5"®v-
dienst. 11 05—12.20 Ham R?0rtf
zijn orkest. Koy en
PARIJS (RADIO-PARisj ,,n<
7.20 en 8.20 Gr.pl 1% M
concert olv. Pascal. 8 20 w^rke8t
|necl. 10.20 Pianorecital L ^JJ00'
M. 1120
Gr.pl. 2.20 Omroeporkest oW* a
dahl. 3.20 Pianorecital R r?rjn"
425 Vedel-recital. 7 20 M 0(19
Perier og Guld", blijspel 'mrtm®11
ziek olv. E. Reesen. 9.20 sï,
en pianorecital. 9.5O-1020 r
eert door mandolinekwartel
LANGENBERO, 456 M
6.30 en 10.50 Gr.pl. 1220 We
kleinorkest olv. Eysoldt. 3.20 F»
orkest. 4.35 Concert. 630 nT
fremde Braut", cantate v GeiS
m.m.v. orkest en koor. LeiriinJ.'
Kühn. 7.30 Kwartetconcert l?&
Symphonie-orkestconcert olv Peter
sen en v. Clarmann. 11 20-11
Gramofoonplaten. w
ROME, 421 M. 8.05 „Requiem"
van Verdi.
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M
12.20 Or.pl. 1.30 Omroepkleinorkest
olv. Leemans. 5.20 Gr.pl, 6 50 Om
roepkleinorkest olv. Leemans 820
Liturgische gezangen. 9.20 Om-
roepsymphonie-orkest olv. Kumns
10.30-11.20 Or.pl. 484 M.: 1220
Omroepkleinorkest o.l.v. Leemans
1.30 Gr.pl. 5.20 Omroepsympho-
nie-orkest olv. Kumps. 6.35 Gr.pl
8.20 Omroepsymphonie-orkest olv
Kumps. 9.35 Omroeporkest olv
Walpot. 10.30-11.20 Or.pl.
DEUTSCHLANDSENDER, 1571
M. 7.30 Concert door Heinz Stein-
beek en zijn orkest. 8.20 Literaire
causerie en radiotooneel. 9.20 Ber.
9.45 Sportpraatje. 10.05 Weerber
10.20—11.20 Populair concert uit
Hamburg.
GEMEENTELIJKE RADIO-
DISTRIBUTIE.
1: Hilversum.
2: Huizen.
3: Lond. Reg. 10.35
Rome 16.20—24.—.
4: Langenberg 10.35
Lijn
Lijn
Lijn
1620,
Lijn
24.—.
haar reinen geest en haar diepe kennis stortte
zij uit over haar volk; zoo was zij tot een
bron van zegen in het land.
Daarom wellen tranen uit onze oogen, nu
zij van ons is heengegaan en verloren is ge
gaan alle rijkdom en eer van haar roemvolle
Majesteit. Ach Eeuwige, openbaar Uw lief
lijk licht op haar ziel, sier deze met eer en
pracht, om op te stijgen naar Uw heiligen
verheven hemel. Geef haar plaats tusschen de
zielen der edelen, doe haar genieten van het
kostbare, dat is bewaard voor de nobelen,
moge zij zijn tot een kostbare parel in Uw
hand en tot een koninklijke kroon. Hare ziel
worde gebonden in den bundel des eeuwigen
levens, Amen.
Herdacht op het Kantongerecht.
Vrijdagmorgen heeft mr. Boerrigter voor
den aanvang van de zitting van het kanton
gerecht Koningin Emma herdacht en eenige
toepasselijke woorden gesproken.
Door een misverstand werd dit berichtje
Zaterdag niet door ons gepubliceerd.
Verbetering.
In het telefonisch verslag van onzen
eigen verslaggever van de gebeurtenis
sen in Delft is blijkbaar door onduide
lijkheid van de telefoon een storende
fout geslopen.
Er staat bij de bespreking van de be
zoekers van de kerk, die reeds 'e mor
gens vroeg arriveerden en tot na afloop
van den rouwdienst in het kerkgebouw
moesten blijven: Dat is het lot van de
feestgangers.
een beetje schuin staande oogen, waarin een
nauwelijks merkbare glimlach speelde, deed
het bijzondere, dat haar altijd van andere
meisjes had onderscheiden, nog meer op den
voorgrond treden.
