ALKMAARSCHE COURANT
Veilige havens
Heuilletoa
Stad m Omqeving.
DE WIJZIGING VAN HET MOTOR- EN
RIJWIELREGLEMENT.
8
8
i
8
8
8
No. 108
DINSDAG 8 HEI 1934
Mr. N. R. H. van Essen, juridisch advi
seur der K N.A.C., schrijft ons:
Plotseling, na langen tijd van wachten,
verlangen, hopen, komt een „nadere wijzi
ging van het Motor- en Rijwielreglement in
ons midden neergedaald, Staatsblad no. 125,
1934, een negentiental pagina's lang ver
kondigt ons het desbetreffende besluit.
Of hierin de geheele materie welke de wij
zigingscommissie in den loop der jaren heeft
bijeengegaard, is opgenomen, wij weten het
niet met zekerheid te zeggen, doch het moet
worden betwijfeld.
Na de verschillende reeds verschenen pu
blicaties der gewijzigde verplichtingen welke
den automobilist uit hoofde van dit besluit
„op een nader door ons vast te stellen tijd
stip" pillen worden opgelegd, komt het wen-
schelijk voor hier ter plaatse enkele opmerkin
gen van algemeenen aard te maken, waarbij
wij nochthans niet zullen kunnen ontkomen
aan de bespreking van eenige speciale onder
werpen.
Op den voorgrond dient dan te worden
gesteld, dat de wijziging ons geen nieuwe
gedachte brengt, in aien zin dat op het oude
stramien met ijver is voortgeborduurd, dat
men zich beperkt heeft tot het verwerken van
bepalingen waaraan de praktijk zonder twij
fel behoefte heeft doen gevoelen en van rech
terlijke uitspraken, in de bestaande materie,
doch in gebreke is gebleven een nieuw systeem
te creëeren.
Dit feit moet zonder twijfel teleurstellend
worden genoemd.
Het groote gebrek dat aan het motor- en
rijwielreglement kleeft de naam reeds wijst
in deze richting is dat het te eenzijdig is.
Ons land heeft behoefte aan een algemeene
Verkeerswet die dus het verkeer op den weg
jn zijn vollen omvang regelt. Had men deze
gedachte gevolgd dan ware het noodzakelijk
geweest de bestaande materie, het ouderwet-
sche en ietwat wankele gebouw, op te ruimen
en af te breken, en op een nieuw fundament
volgens een nieuw systeem, een gaven bouw
te stichten.
Dit is niet geschied. Men heeft wat nieuwe
palen geheid, zoo hier en daar een verdie
ping opgezet en bijgebouwen opgetrokken die
het geheele complex, het moet met groote
vreeze worden gevreesd, te wankeler zullen
blijken te maken.
Het is een niet te miskennen feit, dat bij de
wijziging nuttige en noodige bepalingen in
het leven zijn geroepen. Zoo is het juist ge
zien dat niet slechts bestuurders van motor
rijtuigen, doch ook alle andere weggebruikers
onder alle omstandigheden een teeken zullen
moeten geven wanneer zij voornemenszijn
van richting te veranderen, welke verplich
ting de laatstgenoemde categorie thans
slechts is opgelegd wanneer de veiligheid van
het verkeer zulks vereischt, hetgeen niet
alleen onzekere doch tevens gevaarlijke toe
standen in het leven roept. De gedachte aan
een algemeene verkeerswet komt hier schuch
ter om den hoek gluren, om zich echter helaas
oogenblikkelijk weer terug te trekken.
Zoo geeft het reden tot tevredenheid, dat
de wettigheid van het stoplicht officieel er
kend is; verdient het groote toejuiching dat
het verboden zal zijn signalen te geven an
ders dan wanneer de veiligheid van het ver
keer zulks zal vorderen, met welk voorschrift
de mogelijkheid wordt geopend een reeds
lang aangebonden strijd tegen overbodig
rumoer te beslechten; zoo ook is een welkome
bepaling dat het verboden zal zijn een por
tier van een auto te openen of geopend te
laten wanneer daardoor de vrijheid en de
veiligheid van het verkeer worden belemmerd
of in gevaar gebracht.
