n±mi
Haar avonturier.
HONIG S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor IOcL
Samuel Insull's terugkeer in Chicago.
I8SA H
B
s
i
ÉfPf Mr,
■jg
n
fm
i
I
HuüMetou
Buitenland
Wat de grijsaard met zijn millioenen deed.
Weet Insult te veel en zal hij praten?
Jihaakcuèciek
m
wv/yiw
WMi
'mm,
%9>
mm mamt
i«i
mmt
m
m
pi w'
m
38.mm mm,
J
mm
tMW
nm. ws.
''77^tbyf/'/fr
Deze Ani6terdamsche straatartisten
zullen eerstdaags een feest geven en
wel in het Carlton-Hotel te Amsterdam.
Wen zou zoo kunnen opmerken, dat het
misschien wel wat bescheidener kon, en
zich afvragen of zij, als zij dan toch heb
ben besloten om gezamenlijk binnens
huis op te treden, niet het Concertge
bouw hebben afgehuurd. Doch dat had
den zij niet in de hand, want het feest
der Amsterdamsche straatkunstenaars
gaat uit van de „AU Peoples Associa-
tion" en als wij het wel hebben is de op
brengst voor het crisiscomité.
In het begin van Juni zullen dan in de
za.en van het Carlton-hotel bekende
straattypen aan den slag gaan. Aller
eerst is daar de onvolprezen poppenkast
van den Dam, die zich, niettegenstaande
de crisisjaren, altijd heeft weten te hand
haven. Haar eerste voorstellingen datee
ren al van meer dan een halve eeuw
geleden en eertijds was de Vijgendam,
achter het voormalig Commandantshuis,
later de Dam de plaats, waar de kleine
schouwburg van planken en lappen
werd opgesteld. Een tweede Dam-artist
is de snelteekenaar, de man, die binnen
tien minuten een landschap op papier
toovert.
Enkele virtuozen op de harmonica,
een orgeldraaier met een pracht van een
„pierement", een „band" van twee
vrouwen en twee mannen, de Volendam-
iner harmonica-artisten en de beroemde
zanger met cither, vrouw en hond, zijn
eveneens uitgenoodigd om het feest
luister bij te zetten.
Dit is wat het muzikale gedeelte be
treft, wel de hoofdschotel, maar daarne
vens zijn ook nog andere straatartisten
deelhebbers aan dit feest. Misschien
choyueeren wij de eerstgenoemde cate
gorie, wanneer wij de nu te noemen per
sonen eveneens kunstenaars noemen sn
het zijn dan inderdaad ook meer kun
stemakers. De mannen, die hoogstanden
maken, een boeienkoning, springers en
andere zoogenaamde „standwerkers".
Een van hen, een voortreffelijk acrobaat
in zijn goeden tijd, thans eigenaar van
een rijk voorziene tot zuurkraam in
gerichte handkar, komt op het feest met
zijn wagen met nieuwe haring, zuur,
uien en rolmopsen. Ter afwisseling van
den verkoop heeft hij zich voorgenomen
hoogstanden te maken op den kruk van
zijn wagen.
Uitdrukkelijk is de medewerkenden
op het hart gedrukt, dat zij voor dit feest
geen toilet mogen maken; zij moeten
verschijnen en arbeiden in hun gewoon
werkpak je.
Om den avond zoo natuurgetrouw
mogelijk te doen zijn, worden de kellners
en zaalbedienden gestoken in het paK
van den Amsterdamschen politieagent,
opdat de artisten, die clandestien op de
straat plegen te werken, ook hier „echt"
zullen schrikken en als een haas hun
buideltje bijeen zullen graaien.
Het zijn allemaal vakmenschen, lieden
die met hun kunst of kunsten een boter
ham verdienen, dus er is geen sprake
van het exploiteeren van menschelijke
ellende, zooals wellicht een of andere
dwarskijker zal meenen op te merken,
evenmin een soort „apenshow", waar
het publek in smokings hautain rond
wandelt. De genoodigden (er wordt na
tuurlijk gedanst) worden verzocht in
wandeltoilet te komen, dus eveneens in
hun daagsche plunje.
