Pil ROL
DE BESTE SIGARET VOOR UW
GEZONDHEID EN DE HOOGSTE
WAARDE VOOR UW GELD.
ALKMAARSCHE COURANT
Zonnebrand
10 VOOR 17iC
SxCmnieuws
UIT MET PARLEMENTAIRE LEVEN
Het leven van John Dillinger.
No. 146
ZATERDAG 23 JUNI 1934
JOHN DILLINGER'S OPDRACHT.
TWEE SPANNENDE
HOOFDNUMMERS.
Cinema Americain
DANCING LADY.
Victoria-Theater.
III.
KAMPIOEN-MINISTER.
Nu wil ik toch eens iets schrijven over een
kampioen-minister: mr. P. P. van Bosse.
Van Bosse heeft in den morgenstond ge
staan van den nieuwen parlementairen dag.
Toen, na langen strijd, voornamelijk door
Thorbecke en de zijnen, de deuren werden
opengestooten naar het hervormd parlemen
tarisme, stond v. Bosse ,,voor de poort", en
hij g'ng in. Hij was op 16 December 1809
te Amsterdam geboren, en studeerde daar en
te Leiden in de rechten. In 1833 volgde zijn
promotie, doch daarna scheen de jongeman
nog niet welbewust een bepaalde richting te
willen kiezen, want hij werd fabrikant.
Maar dit duurde niet lang: in Amsterdam
begon hij de advocatuur uit te oefenen. In
1844 echter volgde de benoeming, die als
een handwijzer in z'n leven worden zou: hij
werd referendaris aan het ministerie van
financiën, hij werd financieele specialiteit.
En: vier jaar later was de jeugdige refe
rendaris gepromoveerd tot minister.
In een verwarden toestand van dien tijd
had de Koning aan onzen gezant te Londen,
Schimmelpenninck, opdracht gegeven tot
vorming van een tijdelijk ministerie, in af
wachting der Grondwetsherziening. Schim
melpenninck volbracht de opdracht, nam
zélf (merkwaardige combinatie) Buitenland-
sche Zaken en Financiën, maar hij was nog
geen twee maanden aan het bewind, toen hij
ten aanzien van de grondwetsherziening
meeningsverschil met de meerderheid van
zijn ambtgenooten kreeg Het geschil werd
aan den Koning voorgelegd, die de meerder
heid gelijk gaf. Schimmelpenninck vroeg en
verkreeg ontslag en werd aan financiën op
gevolgd door den jongen referendaris mr
P. P. van Bosse.
-Welnu, dit is voor van Bosse het begin
geweest van een langdurige politieke carriè
re, van een loopbaan in het bewind, die
door niemand is geëvenaard. Van Bosse
ging over in het kabinet-Donker Curtius,
ging hieruit over in het eerste kabinet-Thor-
becke, en heeft daarna nog verschillende mi
nisterschappen op zijn naam gesteld. In het
geheel is hij in 6 kabinetten minister van
financiën geweest, in 2 kabinetten bovendien
minister van Hervormden Eeredienst.
Waarlijk, wat deze cijfers betreft was
van Bosse een staatsman van Fransche al
lure, en niemand heeft het dan ook in ons
land ooit zoover gebracht. Ziehier de mi
nisteries, waarin van Bosse zitting had, met
de portefeuilles en de tijdperken er bij ver
meld:
1. Schimmelpenninck
1. Schimmelpenninck, financiën, 1848;
2. Donker Curtius, financiën, 18491849;
3. Ie Thorbecke, financiën, 18491853;
3. 2e Thorbecke, herv. eeredienst, 1852 1853;
4. Rochussen, financiën, 18581860;
5. Fransen van de Putte, financiën, 1866;
6. Van Bosse-Fock, financiën, 18681870;
Van Bosse-Fock, herv. eeredienst, 1868;
7. 3e Thorbecke, koloniën, 1871—1872;
