DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Weinig lof voor het verkeersfonds.
De redevoering van Von Papen.
tOxigeliiksch Oveczicht
De Kamer heeft het ontwerp belasting op de
doode hand geschorst.
Critiek op het ministerie voor propaganda.
Ho. 144
Donderdag 21 Juni 1934
Uit het Parlement
136e Jaargang
Wat vandaag da
aandacht trekt.,*
ALKMAARSCHE COURANT
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
iranco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIENs
Van 1—5 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. TeleL 3, redactie 33.
Directeur: C. KRAK.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
Dit nummer bestaat uit twee bladen
No
(Dag
De
(Buil
He
Buit<
Den Haag, 20 Juni 1934.
Tweede Kamer.
De Tweede Kamer heeft heden hare ver
gadering met een verstandige daad ingezet:
zij heeft, op voorstel des voorzitters, verlof
geweigerd aan den heer Schalker (comm.)
om de regeering te interpelleeren over de
voorgenomen steunverlaging in de vier
groote gemeenten.
De interpellatie-Kupers over hetzelfde on
derwerp lag blijkbaar den heeren nog
versch in het geheugen en 't vooruitzicht om
weer eens eenige dagen over hetzelfde, vrij
wel doodgeprate onderwerp te discussiee
ren, lachte hun niet erg toe. Alleen de roode
elementen der Kamer stemden voor het toe
laten van de interpellatie, die met 62 tegen
25 stemmen werd afgewezen.
Het verzoek van den heer Wijnkoop (com
munist) om den minister van justitie te mo
gen interpelleeren over toelating en verblijf
van vreemdelingen is zonder bezwaar toege
staan. De dag er voor zal nog nader worden
vastgesteld.
De Kamer is hierop voortgegaan met de
behandeling van het wetsontwerp tot de hef
fing van een belasting op instellingen van
de doode hand. Zij is begonnen met af te
wijzen het amendement-Vervoorn om coöpe
ratieve vereenigingen buiten de belasting te
houden. Slechts de voorsteller bleek er voor
te stemmen; heel de Kamer was er verder
tegen. Het amendement-Wijnkoop om arbei-
dersverbruiks-coöperaties vrij te stellen werd
met 81 tegen 6 roode stemmen verworpen.
De amendementen van den heer Wijnkoop
inzake vrijstelling van de Rijkspostspaar
bank en ae arbeiders-vakvereenigingen wer
den bij zitten en opstaan afgewezen.
Nadat hierop art. 1 met de communisten
als tegenstemmers was goedgekeurd, ging
de Kamer over tot behandeling van de art. 3
en 4 met de daarop voorgestelde amende
menten van de heeren Rutgers van Rozen
burg (c.h.) en Kortenhorst (r.k.)
Eerstgenoemde verdedigde zijn amende
ment, strekkende om vrijstelling te verleenen
voor de bezittingen, waarvan de opbrengst
bestemd is ten behoeve van zaken, bestemd
voor den openbaren eeredienst. De minister
had van de belasting vrijgesteld de kerkge
bouwen en hun inhoud, voorzoover voor
den eeredienst bestemd, doch de heer Rutgers
wilde ook de zoogenaamde pastoralia buiten
de belasting houden, omdat hij meende, dat
de opbrengst er van dienstig is voor de ex-
loitatie van de vrijgestelde gebouwen, zoodat
de vrijstelling van die goederen en kapitalen
logisch en billijk mag heeten.
De heer Kortenhorst verdedigde zijn amen
dement, door er op te wijzen, dat hij enkel
bedoelt een overzichtelijker onderscheid te
maken tusschen bedrijfsschulden en andere
schulden, welke, ter berekening van het zui
vere vermogen, kunnen worden afgetrokken.
Ook wilde hij een reserve voor koersverlie
zen enz. buiten belastingaanslag houden.
