Nederland wint in Antwerpen met 4-2 De zege absoluut verdiend. Drie doelpunten in 3 minuten! Voor den grooten strijd. Het spelverloop. Alhmaarsche Courant van Maandag 30 April 1934, HOE ORANJE WON. SPORT EN WEDSTRIJDEN. (Van onzen eigen redacteur.) Antwerpen, Zondagavond. Nederland heeft de reeks van successen, geboekt in interland wedstrijden, voortgezet met een verdiende 4'2 overwinning op de Belgen. Daarmee is tevens het trotsche record: in de bloei periode geen wedstrijd verloren op vreemd terrein! gehand haafd. Bovendien was de uitslag nog juist voldoende, om de Belgen mee naar Italië te nemen en hoewel geheel Nederland daar over verheugd is, stemt het des te vreugdevoller, nu er hard gevochten moest worden. De wedstrijd werd niet cadeau gegeven; verre van dat. Alleen zag Nederland geen kans, om gedurende 90 minuten zich ge heel te geven. Inderdaad, de wedstrijd is gewonnen, verdiend gewonnen, maar er waren perioden, waarin België in de meerder heid was. Dat waren vooral de begin periode en het beruchte eerste kwartier tje na de rust, dat echter op de minuut af afgesloten werd met een Nederlandsch doelpunt, dat de gelijkmaker was. Toen vooral speelde het Belgische elftal met een onbeteugelenden wil, om te winnen, maar toen kon het slechts een doelpunt scoren. Maar ondertusschen had het 51 minuten geduurd, voordat dit doelpunt kwam. Daaruit blijkt meteen, dat de rust met b'anco stand inging. Geen der beide partijen had kans gezien, om de doelver- dedigers in de eerste helft te passeeren. Eenerzijds kwam dat, doordat v. d. Weyer in ongekend grootschen vorm was .anderzijds, doordat onze verdedi ging betrekkelijk weinig moeite had met den Belgischen aanval. Het was, alsof de Belgen zich bewust waren, de minde ren te zijn: ze speelden in een vrij hoog tempo, hun spel was forscher dan an ders, maar bovendien leek het, of de roode duivels te gehaast waren. Er ont brak iets aan het samenspel. De aanval len werden wel behoorlijk opgebouwd, maar de afwerking was .iet zoo, dat er dikwijls gevaar kwam. Er mankeer le juist kat kleine beetje zuiverheid aan, dat noodig was, om zich kansen te scheppen. En mocht er al eens een kans zijn, dan was daar Keizer, de debutant, die oer- kalm en razend vlug was, en steeds op zekere wijze onheil voorkwam. Keizer was in dezen wedstrijd zeer zeker de meerdere van v. Male, al was het slechts alleen, omdat hij meer aan het spel deelneemt. Of hij de gelijke was van v. d. Weyer? Dat durven wij niet zeggen, want Keizer is daartoe niet in de gelegenheid geste'd geworden, v. d. Weyer kreeg zoo ont zettend veel en zoo buitengewoon moei lijk werk te doen, dat hij allemaal keurig verrichtte, dat een vergelijk ten eenen- male onmogelijk is. Wij zeiden reeds, dat de Belgen for scher speelden dan gewoonlijk. Inder daad, dit was een forsche wedstrijd, dit was weer een strijd om de puntjes en niet alleen om de nationale eer. Nu kon den de Nederlanders best tegen een stootje en zij aarzelden niet, om ook op den man te spelen, als dit noodig was, maar een paar Belgen deden toch iets, wat niet heelemaal in orde was. Zoo vergat v. d. Weyer zich eens en trapte Bakhuys na, zoo deed Voorhof wel eens raar, maar gelukkig bleef alles nog bin nen de perken. Een gevolg van het op de man spelen was, dat Pappaert reeds in het eerste half uur met Bakhuys in een knoop kwam. De Belg moest het veld hinkende verlaten. Gelukkig bleek de invaller geen slechte vervanger, want het leek ons. dat de verdediging er juist iets ster ker door werd. Hoe Nederland won. De doelpunten bleken in de eerste helft te duur. Weliswaar ontkwam het Belgi sche doel een paar keer op het laatste nippertje aan een doorboring, maar v. d. Weyer en zijn mannen konden zich hand haven. Aan den anderen kant lukte het al evenmin. Alleen kregen de Belgen een serie corners te nemen, maar geen van deze bracht serieus gevaar. Toen begon de tweede helft. En ziet, de Belgen trachtten de situatie meester te worden. Ze zetten er plotseling een enorm tempo in en naderden het Oranje- doel. De eerste poging mislukte, een tweede eveneens, maar Een vlotte aanval, waarin de geheel e Belgische voorhoede be trokken was, bracht den bal ten slotte bij Capelle, die van dicht bij onhoudbaar Keizer passeer de. 