DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Hitier door Amerikaan geïnterviewd. Sxzqeliiksch Ovevzicht ^Buitenland Ho. 79 Woensdag 4 April 1934 136e Jaargang Op zeldzaam welwillende wijze heelt de DuUsche rijkskanselier zich tegenover een Amerikaanschen persvertegenwoordiger uitgelaten over den toe stand in Duitschland. Duitschland moet zich kunnen verdedigen! Waf vandaag de aandacht trekt.,* ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN: Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33. Directeur: C. KRAK. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Dit nummer bestaat uit drie bladen. Rijkskanselier Adolf Hitier heeft den Ber- lijnschen correspondent van een Ameri- Jcaansch persbureau een interview toege- staan, dat bijna een uur duurde. In den loop van het onderhoud ontwikkelde Hitier zijn igedachte over zijn verhouding tot zijn mede werkers, over zijn verlangen naar objectieve critiek en andere belangrijke kwesties. In de inleiding wees Hitier erop, dat hij een overtuigd aanhanger is van persoon lijke besprekingen, de „diplomatie van man tegenover man". Niets is hem liever, dan de verantwoordelijke leiders der belangrijke naties, met inbegrip van Amerika, onder vier oogen te kunnen spreken. De overleefde diplomatieke methode van nota- wisseling veroordeelt zich zelf door het feit, dat ondanks de bemoeiingen der di plomaten de volken in 1914 in de grootste oorlog der geschiedenis zijn gesleept, hoe wel hij, Hitier, er persoonlijk van overtuigd is, dat de diplomaten zélf het meest verrast waren, toen de oorlog uitbrak. De „Führer" verklaarde voorts: Iedere vertegenwoordiger van een groote mogend heid zal bij zijn bespreking met mij vinden, dat ik met volkomen openhartigheid zeg, wat Duitschland bereid is te doen en dat ik mijn eischen niet hooger stel dan noodig is Wanneer ik bijvoorbeeld zeg, dat wij een weermacht van 300.000 man noodig hebben, dan ben ik er niet voor te vinden later ge noegen te nemen met 250 000 man. Ik doe het openlijk. Ik wil Duitschiand's woord- en handteeke- ning weer doen gelden Onder geen omstan digheden zal ik mij onderwerpen aan een dictaat. Wanneer ik er eenmaal van over tuigd ben, dat een bepaalde koers de eenige en juiste voor mijn volk is, dan blijf ik deze koers houden, wat ook kome. En wat ik doe, dat doe ik openlijk. Ik zal er b.v. nim mer mede kunnen instemmen 150.000 man als voldoende sterkte „naar buiten" te accep teeren voor onze rijksweer en dan in het geheim nog 150.000 man te wapenen. Over het bewapeningsprobleem ver klaarde Hitier: Niemand zal zich meer dan ik erover verheugen, wanneer de wereld zou ontwape nen. Wij zouden al onze krachten willen wijden aan productieve doeleinden. Wij wil len onze werkloozen weer laten werken. Ver volgens willen wij den levensstandaard van het individu verhoogen. We willen onze moerassen droog leggen en onproductief land ontginnen en verbeteren. Ons volk naar mo gelijkheid in staat stellen zich zelf te ver zorgen, den boer mogelijk maken een maxi mum te halen uit den grond, den fabrikant en jndustriearbeiders in staat stellen zoo pro ductief mogelijk te werken, ons land door kunstmatige surrogaten naar mogelijkheid verzekeren en zijn tekort aan grondstoffen. Wanneer wii wegen aanleggen, moerassen droog léggen, dijken aanleggen, en sluizen bouwen, verrichten wij een constructief werk, dat onze geheele kracht in beslag kan nemen. Als staatsman, die verantwoordelijk is voor het welzijn van zijn land, kan ik niet toelaten, dat Duitschland wordt blootgesteld aan de mogelijkheid overvallen te worden door een buurstaat. Of dat bommen op onze ïndustrieele instal laties worden geworpen of dal een z.g. pre ventieve oorlog wordt gevoerd slechts om de aandacht af te leiden van de eigen interne moeilijkheden Slechts om die reden en om geen andere eischen wij een weermacht welke vol doende verdedigingsmogelijkheid biedt. Op de vraag of de werkverschaffing voor ledereen beteekent, dat een proletariseering plaats vindt, m. a. w. of de rijkskanselier er zich mee tevreden zal stellen door uitbrei ding van het aantal werkenden weliswaar