Nadat de heer Lingbeek (herv.ger.) enkele
door hem gister ten beste gegeven onbehoor
lijkheden had teruggenomen, zette hij uiteen,
dat hij het artikel als een bevoordeeling van
de seminaria beschouwde en er dus tegen
zou stemmen, heeft de heer De Geer (c.h.)
uiteengezet, dat de Kamer beter had gedaan
het voorstel gewoonweg in de afdeelingtn
te behandelen in plaats er een commissie
van voorbereiding mede te belasten. Naar
zijn overtuiging wordt in het voorstel mis
kend het publiekrechtelijk karakter van de
kerk en wordt deze achtergesteld bij musea
enz. Overigens vergete de minister niet, dat
in sommige streken de predikanten betaald
worden uit de staaskas, in andere uit de pas
toralia en dat de laatsten dus door de belas
ting zullen worden benadeeld. Hij hoopte
dus op een tegemoetkomende houding des
ministers tegenover het amendement-Rut-
gers. Over het tijdelijke karakter van het
ontwerp haalde hij zijn schouders op: die
belasting blijft, wanneer ze eenmaal is in
gevoerd.
De heer Kersten (st.ger.) verklaarde sym
pathie voor het amendement-Rutgers te ge
voelen. Het onveranderde art. 4 is slechts een
bevoorrechting van Rome.
De heer Van den Tempel (s.d.a.p.) zette
uiteen, dat als het amendement-Rutgers
mocht worden aangenomen, het ontwerp
moest worden teruggenomen.
Dit ontkende echter weer de heer Snoeck
Henkemans (c.h.)
De heer Goseling (r.k.) behandelde de
vraag, of de staat eigenlijk wel recht heeft
belasting van de kerk te eischen, daar de
kerk een souvereine macht is, gelijkgerech
tigd tegenover den staat. Maar indien dit of
fer nu noodig is, dan zij het ook slechts een
noodoffer met tijdelijk karakter en zal hij er
in berusten. Intusschen is de vraag, wat het
amendement-Rutgers zal kosten hierbij van
overwegend belang.
Nadat nog de neeren Sneevliet (rev.-soc.)
en Wijnkoop (comm.) eenige onwelwillend
heden hadden ten beste gegeven en de heer
Vervoorn (plattel.) zich ten gunste van het
amendement-Rutgers van Rozenburg had
uitgesproken, kwam minister Oud weer aan
het woord. Hij begon met het amendement
van den heer Kortenhorst te bespreken, gaf
op eenige punten toe en bracht een paar re
dactiewijzigingen aan, waardoor hij den
voorsteller er toe bracht zijn amendementen
in te trekken. Inzake het amendement-Rut
gers van Rozenburg zette de minister uiteen,
dat het publiekrechtelijk karakter van de kerk
hier buiten de zaak staat, maar hij heeft de
kerkgebouwen evenals de zuiver publiek
rechtelijke lichamen en de instellingen van
maatschappelijk nut buiten de belasting ge
laten om verschillende redenen. Maar ver
der kan hij met zijn vrijstellingen niet gaan.
De kerkelijke instellingen heeft hij uitsluitend
uit een commercieel oogpunt beschouwd m
de inkomsten daarvan mocht hij van deze
belasting niet vrijstellen, nu de regeering
door den nood des tijds gedwongen was de
doode hand te belasten. Hij was dan ook
niet bereid om het amendement te aanvaar
den, ook omdat de financieele gevolgen er
van niet vaststaan. Spr. hoopte dus dat de
Kamer het amendement zou afwijzen, indien
de voorsteller het niet intrekt. Dit weigerde
evenwel de heer Rutgers en daardoor kwam
men voor een moeilijk geval te staan. Maar
toen verscheen er een redder in den nood in
de gedaante van den heer Schouten (a.r.), die
met een nieuw amendement voor den dag
kwam, strekkende om een der punten van
art. 4 te schrappen en in andere eenige wij
ziging te brengen.
Vermoedelijk zal niet aan alle leden de
strekking van dit amendement ten volle dui
delijk zijn geworden en daarom achtte de
voorzitter het verstandig de behandeling van
het ontwerp te schorsen, ten einde aan de re
geering gelegenheid te geven de zaak eens te
beraden.
Hoewel er bij de Kamer op dit uur van
den middag het was vijf uur geworden
weinig animo bestond na deze druke dis
cussie een ander onderwerp in behandeling
te nemen, stelde de voorzitter onverbiddelijk
het wetsontwerp tot instelling van een Ver
keersfonds aan de orde en hebben we tot in
het avonduur naar een vijftal sprekers over
dit gewichtige onderwerp mogen luisteren,
terwijl de Kamer langzamerhand verliep.