Die kunstenaars van de straat zijn in
Amsterdam allen min of meer bekende
verschijningen, zooals Amsterdam ook
op ander gebied tal van bekende typen
heeft. Amsterdam heeft zelfs nog een
echten verstrooiden professor, die met
golvende hoofd- en baardharen, altijd in
gedachten verzonken, bij voorkeur langs
groetten hem, amicaler misschien dan
var. grooten naam en van bijzondere
kwaliteiten, en waar in Nederland vindt
men nog zulk een specimen van den
ouden stempel? Men moet de tegenwoor
dige professoren, tenminste de Amster
damsche eens zien, om het bezit van
zoo'n historisch exemplaar op prijs te
ste'ien, want de hoogleeraar van van
daag is blozend en verbrand, hij biljart,
fietst, rijdt zelf zijn auto en maakt ook
kleine en groote twisten met verkeers
agenten. Baarden en snorren kent hij
nog alleen van den collega van de film
of het tooneel.
Om op deze bekende typen terug te
komen: daarbij is een nieuwe verschij
ning gekomen.
Een episode uit den Dertigenjarigen Oorlog
Oorspronkelijke schets van
O. P. BAKKER.
3)
Hier rekte hij zich in'zijn volle lengte uit,
bewoog armen en beenen, die stiji waren
geworden van het lange liggen op de straat-
steenen, wischte zijn gezicht af en keek om
laag naar zijn vuile, bebloede, onherken
baar geworden kleeren De schouderplaten
deed hij af, nam de morion van zijn hoofd en
legde die zolgvuldig in de portiek. Vlug
sloop hij langs de gevels naar den hoek van
een straatje, gleed er in en ging zorgvuldig
speurend verder.
Plots konken holle hoefslagen door de
stille steeg. Om de bocht kwam met groote
snelheid een vijandelijk officier aanrijden in
schitterend staal. Eensklaps staat zijn paard,
zijn pisool bestrijkt den vluchteling.
„Sta!"
Saxon stond onbewegelijk, de armen ge
strekt langs de zijden
„Wie ben je?"'
Toen verscheen er een glimlach op Saxon's
gelaat, zijn blauwe oogen keken den ander
vroolijk aan en hij antwoordde:
„Hoe gaat het, Von Hebei?"
De ruiter beschouwde de lange, havelooze
gestalte met groote verwondering, sprong
Wij zagen deze week in da stad een
heer, zoo van een jaar of vijftig, in rij-
costuum op een ferm paard door de
straten draven. Struisch en rechtop,
koen en fier, beheerschte hij zijn ros en
de straat. Overal waar hij langs een
politieagent .hetzij een gewone of een
verkeersagent kwam, ging deze in de
houding staan en salueerue, waarop de
ruiter welwillend en vriendelijk ter:g
groette. Ook eenige bereden agenten
gr «etten hem, amicaler misschien dan
de straatagenten deden. Wij wilden er
achter komen wie deze door iederen
agent gekenden ruiter was, want niet
een enkelen keer zagen wij dit ceremo
nieel, maar eenige dagen achtereen.
Geen van de hoogere militaire of politie-
au oriteiten was deze ruiter in politiek,
doech het blezk de gepensionneerde bri
gadier van de bereden politie de heer
B. ouwer te zijn. Deze ex-brigadier heeft
den wettelijken leeftijd voor pension-
neering bereikt men zou bet hem niet
aanzien doch hij is zoo vergroeid met
de ressinanten, dat de hoofdcommissaris
hem heeft toegestaan de reserve-paarden
der bereden politie dagelijks af te rijden.
Daarmede is de man en daarmede zijn
de paarden gebaat.
