DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Weinig lof voor het verkeersfonds. De redevoering van Von Papen. tOxigeliiksch Oveczicht De Kamer heeft het ontwerp belasting op de doode hand geschorst. Critiek op het ministerie voor propaganda. Ho. 144 Donderdag 21 Juni 1934 Uit het Parlement 136e Jaargang Wat vandaag da aandacht trekt.,* ALKMAARSCHE COURANT Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. iranco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIENs Van 1—5 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. TeleL 3, redactie 33. Directeur: C. KRAK. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Dit nummer bestaat uit twee bladen No (Dag De (Buil He Buit< Den Haag, 20 Juni 1934. Tweede Kamer. De Tweede Kamer heeft heden hare ver gadering met een verstandige daad ingezet: zij heeft, op voorstel des voorzitters, verlof geweigerd aan den heer Schalker (comm.) om de regeering te interpelleeren over de voorgenomen steunverlaging in de vier groote gemeenten. De interpellatie-Kupers over hetzelfde on derwerp lag blijkbaar den heeren nog versch in het geheugen en 't vooruitzicht om weer eens eenige dagen over hetzelfde, vrij wel doodgeprate onderwerp te discussiee ren, lachte hun niet erg toe. Alleen de roode elementen der Kamer stemden voor het toe laten van de interpellatie, die met 62 tegen 25 stemmen werd afgewezen. Het verzoek van den heer Wijnkoop (com munist) om den minister van justitie te mo gen interpelleeren over toelating en verblijf van vreemdelingen is zonder bezwaar toege staan. De dag er voor zal nog nader worden vastgesteld. De Kamer is hierop voortgegaan met de behandeling van het wetsontwerp tot de hef fing van een belasting op instellingen van de doode hand. Zij is begonnen met af te wijzen het amendement-Vervoorn om coöpe ratieve vereenigingen buiten de belasting te houden. Slechts de voorsteller bleek er voor te stemmen; heel de Kamer was er verder tegen. Het amendement-Wijnkoop om arbei- dersverbruiks-coöperaties vrij te stellen werd met 81 tegen 6 roode stemmen verworpen. De amendementen van den heer Wijnkoop inzake vrijstelling van de Rijkspostspaar bank en ae arbeiders-vakvereenigingen wer den bij zitten en opstaan afgewezen. Nadat hierop art. 1 met de communisten als tegenstemmers was goedgekeurd, ging de Kamer over tot behandeling van de art. 3 en 4 met de daarop voorgestelde amende menten van de heeren Rutgers van Rozen burg (c.h.) en Kortenhorst (r.k.) Eerstgenoemde verdedigde zijn amende ment, strekkende om vrijstelling te verleenen voor de bezittingen, waarvan de opbrengst bestemd is ten behoeve van zaken, bestemd voor den openbaren eeredienst. De minister had van de belasting vrijgesteld de kerkge bouwen en hun inhoud, voorzoover voor den eeredienst bestemd, doch de heer Rutgers wilde ook de zoogenaamde pastoralia buiten de belasting houden, omdat hij meende, dat de opbrengst er van dienstig is voor de ex- loitatie van de vrijgestelde gebouwen, zoodat de vrijstelling van die goederen en kapitalen logisch en billijk mag heeten. De heer Kortenhorst verdedigde zijn amen dement, door er op te wijzen, dat hij enkel bedoelt een overzichtelijker onderscheid te maken tusschen bedrijfsschulden en andere schulden, welke, ter berekening van het zui vere vermogen, kunnen worden afgetrokken. Ook wilde hij een reserve voor koersverlie zen enz. buiten belastingaanslag houden. Nadat de heer Lingbeek (herv.ger.) enkele door hem gister ten beste gegeven onbehoor lijkheden had teruggenomen, zette hij uiteen, dat hij het artikel als een bevoordeeling van de seminaria beschouwde en er dus tegen zou stemmen, heeft de heer De Geer (c.h.) uiteengezet, dat de Kamer beter had gedaan het