een ieder een minimum inkomen te laten ver zekeren, doch dat de grootere inkomens zouden verdwijnen, antwoordde de rijks kanselier: integendeel. Als.eerste stap moet ik natuurlijk de geesel der werkloosheid terzijde stellen. Zoodra ons volk ever,vel weer werk heeft, zal ook de koopkracht toenemen en dan komt als logische volgende stap de verhooging van den levensstandaard. Wij willen niet worden een primitief volk, doch een volk met een zoo hoog mogelijken levensstandaard- Iedereen kan „Führer" worden. Ik geef den Amerikaan gelijk, wanneer hij niet alleen aan eikander gelijk wil maken, doch wanneer hij om zoo te zeggen het principe van hiërarchie huldigt. Alleen moet een ieder de mogelijkheid worden gegeven, leider te worden. Ook geioof ik dat het vol komen juist is, dat een uitvinding eerst ten goede komt aan den uitvinder, doch zijn streven moet erop gericht zijn, dat zijn uit vinding ten goede komt aan het algemeen. De eerste vensterruit was een weelde artikel, doch thans vraagt een ieder om glas. Het werd een algemeen verbruiksartikel. De eerste gloeilamp was een weelde-artikel, doch de uitvinder had het doel ze voor een ieder bereikbaar te maken. Het doel van iedere vooruitgang moet zijn, een geheel volk, ja. de geheele menschheid gelukkiger te maken. Over de pers. Op de vraag van den interviewer, welke houding de rijkskanselier inneemt tegenover de critiek. antwooidde Hitier: „Weet U ook, dat ik een geheelen staf van deskundigen op economisch, sociaal en politiek gebied om mij heb verzameld, wier eenige taak het is, critiek te oefenen? Voordat wii een wet af handelen laat ik het ontwerp aan deze mannen zien en vraag: Bitte was ist hieran falseh?" Ik wensch niet dar ze allen een voudig ja zeggen. Zij hebben voor mij geen waarde, wanneer zij niet critiseeren en mij zeggen, welke gebreken zouden kunnen kle ven aan onze maatregelen. Evenmin is het mijn wensch, dat de pers eenvoudig slechts datgene afdrukt wat haar wordt verstrekt. Het doet me geen genoegen vijftien kranten te lezen, welke allemaal zoowat dezelfde tekst hebben In den loop van den tijd zullen onze redacteuren weer zoo geschoold zijn, dat ze eigen waardevolle bijdragen kunnen leveren voor onzen nationrlen opbouw Eén ding kan ik U evenwel verzekeren: Ik zal geen pers du'den, welker uitsluitende taak is, datgene te vernietigen wat wij hebben geprobeerd op te bouwen. Wanneer de op vattingen van een redacteur zoo is, dat zijn eigen wereldbeschouwing tegenover de onze staat, zij hem gezegd, dat ik dan de moderne mogelijkheden ter pers evenzoo zal gebruiken om hem te bestrijden. Den agent van vreemde mogendheden zal ik heelemaal geen kans geven. Zulke agen ten schenden hun gastrecht. Ik heet een bui- tenlandsche correspondent hartelijk wel kom, die objectief en zonder vooringenomen heid meldt, wat hij in Duitschland ziet en hoort. Slechts moet iedere correspondent om zijnentwille en om derwille van zijn renom- mé als journalist ervoor wake, zich niet bloot te stellen aan de noodzakelijkheid la ter zijn eigen bericht te moeten tegenspre ken, omdat hij de belangrijkheid of de doel matigheid van de maatregelen van ons re giem niet juist heeft gewaardeerd Herinnert U zich, hoe de pers haar meening over Ri- chard Wagner heeft moeten wijzigen. Ter wijl ik eenerzijds critiek wensch, aldus ver volgde de rijkskanselier, anderzijds blijf ik erbij, dat diegenen, die werken voor het wel zijn van het geheele volk, de zekerheid moe ten hebben, dat zij rustig hun werk kunnen doen. De fout der systemen, welke aan het onze voorafgingen, lag daarin, dat geen mi nister of man op een verantwoordelijke open bare plaats wist hoe lang hij aan het roer zou blijven. Dat leidde er toe, dat hij noch de mistanden, welke zijn voorgangers had den achtergelaten op hief, noch zich durfde bezig te houden met plannen, welke in de verre toekomst aan de orde zouden komen. Ik verzekerde den heeren, die met mij de re geering op zich namen, zelfs diengenen, die niet tot mijn partij behoorden, dat zij zeker konden zijn van de stabiliteit van hun func ties. Daaruit volgde, dat allen verheugd en met ganscher