En aldus zijn er tal van verbeteringen aan
gebracht die de lezer zonder twijfel zal heb
ben kunnen lezen in de reeds gegeven versla
gen der aan te brengen wijzigingen.
Maar behalve het euvel dat op oud stra
mien werd voortgeborduurd, valt nog een an
der op, te weten dat de nieuwe bepalingen
een belangrijke macht in handen gaan leggen
van gemeentebesturen.
Ook dit systeem komt ons onjuist voor. De
rijkswet behoort te regelen, de materie te be-
heerschen, en eenheid te schepen, daarbij zoo
weinig mogelijk overlatend aan den lageren
wetgever.
Wanneer wij thans lezen, dat stopverbo
den, stationneerverboden, parkeerverboden en
voorschriften betreffende te lang parkeeren,
door BASIL KING.
0 (Uit het Engelsch).
03)
„Tenslotte besloten we maar net te doen,
of het kind dood was. Het was 't eenige, dat
we konden doen. Het was een wapen ter zelf
verdediging. Mijn vrouw kwam weer in de
wereld, wat ze prettig vindt, en waarvoor ze
geschikt is. Toen ging het beter. Ze vergat
wel niet, maar ze werd normaler. Trots het
verleden waren er nog altijd dingen, waar
van ze kon genieten. Ze begon zich veiliger
te voelen. Maar toen wilde het toeval dat ik
jou ontmoette in dat meer in New Hamps-
nire".
„Als ik u was, mijnheer Whitelaw, zou tk
me daardoor niet in de war laten brengen
„Het brengt me niet in de war. Toen ik
dat jaar in ons huis in Old Westbury terug
keerde, en er mijn vrouw en kinderen over
sprak, smeekten ze me er niet opnieuw op in
te gaan".
,En als ik u nu dat ook eens smeekte?
ftii schudde zijn hoofd. „Dat zou niet ba
ten. Ditmaal moet ik er alles van te.weten ko
men. Ik heb nu alle gegevens, die ik van je
kreeg en weet nog eenige andere dingen
Indien je niet niet mijn zoon bent Hij
stond op, en liep langzaam naar den haard,
waar hij met zijn rug naar het smeulende
Vuur gekeerd, peinzend bleef staan „n-
dien je niet mijn zoon bent, dan zullen we
worden overgelaten aan gemeenteraden, dan
ook moeten wij ernstig betwijfelen of dit
systeem juist moet worden geacht. De auto
nomie van het gemeente-bestuur dat niet aan
hooger inzicht is onderworpen, komt ons
uiterst gevaarlijk voor. En dit treft ons te
meer, wanneer wij constateeren, dat bij de
onderhavige wijziging ook het zoogenaamde
„mhaalverbod niet alleen gesanctionneerd,
doch eveneens in de macht van gemeentebe
sturen wordt gebracht.
Waar onder vigeur van de huidige wet
geving verschil van meening heerscht of een
gemeentebestuur al dan niet bevoegd is een
verordening in het leven te roepen, waarbij
het den bestuurder van een motorrijtuig ver
boden is op een bepaald weggedeelte een
ander motorrijtuig dat zich in dezelfde rich
ting voortbeweegt in te halen de Hooge
Raad der Nederlanden zal dit strijdpunt
dezer dagen beslissen wordt thans den
gemeenteraden de bevoegdheid gegeven, „in
het belang van de vrijheid en veiligheid van
het verkeer, gelet op de breedte van den weg
en de verkeersdrukte die daar in het alge
meen heerscht naar eigen inzicht, autonoom,
dergelijke uiterst gevaarlijke en mogelijk ver
keerbelemmerende verbodsbepalingen te
scheppen. Een angstig vermoeden rijst, dat
dit inzicht niet juist is geweest.
Kritiek, zult gij tegenwerpen, lezer, is ge
makkelijk, en de kunst, ook die van goed?
wetten maken, niet gemakkelijk. Maar wij
critiseeren omdat daardoor wellicht de moge
lijkheid wordt geopend alsnog verbeteringen
tot stand te brengen. En wij denken daarbij
aan een leemte die op onheilspellende wijze
de aandacht trekt.