8. Kappijne, koloniën, 18771879.
In acht verschillende kabinetten had de
staatsman dus zitting. Een daarvan is naar
hem genoemd: in het in 1868 door Thor
becke gevormd kabinet nam de formateur
zélf geen portefuille, en Van Bosse werd er
de leider van. Ook het kabinet van 1858
wordt wel, naast den naam Rochussen, ge
noemd naar Van Bosse; een bewijs van zijn
beteekenis. Bovendien was hij ook nog een
maal (1862) waarnemend minister van bin-
nenlandsche zaken. En of dit alles nog niet
genoeg was: in de schaarsche pauzen tus-
schen zijn minister-perioden legden de kie
zers beslag op hem, want van 1853 cot
1858 was hij lid van de Tweede Kamer voor
Rotterdam, van 1860 tot 1866 voor Zutphen
en in 1868 voor Dordrecht. En het mag toch
zeker als een unicum gelden, dat iemand, in
Hoofdstuk IV:
Dillinger bevindt zich sedert drie dagen
op vrije voeten. Hij is teruggekeerd naar het
huis van zijn vader, die hem met groote
vreugde heeft ontvangen. Hij is er nog
steeds van overtuigd, dat zijn zoon het beste
kind is, dat er op de wereld bestaat. Hij ver
afgoodt hem nog evenzeer als vroeger. De
oude man heeft een merkwaardige mentali
teit. „Wat heeft hij dan eigenlijk misdaan?
Een roofoverval uitgevoerd? Goede hemel,
daarom is mijn zoon nog lang niet slecht",
klaagt hij.
Tegen de blinde liefde van een vader valt
niet te redeneeren. De oude Dillinger zal
nog even verblind zijn, als zijn zoon meer
dan een dozijn menschen om het leven heeft
gebracht. Later zegt hij„Wat kan die arme
jongen daar aan doen. Van alle kanten
wordt hij vervolgd en opgejaagd. Moet hij
zich dan niet verdedigen? Maar hij is een
goed mensch, die geen vlieg kwaad zal doen,
als men hem maar met rust laat''. Zoo
spreekt de vader maanden later, als men hem
m ongelooflijke sensatiezucht voor den mi
crofoon sleept om hem tot het Amerikaan-
sche volk te laten spreken!
Drie dagen is John Dillinger thuis, a!s
hij op een wandeling een auto tegenkomt, die
bij hem stilhoudt. Het is een groote buiten
gewoon zware Packard, een dichte limou
sine. Het portier wordt geopend en Dillinge1"
ziet in den wagen een dame, die hem een
wenk geeft om in te stappen. Een oogenblik
aarzel hij, maar dan herkent hij de vrouw in
den auto. Hij is ontroerd, hij voelt een onge
kende opwinding in zich, die hem bijna doen
duizelen Maar dan herstelt hij zich; hij weet
nu ook, dat hij drie dagen op deze vrouw
heeft gewacht. Zij moest komenhij heeft het
gevoeld.
-
1848 tot minister benoemd, dertig jaar laiei
nogmaals (en toen voor het laatst) de port.-
ieunle aannam. In het kabinet-Kappeijne,
oveugens geheel uit personen bestaande die
nog nimmer minister waren geweest, werd
de beproefde grijze staatsman Van Bosse op
genomen zijn achtste kabinet.
Ziedaar, met enkele lijnen de loopbaan
van een merkwaardig man geschetst.
Want merkwaardig moet de figuur zijn,
die zoo vaak en op zoo moeilijke oogenbük-
ken tot het bewind geroepen wordt Wie
onze parlementaire historie bestudeert, krijgt
niettemin geenszins den indruk, dat Van
Bosse wat men noemt een schitterend parle
mentariër was. Natuurlijk was hij geen
Thorbecke: zelfs geen Kappeijne. Maar men
mag hem beschouwen als een zeer bekwaam,
scherpzinnig en werkzaam man, die vooiol
als financier uitblonk. Rengers neemt dan
ook meer dan eens uitvoerige citaten uit zijn
financieele redevoeringen op. En gedurende
zijn vele bewinds-perioden heeft Van Bosse
al van financieele maatregelen tot stand ge
bracht: hij hervormde op meer dan één punt
onze belastingwetten, regelde de brievcn-
posterij en het briefport, bracht wetten voor
de scheepvaart, voor het muntwezen, voor
de pensionneering van burgerlijke ambtena
ren tot stand, verlaagde verscheidene accijn
zen, regelde de zegel- en de successiebelas
ting, in één woord, aan een groot aantal
financieele wetten verbond hij zijn naam en
maakte zonder door overweldigende gaven
uit te blinken, zich een voortreffelijke repu
tatie.
