DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
De zwijgende, glimlachende gebroeders Sass.
Bewogen Lagerhuiszitting.
Eden doet te Genève nieuwe
voorstellen.
fixtgdiiksch Ovecdcht
No. 84
Dinsdag 10 April 1934
136e Jaargang
Tegenover een bewapend Duitsch-
land zou Frankrijk andere waarbor
gen van veiligheid behoeven.
WAT DE PERS ZEGT.
BUITENLAND.
EINDELIJK IN DE VAL.
Waf vandaag de
aandacht treht..^
ALKMAARSCHE COURANT,
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—,
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN:
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33.
Directeur: C. KRAK.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
Dit nummer bestaat uit drie bladen.
Komt er nu werkelijk schot in de behande
ling van het ontwapeningsvraagsutk? De
reis van Eden naar de Europeesche hoofd
steden lijkt achteraf toch wel zijn nut gehad
te hebben Zij heeft een verheldering van in
zichten gebracht, die het mogelijk schijnt te
makn de schijnbaar zoo wijd uiteenloopende
inzichten nader tot elkaar te brengen, ja laat
ons hopen, in een formule of samenstel van
formules neer te leggen. Zulks althans
schijnt men te mogen opmaken uit de mee-
deeling, dat het wordt terecht nog zeer
voorzichtig gezegd de mogelijkheid ge
opend is, dat de algemeene commissie der
conferentie op 23 Mei bijeen geroepen zal
worden. Er is thans een drukke gedachten-
wisseling tusschen de naastbetrokkenen
gaande. Henderson, de voorzitter van de
ontwapeningsconferentie, heeft eerst te Lon
den en daarna te Parijs met diverse staaslie-
den geconfereerd. Suvich, de Italiaansche
staatssecretaris van buitenlandsche zaken,
komt eerstdaags te Londen om over de zaak
te spreken en Barthou, de Fransche minister
van buitenlandsche zaken, zal ze op zijn reis
naar Warschau en Praag in deze hoofd
steden te berde brengen. Het belangrijkste
van al is echter de uitwisseling van gedach
ten tusschen Downingstreet en de Quai
d'Orsay. Eden had te Parijs verschillende
vragen gesteld, waarvan de tekst niet is ge
publiceerd, maar waarvan men wel weet, dat
zij in hoofdzaak neerkwamen op de vraag, of
Frankrijk bereid zou zijn een ontwapenings
conventie te sluiten indien zekere waarborgen
van uitvoering konden worden verkregen, en
wat in dat geval deze waarborgen zouden
moeten zijn. De Fransche nota schijnt deze
vragen met enkele wedervragen beantwoord
te hebben, doch heeft daarbij tevens duidelijk
uiteengezet, welke beginselen aan een nieuwe
coventie ten grondslag moeten liggen, wil
deze voor Parijs aannemelijk zijn. Zelfs be
studeert de Fransche regeering nog de voor
waarden die zij onmisbaar acht. Het resul
taat van deze studie zal zij, vermoedelijk de
volgende week, in een tweede nota aan de
Engelsche regeering meedeelen.
Sinds het Engelsche ontwerp-conventie.
dat nog steeds de grondslag uitmaakt van de
beraadslagingen te Genève, is ingediend, zijn
er allerlei nieuwe denkbeelden geopperd. De
Temps maakt het al dadelijk duidelijk, dat
Frankrijk uit zal kunnen treden in een oplos
sing, waarbij de herwapening van Duitsch-
land gepaard gaat met een vermindering van
bewapening van andere landen, zooals van
Engelsche zijde wel eens is geopperd. Voorts
is van Italiaansche zijde het denkbeeld ge
opperd, dat Duitschland wel onder zeker toe
zicht tot een gedeeltelijke herwapening zou
mogen overgaan, maar dat de andere lan
den daartegenover hun wapening zouden
handhaven. Dit brengt volgens de Temps een
heel nieuw punt in het debat. Intusschen
dwingt de feitelijke herwapening van het
Rijk, welke de omstandigheden, waaronder
tot dusver de besprekingen te Genève ge
voerd werden, geheel veranderd heeft, in
ieder geval dezen kant van de zaak in het
oog te houden.
