ALKHAARSCHE COURANT
JUIST NU
Veilige havens
<25 cent
Qemeetttecadeu.
üeiuUetou
GROOTE
STUKKEN
No. 115
DONDERDAG 17 MEI 1934
de Volkenbond geen product van den wensch
van enkelingen.
HEILOO.
Zij zijn talrijk, de Nederlanders, die de
schouders ophalen en zeggen of denken:
spreek mij niet van den Volkenbond, want
voor zooverre ik ooit in zijn kracht heb ge
loofd, is mij dat thans onmogelijk. Zie naar
het lot, dat aan de Ontwapeningsconferentie
is ten deel gevallen; zie haar moeitevol stre
ven om althans eenig resultaat te bereiken,
en erken de machteloosheid, waartoe de
Volkenbond in dit opzicht werd veroordeeld.
Zie naar den afloop van het conflict tus-
schen China en Japan, waartegen de Volken
bond wel zijn protest heeft doen hooren,
maar waarin hij niet heeft kunnen verhin
deren, dat Mantsjoerije practisch werd ge
bied, door Japan beïnvloed. Zie naar het
Saargebied, waar, ondanks de aanwezigheid
van een regeeringscommissie van den Vol
kenbond, de hartstochten hoog oplaaien, en
allerminst de objectieve rust aanwezig is,
noodig voor eene volksstemming in volle
vrijheid.
Het is volkomen begrijpelijk, dat men in
dezen, voor den tijdgenoot meer dan ooit te
voren chaotischen tijd een dergelijk stand
punt inneemt. Maar het staat even vast, dat
men den goeden gang van zaken in de we
reld, die men toch allen wil en behoort te
helpen bevorderen, er niet mede vooruit
brengt. Wanneer het persoonlijk nabij lig
gende aangelegenheden betreft, moge men
in soortgelijke omstandigheden de neiging
gevoelen om de schouders op te halen en zich
in werkelijkheid van de zaak verder niets
aan te trekken, de verstandige mensch ver
werpt dezen impuls bijna even snel als hij
is opgekomen, omdat men weet daarmede
eigen belangen te schaden. En de verstandi
ge mensch behoort hetzelfde te doen met ver
der af liggende belangen, die ook zijn be
lichaamd in ieders houding tegenover den
Volkenbond.
Want de Volkenbond, die heeft men te be
denken, is geen product van den wensch van
enkelingen; het mogen de vooraanstaanden
onder de vertegenwoordigers van de groote
en kleine Staten zijn geweest, die in 1919
den Volkenbond hebben totstandgebracht, zij
bouwden op een grondslag, reeds eeuwen
achtereen gelegd. Eeuwen achtereen toch
hebben denkers en dichters, staatslieden en
economisten, ja zelfs krijgslieden hun stem
doen hooren ter verdediging van de noodza
kelijkheid, dat een internationaal georgani
seerd lichaam de leiding zou nemen bij de
noodzakelijke samenwerking der volkeren.
Naar mate techniek en uitbouw der samen
leving de volken steeds nader tot elkander
brachten, is de noodzakelijkheid gevoeld
van een vredelievende samenwerking. De
volkeren volgden daarbij de individuen, die
ook eerst in stammen, in steden, in graaf
schappen of hertogdommen vijandig tegen
over elkander stonden en in den loop der
eeuwen zijn vereenigd in nationale staten.
Wie kan een reden aangeven waarom de al
dus voortgezette evolutie zou eindigen bij de
nationale Staten? De Volkenbond heeft
geenszins de bedoeling een superstaat te
stichten, maar wil slechts een organisatie
vormen, die tot aller baat gereed staat de
belangen van de samenleving der volkeren
te dienen. De Vredesconferenties te 'sGraven-
hage, in 1899 en 1907 gehouden, waren een
schuchtere eerste practische poging in die
richting. Waren zij beter geslaagd, wellicht
had veel leed aan de wereld bespaard kun
nen blijven. De oorlog heeft de oogen wijd
geopend voor de leemte, die in het leven der
volkeren aanwezig is.
