I
DE LUCHTROOVERS VAN hOITIKA.
r m
DE KOMENDE WERELDOORLOG?
i
zteaéciek
Jthaakcufaiek
m'm
Buitenland.
Toebereidselen tot den strijd.
JAPANSCHE TOEKOMSTDROOMEN.
'H, 1
m
wï, JUi
W a
v/, aam
Onze Derde April-Opgave.
Welke dag?
Wanneer men er rekening mee houdt
dat de jaren, waarvan het getal door 4
deelbaar is, schrikkeljaren zijn, maar
dat hiervan zijn uitgezonderd de eeuw
jaren, dus in onze puzzle 1900, dan vindt
men na nauwkeurig zoeken, wetend dat
21 April 1934 een Zaterdag is, dat 21
April 1845 een Maandag was.
Onze Nieuwe Opgave. No. 4 der April-
serie).
Letters en cijfers.
AB X ABC RASBC
RS X RST ATBD
In deze beide lettersommen stellen de
zelfde letters dezelfde cijfers voor. Drie
cijfers ontbreken in totaal, waaronder
ook do 0 (nul) is. Gegeven is verder nog
dat het verschil tusschen A en B gelijk
is aan 4.
Gevraagd wordt beide sommen in cij
fers in te zenden.
Oplossingen (2 p.) liefst zoo vroegtij
dig mogelijk, doch uiterlijk tot Vrijdag
4 Mei 12 uur aan dtn Puzzle Redacteur
van de Alkmaarsche Courant.
Van de gezamenl-ke besturenbonden aan
den Langend ij k en Sin t Pancras was een
schrijven ingekomen om mede te werken, er
bij den minister op aan te dringen, dat de
gewijzigde baggerregeling weer terug ge
bracht worde op het peil van voorheen, zijnde
4 pramen bagger tegen een loon van 54 cent
per eenheid. Er op gewezen werd, dat de
dagtaak, zijnde 5 pramen, te zwaar is voor
den arbeider en dat vele werkgevers gekant
zijn tegen deze regeling.
De voorzitter zeide, dat in overleg met de
50 gemeenten, rijks-inspecteur en Heide Mij.
gehandeld is in opdracht van den minister,
dooi welke de loonen voor het baggeren zijn
vastgesteld.
Nadien is een schrijven van de commissie
uit de 50 gemeenten gekomen om aan deze
regeling volle medewerking te verleenen.
De bedoeling van den minister is, dat 8)4 uur
per dag gewerkt wordt. Het vorig jaar is
het oogluikend toegestaan, dat er pl.m. 41/*
uur werd gewerkt, maar zulks kan op den
duur niet; er moest meer gepresteerd worden.
Het is een mooie werkverschaffing, waar we
prat. op kunnen gaan, welke in de gemeente
moet blijven en daarom moet de overheid mee
werken dat het werk gunstig blijft loopen.
B. en W. stelden te dien opzichte dan ook
voor, afwijzend op het adres te beschikken.
De heei Bonnet zeide uit het schrijven be
grepen te hebben, dat het halen van 4 pramen
reeds te licht was. Vroeger was het toch zoo,
dat men daar zijn portie gedaan had.
De voorzitter zeide: het is wel gebruikelijk,
maar het is anders. Er komen moeilijkheden
in werkverschaffing.
Vroeger haalde men 3 pramen 's morgens,
terwijl dan 's middags arbeid op het land
werd verricht, dit was het meest gebruike
lijke. Nu is dit het bezwaar bij de werkver
schaffing, dat niet 8)4 uur gewerkt wordt,
maar pl.m. 4 en dat mag niet Te dien op
zichte zijn dan ook de navolgende inlichtin
gen der nieuwe baggerregeling verstrekt:
Door den opzichter van de Heide Maat
schappij, belast met het toezicht op de werk
verschaffingen „baggeren", zijn de volgen
de inlichtingen verstrekt over de nieuwe bag
gerregeling, naar aanleiding van het adres
van de werknemersorganisatiën aan den
Langendijk en te Sint-Pancras om pogingen
aan te wenden tot wederinvoering van de
oude regeling.