Artikel 5 is niet gewijzigd. D.w.z., dat voor
het van rechts komend verkeer te allen tijde
onder alle omstandigheden de doorgang moet
worden vrijgelaten.
Hier wordt de kritiek ernstig.
Het komt ons voor, gelet op de ervaringen
der practijk en die der rijtechniek, dat wel
geen enkele automobilist deze leemte niet ten
zeerste zal betreuren. Wij leven in een tijd
van snelverkeer op den grooten weg, waar
van de aanleg door den automobilist wordt
bekostigd. De tijden dat men geneigd was,
een algemeen geldende maximum-snelheid
vast te stellen van 30 K.M. per uur, zijn
voorbij. De machtige heirbanen zijn gebouwd
om den automobilist gelegenheid te geven on
gestoord te rijden op een wijze en met een
snelheid die hem in staat stelt tijdig zijn doel
te bereiken.
Maar dan ook moet hij dit ongestoord en
veilig kunnen doen. Art. 5 van het ongewij
zigde motor- en rijwielreglement Is hem een
hinderpaal en een dikwijls gevaarlijk strui
kelblok. Het is inderdaad geen novum, lezer
dit pleidooi voor de afschaffing van dezen
thans geldende regel, die onder bepaalde, van
de locale toestanden afhankelijke omstandig
heden juist kan worden geacht, doch die ten
aanzien der groote verkeerswegen zeer zeker
behoort te worden opzijgezet, met dien ver
stande zelfs, dat een bepaling in het leven
behoort te worden geroepen, dat een ieder, die
zich van een secundaire weg begeeft op een
hoofdweg, verboden is dit te doen indien de
veiligheid van het verkeer daardoor wordt in
gevaar gebracht.
Vele landen hebben de juistheid van dez»
regeling aangevoeld als een noodzakelijke
behoefte. Hier op zoodanige, daar op andere
wijze geredigeerd, hebben de wettelijke bepa
lingen den gebruiker van den snelverkeers-
weg immers toch voor hem aangelegd,
in de gelegenheid gesteld ongehinderd te rij
den. Dat deze gelegenheid hier te lande
thans niet is geschapen, moet wel betreurens
waardig genoemd worden.
De behandeling van de waterstaatsbegroo-
ting in de Eerste Kamer, thans ongeveer een
maand geleden, gaf ons alle reden te hopen
op verbetering. Immers op de vragen van
enkele leden, onder meer ook omtrent de
wenschelijkheid van wijziging op dit punt,
gaf de minister ten antwoord, dat deze gereed
lag. De teleurstelling, dat art. 5 onveranderd
is blijven bestaan, is thans te grooter.
Een bezwaar moet ons ten slotte nog van
het hart. Tengevolge van de ongelukkige
redactie van het huidige art. 22 is het thans
den automobilist veroorloofd zijn motorrij
tuig zonder ontstoken lampen te laten staan,
wanneer het door van buiten komend licht
voldoende zichtbaar is. Inderdaad een prac-
met vrij groote zekerheid kunnen uitvinden
wiens zoon je wél be.it".
Tom stond ook op, zoodat zij van aange
zicht tot aangezicht stonden. „En als u dat
niet met vrij groote zekerheid kunt uitvin
den
„Dan zal ik tot het besluit worden gedre
ven dat
Hij voleindigde dien zin niet, en Tom
drong er niet op aan. Gedurende de stilte,
die intrad, overdacht Tom, dat als er oorlog
kwam, de kwestie in het vergeetboek zou kun
nen geraken. Hij nam zich voor daartoe me
de te werken.
Diezelfde gedachte scheen bij den ouderen
man op te komen, want, uit zijn gepeins
ontwakend, vroeg hij zonder eenigen samen
hang met het voorafgaande: „Wat ben je
van plan te worden?"
Ik heb altijd gehoopt bij het bankwezen
te komen. Daarvoor schijn ik 't geschikst te
zijn".
Weer kwam er in de oogen van den man
dat plotselinge licht, alsof een electrische
lamp werd aangedraaid, dat hij zich herin
nerde, toen zij elkaar in het water voor het
eerst ontmoetten.
