ALKMAARSCHE COURANT Als gast bij minister Göring. SeuMetw Haar avonturier. De toestand is wel veranderd. No. 143 WOENSDAG 20 JUNI 1934 Buitenland (Van onzen Berlijnschen correspondent). Dezer dagen bereikte mij een uitnoodiging om als gast van den Pruisischen minister president Hermann Göring een „garderi- party" bij te komen wonen in den tuin van de ministerieele woning aan den Leipzig^r Platz, het eiken Nederlander, die Berlijn wel eens bezocht heeft, overbekende historische middelpunt van de City, dat met den Pols- dammerplatz één geheel vormt en daarvau slechts door de nog gespaard gebleven beide antieke wachthuisjes eenigszins gescheiden wordt. Het was de eerste maal, dat ik van deze zeer bijzondere zijde een particuliere uitnoo diging kreeg. Wij buitenlandsche journalis ten in Berlijn zijn bij het Nieuwe Régime in Duitschland niet bijzonder geliefd. Men zag ons in de eerste weken, ja zelfs maanden na de benoeming van Hitier tot rijkskanselier en de daarop volgende diep-ingrijpende so ciaal-politieke omwenteling (bij nader inzien maar liever „revolutie" genaamd), als een soort „lastige buitenlanders" aan; en was er bijzonder boos over, dat onder ons onge veer 150 vakgenooten zoovele joden, libera len, vrijdenkers, socialisten, communisten, royalisten voorkwamen. Wat echter moeilijk te vermijden was, omdat nu eenmaal de pers van alle meesprekende staten en de meeste der politieke partijen in die staten in de sinds 1918 zoo interessante Duitsche hoofd stad hun werk moeten verrichten, en om wentelingen in die staten meestal niet met revolutionnaire veranderingen in Duitsch land plegen samen te vallen. De buitenlandsche pers. Hoe het ook zij, men dacht niet al te veei na, vond ons in hoofdzaak onsympathiek of zelfs ongenietbaar, zette al dadelijk de meer radicale elementen in ons gilde met meer of minder zachten dwang over de Duitschv grens, begon in het bijzonder een actie in die richting tegen vele joodsche en marxistische journalisten, en boycotteerde enze nogal in vloedrijke en vooral door het corps diploma tique zeer hooggeschatte beroepsvereeniging Daar kwam nog bijzondere pech bij. Deze „Vereeniging der Buitenlandsche Pers" te Berlijn" namelijk had in haar jaarvergade ring van half Januari 1933 volgens traditie een nieuwen voorzitter gekozen (daar 25 en meer staten in de Vereeniging vertegenwoor digd zijn, pleegt men na elke 2 a 3 jaar een leider van andere nationaliteit te kiezen), en juist had onze landgenoot Max Blokzijl van het „Algemeen Handelsblad" deze leiding aan den Noord-Amerikaan Edgar A Mowrer van de „Chicago Daily News" overgegeven, of de nationaal-socialistische vloedgolf spoe: de alles weg, wat tot nu toe aan verbindin gen tusschen Duitschland en buitenland sche publiciteit aangeknoopt was, waarbij het Hitler-regime zich plotseling herinnerde, dat Mowrer de auteur was van een weinige maanden tevoren uitgekomen boekwerk „Germany puts the clock back" (Duitschland zet. de klok terug), waarin op uiterst onvrien delijke wijze over de voormannen der „na zi's" en hun theorieën en praktijken geschre ven werd. Dit had ten gevolge, dat het nieu we régime den buitenlandschen journalisten ten en hun vereeniging een soort ultimatum stelde: „Mowrer over boord, of boycot!" Mowrer bleef, en de vereeniging werd in den ban gedaan. De Duitsche regeering koos zich enkele bevoorrechte Italiaansche, En- gelsche, Amerikaansche en Zweedsche jour nalisten uit (de Engelschen en de Amerika nen hadden deze bevoorrechting te dank.n aan de omstandigheid, dat zich 'de „buiten landsche perschef