De woorden van den eerste spreker, den
heer dr. Van der Waerden (s.d.a.p.) zullen
van allen die heden gesproken werden, den
minister van waterstaat, den heer ir. Kalff,
wel het aangenaamst in de ooren hebben
geklonken. Want deze spreker verklaarde
ondanks bezwaren in te stemmen met het
voorstel om een Verkeersfonds in het leven
te roepen en zijn partij staat daarbij onge
twijfeld achter hem.
De overige sprekers deden zich allen als
tegenstanders kennen. De heer Van den Heu
vel (a.r.) ontwikkelde vele ernstige bezwa
ren tegen het voorstel. Hij achtte het ver
keerd, dat het spoorwegtekort vooralsnog
wordt gehandhaafd, maar dat men intus
schen den last daarvan afwentelt op het con-
curreerende vervoer. Een nieuwe last wordt
hiermede tevens op het bedrijfsleven gelegd,
terwijl 'n uniforme verhooging van de ver
keersbelasting zal worden ingevoerd.
De heer Van Voorst tot Voorst (r.k.) kant
te zich ook sterk tegen een verhooging van
de belasting op het vervoer, ten bate van
het slecht werkende spoorwegbedrijf. Naar
zijn meening dient het Wegenfonds zelfstan
dig te worden gehandhaafd. Ook verklaarde
spr. zich tegen een verhooging van de
Rijwielbelasting.
De heer Ebels (v.d.) betoogde, dat het
wetsvoorstel de beoogde coördinatie van het
vervoer niet zal ten gevolge hebben. Beter
achtte hij het, wanneer de regeering kwam
met een behoorlijke organisatie van het
autobedrijf en een wettelijke regeling van de
veiligheid op den weg. Ernstig bezwaar had
de spr. tegen de opheffing van het Wegen
fonds. Hij en zijn fractie zijn niet tegen een
verhooging van de wegenbelasting, doch
wel tegen het voorgedragen ontwerp.
Ook de laatste spr. van den dag, de heer
Westerman (nat.-herstel) was tegenstander
van het ontwerp, dat feitelijk niets meer is
dan een andere boekhouding en intusschen
weer nieuwe lasten brengt.
Morgen zal de Kamer wel een belangrijk
deel van de middagvergadering besteden aan
de interpellatie van den heer Tilanus betref
fende het spellingvraagstuk en vermoedelijk
wordt dan weer voortgegaan met de belas
ting op de doode hand,
In het begin dezer week hebben wij mel
ding gemaakt van een rede, die von Papen
had gehouden ter gelegenheid van festivitei
ten der universiteit Marburg a. d. Lahn, een
rede, die draadloos zou worden uitgezon
den. Dat is echter niet geschied en later werd
zelfs verboden, dat de dagbladen deze rede
opnamen.
Zoo ontstond er een conflict Hitier—von
Papen, dat bekendheid kreeg, omdat een deel
der bladen de rede reeds hadden afgedrukt
en de oplage reeds verspreid was. Alleen de
„Montag" had de rede niet, omdat dit blad
zoo voorzichtig was geweest, om bij het mi
nisterie van propaganda te vragen, of de
rede voor publicatie geschikt was en toen
een ontkennend antwoord kreeg.
De „Montagpost" had niet geïnformeerd
en verscheen dus wel met de rede. De N.R.-
Crt.-correspondent in Berlijn schrijft daar
over nu het volgende: Het is kenschetsend
voor de in Berlijn heerschende opvattingen,
dat ernstige menschen en daarbij ook dezul
ken, die het met de zienswijze van von Pa
pen in vele opzichten eens zijn, de Montag
post scherpe verwijten doen en het hoogst
onverantwoordelijk achten van de redactie,
dat zij heeft verzuimd vóór de publicatie van
de uiteenzettingen van den vice-kanselier aan
het ministerie van propaganda, bevoegd in
persaangelegenheden, om toestemming te
vragen.
Op zich zelf beschouwd is dit eigenaardig
en het zou bijvoorbeeld in Nederland opmer
kelijk worden gevonden als een blad, alvo
rens een uittreksel van een ministerredc
openbaar te maken, eerst bij den regeerings-
persdienst ging vragen, of de regeering daar
niets tegen had en ondenkbaar ware het, dat
ernstige menschen het onverantwoordelijk
van een redactie zouden vinden, indien ze
deze voorzorg achterwege liet.
