ALKHAARSCHE COURANT JUIST NU Veilige havens <25 cent Qemeetttecadeu. üeiuUetou GROOTE STUKKEN No. 115 DONDERDAG 17 MEI 1934 de Volkenbond geen product van den wensch van enkelingen. HEILOO. Zij zijn talrijk, de Nederlanders, die de schouders ophalen en zeggen of denken: spreek mij niet van den Volkenbond, want voor zooverre ik ooit in zijn kracht heb ge loofd, is mij dat thans onmogelijk. Zie naar het lot, dat aan de Ontwapeningsconferentie is ten deel gevallen; zie haar moeitevol stre ven om althans eenig resultaat te bereiken, en erken de machteloosheid, waartoe de Volkenbond in dit opzicht werd veroordeeld. Zie naar den afloop van het conflict tus- schen China en Japan, waartegen de Volken bond wel zijn protest heeft doen hooren, maar waarin hij niet heeft kunnen verhin deren, dat Mantsjoerije practisch werd ge bied, door Japan beïnvloed. Zie naar het Saargebied, waar, ondanks de aanwezigheid van een regeeringscommissie van den Vol kenbond, de hartstochten hoog oplaaien, en allerminst de objectieve rust aanwezig is, noodig voor eene volksstemming in volle vrijheid. Het is volkomen begrijpelijk, dat men in dezen, voor den tijdgenoot meer dan ooit te voren chaotischen tijd een dergelijk stand punt inneemt. Maar het staat even vast, dat men den goeden gang van zaken in de we reld, die men toch allen wil en behoort te helpen bevorderen, er niet mede vooruit brengt. Wanneer het persoonlijk nabij lig gende aangelegenheden betreft, moge men in soortgelijke omstandigheden de neiging gevoelen om de schouders op te halen en zich in werkelijkheid van de zaak verder niets aan te trekken, de verstandige mensch ver werpt dezen impuls bijna even snel als hij is opgekomen, omdat men weet daarmede eigen belangen te schaden. En de verstandi ge mensch behoort hetzelfde te doen met ver der af liggende belangen, die ook zijn be lichaamd in ieders houding tegenover den Volkenbond. Want de Volkenbond, die heeft men te be denken, is geen product van den wensch van enkelingen; het mogen de vooraanstaanden onder de vertegenwoordigers van de groote en kleine Staten zijn geweest, die in 1919 den Volkenbond hebben totstandgebracht, zij bouwden op een grondslag, reeds eeuwen achtereen gelegd. Eeuwen achtereen toch hebben denkers en dichters, staatslieden en economisten, ja zelfs krijgslieden hun stem doen hooren ter verdediging van de noodza kelijkheid, dat een internationaal georgani seerd lichaam de leiding zou nemen bij de noodzakelijke samenwerking der volkeren. Naar mate techniek en uitbouw der samen leving de volken steeds nader tot elkander brachten, is de noodzakelijkheid gevoeld van een vredelievende samenwerking. De volkeren volgden daarbij de individuen, die ook eerst in stammen, in steden, in graaf schappen of hertogdommen vijandig tegen over elkander stonden en in den loop der eeuwen zijn vereenigd in nationale staten. Wie kan een reden aangeven waarom de al dus voortgezette evolutie zou eindigen bij de nationale Staten? De Volkenbond heeft geenszins de bedoeling een superstaat te stichten, maar wil slechts een organisatie vormen, die tot aller baat gereed staat de belangen van de samenleving der volkeren te dienen. De Vredesconferenties te 'sGraven- hage, in 1899 en 1907 gehouden, waren een schuchtere eerste practische poging in die richting. Waren zij beter geslaagd, wellicht had veel leed aan de wereld bespaard kun nen blijven. De oorlog heeft de oogen wijd geopend voor de leemte, die in het leven der volkeren aanwezig is. Zoo kwam, als gevolg van den oorlog, de Volkenbond tot stand. Vijftien jaren arbeidt