I DE LUCHTROOVERS VAN hOITIKA. r m DE KOMENDE WERELDOORLOG? i zteaéciek Jthaakcufaiek m'm Buitenland. Toebereidselen tot den strijd. JAPANSCHE TOEKOMSTDROOMEN. 'H, 1 m wï, JUi W a v/, aam Onze Derde April-Opgave. Welke dag? Wanneer men er rekening mee houdt dat de jaren, waarvan het getal door 4 deelbaar is, schrikkeljaren zijn, maar dat hiervan zijn uitgezonderd de eeuw jaren, dus in onze puzzle 1900, dan vindt men na nauwkeurig zoeken, wetend dat 21 April 1934 een Zaterdag is, dat 21 April 1845 een Maandag was. Onze Nieuwe Opgave. No. 4 der April- serie). Letters en cijfers. AB X ABC RASBC RS X RST ATBD In deze beide lettersommen stellen de zelfde letters dezelfde cijfers voor. Drie cijfers ontbreken in totaal, waaronder ook do 0 (nul) is. Gegeven is verder nog dat het verschil tusschen A en B gelijk is aan 4. Gevraagd wordt beide sommen in cij fers in te zenden. Oplossingen (2 p.) liefst zoo vroegtij dig mogelijk, doch uiterlijk tot Vrijdag 4 Mei 12 uur aan dtn Puzzle Redacteur van de Alkmaarsche Courant. Van de gezamenl-ke besturenbonden aan den Langend ij k en Sin t Pancras was een schrijven ingekomen om mede te werken, er bij den minister op aan te dringen, dat de gewijzigde baggerregeling weer terug ge bracht worde op het peil van voorheen, zijnde 4 pramen bagger tegen een loon van 54 cent per eenheid. Er op gewezen werd, dat de dagtaak, zijnde 5 pramen, te zwaar is voor den arbeider en dat vele werkgevers gekant zijn tegen deze regeling. De voorzitter zeide, dat in overleg met de 50 gemeenten, rijks-inspecteur en Heide Mij. gehandeld is in opdracht van den minister, dooi welke de loonen voor het baggeren zijn vastgesteld. Nadien is een schrijven van de commissie uit de 50 gemeenten gekomen om aan deze regeling volle medewerking te verleenen. De bedoeling van den minister is, dat 8)4 uur per dag gewerkt wordt. Het vorig jaar is het oogluikend toegestaan, dat er pl.m. 41/* uur werd gewerkt, maar zulks kan op den duur niet; er moest meer gepresteerd worden. Het is een mooie werkverschaffing, waar we prat. op kunnen gaan, welke in de gemeente moet blijven en daarom moet de overheid mee werken dat het werk gunstig blijft loopen. B. en W. stelden te dien opzichte dan ook voor, afwijzend op het adres te beschikken. De heei Bonnet zeide uit het schrijven be grepen te hebben, dat het halen van 4 pramen reeds te licht was. Vroeger was het toch zoo, dat men daar zijn portie gedaan had. De voorzitter zeide: het is wel gebruikelijk, maar het is anders. Er komen moeilijkheden in werkverschaffing. Vroeger haalde men 3 pramen 's morgens, terwijl dan 's middags arbeid op het land werd verricht, dit was het meest gebruike lijke. Nu is dit het bezwaar bij de werkver schaffing, dat niet 8)4 uur gewerkt wordt, maar pl.m. 4 en dat mag niet Te dien op zichte zijn dan ook de navolgende inlichtin gen der nieuwe baggerregeling verstrekt: Door den opzichter van de Heide Maat schappij, belast met het toezicht op de werk verschaffingen „baggeren", zijn de volgen de inlichtingen verstrekt over de nieuwe bag gerregeling, naar aanleiding van het adres van de werknemersorganisatiën aan den Langendijk en te Sint-Pancras om pogingen aan te wenden tot wederinvoering van de oude regeling. De minister van sociale zaken heeft be paald dat in de werkverschaffingen 50 uur per week moet worden gewerkt. Het uurloon is voor deze gemeente bepaald op 25 cent. Werkt men 50 uur per week dan kan men dus verdienen 12.50. Bij de oude regeling werd door de bagger- lieden hoogstens 30 a 35 uur per week ge werkt enwerd dientengevolge een uurloon betaald van plus minus 40 cent. Bij de nieuwe regeling is het kwantum te halen bagger even verhoogd teneinde daar door te bereiken, dat de arbeider dichter aan de 50 uren werken per week toekomt. Ook bij het thans te halen kwantum komt