In politiek opzicht heeft deze liberale
staatsman groote soej^elheid getoond. Ren
gers legt daar op merkwaardige wijze getui
genis van af van Bosse ging, zooals wij
zagen, uit het kabinet-Donker Curtius ovtr
in het kabinet-Thorbecke. „De heer Van
Bosse" zegt Rengers „had veel uitge
maakt van een bewind, welks samenstelling
in 1848 door Thorbecke scherp was gelaakt"
((II, blz. 27). Toch nam Thorbecke hem op.
Pleit het niet voor Thorbecke én voor Van
Bosse? Dit was aan het begin van Van Bos
se? Dit was aan het begin van Van Bosse's
loopbaan. En aan het eind daarvan nam hij
zitting in het kabinet-Kappeijne. „Eenigszins
verrassend was het", aldus Rengers
„onder al deze nieuwe min of meer radicaal
getinte elementen den grijzen mr. P. P. van
Bosse nog eens te zien verschijnen" (II, blz.
178). en ziet het, twee momenten, vér uit el
kaar gelegen, die bewijzen, dat deze staats
man over een zeker aanpassings-vermogen
beschikte.
En men kan er dan ook van op aan, dat
Thorbecke hem onder zijn trouwe helpets
heeft gerekend. Hij nam hem in zijn eerste
en zijn derde kabinet op en belastte hem met
de leiding van het kabinet van 1868, dat hij
had geformeerd Waarom de groote aan
voerder van zijn tweede kabinet Van Bosse
passeerde en voorkeur gaf aan Betz, is, voor
zoover ik weet, niet gebleken.
Van Bosse heeft een belangrijke taak
trouw en bekwaam vervuld. Hij mag er aan
spraak op maken, onder de voornaamste
figuren onzer parlementaire historie te wor
den gerangschikt. Hij, de kampioen-minister,
de man van acht kabinetten. Die kon het
anders? in het harnas stierf. Den 21 en
Februari 1879 overleed hij, als minister van
koloniën in het kabinet-Kappeijne. Men blijve
hem met eerbied gedenken.
D. HANS
Stukioopen van Huid en Voeten
en Doorzitten bij Wielrijden
verzacht en geneest
Doos 30. Tube 80 ct. Br] Apoth. 6 Drogisten
Het is de vrouw, die tien jaar geleden den
grooten brand in zijn binnenste heeft ontstG-
ken, het is Roode Mary. John Dillinget
stapt in.
Zij zien elkaar langen tijd onderzoekend
aan. Dillinger ziet, dat Mary nog even
schoon is als tien jaar geleden. Maar hij
heeft geleerd zich in duizend verschillende
situaties te beheerschen en hij ziet haar koel
en bijna onverschillig aan en het schijnt wer
kelijk, dat Dillinger op dit oogenblik de
sterkste is. Mary slaat plotseling de heersch-
zuchtige oogen neer en reikt hem de hand:
„Vergeef mij, John, ik geloof, dat ik mij
werkelijk in je vergist heb. Er steekt meei
in je dan ik vermoedde. Ik heb herhaaldelijk
gehoord, dat je achter de grauwe muren een
onverbiddelijk strijder bent geworden
John Dillinger drukt even haar hand. Hij
weet, dat hij deze vrouw slechts kan impo-
neeren door koelheid en hardheid, dat hij
haar moet bestrijden met dezelfde wapens
die zij gebruikt. Hij lacht wat spottend en
zegt: „U wenscht zeker, dat ik nu uw com
pagnon wordt?"
Maar Mary lacht luid: „Mijn compagnon?
Waarde vriend, in deze tien jaar ben ik aan
de spits gekomen en ik ben nog altijd mijn
eigen compagnon. Ik ben niet meer chef van
een gang".
„Hebt u zich in 't particuliere leven terug
getrokken?" spot Dillinger, maar Roode Ma
ry schudt het hoofd.
„Och neen, het vak is te interessant en te
charmant om het ooit op te geven. Maar ik
ben tegenwoordig meer".