hart bij de zaak waren en dat hun oogmerk slechts was gericht op het op bouwen van de toekomst. Heeft Hitier concurrenten? De journalist vroeg vervolgens: „Mijn heer de Rijkskanselier, er wordt vaak be weerd, dat er onder de heeren van Uw naas te omgeving, mannen zijn, die zich in Uw plaats zouden willen stellen. Van een Uwer meest prominente medewerkers b.v. wordt beweerd, dat hij Uw maatregelen probeert te doorkruisen". Hitier antwoordde hierop: „Ik weet im mers dat U deze vraag stelt om mijn ver houding te willen opmaken tot mijn mede werkers en niet omdat U persoonlijk de loy aliteit van dezen in twijfel zoudt willen trek ken. Het zou immers werkelijk laster zijn om van één dezer mannen, die jaar in jaar uit, aan mijn zijde, hebben gestaan te onderstel len, dat hij den wensch zou hebben, mij weg te werken. De wereld heeft nimmer een schöoner voorbeeld gezien, van „éénvoelen" dan dat mijn medewerkers te zien geven. Misschien ligt de reden waarom sprookjes van deze soort ontstaan in het feit, dat ik mij niet met „nullen" heb omgeven maai met echte mannen. Nullen zijn rond. Zij zijn de eersten die beginnen weg te rollen, wan neer het slecht gaat. De mannen om ml] heen zijn „kantige" oprechte mannen. Ieder hunner is een krachtige persoonlijkheid, ieder heeft zijn wil en is met eerzucht bezield Wanneer zij niet eerzuchtig zouden zijn, zouden zij niet staan, daar waar ze thans staan. Ik juich de eerzucht toe. Wanneer nu zulk een groep machtige personen bijeen komt, is het onoverkomelijk dat een wrijving plaats vindt. Doch nog nimmer heeft een en kele dezer mannen, die om mij heen staan, geprobeerd mij zijn wil op te dringen. Inte gendeel zij hebben op bewonderenswaardige wijze zich geschikt in mijn wenschen. Het contact met den arbeider. De laatste vraag van den correspondent luidde: Mijnheer de Rijkskanselier: „Voor dat U aan de macht kwam, hebt gij U steeds onder het volk bewogen en daardoor steeds contact met hen gehad. Thans zijn de straten versierd, wanneer gij ergens ver schijnt, worden welkomstgroeten overhan digd, wordt gij door de autoriteiten verwel komd. Hoe ziet gij niettemin kans Uw hand op den pols der natie te houden? Hoe hand haaft gij het contact met den eenvoudigen man?" Op deze vraag antwoordde de rijkskanse lier: „Eerst moet U eens zien hoe mijn mid dagtafel eruit ziet. U zal opmerken hoe daar iederen dag nieuwe gezichten te zien zijn. Mijn huis is als een duiventil. Mijn huis is steeds open voor mijn medestrijders om het even hoe zij ervoor staan. Onze organisatie gaat tot in de kleinste dorpjes en van overal komen mijn aanhangers naar Berlijn om me op te zoeken. Aan de middagdisch vertellen ze me dan van hun zorgen en nooden. Ver volgens zijn er natuurlijk veel andere moge lijkheden in contact te blijven met het volk, doch dit noemde ik U slechts als een ka rakteristiek voorbeeld. Op een ding zou ik nog willen wijzen: Hoewel ik al hun zorgen aanhoor en daaruit mij een a'gemeen deel van den toestand maak, laat ik nimmer toe, dat mij het over zicht van den toestand wordt vertroebeld. Ik moet mijn oogmerk steeds gericht hebben om mijn belangrijkste doelstellingen en deze met onvermoeibare taaiheid nastreven. Een of ander detail bevalt mij misschien niet. Soit: maar ik moet het mijn medewer kers overlaten deze zaakjes in h<_t reine te brengen. Wij streven een groot doel na. Onze belangri'kste taak bestaat erin, deze methoden te volgen. Ik heb vier jaren noodig om de eerste etappe van ons program te ver wezenlijken. Dan zal ik vier jaren noodig hebben voor de volgende etappe enz. Wij streven naar een aanzienlijker, beter, geluk kiger Duitschland. RUSLAND EN DE VOLKENBOND. Geen direct toetreden. Ondanks andersluidende berichten in de buitenlandsche pers acht men te Moskou de kwestie van het toetreden van de Sovjet Unie tot den Volkenbond nog niet acuut. Te Mos kou verklaart men dat de toetreding tot den Volkenbond slechts zou kunnen geschieden op een voor de buitenlandsche politiek zeer belangrijk moment, dat op het oogenblik niet aanwezig is. POLITIEKE GEVANGENEN UIT LINZ GEVLUCHT. Vier socialisten, twee nazi's. Gisternacht