De minister van sociale zaken heeft be
paald dat in de werkverschaffingen 50 uur
per week moet worden gewerkt.
Het uurloon is voor deze gemeente bepaald
op 25 cent.
Werkt men 50 uur per week dan kan men
dus verdienen 12.50.
Bij de oude regeling werd door de bagger-
lieden hoogstens 30 a 35 uur per week ge
werkt enwerd dientengevolge een uurloon
betaald van plus minus 40 cent.
Bij de nieuwe regeling is het kwantum te
halen bagger even verhoogd teneinde daar
door te bereiken, dat de arbeider dichter aan
de 50 uren werken per week toekomt. Ook
bij het thans te halen kwantum komt de
doorsnee arbeider bij goed werken niet aan
de 50 uur per week toe. De Heide Mij. neemt
daar echter genoegen mee.
Per nraam wordt betaald 45 rent. Wan
neer men nu 28 pramen haalt komt men aan
een weekloon van 12.60, dat is dus reeds
10 cent meer dan door den minister is be
paald. De bovendien betaalde toeslagen wor
den buiten beschouwing gelaten. Het is ech
ter toegestaan 30 pramen met bagger te ha
len, waardoor men een weekloon kan berei
ken van 13.50.
Een bedrag van 45 cent per praam is niet
te laag, wanneer we er op letten dat te
Noord-Scharwoude in het vrije bedrijf reeds
50 cent per praam betaald wordt.
De doorsneebaggerman kan het bepaalde
kwantum bij niet te hard werken in 6 a 7 uur
per dag bereiken.
Wanneer deze man .dit werk achter elkaar
wil verrichten is het wel zwaar, doch hij kan
het doen.
Doch het is niet noodig, zelfs niet wensche-
lijk, dat de baggeraar het bepaalde kwan
tum in één werktijd haalt. Het is veel beter
dat de man des morgens 3 pramen haalt en
dan des namiddags 2 pramen. Hij behoeft
zich dan in het geheel niet te haasten en de
ze regeling komt dan mer overeen met het
geen in het vrije bedrijf vaak voorkomt, dat
de man des morgens 3 pramen modder haalt
en des middags met de baas naar de akker
gaat.
Trouwens deze regeling is reeds den ge-
heelen winter in Heerhugowaard toegepast.
Vóór 4 uur des namiddags mogen de bag
geraars niet naar huis. In die gemeente zijn
vele werkloozen aan het slooten en om het
eene werk tegen het andere te doen opwegen
is men daar van oordeel dat een baggeraar
tot 4 uur moet werken.
De hoeveelheid te halen bag;ger komt in
de gemeente Broek op Langendijk neer op
52)4 M* per week. In de gemeenten Sint
Maarten, Koedijk, Warmenhuizen, Haren
karspel, waar de schuiten alle gemeten zijn,
moet men 55 M3 per week halen, voor het
zelfde geld.
In de meeste gemeenten komen vele ar
beiders aan het maximum te halen kwantum
toe, zonder daarvoor te zwaar te moeten
werken.
De anderen kunnen in elk geval het bedrag
van 12.50 halen.
In de gemeenten Hoogkarspel, Schermer-
horn, Beemster, Purmerena, Ilpendam,
Landsmeer, Oostzaan, wordt 50 uur per
week gebaggerd. In Purmerend en Ilpendam
geschiedt dat in de ringvaart op 2)4 meter
diep water terwijl de specie zware klei Is.
De Heide Mij. is van oordeel dat in deze
gemeente niet te veel van de arbeiders ge
vergd wordt.
De heer v. d. Molen zeide, dat de thans
bestaande baggerregeling in den omtrek
door mannen van de practijk in de gemeenten
uit den treure is besproken en afgekeurd. Spr.
is van meening, dat de adviseurs der Ned.