de doorsnee arbeider bij goed werken niet aan de 50 uur per week toe. De Heide Mij. neemt daar echter genoegen mee. Per nraam wordt betaald 45 rent. Wan neer men nu 28 pramen haalt komt men aan een weekloon van 12.60, dat is dus reeds 10 cent meer dan door den minister is be paald. De bovendien betaalde toeslagen wor den buiten beschouwing gelaten. Het is ech ter toegestaan 30 pramen met bagger te ha len, waardoor men een weekloon kan berei ken van 13.50. Een bedrag van 45 cent per praam is niet te laag, wanneer we er op letten dat te Noord-Scharwoude in het vrije bedrijf reeds 50 cent per praam betaald wordt. De doorsneebaggerman kan het bepaalde kwantum bij niet te hard werken in 6 a 7 uur per dag bereiken. Wanneer deze man .dit werk achter elkaar wil verrichten is het wel zwaar, doch hij kan het doen. Doch het is niet noodig, zelfs niet wensche- lijk, dat de baggeraar het bepaalde kwan tum in één werktijd haalt. Het is veel beter dat de man des morgens 3 pramen haalt en dan des namiddags 2 pramen. Hij behoeft zich dan in het geheel niet te haasten en de ze regeling komt dan mer overeen met het geen in het vrije bedrijf vaak voorkomt, dat de man des morgens 3 pramen modder haalt en des middags met de baas naar de akker gaat. Trouwens deze regeling is reeds den ge- heelen winter in Heerhugowaard toegepast. Vóór 4 uur des namiddags mogen de bag geraars niet naar huis. In die gemeente zijn vele werkloozen aan het slooten en om het eene werk tegen het andere te doen opwegen is men daar van oordeel dat een baggeraar tot 4 uur moet werken. De hoeveelheid te halen bag;ger komt in de gemeente Broek op Langendijk neer op 52)4 M* per week. In de gemeenten Sint Maarten, Koedijk, Warmenhuizen, Haren karspel, waar de schuiten alle gemeten zijn, moet men 55 M3 per week halen, voor het zelfde geld. In de meeste gemeenten komen vele ar beiders aan het maximum te halen kwantum toe, zonder daarvoor te zwaar te moeten werken. De anderen kunnen in elk geval het bedrag van 12.50 halen. In de gemeenten Hoogkarspel, Schermer- horn, Beemster, Purmerena, Ilpendam, Landsmeer, Oostzaan, wordt 50 uur per week gebaggerd. In Purmerend en Ilpendam geschiedt dat in de ringvaart op 2)4 meter diep water terwijl de specie zware klei Is. De Heide Mij. is van oordeel dat in deze gemeente niet te veel van de arbeiders ge vergd wordt. De heer v. d. Molen zeide, dat de thans bestaande baggerregeling in den omtrek door mannen van de practijk in de gemeenten uit den treure is besproken en afgekeurd. Spr. is van meening, dat de adviseurs der Ned. Heide Mij ten dien opzichte niet op de hoogte zijn. De thans bestaande regeling is moeilijk uit te voeren. Het is voldoende, wan neer een arbeider 4 pramen modder vol haalt en geheel keg gooit. Het loon is ook te laag, hetwelk niet de hand werkt, om er 5 te halen. Menscen uit de practijk zijn van meening, dat 4 pramen genoeg is. Spr. is er dan ook voor om den minister te vragen, de oude regeling wederom in te voeren. De voorzitter gaf toe, dat het in de ge meente niet gebruikelijk was, om er 5 te halen, maar bestreed, dat het in de practijk niet doenlijk was. Spr. wilde geen namen noemen, maar er zijn arbeiders, welke in een tijd van 6 uur 5 pramen modder halen, welke hun werk goed verrichten en om 12 uur thuis zijn. Maar het grootste euvel is, dat er te veel gejaagd en gezwoegd wordt, om in den korst mogelijken tijd klaar te komen en dat mag bij de Heide Mij. niet. Deze zegt, dat de wericverdeeling anders kan worden gemaakt, wanneer het niet achter elkaar kan, dan ook 's middags. Het is is de menschen bun eigen schuld, want ze hebben het over dreven. Het vorig jaar is al meegedeeld, dat er waren, welke in den tijd van 3 uur thuis waren. Wethouder Ooijevaar was ook van ge dachte, dat 4 pramen modder genoeg is cm te presteeren, maar