DE LUCHTROOVERS VAN HOITIKA.
Üt
|p
a
mw
B^lll
i
jUMicaties
^fchaakcu&ciek
m t fm
mi m
xmm
«m
m
m
9
'wm 'Wfa
VOOR DE KLEINTJES
Raadsel hoekse
ARME BRUIN
TEEKEN PLAATJ E
TOELATING VAN LEERLINGEN TOT
DE OPENBARE SCHOLEN VOOR
GEWOON LAGER ONDERWIJS.
lÉl
llll ül
11
8P
IÉP
HP
H Hl
ÉH wm
BP^
x
X
X
X
x
X
X
X
X
X
X
X
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van ALKMAAR brengen ter algemeene
kennis van belanghebbenden, dat zij die
na afloop van de a.s. zomervacantie
hunne kinderen één der openbare scho
len voor gewoon lager onderwijs wen-
schen te doen bezoeken, daarvan aan
gifte kunnen doen ter gemeente-secreta
rie, afdeeling Onderwijs, onder overleg
ging van het geboortebewijs van het
kind (of het trouwboekje der ouders),
en, voorzoover het kind de koepokin
enting heeft ondergaan, van het vaccine-
bewijs.
De aandacht wordt er op gevestigd
dat de Tesselschadeschoo! (v.m. Ge
meenteschool nr. 1 aan de Laat) en de
Bosboom Toussaintechool (v m Gemeen
teschool nr. 8 aan de Brillesteeg) in het
bijzonder bestemd zijn voor opleiding
van leerlingen, die na het afloopen der
school waarschijnlijk gymnasiaal-, mid
delbaar-, handels- of uitgebreid lager
onderwijs zullen genieten
De kinderen moeten voor toelating op
de genoemde scholen op 1 Augustus a s
den leeftijd van zes jaar hebben bereikt
(derhalve geboren zijn vóór oi op 1 Au
gustus 1928).
De gelegenheid tot het doen van aan
gifte is opengesteld voor hen, wier ge
slachtsnamen aanvangen met de letters:
A, t/m. F. bij voorkeur op MAANDAG
16 AF RIL e.k.
G. t/m. K. bij voorkeur op DINSDAG
17 APRIL e.k.
L. t/m. S. bij voorkeur op WOENSDAG
18 APRIL e.k.
T. t/m. Z. bij voorkeur op DONDER
DAG 19 APRIL e.k.,
telkens des namiddags van 2 tot 5 uur.
De ouders of verzorgers van leerlingen
uit andere gemeenten zijn verplicht de
aanvragen tot toelating te lichten tot de
gemeentebesturen van hun woonplaats
Alkmaar, 12 April 1934.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
F. K. VAN KINSCHOT, Burgemeester
A. XOELMA. Secretaris.
Oplossing tweezet 490.
1. Pb3
Oplossing eindspel 748.
1. Te4. Th6f (of Pf6 2. Pf6 Th8 3. Kc7
enz.) 2. Kc7 Ka7 (na Ta6 volgt 3. Pb6f
Ka7 4. Pc8+ Ka8 5. Tb4 en wint) 3. Pc3
(dreigt 4. Ta4f Ta6 5. Pb5f 3Ta6 4.
Pb5f Ka8 en 5. Te8 mat.
Oplossing eindspel 749.
1. Tb2f Ka4 2. Tb8 leveit enkel pat op.
Dus 1. Pa5f Ka4 (na 1Ka3 2. Pc5
Te8f 3. Pe6 staat winst voor wit buiten
twijfel 2. Ta2f Kb5 3. Tb2f Kc5! 4. Pb3f
Kb6 5. Pd4f Kc7 6. Pe6f Kc8 7. Tc2f Kb7
(of Kd7 8. Tc7+ Ke8 9. Kf6 Tb7! 10. Pg7f!
naast Tb7) 8. Pc5f Ka7 (anders eventueel
Pa6f) 9. Ta2f Kb6 10. Pd7 en wint.
Probleem 491.
e f g h
a b
Tweezet.
Eindspel no. 750. (T. Gorgievv).
8
7
6
5
4
5
2
1
m.
W//>
"a bed e f g
Wit speelt en wint.
Eindspel no. 751. H Rinck.
i
XjP
f g
a b c d e
Wit speelt en wint.
Fransche partij.
Wit: Eliskases. (Innsbruck).
Zwart: Rattmann (Hamburg).
(Uit een correspondentiopartij gespeeld
in de 4e meestergroep van Januari tot
October 1931, uitgeschreven door de
Wiener Schachzeitung. De aanteekenin-
g enzij nvrij gevolgd naar die van A
Becke reen der redacteuren der W- S
1. e4 e6 2. d4 d5 3 Pc3 dc4 4 Pe4 Pbd7.