zijn uit het huis van be waring te Linz de aldaar opgesloten lei der van den republilcoinschen Schutz- bund in Opper-Oostenrijk en drie onder aanvoerders uitgebroken en in een auto ontvlucht. Oo ktwee naticnaal-socialis- ten zijn ontsnapt. Terwijl de vier Schutz- bundleiders in de richting van de Cecho- 6lowkaaksche grens zijn gevlucht, zou- der de beide na'.ionaal-socialisten in de richting van de Duitsche grens zijn ont komen. De leiders van den Schutzbund werden beschuldigd van hoogverraad en zouden de volgende week terecht staan. De twee ontsnapte nationaal-sociaiisten wa ren reeds veroordeeld tot veertien maan den zware kerkerstraf. De politie is van meening, dat de vlucht geruimei tijd zorgvuldig is voorbereid en is uitgevoerd met behulp van een brigad'er. Omtrent andere medeplichtigen kon de politie n >g geen mededeelingen doen. Volgens het D N B zou door de ont vluchting de positie van den staatssecre taris van Justitie, dr. Glass, geschokt zijn. Omtrent de ontsnapping meldt het bureau verder, dat toen de cipier bobier. die alleen dienst deed, afgelost zou wor den .vastgesteld werd, dat alle gangen waren verlicht en de deuren van een aantal cellen open stonden, evenals alle traliedeuren. Aangezien de mannen om ongeveer 2 uur des morgens, toen Dobler op post kwam, moeten zijn gevlucht en men den president van de rechtbank en den officier van justitie niet telefonisch kon bereiken, hadden de vluchtelingen een voorsprong van minstens vijf uur. Directeur en bewakers der gevangenis ontslagen. De vlucht van nationaal-sociaiisten en leden van den Schutzbund uit de gevan genis te Linz heeft groot opzien verwekt. De politie heeft direct de grensstations verwittigd en omvangrijke maatregelen genomen om de vluchtelingen aan te houden De ontsnapten zijn over den gevangenismuur geklommen en gehol pen door een cipier, die nachtdienst had en eveneens gevlucht is. Op bevel van den minister van justitie zijn de direc teur en de bewakers der gevangenis direct ontslagen. In het concentratiekamp Wöllersdorf zijn, na de epidemie van dysenterie, thans gevallen van roodvonk voorge- koen; de oorzaak van de verspreiding is, dat er in de dysenteriebarakken te we.nig water was en dat het uit de rood vonkbarakken werd gehaald. EEN PRINSENVERLOVING IN SCANDINAVIË? Prinses Ingrid van Zweden met den prins Frederik van Dene marken. De correspondent van de „Daily Mail" te Stockholm verneemt bij geruchte, dat binnenkort waarschijnlijk de verloving bekend gemaakt zal worden tusschen prinses Ingrid, dochter van den kroon prins van Zweden, en kroonprins Frede rik van Denemarken. De prinses en de prins hebben elkaar in de afgeloopen jaren menigmaal ont moet en laatstgenoemde is een geregel de bezoeker van het Zweedsche hof. Momenteel vertoeft prinses Ingrid, die een kleindochter is van den hertog van Connaught, aan d-e Riviera, waar zij veel aan tennis doet. De 24-jarige Zweedsche prinses is in Engeland een van de populairste koninklijke bezoe kers. Prins Frederik, die thans 35 jaar telt, heeft juist een bezoek aan Rome gebracht. Bij zijn talrijke reizen door Europa hebben herhaaldelijk geruchten met betrekking tot een koninklijke ver loving de ronde gedaan. EEN MERKWAARDIG VOORSTEL. Van Belgische zijde. Het Antwerpsche dagblad „Metropole" werpt het volgende voorstel op. Teneinde het ontwapeningsprobleem tot een oplossing te helpen verdient het aanbeve ling de legers van België en Nederland te neutraliseeren. Engeland zal waarschijnlijker het principe aanvaarden van gedwongen steun aan neutrale landen dan een defensieve alliantie met Frankrijk. Op deze wijze zou Frankrijk bovendien zijn flank beschermd hebben door een neutraal België, terwijl er twee bufferstaten zouden liggen tusschen Duitschland en Engeland, België en Neder land, welke beide landen verplicht zouden zijn een invasie van hun gebied tegen te gaan. AANVAL OP KATHOLIEKE PERS? In het Hitler-rijk. Het tusschen de Hitler-regeering en de kaholieken smeulende conflict lijkt thans fel ler te zullen oplaaien. Reeds verluidt, dat de eerste aanval der nat.