„Daarmee zou ik je kunnen helpen".
„O, maar mijnheer Whitelaw, ik zou op
heel bescheiden voet beginnen, van onder
af
„Doet er niet toe. Ik kan je in elk geval
helpen. Ik wil dat je me 't volgende belooft:
Wend je, zoodra je de handen vrij hebt, het
zij na Harvard, hetzij na den oorlog, voor
dat je iets anders doet, tot mij. Blijft dit af
gesproken?"
Dit was voor Tom de gemakkelijkste uit-
tische oplossing van een hinderlijke en nutte
loos wettelijk voorschrift. Waartoe immers
dient het op hei-verlichte pleinen der groote
steden den automobilist te noodzaken niette
min parkeerlampen te ontsteken. Maar
helaas, de wijziging zal den ouden toestand
herstellen, althans aan de gemeenten over
laten een speciale bepaling in het leven te
roepen, waarbij de mogelijk van het onver
licht laten staan wordt geschapen, hetgeen
ons kortzichtig voorkomt.
Zoo zal dus de wijziging van het motor- en
rijwielreglement naar onze meening geen
verbetering van groote beteekenis geven. Het
principe, dat verouderd was, had gewijzigd
dienen te worden, en de wetgever had zich
niet moeten beperken tot het aanbrengen van
veranderingen in- en aanvullingen van den
bestaanden wettekst, die weliswaar in vele
opzichten nuttig effect zullen sorteeren, doch
die het reglement, als één geheel beschouwd,
zeker niet op hooger peil brengen.
SOVJET-VRIENDEN BIJEEN.
Arbeidstoestanden in Rusland
geschetst naar eigen waar
neming.
De gisteravond door de „Vereeniging van
vrienden van de Sovjet-Unie" in de dancing
-van de Harmonie belegde vergadering was
vrij goed bezocht.
Er waren twee spreeksters aangekondigd,
n.1. mevr. Geerlings uit Amsterdam, assis
tente en propagandiste van den Nieuw-Mai-
thusiaanschen Bond, en mej. de Vries uit
Haarlem, van de modern georganiseerde con-
fectie-arbeidsters. Beiden zouden zij spreken
over „De waarheid over Rusland".
Ondanks den oproep ook tot de vrouwen
om deze vergadering te bezoeken, waren er
slechts weinig vertegenwoordigsters van
„het zwakke geslacht" opgekomen.
Om half negen deelde de voorzitter
der vergadering, de heer J. Veldhuis uit
Oudorp, mede, dat de beide spreeksters ver
moedelijk den trein hadden gemist en nu mis
schien met dien van 8.40 zouden komen, zoo
dat hij een beroep deed op het geduld van de
aanwezigen.
In afwachting van de beide afwezige-i
hield de heer d e J o n g uit Alkmaar de ver
gadering eenige oogenblikken bezig met een
uiteenzetting over de propaganda voor de
V.V.S.U. Hij meende, dat uit het voorbeeld
der Russen was gebleken, dat ook in ons land
het doorvoeren van het ware socialisme mo
gelijk zal zijn. Hij achtte dit een noodzake
lijkheid, omdat z.i. de kapitalisten hun on
derdrukking van het proletariaat niet vrijwil
lig zullen prijsgeven.
Eindelijk, om tien minuten vóór negen,
was één der spreeksters, mej. de Vries,
gearriveerd, en onmiddellijk gaf de voorzit
ter haar het woord, om te spreken over haar
laatste studiereis in Rusland.
De spreekster begon met de „vlammende
strijdgroeten over te brengen van de Russi
sche arbeiders, en speciaal van kameraad Di-
mitrof". Zij ging dan voort mede te deelen,
dat zij verschillende fabrieken (ook confectie
fabrieken) had bezocht. Overal werkten vele
vrouwen. Elke arbeider „aan den loopenden
band" heeft na iedere twee uur werken 10
minuten pauze. Ter geneeskundige verzor
ging zijn in elke fabriek „geneeskundige pun
ten" aanwezig. Ook de tandverzorging is
uitstekend en alles gratis.