voorstel gewoonweg in de afdeelingtn te behandelen in plaats er een commissie van voorbereiding mede te belasten. Naar zijn overtuiging wordt in het voorstel mis kend het publiekrechtelijk karakter van de kerk en wordt deze achtergesteld bij musea enz. Overigens vergete de minister niet, dat in sommige streken de predikanten betaald worden uit de staaskas, in andere uit de pas toralia en dat de laatsten dus door de belas ting zullen worden benadeeld. Hij hoopte dus op een tegemoetkomende houding des ministers tegenover het amendement-Rut- gers. Over het tijdelijke karakter van het ontwerp haalde hij zijn schouders op: die belasting blijft, wanneer ze eenmaal is in gevoerd. De heer Kersten (st.ger.) verklaarde sym pathie voor het amendement-Rutgers te ge voelen. Het onveranderde art. 4 is slechts een bevoorrechting van Rome. De heer Van den Tempel (s.d.a.p.) zette uiteen, dat als het amendement-Rutgers mocht worden aangenomen, het ontwerp moest worden teruggenomen. Dit ontkende echter weer de heer Snoeck Henkemans (c.h.) De heer Goseling (r.k.) behandelde de vraag, of de staat eigenlijk wel recht heeft belasting van de kerk te eischen, daar de kerk een souvereine macht is, gelijkgerech tigd tegenover den staat. Maar indien dit of fer nu noodig is, dan zij het ook slechts een noodoffer met tijdelijk karakter en zal hij er in berusten. Intusschen is de vraag, wat het amendement-Rutgers zal kosten hierbij van overwegend belang. Nadat nog de neeren Sneevliet (rev.-soc.) en Wijnkoop (comm.) eenige onwelwillend heden hadden ten beste gegeven en de heer Vervoorn (plattel.) zich ten gunste van het amendement-Rutgers van Rozenburg had uitgesproken, kwam minister Oud weer aan het woord. Hij begon met het amendement van den heer Kortenhorst te bespreken, gaf op eenige punten toe en bracht een paar re dactiewijzigingen aan, waardoor hij den voorsteller er toe bracht zijn amendementen in te trekken. Inzake het amendement-Rut gers van Rozenburg zette de minister uiteen, dat het publiekrechtelijk karakter van de kerk hier buiten de zaak staat, maar hij heeft de kerkgebouwen evenals de zuiver publiek rechtelijke lichamen en de instellingen van maatschappelijk nut buiten de belasting ge laten om verschillende redenen. Maar ver der kan hij met zijn vrijstellingen niet gaan. De kerkelijke instellingen heeft hij uitsluitend uit een commercieel oogpunt beschouwd m de inkomsten daarvan mocht hij van deze belasting niet vrijstellen, nu de regeering door den nood des tijds gedwongen was de doode hand te belasten. Hij was dan ook niet bereid om het amendement te aanvaar den, ook omdat de financieele gevolgen er van niet vaststaan. Spr. hoopte dus dat de Kamer het amendement zou afwijzen, indien de voorsteller het niet intrekt. Dit weigerde evenwel de heer Rutgers en daardoor kwam men voor een moeilijk geval te staan. Maar toen verscheen er een redder in den nood in de gedaante van den heer Schouten (a.r.), die met een nieuw amendement voor den dag kwam, strekkende om een der punten van art. 4 te schrappen en in andere eenige wij ziging te brengen. Vermoedelijk zal niet aan alle leden de strekking van dit amendement ten volle dui delijk zijn geworden en daarom achtte de voorzitter het verstandig de behandeling van het ontwerp te schorsen, ten einde aan de re geering gelegenheid te geven de zaak eens te beraden. Hoewel er bij de Kamer op dit uur van den middag het was vijf uur geworden weinig animo bestond na deze druke dis cussie een ander onderwerp in behandeling te nemen, stelde de voorzitter onverbiddelijk het wetsontwerp tot instelling van een Ver keersfonds aan de orde en hebben we tot in het avonduur naar een vijftal sprekers over dit gewichtige