DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. De zwijgende, glimlachende gebroeders Sass. Bewogen Lagerhuiszitting. Eden doet te Genève nieuwe voorstellen. fixtgdiiksch Ovecdcht No. 84 Dinsdag 10 April 1934 136e Jaargang Tegenover een bewapend Duitsch- land zou Frankrijk andere waarbor gen van veiligheid behoeven. WAT DE PERS ZEGT. BUITENLAND. EINDELIJK IN DE VAL. Waf vandaag de aandacht treht..^ ALKMAARSCHE COURANT, Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—, franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN: Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33. Directeur: C. KRAK. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Dit nummer bestaat uit drie bladen. Komt er nu werkelijk schot in de behande ling van het ontwapeningsvraagsutk? De reis van Eden naar de Europeesche hoofd steden lijkt achteraf toch wel zijn nut gehad te hebben Zij heeft een verheldering van in zichten gebracht, die het mogelijk schijnt te makn de schijnbaar zoo wijd uiteenloopende inzichten nader tot elkaar te brengen, ja laat ons hopen, in een formule of samenstel van formules neer te leggen. Zulks althans schijnt men te mogen opmaken uit de mee- deeling, dat het wordt terecht nog zeer voorzichtig gezegd de mogelijkheid ge opend is, dat de algemeene commissie der conferentie op 23 Mei bijeen geroepen zal worden. Er is thans een drukke gedachten- wisseling tusschen de naastbetrokkenen gaande. Henderson, de voorzitter van de ontwapeningsconferentie, heeft eerst te Lon den en daarna te Parijs met diverse staaslie- den geconfereerd. Suvich, de Italiaansche staatssecretaris van buitenlandsche zaken, komt eerstdaags te Londen om over de zaak te spreken en Barthou, de Fransche minister van buitenlandsche zaken, zal ze op zijn reis naar Warschau en Praag in deze hoofd steden te berde brengen. Het belangrijkste van al is echter de uitwisseling van gedach ten tusschen Downingstreet en de Quai d'Orsay. Eden had te Parijs verschillende vragen gesteld, waarvan de tekst niet is ge publiceerd, maar waarvan men wel weet, dat zij in hoofdzaak neerkwamen op de vraag, of Frankrijk bereid zou zijn een ontwapenings conventie te sluiten indien zekere waarborgen van uitvoering konden worden verkregen, en wat in dat geval deze waarborgen zouden moeten zijn. De Fransche nota schijnt deze vragen met enkele wedervragen beantwoord te hebben, doch heeft daarbij tevens duidelijk uiteengezet, welke beginselen aan een nieuwe coventie ten grondslag moeten liggen, wil deze voor Parijs aannemelijk zijn. Zelfs be studeert de Fransche regeering nog de voor waarden die zij onmisbaar acht. Het resul taat van deze studie zal zij, vermoedelijk de volgende week, in een tweede nota aan de Engelsche regeering meedeelen. Sinds het Engelsche ontwerp-conventie. dat nog steeds de grondslag uitmaakt van de beraadslagingen te Genève, is ingediend, zijn er allerlei nieuwe denkbeelden geopperd. De Temps maakt het al dadelijk duidelijk, dat Frankrijk uit zal kunnen treden in een oplos sing, waarbij de herwapening van Duitsch- land gepaard gaat met een vermindering van bewapening van andere landen, zooals van Engelsche zijde wel eens is geopperd. Voorts is van Italiaansche zijde het denkbeeld ge opperd, dat Duitschland wel onder zeker toe zicht tot een gedeeltelijke herwapening zou mogen overgaan, maar dat de andere lan den daartegenover hun wapening zouden handhaven. Dit brengt volgens de Temps een heel nieuw punt in het debat. Intusschen dwingt de feitelijke herwapening van het Rijk, welke de omstandigheden, waaronder tot dusver de besprekingen te Genève ge voerd werden, geheel veranderd heeft, in