't Gebeurde heel normaal en j. men zag als ware het doelpunt komen. Dat was 6 minuten na de hervatting en onmiddellijk reageerden de Neder landers. Een offensief werd door Vente ingeleid, maar de duivelsche Belgen trokken terug en met 8, soms 9 man pro beerden ze, zich te handhaven. Dat duurde zoo bijna 10 minuten. Toen gelukte het Bakhuys en Vente, om door een snelle en breede aanval de Belgische verdediging uit elkaar te rukken. Wels zette een voorzet voor het doel, twee, drie Belgen stoven naar den gevaarlijken Bakhuys, Vente was al onschadelijk ge maakt, doch diezelfde Belgen verga ten, dat Smit ook doelpunten kan ma ken. En zonder al te veel moeite kwam dus de gelijkmaker. Maar Nederland had niet genoeg aan dat eene doelpunt. Er volgde een korte periode van verbluffend snel en accuraat samenspel, dat weer vol variatie was en precies 3 minuten na den gelijkmaker was de stand 3—1 voor Nederland! Toen kwam het Belgische snoepreisje naar Rome in gevaar en dat beseften de Belgen ter dege. Ze zetten de t..nden op elkaar, ons team werd ie's minder vin niger en het eind van het liedje was dat de stand 23 werd! Al weer hoopte men in het Belgische kamp op een onverwacht succes, maar ziet, voor de tweede keer reageerde Ne derland op een doelpunt. Het \uur laai de weer op, het spel werd weer ver plaatst naar de Belgische helft en geen oogenblik kwam de zege van Nederland toen meer in gevaar. Bakhuys zorgde er voor, dat ook de hartlijders geen ongelukken begingen en solo-de op zijn gemak door de Belgi sche verdediging, om met een enorm hard en laag schot aan alle eventueele onzekerheid een einde te maken. Toen was het 2—4. Wel bleef er nog een kwartier te spelen, doch de Belgen waren met dezen stand tevreden en ook Nederland geloofde het wel. Een werke lijk serieuze kans kwam er niet meer en het slot was: Nederland won met 42 en België gaat mee naar Italië! Zooals wij Zaterdag schreven, was het: Nederland veroverde Antwerpen zonder slag of stoot. De geheele binnenstad' bleek tjokvol Hollanders te zijn, die met extra-treinen, autobussen en honderden gewone auto's de grens waren overge komen. In groote drommen trok men naar de Keizerlei, de café's en terrassen vulden zich met een vroolijke menigte, oranje lintjes, oranje hoeden, vlaggetjes, toe ters, luidsprekers, alles had men aan, op of bij zich en iedereen was zeker van een Nederlandsche overwinning. Zoo brak de Zondag aan. De nacht was voorbij gegaan in een groote druk te. Duizenden hadden heel netjes kamers besteld, maar vergaten te gaan slapen. Men kon er niet toe komen, omdat de sfeer te gezellig was. De Zondag bracht schitterend mooi weer, met veel zon en weldadige warm te. Opnieuw brachten de treinen bezoe kers naar de Scheldestad, steeds voller werd het overal, in alle straten en in de Scheldewijken. Velen maakten een toch tje over het breede water, velen ook bezochten eventjes de Scheldetunnels, anderen zochten elders tijdverdrijf, maar tenslotte trok tegen den middag toch al les naar het Antwerp-veld. Het zal waarschijnlijk wel de laatste keer zijn, dat het Antwerp-stadion voor deze landenwedstrijden gebruikt wordt. Misschien zullen er zijn, die dat betreu ren, omdat dezulken van traditie hou den. Maar verreweg het grootste deel der