„En hoe maakt u het?"
„O, heel goed, dank u."
„Hoe hebt u uw betrekking gevonden."
„Voortreffelijk! Iedereen is even vriende
lijk tegen me geweest."
„Dat komt omdat iedereen u graag mag
lijden. Maar hoe 't ook zij, ik hoop, als men
u vraagt het volgende jaar terug te komen,
dat u 't niet zult doen."
„Waarom niet?"
,jO, zoo maar daarom
Doorloopende, liet zij hem met deze twee
de herinnering aan den zomer alleen staan.
Zij hoopte, dat hij de betrekking niet weer
zou aannemen zoo maar, daarom! Om
dat wat? Kon zij misschien dat bedoeld
hebben, wat hij dacht? Dat zij hem liever
niet in een betrekking als bediende zag?
Hoewel hij haar gedurende de rest van den
zomer eigenlijk niet meer sprak, gaf het hem
een wenk, waarover hij eens goed moest na
denken.
Toen hij de auto, nadat de hotelclub haar
deuren had gesloten, naar Boston terugreed,
ontmoette hij dit jaar Maisie voor het laatst.
Niet zeker van zijn diensturen zijnde, had
hij geen gelegenheid gehad een afspraak te
maken. Daarom zocht hij haar in haar wo
ning op. Het was een klein houten huis, tn
een buitenwijk van de stad, dat eens donker
rood geverfd was geweest, maar dat door
weersinvloeden nu vuil-rood was geworden,
In een met onkruid begroeid achtertuintje,
waarvan de leelijkheid verminderd werd
door een prachtigen ahornboom, was Maisie
bezig het waschgoed met klemmen aan een
drooglijn te beve«tigen, die tusschen de ach
terdeur en een paal was gespannen. Twee
kinderen, een jongen van zes een een meisje
van acht, speelden en solden met een pop.
Toen Maisie hoorde, dat de auto aan den
overkant van den weg stil hield, draaide zij
zich om, een droogklem in de lengte tusschen
haar lippen houdend. Zelfs met opgestroop
te mouwen en haar haar in een toetje opge
bonden, was zij toch knap.
Zij ging naast hem in de auto zitten, ter
wijl de kinderen en de pop verbaasd naar
hen keken.
„Hé, ik wou, dat hij maar hertrouwde,
maar ik vrees dat 't nog wel een tijdje zal
duren voor 't zoover is. Want hij is met de
flesch getrouwd. Eerst zes jaren na mijn
moeders dood nam hij zijn laatste vrouw. En
dat maakt me veel ouder dan de zorg voor
de vier kinderen. Maar als jij voorgoed
chauffeur werd en me zou trouwen, dan
ging ik er gewoon van door, want ik ben
toch niet verplicht hier te blijven en me als
slavin te laten gebruiken!"
Dat was altijd het hoofdthema van Mai-
sie's redeneeringen, en hij moest toegeven,
dat zij gelijk had. Hij verzocht haar nog
ruim vier jaren te wachten, voordat hij haar
een thuis kon aanbieden. Het leek onzinni
ger dan het was, want speciaal onder arme
menschen kwam een lange verloving met
een huwelijk in nog een vaag verschiet dik
wijls voor. Iedere man van haar stand zou
moeten zwoegen en sparen, en sparen en
zwoegen, voordat hij het allernoodigste
huisraad zou kunnen betalen, om een huis
houden op te zetten. Daar zij eigenlijk niet
anders had verwacht, was zij nu geduldiger,
maar geduldig met een tikje opstandigheid
tegen Tom's gril om te willen studeeren.
Zij huilde toen hij wegging, en hij zelf bij
na ook wegens zijn onmacht om haar dade
lijk te onttrekken aan haar slavenleven. Dt
mate van zijn liefde voor haar scheen nu on
dergeschikt aan het feit, dat zij hem zoo noo-
dig had. Zeker, hij zou wel een betrekking
als chauffeur kunnen krijgen en maande
lijks, om mee te beginnen, een honderd dol-
lar kunnen verdienen. Voor Maisie zou dat
rijkdom beteekenen, maar honderdvijftig doi
lar zou de uiterste grens zijn van zijn ver
dienste en van zijn eerzucht. Zelfs al zou
het daardoor Maisie dadelijk uit den brand
kunnen helpen, kon hij er niet toe besluiten
zoodoende niet alleen zijn eigen, maar ook
haar toekomst op te offeren. Als hij maar
eerst zijn studietijd achter den rug had dan
scheen het hem toe, dat de schatkamers der
wereld voor hem openstonden.