der nationaal-socialisti sche partij", dr. Hanfstaengl, uitsluitend voor Angelsaksische menschen interesseert, de Zweden aan het feit. dat Göring's gestor ven echtgenoote Zweedsche was) en liet de rest links liggen. Het was een wonderlijke situatie en een bewijs van hulpelooze poli tiek. De toestand veranderd. Thans, anderhalf jaar later, is de toestand geheel anders. De „Vereeniging" heeft andere leiding (merkwaardig genoeg toch nog altijd 50 pO. joodschis reeds lang weer tot haar vroe gere machtspositie teruggekeerd, heeft ree is tal van noenmalen gegeven, waar nationaal- socialistische ministers aanwezig waren, eri zal eindelijk, begin Juli, ook weer haar tra- Een episode uit den Dertigenjarigen Oorlog Oorspronkelijke schets van G. P. BAKKER. 18). Hij zocht een geschikte gelegenheid om zich uit te kleeden, vond een klein boschje vlak aan den waterkant, bond een doek voor neus en mond en liet zich in het water glij den. Met forsche slagen, het hoofd zoover mogelijk boven water, zwom hij naar de boot, die voor anker reed op de golven. Het was zwaar werk. Soms moest hij wachten om een lijk te vermijden. Dan weer sleurde de snelle stroom hem een eind mee. Maar h'j gai geen kamp. Eindelijk bereikte hij zijn doel. Doodver moeid ging hij op den rug in de boot liggen. Hevig ging zijn borst op en neer. Voorzichtig roeide hij, zoo weinig mogelijk geruisch makend, naar oen wal, trok de schuit in het boschje, kleedde zich en haast te zich naar de plek waar hij Marion had achtergelaten. Zij sliep nog rustig, onkundig van de groote opoffering van den avonturier Hij trok den ruitermantel over haar heen, ditioneele banket geven, waarbij wellicht zelfs Adolf Hitier zal aanzitten, die dan voor het eerst vele invloedrijke buitenland sche journalisten de hand zal drukken, met wie hij merkwaardig genoeg sinds zijn benoeming tot kanselier, en ook vóói dien tijd, nog nimmer tezamen gekomen is. In tegenstelling met vice-kanselier Von Pa pen, de ministers Göbbels, Seldte, Rhöm, v. Neurath, Hess en andere, die geen gele genheid laten voorbijgaan om met de inter nationale pers in intiemen kring samen te komen. Naast Hitier is echter ook Göring nim mer een vriend van de journalisten geweest Zij hebben steeds de voorkeur gegeven aan een andere afdeeling van het „Kunstenaars volk", en wel de zangers, de tooneelspelers, de filmsterren, de componisten, de schilders en de beeldhouwers. Weinige weken na Hit- ler's optreden als kanselier zag hij reeds het artistenvolkje bij zich op de thee, en kon men foto's bewonderen, waarop hij naast een Willy Fritsch en 'n Claire Rommer, een Dol ly Haas en een Harry Piel, een Hans Alberts en 'n Lilian Harvey zichtbaar was; maar er blijkbaar niet aan dacht, met een correspon dent van de „Times", de „Echo de Paris" ot „Politiken" nader contact te zoeken. En wat Hitler's „trouwste Paladijn" Her mann Göring betreft: die bepaalde er zich toe, weinige weken na de omwenteling alle buitenlandsche journalisten in het Paleis van den president van den Rijksdag bij zich te roepen om hun daar in de meer dan krachti ge termen, welke in die eerste regeeringswe- ken zijn bijzondere liefde hadden, de verze kering te geven, dat ze Zich „fatsoenlijk ge dragen moesten en anders de laan uitgin gen"'. Göring een merkwaardig man. Nu is Hermann Göring, wel de merkwaar digste man onder de nazi-élite, een vriende lijk gastheer en tot zijn gasten behooren zelfs enkele van die vroeger zoo gehate en geminachte buitenlandsche journalisten. En het moet al dadelijk gezegd worden: de „sol daat Göring" heeft er