onderwerp mogen luisteren, terwijl de Kamer langzamerhand verliep. De woorden van den eerste spreker, den heer dr. Van der Waerden (s.d.a.p.) zullen van allen die heden gesproken werden, den minister van waterstaat, den heer ir. Kalff, wel het aangenaamst in de ooren hebben geklonken. Want deze spreker verklaarde ondanks bezwaren in te stemmen met het voorstel om een Verkeersfonds in het leven te roepen en zijn partij staat daarbij onge twijfeld achter hem. De overige sprekers deden zich allen als tegenstanders kennen. De heer Van den Heu vel (a.r.) ontwikkelde vele ernstige bezwa ren tegen het voorstel. Hij achtte het ver keerd, dat het spoorwegtekort vooralsnog wordt gehandhaafd, maar dat men intus schen den last daarvan afwentelt op het con- curreerende vervoer. Een nieuwe last wordt hiermede tevens op het bedrijfsleven gelegd, terwijl 'n uniforme verhooging van de ver keersbelasting zal worden ingevoerd. De heer Van Voorst tot Voorst (r.k.) kant te zich ook sterk tegen een verhooging van de belasting op het vervoer, ten bate van het slecht werkende spoorwegbedrijf. Naar zijn meening dient het Wegenfonds zelfstan dig te worden gehandhaafd. Ook verklaarde spr. zich tegen een verhooging van de Rijwielbelasting. De heer Ebels (v.d.) betoogde, dat het wetsvoorstel de beoogde coördinatie van het vervoer niet zal ten gevolge hebben. Beter achtte hij het, wanneer de regeering kwam met een behoorlijke organisatie van het autobedrijf en een wettelijke regeling van de veiligheid op den weg. Ernstig bezwaar had de spr. tegen de opheffing van het Wegen fonds. Hij en zijn fractie zijn niet tegen een verhooging van de wegenbelasting, doch wel tegen het voorgedragen ontwerp. Ook de laatste spr. van den dag, de heer Westerman (nat.-herstel) was tegenstander van het ontwerp, dat feitelijk niets meer is dan een andere boekhouding en intusschen weer nieuwe lasten brengt. Morgen zal de Kamer wel een belangrijk deel van de middagvergadering besteden aan de interpellatie van den heer Tilanus betref fende het spellingvraagstuk en vermoedelijk wordt dan weer voortgegaan met de belas ting op de doode hand, In het begin dezer week hebben wij mel ding gemaakt van een rede, die von Papen had gehouden ter gelegenheid van festivitei ten der universiteit Marburg a. d. Lahn, een rede, die draadloos zou worden uitgezon den. Dat is echter niet geschied en later werd zelfs verboden, dat de dagbladen deze rede opnamen. Zoo ontstond er een conflict Hitier—von Papen, dat bekendheid kreeg, omdat een deel der bladen de rede reeds hadden afgedrukt en de oplage reeds verspreid was. Alleen de „Montag" had de rede niet, omdat dit blad zoo voorzichtig was geweest, om bij het mi nisterie van propaganda te vragen, of de rede voor publicatie geschikt was en toen een ontkennend antwoord kreeg. De „Montagpost" had niet geïnformeerd en verscheen dus wel met de rede. De N.R.- Crt.-correspondent in Berlijn schrijft daar over nu het volgende: Het is kenschetsend voor de in Berlijn heerschende opvattingen, dat ernstige menschen en daarbij ook dezul ken, die het met de zienswijze van von Pa pen in vele opzichten eens zijn, de Montag post scherpe verwijten doen en het hoogst onverantwoordelijk achten van de redactie, dat zij heeft verzuimd vóór de publicatie van de uiteenzettingen van den vice-kanselier aan het ministerie van propaganda, bevoegd in persaangelegenheden, om toestemming te vragen. Op zich zelf beschouwd is dit eigenaardig en het zou bijvoorbeeld in Nederland opmer kelijk worden gevonden als een blad, alvo rens een uittreksel van een ministerredc openbaar te maken, eerst bij den regeerings- persdienst ging vragen, of de regeering daar niets tegen had en ondenkbaar