„Ik heb andere gangsters weinig over u
hooren spreken. U bent niet erg bekend bij
de jongens", zegt Dillinger en hij denkt haar
daarmede te treffen. Maar rustig antwoorat
zij
„Ik sta juist zóó hoog, dat niemand mij
meer kent. Ik geloof, dat dit een voordeel is
voor een vrouw en niettemin, wanneer ik het
wil, slaan op één dag de gangsters van Chi-
CHIEF WHIP
DE DAME MET DEN ZWARTEN
SLUIER.
Een boeiende film vol spanning.
Bioscoop Theater Harmonie.
Het bioscoop-theater Harmonie brengt
deze week, behalve hedenavond, een bijzon
der spannende film in het geheime detective
genre, in deze beteekenis, dat men tot het
eind in onzekerheid verkeert en zich in aller
lei gissingen verdiept omtrent den moorde
naar of moordenares van de groot-in
dustrieel. Deze is n.1. een groot vereerder
van het vrouwelijk geslacht. Op zekeren
avond wordt hij voor de deur zijner woning
doodgeschoten. Door wie ?Door een zwart
gesluierde dame Gisela, de vrouw van den
man, die zoo bang was voor zijn carrière,
komt het allereerst in aanmerking, maar
ook de zangeres, de ontslagen bediende, zijn
vrouw en vele anderen staan onder verden
king. De broer van den vermoorde, een be
kend advocaat uit Berlijn, komt naar het
kleine plaatsje van den moord. Hij leert
Gisela, die zich van haar man laat scheiden,
kennen en waardeeren en komt weldra voor
de taak, de vrouw, die hij liefheeft, voor de
rechtbank te moeten verdedigen. Maar dar
is hem toevertrouwd. Hij weet zijn getuigen
op bekwame wijze te kiezen. Doch pas op 't
allerlaatst blijkt, wie het doodelijke schot
heeft gelost. Wij mogen echter niet vertellen,
wie het is geweest. Dat moet ge zelf gaan
zien. En gij zult ongetwijfeld van een span
nend filmwerk genieten. De rol van Gisela
wordt op uitnemende wijze vertolkt door
Algo Tsechowa. Paul Otto is haar filmecht
genoot en deze maakt van dezen carrière
man een scherp type. Johannes Riemann is
de sympathieke advocaat. Hansi Niesse een
zeer goede tante en Kathe Haach een volks
vrouw vol temperament. Een zeer goede be
zetting.
Het voorprogramma is verrassend. Na
het journaal ziet men een gekleurde twee-
ader met sport, spel, zang en dans van de
beste kwaliteit. De fraaie kleuren geven het
geheel een eigenaardige bekoring. Ook het
andere nummer: een filmvariatie met dans
en zang op het bekende Kun je fluiten,
Johanna? is zeer geslaagd.
Reken nooit op vrouwen, zegt
het eerste hoofdnummer deze week in de Ci
nema Americain, een boeiende film waarin
Jack Holt en Fay Wray de hoofdrollen ver
vullen.
De geschiedenis speelt in de woestijn waar
petroleumbronnen aangeboord zijn. Er is een
spannende intrige, een eerlijke directeur, die
al zijn best doet de olieonderneming tot bloei
te brengen, een geslepen Europeaan, die op
het directeursbaantje loert en een Arabieren-
generaal heeft omgekocht om de pijpleidin
gen te vernielen en de wachters te dooden
en last not least twee verliefde menschen, de
vrouw van den directeur en een vroegere
machthebber, bijgenaamd de Napoleon van
de onderneming, die alleen terug gekomen is
om de vrouw van den ander te halen Die
cago, New-York, San Francisco, Denver of
waar ik maar wil hun slag. Ons beroep is
niet zoo, dat men er theatraal over spreekt;
anders zou ik zeggen, dat ik de onbekende
koningin der gangsters ben. Niemand kent
mij en toch is mijn macht zoo groot, dat ik
iederen gang in de Ver. Staten in hand-in
heb. Ik kan een bende groot maken of v?»"
nietigen. Al Capone verdween in de gevan
genis, toen ik de hand van hem af trok. Jack
Diamond was ten doode opgeschreven, toen
ik het wilde".
John Dillinger is verbluft Schertst zij f
is het haar ernst? Maar zij is geen vrouw,
die een goedkoope comedie speelt. En kaiui
vervolgt zij :„Met geld kan men in de Ver
Staten alles of althans zeer veel bereiken.
