s
8
s
s
8
i
8
ALKMAARSCHE COURANT
Provinciale Openlucht-Samenkomst
van Vrijzinnig-Godsdienstigen.
VEILIGE HAVENS
8
r
Ho. 110
VRIJDAG 11 MEI 1934
Stad en Omgeving
1300 belangstellenden bijeen in den
Stedelijken Muziektuin,
EEN DRIETAL SPREKERS.
Seuilleioa
Begunstigd door prachtig weer heeft gis
termiddag in den Stedelijken Muziektuin
alhier de 24e Provinciale openlucht-samen
komst van vrijzinnig-godsdienstigen plaats
gehad.
Honderden en honderden uit Alkmaar en
de verre omgeving waren in dezen tuin sa
mengekomen, toen ds. W. D. M. B a a r, Ned.
Iherv. predikant te Alkmaar, het openings
woord uitsprak, nadat eerst nog het voor
malig stedelijk muziekkorps Alcmaria Victrix
eenige vroolijke marschen ten gehoore had
gebracht.
Ds. Baar heette allereerst de talrijke aan
wezigen van harte welkom, en wees verder
op de concurrentie, die zoowel de radio als
het circus den vrijzinnig-godsdienstigen had
aangedaan. Voortgaande betoogde spr. dat
het toch zoo broodnoodig was in dezen tijd,
iden strijd tegen vrijlheidskneChting te aan
vaarden. Want al zijn wij vrijzinnig-
godsdienstigen vogels van diverse plui
mage, we weten ons toch één door het geloof
in God. Spr. hoopte, dat allen met her-
hieuwde kracht deze samenkomst zouden ver
laten. Gezamenlijk werd hierna gezongen
Gezang 194 vers 1„Van U zijn alle dingen"
Het vrijz. herv. zangkoor uit Alkmaar, direc
teur Gorn. Jon|er, zong hierna een tweetal
liederen „Aus Psalm 121" van W. Blummer
en „Lentezang" van Fred'. J. Roeske.
Ds. F. W. Boers, Ned. herv. predikant te
Hoorn, hield daarna een toespraak, als onder-
Werp kiezende
Menschenwerk of Godswerk.
Spr. begon zijn rede met een klein gedicht
van De Genestet, waarin uitkomt, dat elke
tijd weer iets nieuws weet te vinden en zoo
kan er dus nooit gezegd worden: Nu zijn
We er.
Telkens zal er vernieuwing komen, evolutie
gaat door alle tijden en zij breekt zich ook
baan daar, waar de mensch zijn beste krach
ten heeft verricht. De brekende factor is
het besef, dat menschenweric niet voor
eeuwig is. Hei menschenwerk zal altijd terug
wijken voor Godswerk. Er moet steeds
vooruitgang zijn, zoo lang God den mensch
aanspoort tot een zoeken naar nieuwe
Verten. Maar na hem zullen anderen zijn
werk voortzetten. Dat is het groote mysterie
tusschen God en den mensch. De dingen door
menschen gebouwd kunnen soms eeuwen
lang den tand des tijds doorstaan. Maar met
de tijden vergaan ook de dingen. Zoo is het
ook met het denken van den mensch. Dat
gene wat eenmaal waarheid leek, is thans
verbroken geworden. Uit het oude is het
nieuwe gekomen. Dat breken echter eischt
offers, döet ook vaak leed. Een waarheid
van vroeger kan tegenwoordig als een on
waarheid worden gekenschetst Zoo zal het
vaak gaan met menschenwerk. Er ligt aan
ten grondslag, dat na onzen tijd weer een
nieuw tijdperk, een verbeterde periode, zal
aanbreken.