Zoo kwam, als gevolg van den oorlog, de
Volkenbond tot stand. Vijftien jaren arbeidt
deze, met wiselend succes. En zoozeer zijn
tvij reeds met zijn bestaan vertrouwd, dat
de jaarlijks terugkeerende samenkomst zijner
Assemblée voor ons niets bijzonders meer
inhoudt. Terwijl toch vroeger, wanneer in
ternationale conferenties voor zoo gewichti
ge doeleinden samenkwamen, dit ten allen
tijde erkend werd te zijn een stap op den
weg van een internationalen vooruitgang.
De Volkenbond is geen Staat boven de Sta
ten, maar dientengevolge zijn zijne werk
zaamheden ook wat de leden ervan maken
De Volkenbond, men bedenke het toch wel,
heeft geen eigen wil en nog minder eigen
macht om aan dien wil uitdrukking te geven
In alle belangrijke zaken beslist de Volken
bond met eenheid van stemmen, en wie kan
zich in de tegenwoordige samenleving van
souvereine Staten een andere oplossing den
ken? Vandaar, dat de arbeid van den Vol
kenbond teleurstelling heeft gebracht, vooral
aan degenen, die zich nooit hebben gereali
seerd de geweldig groote moeilijkheden, die
door den Volkenbond eiken dag, ja elk uur
en elke minuut zouden moeten worden over
wonnen.
De Volkenbond wordt bestuurd door een
Raad, maar deze Raad is evenmin vrij in
rijn besluiten als de jaarlijksche Assemblée.
En de Volkenbond wordt gediend door een
secretariaat, waaraan verbonden zijn man-
nerJ cn vrouwen van uitnemende bekwaam
heden en van goeden wil, maar die ook bij
de uitoefening van hun taak gebonden zijn
door wat Assemblée en Raad besluiten of...
wegens gemis aan eenheid moeten nalaten te
besluiten.
En toch, ondanks alle gebreken, is het be
staan van den Volkenbond een niet genoeg
te waardeeren vooruitgang. Zelfs tegenover
den Volkenbond behoort men billijk te blij
ven, ook in dezen tijd van dagelijks terug
keerende teleurstelling en ontmoediging.
Als men den Volkenbond verwijt, dat nog
geen ontwapeningsovereenkomst is gesloten;
verwijt, dat de economische samenleving
schijnbaar hopeloos in de war is; verwijt,
dat het conflict tusschen China en Japan,
hoezeer ook door den Volkenbond behan
deld, in de practijk door de macht is beslist,
dient men in het oog te houden, dat de Vol
kenbond in de geschiedenis der menschheid,
die telt bij de eeuwen en niet bij de jaren,
nog aan den allereersten aanvang van het
begin staat. Dat de ontwikkeling der ge
dachten langzaam en geleidelijk gaat, lang
zamer in elk geval dan onze tijd van snel
voortschrijdende techniek kan bedenken.
Niet voor niets heeft de Volkenbond deze
vijftien jaren gewerkt; daar is een eerbied
waardige reeks van politieke geschillen, die
middels den Volkenbond zijn opgelost; daar
is werk op sociaal, hygiënisch, humanitair
en economisch gebied, dat voor alle betrok
kenen van groot belang is en is geweest;
daar is een internationale samenwerking in
het leven geroepen, waarvan de toekomst de
vruchten zal plukken. Men rekent dit wel
eens tot het z.g.n. bijkomstige of secundaire
werk van den Volkenbond, terwijl deze toch
primair ten doel heeft om den politieleen
vrede te dienen, d.w.z. de oorlogsuitbarstin
gen tusschen de volkeren te voorkomen. De
Volkenbond, jong en dientengevolge zwak
instituut nog, is niet het eerst aangewezen
lichaam om den volken het noodige verstan
dige inzicht bij te brengen!