deze, met wiselend succes. En zoozeer zijn tvij reeds met zijn bestaan vertrouwd, dat de jaarlijks terugkeerende samenkomst zijner Assemblée voor ons niets bijzonders meer inhoudt. Terwijl toch vroeger, wanneer in ternationale conferenties voor zoo gewichti ge doeleinden samenkwamen, dit ten allen tijde erkend werd te zijn een stap op den weg van een internationalen vooruitgang. De Volkenbond is geen Staat boven de Sta ten, maar dientengevolge zijn zijne werk zaamheden ook wat de leden ervan maken De Volkenbond, men bedenke het toch wel, heeft geen eigen wil en nog minder eigen macht om aan dien wil uitdrukking te geven In alle belangrijke zaken beslist de Volken bond met eenheid van stemmen, en wie kan zich in de tegenwoordige samenleving van souvereine Staten een andere oplossing den ken? Vandaar, dat de arbeid van den Vol kenbond teleurstelling heeft gebracht, vooral aan degenen, die zich nooit hebben gereali seerd de geweldig groote moeilijkheden, die door den Volkenbond eiken dag, ja elk uur en elke minuut zouden moeten worden over wonnen. De Volkenbond wordt bestuurd door een Raad, maar deze Raad is evenmin vrij in rijn besluiten als de jaarlijksche Assemblée. En de Volkenbond wordt gediend door een secretariaat, waaraan verbonden zijn man- nerJ cn vrouwen van uitnemende bekwaam heden en van goeden wil, maar die ook bij de uitoefening van hun taak gebonden zijn door wat Assemblée en Raad besluiten of... wegens gemis aan eenheid moeten nalaten te besluiten. En toch, ondanks alle gebreken, is het be staan van den Volkenbond een niet genoeg te waardeeren vooruitgang. Zelfs tegenover den Volkenbond behoort men billijk te blij ven, ook in dezen tijd van dagelijks terug keerende teleurstelling en ontmoediging. Als men den Volkenbond verwijt, dat nog geen ontwapeningsovereenkomst is gesloten; verwijt, dat de economische samenleving schijnbaar hopeloos in de war is; verwijt, dat het conflict tusschen China en Japan, hoezeer ook door den Volkenbond behan deld, in de practijk door de macht is beslist, dient men in het oog te houden, dat de Vol kenbond in de geschiedenis der menschheid, die telt bij de eeuwen en niet bij de jaren, nog aan den allereersten aanvang van het begin staat. Dat de ontwikkeling der ge dachten langzaam en geleidelijk gaat, lang zamer in elk geval dan onze tijd van snel voortschrijdende techniek kan bedenken. Niet voor niets heeft de Volkenbond deze vijftien jaren gewerkt; daar is een eerbied waardige reeks van politieke geschillen, die middels den Volkenbond zijn opgelost; daar is werk op sociaal, hygiënisch, humanitair en economisch gebied, dat voor alle betrok kenen van groot belang is en is geweest; daar is een internationale samenwerking in het leven geroepen, waarvan de toekomst de vruchten zal plukken. Men rekent dit wel eens tot het z.g.n. bijkomstige of secundaire werk van den Volkenbond, terwijl deze toch primair ten doel heeft om den politieleen vrede te dienen, d.w.z. de oorlogsuitbarstin gen tusschen de volkeren te voorkomen. De Volkenbond, jong en dientengevolge zwak instituut nog, is niet het eerst aangewezen lichaam om den volken het noodige verstan dige inzicht bij te brengen! Groote en kleine Staten werken in den Volkenbond samen. Wie meent, dat daar mede de toestand bereikt is, dat er geen ver schil meer aanwezig is tusschen deze groote en kleine Staten, vergist zich. In de samen leving der volken zal, althans binnen afzien baren tijd, zoodanig verschil steeds blijven bestaan. Maar het behoeft geen aanleiding te geven tot onderdrukking van de kleinen