Daarom zeggen we ook niet, dat in den
bijbel de Goddelijke waarheid ligt. Be
schouwen we den bijbel als menschenwerk,
dan zijn hierin ook de menschelijke fouten
aan te wijzen. De mensch geeft zich aan
verscheidenheid met volmaakte overgave
over. Hij is nu eenmaal niet bevredigd met
wat hij hééft. Hij zoekt weer naar dingen,
die hij niet heeft. De waarheid van het heelal
Is dus geen waarheid. We hebben er deelen
van in onze macht. De gebrokenheid van
dezen tijd bewijst, dat het menschenwerk
slechts stukwerk is geweest Zoo is het te
verklaren, dat de dingen zichzelf vernietigden
door alle tijden heen. Met een bijbelvoorbeeld
legde spr. dit nader uit. Alleen als het werk
uit God is, zal geen menschenhand dit kun
nen breken. Het leven alleen is de school
van het leven, dat is een waarheid, die door
alle tijden heen een waarachtige waarheid is
gebleken. Dat is een Godsopenbaring.
De natuurwet heeft in zich de ontplooiing
van den groei. Dat heeft God zoo besloten.
Aanbidden in geest en waarheid, dat is het,
wat ons menschen meer moet doen begrijpen.
door BASIL KING.
(Uit het Engelsch).
95)
Ze sprak over haar werk, dat ze nu een
dom, dwaas werk vond, niet omdat zij er
geen weldaad door had bewezen, maar orn
aat zij had welgedaan ten bate van zulk®
nuttelooze doeleinden. Een New Yorkscne
dame, die zij kende, en wier zoon, die in het
begin van den oorlog in de Engelsche gele
deren meevocht, gesneuveld was, had een
soort club opgericht, om jonge gemobiliseer-
den, die door Parijs kwamen, of daar een
kort verlof doorbrachten, wat op te vroolij-
ken.
„We monteerden hen op, zoodqi ze weer
goedsmoeds naar het front terugkeerden,
om daar in stukken te worden geschoten. Het
was alsof we een goed ontbijt en een sigaret
gaven aan den man, die naar den electrl-
schen stoel wordt geleid. Goeie hemel, wat
hebben wij, meisjes, ons toch eigenlijk aan
gesteld! We dansten en lachten met die ar
me, jonge mannen, die een paar dagen later
misschien in hun graf zouden liggen, ten
minste als de granaten nog iets van hen
overlieten om te begraven. To^n dachten we
daarover niet na. Maar nu doe ik het des te
Zoo is eenmaal Christus opgestegen. Hij
heeft er Zijn leven neergelegd, die de kloo:
tusschen het tijdelijke en het eeuwige heeft
overbrugd. Hij heeft zich gegeven aan de
taak waartoe Hij zich geroepen wist, omdat
hij God den Almachtige als Zijn Vader wist
te aanbidden. De bijbel is niet God s werk.
r-?6- 1S, anders mogelijk, dat men in
Uhnstelijke landen elkaar toeroept, dat men
zich moet bewapenen voor den komenden
oorlog?
Laat ons toch beseffen, dat God de ab
solute waarheid heeft, en dat wij slechts
naar die waarheid mogen zoeken. De parel
van waarheid van God is te midden van de
menschen gevallen, is er vergruisd, zooals
alles vergruisd zal worden, als men tracht de
eeuwige waarheid te omvatten.
Wij moeten het hoofd weten te buigen
daar, waar de donkerte tot ons komt.
We moeten weten, dat we een offer aan
het leven hebben te brengen. Uit dit offer
komt voort de actieve daad van het leven.
Menschen zijn we en menschen blijven
we. Dit moeten we óók beseffen, als we aan
andersdenkenden ons geloof willen duidelijk
maken. Al hebben we misschien dan een
deeltje van de waarheid, de geheele waar
heid heeft God en God alleen, dit houde
men steeds voor oogen.
We hebben ons te buigen voor God met
het oog gericht naar den hemel. Dan zal er
van ons allen een kracht uitgaan ten goede.
Zoo moeten we de dingen accepteeren en aan
God overlaten, of het werk, dat we thans
doen Godswerk of menschenwerk is'geweest.
(Applaus).
Het zangkoor van Zaandam o. 1. v. mej
Rot zong na deze rede een tweetal liederen
„In Mei" en „Nieuw Leven".
Vervolgens betrad ds. D. Drijver, ev,
Luth. predikant te Haarlem, het spreek
gestoelte, voor het uitspreken van zijn rede
De beste reclame.