Groote en kleine Staten werken in den
Volkenbond samen. Wie meent, dat daar
mede de toestand bereikt is, dat er geen ver
schil meer aanwezig is tusschen deze groote
en kleine Staten, vergist zich. In de samen
leving der volken zal, althans binnen afzien
baren tijd, zoodanig verschil steeds blijven
bestaan. Maar het behoeft geen aanleiding
te geven tot onderdrukking van de kleinen
door de grooten, van opoffering van hun
belangen aan die der grooten. Dat neemt
echter weer niet weg, dat erkend kan wor
den, dat, gezien de veel grooter verantwoor
delijkheid, die in de internationale samenle
ving door de groote Staten gedragen wordt,
zij ook over eenige meerdere bevoegdheden
hebben te beschikken Op dien grondslag
kan men, theoretisch en min of meer ideëel
gesproken, het Pact van Vier gesteld reke
nen. Op dien grondslag ongetwijfeld werkt
de Volkenbond, en bereikt hij niet de resui-
taten, die men tot dusverre, vooral in de
groote lijnen, van hem verwachtte, dan ligt
dit daaraan, dat de tijden ervoor nog niet
rijp zijn. Dat behoeft geen reden te zijn tot
ontmoediging, tot teleurstelling, tot verbit
tering. Veeleer een reden om te begrijpen
dat dit werk krachtiger moet worden aange
pakt dan tot dusverre is geschied, en da
evenmin als de kleine Staten de medewer
king der groote kunnen ontberen, het omge
keerde het geval is. Nederland heeft er daar
bij bijzonder op te letten, dat het is het land
van Hugo de Groot, land met een volken
rechtelijke traditie. Het is geen land van
Hugo de Groot, omdat deze groote geest
min of meer toevallig 0p Nederlandsch
grondgebied werd geboren, maar het is lana
van Hugo de Groot, omdat geheel de positie
van Nederland in de zeventiende eeuw, zijn
volksaard en tradities medebrachten, dat een
zoon van dat land de grondlegger van he
volkenrecht zou worden.
Op den 18 Mei-Volkenbondsdag vraagt de
Vereeniging voor Volkenbond en Vrede, die
personen van elke politieke richting en van
elke godsdienstige gezindte in zich bevat,
aandacht voor den Volkenbond en zijn werk.
Op 18 Mei, den dag, waarop in 1899 de
eerste Vredesconferentie werd geopend. Niet
den deels mislukten arbeid dezer eerste Vre
desconferentie herdenkt de Vereeniging op
dezen Volkenbondsdag, doch wel het feit,
dat tengevolge van het houden dezer Confe
renties te 's-Gravenhage, Nederland een
bijzondere plaats op internationaal gebied ie
vervullen kreeg.
Plaats, gekenmerkt door het vestigen te 's-
Gravenhage eerst van het Permanente Hof
van Arbitrage, daarna van het Permanente
Hof van Internationale Justitie. Plaats, die
aanleiding geeft om erop te wijzen, dat ook
in Nederland steun voor de Volkenbondsge
dachte noodig is. Noodiger wellicht dan ooit
tevoren.
Juist nu, omdat de grondgedachte van den
Volkenbond wordt belaagd en bedreigd, en
omdat de verwezenlijking van die gedachte
voor kleine landen nog meer dan voor groo
te een belang van de allergrootste beteekenis
vormt.
Gisteravond kwam de raad dezer gemeente
bijeen. Afwezig was dr. Barnhoorn met be
richt van verhindering.