ADAM WEEVERS
Chicago kreeg deze week haar verloren
zoon terug ook al is deze een 74-jarige groot
vader en kwam hij niet bepaald uit eigen be
weging om te vertellen, dat hij gezondigd
had door zijn rijkdom op te maken. In plaats
daarvan stond Samuel Insull vanaf zijn ver
trek uit Constantinopel onder voortdurend
toezicht van een Amerikaansche consulairen
ambtenaar, die hem bij aankomst te New
York niet eens verliet, maar versterking ont
ving in den vorm van twee federale ambte
naren, die hem tot in de gevangenis te Chica
go brachten. Dit toezicht op den grijsaard
was werkelijk niet verwonderlijk te noemen
na zijn heftig verweer gedurende twee jaar
om terug te komen op de plek, waar hij tien
tallen jaren achtereen de onbetwiste heerscher
geweest was. In die twee jaar heeft hij kans
gezien om moeilijkheden te scheppen tus
schen zijn eigen regeering en die van twee
vreemde landen en nog is zijn uitlevering
door Turkije een bedenkelijke kwestie uit een
oogpunt van rechtszekerheid geweest, zoo
dat zijn advocaat te Chicago oogenblikkelijk
geprotesteerd heeft tegen Insull's arrestatie
en probeeren zal om dit onwettig te laten ver
klaren. Volgens internationale overeen
komst mag een buiter.landsch schip 24 uur
in de Bosporus ankeren voor proviand en
drinkwater zonder in Turksche juridictie te
zijn gekomen; Insull's schip werd echter
tegengehouden en toen verviel deze bepa
ling.
Hoe dit alles zij, Insull is terug en heeft
al geconfereerd met zijn eveneens in staat
van beschuldiging gestelden broer Martin
en zijn zoon Samuel Jr. Deze drie mannen,
die eens aan het hoofd stonden van een zoo
kolossale financieele onderneming als wij
bescheiden Europeanen amper kunnen in
denken in den voorsipoedigen tijd werd de
kapitalisatie op $1.00.000.000 geschat
zuilen nu tekst en uitleg moeten geven, waar
om dit geld, toebehoorende aan het beleg
gende publiek, spoorloos verdwenen is en
waar het naar toeging. Niet, dat zij er van
gesoupeerd hebben, ook al hebben zij mil-
lioenen-inkomsten gehad, maar geen mensch
is in staat om dat uit te geven of te verspil
len. Dergelijke bedragen verdwijnen alleen
maar door de bevelen van de beurstikker,
m.a.w. door manipulaties van de haute finan-
ce, want het levenswerk van Samuel Insull
mag dan voor hem zelf beëindigd zijn, mil
lioenen menschen in een reusachtige cirkel
om Chicago, die niet meer zonder gas voor
hun kookkachels of eledriciteit voor hun licht
hun stofzuigers, hun trams en treinen zou
den kunnen leven, denken daar anders over
en zijn hem in breede lagen dankbaar.
Insull zegt, onschuldig te zijn.
Toen hij eenige dagen geleden door ver
slaggevers aan boord van de Exilona, die
hem van Turkije had overgebracht, onder
vraagd werd over alles en nog wat, deelde
hij mede zich absoluut onschuldig aan fal
sificaties te voelen en zich alleen maar „eer
lijke vergissingen'" bewust was. Bovendien
was hij ervan overtuigd niet gestraft te zullen
len worden, maar de gelegenheid te zullen
krijgen om zich te rechtvaardigen. Waarom
hij dan weggeloooen was, vroegen de weet
gierige persmenschen. Verontwaardigd deelde
Insull hen mee niet weggeloopen te zijn. hoe
kwamen zij er bij? Hij had het land verlaten
om op rust te komen, nadat zijn maatschap-
Dijen hem als leider ontslagen en op pen
sioen gesteld hadden. En verder had hij den
van zijn paard, reikte hem de hand.
„Kapitein Saxon! Toch! Oude krijgska-
meraad. Ik zou je nooit herkend hebben, als
ik geen fraaie dingen van je gehoord had
Wat heeft jou, den man van Wallenstein, in
's duivels naam bewogen je te mengen in
Tilly's zaken?"