Heide Mij ten dien opzichte niet op de
hoogte zijn. De thans bestaande regeling is
moeilijk uit te voeren. Het is voldoende, wan
neer een arbeider 4 pramen modder vol haalt
en geheel keg gooit. Het loon is ook te
laag, hetwelk niet de hand werkt, om er 5 te
halen.
Menscen uit de practijk zijn van meening,
dat 4 pramen genoeg is. Spr. is er dan ook
voor om den minister te vragen, de oude
regeling wederom in te voeren.
De voorzitter gaf toe, dat het in de ge
meente niet gebruikelijk was, om er 5 te
halen, maar bestreed, dat het in de practijk
niet doenlijk was. Spr. wilde geen namen
noemen, maar er zijn arbeiders, welke in een
tijd van 6 uur 5 pramen modder halen, welke
hun werk goed verrichten en om 12 uur
thuis zijn. Maar het grootste euvel is, dat er
te veel gejaagd en gezwoegd wordt, om in
den korst mogelijken tijd klaar te komen en
dat mag bij de Heide Mij. niet. Deze zegt,
dat de wericverdeeling anders kan worden
gemaakt, wanneer het niet achter elkaar kan,
dan ook 's middags. Het is is de menschen
bun eigen schuld, want ze hebben het over
dreven. Het vorig jaar is al meegedeeld, dat
er waren, welke in den tijd van 3 uur thuis
waren.
Wethouder Ooijevaar was ook van ge
dachte, dat 4 pramen modder genoeg is cm
te presteeren, maar in verband met het ver
gevorderde seizoen wenschte spr. het nu te
laten zoo het is. Komen we in den herfst
weer in de gelegenheid, laat dan verzocht
worden, tot Het halen van 4 schuiten en
wel 3 's voermiddags en 1 's namiddags, en
dan de controle scherper doorvoeren.
De heer Koedijk als man van de practijk
kwam het ook voor dat een norm van 4
pramen vol en leeg een behoorlijke dagtaak
is. Eigenlijk vroeger meer dan nu Daar er
nu wel plaatsen zijn, waar er 5 gehaald
kunnen worden. Over het algemeen moet
echter de norm zoo blijven. De zaak heeft ge
schiedenis. Vroeger baggerde de arbeiders
voor de bouwers, nu voor de Heide Mij. De
bouwers staan er buiten. Het verzoek is tot
den raad gericht, maar, die staat er ook
buiten. Het is een geschil tusschen werk
gever en weiknemer. Is het nu ook mogelijk,
et daarheen te leiden, dat met de controleur
der Heide Mij. er bij op een dag de men
schen 4 pramen modder halen en dat dan
gehandeld worde naar hetgeen dien dag
naar voren komt, wat betreft bezwaren.
Onze menschen zien zich aan te passen. Laat
het eens geprobeerd worden om tot goede
verhoudingen te komen.
Meerdere leden uitten niet ook in deze
geest, dat 4 pramen voldoende zijn en wen-
schen zulks dan ook opgelost te zien door
's morgens en 's middags te baggeren, zooals
door wethouder Ooijevaar is aangegeven.
De voorzitter zegde toe, deze zaak nader
onder de oogen te zien en te bespreken met
de oemmissie van vijf, als ook met de Heide
Mij. en rijks-inspecteur.
Vastgesteld werd een voorstel van B. en
W. tot wijziging en nadere aanvulling van
het ambtenarenreglement en rechtstoestand
secretaris, ontvanger en ambtenaar burgerl.
stand.
Door den heer v. d. Molen werd gevraagd
in verband met het wets-on-twerp werkfonds
1934 of er ook door B. en W. in samenwer
king met de andere Langedijker gemeenten
iets te doen is om een werkobject te zoeken.