door de grooten, van opoffering van hun belangen aan die der grooten. Dat neemt echter weer niet weg, dat erkend kan wor den, dat, gezien de veel grooter verantwoor delijkheid, die in de internationale samenle ving door de groote Staten gedragen wordt, zij ook over eenige meerdere bevoegdheden hebben te beschikken Op dien grondslag kan men, theoretisch en min of meer ideëel gesproken, het Pact van Vier gesteld reke nen. Op dien grondslag ongetwijfeld werkt de Volkenbond, en bereikt hij niet de resui- taten, die men tot dusverre, vooral in de groote lijnen, van hem verwachtte, dan ligt dit daaraan, dat de tijden ervoor nog niet rijp zijn. Dat behoeft geen reden te zijn tot ontmoediging, tot teleurstelling, tot verbit tering. Veeleer een reden om te begrijpen dat dit werk krachtiger moet worden aange pakt dan tot dusverre is geschied, en da evenmin als de kleine Staten de medewer king der groote kunnen ontberen, het omge keerde het geval is. Nederland heeft er daar bij bijzonder op te letten, dat het is het land van Hugo de Groot, land met een volken rechtelijke traditie. Het is geen land van Hugo de Groot, omdat deze groote geest min of meer toevallig 0p Nederlandsch grondgebied werd geboren, maar het is lana van Hugo de Groot, omdat geheel de positie van Nederland in de zeventiende eeuw, zijn volksaard en tradities medebrachten, dat een zoon van dat land de grondlegger van he volkenrecht zou worden. Op den 18 Mei-Volkenbondsdag vraagt de Vereeniging voor Volkenbond en Vrede, die personen van elke politieke richting en van elke godsdienstige gezindte in zich bevat, aandacht voor den Volkenbond en zijn werk. Op 18 Mei, den dag, waarop in 1899 de eerste Vredesconferentie werd geopend. Niet den deels mislukten arbeid dezer eerste Vre desconferentie herdenkt de Vereeniging op dezen Volkenbondsdag, doch wel het feit, dat tengevolge van het houden dezer Confe renties te 's-Gravenhage, Nederland een bijzondere plaats op internationaal gebied ie vervullen kreeg. Plaats, gekenmerkt door het vestigen te 's- Gravenhage eerst van het Permanente Hof van Arbitrage, daarna van het Permanente Hof van Internationale Justitie. Plaats, die aanleiding geeft om erop te wijzen, dat ook in Nederland steun voor de Volkenbondsge dachte noodig is. Noodiger wellicht dan ooit tevoren. Juist nu, omdat de grondgedachte van den Volkenbond wordt belaagd en bedreigd, en omdat de verwezenlijking van die gedachte voor kleine landen nog meer dan voor groo te een belang van de allergrootste beteekenis vormt. Gisteravond kwam de raad dezer gemeente bijeen. Afwezig was dr. Barnhoorn met be richt van verhindering. Ingekomen waren van Ged. Staten goed keuringen van de gemeenterekening '31 en de rekening van het G.E.B. en voorts verschil lende goedkeuringen van raadsbesluiten; be richt van aanhouding door Ged. Staten van hun beslissing op de raadsbesluiten inzake aankoop van perceelen van Ursem en Velze- boer voor de aansluiting van den weg naar de Egmonden en van een perceel van D. S. de Vries voor uitbreiding van de begraafplaats; verder was van Gedeputeerde Staten ingeko men bericht, dat het presentiegeld voor raadsleden is vastgesteld op 2 per bijge woonde vergadering. Ten slotte was nog ingekomen een bericht, mededeelende het besluit tot vermindering van de jaarwedden van den burgemeester, den secretaris en den ontvanger, plus verhoo ging van de pensioenbijdrage, waardoor de totale korting circa 15 zal bedragen. Al deze stukken werden voor kennisgeving aangenomen. Benoeming fwee leden Burgerlijk Armbestuur. De heer Keesman herinnerde aan een door BASIL KING. (Uk het Engelsch). 