Ingekomen waren van Ged. Staten goed
keuringen van de gemeenterekening '31 en de
rekening van het G.E.B. en voorts verschil
lende goedkeuringen van raadsbesluiten; be
richt van aanhouding door Ged. Staten van
hun beslissing op de raadsbesluiten inzake
aankoop van perceelen van Ursem en Velze-
boer voor de aansluiting van den weg naar
de Egmonden en van een perceel van D. S. de
Vries voor uitbreiding van de begraafplaats;
verder was van Gedeputeerde Staten ingeko
men bericht, dat het presentiegeld voor
raadsleden is vastgesteld op 2 per bijge
woonde vergadering.
Ten slotte was nog ingekomen een bericht,
mededeelende het besluit tot vermindering
van de jaarwedden van den burgemeester,
den secretaris en den ontvanger, plus verhoo
ging van de pensioenbijdrage, waardoor de
totale korting circa 15 zal bedragen.
Al deze stukken werden voor kennisgeving
aangenomen.
Benoeming fwee leden Burgerlijk
Armbestuur.
De heer Keesman herinnerde aan een
door BASIL KING.
(Uk het Engelsch).
100)
Ook je zult wel verwonderd rijn het me
te hooren zeggen zou ik 't met Tad als
broer best kunnen vinden. Dat hij t met mij
nooit heeft kunnen vinden, heeft hiermee
niets te maken. Er gaat iets van den jongen
uit, dat me vanaf het eerste oogenblik, dat ik
hem zag, heeft bekoord. Niet dat ik bepaald
van hem'heb gehouden, ik heb alleen maar
een soort verantwoordelijkheidsgevoel voor
hem gehad. Ik heb geprobeerd net te doen ot
dat gevoel niet bestond, er om te lachen en t
weg te redeneeren, maar 't was iets, dat bleef
bestaan. Indien er zooiets bestaat als een in
stinctmatige aantrekkingskracht tusschen hen
die van één vleesch en bloed zijn, dan zou ik
zeggen, dat 't althans mijnerzijds dit
geweest is. Ik twijfel er niet aan, dat wan
neer we in dezelfde menagerie terecht zouden
komen, er een zelfde soort vriendschap tus
schen ons zou ontstaan als tusschen een
leeuw en een tijger maar toch een soort
vriendschap.
De beide vrouwen vind ik verschrikkelijk.
Ik weet 't niet anders uit te drukken. Voor
den vader zou ik een liefhebbenden zoon kun
nen rijn, alsof ik altijd tot 't gezin had be
hoord. Met Tad zou ik een soort gewapen
de broederschap tot stand kunnen brengen
wat ik trouwens al heb gedaan. Maar
voor zoover ik 't nu voel, zou ik noch voor de
moeder, noch voor de dochter ooit iets kun
nen zijn Ze zouden me daartoe niet in de ge
legenheid stellen; ze zouden me niet noodig
hebben. Indien zij er voor zouden zwichten
mij als lid van het gezin toe te laten, dan
zouden zij toch altijd hun hart voor me ge
sloten houden. Mijn hoop gaat daarom niet
verder en wel omdat ik me in den regel
weet aan te passen aan de menschen, met wie
ik moet omgaan dan dat zij haar vijandig
heid niet al te erg toonen. Ook leef ik in 't
vooruitzicht, dat, als jij en ik eenmaal ge
trouwd zijn en dit is mijn eenige beweeg
reden in de heele kwestie dit een soort be
vrijding voor me zal wezen".
'en volgenden morgen schafte hij zich
een paar handschoenen en een niet duren
wandelstok aan, om zoo'n beetje het uiterlijk
te hebben van die keurig uitziende jongelui,
die hij dikwijls in de Vijfde Avenue zag. Het
was niet zoo zeer zijn doel om er keurig uit
te zien, als wel om behoorlijk voor den dag
te komen in het huis, waar hij moest gaan
lunchen.