in verband met het ver gevorderde seizoen wenschte spr. het nu te laten zoo het is. Komen we in den herfst weer in de gelegenheid, laat dan verzocht worden, tot Het halen van 4 schuiten en wel 3 's voermiddags en 1 's namiddags, en dan de controle scherper doorvoeren. De heer Koedijk als man van de practijk kwam het ook voor dat een norm van 4 pramen vol en leeg een behoorlijke dagtaak is. Eigenlijk vroeger meer dan nu Daar er nu wel plaatsen zijn, waar er 5 gehaald kunnen worden. Over het algemeen moet echter de norm zoo blijven. De zaak heeft ge schiedenis. Vroeger baggerde de arbeiders voor de bouwers, nu voor de Heide Mij. De bouwers staan er buiten. Het verzoek is tot den raad gericht, maar, die staat er ook buiten. Het is een geschil tusschen werk gever en weiknemer. Is het nu ook mogelijk, et daarheen te leiden, dat met de controleur der Heide Mij. er bij op een dag de men schen 4 pramen modder halen en dat dan gehandeld worde naar hetgeen dien dag naar voren komt, wat betreft bezwaren. Onze menschen zien zich aan te passen. Laat het eens geprobeerd worden om tot goede verhoudingen te komen. Meerdere leden uitten niet ook in deze geest, dat 4 pramen voldoende zijn en wen- schen zulks dan ook opgelost te zien door 's morgens en 's middags te baggeren, zooals door wethouder Ooijevaar is aangegeven. De voorzitter zegde toe, deze zaak nader onder de oogen te zien en te bespreken met de oemmissie van vijf, als ook met de Heide Mij. en rijks-inspecteur. Vastgesteld werd een voorstel van B. en W. tot wijziging en nadere aanvulling van het ambtenarenreglement en rechtstoestand secretaris, ontvanger en ambtenaar burgerl. stand. Door den heer v. d. Molen werd gevraagd in verband met het wets-on-twerp werkfonds 1934 of er ook door B. en W. in samenwer king met de andere Langedijker gemeenten iets te doen is om een werkobject te zoeken. De voorzitter deelde mede, dat zulks een punt van bespreking zal vormen op de ver gadering van Ned. gemeerten, afd. Noord- holland B. en W. wenschen in deze nog een stap verder te doen, maar achten zulks nog niet geschikt voor publicatie, daar hetgeen in petto is, nog maar in een beginstadium ver keert. Hierna sluiting De vroegere Japansche minister van oor log Adao Araki, de groote man van het machtige eilandenrijk, die, om bet politieke leven wat rust te gunnen, voorloopig van het tooneel verdween, schreef in den zomer van 1932 in „Kaikosha", het blad van soldaten- bond, de volgende, veelzeggende woorden: De geest van Japan moet over de zeven zeeën en de vijf continenten verbreid worden, des noods met geweld. De Oost-Aziatische lan den zijn door de blanke volkeren onderdrukt geworden Japan zal deze aanmatigingen niet langer dulden. Het is de dure plicht van het Japansche volk, elke actie van tegen de Japansche heerschappij gekante machten, te keeren. Mantsjoerije en Mongolië vormen de poorden voor de uitbreiding der Japan sche heerschappij. Japan wenscht een Mon golië voor de Mongolen waar vrede en rust verzekerd zijn. Het kan niet gedoogen, dat Mongolië door een vreemde macht veroverd wordt. Mongolië kan een nog grooter hin derpaal voor de Japansche vredesmissie wor den dan Mantsjoerije was. En nooit mogen we vergeten, dat Wladiwostok „Heerscheres van het Verre Oosten" beteekent, en dat de Russische stad nog steeds dezen naam draagt. Een „Rijk van het Midden" Duidelijker kon het bijna niet. En toch nog duidelijker taal spreekt de kroning van ae.i laatsten Chineeschen keizer, den jongen Poe- Ji, tot keizer van Mantsjoerije en Mongolië Door deze daad werd de traditie der Groot- Aziatische heerschers-idee van het „Rijk van het Midden" weer opgenomen. Japansche troepen staan reeds in Midden-Mongolië. Kort geleden onderhandelden de kleine vors ten der verschillende stammen met Nanking om in de eerste