Saxon haalde de schouders op.
„Medelijden, geloof ik toch niet. Mis
schien mijn avontuurlijke geest. Een erfe
nis
„In elk geval was je leven de inzet; ]e
wordt gezocht. Ik kan je niet redden. De
stad is geheel in Tilly's macht".
Er klonk een schot.
„De laatste schermutselingen. De troepen
zijn allen binnengetrokken. Rijke burgers
zijn gevangen genomen, maar zullen tegen
een hoog losgeld later weer in vrijheid wor
den gesteld. De plundering is begonnen. Het
consigne van den opperbevelhebber luidt:
„De soldaat moet voor zijn gevaren en moei
te iets hebben".
„Tilly's standpunt. De middeleeuwsche
opvatting. Zijn voorganger Wallenstein
vroeger ons beider meester wist het beter.
Naast den soldaat moeten boer en burger
leven. Iets te drinken?"
De ruiter reikte hem een veldflesch.
Saxon gaf die half geledigd terug.
„Zie zoo!" zei hij. „Nu kunnen de poppen
weer dansen".
„Of hangen", zei de ander droog „Je
wordt gezocht dolende ridder. Je leven
hangt aan een
„Welke weg is de beste?"
eersten tijd niet willen terugkomen, omdat
hij ziek was, en overtuigd, dat hij geen on
partijdig verhoor kon krijgen, maar achter
de tralies gemoffeld zou worden. Terwijl hij
dit zei aan boord van de Exilona waren de
fotografen druk aan den gang en vlogen de
potlooden over het papier alles voor de
middag- en avond-édities. In hoeverre hij nog
van deze overtuiging is bleek toen hij be
weerde vast en zeker overtuigd te zijn van
zijn rechtvaardiging en op borgtocht van zijn
vrijheid te mogen genieten tot zijn geval
voor komt.
Als bewijs hoe diep de Insull familie ge
zonken is blijkt, dat de patriarch de hoop
uitsprak niet meer dan 150.000 borgtocht
te hoeven geven, aangezien hij niet meer
kon opbrengen. En deze zelfde man steunde
in zijn tijd van glorie de Chicago Civic Opera
elk jaar met de noodige millioenen uit zijn
eigen zak. Nu is dit een enorm bedrag als
borgtocht een systeem, dat wij niet ken
nen en wel het toppunt van kapitalistische
justitie is want zelfs de beruchte Al
Capone hoorde maar 50.000 borgtocht
tegen zich eischen. Ongelukkigerwijs bedroe
gen de twee borgtochten van de Ameri
kaansche regeering en den staat Illinois
samen 250.0C0 en in plaats van privé een
hotelsuite te kunnen betrekken bij aankomst
ging de gepantserde deur van eei gevangenis
voor Insull open, werden zijn vingerafdruk
ken genomen als van den eersten den besten
boef en sliep hij dien nacht naast een 13-
jarigen jongen, die een tweejarige baby ont
voerd en gewurgd had. Rekenkundig uit
gedrukt wordt Lij dus vijf maal zoo ge
vaarlijk beschouwd als de voormalige teider
van de Chicagosche onderwereld.
Toen hij in Chicago uit den trein stapte
en omringd door een cardon politie naar zijn
auto stapte was er een man, die zijn hand
uitstak en direct door de vlotte bewakers
tegen den grond werd geslagen uit vrees
dat hij Insult kwaad wilde doen. Op de
been geholpen stootb* cte man er uit, dat hij
Insull de hand had willen drukken en hem
moed inspreken, omdat hij ,met den oudien
kerel te doen had". Dit lijkt sterk op reactie
van het bioscooppubliek ever het heele land,
wanneer hen een foto van den aartsschurk
John Dillinger, ontvoerder, bankroover en
moordenaar, vertoond wordt zij klappen!