Om daar te komen, klom hij bovenop
zoo'n zelfden onnibus als die, waarop hij bij
na tien jaren geleden met Honeybun had ge
zeten. Dat deed hij met de bedoeling om de
herinnering aan dien rit weer wakker te roe
pen. Honey's voorgevoel en voorspelling le
ken toen ongerijmd en nu stonden zij aan
den vooravond om verwezenlijkt te worden
Hij stapte aan denzelfden hoek uit, waar
hij, zooals hij zich herinnerde, op dien Zon
dagmiddag in Augustus met Honey was uit
gestapt. Hij stak de straat over om te zien of
hij het huis van den Baby van Whitelaw,
dat hem toen was gewezen, nog zou herken
nen. Dat zou niet moeilijk zijn, aangezien
het in de heele rij huizen het eenige was, dat
afzonderlijk stond, met aan alle zijden door
een grasperk omgeven. Het was een groot
huis van donker gekleurde baksteen, dat er
door zijn welgekozen afmetingen en door een
massa lentebloemen, zooals gele narcissen,
tulpen en hyacinten in zijn rond uitspringen-
den vensters vroolijk en gezellig uitzag.
Een beetje vóór zijn tijd zijnde, wandelde
hij de straat een eind op, trachtende daar
door wat kalmer te worden en zich moed in
te spreken. Hij herinnerde zich het verhaal,
dat Honeybun hem het eerst verteld had, en
bij stukjes en beetjes door anderen was her
haald. Te ver weg staande om door iemand
die toevallig naar buiten zou kijken, opge
merkt te worden, zag hij om naar het huis.
Als hij inderdaad Harry Whitelaw was, dan
was hij dus daar geboren. De laatste maal,
dat hij er ui: kwam, hadden twee huisknechts
hem de treden van die stoep afgedragen.
Toen had een nurse, die het gebruikelijke
costuum droeg, hem in zijn wagentje naar
den overkant van de straat, en toen naar
het Park gereden. Op een open plaats van
het Park had er op de een of andere manier
een plotselinge ommekeer in zijn levenslot
plaats gegrepen en daarna wist niemand
meer iets, tot het oogenblik, waarop hij zich
herinnerde in een stoel in een keuken te zit
ten en, met een lepel op de tafel slaande,
vroeg- ..Moeke, is mijn naam Gracie of
Tom?" Die herinnering was eenerzijds vaag,
Vrijdag 18 Mei.
HILVERSUM, 301 M. (8.—12.—
4—8—en 11.12.VARA, de
AVRO van 12.4.en de VPRO
van 8.11.uur). 8.Gr.pl.
10.VPRO-morgenwijding. 1015
Orgelspel Joh. Jong. 11.— Deel. J.
Lemaire. 11.20 Gr.pl. 12.Kovacs
Lajos en zijn orkest mmv. Magda
von Donk, zang. 2.15 Gr.pl. 2 30
Causerie door mevr. I. de Leeuw
van Rees. 3.Gr.pl. 4.De No
tenkrakers olv. D. Wins. 4.30 Kin
deruurtje. 5.— VARA-orkest o.l.v.
Hugo de Groot. 6.Causerie H.
Rienks. 6-15 Cor Steyn, orgel en
A. de Booy, zang. 6.45 De Fliere
fluiters olv. J. v. d. Horst, mmv. A.
de Booy, zang. 7.30 Causerie W.
Drop. 7.50 Gr.pl. 7.57 Herh. SOS-
ber. 8.Causerie ds. F. H. G. v.
Itersen. 8.30 Mevr. Wisselink, zang
en mevr. v. Baaren, piano. 9.
Prof. Ir. W. Scbermerhorn: Het
Vrijz. Protestantisme in ons volk.
9.30 Vervolg concert. 10.Vrijz.
Godsd. Persbui eau. 10.05 Vaz
Dias. 10.15 Lezing. Prof. dr. J. P,
A. Francois. 10.45 Gr.pl.
HUIZEN, 1875 M. (Alg. progr.
verzorgd door den KRO). 8.—9.15
en 10.—Gr.pl. 11.30—12.— Voor
zieken en ouden van dagen. 12-15
Orkestconcert. 1Boodschap v. d.
kinderen van Wales. 1.05 Gr.pl.