plaats bevrijd te worden van den druk der steeds verder naar het Noor den trekkende Chineesche boeren, die de wei- degronden der Nomaden in gebruik nemen en dezen altijd meer naar de woestijn drin gen. Maar ook ditmaal was Nanking te langzaam en te zwak. Intusschen hebben de Mongolen de autonomie uitgeroepen. En van daar tot de Japansche controle „il n'y a qu'un pas". De vereeniging met Mantsjoekwo staat voor de deur. Noord-Mongolië en Tannu Tuwa, het va derland der eertijds zoo gevreesde ruiter- horden van den wereldveroveraar Dzjingis- khan, 500 a 600 keer zoo groot als ons land, staan op het oogenblik geheel onder Rus sisch gezag. Sinds 1921 zijn deze gebieden Sovjetstaten naar het model van Moskou. De oude vorsten en vorstjes zijn uit hun macht ontzet, die thans wordt uitgeoefend door in Rusland gevormde Buriaden. De buiten- landsche politiek wordt door Moskou geleid. Bij duizenden vluchten de nationaal gezinde Mongolen over de grens naar Binnen-Mon- golië. Japan zoekt land. Wat nu is Japans laatste droom hier in Binnen-Azië? Door de emigratieverboden van de Ver. taten en het Britsche Rijk werd Japan de mogelijkheid ontnomen om in die uitgestrek te landen een gedeelte van zijn bevolkings- overvloed te loozen. Elk jaar stijgt de bevol king in Japan met één millioen zielen. Te vergeefs tracht het door een voorbeeldeloos snelle industrialiseering zijner bedrijven dit geweldige overschot werk en brood te ver schaffen. In Mantsjoekwo, dat overrijk is aan land en ruwe producten, heeft het te kampen met geweldige concurrentie van den, door hongersnood en ziekte uit het eigenlijke Chi na naar het Noorden verdreven Chineeschen boer. Daar komt nog bij, dat de Japansche kolonist het in den winter barre en in den zomer snikheette klimaat van Mantsjoerije niet verdragen kan. Precies eender zijn de sociale en klimato logische verhoudingen in Midden-Mongolië In Noord-Mongolië is de koloniseering op groote schaal op het oogenblik niet mogelijk. Dat er schatten in den bodem aanwezig zou den zijn, is nog niet vastgesteld. Het geluk kig maken dezer gebieden met de „pac Ja- ponica", kan dus aileen de aanwinst van po litieke étappen-stations beteekenis hebben. In derdaad araagt het uiteindelijk doel van de zen weg naar het Verre Westen absoluut een politiek-militair karakter. Door de beide Mongoliën voert de weg naar het Kruis van Azië, het Pamir-plateau en het thans nog Chineesch genoemde Oost-Turkestan. Hier raken elkaar de landmassa's van de grootste territoria der Europeesch—Aziatische we reld: China, Rusland, het Britsche Imperium (inet Indië) en weldra ook nog het nieuwe, grootere Japan. Van hieruit is het probleem- Azië in geheel zijn overweldigende grootte te ontrollen. En in dit licht bezien is de fantas tische gedachte aan een Japansch keizerrijk over Azië niet zoo'n utopie, als men geneigd zou zijn te vermoeden. W ereldheerschappij. Het scheppen van een absolute Japansche Noord-Zee door eliminatie van de Russische kustprovincie, Noord-Sachalin en voor alles Wladiwostok, evenais de aan den loopenden band plaats vindende of nog te verwachten geboorte van een reeks Japansche controle- staten, zooals Mantsjoekwo, Midden- en Noord-Mongolië en tenslotte Chineesch Oost- Turkestan, dat sinds maanden verscheurd wordt door den strijd van Russische, Japan sche, Chineesche en Britsche partijen, zijn de eerste étappes der Aziatische „Moroe-doc- trine". Maar in het fata morgana der Japansche wereldheerschappij is dit slechts één weg. Hij moet de economische, politieke en mili taire mogelijkheden scheppen voor die bloe digste aller beslissingen, die nu voor de deur staat. Een andere weg leidt naar het Zuiden, naar het groote kolonisatiegebied voor de toekomst, naar het Japansche over- zeesche landbouwgebied. Wat betreft het klimaat en de technische