Officieel houdt men zich te Londen nog
aan 't oude beginsel van vermindering van be-
leidelijke vermindering van de strijdkrachten
van de conferentie, zoodat men zich alleen
met kennis van zaken kan uitspreken over de
voorwaarden en de waarborgen voor een ge-
ledelijke vermindering van de strijdkrachten
in de niet ontwapende landen. Mocht blijken
dat men er zoo niet zou komen, dan pas komt
het denkbeeld aan de orde van een stilstand
van bewapening teneinde een nieuwen wed
strijd daarin te voorkomen. Te dien aanzien
heeft de algemeene commissie van de confe
rentie te beslissen en het bureau, dat morgen
vergadert, zal nu moeten uitmaken of de tijd
reeds is aangebroken om haar bijeen te laten
komen, aldus de N.R.Crt.
Erg veel verder is men sinds de algemeene
verdaging van de commissie in October '33
nog niet gekomen. Het is echter goed dat
men haar niet den verstikkingsdood laat ster
ven. Uit wat wij hier hebben aangehaa'd
van de meening van de Temps blijkt, dat
Frankrijk in dezen op zijn stuk blijft staan.
De toenadering moet dus vooral van Engel
sche zijde komen. Inderdaad, we hebben er
al meer op gewezen, heeft zich in het Engel
sche standpunt den laatsten tijd een merk
waardige verandering voltrokken en is men
door het overwinnen van zijn afkeer voor
sancties het Fransche standpunt eenigermate
genaderd. Frankrijk kan nu op zijn beurt de
toenadering volmaken door zijn eischen zoo
te stellen, dat zij in Engelsche oogen redelijk
zullen lijken. Of zulks reeds uit dit eerste
Fransche antwoord blijkt, is nog de vraag.
Wel schijnt men te Londen een gunstigen
indruk van dit antwoord ontvangen te heb
ben. Maar dit zegt voor den uitslag der be
sprekingen nog niets, daar deze feitelijk nog
moeten beginnen. In zooverre is men echter
opgeschoten, dat waar vroeger twee beginse
len tegenover elkander stonden die niet met
elkaar te rijmen waren, men nu gaat onder-*,
handelen op den grondslag van een weder
zijds aanvaard beginsel, wat aan beide zij
den het doen van concessies moet vergemak
kelijken. Zoo men thans in ernst overweegt,
de algemeene commissie nog in de tweede
helft van de volgende maand bijeen te roepen,
dan blijkt daaruit, dat men hoop heeft voor
dien, dat is dus in den voor deze zaken onge
woon korten tijd van zes weken, langs dip'o-
matieken weg zoo ver gevorderd te zijn, dat
men althans weet, welke richting men in zal
moeten slaan. De laatste maanden stond men
op een tweesprong zonder te weten, welken
weg te kiezen. Dat althans zal nu, naar te
hopen is, 23 Mei zijn uitgemaakt. Het is vrij
wel zeker, dat men daarbij Duitschlands her
bewapening in wezen zal erkennen Volgens
de Engelsche bladen getuigt het Fransche
antwoord dat men te Parijs van het onver
mijdelijke dienaangaande wel overtuigd is.
Dit wil dus zeggen, dat men te Genève
straks een nieuwen weg zal inslaan. Veel
meer dan de richting van dien nieuwen weg
weet men nog niet Men heeft zoomin een be
grip van de obstakels die men tegen zal ko
men, als van het punt waar men uit zal
komen. Daar men echter van den anderen
weg vrijwel zeker is dat hij doodloopt, doet
men toch goed de nieuwe richting in te slaan.
Het zal moeite kosten weer op gang te komen
Maar is men eenmaal op gang dan wordt de
prikkel om de hindernissen te nemen, ook des
te grooter. Reden voor veel optimisme is er
nog niet, doch men dient te erkennen, dat
alles beter is dan in een slop gevangen te
blijven zitten.
Eindelijk zijn, naar gemeld werd, te Ko
penhagen de groote donkere Erich en de
blonde Franz ingerekend. Dezen keer zullen
ze liet door zwijgen en glimlachen hun lot
kunnen ontkomen. Nadat ze hun straf heb
ben uitgezeten, gaan ze naar Duitschland
en daar zet men ze waarschijnlijk in z.g.