ieder geval dezen kant van de zaak in het oog te houden. Officieel houdt men zich te Londen nog aan 't oude beginsel van vermindering van be- leidelijke vermindering van de strijdkrachten van de conferentie, zoodat men zich alleen met kennis van zaken kan uitspreken over de voorwaarden en de waarborgen voor een ge- ledelijke vermindering van de strijdkrachten in de niet ontwapende landen. Mocht blijken dat men er zoo niet zou komen, dan pas komt het denkbeeld aan de orde van een stilstand van bewapening teneinde een nieuwen wed strijd daarin te voorkomen. Te dien aanzien heeft de algemeene commissie van de confe rentie te beslissen en het bureau, dat morgen vergadert, zal nu moeten uitmaken of de tijd reeds is aangebroken om haar bijeen te laten komen, aldus de N.R.Crt. Erg veel verder is men sinds de algemeene verdaging van de commissie in October '33 nog niet gekomen. Het is echter goed dat men haar niet den verstikkingsdood laat ster ven. Uit wat wij hier hebben aangehaa'd van de meening van de Temps blijkt, dat Frankrijk in dezen op zijn stuk blijft staan. De toenadering moet dus vooral van Engel sche zijde komen. Inderdaad, we hebben er al meer op gewezen, heeft zich in het Engel sche standpunt den laatsten tijd een merk waardige verandering voltrokken en is men door het overwinnen van zijn afkeer voor sancties het Fransche standpunt eenigermate genaderd. Frankrijk kan nu op zijn beurt de toenadering volmaken door zijn eischen zoo te stellen, dat zij in Engelsche oogen redelijk zullen lijken. Of zulks reeds uit dit eerste Fransche antwoord blijkt, is nog de vraag. Wel schijnt men te Londen een gunstigen indruk van dit antwoord ontvangen te heb ben. Maar dit zegt voor den uitslag der be sprekingen nog niets, daar deze feitelijk nog moeten beginnen. In zooverre is men echter opgeschoten, dat waar vroeger twee beginse len tegenover elkander stonden die niet met elkaar te rijmen waren, men nu gaat onder-*, handelen op den grondslag van een weder zijds aanvaard beginsel, wat aan beide zij den het doen van concessies moet vergemak kelijken. Zoo men thans in ernst overweegt, de algemeene commissie nog in de tweede helft van de volgende maand bijeen te roepen, dan blijkt daaruit, dat men hoop heeft voor dien, dat is dus in den voor deze zaken onge woon korten tijd van zes weken, langs dip'o- matieken weg zoo ver gevorderd te zijn, dat men althans weet, welke richting men in zal moeten slaan. De laatste maanden stond men op een tweesprong zonder te weten, welken weg te kiezen. Dat althans zal nu, naar te hopen is, 23 Mei zijn uitgemaakt. Het is vrij wel zeker, dat men daarbij Duitschlands her bewapening in wezen zal erkennen Volgens de Engelsche bladen getuigt het Fransche antwoord dat men te Parijs van het onver mijdelijke dienaangaande wel overtuigd is. Dit wil dus zeggen, dat men te Genève straks een nieuwen weg zal inslaan. Veel meer dan de richting van dien nieuwen weg weet men nog niet Men heeft zoomin een be grip van de obstakels die men tegen zal ko men, als van het punt waar men uit zal komen. Daar men echter van den anderen weg vrijwel zeker is dat hij doodloopt, doet men toch goed de nieuwe richting in te slaan. Het zal moeite kosten weer op gang te komen Maar is men eenmaal op gang dan wordt de prikkel om de hindernissen te nemen, ook des te grooter. Reden voor veel optimisme is er nog niet, doch men dient te erkennen, dat alles beter is dan in een slop gevangen te blijven zitten. Eindelijk zijn, naar gemeld werd, te Ko penhagen de groote donkere Erich en de blonde Franz ingerekend. Dezen keer zullen ze liet door zwijgen en glimlachen hun lot kunnen