ware het, dat ernstige menschen het onverantwoordelijk van een redactie zouden vinden, indien ze deze voorzorg achterwege liet. Maar zoo moet men dit geval niet opvatten Ook het oppervlakkigste verslag (en intus schen zijn, ofschoon de Frankfurter Zeitung, welke de redevoering niet meer kon terugne men, voor een dag verboden is, uitvoerigs verslagen door middel van toegelaten Zwit- sersche bladen verspreid) laat nauwelijks plaats voor misverstand: wij hebben hier te doen met een uitbreker, met een, die het gelid verlaat en tegen het publiek aan den kant gaat klagen en protesteeren. Von Papen's vrienden ontkennen dit. Zij zeggen: de vice- kanselier heeft zich niet tegen het regeerings- beleid en niet eens tegen de partij gekant. Hij heeft zich zelfs geen tegenstander ver klaard van den strijd tegen de mopperaars als zoodanig, maar hij heeft alleen critiek uitgeoefend tegen de wijze waarop deze strijd door bepaalde organisaties der partij, in het bijzonder door de Hitler-jeugd, wordt opgevat en gevoerd. Wij hebben er onlangs nog op gewezen, aldus gaat de corr. verder, dat deze strijd tegen de mopperaars inderdaad voor een groot deel geworden was een strijd van de Hitler-jeugd tegen de reactie. Het gebeurde met rijksminister Seldte ligt nog versch in het geheugen. Daarbij is de uitsluiting ge komen van de volgende studentencorpsen uit het Kösener congres: het corps Borussia (Halle), Suevia (Munchen), tot welk corps als oud-lid rijksminister von Neurath be hoort, Rhenania (Straatsburg, Marburg), Suevia (Tübingen) en Vanaalia (Heidel- berg). De advocaat Oswald Gerth deelt me de, dat de uitsluiting en de ontbinding van dee vier corpsen tot oorzaak heeft, dat ver schillende oud-leden met niet-arische vrou wen zijn getrouwd en de corpsen geweigerd hebben deze oud-leden van de lijst te schrap pen. Wel is waar hebben deze oud-leden voor zoover zij met niet-arische vrouwen ge trouwd waren, zich bereid verklaard, om hun lidmaatschap neer te leggen, maar dit aanbod is door hun corpsen van de hand ge wezen. Deze en dergelijke gebeurtenissen hebben von Papen, zoo zeggen zijn vrienden, aan leiding gegeven om positie te nemen tegen de methode, waarop de strijd tegen de mop peraars wordt gevoerd. Bij lezing van de redevoering blijkt deze beschouwingswijze nauwelijks houdbaar. Want zelfs bij zijn opmerkingen tegen de strijdmethode, gevolgd in de campagne te gen de criticasters, heeft von Papen zich nauwelijks beperking opgelegd. Hij heeft daarbij zelfs gesproken van de voortgezette vervolging tot het uiterste van een groep, die reeds lang geheel verslagen ter neer ligt en schijnt daarmee een lans te hebben willen breken voor de joden, die merkwaardigerwijs hoe langer hoe meer de aristocraten als stille bondgenooten aan hun zijde schijnen te krij gen, als gevolg van een soort ongewilde lotsgemeenschap. De heele passage kan op gevat worden als een critiek op het ministe rie van propaganda, vooral omdat spreker woordelijk schijnt te hebben gezegd, dat hij den propagandaveldtocht tegen de criticas ters anders had opgevat. Maar ook voor het overige is de vice-kanselier toch eigenlijk re gelrecht ingegaan tegen eerste beginselen van het nationaal-socialisme, vooral waar hij het opneemt voor het intellect, dat toch als verdacht, ja, schandelijk pleegt te gelden en in dat verband heeft von Papen gespro ken van de verwarring van brutaliteit en vi taliteit. Dan eischte hij het recht van critiek op voor het volk en in zijn redevoering komt de volgende zin voor: „De logica van de anti liberale ontwikkeling eischt een op vrijheid gegrondveste volksgemeenschap, welke daar op berust, dat alle deelen des volks vrijwil lig volgen". Men ziet, deze zin zou belang