mogelijkheden tot kolonisatie, komen hier vooral FranschIn- do-China en Australië in aanmerking. In het Fransche gebied, dat heelemaal in de tropische zone ligt, is de druk der Chi neesche massaverhuizing nog niet merkbaat Australië is een werelddeel, dat bijna zoo groot is als Europa en daarbij slechts door 6)4 millioen menschen bewoond wordt. Men heeft in Australië lang gemeend, dat het Ja pansche verlangen zich slechts uitstrekte tot het tropische en sub-tropische gebied in het Noorden. Eerst in den allerlaatsten tijd bewijst de door het gansche continent varende paniek, dat men tot de ontdekking kwam: „Japan wil alles, ook het door barrières van iedere soort angstig behoede „White mans country". Azië is troei. In al dit wordende, groeiende, zijn de blanken „heeren der schepping" en dit is misschien wel het meest drastische bewijs voor een volkomen verandering in den toe stand der wereld van het offensief naar het defensief gedrongen. Twee ideeën die beide uit Aziatisch brein ontsprongen, zijn het hoofdzakelijk, die hen in de verdrukking brengen: het nieuwe nationalisme der kleur lingen en het communisme der Sovjets, dat op zijn manier de wereld wil saneeren. Om de politiek der groote staten te begrijpen, zal men de hoegrootheid van elk dezer beide ge varen voor ieder afzonderlijk geval moeten onderzoeken. Het minst door het communisme bedreigd voelen zich tot nog toe de Vereenigde Staten van Noord-Amerika. Voor hen bestaat slechts het machtsprobleem in den Stillen Oceaan en de bedreiging der Chineesche markt Daarvandaan dat nieuwe voeling zoeken met Moskou; de overeenkomsten tusschen beide staten wijzen, alle dèmentis ten spijt, op een gemeenschappelijk plan de campagne tegen het eilandenrijk. Wat betreft Engeland's be zit in 't Oosten en in verband daarmee het bestaan van het Rijk zelf, houden beide ge varen elkaar in evenwicht. De traditie zij ner politiek getrouw, zou het onmogelijk zijn als het, als eerste étappe, zijn beide tegen standers Japan en Rusland elkaar in de ha ren deed vliegen, om zelf eerst op het nipper tje en dan nog misschien gedwongen door het Australische probleem, op het slagveld te verschijnen. Een onzekere factor is Frank rijk, welks Indonesisch koloniale rijk zoo goed als weerloos te grijp ligt. Wel bestaat er een vriendschapsverdrag met Japan en nog kort geleden werd een FranschJapansche maatschappij tot productiefmaking van den bodem van Mantsjoekwo eesticht. Nog steeds schijnt Frankrijk de ietwat nevelachtige hoop te koesteren, zich te kunnen handhaven op de toeschouwerstribune in het Verre Oos ten. Wedloop in bewapening! Interessant is het de jongste ontwikkeling der dingen in China na te gaan. Hier wordt het rijksbestaan steeds meer door het com munisme ondermijnd. Misschien is het ge volg hiervan: een tijdelijke entente met het Moskou vijandig gezinde Japan. China is er zich bovendien van bewust, dat het, in geval van een toekomstigen oorlog, het terrein daarvoor te leveren zal hebben Ook het Rijk van het Midden is weerloos en daarom niet in staat openlijk partij te kiezen Maar toch bewapent het zich. Voor 1936 wil Nanking alleen reeds een strijdmacht van 850 ocrlogsvliegtuigen ter beschikking heb ben. Een kleine leger Amerikaanscne in structeurs is te werk gesteld. De vliegtuigbe stelling in de Vereenigde Staten beloopen jaarlijks vele millioenen. De oorlog in het Oosten zal immers hoofd zakelijk een luchtoorlog zijn. Ter zee en te land is het Japansche moederland, evenals zijn recente vastelandsgebied, nauwelijks aantastbaar. De Noord-Aziatische zeeën zul len in geval van nood in één groot mijnenveld herschapen worden. Maar ook als het Rus sische Oostelijke leger, ondanks zijn motosi- seering en het vermeende genie van den aan voerder Blücher in het beste geval het defen sief kan doorstaan dan staan