100) Ook je zult wel verwonderd rijn het me te hooren zeggen zou ik 't met Tad als broer best kunnen vinden. Dat hij t met mij nooit heeft kunnen vinden, heeft hiermee niets te maken. Er gaat iets van den jongen uit, dat me vanaf het eerste oogenblik, dat ik hem zag, heeft bekoord. Niet dat ik bepaald van hem'heb gehouden, ik heb alleen maar een soort verantwoordelijkheidsgevoel voor hem gehad. Ik heb geprobeerd net te doen ot dat gevoel niet bestond, er om te lachen en t weg te redeneeren, maar 't was iets, dat bleef bestaan. Indien er zooiets bestaat als een in stinctmatige aantrekkingskracht tusschen hen die van één vleesch en bloed zijn, dan zou ik zeggen, dat 't althans mijnerzijds dit geweest is. Ik twijfel er niet aan, dat wan neer we in dezelfde menagerie terecht zouden komen, er een zelfde soort vriendschap tus schen ons zou ontstaan als tusschen een leeuw en een tijger maar toch een soort vriendschap. De beide vrouwen vind ik verschrikkelijk. Ik weet 't niet anders uit te drukken. Voor den vader zou ik een liefhebbenden zoon kun nen rijn, alsof ik altijd tot 't gezin had be hoord. Met Tad zou ik een soort gewapen de broederschap tot stand kunnen brengen wat ik trouwens al heb gedaan. Maar voor zoover ik 't nu voel, zou ik noch voor de moeder, noch voor de dochter ooit iets kun nen zijn Ze zouden me daartoe niet in de ge legenheid stellen; ze zouden me niet noodig hebben. Indien zij er voor zouden zwichten mij als lid van het gezin toe te laten, dan zouden zij toch altijd hun hart voor me ge sloten houden. Mijn hoop gaat daarom niet verder en wel omdat ik me in den regel weet aan te passen aan de menschen, met wie ik moet omgaan dan dat zij haar vijandig heid niet al te erg toonen. Ook leef ik in 't vooruitzicht, dat, als jij en ik eenmaal ge trouwd zijn en dit is mijn eenige beweeg reden in de heele kwestie dit een soort be vrijding voor me zal wezen". 'en volgenden morgen schafte hij zich een paar handschoenen en een niet duren wandelstok aan, om zoo'n beetje het uiterlijk te hebben van die keurig uitziende jongelui, die hij dikwijls in de Vijfde Avenue zag. Het was niet zoo zeer zijn doel om er keurig uit te zien, als wel om behoorlijk voor den dag te komen in het huis, waar hij moest gaan lunchen. Om daar te komen, klom hij bovenop zoo'n zelfden onnibus als die, waarop hij bij na tien jaren geleden met Honeybun had ge zeten. Dat deed hij met de bedoeling om de herinnering aan dien rit weer wakker te roe pen. Honey's voorgevoel en voorspelling le ken toen ongerijmd en nu stonden zij aan den vooravond om verwezenlijkt te worden Hij stapte aan denzelfden hoek uit, waar hij, zooals hij zich herinnerde, op dien Zon dagmiddag in Augustus met Honey was uit gestapt. Hij stak de straat over om te zien of hij het huis van den Baby van Whitelaw, dat hem toen was gewezen, nog zou herken nen. Dat zou niet moeilijk zijn, aangezien het in de heele rij huizen het eenige was, dat afzonderlijk stond, met aan alle zijden door een grasperk omgeven. Het was een groot huis van donker gekleurde baksteen, dat er door zijn welgekozen afmetingen en door een massa lentebloemen, zooals gele narcissen, tulpen en hyacinten in zijn rond uitspringen- den vensters vroolijk en gezellig uitzag. Een beetje vóór zijn tijd zijnde, wandelde hij de straat een eind op, trachtende daar door wat kalmer te worden en zich moed in te spreken. Hij herinnerde zich het verhaal, dat Honeybun hem het eerst verteld had, en bij stukjes en beetjes door anderen was her haald. Te ver weg