slag van, zulke mon daine feesten en ontvangsten te organisee- ren. Men heeft van de nationale „socialis ten", die tegenwoordig Duitschland regee- ren, een volmaakt verkeerden indruk, indien men meent, dat ze werkelijk „socialisten" zijn, in dien zin, dat ze liefst zoo eenvoudig, ja bijna sober, mogelijk leven en wonen, om „den arbeider" te bewijzen, dat ze niet aileen in proclamatie's en redevoeringen, maar in de practijk „één zijn met het volk", welks macht zij heeten te vertegenwoordigen. Heel goed herinner ik mij nog wijlen Her mann Müller, in de dagen toen deze sociaal democraat en ex-handelsreiziger in water closets, nog rijkskanselier was, gezien te hebben op het pleinije voor het Postaammer Bahnhof in Berlijn, terugkomend var. een reis naar Zuid Duitschland zonder eénig gevolg, een handkoffertje dragend, en uit ziend naar een tram, die hem naar den Rijksdag zou brengen. Zooiets is tegenwoor dig niet denkbaar meer. Rijkskanselier Hit- Ier heeft een eigen, keurig geüniformeerde lijfgarde, die ook werkelijk „Leibstandarte Adolf Hitier" heet, zwaar gewapend is. en den „Führer" bij elk uitstapje vergezelt. Be zoekt Hitier een bioscoop, een schouwburg, een concert, een tentoonstelling, dan is zijn weg van zijn auto af tot aan zijn loge door die zwarte „lange kerels" volkomen afgezet. In zijn auto rijden gewapende adjudanten mee, en in 't gedrang staat zelfs lijfgarde op beide treeplanken. Men pleegt hier als ver klaring te geven, dat Hitier niet tegen even- tueele vijanden, maar tegen zijn al te vurige bewonderaars beschermd moet worden Maar in werkelijkheid slaat men twee vlie gen met één klap, meent althans dit te moe ten doen. Officieel luxe-vertoon. De nazi-leiders, van de ministers, de Rijks stadhouders en de „Obergruppenführer" tot de plaatselijke autoriteitjes, zijn niet afkee- rig gebleken van een officieel luxe-vertoon, dat in de kringen der armere S.A.-mannen en der „proletarische" bevolking een abes behalve gunstigen indruk maakt. Het heet alweer, dat men daarmee het economisch le ven nieuwe impulsen wil geven; maa' het uiterlijk-zichtbaar worden in rijk met goud en zilver beladen, opzichtig-kleurige unifor men; dat zij allen rondrijden in de duurste splinternieuwe auto's, wonen in ruime pracht-villa's of gerestaureerde paleizen, er niet zelden hun eigen lijfwachten op na hou den, minstens een of meer „persoonlijke ad judanten" met keurige tressen en andere on derscheidingsteekenen hebben, aan mensche- lijke zwakheden een even ruime plaats geven als vroeger prinselijke en andere hooggebo ren lady-killers, even hard aan protectie en bonzendom doen als de door hen zoo verach te vroeger régime's, en zich, alles te zamen genomen, minstens even vol welbehagen in het machtszonnetje koesteren als welke an dere autoriteit in welk land ter wereld ook, voor zoover zij er de kans toe kreeg. Hermann Göring, volmaakt gastheer, heeft zijn groote villa achter den Leipziger Platz ingericht met een weelde en een ver fijnden smaak, die men achter den „alleen maar soldaat" niet zoeken zou. En hij om ringt zich bij zijn keurige, in alle deelen ver zorgde, garaen-parties met een keur van jonge, levenslustige kunstmenschen, bij wie een ballet van de Staatsopera, uitgevoerd door beeldschoone door de zon gebruinde, slanke beroepsdanseressen evenzeer past a's een weelde van de allernieuwste toiletten, gedragen door zangeressen en tooneelspeei sters, die de fine fleur Van Berlijn's vrou wenrijkdom vertegenwoordigen. Nationaal-socialisme beteekent ook levens vreugde, luxe-vertoon en indrukwekkende