ontkomen. Nadat ze hun straf heb ben uitgezeten, gaan ze naar Duitschland en daar zet men ze waarschijnlijk in z.g. „Vorbeugungshaft" of hechtenis-uit-vooizorg. Deze maatregel kan tegen beroepsmisdadi gers genomen worden. Wie zijn deze broers, die jarenlang er in slaagden een gehaaide politie en justitie bij den neus te nemen? Hun beruchtheid dateert van het jaar 1929. Sindsdien worden ze tr van verdacht, de sensationeele inbraak en diefstal in de schatkamers van het Beriijnsche bankfiliaal aan het Wittenbergerplein te heb ben gepleegd. Op 28 Januari 1929 bleek een troep onver laten een tot dien tijd voor ondoordringbaar gehouden pantsergewelf met succes aange vallen te nebben. 170 safes waren gefor ceerd en leeggehaald. Deze brutale misdaad wekte groot opzien en veel verontrusting, men had zoo iets alleen in Chicago voor mo gelijk gehouden. Al spoedig arresteerde men de gebroeders Sass, maar het gelukte de justitie niet, voldoende bewijzen tegen het tweetal in handen te krijgen. De verdachten pasten een slimme tactiek toe: zij lieten de overheid naar aanwijzingen speuren zonder daarbij zooals de meeste wetsovertreders door inlichtingen tegen wil en dank be hulpzaam te zijn Zij bepaalden zich voorna melijk tot zwijgen en glimlachen en wezen iedere beschuldiging verontwaardigd van de hand. Zelfs tegenwoordig bestaan er in Duitschland nog twee groepen, waarvan de eene Franz en Erich voor schuldig houdt, terwijl de andere van meening is, dat een heel andere bende de inbraak heeft gepleegd. Toen men de heeren, die met behulp van valsche passen Duitschland hadden verlaten, in Kopenhagen vatte, bleken ze in het bezit van een nauwkeurig schema betreffende de diensttijden der politiemannen en voorts van verschillende plattegronden. De Duitsche autoriteiten beschouwden het geval van de gebroeders Sass seder lang als hopeloos. Beiden behoorden tot die uiterst listige en goedmoedige misdadigers, die nooit iemand mishandelen, wonden of dooden, al les rustig en met inzicht organiseeren en vrienden noch vijanden in de onderwereld hebben. De broers beweerden te leven van een sigarenwinkel en 'n autogarage, maar het was wel merkwaardig, dat ze ondanks het gebrek aan klanten, er een eigen auto en chi que costuums op na hielden. Een wassende zandhoop. Een jaar nadat de vermaard geworden bankroof had plaats gehad, ontdekten de leerlingen van een Berlijnsch gymnasium in een hoek van de binnenplaats der school een hoop zand. lederen dag werd de hoeveelheid grooter, zoo zelfs, dat de eersteklassers niet behoorlijk meer konden krijgertje spelen. Toen de verzorger der centrale verwarming den wassenden hoop ontdekte, lagen er al on geveer 2 karrevrachten zand. Franz en Erich Sass werden nogmaals opgepakt. Opnieuw begon het raden, de poging om de zaak te re- construeeren, alweer met nagenoeg geen suc ces. De gebroeders verklaarden, dat zij een goede schuilplaats hadden gezocht voor din gen, die zij op een degelijke manier wensch- ten te verbergen. Deze informatie moest men slikken en men kon het tweetal slechts wegens zaakbeschadiging en enkele andere minder kapitale delicten veroordeelen. Het spel her haalde zich, toen ze later ergens een muur wegbraken. Ze hadden zich blijkbaar toe gang willen verschaffen tot een heerenhuis, waarin zich hoegenaamd geen dingen van groote waarde bevonden. Nadien trachtte men Franz en Erich Sass achter slot en grendel te krijgen, wegens po ging tot valsche munterij. In hun woning vond men cliché's en stempels, die, volgens deskundigen, moesten dienen om tienmark- biljetten en passen te fabriceeren. Maar de gebroeders zeiden, dat zij een reclamebiljet, dat