staande om door iemand die toevallig naar buiten zou kijken, opge merkt te worden, zag hij om naar het huis. Als hij inderdaad Harry Whitelaw was, dan was hij dus daar geboren. De laatste maal, dat hij er ui: kwam, hadden twee huisknechts hem de treden van die stoep afgedragen. Toen had een nurse, die het gebruikelijke costuum droeg, hem in zijn wagentje naar den overkant van de straat, en toen naar het Park gereden. Op een open plaats van het Park had er op de een of andere manier een plotselinge ommekeer in zijn levenslot plaats gegrepen en daarna wist niemand meer iets, tot het oogenblik, waarop hij zich herinnerde in een stoel in een keuken te zit ten en, met een lepel op de tafel slaande, vroeg- ..Moeke, is mijn naam Gracie of Tom?" Die herinnering was eenerzijds vaag, Vrijdag 18 Mei. HILVERSUM, 301 M. (8.—12.— 4—8—en 11.12.VARA, de AVRO van 12.4.en de VPRO van 8.11.uur). 8.Gr.pl. 10.VPRO-morgenwijding. 1015 Orgelspel Joh. Jong. 11.— Deel. J. Lemaire. 11.20 Gr.pl. 12.Kovacs Lajos en zijn orkest mmv. Magda von Donk, zang. 2.15 Gr.pl. 2 30 Causerie door mevr. I. de Leeuw van Rees. 3.Gr.pl. 4.De No tenkrakers olv. D. Wins. 4.30 Kin deruurtje. 5.— VARA-orkest o.l.v. Hugo de Groot. 6.Causerie H. Rienks. 6-15 Cor Steyn, orgel en A. de Booy, zang. 6.45 De Fliere fluiters olv. J. v. d. Horst, mmv. A. de Booy, zang. 7.30 Causerie W. Drop. 7.50 Gr.pl. 7.57 Herh. SOS- ber. 8.Causerie ds. F. H. G. v. Itersen. 8.30 Mevr. Wisselink, zang en mevr. v. Baaren, piano. 9. Prof. Ir. W. Scbermerhorn: Het Vrijz. Protestantisme in ons volk. 9.30 Vervolg concert. 10.Vrijz. Godsd. Persbui eau. 10.05 Vaz Dias. 10.15 Lezing. Prof. dr. J. P, A. Francois. 10.45 Gr.pl. HUIZEN, 1875 M. (Alg. progr. verzorgd door den KRO). 8.—9.15 en 10.—Gr.pl. 11.30—12.— Voor zieken en ouden van dagen. 12-15 Orkestconcert. 1Boodschap v. d. kinderen van Wales. 1.05 Gr.pl. I.20 Orkestconcert. 2.Gr.pl. 2.30 Solistenconcert. 3.454.Gr.pl. 4.15 Orkestconcert en lezingen. 7.15 Causerie. 7.35 Gr.platen. 7.40 Koor- en orkestconcert. Om 8.30 Vaz Dias. 9.15 Lezing. 9.30 Gr.pl. 9.45 Koorconcert. 1015 Gr.platen. 10.30 Vaz Dias. 1035—12.— Schlagermuziek. DAVENTRY, 1500 M. 10-35 Mor genwijding. 10.50 Tijdsein en ber, II.05—11.20 Lezing. 12.20 Orgel concert Dom Gregory Murray. 12.50 BBC-dansorkest o. 1. v. Hall. 1.35 Northern Studio-orkest olv. Bridge. 2.20 Voor de scholen. 3.20 Muzi kale causerie. 3.50 Ch. Manning's orkest. 4.50 E. Colombo en zijn orkest. 5.35 Kinderuur. 6.20 Ber. 6.50 Monteverdi's Madrigalen. 7.10, 7.30 en 7.50 Lezingen 7.20 „Simon Lord Lovat", hoorspel van C WhittakerWilson. 9.20 Ber. 9.40 „The Fol-de-Rols", zommer- revue v. Greatres en Charles. 10.40 Voordracht. 11.12.20 Harry Roy en zijn band. PARIJS (RADIO-PARIS) 1648 M 7.20 en 8.20 Gr.pl. 12.50 Krettly- orkest. 9.05 „L'épervier", spel van De Croisset. 10.50 Dansmuziek. KALUNDBORG, 1261 M. 12.20 2.20 Concert uit rest Wevex. 3.10 Intern. Goodwill-Day. 3.205.20 Omroeporkest o. 1. v. Reesen. 8.30 Fransche muziek, fluit en piano. 8.50 Radio-dialoog. 9.15 Italiaan- sche Operamuziek olv. Mahler, m, m. v. V. Tango, zang. 10.50 Man dolinerecital K. Jensen. 11.10 12.50 Dansmuziek door orkest en pianotrio. LANGENBERG, 456 M. 6.35 Gr.pl. 7.20 Blaasconcert. 10.50 Gr.pl. 12.20 Philh. Orkest o. 1. v. Keitel. 2 20 Gr.pl. 4 20 Philh. Or kest olv. Keitel. 2 20 Gr.pl. 4.20 Philh. Orkest o. 1. v. Walter. 5.35 Gev. concert. 7.20 Gr.pl. 7.40 „300 Jahre Oberammergauer Passion". 8 35 Concert. 9.40 Pianorecital H. Haass. 11.2012 50 Werag-kamer- orkest olv. Keiper. ROME, 421 M. 8.25 Gr.pl. 9.05 Orkestconcert olv. Marchesini. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.t 12.25 Salonorkest olv. Walpot en gr.pl. 5.20 Omroeporkest. 6.50 Gr.pl. 7.05 Pianorecital. 7.20 Gr. pl. 8.23 Jef Horemans-concert olv. Meulemans. 10.3011.20 Gr.pl. 484 M.: 12.20 Gr.pl. 1.30 Salon orkest olv. Walpot, m.m.v. zang solist. 5.20 Symphonieconcert olv. Meulemans. 6.35 Gr.pl. 6.50 Pianorecital. 7.20 Salonorkest. 8 20 Omroeporkest olv. André. 10.30 11.20 Gr.pl. DEUTSCHLANDSENDER 1571 M. 8.35 Concert door M. Wolff, zang. E. Moris, viool en H. Hoppe, piano. 9.20 „Ede rettet die Lack- fabrik", hoorspel van W. Lange. 9 40 De Deutschlandsender her innert. 9.50 Italiaansche volksliede ren, uit Turijn. 10.20 Politiek over zicht. 10.30 Ber. 10.55 Sportpraatje 11.05 Weerber. 11.20—12.50 Con cert uit Keulen. GEMEENTELIJKE DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Huizen. Lijn 3: Daventry 10.35 11.20, Lond. Reg. 12.20—15.50, Daventry 15.5018.50, Lond. Reg. 18.50—19.20, Brussel 19.20—24— Lijn 4: Langenberg 10.35 16.20, Mühlacker 16.20—17.35, Langenberg 17.3519.20, Luxem- bourg 19.2024. ingezonden verzoek om benoeming van een raadscommissie tot reorganisatie van het burgerlijk armbestuur en dit om te zetten in een college van Maatschappelijk Hulpbetoon. De voorzitter antwoordde, dat hij liever eerst wilde afwachten wie be noemd zou worden. Was een der benoemden iemand die penningmeester kan worden, dan was benoeming van een administrateur niet noodig. De heer Keesman noemde de kwestie zeer urgent. De werkzaamheden van het B A. zullen nog steeds toenemen en daarom is het wel nooaig, dat de raad een commissie aanwijst, die reorganisatie zou voorbereiden. Misschien worden de moeilijkheden wel eenigszins verschoven als er een penning meester wordt aangewezen, maar men zal geen definitieve oplossing daarmee bereiken. De voorzitter zou in elk geval de Ijenoeming willen afwachten. Hij wees op de hoogere kosten, die het gevolg zouden zijn van het instellen van een college voor Maat schappelijk Hulpbetoon, men moet daar in de huidige omstandigheden niet te licht over denken. De heer G r e e u w vreesde, dat het ook nu op den duur er van zal komen, dat het B. A. zijn penningmeester zal gaan bezoldigen. Spr. wees er op, dat verschillende commissies werken op hetzelfde terrein en dat is zeer onjuist. Beter ware het één instelling als Maatschappelijk Hulpbetoon te hebben, die het geheele terrein der armenzorg bestrijkt. De heer K o s t e 1 ij k was het met de hee- ren Keesman en Greeuw eens, dat er leemten zijn in de werkzaamheden van de commissies inzake armenzorg. Hij wilde echter, alvorens te gaan reorganiseeren, afwachten hoe het anderzijds levendig. Vaag, omdat zij uit het niet voorkwam en weer in het niet ver dween, levendig omdat zij een schakel vorm de van het verbijsterende raadsel van rijn identiteit, dat hem sinds zijn prille jeugd steeds had vervolgd. Eerst toen de vrouw die gehunkerd had naar het bezit van een meisje, ontdekte, dat hij een jongen was, was hij zich ten volle bewust een levend wezen te zijn. Voor het oogenblik wilde hij niet denken aan zijn voornemen om zich van die vrouw af te keeren. Er was toch niets aan te doen. Langen tijd had hij een sluier gehouden voor dit heilige der heiligen; hij zou dien nu maar weer gewoon er voor hangen, hem vastspij keren en nooit meer wegnemen, en nog min der er een blik achter werpen. Wat zich daar bevond, zou nu voor eeuwig voor iedereen verborgen blijven, ook voor hem zelf. Eén minuut vóór eenen stak hij de straat weer over, en liep naar het huis toe In de rol