gastvrijheid. Maar of dit alles duurzaam is? Gaat het Duitschland niet slecht? Of is dat alleen maar een praatje, rondgestrooid door hen die van kwaden wille zijn? OPZIENBAREND INCIDENT IN DEENSCHE KERK. Een opvolgster van Thesère Neumann? In de Messiaskerk te Hellerup bij Kopen hagen heeft zich, naar „Berlingske Tidende" meldt, tijdens den dienst een opmerkelijk voorval voorgedaan. Juist toen de predikant den zegen wilde geven, klonk er plotseling een onverstaanbaar gemompel in een vreem de onbekende taal door een van de kerk gangen. De predikant hield op en hij zoo wel als de gemeente luisterde kalm naar de vreemdsoortige uitspraak, die zonder exal tatie in een zeer langzaam tempo uit haar mond klonk. Toen zij klaar was, vertolkte zij zelf den inhoud, die van profetischen aard was en de spoedige terugkomst van Christus betrof. Het Deensche blad heeft zich tot de vrouw mevrouw Bennevie te Charlottenlund, waar zij met man en kinderen in een kleine villa woont, gewend met de vraag hoe zij deze gave had gekregen. Zij vertelde, dat zij in haar jeugd voortdurend geplaagd was door ziekten, waarvan zij vier jaar geleden door gebed genezen was. Haar familie haar vader is predikant wilde niet aan haar genezing gelooven en zij had daarom gebeden om een teeken. Den 7en Februari, vier jaar geleden, wat zij door God in den geest gedoopt. Zij zag, evenals dat in den bijbel te lezen staat, een vuurgloed in de Kamer, die zich als het ware om haar hoofd heen legde en zij sprak drie zinnen, waarvan zij onmiddellijk daarna uitlegging kreeg. Zij spreekt behalve E>eensch onder gewone omstandigheden alleen een klein weinig Duitsch en Engelsch. Op de vradg tot welk doel naar zij meen de deze onverstaanbare taal diende, ant woordde zij bescheiden, dat zij niets meende. Zij verwees echter naar I Kor. 14, waarin alle antwoorden worden gegeven op vragen over dit onderwrep. Hoe kunt u, werd haar verder gevraagd, naderhand de bedoeling uitleggen als u de taal niet verstaat? Paulus zegt, aldus haar antwoord: „Hij die profeteert is meerder dan degeen, die vreemde talen spreekt, tenzij hij het uitlegt, opdat deg emeente er door gesticht wordt Ik heb, aldus mevr. Bonnevie, de gave ge kregen uit te leggen wat ik zeg. De vreemde taal moet, evenals in Chirstus' tijd alleen een getuigenis zijn voor de ongeloovigen Dat is de eenige geestelijke gave aan de ge meente gegeven na de hemelvaart. Alle an dere geestelijke gaven waren er al in Israël: genezingen, profetieën, enz. De predikant, Hjerl-Hansen, een jong predikant; die zich sterk interesseert voor de Oxford beweging, deelde aan het blad mede. dat het voorval hem niet geheel en al ver rast. Op een vergadering der gemeente had Donderdag 21 Juni. HILVERSUM, 301 M. (AVRO- uitz.) 8.— Gr.pl. 10.— Morgenwij. ding. 10-15 Gr.pl. 10.30 Pianoreci tal Egb. Veen. 11 Knipcursus Kinderkleeding. 11.30 Concert door het Alkmaarsche „Collegium Musi- cum" olv. Joh. Brands. 12.Ko- vacs Lajos en zijn orkest en gr.pl. 2.15 Gr.pl 2.30 Zang door mevr. A. Stroink. Aan den vleugel Egb. Veen. 3.345 Knipcursus. 4.— Voor zieken en ouden van dagen. 4.30 Gr pl. 5.30 Orgelconcert P. Palla mmv. Boris Lensky, viool. 6.30 Sportpraatje H. Hollander. 7Gr.pl 7.30 Pianorecital door F. Weiss. 8 Vaz Dias. 8.05 Om roeporkest olv. N. Gerharz en zang door „The Harmony Kings". 9.15 Gr.pl. 9 30 Verkorte uitz. van „Le Caïd", opera van Thomas, mmv. solisten, koor der Opera-Vereen, o 1. v. H. van Wielink en het Omroep orkest olv. N. Gerharz. 10.30 Gr. pl. 11.— Vaz Dias. 11.10—12.— Kovacs Lajos en zijn orkest. HUIZEN, 1875 M. (8.