rijk gladder loopen, indien in plaats van anti-liberale ontwikkeling gesproken was van liberale politiek en tegen de liberale ontwikkeling is juist de tegenwoordige koers gekant. Von Papen is vice-kanselier. Als een vice- kanselier het niet eens is met den koers, wel ken de regeering stevent, indien hij een be paalde actie van bepaalde groepen der par tij wil bestrijden, dan pleegt hij dat te doen in den boezem van de regeering, waartoe hij zelf behoort. Wij hebben hier echter te doen met een soort vlucht in de openbaarheid. Geschiedt deze, omdat de vice-kanselier zijn draai wil nemen, teneinde zich aan de spits te kunnen stellen van een nieuwe richting, welke naar zijn meening spoedig de overhand zal krijgen. Von Papen herinnert aan 't ver bond van 1933. Dat sedert dien de nu reeds in vergetelheid geraakte Hugenberg, beklee der van een heel stel ministerszetels tegelij kertijd, overboord werd gezet, heeft de heer von Papen niet in herinnering gebracht en het schijnt hem vroeger ook niet te hebben gehinderd. Weliswaar merkt hij thans op, dat hij, die om de guilotine roept, het eerst gevaar loopt om onder den valbijl te gera ken, maar dit is hem thans eerst ingevallen, nu hij zelf in gevaar komt. Heeft von Papen machtige vrienden in het kabinet? Men zal hier in de eerste plaats denken aan Seldte en aan von Neurath, den rijksminister van bui- tenlandsche zaken. Schwerin Krosigk moet in dit verband niet worden genoemd, daar deze in de eerste plaats ambtenaar is, en als politieke factor nauwelijks in aanmerking komt. Of de positie van de twee eerstgenoem- den zoo sterk is? Zoo ziet van hier uit de actie van von Papen er op het eerste gezicht uit als de daad van een wanhopige. Men verwacht algemeen, dat spoedig over deze opzienbarende redevoering een kabinetsraad zal plaats vinden en er zijn er, die de oplos sing verwachten door een sterk woord van Hitier. Men mag echter de vraag opperen, of von Papen door zijn redevoering, waarvan de publicatie is verboden en door welk ven bod reeds meer of min een voldongen feit is geschapen, zich niet heeft geschaard onder de nurksen en kankeraars, van welke Hitier reeds heeft gesproken als van een handjevol dwergen, dat op alles wat aan te merken heeft. Een onderhoud tusschen Hitier en von Papen. Dinsdagmiddag heeft een onderhoud plaats gehad tusschen Hitier en von Papen naar aanleiding van het conflict tusschen beide staatslieden. Dat onderhoud had een zeer levendig karakter en heeft omstreeks 3 uur geduurd. Intusschen heeft het geens zins den eenigszins gespannen toestand op gehelderd. Er bestaat goede reden aan te nemen, dat men tot de conclusie is gekomen, dat het conflict te ernstig was om onmid dellijk te worden geregeld en dat Hitier ep von Papen beiden een bezoek zullen brengen aan president von Hindenburg. Wat het onderhoud tusschen Hitier en von Papen betreft, verneemt de correspondent van de Times, dat Hitier die groote moeite heeft gehad eenige van zijn radicale luite nants in te toornen, zijn ernstige ontstemd heid over een optreden, dat ernstige oneenig- heden in zijn partijen in de beweging zal veroorzaken, niet heeft verheeld. Naar ver luidt heeft hij gewezen op de onmogelijkheid om toestemming te geven tot publicatie van een zoodanige redevoering. Het schijnt ech ter, dat von Papen niet erg onder den in druk daarvan is gekomen, aangezien hij wei- overwogen zijn critiek van wat hij en vele anderen beschouwen als tekortkomingen van het huidige systeem, heeft uitgesproken, ten einde eenige beweging te veroorzaken. Wel heeft de vice-kanselier aangeboden af te treden, doch dit aanbod is om redenen, welke naderhand duidelijk werden, afgewezen. Aan het einde van het onderhoud heeft