Nederlandsche bezoekers zal zonder spijt afscheid genomen hebben van aet veld. Dat is niet zoozeer om het terrein zelf, dan wel, om verschillende andere rede nen. Ten eerste ligt het veld ruim een uur gaans weg uit de binnenstad. Verder is de verbinding er heen zeer primitief. Men kan een tram nemen, doch moet dan nog zeker een half uur loopen. Men kan een taxi nemen, doch deze zijn bijna niet te krijgen. Bovendien huldigen de taxi-chauffeurs de goeden niet te na gesproken bij interlandwedstrijden het afzetsysteem. Dat hebben wij aan den lijve ondervonden. Wij charterden na vele vergeefsche pogingen met ons vijven een taxi en de chauffeur vroeg maar eventjes 10 francs per persoon. Keuze hadden wij niet en zoo kon onze vriendelijke vriend in zijn vuistje lachen en in een half uurtje 50 francs opstrijken! Oftewel on geveer 3.50 Hollandsch geld Zoo worden nu eenmaal zaken gedaan. De inrichting zelf ziet er oppervlakkig beschouwd aardig uit. Voor het stadion liggen twee complexen fraaie tennis velden, het voetbal-speelveld is keurig onderhouden, maar de tribunes. Om op de persplaatsen te komen, is men gedwongen een lage, smerige gang door te wandelen en men komt te voor schijn met kalkstreepen en -vegen op jas en broek. En danmag men in schoolbanken zitten, om een verslag te schrijven. Voor schrijver dezes gaat dat wel, maar er zijn collga's wier omvang het niet toe laat, om zich in de banken te wringen. Zij moeten zich maar behelpen met kof fers, of ze moeten maar staan. Tenslotte zijn de persplaatsen erg laag, zoodat een duidelijk overzicht nooit te verkrijgen is. Hollander, de Avro-man, heeft ook niet zoo'n fraai uitzicht als bij ons. Hij zit vlak achter ons, ook laag en wij ge- looven zeker, dat hij niet het heele veld heeft kunnen overzien. Overigens, voor een club is deze in richting zeker schitterend te noemen. Men bergt toch altijd nog een 40.000 menschen op dit terrein, waarvan het grootste deel echter staan moet. Hoe het zij, als Antwerpen straks een modern stadion krijgt, zal ongetwijfeld alles beter worden. Dan zal men ook re kening houden met het parkeervraag- stuk en eveneens met de toegangswegen. Aan beide ontbreekt zoo ongeveer alles. Wat zijn wij verwend in Amsterdam en wat kunnen wij op zoo'n Antwerp- schen dag deAmsterdamsche organisatie en de Amsterdamsche verkeersmaatre gelen waardeeren! In Amsterdam is het gewoonte, dat de wachtenden worden onthaald op muziek van een rondmarcheerend muziekkorps. Zoo'n korps is ook te Antwerpen aanwe zig, doch dat zwijgt gedurende langen tijd. Neen, in Antwerpen wordt steeds een juniorenwedstrijd gehouden tusschen de twee sterkste junioren-ploegen van België. Zoo ook deze keer. Ie hope van België speelde den serieu- zen wedstrijd, die den neutralen toe schouwer inderdaad kan boeien. Er werd uitstekend gespeeld door beide ploegen en zoowel tactisch als technisch kunnen heel wat Nederlandsche eerste klassers van dit spel nog wat leeren. Het zou dus wel eens kunnen blijken, dat in België de jeugd, dus de toekomst bezit Dat stemt verheugend voor onze Zuidelijke naburen. Zij mogen dan op in ternationaal gebied een soort depressie doormaken, de toekomst behoeft niet donker te worden ingezien. Wij komen hier op een terrein, dat nog we even besproken mag worden. Het verschil tusschen de twee nationale elftallen. Nederland is thans positief sterker dan België. Komt dat, doordat onze spelers zoo veel sterker zijn? Och, wij gelooven dat niet zoo direct. Veel meer meenen wij, dat het verschil zit in de opleiding. Karei Lotsy heeft een nationaal elftal gevormd. Het is vroeger maar al te vaak gebeurd, dat een uitstekend clubspeler zich in de nationale elf niet thuis voel de en steeds zwakker speelde dan ge woonlijk. Dat kan thans niet meer