„Vorbeugungshaft" of hechtenis-uit-vooizorg.
Deze maatregel kan tegen beroepsmisdadi
gers genomen worden.
Wie zijn deze broers, die jarenlang er in
slaagden een gehaaide politie en justitie bij
den neus te nemen? Hun beruchtheid dateert
van het jaar 1929. Sindsdien worden ze tr
van verdacht, de sensationeele inbraak en
diefstal in de schatkamers van het Beriijnsche
bankfiliaal aan het Wittenbergerplein te heb
ben gepleegd.
Op 28 Januari 1929 bleek een troep onver
laten een tot dien tijd voor ondoordringbaar
gehouden pantsergewelf met succes aange
vallen te nebben. 170 safes waren gefor
ceerd en leeggehaald. Deze brutale misdaad
wekte groot opzien en veel verontrusting,
men had zoo iets alleen in Chicago voor mo
gelijk gehouden. Al spoedig arresteerde men
de gebroeders Sass, maar het gelukte de
justitie niet, voldoende bewijzen tegen het
tweetal in handen te krijgen. De verdachten
pasten een slimme tactiek toe: zij lieten de
overheid naar aanwijzingen speuren zonder
daarbij zooals de meeste wetsovertreders
door inlichtingen tegen wil en dank be
hulpzaam te zijn Zij bepaalden zich voorna
melijk tot zwijgen en glimlachen en wezen
iedere beschuldiging verontwaardigd van de
hand. Zelfs tegenwoordig bestaan er in
Duitschland nog twee groepen, waarvan de
eene Franz en Erich voor schuldig houdt,
terwijl de andere van meening is, dat een heel
andere bende de inbraak heeft gepleegd.
Toen men de heeren, die met behulp van
valsche passen Duitschland hadden verlaten,
in Kopenhagen vatte, bleken ze in het bezit
van een nauwkeurig schema betreffende de
diensttijden der politiemannen en voorts van
verschillende plattegronden.
De Duitsche autoriteiten beschouwden het
geval van de gebroeders Sass seder lang als
hopeloos. Beiden behoorden tot die uiterst
listige en goedmoedige misdadigers, die nooit
iemand mishandelen, wonden of dooden, al
les rustig en met inzicht organiseeren en
vrienden noch vijanden in de onderwereld
hebben. De broers beweerden te leven van
een sigarenwinkel en 'n autogarage, maar het
was wel merkwaardig, dat ze ondanks het
gebrek aan klanten, er een eigen auto en chi
que costuums op na hielden.
Een wassende zandhoop.
Een jaar nadat de vermaard geworden
bankroof had plaats gehad, ontdekten de
leerlingen van een Berlijnsch gymnasium in
een hoek van de binnenplaats der school een
hoop zand. lederen dag werd de hoeveelheid
grooter, zoo zelfs, dat de eersteklassers niet
behoorlijk meer konden krijgertje spelen.
Toen de verzorger der centrale verwarming
den wassenden hoop ontdekte, lagen er al on
geveer 2 karrevrachten zand. Franz en Erich
Sass werden nogmaals opgepakt. Opnieuw
begon het raden, de poging om de zaak te re-
construeeren, alweer met nagenoeg geen suc
ces. De gebroeders verklaarden, dat zij een
goede schuilplaats hadden gezocht voor din
gen, die zij op een degelijke manier wensch-
ten te verbergen. Deze informatie moest men
slikken en men kon het tweetal slechts wegens
zaakbeschadiging en enkele andere minder
kapitale delicten veroordeelen. Het spel her
haalde zich, toen ze later ergens een muur
wegbraken. Ze hadden zich blijkbaar toe
gang willen verschaffen tot een heerenhuis,
waarin zich hoegenaamd geen dingen van
groote waarde bevonden.
Nadien trachtte men Franz en Erich Sass
achter slot en grendel te krijgen, wegens po
ging tot valsche munterij. In hun woning
vond men cliché's en stempels, die, volgens
deskundigen, moesten dienen om tienmark-
biljetten en passen te fabriceeren. Maar de
gebroeders zeiden, dat zij een reclamebiljet,
dat op een briefje van tien mark leek, wilden
samenstellen. Men stond er machteloos tegen
over. Wederom liepen de boeven slechts een
geringe straf op wegens imitatie van passen.