5. PfM Pgfö. 6. Pf6f Pf6. 7. Ld3 co 8 dc5
(Wit houdt de partij eenvoudig, wellicht
rekenende op zijn meerdere eindspel
kennis) 8Lc5. 9. 0—0 0- O 10 Lg5
b6? (Beter ware hier Le7. om eventueele
Kleine Jantje plast en schatert,
Kleine Jantje is kletsnat.
Juichend roept het oolijk baasje:
Mammie, lekker is 't in bad!
Moeder zegt: Mijn vroolijk Jantje
Is toch heusch zoo'n kleine schat!
Vader neemt een kiek van 't ventje,
Als hij spartelt in het bad.
(Nadruk verboden).
door
C. E DE LILLE HOGERWAARD.
Broertje Tom een jaartje ouder
Huilt en roept: Hu ,'t is zoo nat!
E'ken keer vindt Tom 't een straf weer,
Als hij Vrijdags moet in bad.
Tom komt lach niet! ook op
't plaatje,
Iedereen vraagt: Wie is dat?
Welke jongen gaat nu huilen?
Hij maakt 't water dubbel nat!
openbreking van de koningsvleugel te
voorkomen en de zw. Dam aus meer be
wegingsvrijheid te geven) 11. De2 (Om
plaats te maken voor een toren op dl).
Lb7. (Hiermee neemt zwart genoegen
met de verbreking der pionnen-orde op
zijn koningsvleugel, met de bedoeling
over de open g-lijn met zijn torens ge
steund door Lb7 een aanval te doen op
wits koningsvleugel). Bovendien wil
zwart met zijn dame naar f4. 't Valt ech
ter anders uit!)
12. Tadl Dc7. 13 Pe5! (Nu ie alva,t
één bedoeling (Df4) verijdeld) Tfd8 (Nu
is Le7 niet mer goed. Immers na 13.
Le7 volgt nu 1. Lf6f Lf6 15. Pd7! met
kwaliteits- of pionwinst).
13 - Lf6 gf6 15. Dg4+ Kf8 (Men ziet hoe
moeizaam zwart met zijn Torens op de
g-lijn kan komen. Immers 14Kh8
wordt gevolgd door 15. Dh4 met mat-
dreiging op h7, terwiil 15Td3 en
De5 worden verhinderd door Df6f en
Td3). 16. Pf3 Ke7 (om toch tot toren ver
dubbeling op de g-lijn te komen) 17.
Le4! (Fout zou zijn Lh7? wegens Th8 en
Tg8 en zwart zou een uitstekende aan
val krijgen. Ook 17f5? is slecht
wegens 18. Dg5+ enz. De zet heft dus de
werkzaamheid van Lb7 op. 't Is alsof wit
daadwerkelijk aantoonen wil dat Zwarts
bedoeling geen enkele kans van slagen
heeft).
17Tg8 18. Dh4 (En nog steeds
heeft de zwarte dame geen kans op f4 te
komen) Tg7. ('t Schijnt dat de bedoeling
om de torens te verdubbelen dus slagen
zal. Maar 't vervolg zal uitwijzen, dat
ork nog dit fout is) 19. Pd4! Tag8?
(Zwart overziet de gevaren, hij had dit
paard moete nafruilen) 20. Lb7 Db7 21.
Pf5ü (Meesterlijk gespeeld. Nu wint vit
de kwaliteit op g7 en daarmee de partij.
Immers na 21ef5 volgt 22. Telf en
mat op Td8.) 21Ke8. (er is niet an
ders.) 22. Pg7f Tg7 23. g3 't Eenvoudig
ste; alle gevaar is voor wit bezworen en
hi] wint gemakkelijk. Zwart geeft op
1.
Oplossingen der raadsels uit he*
vorige nummer.
Voor grooteren.
Wassenaar Willem de Zwijger.
Ik
Lei—den
Lon—den
Edam
Ma—rie
Dinsdag
E—va
Zwolle
Wil—lem
IJzer
Gou—da
Een
Ri—ka
Portugal,
tulp.
Gort, paal, rug, portaal
Elspeet.
1.
E
e I f
vis ch
Elspeet
S n e e k
bek
t
Schouw, burg; Schouwburg.
Voor kleineren.
Een kabouter.
He^ kamertje is zóó klein, dat je er
geen vin kunt verroeren (vink.)
Wij v ten niet, dat Hans ijsco ven
ter wilde woraen. (sijs).
Het kind kwam u schriften vragen.
(mnsch).
Annie is erg lui; leeren vindt ze
vreeselijk. (uil).
Ze(e), bra(am); zebra.
Dak, tak, hak, wak, lak.
OM OP T. LOSSEN.
Voor grooteren.
Op de zigzag-kruisjsleijn komt, van
boven naar beneden gelezen, de
naam van een plaa s in den Gel-
derschen Achterhoek.
een klein geldstuk,
een deel van je gebit,
een metaal,
een hoogte,
een aardworm,
een familielid
een stekelig dier.
een getal.
een deel van je voet.