op de lijn Chabarowsk—Wladiwostok honderden Rus- sischen bommenvliegtuigen gereed, die bin nen enkele uren boven de industrie-centra en munitiekampen van Mantsjoerije en het Ja pansche kernland kunnen zijn. Engeland's tactiek. Tegenover dit alles is de strategie der Angelsaksische machten duidelijk. Hun vlo ten en vlootbasissen valt de taak ten deel, om zekere gedeelten van den Stijlen Oceaan defensief af te sluiten en van hieruit de bevei ligde vliegtuigmoederschepen naar voren te sturen, van waaruit, als van kunstmatige eilanden, de luchtaanval op de Japansche krachtcentra kan plaats vinden. Alles wijst in deze richting. Hals over kop wordt de Amerikaansche luchtvloot uitgebreid. De Engelsche vestingen Hongkong en Singapore worden tot luchtvlootbasis van den eersten rang uitgebouwd. Aan de Noord-Australi sche kust ontstaat de nieuwe lucht- en U-boor- haven Port Darwin Dit alles doet niets vermoeden van de zeer vreedzame toekomst, die we, volgens de zeer beminnelijke verkla ringen der gezanten, tegemoet gaan. Ock in het schaakspel in Midden-Azië worden, naast de Russische en Japansche raadsheeren, den Engelsche en Fransche pion nen in het spel betrokken. Tibetaansche troe pen in Engelsche uitrusting marcheeren naar de Chineesche provincies Sechwan en Uc*.a westelijk Yunnln op. Fransche koloml?' troepen bewegen zich in de richting Van 'e Yunnaneesche provincie-hoofdstad m'v tomben van menschenoffers vallen in Een leger van krijgszuchtige mierenvolks marcheert over het lichaam van het reu»? rijk van het Midden om „ergens" vaste tv?' ties in te kunnen nemen. Maar China ié eeuwige kolos. In de duizenden jaren v? zijn geschiedenis heeft het ontelbare va zulke crisis doorgemaakt. En allemaal da? staan! En zoo zal misschien in deze worst ling om de wereld, China met zijn lugutoT \olkskracht en zijn vermogen tot snookarfc tige expansie, de overwinning bevechten Oplossing eindspel 752. 1. Wit kon (Se L. niet slaan b.v. 1 rw Pc3 2. Tb2 Ta8f en mat. Of 1. Ka2> pil 2. Ka3 Pbóf en Fa7. Maar na 1. dreigt winst van T en L. maar L Lg8 dekt alles!) Daarom 2. Tb7! en wit komt pal t, staan of vervoert het Paard. Oplossing eindspel 753. 1. h5 Kh6 2. hgfi! Kg5. 8. g7 Ta7f 4 Vu Kf6 5. g8P KeC 6. Ph6 Th7 7. Pg8g mi6e. Niet toereikend is. 1. Td5? Kh6 2. Tg5 Ta4! 3. Kf8 Th4 zwart wint. Oplossing eindspel 754.» 1. Th7 Tb8 (1Tc8 is natuuito zwakker 1Lg7 2. Tg7 veraiE niets) 1Kc8 (a) 2 Kd6 Tb6f Kc5 4. Kc6 Tc8f 6. Kd6 en wint. a) 1Kc8 2. Kd5! a5 3. Kc6 Tafy 4. Kb5 Ta8 nu ziet men waarom 2. Kd6 niet gebeuren mag, de Toren kan naar d6 ontwijken) 5. Kb6 Tb8f 6. Kc3 en wint. Eindspel 755. Im,A 'W/. i mr m*W a b c d e f Zwart: Ir. Kautny. Wit: Dr. Aljechine. Wit speelt en wint. Eindspel 756. Zwart: F. A. Crowl. Wit: A. Bunyan. S Zwart aan zet en wint. Eindspel 757. Zwart: A Becker. Wit: E Gt'ünfeld. 8 1 m^u éi i Iwl PP* W' Wit aan zet en wint. Zaterdag j.1. speelden twaalf spel®''6 van Morphy uit Den Helder een vriefl®" schappelijke wedsti ijd tegen evenzo®' veel spelers van V. V V. alhier met w volgende uitslag. Den Helder V. V. V. 227. Het waren de dappersten geweest, die de achter volging doorgezet hadden, maar nu ze opeens zoo'n ge heimzinnig licht achter zich aan zagen komen, t'e gelu'den hoorden, enin de opening gekomen een hun onbekend iets op het water zagen drijven, verloren ze hun bol heelemaal en sprongen pardoes in het water. tel Ziezoo, die zijn we kwijt. Nu gauw naar het toes uder! De kluizenaar schrok niet minder dan de wl. 228. en verder! den van het toestel. In zoo'n boot kregen ze hem van z') leven niet. Dan maar liever voor altijd op zijn c"an bleven. Er was geen tijd voor lang praten, de anderen »r pen in hun vliegtuig, de kluizenaar stond bij de opening de rots en wuifde hen vaarwel toe.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 10