De voorzitter deelde mede, dat zulks een
punt van bespreking zal vormen op de ver
gadering van Ned. gemeerten, afd. Noord-
holland B. en W. wenschen in deze nog een
stap verder te doen, maar achten zulks nog
niet geschikt voor publicatie, daar hetgeen in
petto is, nog maar in een beginstadium ver
keert. Hierna sluiting
De vroegere Japansche minister van oor
log Adao Araki, de groote man van het
machtige eilandenrijk, die, om bet politieke
leven wat rust te gunnen, voorloopig van het
tooneel verdween, schreef in den zomer van
1932 in „Kaikosha", het blad van soldaten-
bond, de volgende, veelzeggende woorden:
De geest van Japan moet over de zeven zeeën
en de vijf continenten verbreid worden, des
noods met geweld. De Oost-Aziatische lan
den zijn door de blanke volkeren onderdrukt
geworden Japan zal deze aanmatigingen
niet langer dulden. Het is de dure plicht
van het Japansche volk, elke actie van tegen
de Japansche heerschappij gekante machten,
te keeren. Mantsjoerije en Mongolië vormen
de poorden voor de uitbreiding der Japan
sche heerschappij. Japan wenscht een Mon
golië voor de Mongolen waar vrede en rust
verzekerd zijn. Het kan niet gedoogen, dat
Mongolië door een vreemde macht veroverd
wordt. Mongolië kan een nog grooter hin
derpaal voor de Japansche vredesmissie wor
den dan Mantsjoerije was. En nooit mogen
we vergeten, dat Wladiwostok „Heerscheres
van het Verre Oosten" beteekent, en dat de
Russische stad nog steeds dezen naam
draagt.
Een „Rijk van het Midden"
Duidelijker kon het bijna niet. En toch nog
duidelijker taal spreekt de kroning van ae.i
laatsten Chineeschen keizer, den jongen Poe-
Ji, tot keizer van Mantsjoerije en Mongolië
Door deze daad werd de traditie der Groot-
Aziatische heerschers-idee van het „Rijk van
het Midden" weer opgenomen. Japansche
troepen staan reeds in Midden-Mongolië.
Kort geleden onderhandelden de kleine vors
ten der verschillende stammen met Nanking
om in de eerste plaats bevrijd te worden van
den druk der steeds verder naar het Noor
den trekkende Chineesche boeren, die de wei-
degronden der Nomaden in gebruik nemen
en dezen altijd meer naar de woestijn drin
gen. Maar ook ditmaal was Nanking te
langzaam en te zwak. Intusschen hebben de
Mongolen de autonomie uitgeroepen. En van
daar tot de Japansche controle „il n'y a
qu'un pas". De vereeniging met Mantsjoekwo
staat voor de deur.
Noord-Mongolië en Tannu Tuwa, het va
derland der eertijds zoo gevreesde ruiter-
horden van den wereldveroveraar Dzjingis-
khan, 500 a 600 keer zoo groot als ons land,
staan op het oogenblik geheel onder Rus
sisch gezag. Sinds 1921 zijn deze gebieden
Sovjetstaten naar het model van Moskou. De
oude vorsten en vorstjes zijn uit hun macht
ontzet, die thans wordt uitgeoefend door in
Rusland gevormde Buriaden. De buiten-
landsche politiek wordt door Moskou geleid.
Bij duizenden vluchten de nationaal gezinde
Mongolen over de grens naar Binnen-Mon-
golië.
Japan zoekt land.
Wat nu is Japans laatste droom hier in
Binnen-Azië?
Door de emigratieverboden van de Ver.
taten en het Britsche Rijk werd Japan de
mogelijkheid ontnomen om in die uitgestrek
te landen een gedeelte van zijn bevolkings-
overvloed te loozen. Elk jaar stijgt de bevol
king in Japan met één millioen zielen. Te
vergeefs tracht het door een voorbeeldeloos
snelle industrialiseering zijner bedrijven dit
geweldige overschot werk en brood te ver
schaffen. In Mantsjoekwo, dat overrijk is aan
land en ruwe producten, heeft het te kampen
met geweldige concurrentie van den, door
hongersnood en ziekte uit het eigenlijke Chi
na naar het Noorden verdreven Chineeschen
boer. Daar komt nog bij, dat de Japansche
kolonist het in den winter barre en in den
zomer snikheette klimaat van Mantsjoerije
niet verdragen kan.