Maar zoo moet men dit geval niet opvatten
Ook het oppervlakkigste verslag (en intus
schen zijn, ofschoon de Frankfurter Zeitung,
welke de redevoering niet meer kon terugne
men, voor een dag verboden is, uitvoerigs
verslagen door middel van toegelaten Zwit-
sersche bladen verspreid) laat nauwelijks
plaats voor misverstand: wij hebben hier te
doen met een uitbreker, met een, die het gelid
verlaat en tegen het publiek aan den kant
gaat klagen en protesteeren. Von Papen's
vrienden ontkennen dit. Zij zeggen: de vice-
kanselier heeft zich niet tegen het regeerings-
beleid en niet eens tegen de partij gekant.
Hij heeft zich zelfs geen tegenstander ver
klaard van den strijd tegen de mopperaars
als zoodanig, maar hij heeft alleen critiek
uitgeoefend tegen de wijze waarop deze
strijd door bepaalde organisaties der partij,
in het bijzonder door de Hitler-jeugd, wordt
opgevat en gevoerd.
Wij hebben er onlangs nog op gewezen,
aldus gaat de corr. verder, dat deze strijd
tegen de mopperaars inderdaad voor een
groot deel geworden was een strijd van de
Hitler-jeugd tegen de reactie. Het gebeurde
met rijksminister Seldte ligt nog versch in
het geheugen. Daarbij is de uitsluiting ge
komen van de volgende studentencorpsen uit
het Kösener congres: het corps Borussia
(Halle), Suevia (Munchen), tot welk corps
als oud-lid rijksminister von Neurath be
hoort, Rhenania (Straatsburg, Marburg),
Suevia (Tübingen) en Vanaalia (Heidel-
berg). De advocaat Oswald Gerth deelt me
de, dat de uitsluiting en de ontbinding van
dee vier corpsen tot oorzaak heeft, dat ver
schillende oud-leden met niet-arische vrou
wen zijn getrouwd en de corpsen geweigerd
hebben deze oud-leden van de lijst te schrap
pen. Wel is waar hebben deze oud-leden
voor zoover zij met niet-arische vrouwen ge
trouwd waren, zich bereid verklaard, om
hun lidmaatschap neer te leggen, maar dit
aanbod is door hun corpsen van de hand ge
wezen.
Deze en dergelijke gebeurtenissen hebben
von Papen, zoo zeggen zijn vrienden, aan
leiding gegeven om positie te nemen tegen
de methode, waarop de strijd tegen de mop
peraars wordt gevoerd.
Bij lezing van de redevoering blijkt deze
beschouwingswijze nauwelijks houdbaar.
Want zelfs bij zijn opmerkingen tegen de
strijdmethode, gevolgd in de campagne te
gen de criticasters, heeft von Papen zich
nauwelijks beperking opgelegd. Hij heeft
daarbij zelfs gesproken van de voortgezette
vervolging tot het uiterste van een groep, die
reeds lang geheel verslagen ter neer ligt en
schijnt daarmee een lans te hebben willen
breken voor de joden, die merkwaardigerwijs
hoe langer hoe meer de aristocraten als stille
bondgenooten aan hun zijde schijnen te krij
gen, als gevolg van een soort ongewilde
lotsgemeenschap. De heele passage kan op
gevat worden als een critiek op het ministe
rie van propaganda, vooral omdat spreker
woordelijk schijnt te hebben gezegd, dat hij
den propagandaveldtocht tegen de criticas
ters anders had opgevat. Maar ook voor het
overige is de vice-kanselier toch eigenlijk re
gelrecht ingegaan tegen eerste beginselen
van het nationaal-socialisme, vooral waar
hij het opneemt voor het intellect, dat toch
als verdacht, ja, schandelijk pleegt te gelden
en in dat verband heeft von Papen gespro
ken van de verwarring van brutaliteit en vi
taliteit.
Dan eischte hij het recht van critiek op
voor het volk en in zijn redevoering komt de
volgende zin voor: „De logica van de anti
liberale ontwikkeling eischt een op vrijheid
gegrondveste volksgemeenschap, welke daar
op berust, dat alle deelen des volks vrijwil
lig volgen". Men ziet, deze zin zou belang
rijk gladder loopen, indien in plaats van
anti-liberale ontwikkeling gesproken was
van liberale politiek en tegen de liberale
ontwikkeling is juist de tegenwoordige koers
gekant.
