DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
De schrijfwijze van Marchant.
Motie-Tilanus aangenomen.
Wat zal de toekomst zijn van de mark?
tDxtgetiiksch OveczUfit
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33.
No. 150
Djrecteur: C. KRAK.
Donderdag 28 Juni 1934
Hoofdredacteurs Tj. N. ADEMA.
136e Jaargang
Dit nummer bestaat uit twee bladen
Eerste- en Tweede Kamerzitting
Het program der Nazi-regeering kost te veel geld.
Teleurstelling.
Blijvend tekort.
Een export-offensief.
Waf vandaag de
aandacht trekt,,n
Zij, die zich met 1 JULI a.s. voor
minstens 3 maanden op dit blad abon-
neeren, ontvangen de tot dien datum
verschijnende nummers franco en
gratis.
DE DIRECTIE.
ALKMAARSCHE COURANT.
Den Haag, 27 Juni 1934.
EERSTE KAMER.
In hare korte vergadering van gister-*
avond heeft de Eerste Kamer een dozijn
wetsontwerpen goedgekeurd, waarvan
trouwens ook slechts één aanleiding gaf
tot eenige gedachtenwisseling. Dat was
het voorstel tot wijziging van de spoor
wegwet; hoofdzakelijk ten doel hebbend
om aan de spoorwegen de vrije hand te
laten, zij het ook onder toezicht van den
Minister van Waterstaat, bij de vaststel
ling van hunne tarieven zonder, gelijk
tot nog toe, verplicht te zijn deze te pu-
b'iceeren. Het gevolg hiervan zal zijn,
dat zij beter de concurrentie van andere
vervoermiddelen het hoofd kunnen bie
den.
De heer Smeenge (lib.) vreesde, dat
hierdoor aan de binnenschipperij het
leven nog moeielijker zou worden ge
maakt dan nu reeds het geval is. Hij zou
in ieder geval willen, dat met de behan
deling van dit ontwerp werd gewacht
tot dat op het Verkeersfonds was aange
nomen. Zoo'n haast was er zijns inziens
niet bij.
De heer Janssen (r.k.) kwam tegen
deze voorstelling van zaken op. Naar
zijn overtuiging moet men het den spoor
wegen mogelijk maken hun concurren
ten te bestrijden, en de scheepvaart met
haar egen klandizie behoeft zich daar
over niet ongerust te maken. Dat was
ook de meening van den Minister van
Waterstaat,, Jr. Kalff, die er aan herin
nerde, dat 80 percent van ons goederen
vervoer te water geschiedt en verzeker
de, dat de spoorwegen aan geen doode-
lijke concurrentie met de scheepvaart
kunnen denken. De heer Smeenge was
echter niet te overtuigen en met zijn
stem tegen is het ontwerp aangenomen.
Van de overige goedgekeurde wets
voorstellen noemen we slechts dat tot
samenvoeging van Aengwirden en Scho-
terland, waar niemand bezwaar tegen
had. De Kamer is daarop tot heden 11
uur uiteen gegaan.
De Eerste Kamer is hedenmorgen be
gonnen hare goedkeuring te hechten aan
het wetsontwerp tot opheffing van de
onderscheiding tusschen handelsdaden
en niet-handelsdaden en kooplieden en
niet-kooplieden.
De eenige opposant er tegen was de
heer Van Sasse van IJsselt (r.k.), met
twee hoofdbezwaren. In de eerste plaats
vond hij terecht, dat in onze wetboeken
met de tallooze toevoegingen en wijzi
gingen, langzamerhand op lappedekens
gaan gelijken, waarin zelfs de juristen
geen weg meer weten. Hij vroeg dus den
Minister van Justitie, hoe hij dacht over
een nieuwe uitgave onzer wetboeken
met doorgaande nummering. In de twee
de plaats achtte hij het gewenscht, dat
er in het ontwerp een omschrijving werd
opgenomen van het begrip „bedrijf".