I.20 Orkestconcert. 2.Gr.pl. 2.30
Solistenconcert. 3.454.Gr.pl.
4.15 Orkestconcert en lezingen.
7.15 Causerie. 7.35 Gr.platen. 7.40
Koor- en orkestconcert. Om 8.30
Vaz Dias. 9.15 Lezing. 9.30 Gr.pl.
9.45 Koorconcert. 1015 Gr.platen.
10.30 Vaz Dias. 1035—12.—
Schlagermuziek.
DAVENTRY, 1500 M. 10-35 Mor
genwijding. 10.50 Tijdsein en ber,
II.05—11.20 Lezing. 12.20 Orgel
concert Dom Gregory Murray. 12.50
BBC-dansorkest o. 1. v. Hall. 1.35
Northern Studio-orkest olv. Bridge.
2.20 Voor de scholen. 3.20 Muzi
kale causerie. 3.50 Ch. Manning's
orkest. 4.50 E. Colombo en zijn
orkest. 5.35 Kinderuur. 6.20 Ber.
6.50 Monteverdi's Madrigalen.
7.10, 7.30 en 7.50 Lezingen 7.20
„Simon Lord Lovat", hoorspel van
C WhittakerWilson. 9.20 Ber.
9.40 „The Fol-de-Rols", zommer-
revue v. Greatres en Charles. 10.40
Voordracht. 11.12.20 Harry Roy
en zijn band.
PARIJS (RADIO-PARIS) 1648 M
7.20 en 8.20 Gr.pl. 12.50 Krettly-
orkest. 9.05 „L'épervier", spel van
De Croisset. 10.50 Dansmuziek.
KALUNDBORG, 1261 M. 12.20
2.20 Concert uit rest Wevex. 3.10
Intern. Goodwill-Day. 3.205.20
Omroeporkest o. 1. v. Reesen. 8.30
Fransche muziek, fluit en piano.
8.50 Radio-dialoog. 9.15 Italiaan-
sche Operamuziek olv. Mahler, m,
m. v. V. Tango, zang. 10.50 Man
dolinerecital K. Jensen. 11.10
12.50 Dansmuziek door orkest en
pianotrio.
LANGENBERG, 456 M. 6.35
Gr.pl. 7.20 Blaasconcert. 10.50
Gr.pl. 12.20 Philh. Orkest o. 1. v.
Keitel. 2 20 Gr.pl. 4 20 Philh. Or
kest olv. Keitel. 2 20 Gr.pl. 4.20
Philh. Orkest o. 1. v. Walter. 5.35
Gev. concert. 7.20 Gr.pl. 7.40 „300
Jahre Oberammergauer Passion".
8 35 Concert. 9.40 Pianorecital H.
Haass. 11.2012 50 Werag-kamer-
orkest olv. Keiper.
ROME, 421 M. 8.25 Gr.pl. 9.05
Orkestconcert olv. Marchesini.
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.t
12.25 Salonorkest olv. Walpot en
gr.pl. 5.20 Omroeporkest. 6.50
Gr.pl. 7.05 Pianorecital. 7.20 Gr.
pl. 8.23 Jef Horemans-concert olv.
Meulemans. 10.3011.20 Gr.pl.
484 M.: 12.20 Gr.pl. 1.30 Salon
orkest olv. Walpot, m.m.v. zang
solist. 5.20 Symphonieconcert olv.
Meulemans. 6.35 Gr.pl. 6.50
Pianorecital. 7.20 Salonorkest. 8 20
Omroeporkest olv. André. 10.30
11.20 Gr.pl.
DEUTSCHLANDSENDER 1571
M. 8.35 Concert door M. Wolff,
zang. E. Moris, viool en H. Hoppe,
piano. 9.20 „Ede rettet die Lack-
fabrik", hoorspel van W. Lange.