Dat weet je, John. Ik heb onuitputtelijke
hulpbronnen, waarvan ik een verstandig ge
bruik maak. Ik houd je voor te verstandig,
dan dat ik verwachten kan dat je zou vra
gen, hoe ik dat alles georganiseerd heb en
wie ik in werkelijkheid ben Is het niet on
verschillig of ik Smith of Croker of Brown
heet? Of ik een rol in de society speel of er-
?ens vanuit een centrale mijn draden spit],?
oen ik wilde, dat jij vrijgelaten zou wor
den, werd jij vrijgelaten. Het „hoe" is mijn
geheim. Misschien zal men dit geheim nog
eens ontdekken en dat zal de grootste sensa
tie zijn, die Amerika ooit be'eefd heeft. Maai
waarschijnlijk zal het nooit ontdekt worden
en ik hoop het eens mee in het graf te ne
men".
John Dillinger is er van overtuigd, dat
deze vrouw de waarheid spreekt. Hij weet,
dat de jaarlijksche omzet der misdaad in de
Ver. Staten op 600 millioen wordt geschat
Hij weet, dat de kopstukken der onderwereld
macht hebben over politici, over leiders van
handel en industrie en gedeeltelijk zelfs over
de justitie. Waarom zou Roode Mary niet
een der allergrootste dezer kopstukken zijn?
vrouw is maar al te bereid haar man voor
hem in den steek te laten, maar op het be
slissende oogenblik ziet de veroveraar van
dit vrouwenhart hoe noodig het is dat hij
hier optreedt om de onderneming uit de han
den van schurken te redden Hij vergeet de
vrouw voor enkele dagen en neemt doeltref
fende maatregelen en dan komt uit hoe harte
loos deze vrouw is, hoe zij niet alleen haar
man maar ook hem als een speelbal b_-
schouwt. Hij laat haar in den steek en
troost zich met een Arabisch danseresje, die
hem als een lastig hondje door heel het film
verhaal heeft nageloopen. Deze film, in Afri-
kaansche decors, een film waarin het op een
moord meer of minder niet aankomt, is bui
tengewoon interessant en boeit de toeschou
wers van het begin tot het einde.
Daarna komt het tweede hoofdnummer,
Champagne bij kaarslicht, een
film van geheel ander genre, romantisch en
komisch in hooge mate. Zij geeft het leven
van een jongen kamerdienaar weer, een
man, die zooveel van de groote wereld gezien
heeft, dat hij zelf ook wel eens voor grand
seigneur wil spelen.
Helaas is hij maar een kamerdienaar, die
als Zijne Hoogheid de prins damesbezoek
heeft op het goede moment het licht moet uit
draaien en vertellen, dat er een stop kapot
is om daarna met kaarsen binnen te komen
en Zijne Hoogheid inmiddels gelegenheid te
geven van zijn vrouwelijk bezoek iets meer
aan een handdrukje te krijgen.
Op reis naar Monte Carlo gaat Josef, de
dienaar, vooruit en maakt in den trein met
een jonge dame kennis, die kroontjes op zijn
bagage ziet en hem voor een prins houdt.
Haar gereserveerde houding verdwijnt als
sneeuw voor de zon en het gevolg van de
vriendschap is, dat zij hem komt bezoeken
op 'n avond, dat Zijne Hoogheid niet thuis is
Josef speelt dan zelf voor prins en zegt
haar alle geestigheden, die hij nu al jaren
lang zijn meester bij dergelijke gelegenheden
heeft hooren zeggen, b.v., dat vrouwen en si
garen de eigenschap hebben, dat zij minder
goed worden als men ze laat uitgaan.
Onverwacht komt Zijne Hoogheid thuis
en kijkt om een hoekje deze scène aan. Hij
heeft er schik in, trekt een livrei-jasje aan,
haalt de stop uit het licht, brengt kaarsen
binnen en dient champagne.