Hoewel de politie dag en nacht op hen
lette, slaagden de heeren Sass er in Duitsch
land te verlaten, en ofschoon men koorts
achtig naar hen zocht, er was geen spoor
meer van hen te vinden. Eerst dezer dagen
wist de Kopenhaagsche recherche het gladde
tweetal in handen te krijgen.
Over de legersterkte van
Duitschland.
Interpellaties in het Lagerhuis.
In het Engelsche Lagerhuis heeft afge
vaardigde Boothby de volgende vragen ge
steld aan den minister van buitenlandsche za
ken Bent u opmerkzaam gemaakt op de aan
zienlijke toeneming der begrooting voor de
uitgaven van de marine, het landleger en de
luchtvaart van Duitschland? Bent u van plan
direct stappen te nemen om het doel van deze
hoogere uitgaven vast te stellen? Vormen de
ze hoogere uitgaven een schending van het
Verdrag van Versailles?
Ook afgevaardigde Spears stelde Simon de
vraag of deze in het bezit is van eenige in
formatie over de aanzienlijke toeneming der
Duitsche weer-begrooting Voorts wilde hij
weten, of de minister van plan is eenige
stappen te doen »m een schending van het
Verdrag van Versailles door Duitschland te
verhinderen, in het bizonder met het oog op
de Duitsche uitgaven voor een luchtvloot met
een militair karakter.
Simon antwoordde: De Duitsche begroo-
tingsvoorstellèn voor marine, landleger en
voor de luchvaart zijn officieel op 26 Maar*
gepubliceerd. In vergelijking met 1933 zijn zij
als volgt hooger: de marine-uitgaven, welke
over 1933 183 millioen R M. hebben bedra
gen, zijn voor 1934 op 233 millioen R.M
vastgesteld, d.i. 50 millioen hooger; voor het
landleger: in 1933 472 millioen, in 1934 647
millioen, d.i. 175 millioen R.M. meer. Voor
de luchtvaart waren in 1933 uitgetrokken 78
millioen, voor 1934 wordt henroot 210 mii-
lioen R.M., dus 132 millioen R.M. meer. De
Engelsche regeering heeft deze aangelegen
heid in ernstige overweging. Ik heb den
Britschen ambassadeur te Berlijn verzocht
bij de Duitsche regeering over deze aangele
genheid informaties in te winnen.
Boothby (cons.) vroeg wanneer de minist-r
in staat denkt te zijn in deze aangelegenheid
een nieuwe verklaring af te leggen. Simon
antwoordde: Ik hoop deze week nog inlich
tingen te ontvangen.
Voortzetting aebatten.
In het verder verloop der Lagerhuis-debat
ten over de Duitsche weerbaarheidsbegroo-
ting, heeft afgevaardigde Boothby nog ge
vraagd of de Engelsche regeering met het
oog op de verhooging der begrootingen
voor de Duitsche marine, leger en luchtvaart
en met het oog op den algemeenen toestand
op het Europeesche vaste land direct stappen
wil doen ter vergrooting van de Engelsche
luchtvloot.
MacDonald antwoordde, dat de regeering
de door den interpellant genoemde punten
zorgvuldig overweegt. Op het oogenblik kan
hij evenwel niets naders zeggen dan hetgeen
door Baldwin reeds op 8 Maart is verklaard.
In antwoord op een desbetreffende vraag
deelde Simon mede, dat Eden de zitting van
het bureau der onwapeningsconferentie bij
woont en dat hij dus niet mede kan deelen,
welke actie de Britsche regeering van plan is
te ondernemen met het oog op deze voorge
nomen Duitsche vermeerdering der bewape
ningsuitgaven, ter voorkoming van een mis
lukking der ontwapeningsconferentie.
Berlijn. Met betrekking tot de door Booth
by in het Lagerhuis gestelde vragen en het
antwoord van Simon wordt over de Duitsche
weerbaarheidsbegrooting van Duitsche zijde
medegedeeld, dat het verdrag van Versailles
op geen enkele wijze voorziet in de beper
king van het financieele deel der Duitsche
weerbaarheidsbegrooting. De verhooging is
noodig wegens de voorbereidingen van de in
het oog gevatte reorganisatie van het EHiit-
sche leger, van een leger met een langen
diensttijd tot een leger met een korten dienst
tijd, waarmede belangrijke kosten zouden
zijn gemoeid. De vergrooting der uitgaven
voor de marine worden gemotiveerd met de
mededeeling, dat het scheepsmateriaal der
rijksmarine verouderd zou zijn, aangezien
het thans in gebruik zijnde materiaal een
gevaar zou beteekenen voor de bemanningen.