De zorg voor aanstaande moeders is voor
beeldig: voor en na de bevalling twee maan
den vacantie met behoud van vol loon en zoo
noodig een kinaeruitzet. Het eten v/erd door
spreekster geroemd, het is er volgens haar
beer dan in ons land de arbeiders krijgen.
Door middel van de „muurkrant'' hebben de
werkers gelegenheid klachten te uiten over
de bazen, de dokters, enz. en als dat niet
baat, worden de klachten besproken in den
„driehoek", die de menschen, wanneer wordt
geklaagd, zoo noodig ontslaat.
De kinderen staan in de crèches onder uit
stekende hygiënische controle." De voorberei
dende scholen beginnen reeds de opvoeding
tot verdedigers van de sovjet-unie. Voorts
wordt de kameraadschap aangekweekt. Van
de kosten der school betalen de ouders
slechts een klein deel, de rest wordt bijgedra
gen door de fabriek en de sociale verzeke
ringen.
De kameraadschap in de fabrieken is heel
sterk, zooals spreekster uiteenzette.
Zij ontkende het bestaan van jodenhaat in
Rusland. De joden kunnen zich ontwikkelen
zooals ook de overige Russen. Van vervol
ging van katholieken is geen sprake; alleen
worden de kerken niet door den staat be
taald. Spreekster vertelde van het afbreker.
weg. „Ja, mijnheer Whitelaw, als u dat
wenscht".
„Dan geven we elkaar de hand daarop".
Ze gaven elkaar de hand, en weer voelde
Tom, dat de zijne stevig werd vastgehouden.
De man legde zijn linkerhand op Tom's
schouder. Zijn oogen keken diep en met een
innig verlangen in die van den jongen Von
den die oogen wat zij zochten, of gave zij hei
langer zoeken op? Tom zou het niet hebben
kunnen zeggen. Hij kreeg slechts een zacht
duwtje, als van iemand, die vermoeid was
Toen keerde de man zich weer met zijn ge
zicht naar het vuur, dat bijna uit was.
HOOFDSTUK XLII.
In April 1920, ongeveer achttien maanden
na de onderteekening van den wapenstil
stand,, kwam Tom Whitelaw als gedemobi
liseerde in Boston terug. Hij had een heel
stuk van Europa in een rechte lijn door
kruist Brest, Parijs. Chateau Thierry, Fé-
re-en-Tardenois, Reims, Luremburg, Ko--
blenz, en was ongeveer langs diezelfde lijn
teruggekeerd. Nu zou hij, als hij dat had ge
kund, graag alles willen vergeten. Maar
daar hij het niet kon, bezielde 't hem met een
levensdoel.
Duidelijker is het misschien te zeggen, da'
het doel, waarvan hij zich al vroeg bewust
was, hem helderder voor oogen stond Wat
hij gevoelde, was niet iets nieuws voor hem,
maar wel was het scherper omlijnd, duidelij
ker. Hij wist wat hij van plan was te doen.
al zag hij nog niet hoe hij het zou doen
Misschien zou hij nooit iets volbrengen, en
dat was zelfs heel waarschijnlijk. Maar hij
had nu tenminste eenig houvast, en hij zou
foooooo Jiadiopcaqcamma
Woensdag 9 Mei.
HILVERSUM, 301 M. (VARA-
uitz.) 8.— Gr.pl. 9.30 „Onze keu
ken", d. P. J. Kers. 10— VPRO-
morgenwijding. 10.15 Voor Arb. in
de Continubedr.: Klein VARA-
ensemble olv. F. Bakels, J. Lemaire
deel., I. Runge, tenor en gr.platen.
12Klein VARA-ensenu>le o.l.v.
F. Bakels. 2.Zenderverzorging
3.Voor de kinderen. 5.30 Klein-
VARA-ensemjle olv. F. Bakels. 7.
Voorbeschouwing over Holland
Frankrijk. 7 20 Orgelkwintei o l.v.
C. Steyn. 8.Herhaling SOS-ber.,
Vaz Dias en VARA-varia. 8.15
Uit R'dam: „De Stem des Volks",
Residentie-orkest en solisten olv. H.