De ware Josef vlucht verschrikt en Zijne
Hoogheid in livrei brengt het meisje ten
slotte zoo tot vertwijfeling, dat zij de vlucht
neemt. Dank zij een meegenomen sigaretten
koker en een verloren muiltje komen er nog
eenige geestige scènes waarin een bedrogen
echtgenoot zijn vrouw bij Zijne Hooghei
zoekt en zijn dienstbode het meisje uit
den trein daar aantreft. Hij vertelt zijn
vergissing lachend aan zijn stamtafel in het
Casino, niet wetende, dat op hetzelfde oogen
blik zijn vrouw werkelijk bij den prins is
Josef staat op dat oogenblik bij een berouw
vol meisje in de keuken. Zij zijn beiden over
hun teleurstelling heen, dat hij geen prins
en zij geen deftige dame is en een gelukkig
huwelijk is natuurlijk in het vooruitzicht.
De bezoekers van de Cinema Americain
hebben gisteravond om deze alleraardigste
film hartelijk gelachen. Elina Landi en Paul
Lukas hebben er in het theater Tuschinski
reeds aller harten mee veroverd
Buiten- en binnenlandsch nieuws gaat a's
gewoonlijk vooraf
Hij gelooft haar op dit oogenblik onvoor
waardelijk. Maar tegelijk voelt hij een gren-
zelooze teleurstelling. Wanneer deze vrouw
zoo groot is, wat kan hij dan ooit voor
haar zijn? Hoe kan hij dan ooit den weg
naar haar vinden? Roode Mary schijnt zijn
gedachtengang tot in kleinigheden te rad.n.
Hij behoeft zelfs niet te vragen, wat hij
meet doen om haar gunst te verwerven. Zij
knikt hem toe en zegt:
„Ja, je kunt veel voor me doen, John Dil
linger. Jij bent de man, dien ik noodig heb.
Je weet, dat Roosevelt, sedert hij president
is geworden, met ongehoorde energie tegen
de onderwereld optreedt Eén van zijn leuzen
is: vernietiging der onderwereld, uitroeiing
der corruptie. Dat heeft zijn uitwerking op
vele onzer gangstersorganisaties niet gemist
Dagelijks vallen tusschenpersonen van ons
af uit vrees voor arrestatie. Onze invloed op
justitie, politici, politie en industrie begint te
verminderen. Overal verliezen onze jongens
den moed. Zij gelooven werkelijk, dat de ver-
nietiging van de onderwereld voor de deur
staat en zouden zich graag in het burgerlijk
leven redden. Het geloof aan de macht van
de onderwereld begint te wankelen. Dat
mag niet verder zoo doorgaan. Hier moet
een „halt" geboden worden. Wij moeten too-
nen, dat wij machtiger zijn dan de politie;
wij moeten bewijzen, dat de groote gangsrer
zich in de Ver. Staten nog altijd kan hand
haven. Het vertrouwen in onze organisatie
moet terugkeeren, evenals de vrees van het
publiek. Anders zijn wij verloren
Daarvoor is de daad van een man noodig,
van een gangster, die geen vrees kent. Die
bewijst, dat de po'itie, de justitie, de detecti
ves machteloos tegenover hem zijn. Wij heb
ben een man noodig, die het groote publiek
dagelijks bewijst, dat de macht der gangsters
in de Ver. Staten nog ongebroken is. Dat zal
ook den anderen jongens weer moed geven
REPRISE S. O. S.-IJSBERG.
In het A. B. T.
Het is de directie van het A. B. T. gelukt
de groote fiim S. O. S. Ijsberg met m
den hoofdrol Ernst Udet nogmaals in Alk
maar te vertoonen. Niet zoozeer om den
inhoud, dan wel om de.prachtige en vaak in-
gelooflijke opnamen van Ernst Udet' kunst
stukken op vlieggebied heeft deze film wel
een bijzonder beteekenis.
Zij speelt in de Poolzee, waar een klein
aantal helden de groote gevaren der IJszee
met mannenmoed trotseeren. Prachtige beelden
uit het hooge Noorden, natuuropnamen zoo
als men ze slechts zelden ziet, zijn bij voort
during een lust voor het oog. De operateur
heeft fotographische wonderen verricht. Men
ziet de geweldige ijszee met haar drijvende
witte gevaarten, die bij het invallen der dooi
aanleiding geven tot grootsche natuurtafree-
len. En hierin zit door het optreden van ijs
beren, het uithalen van moedige waagstuk
ken door dappere helden, een spanning die
maakt, dat men tot het einde geboeid blijft
toekijken. En als dan de groote vlieger Ernst
Udet te hulp snelt en een van de expeditie
leden redt, gaat het per vliegtuig naar de
nederzetting der Eskimo's aan de kust van
Groenland Die Eskimo's trekken er in een
vloot van kajaks op uit om de laatste over
gebleven vrienden te redden. Eenige dappere
mannen moeten in het Noorden hun leven
laten, ook honden, maar één der honden,
een prachtig dier, blijft tot het laatst actief.