Precies eender zijn de sociale en klimato
logische verhoudingen in Midden-Mongolië
In Noord-Mongolië is de koloniseering op
groote schaal op het oogenblik niet mogelijk.
Dat er schatten in den bodem aanwezig zou
den zijn, is nog niet vastgesteld. Het geluk
kig maken dezer gebieden met de „pac Ja-
ponica", kan dus aileen de aanwinst van po
litieke étappen-stations beteekenis hebben. In
derdaad araagt het uiteindelijk doel van de
zen weg naar het Verre Westen absoluut
een politiek-militair karakter. Door de beide
Mongoliën voert de weg naar het Kruis van
Azië, het Pamir-plateau en het thans nog
Chineesch genoemde Oost-Turkestan. Hier
raken elkaar de landmassa's van de grootste
territoria der Europeesch—Aziatische we
reld: China, Rusland, het Britsche Imperium
(inet Indië) en weldra ook nog het nieuwe,
grootere Japan. Van hieruit is het probleem-
Azië in geheel zijn overweldigende grootte te
ontrollen. En in dit licht bezien is de fantas
tische gedachte aan een Japansch keizerrijk
over Azië niet zoo'n utopie, als men geneigd
zou zijn te vermoeden.
W ereldheerschappij.
Het scheppen van een absolute Japansche
Noord-Zee door eliminatie van de Russische
kustprovincie, Noord-Sachalin en voor alles
Wladiwostok, evenais de aan den loopenden
band plaats vindende of nog te verwachten
geboorte van een reeks Japansche controle-
staten, zooals Mantsjoekwo, Midden- en
Noord-Mongolië en tenslotte Chineesch Oost-
Turkestan, dat sinds maanden verscheurd
wordt door den strijd van Russische, Japan
sche, Chineesche en Britsche partijen, zijn de
eerste étappes der Aziatische „Moroe-doc-
trine".
Maar in het fata morgana der Japansche
wereldheerschappij is dit slechts één weg.
Hij moet de economische, politieke en mili
taire mogelijkheden scheppen voor die bloe
digste aller beslissingen, die nu voor de
deur staat. Een andere weg leidt naar het
Zuiden, naar het groote kolonisatiegebied
voor de toekomst, naar het Japansche over-
zeesche landbouwgebied. Wat betreft het
klimaat en de technische mogelijkheden tot
kolonisatie, komen hier vooral FranschIn-
do-China en Australië in aanmerking.
In het Fransche gebied, dat heelemaal in
de tropische zone ligt, is de druk der Chi
neesche massaverhuizing nog niet merkbaat
Australië is een werelddeel, dat bijna zoo
groot is als Europa en daarbij slechts door
6)4 millioen menschen bewoond wordt. Men
heeft in Australië lang gemeend, dat het Ja
pansche verlangen zich slechts uitstrekte tot
het tropische en sub-tropische gebied in het
Noorden.
Eerst in den allerlaatsten tijd bewijst de
door het gansche continent varende paniek,
dat men tot de ontdekking kwam: „Japan
wil alles, ook het door barrières van iedere
soort angstig behoede „White mans country".
Azië is troei.
In al dit wordende, groeiende, zijn de
blanken „heeren der schepping" en dit is
misschien wel het meest drastische bewijs
voor een volkomen verandering in den toe
stand der wereld van het offensief naar
het defensief gedrongen. Twee ideeën die
beide uit Aziatisch brein ontsprongen, zijn
het hoofdzakelijk, die hen in de verdrukking
brengen: het nieuwe nationalisme der kleur
lingen en het communisme der Sovjets, dat
op zijn manier de wereld wil saneeren. Om
de politiek der groote staten te begrijpen, zal
men de hoegrootheid van elk dezer beide ge
varen voor ieder afzonderlijk geval moeten
onderzoeken.