Von Papen is vice-kanselier. Als een vice-
kanselier het niet eens is met den koers, wel
ken de regeering stevent, indien hij een be
paalde actie van bepaalde groepen der par
tij wil bestrijden, dan pleegt hij dat te doen
in den boezem van de regeering, waartoe hij
zelf behoort. Wij hebben hier echter te doen
met een soort vlucht in de openbaarheid.
Geschiedt deze, omdat de vice-kanselier zijn
draai wil nemen, teneinde zich aan de spits
te kunnen stellen van een nieuwe richting,
welke naar zijn meening spoedig de overhand
zal krijgen. Von Papen herinnert aan 't ver
bond van 1933. Dat sedert dien de nu reeds
in vergetelheid geraakte Hugenberg, beklee
der van een heel stel ministerszetels tegelij
kertijd, overboord werd gezet, heeft de heer
von Papen niet in herinnering gebracht en
het schijnt hem vroeger ook niet te hebben
gehinderd. Weliswaar merkt hij thans op,
dat hij, die om de guilotine roept, het eerst
gevaar loopt om onder den valbijl te gera
ken, maar dit is hem thans eerst ingevallen,
nu hij zelf in gevaar komt. Heeft von Papen
machtige vrienden in het kabinet? Men zal
hier in de eerste plaats denken aan Seldte en
aan von Neurath, den rijksminister van bui-
tenlandsche zaken. Schwerin Krosigk moet
in dit verband niet worden genoemd, daar
deze in de eerste plaats ambtenaar is, en als
politieke factor nauwelijks in aanmerking
komt. Of de positie van de twee eerstgenoem-
den zoo sterk is? Zoo ziet van hier uit de
actie van von Papen er op het eerste gezicht
uit als de daad van een wanhopige. Men
verwacht algemeen, dat spoedig over deze
opzienbarende redevoering een kabinetsraad
zal plaats vinden en er zijn er, die de oplos
sing verwachten door een sterk woord van
Hitier. Men mag echter de vraag opperen, of
von Papen door zijn redevoering, waarvan
de publicatie is verboden en door welk ven
bod reeds meer of min een voldongen feit is
geschapen, zich niet heeft geschaard onder
de nurksen en kankeraars, van welke Hitier
reeds heeft gesproken als van een handjevol
dwergen, dat op alles wat aan te merken
heeft.
Een onderhoud tusschen Hitier
en von Papen.
Dinsdagmiddag heeft een onderhoud
plaats gehad tusschen Hitier en von Papen
naar aanleiding van het conflict tusschen
beide staatslieden. Dat onderhoud had een
zeer levendig karakter en heeft omstreeks
3 uur geduurd. Intusschen heeft het geens
zins den eenigszins gespannen toestand op
gehelderd. Er bestaat goede reden aan te
nemen, dat men tot de conclusie is gekomen,
dat het conflict te ernstig was om onmid
dellijk te worden geregeld en dat Hitier ep
von Papen beiden een bezoek zullen brengen
aan president von Hindenburg.
Wat het onderhoud tusschen Hitier en von
Papen betreft, verneemt de correspondent
van de Times, dat Hitier die groote moeite
heeft gehad eenige van zijn radicale luite
nants in te toornen, zijn ernstige ontstemd
heid over een optreden, dat ernstige oneenig-
heden in zijn partijen in de beweging zal
veroorzaken, niet heeft verheeld. Naar ver
luidt heeft hij gewezen op de onmogelijkheid
om toestemming te geven tot publicatie van
een zoodanige redevoering. Het schijnt ech
ter, dat von Papen niet erg onder den in
druk daarvan is gekomen, aangezien hij wei-
overwogen zijn critiek van wat hij en vele
anderen beschouwen als tekortkomingen van
het huidige systeem, heeft uitgesproken, ten
einde eenige beweging te veroorzaken. Wel
heeft de vice-kanselier aangeboden af te
treden, doch dit aanbod is om redenen, welke
naderhand duidelijk werden, afgewezen.
Aan het einde van het onderhoud heeft
Hitier naar verluidt toegegeven, dat hij het
eens was met eenige van de dingen, die
tgmaals de rede van von Papen.