—9.15 en 11—2.— KRO, de NCRV van 10.—11 en 2.—11.30 uur). 8 - 9.15 en 10.Gr.pl. 10 15 Morgen dienst olv. ds. P. v. Vliet. 10.45 Gr.pl. 1130 Godsd. halfuur. 12.15 Orkestconcert en voordracht. 2. Handwerkcursus. 3.3.45 Gr.pl. 4.Bijbellezing door ds A. Lu- teyn, mmv, bariton en orgel. 5. Cursus handenarbeic v d. jeugd. 5 30 Orgelconcert L\ P. Visser. 6.30 Gr.pl. 7.15 Gr.pl. 7.30 Journ Weekoverzicht door C. A. Crayé 8.Gr.pl. 9.Mr. H. H. Stene- ker: Maatschappelijke organisatie. 9.30 Het A'damsch Salonorkest olv. Kiekens. In de pauze om 10.Vaz Dias. 11.—11.30 Gr.pl. DAVENTRY, 1500 M. 10.35 Mor genwijding. 12.20 Het Rutland Square en New Victoria Orkest o I. v. Austin. 1.20 Gr.pi. 2.25 Voor de scholen. 3.20 Vesper. 4.10 Duit sche les. 4 25 Schotsch Studio Or kest olv. G. Daines, mmv. M. Iver- son, sopraan. 5.35 Kinderuur. 6.20 Berichten. 6 50 Schumann-lie- deren door M. Blyth, sopraan en A Cranmer, bariton 7.10 en 7 50 Le zing. 8.20 „Joy Fays", revue van Weston Lee. 9.20 Berichten en lezing. 9.55 Het London Select Koor olv. A. Fultc-n, mmv. P. Her mann, cello. 10-50 Korte dienst II.0512.20 BBC-Dansorkest olv. Henry Hall. PARIJS (RADIO-PARIS) 1648 M 7.20 en 8.20 Gr.pi. 12.50 Pascal- orkest. 8.20 Zang en variété. 10.50 Dansmuziek. KALUNDBORG, 1261 M. 12.20 2.20 Concert uit rest. Wivex. 2.05—5.05 Omroeporkest o. 1. v. Gröndahl mmv. pianosoliste. 8.30 Kamermuziek door strijkkwartet. 9.12.50 Gev. progr. mmv. L. Preil's orkest en O. Willumsen, piano. KEULEN, 456 M. 6.25 Gr pl. 7.20 Stafmuziek SA-Standarte 389 olv. Nielsch. 12.20 Silez. Philh Orkest olv. Hofmann. 1.20 Gr.pl 2.20—3.05 Kwintetconcert. 420 Orkestconcert olv. Merten, m. m. v solisten. 5.35 Solistenconcert. 7.20 „Gott zu Ehr, dem Nachsten zu Wehr". 8.35 „Sonnwendfeier", rijks zending uit Stuttgart olv. R. Noeth- lichs. 9 20 Weragorkest olv. Busch- kötter, mmv. E. Erdmann, piano. 10.40—12.20 Concert door leden van het Omroeporkest en het Radio koor uit Berlijn olv. K. H. Weigel ROME, 421 M. 8.35 Gr.pl. 8 50 Ber. 9.05 Beethoven-concert. 10.20 Dansmuziek. 11.20 Berichten. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.: 12.20 Salonorkest. 1.30—2.20 Gr. pl. 8.20 Symphonieconcert o. 1. v. Meulemans. 10.3011.20 Gr.pl. 484 M.: 12.20 Gr.pl. 130—2.20 Salonorkest. 5.20 Omroeporkest. 6.35 Gr.pl. 8.20 Omroepoikest olv André. 8-50 Cabaret. 9.35 Verv. concert. 10.30—11.20 Gr.pl. DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 8.35 Zonnewendefeest. De Duitsche jeugd herdenkt F. Schil ler. 9 20 Berli Philh. Orkest olv- Lindner, mmv. Jan Dahmen, viool. 10.30 Ber. 10.50 Reportage, weer bericht en reportage. 11 3512.20 Concert uit Koningsbergen olv. E. Stieberitz. GEMEENTELIJKE RADIO- DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Huizen. Lijn 3: Lond. Reg. 10.3510.50 Daventry 10.5011.20, Lond. Reg. 12.20^16.25, Scottish Reg. 16 25 17.35, Lond Reg. 17.35—19 20, Kalundborg 19.20—24. Lijn 4: Keulen 10.351620, Frankfort 16.20—17.20, Keulen 17.20—19.20, Rome 19.20—24.—. hij er al een voorbode van gehad. Er was volgens hem zoo goed als geen twijfel aan, dat mevrouw Bonnevie de oude, al lang uit gestorven Arameasche taal sprak, die Jezus zelf sprak. Twee woorden welke de vrouw bezigde konde hij toevallig: „Kallonita", dat bruid beteekent en „ve-rast", ik heb u vrijge kocht. Bij de uitlegging kon hij controleeren dat die diepte. Als wij, zoo zeide hij verder nog, aan hef nieuwe testament gelooven, moeten wij ook aan dit taalwonder gelooven, dat een bewijs is dat het „onmogelijke" voor God mogelijk is. Hij stond er voor dat zij werkelijk