9 40 De Deutschlandsender her
innert. 9.50 Italiaansche volksliede
ren, uit Turijn. 10.20 Politiek over
zicht. 10.30 Ber. 10.55 Sportpraatje
11.05 Weerber. 11.20—12.50 Con
cert uit Keulen.
GEMEENTELIJKE
DISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Huizen.
Lijn 3: Daventry 10.35
11.20, Lond. Reg. 12.20—15.50,
Daventry 15.5018.50, Lond. Reg.
18.50—19.20, Brussel 19.20—24—
Lijn 4: Langenberg 10.35
16.20, Mühlacker 16.20—17.35,
Langenberg 17.3519.20, Luxem-
bourg 19.2024.
ingezonden verzoek om benoeming van een
raadscommissie tot reorganisatie van het
burgerlijk armbestuur en dit om te zetten in
een college van Maatschappelijk Hulpbetoon.
De voorzitter antwoordde, dat
hij liever eerst wilde afwachten wie be
noemd zou worden. Was een der benoemden
iemand die penningmeester kan worden, dan
was benoeming van een administrateur niet
noodig.
De heer Keesman noemde de kwestie
zeer urgent. De werkzaamheden van het B
A. zullen nog steeds toenemen en daarom is
het wel nooaig, dat de raad een commissie
aanwijst, die reorganisatie zou voorbereiden.
Misschien worden de moeilijkheden wel
eenigszins verschoven als er een penning
meester wordt aangewezen, maar men zal
geen definitieve oplossing daarmee bereiken.
De voorzitter zou in elk geval de
Ijenoeming willen afwachten. Hij wees op de
hoogere kosten, die het gevolg zouden zijn
van het instellen van een college voor Maat
schappelijk Hulpbetoon, men moet daar in
de huidige omstandigheden niet te licht over
denken.
De heer G r e e u w vreesde, dat het ook nu
op den duur er van zal komen, dat het B. A.
zijn penningmeester zal gaan bezoldigen.
Spr. wees er op, dat verschillende commissies
werken op hetzelfde terrein en dat is zeer
onjuist. Beter ware het één instelling als
Maatschappelijk Hulpbetoon te hebben, die
het geheele terrein der armenzorg bestrijkt.
De heer K o s t e 1 ij k was het met de hee-
ren Keesman en Greeuw eens, dat er leemten
zijn in de werkzaamheden van de commissies
inzake armenzorg. Hij wilde echter, alvorens
te gaan reorganiseeren, afwachten hoe het
anderzijds levendig. Vaag, omdat zij uit
het niet voorkwam en weer in het niet ver
dween, levendig omdat zij een schakel vorm
de van het verbijsterende raadsel van rijn
identiteit, dat hem sinds zijn prille jeugd
steeds had vervolgd. Eerst toen de vrouw
die gehunkerd had naar het bezit van een
meisje, ontdekte, dat hij een jongen was, was
hij zich ten volle bewust een levend wezen
te zijn.
Voor het oogenblik wilde hij niet denken
aan zijn voornemen om zich van die vrouw
af te keeren. Er was toch niets aan te doen.
Langen tijd had hij een sluier gehouden voor
dit heilige der heiligen; hij zou dien nu maar
weer gewoon er voor hangen, hem vastspij
keren en nooit meer wegnemen, en nog min
der er een blik achter werpen. Wat zich daar
bevond, zou nu voor eeuwig voor iedereen
verborgen blijven, ook voor hem zelf.
Eén minuut vóór eenen stak hij de straat
weer over, en liep naar het huis toe In de
rol van Harry Whitelaw, die hij nu trachtte
te sjïelen, den stoep op te gaan, was voor hem
iets van groote beteekenis Zijn lange, zoo
rijk aan kronkelpaden zijnde, schijnbaar
dwaze zwertocht door het leven had hem
hier weer teruggebracht. Alleen voor hem
zelf scheen de afgelegde weg recht, en de
omzwerving niet doelloos.