Niet voor diens misdaden en het gevaar, dat
dreigt zoolang dit gevaarlijke individu vrij
door het land zwerft, maar omdat de brave
burgerij er iets sportiefs in vindt, dat deze
man tot op heden in staat is geweest alle
netten van de wettelijke overheid te ont
glippen. Dit staaltje van Amerikaansche men
taliteit, zoo geheel verschillend van de onze,
gaat ook op voor Insull, die twee jaar in zijn
eentje gevochten heeft om zijn vrijheid tegen
de macht van de U.S.A. met zijn 125 mil-
lioen inwoncs en enorme autoriteit. Het
Amerikaansche volk is dol op zulke dingen
als een jacht op Insull of Dillinger en staat
dan gewoonlijk aan de zijde van den ver
volgde.
Weet Insull te veel?
Maar er is nog een veel belangrijker fac
tor voor de publieke opinie in het Insull-
geval Het is de vaste en misschien algemeen
verbreide overtuiging, dat Insull niet weg
geloopen is om alleen zichzelf te redden.
Van alle kanten is de meening geuit, dat er
een menigte lieden in Chicago woonde, die
hem liever nooi+ terug wilden zien men
schen in de politiek en het zakenleven, wier
gemoedsrust leelijk gestoord zou worden, ja
zelfs wier persoonlijke vrijheid in het ge
drang zou kunnen komen, wanneer Insull
eens aan het opbiechten ging. En in dezen
geest klopt heel Chicago's hart vol ver
wachting, dat Insull tijdens zijn komende
proces niets en niemand zal sparen, maar
integendeel ftian en paard zal noemen. Want
dat hij alleen aansprakelijk is voor het te
loor gaan van tientallen millioenen van
zuinige beleggers en kleine spaarders wil er
tot nog toe bij niemand in. En voor zoover
men in het verleden van deze uiterst ingewik
kelde geschiedenis heeft kunnen putter, wijst
veel er op, dat Insull niet een reusachtige op
lichter is geweest, maar het onwillige slacht
offer van een aantal menschelijke aasgieren,
die hem zijn voorspoed niet gunden.
De Amerikaansche geschiedenis is vol van
dergelijke voorbeelden. Een menigte lieden,
die met niets begonnen zijn en later tot de
fameuze „milliardairs" kaste zijn gaan be-
hooren hebben de aanvallen van jaloersche
kleinere godheden niet kunnen afslaan en
zijn er aan ten gronde gegaan. Een naam,
die iedere lezer kent en er een frappant voor
beeld van genoemd kan worden, is William
Fox, de filmmagnaat, wien letterlijk zijn heele
levenswerk door naijverige financiers ont
nomen is, toen de Fox Film op den top van
de bioscoopindustrie was gekomen Wil
liam Fox is oo het oogenblik een gedesillu
sioneerd mensch, die wel heel royaal kan
leven, maar niets meer te zeggen, heeft in de
maatschappij, die hij van het poovere begin
tot een millioenen-concern heeft opgebouwd.
Zoo zijn er meer op te noemen, wier namen
mijn lezers niets of een heel klein beetje zou
den vertellen en die op dezelfde manier het
slachtoffer geworden zijn van samenzwerin
gen door beurs-manipulaties, opkoopingen
van aandeelen e-d. waardoor zij zich de
macht over hun eigen levenswerk uit de
hand gewrongen zagen en dan alle schuld
van een faillissement of een mislukking op
hun schouders geschoven kregen. Terwijl de
'bewerkers van die catastrophe op den achter
grond bleven!
De vaste overtuiging, dat Insull op het
oogenblik voor offerlam mag spelen voor
anderen, die evenzeer, zoo niet meer schul
dig zijn dan hij zelf, maakt dat er nu een
stroom van sympathie door het land gaat.