een oude taal had gesproken. SPION VEROORDEELD. In Denemaiken. De Deensche mecanicien Heinrich Gartner, die gearresteerd was wegens spionnage ten behoeve van Duitschland hij had een soldaat van de militairel uchtvaart bewogen hem teekeningen van vliegtuigen te verschaf fen is tot 6 maanden gevangenisstraf veroordeeld met aftrek van 30 dagen pre ventief. De soldaat, die van Gartner 5 kr voor zijn moeite had gekregen, werd veroor deeld tot 4 X 5 dagen op water en brood. WAAR IS DE ZWARTE KOFFER? Iedereen zoekt De politie van drie steden Londen, New York en Ljoebliana (Laibach" in Joegoslavië is thans, naar de „Nèw Chronicle" vertel:, aan zoeken naar een grooten zwarten kof fer, die naar men gelooft wellicht den sleutel bevat van het raadsel der verdwijning van zoodat alleen haar noofd onbedekt bleef. Eenige oogenblikken bewonderde hij het lieve gelaat. Met een trotschen glimlach om de lippen, zette hij zich neer op een boomwor tel en was weldra in gedachten verzonken over de „wisselingen der fortuin", zooals zijn professor in Tübingen zich placht uit te drukken. De avond viel. Saxon tikte haar op den schouder, maar eerst na herhaalde waarschuwingen zijner zijds sloeg ze de oogen op. Verwonderd keek ze om zich heen en vroeg: „Waar ben ik?" Toen bemerkte ze Saxon, die haar antwoordde: „Buiten Maagdenburg in het woud aan de Elbe. En al kan ik je het beloofde bed nog niet verschaffen, toch geloof ik dat ja straks behoorlijk verder zult kunnen slapen". „Ik heb even gerust", zei ze. De tevreden trek verdween echter dadelijk weer van haar gezicht. De gebeurtenissen van den vo- rigen dag stonden haar weer duidelijk voor oogen. Saxon vervolgde: „Ik heb een boot gevon den. Als het straks donker is, zullen we de Elbe oversteken en aan den anderen oever onzen weg vervolgen. Met een beetje geluk zullen we de legerplaats van den Zweed- schen koning binnen eenige dagen bereiken. En dan gaan we ieder weer een kant op", voegde hij er droefgeestig bij. Zwijgend knikte ze. Ze voelde zich nu weer zoo moe en afgemat, dat ze nauwelijks kon staan. Saxon ondersteunde haar, zette haar op den boomstronk, waar hij een geheelen tijd gezeten had en sprak: „Moed houden, Marion, het ergste is ge leden. Spoedig ten je bij je familie en geloof mij, dan zullen al deze avonturen nog slechts een naren droom lijken. Een droom, die langzaam verflauwt en niets dan een vage herinnering zal er van overblijven". „Ja", antwoordde ze met een zucht „En ik 'moet me nog gelukkig achten. Hoevelen van de bewoners van Maagdenburg zullen cat beleven?" „Laten we nu de boot opzoeken, 't is don- ker". Ze stonden op om naar de rivier te gaan. Saxon was blij, dat het zoo duister was en de sikkel van de maan schuil ging ach ter zwarte wolken. In het boschje gekomen, sneed hij een grooten bundel groene twijgjes met blade ren, vleide ze in de boot en spreidde zijn man tel er over. „Ziedaar!" zei hij. „Een zacht bed om te liggen, ga daarop rusten, dan kan niemand je zien". Hij schoof de boot in het water, pakte de riemen en roeide langzaam heel voorzichtig in de richting der overzijde, zoodat de boot met den stroom meedreef. Ongeveer midden in de rivier zag hij plotseling een schip naast zich in de duisternis opdoemen, maar wist handig een aanvaring te vermijden. Hij hoorde een vloek en toen duidelijk een stem: „In Hamburg zullen we een goeden prijs maken voor onze lading". En een andere: „Geplunderd goed wordt altijd voor niets weggesmeten. Deze lading vertegenwoordigt een vermogen. De eerste aanvoer brengt het meeste op". Blijkbaar hadden ze hem