Hitier naar verluidt toegegeven, dat hij het eens was met eenige van de dingen, die tgmaals de rede van von Papen. Overzicht). i Chineesche zeeschuimers. tenland). >t Duitsche s.6. „Dresden" lek, en land).. Moordaanslag te Zwolle. (Binnen land). Ernstige branden. (Binnenland). Getuige Koning uit het Nijenrode- proces veroordeelt tot 1 jaar ge vangenisstraf met aftrek van pre ventief. (Rechtszaken.) De vervalsching van kerkelijke obligaties voor het Amsterdamsche gerechtshof. (Rechtszaken.) (Zie verder eventueel laatste berichten). Zij, die zich met 1 JULI a.s. voor minstens 3 maanden op dit blad abon- neeren, ontvangen de tot dien datum verschijnende nummers franco en gratis. DE DIRECTIE. von Papen heeft gezegd, ofschoon hij het oneens was met de formuleering daarvan en de omstandigheden, waaronder zij gezegd zijn. Inderdaad zijn er aanwijzingen ge weest, welk hij zonder eenigen twijfel naar voren heeft gebracht en die wijzen op het feit, dat Hitier de noodzakelijkheid heeft jngezien van het herstellen van meer nor- mole omstandigheden in eenige gebieden van .het- nationale leven. Tenslotte heeft Hit- Ier aan- von Papen volgens berichten uit be trouwbare en gezaghebbende bron de ver zekering gegeven, dat zekere verbeteringen zouden worden aangebracht in economische zaken en in de behandeling der kerken. Nog een onderhoud. Na het onderhoud heeft Hitier de bespre king met een kleine groep van oudere natio naal socialistische leiders behandeld. Uiter aard is niet precies bekend, wat hij hun heeft meegedeeld, volgens een lezing echter, die fn partijkringen is aanvaard en die wel niet ver van de waarheid zal zijn, heeft hij hun te verstaan gegeven, dat naar zijn meening er iets waars was in de kritiek van den vice- kanselier, ofschoon natuurlijk de wijze waar op hij die openbaar heeft gemaakt, onmoge lijk kon- worden goedgekeurd. Voor het ove rige aldus wordt verklaard, kan nauwelijks worden opgetfeden met het oog op het feit, dat de rijkspresident den tekst van de rede voering te voren heeft ingezien en dat na de redevoering Maandag von Papen een ge- lukwensch-telegram heeft ontvangen van von - Hindenburg. Tezelfder tijd heeft men in partijkringen den indruk, dat Hitier persoonlijk het inci dent beschouwt als iets in den geest van een verbreking van trouw, aangezien hem niet fe voren de tekst is voorgelegd. Men weet thans, dat de redevoering eenige weken ge leden is geschreven. Voor het oogenblik kan over de gevolgen van de redevoering niet veel zekers worden gezegd. Er bestaat thans nog geen twijfel aan, dat de rede van von Papen ten doel had een bewegingte inspireeren, welke Hitier zou kunnen helpen, overdrijvingen van zijn beweging tegen te gaan en zekere fanatieke elementen te loozen. Intusschen wordt de volledige tekst, van de redevoering van von Papen gedrukt, bij de uitgeverij, die de, „Germania'' publiceert en waarbij von Papen betrokken is, verspreid in den vorm van een pamflet. Hitier naar von Hindenburg. Hitier is hedenmorgen naar Neudeck af gereisd, teneinde een bespreking te hebben met den rijkspresident. Een uur nadat be kend was gemaakt dat Hitier naar Neudeck was vertrokken werd de pers meedegedeeld, dat het verboden is dit bericht te publi- ceeren. Nadat eerst was verboden berichte te pu- bhceeren omtrent het bezoek van Hitier aan von Hindenburg werd later toestemming ge geven tot het publiceeren van een bericht in den volgenden Vorm: „Rijkskanselier Adolf Hitier heeft zich naar Neudeck begeven teneinde den rijks president rapport uit te brengen over de bij eenkomst in Venetië". (Wij zouden zoo zeg gen dat Venetië in dit geval beteekenl „Hitier—yon Papen"-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 1