op een briefje van tien mark leek, wilden samenstellen. Men stond er machteloos tegen over. Wederom liepen de boeven slechts een geringe straf op wegens imitatie van passen. Hoewel de politie dag en nacht op hen lette, slaagden de heeren Sass er in Duitsch land te verlaten, en ofschoon men koorts achtig naar hen zocht, er was geen spoor meer van hen te vinden. Eerst dezer dagen wist de Kopenhaagsche recherche het gladde tweetal in handen te krijgen. Over de legersterkte van Duitschland. Interpellaties in het Lagerhuis. In het Engelsche Lagerhuis heeft afge vaardigde Boothby de volgende vragen ge steld aan den minister van buitenlandsche za ken Bent u opmerkzaam gemaakt op de aan zienlijke toeneming der begrooting voor de uitgaven van de marine, het landleger en de luchtvaart van Duitschland? Bent u van plan direct stappen te nemen om het doel van deze hoogere uitgaven vast te stellen? Vormen de ze hoogere uitgaven een schending van het Verdrag van Versailles? Ook afgevaardigde Spears stelde Simon de vraag of deze in het bezit is van eenige in formatie over de aanzienlijke toeneming der Duitsche weer-begrooting Voorts wilde hij weten, of de minister van plan is eenige stappen te doen »m een schending van het Verdrag van Versailles door Duitschland te verhinderen, in het bizonder met het oog op de Duitsche uitgaven voor een luchtvloot met een militair karakter. Simon antwoordde: De Duitsche begroo- tingsvoorstellèn voor marine, landleger en voor de luchvaart zijn officieel op 26 Maar* gepubliceerd. In vergelijking met 1933 zijn zij als volgt hooger: de marine-uitgaven, welke over 1933 183 millioen R M. hebben bedra gen, zijn voor 1934 op 233 millioen R.M vastgesteld, d.i. 50 millioen hooger; voor het landleger: in 1933 472 millioen, in 1934 647 millioen, d.i. 175 millioen R.M. meer. Voor de luchtvaart waren in 1933 uitgetrokken 78 millioen, voor 1934 wordt henroot 210 mii- lioen R.M., dus 132 millioen R.M. meer. De Engelsche regeering heeft deze aangelegen heid in ernstige overweging. Ik heb den Britschen ambassadeur te Berlijn verzocht bij de Duitsche regeering over deze aangele genheid informaties in te winnen. Boothby (cons.) vroeg wanneer de minist-r in staat denkt te zijn in deze aangelegenheid een nieuwe verklaring af te leggen. Simon antwoordde: Ik hoop deze week nog inlich tingen te ontvangen. Voortzetting aebatten. In het verder verloop der Lagerhuis-debat ten over de Duitsche weerbaarheidsbegroo- ting, heeft afgevaardigde Boothby nog ge vraagd of de Engelsche regeering met het oog op de verhooging der begrootingen voor de Duitsche marine, leger en luchtvaart en met het oog op den algemeenen toestand op het Europeesche vaste land direct stappen wil doen ter vergrooting van de Engelsche luchtvloot. MacDonald antwoordde, dat de regeering de door den interpellant genoemde punten zorgvuldig overweegt. Op het oogenblik kan hij evenwel niets naders zeggen dan hetgeen door Baldwin reeds op 8 Maart is verklaard. In antwoord op een desbetreffende vraag deelde Simon mede, dat Eden de zitting van het bureau der onwapeningsconferentie bij woont en dat hij dus niet mede kan deelen, welke actie de Britsche regeering van plan is te ondernemen met het oog op deze voorge nomen Duitsche vermeerdering der bewape ningsuitgaven, ter voorkoming van een mis lukking der ontwapeningsconferentie. Berlijn. Met betrekking tot de door Booth by in het Lagerhuis gestelde vragen en het antwoord van Simon wordt over de Duitsche weerbaarheidsbegrooting van Duitsche zijde medegedeeld, dat het verdrag van Versailles op geen enkele wijze voorziet in de beper king van het financieele