Wanneer we lezen in ons Nieuwe Testa
ment, dan is de figuur van Jezus een leider
wien het allerminst ging om persoonlijk
succes. En omdat hij was een geestelijk
voorganger, heeft hij zijn welslagen als
profeet nooit willen zoeken in de massa,
Een groote massa was hem vaak onwelkom.
Die zelfde figuur zocht ook nooit zijn
succes te bereiken door uiterlijke wonder-
teekenen. Wanneer Hij gebruik maakte van
de wondermacht, dan deed Hij dat om de
menschen te helpen uit den nood Hij deed
dit steeds in grooten eenvoud. In de Hande
lingen der Apostelen wordt ons keer op keer
verteld, hoeveel menschen, hoeveel zielen er
voor het nieuwe geloof werden gewonnen.
Daar lezen we ook, dat de Apostelen wonder-
teekenen verrichtten, gebruikend om te laten
zien iets, wat nog nooit vertoond was Die
tijden zijn lang geleden, maar toch staan
uiterlijk vertoon en innerlijke kracht tegen
over elkander. Wie van die twee zal het
winnen? Als wij dit vragen aan den geest
van dezen tijd, dan weten we in welke
richting deze vraag zal gaan, omdat we
thans leven in een tijd van reclame en nog
eens reclame. Zie een dagblad van 50—60
jaar geleden en een, dagblad van tegenwoor
dig. Vroeger groote bescheidenheid, thans:
schreeuwerige dikke geletterde advertenties
vaak met zielkundige ervaring erop ingericht
om de groote massa onder suggestie te
brengen. Op alle mogelijke manieren worden
de zwakke zijden van den mensch aangetast.
Suggestie is de massa brengen onder den ban
van de gedachte. Zoo is het ook met winkel-
etalages van vroeger en van nu.
Zelfbeheersching is tegenwoordig noodig
om iets niet te koopen, wat we eigenlijk in
het geheel niet noodig hebben.
Stel u voor een moderne stad bij avond.
Het rustige Hollandsche stadsbeeld is ver
loren gegaan, want boven op den top van
die Hollandsche huizen staan geweldige licht
reclames. In Amerika is dit nog belangrijk
erger.
In zulk een reclame-tijd, waar reclame bij
kans onmisbaar is, daar heeft de godsdien-
meer. Ik heb een gevoel of ik hun beul ben
geweest".
„Je bent vermoeid. Je hebt rust noodig".
„Rust zou me toch niet verzoenen met de
gedachte, dat ik tot een geslacht van wilde
beesten behoor. O, Tom, kunnen we niet een
leven voor ons zelf scheppen, ver weg van
iedereen en verwijderd van al die verachte
lijke wraakzucht? Het zou me niet kunnen
schelen als het heel bescheiden en heel stil
zou moeten zijn".
Een glimlach plooide zich om zijn mond.
„Er staan nog heel wat horden, waarover we
heen zullen moeten springen, voordat we
zelfs tot dat bescheiden en stille leven kun
nen komen".
„Horden? Wat voor horden bedoel je?"
„Bijvoorbeeld: je ouders".
Zij bekende dat die een hooge horde vorm
den. „Maar je zult merken, aat die hinder
nis niet moeilijk zal zijn, als je eenmaal
Harry Whitelaw bent".
„En als dat niet zou lukken?"
„Door hetgeen moeder me schrijft, weet ik
zeker dat dat best zal gaan"
„En door hetgeen ik zelf voel, weet ik even
zeker dat het me niet zal gelukken".
„Maar je hebt 't niet eens geprobeerd".
Toen vertelde zij hem, wat die kwestie betrof,
het essentieele uit haar moeder's brieven.
Zij en mijnheer Whitelaw hebben, telkens
als hij in Boston komt, een kolossaal ver
trouwelijk onderhoud met elkaar over jou.
Omdat hij niet met zijn vrouw kan praten,
die dadelijk één en al zenuwachtigheid is,
stige waarheid nog maai een kwade kans
Zelfs in de kerken dringt reclame meer en
meer door. Dat is geen overdrijving.