van Harry Whitelaw, die hij nu trachtte te sjïelen, den stoep op te gaan, was voor hem iets van groote beteekenis Zijn lange, zoo rijk aan kronkelpaden zijnde, schijnbaar dwaze zwertocht door het leven had hem hier weer teruggebracht. Alleen voor hem zelf scheen de afgelegde weg recht, en de omzwerving niet doelloos. De man van middelbaren leeftijd, die de huisdeur open deed, trok even zijn wenk brauwen op, en keek hem met grooten oogen aan. Het duurde geen seconde. Het volgen nu zal worden. Eigenlijk is het slechts een kwestie van den naam, burgerlijk armbestuur en Maatschappelijk Hulpbetoon doen, als ze haar taak goed opvatten, precies hetzelfde. De heer V a h 1 ontkende, dat het bezoldi gen van ambtenaren voor armenzorg in de toekomst voor de deur zal staan. Nadat de heer G r e e u w het voorstel der soc. dem. nader had verdedigd, zette de voorzitter uiteen, hoe de aanbeveling tot stand was gekomen. De kwestie over be noeming van een administrateur is nu z.i. van de baan. Later kan men altijd nog tot reor ganisatie overgaan. Spr. zegde toe, dat B. en W. een prae-advies zullen uitbrengen over het voorstel tot instelling van een reorgani satie-commissie. De heer S c h u y t geloofde, dat met nau wer contact tusschen de verschillende com missies voor armenzorg en het college van burgerlijk armbestuur de beste resultaten zijn te verwachten. Hierop werd tot stemming over de ingezon den aanbeveling overgegaan. Aftredend wa ren mevr. Veldkamp en de heer de Jager (deze wenschte niet meer in aanmerking te komen). Eerstgenoemde werd met algem. stemmen herkozen en in de andere vacature werd voorzien door de benoeming (met twee stemmen blanco) van den heer J. Akker man, die zich bereid had verklaard het pen ningmeesterschap waar te nemen. De voorzitter bracht den heer De Ja ger dank voor de vele werkzaamheden, door hem verricht in het college van het burger lijk armbestuur. Verzoek om verbetering Venne- watersweg. Evenals de commissie van bijstand voor de wegen, wier advies door B. en W. werd ingewonnen omtrent een verzoek van het be stuur van het waterschap „De oningepolder- de oogenblik was hij weer het toonbeeld van correctheid en decorum. En toch merkte Tom dat, terwijl hij hoed, wandelstok en hand schoenen van den bezoeker in ontvangst nam, hij vluchtig een paar maal naar zijn gezicht keek. Het was een ruime vestibule, die indruk maakte door enkele massieve, antieke meu bels en een trap, die ten deele door een gor dijn, dat misschien eens de een of andere Fransche kathedraal had gesierd, aan het oog was onttrokken. Tom, die gewend was geraakt aan de luxe van de Ansley's, maar die, hierbij vergeleken, bescheiden kon wor den genoemd, merkte opnieuw hoe weinig hij nog afwist van groote weelde. Hij volgde den butler door de vestibule naar een deur ter rechter zijde. Maar heel voorzichtig opende zich aan den linkerkant een deur, waaruit een kleine gestalte te voorschijn trad. „Dus, u bent toch gekomen! Dat dacht ik wel. Ik wist wel dat ik niet zou worden be graven, alvorens u terug te zien in het huis, waaruit u drie-ent-twintig jaren geleden in uw kinderwagen naar buiten werd gedragen. Ik heb 't Dadd altijd wel gezegd, ontelbare malen, niet waar Dadd?" „Dat heb u zeer zeker gedaan, juffrouw Nash", bevestigde Dadd, „en niemand van ons heeft u geloofd". „Dadd was toen tweede huisknecht", leg de juffrouw Nash nader uit „Hij was een van de twee, die u dien morgen naar buiten droeg. Nu is hij butler, maar geloofd heeft hij me nooit". (Wordt vervolgd

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 7