toch ondtekt, want de eerste stem schreeuwde: „Hallo boot! Wie ben je?" „Visschers!" antwoordde Saxon. „Dan zul je vanavond een mooie vangst hebben in de rivier!" brulde de opkooper. „Ben je gek. Er is ic veel aas", lachte de andere. „En aasvogels", snauwde Saxon nijdig te rug. Hij hield de riemen in. Zou hij enteren? Maar het schip gleed hem vlug voorbij in de richting van Hamburg. Éénmaal stiet hij met de boot tegen iets aan. Zeker een lijk, en met forsche slagen roeide hij naar de over zijde. Hij legde aan; stapte uit. Ofschoon het zeer bezwaarlijk was in het duister, trok Saxon de boot een paar hon derd meter de rivier op, meerde haar aan den oever en keerde naar Marion terug, die zacht zijn naam riep „Zoo is het beter", vond Saxon. „Nu een Amerikaansch vrouwelijk advocaat, Agnes Tufverson. Zij verdween veertien dagen na haar huwelijk met kapitein Ivar Poderlay, een Tsjechoslowaak die thans te Weenen in de gevangenis zit. De groote zwarte koffer werd op 22 December van verleden jaar door kapitein Poderjay meege nomen aan boord van de „Olympicwaar mee hij New York verliet. De koffer was af komstig uit de woning van Agnes Tufverson te New York; zij zou samen met hem gereisd hebben, maar verscheen niet en is sedert niet meer gezien. Poderjay hield den koffer te zijn statiehur, welke hij nimmer verliet, hoewel hij oogen- schijnüjk zoo gezond als een visch was Bij aankomst te Southampton werd hij opge wacht door een vrouw, die niet op de ver miste geleek. De koffer zou bestemd zijn voor Ljoebliana in Joegoslavië vandaar dat ook de politie van deze stad in de zaak gemengd is. De vermiste Agnes Tufverson is vroeger secretaresse geweest van den Amerikaan- schen ambassadeur te Parijs Myron Her- rick. Poderjay is iemand, die al heel wat huwe- lijksavonturen heeft meegemaakt. In tal van steden over de geheele wereld heeft hij vrouwen, met wie hij zou trouwen, in den steek gelaten. Nadere bijzonderheden. Thans heeft de politie ook andere res ten gevonden van het vrouwenlijk, dat in een koffer in het bagagedepot van het centraal-station te Brighton is ont dekt. Naar evenwel door de New York- sche politie wordt medegedeeld, is net niet waarschijnlijk, dat het gevonden lijk dat is van de verdwenen Ameri kaansche advocate mevrouw Agnes Tuf- kunnen ze ons spoor niet zoo gemakkelijk vinden, al geloof ik niet dat we gevolgd zul len worden". „En wat beveelt de prinses thans?" ver volgde hij opgewekt. „Jij bent de leider, jij moet beslissen", gaf Marion ten antwoord. „Ik heb zelfs niet het flauwste vermoeden, waar wij ons be vinden. „Een eind van hier zullen we een veilig onderdak aantreffen, waar we kunnen uit rusten!" opperde hij hoopvol. „Maar we moeten eerst een schuilplaats zoeken. Tilly's legers zijn nu meester van het geheele erf- sticht en de omliggende streken! Zijn sol daten kunnen overal rondzwerven Het beste zal zijn dat we ons schuil houden tot den morgen. We kunnen nu geen hand voor oogen zien". „Geen mensch zal ons hier kunnen vin den". „Neem mij maar bij den arm", antwoord de hij. En met hun beiden, voetje voor voetje, liepen ze tusschen de boomen door, die ze nauwelijks konden onderscheiden. Na korten afstand te hébben afgelegd en dieper in het boschje te zijn doorgedrongen, boog Saxon het dichte struikgewas terzijde en maakte een kamp op een open plek zoo ver van den weg, dat ze zelfs bij volle daglicht veilig waren. „Laten we hier gaan zitten tot het dag wordt. Niet bang zijn", voegde hij er bij. „Hier zal ons niets overkomen". (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 5