Spr. was verleden jaar in Valkenburg ge
weest, waar een nieuw Roomsch kerkje pas
geleden gebouwd is. Boven de toegangs
poort was een bord aangebracht, waarop
stond„Deze kerk is er één, die behoort aan
de 300 millioen Roomschen over de ge
heele aarde. Zegt dit u niets? Zoudt u niet
eens in overweging kunnen nemen of dit
geloof niet uw geloof behoort te zijn?" Dat
is de suggestie van het groote getal. De
waarheid en de eenvoud hebben in dezen
tijd een zeer kleine kans.
"Maar hoe moeten we dan het licht uit
dragen, zooals onze godsdienst dat ons
voorschrijft? Moeten wij dan niet uit
roepen, wat wij zijn en wat we willen? Ja
propaganda (uitbreiding) is ook voor ons
onmisbaar. Dat is ons aller heilige taak
Maar zij moet haar kracht zoeken in het
innerlijke.
Persoonsverheerlijking mag daarbij niet te
pas komen. Prof. Albert Schweitzer had ook
geen reclame noodig. In dit verband vertelde
spr. een anecdote over prof. Albert Schweit
zer.
Men moet de vruchten eten, om den boom
te leeren kennen. De kwaliteit van de vrucht
moet dan de hoofdzaak zijn.
We moeten in het innerlijke onze kracht
zoeken. Iedere gemeente op ons terrein ziet
haar waarde het best afgemeten op datgene,
wat er van haar uitgaat. Wat wij in onze
gemeente hebben, dat moet gelegen zijn in
de kracht van ons beginsel.
Zoo diene het ook te zijn bij een ieder
van ons afzonderlijk. Groote opschriften
brengen ons niet de kracht. Indien echter ons
'beginsel ons menschen van geloof heeft ge
maakt, dan hebben wij in ons datgene, dat
geen reclame meer behoeft en dan komt ons
vrijzinnig protestantisme tot die allerbeste
reclame die in ons evangelie staat: Laat
alzoo uw licht lichten voor de menschen, dat
zij den Vader in den Hemel prijzen. (Applaus)
Vóór de pauze zong het vrijz. herv. kerk
koor uit Den Helder (dir. Toon de Hoogh i
het lied1: JDe kosmos" van ds. J. J. L. ten
Kate, waarna nog het „Kerkelijk zangkoor'
uit Hoorn (dir. j. v. Berkel) een tweetal
liederen zong: „Paasch-Hymne" en „Pinkster
lied".
Na de pauze hield ds. G. W e s t m ij s e,
voorganger bij de vrijz. hervormden te Rot
terdam, een toespraak, getiteld:
Alle tijden hebben hun weertijden.
Een van onze Nederlandsche teekenaars
gaf ons een plaat, waarop een dieseltrein
klaar stond, om den afstand te gaan ver
slinden. Er onder stond: Ondanks alles.
Spr. wilde beginnen, met een eveneens
krachtig „Ondanks alles". Want op ons
programma staat dat het is de 24e samen,
komst der vrijzinnig-godsdienstigen. Spr.
dacht aan de 1ste samenkomst die, evenals
thans, bedoeld was als een wapenschouw.
Wat is er sindsdien niet veel veranderd.
Maar evenals toen moeten we: lo. Elkaar
zien als broeders en zusters; 2o. onze
getuigenis uit dragen tegen de orthoro-
doxen en 3o. De godloozen weer op den
juisten weg brengen.
Alle tijden hebben hun weertijden.
Nu, onder den druk der tijden, wordt de
klemtoon meer op het woord christen gelegd.
Daar zijn een eb en vloed, die telkens weer
terugkomen. Zoo komt deze dag tot ons, de
dag, waarvan wij» het heil ook geestelijk
verstaan. Wat een machtig woord is het
woord: uitstorten. Zoo zegt Hemelvaartsdag
het al voorloopig. Alle tijden hebben hun
weertijden. We staren ons niet blind op de
wantoestanden. We moeten het zien als
door een tunnel. Krachten van geloof en
overgave stroomen ons toe.
De menscheid mag weten, dat er redding
is. Deze middag moet ons dit opnieuw zeg
gen, dat we een taak hebben in deze wereld.