Het minst door het communisme bedreigd
voelen zich tot nog toe de Vereenigde Staten
van Noord-Amerika. Voor hen bestaat slechts
het machtsprobleem in den Stillen Oceaan
en de bedreiging der Chineesche markt
Daarvandaan dat nieuwe voeling zoeken met
Moskou; de overeenkomsten tusschen beide
staten wijzen, alle dèmentis ten spijt, op een
gemeenschappelijk plan de campagne tegen
het eilandenrijk. Wat betreft Engeland's be
zit in 't Oosten en in verband daarmee het
bestaan van het Rijk zelf, houden beide ge
varen elkaar in evenwicht. De traditie zij
ner politiek getrouw, zou het onmogelijk zijn
als het, als eerste étappe, zijn beide tegen
standers Japan en Rusland elkaar in de ha
ren deed vliegen, om zelf eerst op het nipper
tje en dan nog misschien gedwongen door
het Australische probleem, op het slagveld
te verschijnen. Een onzekere factor is Frank
rijk, welks Indonesisch koloniale rijk zoo
goed als weerloos te grijp ligt. Wel bestaat
er een vriendschapsverdrag met Japan en nog
kort geleden werd een FranschJapansche
maatschappij tot productiefmaking van den
bodem van Mantsjoekwo eesticht. Nog steeds
schijnt Frankrijk de ietwat nevelachtige
hoop te koesteren, zich te kunnen handhaven
op de toeschouwerstribune in het Verre Oos
ten.
Wedloop in bewapening!
Interessant is het de jongste ontwikkeling
der dingen in China na te gaan. Hier wordt
het rijksbestaan steeds meer door het com
munisme ondermijnd. Misschien is het ge
volg hiervan: een tijdelijke entente met het
Moskou vijandig gezinde Japan.
China is er zich bovendien van bewust, dat
het, in geval van een toekomstigen oorlog,
het terrein daarvoor te leveren zal hebben
Ook het Rijk van het Midden is weerloos en
daarom niet in staat openlijk partij te kiezen
Maar toch bewapent het zich. Voor 1936 wil
Nanking alleen reeds een strijdmacht van
850 ocrlogsvliegtuigen ter beschikking heb
ben. Een kleine leger Amerikaanscne in
structeurs is te werk gesteld. De vliegtuigbe
stelling in de Vereenigde Staten beloopen
jaarlijks vele millioenen.
De oorlog in het Oosten zal immers hoofd
zakelijk een luchtoorlog zijn. Ter zee en te
land is het Japansche moederland, evenals
zijn recente vastelandsgebied, nauwelijks
aantastbaar. De Noord-Aziatische zeeën zul
len in geval van nood in één groot mijnenveld
herschapen worden. Maar ook als het Rus
sische Oostelijke leger, ondanks zijn motosi-
seering en het vermeende genie van den aan
voerder Blücher in het beste geval het defen
sief kan doorstaan dan staan op de lijn
Chabarowsk—Wladiwostok honderden Rus-
sischen bommenvliegtuigen gereed, die bin
nen enkele uren boven de industrie-centra en
munitiekampen van Mantsjoerije en het Ja
pansche kernland kunnen zijn.
Engeland's tactiek.
Tegenover dit alles is de strategie der
Angelsaksische machten duidelijk. Hun vlo
ten en vlootbasissen valt de taak ten deel,
om zekere gedeelten van den Stijlen Oceaan
defensief af te sluiten en van hieruit de bevei
ligde vliegtuigmoederschepen naar voren te
sturen, van waaruit, als van kunstmatige
eilanden, de luchtaanval op de Japansche
krachtcentra kan plaats vinden. Alles wijst
in deze richting. Hals over kop wordt de
Amerikaansche luchtvloot uitgebreid. De
Engelsche vestingen Hongkong en Singapore
worden tot luchtvlootbasis van den eersten
rang uitgebouwd. Aan de Noord-Australi
sche kust ontstaat de nieuwe lucht- en U-boor-
haven Port Darwin Dit alles doet niets
vermoeden van de zeer vreedzame toekomst,
die we, volgens de zeer beminnelijke verkla
ringen der gezanten, tegemoet gaan.