T,<*n J)'j i", de Grove street aankwam,
merkte hij dat zijn thuiskomst hem gemakke
lijker was gemaakt dan hij had verwacht
Honeybun, die gedurende den zomer uit zui
nigheid een gelijkvloersche slaapkamer hau
betrokken, had voor Tom een slaapkamer
boven gehuurd. Hij vond het een soort
weelde niet meer één groote kamer met Ho
neybun te behoeven te deelcn.
Maar anderzijds merkte Tom voor de eer
ste-maal sinds hij hem kende, dat Honeybun
somber gestemd en vermoeid was. Ziek was
hij niet, maar hij was niet meer de man van
vroeger, die geen moeheid kende. Het viel
Voor feestgangers gelieve men na
tuurlijk het woord kerkgangers te lezen.
Koningin Emat-pUqaette.
Wij ontvingen een der eerste exempla
ren van een plaquette, welke door de
N. V. Philips in samenwerking met de
Koninklijke Begeer te Voorschoten Is
vervaardigd en welke over enkele dagen
in den handel verkrijgbaar zal zijn Het
materiaal van deze plaquette is ivoor-
Philite; op een vierkant wit foud ie het
beeld van wijlen de Koningin-Moeder in
relief aangebracht; de kleur van het
beeld is die van oud-ivoor. Ongetwijfeld
zal aan deze fraai uitgevoerde wandver
siering in menig Nederlandsche huis
kamer een plaats worden ingeruimd w
herinnering aan een der meest beminde
figuren uit ons Vorstenhuis.
Dfefstallen-
Twee personen hebben te Delft aangif
te gedaan, dat hun beurs in het gedrang
is gerold.
Verder kunnen twee inbraken w°ra®
gemeld, beide in den Voordijkshoora-
schenpolder. In een perceel werden
aantal gouden en zilveren sieraden
een waarde van 150 en een fiets gww*
len, zoomede de inhoud van een P®"
spaarbusjes.
In een andere woning Ie «en fte»®^
den zolder gehaald en meegeno
Verder worden er eenige sigaren en
etenswaren vermist.
Verstekeling
Bij een visitatie van den
toren en de Nieuwe Kerk heeft efl
twee jonge mannen als vere n de
gevonden, die voornemens war
plechtigheid in de kerk clandes
te wonen. gfl
hem zwaarder 's morgens naar zijn w
gaan en hij was uitgeput als hij» door
thuis kwam, alsof zijn groote en g
iets van binnen afsleet. De oorl g
dwars. Het feit, dat Eng^elami da£/e|jft
had ontmoet, dien het niet zoo m Jj
onder den voet kon loopen, vers de
denkbeelden, wat betreft de wijze,
fundamenten der wereld waren g e„,
„Nu kan er van alles gebeuren,t -tocht
hij, terwijl zij praatten overt5\'^, roe
der Engelschen uit Mons. „Ik politi®*
nooit zoo ontdaan gevoeld sin jstok gal»
agent me dien mep met zijn g £ng«'sC^
waardoor ik mijn oog verloor. voof
soldaten nu al aan den haa vevvach'"
Duitsche, ja, dan kunnen we a
Maar toen Tom het te *°r'
naar Canada te gaan en vnjWÜIigg Tg
don in hot Engelsche leger, 0
daar sterk tegen. „Je bent fh£jen
anderen zeggen kan me m p0g „at
log is voor mannen. Vóór al
jouw taak te gaan studeeren. ^et f
J Erkend moet worden dat Tom
mede eens was. Hij ve^'an®' iae zoo
ten strijde tetrckken.Lurop^e bo0gt*K,
weg, en het leven dicht h'J- 0udef®jat
MaiskMjtwIe toekomst baSvond
ten op hem. En langzamerhand vo-^
Hnnpvhiitl flU hij HlCt j
recht «jg&f
zelfs Honeybun, nu hij
was als vroeger,