Wij vertrouwen en gelooven dat onze
jeugd een zware, maar mooie jeugd kan
hebben. Zij groeit op in een zoo gansch
anderen tijd. Er zijn vijandige machten ge
komen, die de vrijheid willen binden. Er zijn
gekomen die nat.soc., die de kerk trachten
uit te schakelen.
De jeugd leeft onder den druk van
examens. „Kennis is macht" heeft thans
zijn beteekenis verloren. Maar niettemin, de
jeugd is er en de gevolgen van dezen wan
toestand komen steeds meer naar buiten.
Men moet zich vooral ook niet schamen
voor de sexueele mistoestanden. Onze
jeugd groeit op in verwildering. Die verwil
dering is vaak een gevolg van de geestelijke
overspanning in deze wereld. Spr. lichtte dit
met een duidelijk voorbeeld toe. Wij hebben
verstaan, dat God altijd wonderspreukig
werkt, meer paradoxaal. Daarin zit ook onze
troost, onze vreugd, ook al is Christus weg
genomen. Zijn geest blijft ook voor ons. Alle
zoodra je naam zelfs maar wordt genoemd,
heeft hij zich tot moeder gewend, 't Lieve
mensch is er erg door gevleid. Ze begint te
gelooven, dat ze al van je jongensjaren sym
pathie voor je heeft gevoeld. Zij was 't die
je heeft ontdekt. Zij was de eerste, die je een
landje hielp. Maar hoe ook, je zult moeten
toestemmen, dat zij in de zeven jaren, dat we
elkaar kennen, een boel akeliger tegen je had
kunnen zijn".
Hij erkende dit met dankbaarheid.
„Feitelijk zijn wij, Bostonners", vervolgde
zij op haar eerlijke manier, al kunnen
we erg opschepperig doen toch niet zulke
poenen, dat we iets goeds, als we dat wer
kelijk zien, niet zouden onderkennen. Dat
doen alleen de tweede-klas menschen onder
ons, zij, die eigenlijk niet tot onze wereld
behooren; die zijn verwaand. Maar zij, die
op een hooger niveau staan, kunnen nog al
edelmoedig ziju Als die merken, te doen te
hebben met iemand, waar voldoende in zit,
om hooger op te komen'dan zullen ze dien
niet naar beneden trappen, maar hem bij zijn
pogingen een handje helpen. Zoo is Boston
nu eenmaal, en zoo zijn vader en moeder ook
Al zou iemand ze nog zoo afkammen, er
blijft nog genoeg goeds van hen over".
Dit zou Tom blijken tegen het tijdstip, toen
hij en Hildred e'kaar weer ontmoetten, en
dat gebeurde niet twee jaren, maar één jaar
s er. Na in Washington gedemobiliseerd te
zijn reisde hij rechtstreeks naar Boston
door. Hij had zijn plan gemaakt: alvorens
Zaterdag 12 Mei.
HILVERSUM, 301 M. (VARA-
uitz.) 8.Gr.pl. 9.De Noten
krakers olv. D. Wins. 10.VPRO-
Morgenwijding. 10.15 Voor Arb. in
de Continubedrijven: De Noten
krakers olv. D. Wins. C. Rijken,-
declamatie en A. Gerritsen, zang.
12.Klein VARA-Ensemble olv.
F. Bakels. 2.Causerie over de
a.s. wereldkampioenschappen tur
nen. 2.15 De Flierefluiters olv. J. v.
d. Horst. 3.Causerie over Jules
Guesde, door dr. v. Ravesteyn 3.30
Marie Vos, sopraan en J. Stroo-
menbergh, bas-bariton. 4.Bont-
progr. (gr.pl.) 605 Literaire le
zing M. Wolters. 6.30 Gr.pl. 7.
Groningsch uurtje. 8.Herhaling
SOS-ber. 803 Gr pl. 8 20 VARA-
orkest olv. H. de Groot. 9.Toe
spraak door A. de Vries 9.15 Verv.
orkestconcert. 10.Vaz Dias en
VARA-Varia. 10.15 Zang P. Col-
lin. 10.30 De Flierefluiters o.l.v. J.
v d. Horst 11.Vervolg zang.