De verhooging der voor het ministerie van
luchtvaart uitgetrokken uitgaven vindt haar
reden in de gelijdelijke vervanging van een-
motorige verkeersvliegtuigen door meer-mo-
torigen, een maatregel, welke vereischt wordt
voor de vergrooting der veiligheid in het
luchtverkeer. Voorts wordt een deel der kos
ten besteed aan luchtbescherming.
FRANCOIS PONCET BIJ BARTHOU.
De Fransche minister van buitenlandsche
zaken, Barthou, heeft Maandagmiddag een
onderhouo genad met den Franschen ambas
sadeur te Berlijn, Frangois Poncet.
Bovendien heeft Barthou den Franschen
ambassadeur te Warschau, Laroche, ontvan
gen.
Frangois Poncet is gistermiddag te Parijs
aangekomen. Op verschillende hem door de
journalisten gestelde vragen antwoordde de
ambassadeur, dat hij noch een opdracht
heeft, noch ontboden is, doch slechts een
paar dagen verlof te Parijs zal doorbrengen.
Natuurlijk zou Hij van de gelegenheid gebruik
maken om den minister, met wien hij persoon
lijk bevriend is, te spreken. De avondbladen
zijn evenwel van meening, dat Frangois Pon
cet voor de bijeenkomst van het Geneefsche
bureau nauwkeurig op de hoogte wenscht te
worden gesteld van de Fransche plannen en
in het bijzonder over den stand der hangende
Fransch-Engelscht besprekingen.
De Quai d'Orsay dementeert het bericht
dat Barthou een bezoek aan Berlijn zal bren
gen.
De besprekineen van Barthou
met Laroche en Poncet.
Nadat de minister van buitenlandsche za
ken, Barthou, gistermiddag een uur met den
Franschen ambassadeur in Warschau, Laro
che had gesproken, had hij een langdurig on
derhoud met den Franschen ambassadeur in
Berlijn, Frangois Poncet. In aansluiting
daarop wisselde hij weer van gedachten met
Larochie, waarna hif weer met Frangois Pon
cet besprekingen voerde.
Omtrent het onderwerp der besprekingen
verluidt officieel niets. Maar in welingelichte
politieke kringen neemt men aan, dat de be
sprekingen met den Franschen ambassadeur
te Warschau betrekking hebben gehad op de
voorbereiding van de reis van Barthou naar
Polen. Zoo zou Barthou zich nauwkeurig op
de hoogte hebben gesteld van het Poolsche
standpunt inzake de actueele internationale
problemen. Onder deze omstandigheden zou
ook het Duitsch-Poolsche niet-aanvalsverdrag
uitvoerig ter sprake zijn gebracht, vooral in
verband met de uitwerking daarvan op den
toestand in Oost-Europa en op de politiek in
het algemeen. De Uuitcch-Poolsche betrek
kingen zouden dan den overgang gevormd
hebben tot de besorekingen tusschen Barthou
en Frangois Poncet, w aarbij ook de ontwape
ningsconferentie te berde'werd gebracht. De
kwestie der herbewapening van Duitschland
blijft het hoofdprobleem vormen van de ont
wapeningsconferentie. Mocht op 23 Mei de
hoofdcommissie van de ontwapeningsconfe
rentie bijeenkomen, dan zou Barthou Voorne
mens zün zelf naar Genève te gaan, waar hij
ook op 7 Mei reeds zal deelnemen aan de
Eden zal te Geneve nieuwe voor
stellen doen. (Dag. Overzicht).
Bewogen Lagerhuis-zitting. (Bui
tenland).
Internationale valsche munters-
bende ontdekt. (Buitenland).
Spanjaarden bezetten een deel van
Marokko. (Buitenland).
Op een onbewaakten overweg na
bij Haarlem een man door een
trein gedood. (Binnenland).