Altink. 9.30 „Vanouds de Morgen
ster", spel van Heyermans, m m v.
het VARA-toor.eel olv. W. v. Cap-
pellen. 11.3012.Gr.pl.
HUIZEN, 1875 M. (NCRV-pro-
gramma). 8.Schriftlezing en me
ditatie. 8.15—9.30 Gr.p'.. 10.30
Morgendienst olv. ds. J. Kremer.
11.Concert. M. F. Juraanz, har
monium. Mej. C. de Jager, sopraan
en mevr. R. MijnhoutBakkenist,
alt. 12.15 Gr.pl. 12.30 Orgelspel
L. Blaauw en gr.pl. 2.15—3 45
Concert. I. MulderBelser, alt
mezzo, J. H. E. Wittpen, fluit. H.
Scholl, viool. B. Oberstein, cello en
G. Hengeveld, piano. 4.Piano
recital R. Riphagen en gr.pl. 5.
Kinderuurtje. 6.J. van Pelt
spreekt over Joh. v. d. Steur. 6.30
7.Afgestaan. 7.Ned. Chr.
Persbureau en gr.j 1. 7.30 Pluim
veepraatje. 8.Arnh. Orkestver.
olv. H. J. Manks. Om 9.Ouder
uurtje. 10.Vaz Dias. 10.30—
11.30 Gr.pl.
DAVENTRY, 1500 M. 9.35 Mor
genwijding. 9-50 Tijdsein en ber.
10.05 Causerie. 11.Voor de scho
len. 11.20 Orgelspel Q. Maclean.
12.05 Western Studio-orkest o.l.v.
Thomas. 11.20 Voor de scholen
2.14 Verslag v. d. Draverijen om
de Chester Cup. 2.40 Pianorecital
door C. Dixon. 2 50 Sted. Orkest
Bournemouth olv. Sir Dan Godfrey.
3.50 Gr.pl 4.35 Kinderuur. 5.20
Ber. 5.50 Bachrecital door C. H.
Trevor, orgel. 6.10, 6.25, 6 50 en
7.20 Lezingen. 7.35 BBC-Sympho-
nieorkest olv. A. Boult, mmv. W.
Horowitz, piano. In de pauze om
8.25 Berichten. 9.50 Filmpraatje.
10.0511.20 Grosvenor Houseband
o. 1. v. S. Dipton.
PARIJS (RADIO-PARIS) 1648 M
6.20 en 7.20 Gr.pl. 11.35 Goldy-
orkest. 8.05 Nationaal Orkest o.l.v.
InghelbrechL 9.50 Dansmuziek.
KALUNDBORG, 1261 M. 1120
1.20 Concert uit Hotel d'Angle-
terre. 2.Zang en piano. 2.20—
4.20 Concert uit rest. Wivex. 4.20
—4.50 Gr.pl. 7.20 Omroepstrijk-
orkest o.l.v. Reesen. 8.20 Folkloris
tisch programma. 9.Hollandsche
volksliedjes, zang en piano. 9.30
Omroeporkest olv. Reesen. 10-20
11.35. Dansmuziek olv. Aage Juhl
Thomsen.
LANGENBERG, 456 M. 525
en 6 20 Gr.pl. 11.20 Orkestconcert
olv. Andrae. 12.20 Essener Sym-
phonieorkest olv. Nowakowski. 3.20
Gevar. concert. 4.35 Gr.pl. 6.20
Omroeporkest o. 1. v. Buschkötter.
7.50 Dansmuziek o. 1. v. Eysoldt.
10.20 Omroeporkest olv. Drost en
solisten. 11.2011.50 GrpL
ROME, 421 M. 8.05 Trioconcert. Q
8.35 Radiotooneel. 9-20 Dansmu- Q
ziek. a
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.X
11.20 Max Alexys' orkest. 12.30 2:
en 4.20 Gr.pl. 5.35 Symphoniecon- «51
eert olv. Kumps. 7 20 Omroeporkest y)
olv. André. 8 20 Symphonieconcert a
olv. Kumps. 9.30 Dansmuziek. 484
M.; 11.20 Gr.pl. 11.55 Reportage.