11.15—12.— Gr.pl.
HUIZEN, 1975 M. (KRO-progr.)
8—9.15 en 10.— Gr.pi. 1L30
Godsd. halfuur. 12.15 Orkestcon
cert en gr pjl. 2.Voor de jeugd.
2.30 Kinderuur. 3.30 Uit de R.K.
Universiteit te Nijmegen: Rede ter
felegenheid v. h. 2de lustrum v. h.
tud. Corps Carolus Magnus. 4.15
Rep. onthulling St Servaes-Stand-
beeld te Maastricht. 5.30 Triocon
cert. 6.20 Weer o verzicht. 6.457.
Lezing. 7.15 Gr.pl. en causerie.
8 Schlagermuziek. 8.30 Vaz
Dias. 8.35 Boerenduetten. 8.45
Schlagermuziek en deel. 9.45 Boe
renduetten. 10.Schlagermuziek.
10.30 Vaz Dias. 10.35 Schlagermu
ziek. 10 50—12.— Gr.pl.
DAVENTRY, 1500 M. 9.35 Mor
genwijding. 9-50 Tijdsein en ber.
1005 Lezing. 11.20 Northern
Studio Orkest olv. J. Bridge. 12.05
Gr.pl. 12.35 Commodore Grand-
orkest olv. Muscant. 1.35 Gr.pl.
2.20 Amerikaansche dansmuziek
(gr.pl.) 2.50 Het Broadhust Septet
mmv. B. Davis, tenor. 4.05 Orgel
spel C. Dixon. 4.35 Kinderuur. 5.20
Ber. 5.50 Biljartpr. 6.05 Welsh In
termezzo. 6.25 Causerie. 6.50 Inter
view. 7.20 Carol Gibbons en de Sa-
voy Hotel Orpheans. 8.20 Ber. 8.32
Verslag der golfwedstrijden om
den Walker Cup. 8.40 Causerie.
8.55 Fred Hartley's Novelty Kwin
tet mmv. M. Stewart, zang. 9.50
Lezing. 9.55—11.20 Het BBC-
Dansorkest olv. H. Hall.
PARIJS (RADIO-PARIS) 1648 M
6 20 en 7.20 Gr.pl. 11.20 Goldy-
orkest. 7.20 „Mademo selle Prud'
homme", operette van Barlow, m.
m. v. orkest olv. Labis. 9.50 Dans
muziek.
KALUNDBORG, 1261 M. 11.20
11.35 en 12 051.20 Concert uit
rest. Wivex. 1.50—2.20 Gr.pl. 2.50
4.50 Omroeporkest olv. Reesen.
7.20 Omroeporkest olv. Gröndahl.
8.40 L. Preil's orkest mmv. „The
merry Four", zang. 9.5011.50
Dansmuziek o.l.v. L. Preil m.m.v.
„The Merry Four" en V. Fischer,
piano.
LANGENBERG, 456 M. 525
Gr.pl. 6.20 Blaasconcert. 10 50
Gr pl. 11.20 Concert. 1.20 en 3 20
"Gr.pl. 6-20 Gevar. progr. m. m. v.
orkest en solisten
ROME, 421 M. 8.20 .Trancesca
da Rimini", opera van Zadonai.
BRUSSEL, 322 e 484 M. 322 M.:
11.20 Gr.pl. 12.30 Orkestconcert o.
1. v. Felleman. 4.20 Gr.pl. 5.20
Jazzmuziek. 6.05 Gr.pl. 7.20 Sa
lonorkest olv. Walpot. 8.20 Caba-
retprogr. 9.30 Dansmuziek. 484
M.: 11.20 André Felleman's orkest.
12.30 Gr.pl. 4.25 Salonorkest. 5.35
Gr pl. 5 50 Zangvoordracht. 6 20
Gr pl. 7-20 Symphonieconcert olv.
Kumps. 9.30—11.20 Dansmuziek
olv. R. de Kers.