-soc. gericht zal wor den op de katholieke pers. Het districtshof van Duisburg heeft reeds verklaard, dat de katholieke pers overbodig was, hetgeen men als een eerste stap beschouwd op den weg naar de uitroeiing van alle nog niet volko men gelijkgeschakelde bladen. ONTKENNING VAN SEVERING. „Onjuiste combinaties en ge ruchten". „Het Volk" meldt uit Berlijn: Severing deelt mede: „In den afgeloopen zomer ben ik reeds begonnen uitvoerig den weg te be schrijven, die mij uit de volksschool over de fabriek in de staatsleiding bracht Deze aanteekeningen zouden een soort autobiografie worden en een poging om den levensgang van de mannen te be schrijven, die door de politieke ontwik keling van Duitschland in de laatste twintig jaar in de leiding en het beheer zijn gekomen. Dit werk, hetwelk in geen geval een politiek-memoireweik moest worden, is nog niet gereed. Hitier door Amerikaan geïnter viewd. (Dag. Overzicht). Ontkenning door Severing. (Bui tenland). Vermindering werkloosheid in Engeland. (Buitenland). Vloedgolf op Nieuw-Kaledonië. (Buitenland). Koninklijke verloving op Scandi navië? (Buitenland) Nabij Eibergen honderd hectare bosch en heide verbrana en onder Soestduinen 80 H.A. (Binnenland.) De overval na de N.S B.-vergade- ring te Lopik. (Rechtszaken.) De verdachte in het drama te Den Haag aangehouden. (Binnen land.) (Zie verder eventueel laatste berichten). De combinaties, die de laatste weken over den inhoud zijn opgesteld, vinden in het deel, dat thans gereed is, geen steun en in het bijzonder is daarin van de citaten in de „Rheinisch-Westfali- sche Zeitung" niet één zin aanwezig." GROOTE ERFENISSEN. Uit de Oost. Negen bewoners van het dorp Neug- lietzen in Brandenburg hebben dezer dagen van het Nederlandsche gezant schap bericht ontvangen, dat hun een groote erfenis ten deel is gevallen. In 1888 was een lid der familie Kle- mer naar Nederlandsch-Indië geëmi greerd, waar hij he tot grooten rijkdom bracht. De negen inwoners van Neug- lietzen erven thans elk een bedrag van 250-000 Mark. BLIKSEM IN PELGRIMSSTOET. Twee dooden. In de buurt van Salerno heeft de bliksem een greep pelgrims getroffen. Twee personen waren op slag dood, twintig werden ge wond. Het zijn allen personen die in de buurt wonen. VLOEDGOLF TEISTERT NIEUW KALEDONIE. Veertien visschersvaartuigeu vergaan. Nieuw-Kaledonië, in den Stillen Oce aan, is, gelijk eerst thans bericht wordt, den 26 en 27 Maart door een vloedgolf getroffen, die overal groote verwoestin gen aanrichtte Vele bestuursgebouwen en woonhuizen werden beschadigd. Een brug stortte onder de slagen der golven in. Veertien visschersvaartuigen leden schipbreuk. Het aantal dooden bedraagt volgens de eerste berichten achttien WEER EEN ZEEMONSTER. Wordt nu onderzocht. Ui Port Said wordt gemeld, dat de Egyp tische schipper Roumani in de buurt van Port Said een soort zeemonster heeft ontdekt. Het kadaver, dat enorme afmetingen heeft, zal door een deskundige van het Egyptische Visscherij-wezen worden onderzocht. KNOLLEN VOOR CITROENEN VERKOCHT. Hongaar licht Chineesch op. De ie Budapest wonende Hongaarsche burger Max Glas, die zich tijdens de Paasch- dagen naar Brnö in Tsjecho-Slowakije had begeven, is aldaar gearresteerd onder de be schuldiging met een Chineesch generaal een groote transactie te hebben afgesloten voor munitie-levering, en de koopsom in ont vangst te hebben genomen, doch in plaats van munitie een wagon oua ijzer te hebben geleverd. MINDER WERKLOOZEN IN ENGELAND. Op 19 Maart waren in Engeland 2.201 5V personen als werkloos ingeschreven. Dit s 106.000 minder dan de vorige maand en 575.000 minder dan verleden jaar. MIJNWERKERS INGESLOTEN. Door brand. Naar uit Switz-City in Indiana (Am.) ge meld wordt is op een steenkolenmijn in het plaatsje Sinclai een brand uitgebroken, waar door 5 mijnwerkers van de buitenwereld werden afgesneden. Men vreest, dat de man nen door verstikking om het leven zijn geko men. Het gebrek aan water en blusch-chemi- caliën bemoeilijkt het reddingswerk. De red dingscolonnes der omliggende mijnen zijn tei assistentie naar de plaats van het ongeluk vertrokken.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 1