12.30 Max Alexys' orkest. 4 20
Dansmuziek. 5.35 Zangvoordracht a
5.55 Gr.pl. 7.20 Orkest- en solis
tenconcert. 8.35 Omroeporkest olv.
André. 9.30 Dansmuziek.
DEUTSCHLANDSENDER 1571
M. 7.30 Uit Frankfurt: Unsere
Saar, den Weg frei zur Verstandi-
fung". 7.50 Frühlingsabend an der
pree, vroolijk progr. 9 05 Causerie
over Ruitersport. 9.20 Ber. 950
Radiopraatje. 10.05 Weerber. 10.20
11.20 Schiller-herdenking.
GEMEENTELIJKE
DISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Huizen.
Lijn 3: Lond. Reg. 9.35—9.50,
Daventry 9.50—10.20, Lond. Reg.
11.20—14.15, Daventry 14 15
16.35, Lond. Nat. 16.35—17.20,
Lond. Reg. 17.20—19.20, Brussel
19.20—24.—.
Lijn 4: Langenberg 9.35
19.Mühlacker 19-19.30,
Frankfort 19.3019.50, Langen-
berg 19.50—22.20, Mühlacker
22.2023.20, Langenberg 23.20—
24.—.
van een kerk op verzoek van de bevolking, en
niet op bevel der regeering.
Bij het bezoek aan gevangenissen was op
gevallen, dat de behandeling der opgeslote-
nen veel beter is dan zooals geschiedde ou
der de vroegere regeeringen. De gevangenen
zitten in ateliers te werken gedurende acht
uren per dag, waarvoor ook loon wordt be
taald. Als zij hun werk goed doen, v. ordt de
straftijd verkort. Er zijn in de gevangenissen
gelegenheden voor ontwikkeling en het be
oefenen van de kunst. Elke gevangene, die
meer dan een jaar moet zitten, heeft recht op
14 dagen vacantie per jaar. De geneeskun
dige verzorging is in de gevangenissen heel
goed. Na ontslag uit de gevangenis staan de
fabrieken voor de ex-gevangenen open.
Ook de mijnen waren door spreekster en
de andere vier vrouwelijke leden der delega
tie bezocht en haar was opgevallen, dat ook
vrouwen daar werken, zij het dan meest
aan lichtere bezigheid. De arbeidstijd is zes
uren per dag (afdalen en wasschen inbegre
pen.)
Over het geheel was spreekster zeer goed
te spreken over wat zij gezien hadde vrou
wen staan bij gelijk werk niet bij de mannen
ten achter. E>e „medische punten" ontbreken
ook in de mijnen niet.
Het is volgens spreekster niet waar, dat in
de Oekrajine hongersnood zou heerschen.
Overal wordt al het mogelijke gedaan om
den arbeidsijver en de netheid enz. te bevor
deren, en overal zag spreekster daarvan gun
stige resultaten.
Haar ervaringen bij het bezoek aan arbei
derswoningen waren zeer prettig geweest.
De groote mechanische keukens bij de mijnen
niet haastig te werk gaan. Indien hij voor
het verkeerde, dat hij zag, een geneesmiddel
zou moeten vinden, of aan de samenstelling
daarvan medewerken, of zelfs maar over die
medewerking droomen, dan moest hij eerst de
kwaal naar haar kenteekenen vaststellen
Maar het opmaken van zoo'n diagnose zou
een groot gedeelte van zijn leven in beslag
kunnen nemen. Volgens zijn eigen berekening
was hij nu drie en twintig jaar, maar hij be
zat den ernst van een veertigjarige. Behalve
dat hij over een ondervinding vol afwisse
ling beschikte en vroeg volwassen was ge
weest, had hij het voordeel van bezonkenheid
Zijn daden gedurende den oorloe hadden
hem die soort van belangwekkendheid be
zorgd, waarvoor couranten zich interessee
ren. Die belangstelling was begonnen vanaf
zijn krijgsverrichting bij het bosch van Bel-
leau. Zijn portret was, terwijl hij tot den staf
van generaal Pershing behoorde, tijdens
diens bezoek aan de Groothertogin van Lu
xenfburg, in de Zondagsbladen verschenen
Het eenige voodeel, dat hij voor zich zelf
daarin zag, was. dat daardoor misschien de
afstand tusschen hem en Hildred Ansley
wat kleiner was geworden. Het zou niet de
eerste maal in de geschiedenis zijn geweest,
dat de oorlog er toe had meegewerkt om een
jongeman van geringe afkomst op hetzelfd»
niveau te plaatsen als het voorwerp van zijn
liefde. Bij Hildred zelf zou het geen verschil
maken, maar haar vader en moeder vooral
de moeder zouden een schoonzoon, die
zich in den oorlog had onderscheiden, mis
schien zijn aanma'i<Ti'ig wel vergeven.