DEUTSCHLANDSENDER 1571
M. 7.45 Het Omroeporkest o. 1. v.
A. Selo mmv. R. Laugs, piano. In
de pauze: Causerie. 9.20 en 10.05
Berichten. 10.20—11.50 Populair
orkest- en solistenconcert uit den
EdenDaktuin te Berlijn.
GEMEENTELIJKE
DISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Huizen.
Lijn 3: Lond. Reg. 9.359.50,
Daventry 9 50—10.20, North Reg.
11.20—16.35, Lond. Reg. 16.35—
19.20, Daventry ly.2024..
Lijn 4: Langenberg 9.35
19.20, Rome 19.20—24.—,
Zondag 13 Mei.
HILVERSUM, 301 M. (9.—10.—
5.-8.— VARA, 10.—12.— VPRO
en de AVRO van 12.5.en
8.12.— uur). 9.Postduiven- en
voetbalnieuws. 9.03 Tuinbouwpr.
9.30 Orgelspel Joh. Jong. 10.
Kerkdienst v. d. Ver. v. Vrijz. Herv.
te Beverwijk. 12.Filmpraatje L,
J. Jordaan. 12.30 Kovacs Lajos en
zijn orkest. 1.— H. H. v. Calken:
't Schilderij v. d. maand. 1.20 Verv.
Kovacs Lajos. 2.Boekenhalfuur
dr. P. H. Ritter. 2.30 Concert door
leerlingen en oud-leerlingen van
mevr. Schönberg, mmv. 't Omroep
orkest olv. N. Treep. 3.30 Herh. v.
d Prijsvraag: „Wie wil er met H.
Hollander naar Rome". 3.50 Gr.pl.
en reportage van de tennis-
strijd HollandAustn lië (Evtl
4.30 Vaz Dias, gr.pl. en reportage
v. d. voetbalwedstrijd Willem II
Ajax. 5.Gr.pl. 5.15 Kinderuur
tje. 5.45 Gr.pl. 6.Sportuitz. 6.20
VAR A-orkest o.l.v. H. de Groot.
7.Dr. H. Brugmans spreekt over
Jaures. 7.20 Vervolg orkestconcert.
8.Vaz Dias. 8.15 Omroeporkest
olv. N. Treep mmv. T. Pattiera,
tenor. 9.Radio-journaal. 915
Concertgebouworkest, Toonkunst
koor en solisten olv. dr. W. Mengel
berg. (Beethoven's 9de symphonie).
10.25 Gr.pl. 11.12.Kovacs La
jos en zijn orkest.
HUIZEN, 1875 M. (8.30—9.30 en
5.-7.45 NCRV, de KRO 9 30—
5.en 7.4511.uur). 8.30
Morgenwijding olv. ds. J. Verkuyl,
mmv. zang en orgel. 9.30 Gr.pl.
10.Hoogmis. 12.St. Servaes-
prccessie. 12.45 Gr.pl. 1.Lezing.
1.20 Orkestconcert. 1.50 Gr.pl.
2.10 Lezing. 2.30 Gr pl. 3.25 Or
kestconcert. 4.15 Ziekenlof. 5.
Gewijde muziek door 'n dames
ensemble olv. F. Kloek. 5.50 Kerk
dienst uit de N.H. kerk te Pernis,
voorg.: ds. J. C. Neeleman. 7.30
Gewijde muziek. 7.45 Sportnieuws
7.50 Lezing. 8.15 Koorconcert.
9.15 Vaz Dias. 9.20 Pianorecital.
9.35 Gr.pl. 9.45 Schlagermuziek.
10.30 Vaz Dias. 10.35 Gr.pl. 10.40
11.Epiloog,
tijden hebben hun weertijden. God werkt an
ders dan wij verwachten.
We leven in een stal van corruptie en
zwendel. Deze wereld stikt in de olie en de
benzine, maar zal eerst dan gezond worden
als zij zich buigt voor het Christuskind. On
ze kinderen moeten vertegenwoordigen dat
blanke en ongerepte, wat nog over is.
Met Zijn bijstand moeten ook wij het wa
gen dat is er een genadegave, die ons te
beurt valt. Sinds jaar en dag hebben we de
ze samenkomsten, maar telken jare is het een
andere.