Minister Van Schaik weigerde ook
maar een inwilliging van het eerste ver
zoek des sprekers in uitzicht te willen
stellen. Hij vond het blijkbaar volstrekt
niet noodig. Wat het tweede punt aan
gaat, meende hij dat een definitie van
het begrip „bedrijf" overbodig en ver
warrend werken zou. Het ontwerp werd
daarna zonder stemming goedgekeurd.
Het door de Regeering aangevraagde
crediet vnn 60 millioen tot werkverrui
ming heeft hierna de Kamer tot net
einde der vergadering in beslag genomen
en morgeit zal de bespreking er van
worden voortgezet. De Kamer was dit
maal wel buitengewoon uitvoerig. Reeds
de eerste spreker, de heer Van Lanschot
(r.k.) bezondigde zich daaraan, zoodat
hij na zijn rede van den Voorzitter de
ietwat sarcastische opmerking moest
hooren: „thans is het woord aan den
heer Gelderman ten einde over het ont
werp in zake de werkveruiming te spre
ken". De Voorzitter kon haast niét dui
delijker zeggen, dat z.i- de heer Van
Lanschot niet over de werkverruiming
hac gesproken. Dat was niet geheel on
juist: de heer Van Lanschot had inder
daad het minst over de kwestie van
werkverruiming gesproken, het meest
over de middelen om onze economische
positie te versterken, wat voor den heer
Van Lanschot mogelijk is door verhoo
ging van onze invoerrechten. Hij meen
de, dat we ons economisch krachtiger
zouden kunnen maken door, niet uit
principieele overwegingen, doch uit op
portunisme onze tariefmuren nog wat
hooger op te trekken. Dan zou het eco
nomisch mogelijke, waarover bij bespre
kingen van over de loonen zoovaak ge
debatteerd wordt, gelijk kunnen worden
gesteld met het ethische minimum, dat
zoo vaak als ideaal wordt afgeschilderd.
Tegen het wetsovoorstel zou hij intus-
schen niet stemmen.
Dat zou ook de volgende spreker de
heer Gelderman (lib.) niet doen. Hij zou
evenwel gaarna nader worden ingelicht
omtrent de wijze, waarop de Regeering
het gevraagde crediet wil besteden. Hoe
ook staat de Regeering tegenover huur-
verlaging?
De heer Ter Haar (c.h.) ook voorstan
der van het ontwerp, pleitte in het bij
zonder voor steun aan de scheepvaart.
De heer Danz (s.d.a.p.) heeft daarop de
Kamer op een zeer uitvoerige beschou
wing over loon en loonpolitiek onthaald.
Hij keurde een mogelijke loonsverlaging
af en meende, dat deze kon worden
voorkomen door vermindering van de
kapitaalslasten. De spr. pleitte voor
financieelen steun aan onze nijverheid
er. begunstiging van de oprichting van
nieuwe bedrijven. Ook kwam hij weder
voor den dag met het denkbeeld aan de
stichting van een industriebank. Intus-
schen beloofde hij zijn stem aan het
ontwerp. Dat deed ook de heer De Bruyn
(r.k.), hoewel ook hij bezwaren had. Ook
hij pl.eitte voor steun aan onze industrie
en bevordering van nieuwe industrieën.
Sterk keurde hij het af, dat de Regeering
zich gaat mengen in het loonvraagstuk.
Tot nog toe heeft zij steeds een afzijdige
houding aangenomen en daarbij had zij
moeten volharden .Ook hij sprak over
het economisch mogelijke en het ethisch
minimum bij de loonen en beweerde,
dat-het economisch mogelijke best zoo
hoog is op te voeren door allerlei be
schermende maatregelen, dat het ethi-,
sche minimum wordt bereikt. Ten slotte
vond hij, dat de Vakcentrales vertegen
woordigd moeten zijn in het bestuur van
het Werkfonds.
De heer Otten (v.d.) betoogde o.a., dat
bij de besteding van het aangevraagde
crediet de landbouw vooral niet vergeten
mocht worden, wat sommige leden iet-
wAt vreemd deed opkijken. Zij vonden
blijkbaar de steun aan den landbouw
voor het oogenblik wel meer dan vol
doende.