voor komen. Het is vroeger wel eens gebeurd, dat de spelers in den trein met elkaar ken nis maakten. Dat is nu afgeloopen, totaal fini. Nu kent men elkaar bij voer- en achternaam, nu noemt men elkaar bij den voornaam. Onze Nederlandsche voetballers zijn vrienden geworden; zij kennen elkaar door en door. Het Neder landsche elftal bestaat niet meer uit elf spelers, maar is een club op zich zelf geworden. In België werkt men tegenwoordig met clubmootjes. Men kijkt maar eens naar de achterhoede. Keeper, backs en spil zijn spelers van eenzelfde club Men doet dat in België, omdat men oordeelt, dat die spelers op elkaar inge speeld zijn, elkaar kennen. Dat is volkomen juist. Maarde overige spelers moeten zich aanpassen gedurende den wedstrijd; misschien heeft men een paar keer samengespeeld, maar dat is ook alles. En het Nederlandsche elftal. Dat is geen clubmoot, dat is een club Het heele elftal is ingespeeld, de elf jongens ken nen elkaar's spel Zie daar het geheim van het succes! En daarom kan het ook best verklaard worden, dat het Nederlandsche voetbal op zich zelf iets lager staat dan het Bel gische. Onze junioren kunnen eenvoudig niet vergeleken worden met de Belgi sche; onze eerste klassespelers zijn veel te veel in de talrijke clubs verdeeld. Wanneer wij hier een hoofdklasse had den, zooals in België, ongetwijfeld zou ook het Nederlandsche voetbal in 't al gemeen stijgen. Zoover zijn wij helaas nog lang niet. Na den strijd. Het spreekt vanzelf, dat de Nederland sche kolonie na den wedstrijd dubbel en dwars tevreden was. De spelers kregen een langdurige ovatie, de stemming 'er duizenden was perfect en overal hoorde men zingen, dat er geen land was, dat Nederland zou kunnen slaan Iets, wat wij maar niet zullen onder schrijven. Italië zal daar wel nader be richt over sturen! Hoe het echter zij, de Oranjemannen hebben er voor gezorgd, dat Nederland weer meer bekend wordt in de interna tionalen voetbalwereld. Onze jongens hebben er opnieuw voor gezorgd, dat er over het landje aan de Noordzee gesproken wordt, niet alleen in België, maar in alle landen van Eu ropa en daar buiten! Nederland zal zich nu toch wel ge plaatst hebben bij de acht sterkste lan denploegen. Wie had dat 3 jaar geleden durven droomen? Over het spelverloop nog het volgende: Prachtig op tijd klinkt een luid hoezee- geroep op. De muziek zet het Wilhelmus in, alles gaat staan en heel krachtig klinkt uit duizenden kelen het nationale volkslied, krachtiger, overtuigender dan ooit. De elf Oranjemannen staan in de hou ding, de kiektoestellen klik-klakken en daneven los trappen. Even later komen de Belgen. De Bra- bangonne galmt, ook dit lied wordt mee gezongen, maar typisch genoeg niet zoo krachtig, niet zoo overtuigend, 't Is of de Belgische supporters het ergste vree zen. Reeds nu, terwijl er nog niet getost is, gaan de Nederlandsche vlaggetjes om hoog. Reeds nu juicht men, wil men vuur in de Oranje-elf brengen. Dan komt de Engelschman Rous met zijn beide grensrechters v. Moorsel (Ned.) en Franken (België) op het veld; handjes schudden, raden en Puck van Heel kiest zonnadeel, omdat straks de zon lager zal staan en dus nog lastiger zal zijn. Het schrille fluitje van den Engelsch man, die 24 uur vroeger de cup-final in Londen leidde, klinkt en Cappele brengt het leer aan het rollen. De strijd is begonnen door do volgen de elftallen: B e 1 g i e. Van de Weyer (Union St. Gilloise) Pappaert Smellinckx (U. St. Gilloise) (U. St. Gilloise) Peeraer Welkenhuyzen Claessens (Antwerp) (U.St. Gill.) (U.St Gill.) Voorhoof Grymonprez (Liersche) (R.C. Gent) Versyp Capelle R. Ledent (F.C. Brugge) (Stand.) (Stand.) Scheidsrechter O ROUS (Engeland) Mijnders Smit Bakhuijs Vente Wels (D.F.C.) (Haarl.) (Z.a.c.) (Nept.) (Unitas) Van