Zelfs bij de eenvoudige lieden, die hun spaar-
duiten in zijn ondernemingen verloren heb
ben! Zulke opmerkingen als „Waarom gaan
ze niet achter de andere lui aan? De oude
heer (Insull) was de ergste niet!" worden
telkens en telkens gehoord. Insull was een
tyran, hij was een onaangenaam mensch, hij
was hardvochtig en hij zag er geen bezwaar
in om links en rechts menschen om te koo-
pen, ten einde zijn doel te bereiken. Maar
het publiek verheugt zich nog eiken dag in
de verwarming en het licht en de transport
middelen, die hii hen in de laatste dertig jaar
verschaft heeft en het schitterende gebouw
„Daarheen". Hij wees in de richting, van
waar hij kwam. „Houdt de onaanzienlijke en
nauwe straten".
„Strateeg."
„Zie je ergens te verbergen. Misschien
krijg je een kans".
„Als jij mij gevangen nam?"
„Dank je, ik wil geen beulsknecht zijn"
„Te gevaarlijk? Wallenstein zou eens
wraak kunnen nemen".
„Kapitein!" sprak de ruiter. „Dat weet je
beter, dat hadt je niet mogen zeggen".
Er klonk een gevoelige toon in zijn stem.
Saxon legde de hand op zijn schouder: „Ver
geef mij, Von Hebei".
„Pak aan", zei deze hard, reike hem een
pistool, kruit en kogels. „Dit kan je te pas
komen. Dien kant uit en tot weer
ziens".
Hij drukte den vluchteling stevig de hand,
sprong in den zadel en rende weg. Zijn arm
als laatste groet omhoog heffend.
„Wie ein braver Reitersman", neuriede de
achterblijver, bekeek het handige, moderne
steenslotpistool goedkeurend en sloop verder
steeds zooveel mogelijk dekking zoekend.
Hij liep in een achterstraat puntige
keien; in het midden een goot angstval
lig de donkere schaduwzijde houdend.
Weer klonken naderende ipaardehoeven.
Zijn oogen zochten overal. Aan den over
kant, in een hoogen, langen muur van kloos
termoppen, ontdekte hij een oud poortje met
gothischen oog, waarever een verweerd stuk
beeldhouwwerk uitstak.
Hij snelde er heen, drukte zijn schouder
tegen de dikke eiken deur. Ze week Hij trad
binnen .schoof den roestigen grendel haas
tig dicht en stond in een grooten tuin in vol
len voorjaarsfeestdos.
Vol verwondering keek hij rond, hoorde
nauwelijks het geklinkklank der voorbijhol-
lende paarden, getroffen na het inferno van
bruut wapengeweld door dezen vredieen
zonnigen bloemenhof.
Op het groote groene grasveld stonden
bloeiende vruchtboomen. Kersen, peren ap
pels en pruimen, die als reusachtige bloem
ruikers in zachtrood, lichtgeel, paars en
gi oeni afstaken tegen den helderen, blau
wen Meihemel. Bloemen hingen van de hoo-
ge muren in zachtkleurige voorjaarstinten
en het groen had nog de teere schakeeringen
van de jonge lente. Te midden van heesters,
witte en paarse seringen, heerlijk riekende
jasmijnen en deutz.a's met volle, witte bloem
tuilen, stond een gebeeldhouwde steenen
bank.
Aan het einde van het ipark verhief zich
een oude romansche toren naast een groot
breed gebouw een hooge trapgevel met
spitsboogvensters van glas in Food Het
onderste gedeelte van den ronden toren
scheen geheel begroeid met paarse clematis
De breede gevel van het huis was in witte
bloemwolken gehuld, die als bruidsluiers
neerhingen. Bij den toren stond in de scha
duw van een ouden, hoogen goudenregen.
Iie in den zonnenschijn geleek op een water
val van glanzend goud, een fontein van an-
van de Chicago Civic Opera, die in de jaren
1928 en 1929 de New Yorksche Metropolitan
Opera naar den kroon stak staat nog in de
„Windy City" ais een monument van Insull's-
geniale ondernemingsgeest.