deel der Duitsche weerbaarheidsbegrooting. De verhooging is noodig wegens de voorbereidingen van de in het oog gevatte reorganisatie van het EHiit- sche leger, van een leger met een langen diensttijd tot een leger met een korten dienst tijd, waarmede belangrijke kosten zouden zijn gemoeid. De vergrooting der uitgaven voor de marine worden gemotiveerd met de mededeeling, dat het scheepsmateriaal der rijksmarine verouderd zou zijn, aangezien het thans in gebruik zijnde materiaal een gevaar zou beteekenen voor de bemanningen. De verhooging der voor het ministerie van luchtvaart uitgetrokken uitgaven vindt haar reden in de gelijdelijke vervanging van een- motorige verkeersvliegtuigen door meer-mo- torigen, een maatregel, welke vereischt wordt voor de vergrooting der veiligheid in het luchtverkeer. Voorts wordt een deel der kos ten besteed aan luchtbescherming. FRANCOIS PONCET BIJ BARTHOU. De Fransche minister van buitenlandsche zaken, Barthou, heeft Maandagmiddag een onderhouo genad met den Franschen ambas sadeur te Berlijn, Frangois Poncet. Bovendien heeft Barthou den Franschen ambassadeur te Warschau, Laroche, ontvan gen. Frangois Poncet is gistermiddag te Parijs aangekomen. Op verschillende hem door de journalisten gestelde vragen antwoordde de ambassadeur, dat hij noch een opdracht heeft, noch ontboden is, doch slechts een paar dagen verlof te Parijs zal doorbrengen. Natuurlijk zou Hij van de gelegenheid gebruik maken om den minister, met wien hij persoon lijk bevriend is, te spreken. De avondbladen zijn evenwel van meening, dat Frangois Pon cet voor de bijeenkomst van het Geneefsche bureau nauwkeurig op de hoogte wenscht te worden gesteld van de Fransche plannen en in het bijzonder over den stand der hangende Fransch-Engelscht besprekingen. De Quai d'Orsay dementeert het bericht dat Barthou een bezoek aan Berlijn zal bren gen. De besprekineen van Barthou met Laroche en Poncet. Nadat de minister van buitenlandsche za ken, Barthou, gistermiddag een uur met den Franschen ambassadeur in Warschau, Laro che had gesproken, had hij een langdurig on derhoud met den Franschen ambassadeur in Berlijn, Frangois Poncet. In aansluiting daarop wisselde hij weer van gedachten met Larochie, waarna hif weer met Frangois Pon cet besprekingen voerde. Omtrent het onderwerp der besprekingen verluidt officieel niets. Maar in welingelichte politieke kringen neemt men aan, dat de be sprekingen met den Franschen ambassadeur te Warschau betrekking hebben gehad op de voorbereiding van de reis van Barthou naar Polen. Zoo zou Barthou zich nauwkeurig op de hoogte hebben gesteld van het Poolsche standpunt inzake de actueele internationale problemen. Onder deze omstandigheden zou ook het Duitsch-Poolsche niet-aanvalsverdrag uitvoerig ter sprake zijn gebracht, vooral in verband met de uitwerking daarvan op den toestand in Oost-Europa en op de politiek in het algemeen. De Uuitcch-Poolsche betrek kingen zouden dan den overgang gevormd hebben tot de besorekingen tusschen Barthou en Frangois Poncet, w aarbij ook de ontwape ningsconferentie te berde'werd gebracht. De kwestie der herbewapening van Duitschland blijft het hoofdprobleem vormen van de ont wapeningsconferentie. Mocht op 23 Mei de hoofdcommissie van de ontwapeningsconfe rentie bijeenkomen, dan zou Barthou Voorne mens zün zelf naar Genève te gaan, waar hij ook op 7 Mei reeds zal deelnemen aan de Eden zal te Geneve nieuwe voor stellen doen. (Dag. Overzicht). Bewogen Lagerhuis-zitting. (Bui tenland). Internationale valsche munters- bende ontdekt. (Buitenland). Spanjaarden bezetten een deel van Marokko. (Buitenland). Op een onbewaakten overweg na bij Haarlem een man door een trein gedood. (Binnenland). Op het IJselmeer is een motor- schip gedeeltelijk uitgebrand na een ontploffing aan boord. (Binnenland), (Zie verder eventueel laatste berichten). vergadering van den Voikenbondsraad, aan gezien die zich dan met de Saarkwestie zal bezighouden, welke eveneens onderwerp van bespreking zou hebben gevormd in het onder- houd met Frangois Poncet. DE KERKSTRIJD IN DUITSCHLAND. Gewe'ddadig optreden. De onderhandelingen tusschen de r.k. kerk en de nat.