Ock in het schaakspel in Midden-Azië
worden, naast de Russische en Japansche
raadsheeren, den Engelsche en Fransche pion
nen in het spel betrokken. Tibetaansche troe
pen in Engelsche uitrusting marcheeren naar
de Chineesche provincies Sechwan en Uc*.a
westelijk Yunnln op. Fransche koloml?'
troepen bewegen zich in de richting Van 'e
Yunnaneesche provincie-hoofdstad m'v
tomben van menschenoffers vallen in
Een leger van krijgszuchtige mierenvolks
marcheert over het lichaam van het reu»?
rijk van het Midden om „ergens" vaste tv?'
ties in te kunnen nemen. Maar China ié
eeuwige kolos. In de duizenden jaren v?
zijn geschiedenis heeft het ontelbare va
zulke crisis doorgemaakt. En allemaal da?
staan! En zoo zal misschien in deze worst
ling om de wereld, China met zijn lugutoT
\olkskracht en zijn vermogen tot snookarfc
tige expansie, de overwinning bevechten
Oplossing eindspel 752.
1. Wit kon (Se L. niet slaan b.v. 1 rw
Pc3 2. Tb2 Ta8f en mat. Of 1. Ka2> pil
2. Ka3 Pbóf en Fa7. Maar na 1.
dreigt winst van T en L. maar L
Lg8 dekt alles!)
Daarom 2. Tb7! en wit komt pal t,
staan of vervoert het Paard.
Oplossing eindspel 753.
1. h5 Kh6 2. hgfi! Kg5. 8. g7 Ta7f 4 Vu
Kf6 5. g8P KeC 6. Ph6 Th7 7. Pg8g
mi6e.
Niet toereikend is.
1. Td5? Kh6 2. Tg5 Ta4! 3. Kf8 Th4
zwart wint.
Oplossing eindspel 754.»
1. Th7 Tb8 (1Tc8 is natuuito
zwakker 1Lg7 2. Tg7 veraiE
niets) 1Kc8 (a) 2 Kd6 Tb6f Kc5
4. Kc6 Tc8f 6. Kd6 en wint.
a) 1Kc8 2. Kd5! a5 3. Kc6 Tafy
4. Kb5 Ta8 nu ziet men waarom 2. Kd6
niet gebeuren mag, de Toren kan naar
d6 ontwijken) 5. Kb6 Tb8f 6. Kc3 en wint.
Eindspel 755.
Im,A
'W/.
i mr m*W
a b c d e f
Zwart: Ir. Kautny.
Wit: Dr. Aljechine.
Wit speelt en wint.
Eindspel 756.
Zwart: F. A. Crowl.
Wit: A. Bunyan.
S
Zwart aan zet en wint.
Eindspel 757.
Zwart: A Becker.
Wit: E Gt'ünfeld.
8
1
m^u éi i
Iwl PP* W'
Wit aan zet en wint.
Zaterdag j.1. speelden twaalf spel®''6
van Morphy uit Den Helder een vriefl®"
schappelijke wedsti ijd tegen evenzo®'
veel spelers van V. V V. alhier met w
volgende uitslag.
Den Helder V. V. V.
227.
Het waren de dappersten geweest, die de achter
volging doorgezet hadden, maar nu ze opeens zoo'n ge
heimzinnig licht achter zich aan zagen komen, t'e gelu'den
hoorden, enin de opening gekomen een hun onbekend iets
op het water zagen drijven, verloren ze hun bol heelemaal
en sprongen pardoes in het water.
tel
Ziezoo, die zijn we kwijt. Nu gauw naar het toes
uder! De kluizenaar schrok niet minder dan de wl.
228.
en verder!
den van het toestel. In zoo'n boot kregen ze hem van z')
leven niet. Dan maar liever voor altijd op zijn c"an
bleven. Er was geen tijd voor lang praten, de anderen »r
pen in hun vliegtuig, de kluizenaar stond bij de opening
de rots en wuifde hen vaarwel toe.