2e
3e
4e
5e
X
6e
7e
8e
9e
1 X
19e
2.
3.
Mijn beide eerste lettergrepen vor
men samen een hemelgeest, mijn
derde is een hoogte en mijn geheel
een bekende plaats in Zwitserland.
Vul deze 16 vakjes in met:
3 A 5 E 1D 1 M 4 N 2T
maar doe het zóó, dat je van links
naar rechts en van boven naar be
neden leest:
4.
Ie rij een meisjesnaam.
2e een ander woord voor Paradijs.
3e een deel van je voet.
4e nog een meisjesnaam.
Mijn naam wordt met vier letter
grepen
Geschreven en vormt een vergif.
De beide eerste noemen 'n jongen,
De laatste twee een meisje grif.
Wie kan mij nu het antwoord
zeggen?
Zoo vrees'lijk moeilijk is 't toch
niet!
Denk even na. In 't raden ben je
Toh immers steeds een heele Piet!
Voor kleineren.
Verborgen bioemen.
Aan den naam hoort men het reeds:
meneer Wladimir is een Rus.
De zieke was liever benauwd dan dat
hij die ontzettende pijnaanvallen
kreeg.
Is er in Weesp een kruidenier, die
kamers verhuurt?
Vader heeft een leuk plan; wat zal
Hans er ingenomen mee -ijii!
Ladderraadsel.
Ie (bovenste) sport een
dik scheepstouw.
2e sport 'n groot lichaams
deel van een groot
dier.
3e sport een boom.
4e sport het tegenoverge-
3.
4.
stelde van begin.
5e sport een voorwerpje,
dat zoowel door den
schoenmaker als bij bor
duren gebruikt wordt.
6e sport een zoute vloei
stof.
De woortten bestaan alle uit vijf let
ters en de middelste letters vor
men, van boven naar beneden ge
lezen, den naam van een dorp in
de prov.-Utrecht.
Welke klinker en welk werkwoord
vormen samen een zure vloeistof?
Welke vrucht wordt omgekeerd een
smalle strook?
(Nadruk verboden).
Hoera! We gaan verhuizen!
Wie gaat er met ons mee?
We pakken vlug ons speelgoed
In Jantje's groote slee.
We rijden onze „auto"
Tot vlak voor 't nieuwe huis
En zijn met 't heele vrachtje
Dan in een wipje „thuis"
(Nadruk verboden).
Moes zegt Het is een drukte!
Maar w ij verhuizen graag,
Daarom zijn wij zoo vroolijk,
Zoo vrees'lijk blij vandaag.
Zeg kom j'eens bij ons spelen
In 't mooie, nieuwe huis?
Maar loop dan niet naar 't oude,
Want daar vond j' ons niet thuis!
C. E DE LILLE HOGERWAARD.
In 't kleine poppeniedikant
Ligt Bruin, de teddybeer.
Hij is zoo ziek, die arme Bruin:
Zijn hoofdje doet zoo zeer!
En naast het bedje daar zit To;
Ze past haar beertje op.
Ze deed een zachten, warmer, doek
Om Teddy's berenkop.
Zoo nu en dan, als Teddy huilt,
Dan sust ze: Wees maar zoet!
Kom, drink een beetje uit dit glas,
Dat doet je stellig goed!
(Nadruk verboden).
Dan zingt ze Bruin een liedje voor
Of stopt hem warmpjes in.
En Bruintje kijkt haar dankbaar aan;
Zoo is 't wel naar z'n zin!
De and're popen, heusch, 't is waar!
Die zijn een beetje kwaad.
Dat moeder To den teddybeer
Maar zoo verwennen gaat!
Doch Tootje zegt: Foei, schaam je
watl
De teddybeer heeft pijn
En voor een zieke kun je heusch
Toch nooit te vriend'lijk zijn!
RO FRANKFORT-
WERKENDAM.
(Nadruk verboden).
Om na te teekenen.
203. Een schip dus, dat kan vliegen, herhaalde de oude
Ach, hij snapt er niets van, zei Piet, heeft natuurlijk nooit
een vliegtuig gezien, maar dat zal wel wennen. Het is fijn,
voegde hij er nog aan toe. Opeens liep de bestuurder op
den oude toe, boog zijn hoofd achterover en keek hem
strak aan.
204. De man schrok zichtbaar. Jij doet maar alsof je een
oude heer bent, maar is dat baardje wel echt? En eer hij
het beletten kon, trok de bestuurder er eens flink aan.
205. Alsjeblieft! Hij hield een stuk baard en de snor in
handen. Er kwam een veel jonger gezicht te voorschijn en
in plaats van aandoenlijke tranen te storten siste de jeug
dige grijsaard: leelijke salamander, geef op mijn baard!