Heel Anderiesen Pellikaan (Fijenoord, aanv.) (Ajax) (LONGA) Van Run Weber (P S.V.) (A.D.O.) Keizer (Ajax) Nederland. De Belgen willen blijkbaar zoo spoedig mogelijk van het zonvoordeel profiteeren en al heel gauw komt er gevaar, als de rechtervleugel onder leiding van Voor hoof ons doel nadert. Anderiesen brengt echter redding, doch opnieuw komt de snelle rechterwing terug en forceert een corner, die heelemaal geen gevaar op levert. Dan probeert Nederland het, maar v. d. Weyer geeft niet thuis en direct daarop vangt Keizer heel kalm een ver en hoog schot van Capelle op. De Belgen spel en iets vinniger en sneller en ook van Run en Weber moe ten handelend optreden. Ze ruimen re soluut op en dan krijgt Bakhuys den bal. De lange Zwollenaar rent alleen langs de verdediging, doch op het critieke mo ment struikelt hij en v. d. Weyer kan nog net redden. Van Run, ver opgedrongen, stopt dan midden in 't veld een bal met zijn han den, doch de vrije trap wordt door Weber heel resoluut gekeerd, waar Bak huys al weer in actie is. Hij krijgt ech ter geen vrij spel, de Belgische verdedi gers zijn als de dood voor hem en Bak huys krijgt geen kans. Beter gaat het aan den anderen kant, waar Capelle een hoogen voorzet van Versyp opvangt, maar Keizer houdt nog geen spreekuur. Dan volgt een razend snelle en gevaar lijke aanval der onzen. Bakhuys plaatst naar Smit, die naar Vente, deze mist, doch Wels ziet de kans en een lage schuiver volgtin de handen van v. d. Weyer. Direct daarop dreigt Mijnders heel gevaarlijk te worden, maar Pappaert omarmt hem en de vrije trap brengt geen succes! Een langdurig en angstig gevecht komt er dan voor ons doel. Weber redt, doch kan het leer niet goed wegwerken. Een tweede poging der Belgen is daar 't ge volg van, doch nu is het schot zoek en de kans is al weer verdwenen. Zoo verstrijkt het eerste kwartier, in welke periode de Belgen iets meer in den aanval zijn geweest, doch Nederland een paar goede kansen heeft gehad. Kei zer heeft in deze korte, doch belangrijke periode een paar keer de gelegenheid gehad, om te toonen, dat hij zijn plaats waard is en bovendien weten wij nu al, dat België niet verpletterd zal worden. Vooral aan het verdedigen wordt de m"este zorg besteed. De eerste helft is precies 25 minuten oud. als België weer een corner te nemen krijgt. Versijp zet scherp voor het doel, doch van Heel knikt goeden dag tegen het leer en meteen is het gevaar ge weken. Dan, bij 'n snellen aanval van ons bin nentrio komt Pappaert in botsing met Bakhuys. De spelers liggen als 't ware in een knoop en het blijkt, dat Pappaert's enkel pijnlijk geworden is. Hij wordt ver vangen door Van Dessel en beide backs wisselen van plaats. De verdediging is ei- echter niet zwakker door geworden. Na dit incident volgt een snelle Ne derlandsche aanval en v. d. Weyer loopt ver uit. Goed gezien, want hij kan net het leer van Ventes schoen wegpikken. A nerrow escape! Even is het kalm op het veld, totdat heel plotseling het vuur weer oplaait aan beide kanten. Nu is er van een Belgisch veldoverwicht geen sprake meer. Inte gendeel, ons Oranjeteam gaat nu tot Jen aanval over. De druk op het Belgische doel wordt groot, wordt grooter. Eerst schiet Vente net naast, dan kanjert Bak huys in de handen van v. d. Weijer en deze laatste weet in één minuut nog drie kanonschoten van den langen Ne derlandsch en mid-voor op fraaie wijze onschadelijk te maken. Een plotselinge uitval der Belgen brengt een kans, maar Leden* schiet precies naast het doel. En nog geen hal ve minuut later schiet Smit buiten het bereik van v. d. Weyer tegen de paal! Het laatste kwartier voor de rust komt dan. Nu blijkt, dat Nederland pas goed het offensief inzet. Alle linies sluiten prachtig aan, steeds weer varieerend