Ondanks alles wagen we het, onze tijden
zijn godstijden. In dat geloof keeren we
Hilred te ontmoeten, wenschte hij met haar
vader te spreken. „Dat is niet meer dan waar
op hij recht heeft", zei hij tot zichzelf. Na al
de jaren, dat hij en zijn vrouw zoo goed voor
hem waren geweest, kon hij niet opnieuw
hun huis in- en uitloopen, terwijl zij onkun
dig bleven van hetgeen hij hoopte.
Misschien had Hildred er hun iets van ver
teld, dat wist hij niet, maar alleen hij zelf
kon hun details, die van het meeste belang
waren, vertellen.
Hij had per brief om een zeer vertrouwe
lijke onderhoud verzocht, waarop Arisley
hem had geantwoord, onmiddellijk na zijn
aankomst in Boston op zijn kantoor te komen
Hij kwam tegen half vier in Boston aan, en
was iets over vieren op het kantoor.
Het was een groot kantoor, dat het groot
ste gedeelte van een etage van een imposant
gebouw besloeg. Op de glazen deur waren
de namen der firmanten vermeld; die van
Ansley stond bovenaan en met grootere let
ters dan de andere. In de wachtkamer kon
digde een juffrouw, die in een tijdschrift zat
te lezen, telefonisch zijn bezoek aan. „Hier
is mijnneer Whitelaw, die mijnneer Ansley
wenscht te spreken".
De kantoortijd was voorbij. Terwijl Tom
door een corridor liep, waarop de meeste
privé-kantoren uitkwamen, zag hij dat er nie
mand meer was. Het eenige vertrek, waarin
zich nog iemand bevond, was heel aan het
eind, en daar trof hij Philip Ansley aan
Ook zijn vrouw. Daar Tom in zijn brief dui
naar onze huizen terug.
Spr. eindigde met een gedicht van Hen-
riette Roland Holst, waarna een krachtig
applaus volgde.
Het „Hervormd Kerkkoor" uit Koog aan
de Zaan (dir. C. Beekman) zong twee liede
ren, n.1. Zwaluwen en Lenteavond, beide van
J. Nauta.
Ds. H. v. Lunzen, Ned. Herv. Pred. te
Hoorn, sprak daarna het dankwoord uit, er
aan herinnerende, dat 't volgende jaar de
25ste bijeenkomst zal zijn. Mogen dan de
1300 toeschouwers van thans veranderd zijn
in 4000.
i 1 1
delijk genoeg had vermeld, waarom hij om
een onderhoud had verzocht, was het een
zaak, die beide ouders aanging.
Zij heetten hem hartelijk welkom, en zei
den dat hij er zooveel beter uitzag dan vroe
ger, iets dat oude vrienden wel mochten doen
Zij vroegen naar allerlei dingen die hem be
troffen, en vertelden zelf hun eigen nieuw
tjes. Guy was weer te Harvard en studeerde
in de rechten; Hildred was thuis en had
niets omhanden. Zooals zooveel meisjes, die
een werkkring in Frankrijk hadden gehad,
vond ze een leven van niets-doen verve
lend.
„Ze vindt dat ze een doelloos leven lijdt',
klaagde Ansley, „en zou daarom zoo graag
weer wat te doen hebben".
Mevouw Ansley was dapperder. „We moe
ten dat maar aanvaarden als een deel van
hetgeen we aan de goede zaak offerden. We
gaven en dierbaarste bezit, en hoewel ons dat
niet ontnomen is, zouden we niet gemord
hebben als dat we! was gebeurd".
Gebruik makende van deze wending van
het gesprek, begon hij zijn aanzoek te doen.
Hij hoopte dat dit de laaste maal in zijn le
ven zou zijn, dat hij de geschiedenU van zijn
moeder moest vertellen. Evenals hij die aan
Hildred en aan Henrv Whitelaw had verteld
deed hij dit nu aan Philip en Sunshine Ans
ley. Hij deed het met tegenzin, maar beet
door den zuren appel heen, omdat hij nu
wist, dat iedereen, die recht had die geschie
denis te kennen, er nu mee bekend was
(Wordt vervolgd