-soc. regeering betreffende de Jeugdorganisaties in Beieren zijn thans ge heel ten einde. Naar eerst thans bekend wordt zijn Zaterdag ernstige botsingen voor gekomen tusschen katholieken en nat.-soc. buiten het bisschoppelijk paleis te Wurzburg. De nat.-soc. drongen het paleis binnen en slechts tijdig ingrijpen van de politie kon ge welddadigheden voorkomen. SPANJAARDEN BEZETTEN MAROKKO. Ifni ingenomen. Dezer dagen hebben de Spanjaarden het gebied Ifni in Spaansch Marokko bezet. Ifni was hoewel het evenals de steden Ceuta en Melilla Spaansch souverein gebied is nim mer door de Spanjaarden bezet geworden, aangezien men aan dit gebied geen bijzon dere beteekenis toekende en bovendien een landing voor de onderwerping der stammen in het Fransche gebied met groote zekerheid een zeer bloedige onderneming achtte. Pas de laatste groote Fransche actie in de anti-At las, in het verloop waarvan de „Blauwe Sul tan", die ook over Ifni regeerde zich vrijwil lig ter beschikking van de Spanjaarden stel de, maakte deze in strijd met de in bezitne ming van dit gebied. Zij werd slechts geleid door kolonel Capaz en drie andere officieren, nadat tevoren de politieke toestand grondig was opgehelderd. De bezettingstroepen zul len pas gisteren (Maandag) te Ifni aanko men. Het succes van deze onderneming is uit sluitend toe te schrijven aan kolonel Capaz. NA DEN OPSTAND IN SPANJE. Gevangenen in hongerstaking. In Valderrobles in Madrid zijn een aantal gevangenen in hongerstaking gegaan uit protest omdat zij niet in het ontwerp-amnestie zijn opgenomen. HET LEGER IN DUITSCHLAND. Moet nat. soc. zijn. De Duitsche Rijksweerminister overste- generaal von Blomberg heeft, naar de „Völ- kische Beobachter" meldt, de volgende be schikking uitgevaardigd: „Het eerste jaar der nationaal socialisti sche staatsleiding heeft de basis gelegd voor de politieke en economische reorganisatie van de natie. Het tweede jaar stelt de noodzakelijkheid van de geestelijke penetratie der natie met de leidende gedachten van den nat. soc. staat op den voorgrond. Een overeenkomstige scho ling is daarom ook een belangrijke taak van alle den nieuwen staat met hun wil dragende organisaties. Dat geldt in bijzonderen mate voor de weermacht, die de hoeder en verdedi ger van het nationaal socialistische Duitsch land en van zijn levensruimte naar buiten is Ik gelast derhalve, dat in den vervolge aan het onderricht over politieke actueele pro blemen in de weermacht door alle dienstin- stanties verhoogde beteekenis moet worden gegeven en verhoogde aandacht geschonken. Teneinde een uniforme uitvoering van het on derricht inzake politieke actueele problemen te waarborgen zal het rijksweerministerie in den vervolge gedrukte „richtlijnen voor het onderricht inzake politieke actueele proble men" als bijlage uitgeven. MIJRAMP IN JAPAN. Veertig man bedolven. Tengevolge van een ontploffing zijn gister ochtend in het mijngebied van Isjiki in Japan veertig mijnwerkers bedolven. De reddings werkzaamheden, welke onverwijld zijn aan gevangen, zijn tot nu toe zondfer resultaa' gebleven.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 3