Wie een buitengewóón filmwerk uit oogpunt
van natuuropname en fotografie weet te
waardeeren. mag S. O. S. Ijsberg niet ver
zuimen.
Uit het voorprogramma noemen we aller
eerst het zeer uitgebreide binnen- en buiten-
landsch nieuws, benevens een grappig teeken
filmpje „The toy shoppe".
Een woord van waardeering verdient on
getwijfeld ook de keurige revue-film „Het
avontuur van Connie Boswell" (op het pro
gramma staat vermeld Annie, doch dit moet
Connie zijn). Van de beroemde Boswell-sisters
hooren we eenige van hun beroemdste num
mers, o.a. H> ebees Jeebees Dance.
Het geheel dus een programma het A. B. T.
waardig.
Over de film „Dancing Lady" is reeds
zooveel geschreven in alle mogelijke bladen
en tijdschriften en de meeningen erover zijn
zoo eenstemmig gunstig, dat we reeds bij
voorbaat niets anders dan goeds verwacht
ten. Daarbij komt nog, dat de hoofdrollen in
handen zijn van een Joan Crawford en een
Clark Gable, zoodat we vooruit verzekerd
waren van prima filmspel. En ongetwijfeld
kunnen de verwachtingen niet zóó hoog ge
spannen zijn of de werkelijke aanschouwing
zal de stoutste vermoedens glansrijk ver
slaan. Vooraf even vastgesteld, dat „Dancing
Lady" volgens het beproefde Amerikaansche
systeem is gemaakt, een systeem, dat elke
revue-film karakteriseert. Ook in deze film,
de opwindende en nerveuze voorbereidingen
tot „den grooten dag" en ook hier het weer
klinken van kort afgemeten bevelen tusschen
de coulissen. Dat dus op een be
paald oogenblik de revue schijnbaar geen
doorgang kan vinden, omdat de noodige
contanten ontbreken, is dan ook volkomen in
de lijn van het systeem.
Maar laat ons echter niet in details verval
len. De inhoud is in het kort als volgt: Een
beauty van een danseresje wordt als het
Zoodra het blijkt, dat wij machtiger zijn dan
politie, detectives en leger, zal ons aanzien
terugkeeren. De onderwereld zal strijd vo -
ren tegen de bovenwereld. En jij, Jonn Dil
linger, bent de man, dien wij noodig heb
ben. Je zult den strijd niet overal alleen voe
ren. Wij zullen je beschermen waar wij kun
nen. Overal zul je onze hulp genieten. Maar
het bewijs van ons bestaan, van onze onge
broken macht moet slagen!"
Roode Mary heeft opgewonden gesproken
Haar oogen fonkelen en op dit oogenbük
speurt Dillinger het bijna demonische in
deze vrouw. Maar het denkbeeld heeft zich
van hem meester gemaakt: dit is juist een
doel voor hem. Geheel Amerika zal van hem
spreken. Hij zal in den volsten zin des
woords Amerika's vijand no. 1 worden. Te
gelijkertijd wordt ook de hartstocht weer
sterk in hem.
„En mijn loon vraagt hij. Mary ziet
hem lang aan. Dan drukt zij op een knop
en de wagen houdt stil. „Wil jij die man
zijn?" vraagt zij, terwijl zij het portier
opent. John Dillinger springt uit den aum
en zegt: „Ik zal die man zijn!"
Mary trekt het portier weer dicht, terwijl
zij zachtjes zegt: „Een man, zooals ik daar
even geschilderd heb, zou ik kunnen liefheb
ben".
De auto snort weg. Dillinger staat duize
lend op den weg. Dit was het grootste uur
van zijn leven Hij ziet een doel, een bloedig
doel, maar hij zal dat doel nastreven met
het wilde instinct van een roofdier.
(Wordt vervolgd).
(De drie vorige artikelen werden opgeno
men 16, 19 en 21 Juni. Red. Alkm. Crt