De man van middelbaren leeftijd, die de
huisdeur open deed, trok even zijn wenk
brauwen op, en keek hem met grooten oogen
aan. Het duurde geen seconde. Het volgen
nu zal worden. Eigenlijk is het slechts een
kwestie van den naam, burgerlijk armbestuur
en Maatschappelijk Hulpbetoon doen, als ze
haar taak goed opvatten, precies hetzelfde.
De heer V a h 1 ontkende, dat het bezoldi
gen van ambtenaren voor armenzorg in de
toekomst voor de deur zal staan.
Nadat de heer G r e e u w het voorstel
der soc. dem. nader had verdedigd, zette de
voorzitter uiteen, hoe de aanbeveling
tot stand was gekomen. De kwestie over be
noeming van een administrateur is nu z.i. van
de baan. Later kan men altijd nog tot reor
ganisatie overgaan. Spr. zegde toe, dat B. en
W. een prae-advies zullen uitbrengen over
het voorstel tot instelling van een reorgani
satie-commissie.
De heer S c h u y t geloofde, dat met nau
wer contact tusschen de verschillende com
missies voor armenzorg en het college van
burgerlijk armbestuur de beste resultaten
zijn te verwachten.
Hierop werd tot stemming over de ingezon
den aanbeveling overgegaan. Aftredend wa
ren mevr. Veldkamp en de heer de Jager
(deze wenschte niet meer in aanmerking te
komen). Eerstgenoemde werd met algem.
stemmen herkozen en in de andere vacature
werd voorzien door de benoeming (met twee
stemmen blanco) van den heer J. Akker
man, die zich bereid had verklaard het pen
ningmeesterschap waar te nemen.
De voorzitter bracht den heer De Ja
ger dank voor de vele werkzaamheden, door
hem verricht in het college van het burger
lijk armbestuur.
Verzoek om verbetering Venne-
watersweg.
Evenals de commissie van bijstand voor
de wegen, wier advies door B. en W. werd
ingewonnen omtrent een verzoek van het be
stuur van het waterschap „De oningepolder-
de oogenblik was hij weer het toonbeeld van
correctheid en decorum. En toch merkte Tom
dat, terwijl hij hoed, wandelstok en hand
schoenen van den bezoeker in ontvangst
nam, hij vluchtig een paar maal naar zijn
gezicht keek.
Het was een ruime vestibule, die indruk
maakte door enkele massieve, antieke meu
bels en een trap, die ten deele door een gor
dijn, dat misschien eens de een of andere
Fransche kathedraal had gesierd, aan het
oog was onttrokken. Tom, die gewend was
geraakt aan de luxe van de Ansley's, maar
die, hierbij vergeleken, bescheiden kon wor
den genoemd, merkte opnieuw hoe weinig
hij nog afwist van groote weelde.
Hij volgde den butler door de vestibule
naar een deur ter rechter zijde. Maar heel
voorzichtig opende zich aan den linkerkant
een deur, waaruit een kleine gestalte te
voorschijn trad.
„Dus, u bent toch gekomen! Dat dacht ik
wel. Ik wist wel dat ik niet zou worden be
graven, alvorens u terug te zien in het huis,
waaruit u drie-ent-twintig jaren geleden in
uw kinderwagen naar buiten werd gedragen.
Ik heb 't Dadd altijd wel gezegd, ontelbare
malen, niet waar Dadd?"
„Dat heb u zeer zeker gedaan, juffrouw
Nash", bevestigde Dadd, „en niemand van
ons heeft u geloofd".
„Dadd was toen tweede huisknecht", leg
de juffrouw Nash nader uit „Hij was een
van de twee, die u dien morgen naar buiten
droeg. Nu is hij butler, maar geloofd heeft
hij me nooit".
(Wordt vervolgd