De heer De Zeeuw (s.d.a.p.) kapittelde
de Regeering over harer weigering om
met ruwe hand in privaatrechtelijke ver
houdingen in te grijpen en wees op tal
van feiten, die het bewijs moeten leve
ren, dat de Regeering in de practijk
daarvoor toch niet terug deinst.
Verder heeft hij breedvoerige be
schouwingen geleverd over het denk
beeld van loonsverlaging en inlichtingen
gevraagd over de plannen der Regeering
in zake de besteding van de aangevraag
de credieten.
De heer Andriessen (r.k.) heeft in een
niet minder uitvoerig betook uiteenge
zet, dat er niet aan loonsverlaging mag
gedacht worden, vooral niet bij de bouw
vakken. Intusschen verklaarde hij zich
bereid zijn stem aan het wetsvoorstel te
geven.
Het sprekerslijstje was hiermede uit
geput, waarop minister Colijn het woord
kreeg, doch er den voorkeur aan gaf
morgen de sprekers te beantwoorden.
TWEEDE KAMER.
Het belangrijkste nieuws uit de Twee
de Kamer is vermoedelijk voor de meeste
orzer lezers het bericht, dat de Kamer
geweigerd heeft mede te gaan met de
spellingsplannen van Minister Mar
chant.
Na de opening van de vergadering
kwam aan de orde de stemming over
de moties, welke bij de interpellatie-
Tilanus waren ingediend. In de eerste
plaats de motie-Tilanus, dat niet moet
worden overgegaan tot toelating van de
spelling volgens het compromis-Mar-
chant. Zij werd aangenomen met 48
tegen 43 stemmen. Tegen stemden de
sociaal-democraten (behalve de heer.
Schaper), de vrijz. democraten, de com
munisten, de katholieken Hermans,
Van de Put, Kortenhorst, Schaepman,
Sumpel, Mol Ier, Kuiper, Van de Bilt,
Loerakker en Van Coevorden, verder
Sneevliet (rev. soc.), Van Houten (c. d.)
en Wielinga (a. r.). Voor stemden de
overige Katholieken, de Liberalen, de
Antirevolutionnairen (behalve Wielin
ga), de Chr. Hist., de Staatk. Geref., de
heeren Lingbeek (herv. ger.), Arts (kath.
volksp.), Westerman (nat. herst.), Ver-
voorn (plattel, en Schaper (s.d.a.p.)
De motie-K. ter Laan ten gunst van de
invoering van de compromissspelling op
1 Sept. a.s. werd bij zitten en opstaan
verworpen, terwijl de motie-Moller aan
dringend op betere kennis van onze taal
op de examens eveneens bij zitten en
opstaan werd aangenomen. Hierbij ble
ven alleen de communisten zitten.
De Kamer heeft hierna voortgezet de
behandeling van het ontwerp tot in
stelling van een Verkeersfonds. Weder
hebben zich vele tegenstaande^ doen
hooren: de heeren Van Dis (st.ger.),
Bongaerts (r.k.), Duymaer van Twist
(a r.), Bakker (c.h.), Van Braambeek
(s.d.a.p.), Bierema (lib.), zij allen hadden
meer of minder ernstige bezwaren tegen
het voorstel, hetzij omdat zij de nieuwe
verkeersmiddelen al voldoende belast
vonden, hetzij omdat zij de verdwijning
van het Wegenfonds betreurden, hetzij
omdat zij het onbehoorlijk achtten, dat
de tekorten der spoorwegen zouden
worden betaald uit het Verkeersfonds en
het lijkt er wel op, dat de ministers
Kalff en Oud, die de verdediging van het
voorstel op zich heben genomen, een
zwaren dobber er aan zullen hebben.
Maar geheel zonder kans zijn ze toch
niet.
Toen toch minister Kalff de verschil
lende sprekers beantwoordde, heeft hij
niet alleen met grooten nadruk er op
gewezen, dat de spoorwegen tamelijk
onverschillig tegenover het wetsontwerp
kunnen staan omdat zij ook zonder aan
neming er van zeker van zijn, dat hunne
tekorte ndoor den Staat zullen worden
bijgepast. Zij zijn dus safe. Maar de Mi
nister deed nog een concessie bovendien.