Dat de couranten de aandacht op hem
waren welvoorzien en de bereide spijzen wa
ren heerlijk geweest.
In Rostov waren verschillende fabrieken
bezocht, o.a. een sigarenfabriek, waar tal van
verwaarloosde jongens werkten. Deze wor
den zooveel mogelijk tot ordelijke menschen
opgevoed, en meestal met groot succes. Van
zwervers bij groote drommen zooals voor
heen is geen sprake meer.
De prostitutie is in Rusland veel minder
erg dan in tal van andere landen. De betfe
sociale toestanden werken hier zeer gunstig.
Als de meisjes het verkeerde van hun levens
wandel hebben ingezien en met geregelden
arbeid hun brood verdienen, is er niemand,
die haar het vroegere leven verwijt.
Van dierenbescherming heeft men geen be
nul: de paarden worden er (vooral door de
ouderen) erg geslagen.
Ten slotte vertelde mej. de Vries nog van
de komst van Dimitrof in het hotel waar
hare delegatie met nog een twaalftal andere
delegaties had gelogeerd.
Een flink applaus beloonde spreekster voor
de vluchtige mededeeling van haar indruk
ken.
Eenige mondelinge en schriftelijke vragen,
aan de spreekster gesteld, werden door haar
beantwoord, waarbij o.m. werd vastgesteld,
dat er geen sprake van is, dat in Rusland het
voor de Sovjet-Unie minder aangename voor
de bezoeksters was verborgen gehouden.
Aan het einde der vergadering werd nog
o.m. medegedeeld, dat er in November weer
een delegatie vanwege de V.V.S.U. naar Rus
land zal gaan en dat moeite zal worden ge
daan daarbij ook een Alkmaarder uitgezon
den te krijgen.
Hierna volgde sluiting der vergadering.
hadden gevestig, bracht hem nog iets anders
dat van groote beteekenis voor hem was. De
man, die meende dat hij misschien zijn va
der was, had hem geschreven en dikwijls
Hij schreef hem deels zooals een vriend had
kunnen doen, deels als een vader aan zijn
zoon. Tusschen de regels door was het niet
moeilijk een reikhalzend verlangen naar hem
te lezen, en ook een streven om hem moed in
te spreken. Het groote verlangen gaf hem
zelfvertrouwen, en de opbeurende taal
schonk hem 't gevoel, dat er ergens in de we
reld een hart was, dat warm voor hem klop
te. Het was alsof hij schreef: „Mijn beide
wettige kinderen geven me geen steun; mijn
vrouw gaat diep gebukt onder haar voortdu-
renden angst, maar jij en ik, al zouden we
ook geen druppel bloed met elkaar gemeen
hebben, begrijpen elkaar. Onverschillig of
we vader en zoon zijn, we zouden met elkaar
kunnen werken, alsof we dat wel zijn."
De brieven waren vol vaderlijke genegen
heid, wat wel zonderling was, gelet op het
feit, dat zij elkaar zoo weinig kenden. Maar
's mans hart overwon die hindernis met één
sprong, en ook Tom's hart deed dit met even
veel gemak. Merkte hij, dat iemand hem noo
dig had, dan stond hij dadelijk klaar me
de als gevolg van zijn zacht karakter
aan diens roepstem gehoor te geven. Even
gemakkelijk als de bankier hem doorgrond
had. een weinig moeite had het Tom gekost
den bankier te peilen. Al zou er ook geen
band van vader en zoon tusschen hen be
staan, dan was er in elk geval het essenti-
eele van dien band.
(Wordt vervolgd