Op het IJselmeer is een motor-
schip gedeeltelijk uitgebrand na een
ontploffing aan boord. (Binnenland),
(Zie verder eventueel laatste
berichten).
vergadering van den Voikenbondsraad, aan
gezien die zich dan met de Saarkwestie zal
bezighouden, welke eveneens onderwerp van
bespreking zou hebben gevormd in het onder-
houd met Frangois Poncet.
DE KERKSTRIJD IN DUITSCHLAND.
Gewe'ddadig optreden.
De onderhandelingen tusschen de r.k. kerk
en de nat.-soc. regeering betreffende de
Jeugdorganisaties in Beieren zijn thans ge
heel ten einde. Naar eerst thans bekend
wordt zijn Zaterdag ernstige botsingen voor
gekomen tusschen katholieken en nat.-soc.
buiten het bisschoppelijk paleis te Wurzburg.
De nat.-soc. drongen het paleis binnen en
slechts tijdig ingrijpen van de politie kon ge
welddadigheden voorkomen.
SPANJAARDEN BEZETTEN
MAROKKO.
Ifni ingenomen.
Dezer dagen hebben de Spanjaarden het
gebied Ifni in Spaansch Marokko bezet. Ifni
was hoewel het evenals de steden Ceuta en
Melilla Spaansch souverein gebied is nim
mer door de Spanjaarden bezet geworden,
aangezien men aan dit gebied geen bijzon
dere beteekenis toekende en bovendien een
landing voor de onderwerping der stammen
in het Fransche gebied met groote zekerheid
een zeer bloedige onderneming achtte. Pas de
laatste groote Fransche actie in de anti-At
las, in het verloop waarvan de „Blauwe Sul
tan", die ook over Ifni regeerde zich vrijwil
lig ter beschikking van de Spanjaarden stel
de, maakte deze in strijd met de in bezitne
ming van dit gebied. Zij werd slechts geleid
door kolonel Capaz en drie andere officieren,
nadat tevoren de politieke toestand grondig
was opgehelderd. De bezettingstroepen zul
len pas gisteren (Maandag) te Ifni aanko
men. Het succes van deze onderneming is uit
sluitend toe te schrijven aan kolonel Capaz.
NA DEN OPSTAND IN SPANJE.
Gevangenen in hongerstaking.
In Valderrobles in Madrid zijn een aantal
gevangenen in hongerstaking gegaan uit
protest omdat zij niet in het ontwerp-amnestie
zijn opgenomen.
HET LEGER IN DUITSCHLAND.
Moet nat. soc. zijn.
De Duitsche Rijksweerminister overste-
generaal von Blomberg heeft, naar de „Völ-
kische Beobachter" meldt, de volgende be
schikking uitgevaardigd:
„Het eerste jaar der nationaal socialisti
sche staatsleiding heeft de basis gelegd voor
de politieke en economische reorganisatie
van de natie.
Het tweede jaar stelt de noodzakelijkheid
van de geestelijke penetratie der natie met de
leidende gedachten van den nat. soc. staat
op den voorgrond. Een overeenkomstige scho
ling is daarom ook een belangrijke taak van
alle den nieuwen staat met hun wil dragende
organisaties. Dat geldt in bijzonderen mate
voor de weermacht, die de hoeder en verdedi
ger van het nationaal socialistische Duitsch
land en van zijn levensruimte naar buiten is
Ik gelast derhalve, dat in den vervolge aan
het onderricht over politieke actueele pro
blemen in de weermacht door alle dienstin-
stanties verhoogde beteekenis moet worden
gegeven en verhoogde aandacht geschonken.
Teneinde een uniforme uitvoering van het on
derricht inzake politieke actueele problemen
te waarborgen zal het rijksweerministerie in
den vervolge gedrukte „richtlijnen voor het
onderricht inzake politieke actueele proble
men" als bijlage uitgeven.
MIJRAMP IN JAPAN.
Veertig man bedolven.
Tengevolge van een ontploffing zijn gister
ochtend in het mijngebied van Isjiki in Japan
veertig mijnwerkers bedolven. De reddings
werkzaamheden, welke onverwijld zijn aan
gevangen, zijn tot nu toe zondfer resultaa'
gebleven.