gaat het op v. d. Weyer af, de backs en de halflinie der Belgen verdedigen zich met man en macht en keeper v. d. Weyer is in ongekend grootschen vorm. Alle kogel9, hard en zuiver, stopt hij en werkt hij weg. Totdat in de 42ste minuut de eerste Ne derlandsche corner komt. Mijnders zet goed voor het doel, doch weer redt v. d. Weyer. Schoten van ons binnentrio volgen elkaar snel op, maar v. d. Weyer is ab soluut ongenaakbaar; vallende, stom pende, ranselende, op allerlei wijze en steeds indraaien stijl houdt hij zijn doel schoon en zoo komt de rust met blanco stand (0—0). De tweede helft. Zoowaar begint de tweede helft met een Nederlandschen aanval, doch het schot van den mid-voor verdwijnt achter het doel. Het is dan de beurt van Voor hoof, die keurig en snel den bal op brengt en op het goede moment een through-pass naar Capelle geeft. Keizer weet het leer niet te bemachtigen, doch tot ons geluk heeft de Belgische mid- voor de richting niet goed gekozen. Doch de roode duivels komen terug. Het beruchte kwartiertje is begonnen. Fraai combineerend wordt de aanval opgezet en er komt opnieuw gevaar, dat echter door Pellikaan bezworen wordt. Enkele minuten later echter gaat het fout. Bij een hernieuwde poging der Bel gen aarzelt van Run even, Capelle krijgt een niet te missen kans en België leidt na 6 minuten! Dat is de groote verrassing, vooral voor de Belgische tribunisten. Luide moedigen deze hun spelers aan en dat is noodig, want onmiddelijk begint een Nederlandsch offensief. Opnieuw evenals voor de rust gaan de linies naar voren, Bakhuys ca. verhoogen het tempo en de Belgen kun nen zich nauwelijks staande houden. De geheele middenlinie trekt op doel terug, zelfs de binnenspelers worden verdedi gers en zoo moeten de Oranjemenschen trachten door een muur te breken. Het initiatief is geheel aan den kant van Nederland, maar Bakhuys en Vente krijgen geen kansje. En dan blijkt, hoe onze voetballers hun hersenen gebrui ker Plotseling gooit Bakhuys het spel geheel open, Wels krijgt een lange pa~s, lokt een der verdedigers naar zich toe, zet hoog voor en de Belg'sche verdedi ging ijlt naar Bakhuys en Vente, die bei den den bal laten gaan. En Smit krijgt daardoor de gelegenheid, om na 15 min. den gelijkmaker te scoren. De duels op het Belgische doel blijven voortduren. De beroemde minuten zijn aangebroken. Alsof het kinderspel is, zig-zaggen de Nederlanders langs de Belgen, Bakhuys naar Vente, Vente naar Bakhuyseen knal, precies onder de lat! (1—2). En net 3 minuten na den gelijkmaker deponeert Vente een van de lat terug springende bal van Smit in het net. Zoodat in 3 minuten tijds een 10 achterstand is omgezet in een 3—1 voor sprong. Het spel wordt dan weer tammer en nu kunnen de Belgen ook weer een paar keer aanvallen. Toch dreigt het gevaar weer aan den anderen kant, doch v d. Weyer redt op wonderlijke wijze een paar keer. Opnieuw probeeren de roode duivels zich het snoepreisje naar Italië te ver overen en als er plotseling een door braak komt, houdt Keizer 't harde schot vai Capelle wel, doch hij kan het leer niet in zijn bezit houden en Grimmon- prez zorgt voor een tweede Belgisch doel punt (23). Er moet dan nog 18 minuten gespeeld worden en evenals bij het eerste Belgi sche doelpunt, komt ook nu onze aanval weer los. 't Lukt echter niet meer, totdat in de 39ste minuut Bakhuys er alleen tusschen uittrekt handig passeert hij de verdediging en in een ondeelbaar oogen blik ziet hij kans. om van verre een hard en laag schot te lossen, dat totaal on houdbaar in het doel vliegt (2—4). Nu is Nederland's overwinning zeker, vooral, waar het offensief voertduurt. De Belgen gaan weer verdedigen v d Weyer blijft de held en de resteereude

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 7