Overzicht).
i Chineesche zeeschuimers.
tenland).
>t Duitsche s.6. „Dresden" lek,
en land)..
Moordaanslag te Zwolle. (Binnen
land).
Ernstige branden. (Binnenland).
Getuige Koning uit het Nijenrode-
proces veroordeelt tot 1 jaar ge
vangenisstraf met aftrek van pre
ventief. (Rechtszaken.)
De vervalsching van kerkelijke
obligaties voor het Amsterdamsche
gerechtshof. (Rechtszaken.)
(Zie verder eventueel laatste
berichten).
Zij, die zich met 1 JULI a.s. voor
minstens 3 maanden op dit blad abon-
neeren, ontvangen de tot dien datum
verschijnende nummers franco en
gratis.
DE DIRECTIE.
von Papen heeft gezegd, ofschoon hij het
oneens was met de formuleering daarvan en
de omstandigheden, waaronder zij gezegd
zijn. Inderdaad zijn er aanwijzingen ge
weest, welk hij zonder eenigen twijfel naar
voren heeft gebracht en die wijzen op het
feit, dat Hitier de noodzakelijkheid heeft
jngezien van het herstellen van meer nor-
mole omstandigheden in eenige gebieden
van .het- nationale leven. Tenslotte heeft Hit-
Ier aan- von Papen volgens berichten uit be
trouwbare en gezaghebbende bron de ver
zekering gegeven, dat zekere verbeteringen
zouden worden aangebracht in economische
zaken en in de behandeling der kerken.
Nog een onderhoud.
Na het onderhoud heeft Hitier de bespre
king met een kleine groep van oudere natio
naal socialistische leiders behandeld. Uiter
aard is niet precies bekend, wat hij hun heeft
meegedeeld, volgens een lezing echter, die
fn partijkringen is aanvaard en die wel niet
ver van de waarheid zal zijn, heeft hij hun
te verstaan gegeven, dat naar zijn meening
er iets waars was in de kritiek van den vice-
kanselier, ofschoon natuurlijk de wijze waar
op hij die openbaar heeft gemaakt, onmoge
lijk kon- worden goedgekeurd. Voor het ove
rige aldus wordt verklaard, kan nauwelijks
worden opgetfeden met het oog op het feit,
dat de rijkspresident den tekst van de rede
voering te voren heeft ingezien en dat na de
redevoering Maandag von Papen een ge-
lukwensch-telegram heeft ontvangen van
von - Hindenburg.
Tezelfder tijd heeft men in partijkringen
den indruk, dat Hitier persoonlijk het inci
dent beschouwt als iets in den geest van een
verbreking van trouw, aangezien hem niet
fe voren de tekst is voorgelegd. Men weet
thans, dat de redevoering eenige weken ge
leden is geschreven.
Voor het oogenblik kan over de gevolgen
van de redevoering niet veel zekers worden
gezegd. Er bestaat thans nog geen twijfel
aan, dat de rede van von Papen ten doel had
een bewegingte inspireeren, welke Hitier
zou kunnen helpen, overdrijvingen van zijn
beweging tegen te gaan en zekere fanatieke
elementen te loozen.
Intusschen wordt de volledige tekst, van
de redevoering van von Papen gedrukt, bij
de uitgeverij, die de, „Germania'' publiceert
en waarbij von Papen betrokken is, verspreid
in den vorm van een pamflet.
Hitier naar von Hindenburg.
Hitier is hedenmorgen naar Neudeck af
gereisd, teneinde een bespreking te hebben
met den rijkspresident. Een uur nadat be
kend was gemaakt dat Hitier naar Neudeck
was vertrokken werd de pers meedegedeeld,
dat het verboden is dit bericht te publi-
ceeren.
Nadat eerst was verboden berichte te pu-
bhceeren omtrent het bezoek van Hitier aan
von Hindenburg werd later toestemming ge
geven tot het publiceeren van een bericht in
den volgenden Vorm:
„Rijkskanselier Adolf Hitier heeft zich
naar Neudeck begeven teneinde den rijks
president rapport uit te brengen over de bij
eenkomst in Venetië". (Wij zouden zoo zeg
gen dat Venetië in dit geval beteekenl
„Hitier—yon Papen"-