Chicago heeft die jaren van weelde en
voorspoed met vergeten Het heele land heeft
door dolle speculaties milliarden en nog eens
milliarden verloren, niet alleen in Insull be
leggingen. maar in Wall Street en in niet
bestaande Peruviaansche spoorwegen In
sull heeft een grooten kans van vrijspraak.
Oplossing tweezet 494.
1. Td8.
Oplossing eindspel 766.
1. e4.1 (kost een 6tuk) want na 1
Dd6 volgt 2. eó en na 1. Dd7 2. Lb5.
Oplossing eindspel 765.
1. Tf6! Pc7 (niet 1gf6 wegens 2.
Lh6f en 3. Dg7 mat. Ook niet 1Da6?
wegens 2. Dd7 gf 3. Lh6 enz.)
3 Td6 Tf8- 4. Le7 h5 5. Dh5 Dd4 6. Kh2
De7 7. Lf8 Df4f Kgl en zwart geeft op
daar eeuwig niet mogelijk is.
Probleem 495
F. H Hillington. v
'V.
abcdefgh
Tweezet.
Stand der stukken.
Wit Ka7 De2 2. Tc4 Th4 Lc6 Lal Pc7
Ph3 p. d4 e3. f2 g4 12.
Zwart: Ke4 Dd5 Ta5 Tgl Lh6 Pf7 Pg5
p. a6 b7 f5 g3 11.
Eindspel 768.
Zw M. O.
abcdefgh
Wit: Klcinmeyer.
Wit speelt en wint.
Stand der stukken:
Wit: Kg2 Db4 Tf7 Lel Pg5 p. a3. b. 2.
c. 2. d4. 9.
Zwart: Kf8 Dd6 Ta8 Th8 Lc8 Le7 Pb5
Ph5 p. a7 b7 c6 g€ h7 en h2 14.
Eindspel no. 767.
Zw. Rjumin.
Wit: B. Werlinski.
Zwart aan zet en wint.
Stand der stukken:
Wit: Kal Df2 Tel Tel Pd2 p. a3 b2 e4
f5 g5 h4 11.
Zwart: Kg7 Dd3 Td8 Tc8 Le6 p. a4 c2
d6 e7 f7 g6 en h7 12.
De volgende partij werd gespeeld in
de winterwedstrijd van de Alkmaarsche
schaakclub V. V. V.
Wit: A. Zwart: E. de Waal.
1. d4 Pf6 2. Pf3 d5 3. e3 Lf5 4. Ld3 Ld3
5. Dd3 c6 6. Pc3. (Beter was eerst 0—0
en daarna c4 of b3 om een Nimzowits-
tiek smeedwerk, sierlijk gebouwd op «n
voetstuk van blauw arduin. I
Saxon verdiepte zich in de romantische
bekoring, die uitging van dit sprookjespanf-
Rusten even maar op die geheel"'
hcuwde bank. f
Hij keek rond een heerlijke tuin f'
kleurrijke bloemperken, waarboven vtejw
vlinders fladderden, in de .verte een perP^
omlijst door roode wilde roosjes daat®tn*
ter waarschijnlijk de moestuin. i
Vol bewondering zat hij in het zonnelk"
Zijn blik dwaalde van de eene zijde naar oe
andere. I
Een groote, gele brem trok zijn aan'
da.cht De panache van Willem d
VeroveraarNormandiëra
rijkJa)!
Zijn gedachten dwaalden af. Vaag
innerde de tuin hem aan zijn jeugd, aan i
ouderlijk huis, dat hij had verlaten zoo 'ans>
zoo heel lang geleden, daar ginds in NeQ
land. t M
Hij mijmerde verder; zijn overpeinzing
werden verwarder en waziger en een 111
sluimering maakte zich meester van den
moeiden strijder. erd
Een betooverde tuin een betoo
slot Doornroosjrwlden
Hij vermoedde niet, dat droonib
somtijds verband houden met naderend
beurtenissen.
s- - (Wordt vervolgd)-