Hij zal n.1. een wijziging in het ontwerp
brengen, waarbij vastgesteld wordt, dat
voor de wegen eenzelfde bedrag als tot
nog toe uit het Wegenfonds zal worden
bestemd, wat voor dit jaar op een som
van 9,5 millioen neerkomt en in de
volgend jaren niet lager mag zijn.
Minister Oud heeft in zijn financeele
beschouwingen er op gewezen, dat het
Verkeersfonds geen sluitsteen der reke
ning zal zijn. maar een afzonderlijke
rekening van de verkeersuitgaven. Dat
daarvoor ook zwaarder belasting moet
geheven worden, achtte hij niet onbil
lijk: de auto's profiteeren buitengewoon
vap de goed onderhouden wegen en ook
van de wielrijders mag een ietwat groo-
ter offer worden gevraagd.
Morgen voortzetting.
De positie van dr. Schacht, den president
van de Duitsche Rijksbank, is allesbehalve
sterk, velen waren eft zijn nog steeds zijn
tegenstanders, omdat hij van een nieuwe in
flatie niet wil weten, daar ook hij wel voor
ziet, welk een ontstellenden indruk dit meet
maken op de Duitschers, die zich de vorige
inflatieperiode maar al te goed herinneren.
Maar de radicale vleugel van de natio-
naal-socialisten staat juist om Schacht's
verzet tegen inflatie vijandig tegenover hem,
streeft er naar hem te verdringen en te doen
vervangen door een soepeler figuur. Als zoo
danig wordt Reinhart, de directeur van de
Commerz- und Privatbank, gedoodverfd.
Deze is n.1. voorstander van een meer con
sequente doorvoering van het werkverschaf
fingsprogramma, desnoods ten koste van
het ruilmiddel.
De regeering heeft, voordat zij aan het
bewind kwam, beloofd, dat zij de werkloos
heid zou. afschaffen, dat zij iederen Duit-
scher werk en brood zou verschaffen en op
dit program- zijn millioenen met Hitier in
zee gegaan.
Maar het is gemakkelijker dergelijke din
gen te beloven, dan ze uit te voeren; et
heerscht nu eenmaal een crisis en daarmede
had Hitier rekening moeten houden; maar
dan had hij, een groot deel van zijn invloed
op de massa ingeboet, want op de zes mil
lioen Duitsche werkloozen werkte deze be
lofte als een tooverformuleWerk en brood!
Milliarden heeft dit programma de schat
kist reeds gekost, ontwrichting van hei
staatsbudget, vöoral in de toekomst (wegens
de vooruitbetaling van belasting tegen kor
ting) heeft het veroorzaakt en ontwrichting
van de betalingsbalans, en zoodoende heefi
het medegewerkt aan het noodzakelijk wo'-
den van het transfer-moratorium.
Waarom het de betalingsbalans ont
wrichtte?
Omdat het programma een grooten invoer
van grondstoffen vereischt, die moeten wor
den betaald aan 't buitenland zoodat er min
der deviezen beschikbaar blijven ter betaling
van den invoer van afgewerkte producten en
de schulden.
Denzelfden invloed heeft de Duitsche her
bewapening, wént ook deze eischt grooten
invoer van grondstoffen.
De invoer van metalen (koper, lood, zink
enz.) is in een jaar tijd met circa 100 pCt.
gestegen en ook deze invoer moet worden
betaald.
Met dat al voldoet de werkverschaffing
in het geheel niet aan de eischen en ver
wachtingen van de radicale elementen, want
de werkloosheid is, alle verklaringen van
Göbbels ten spijt, nog bij lange na niet geli
quideerd, terwijl bovendien de loonen, die in
de werkverschaffing worden betaald, uiterst
laag zijn.
Het argument: „het buitenland is van al
lés de schuld" moge afleidend werken op de
groote massa in Duitschland, maar kan he»
feit niet wegnemen, dat deze groote massa
brood en werk-blijft eischen.
Vandaar de hardnekkige pogingen om
Schacht weg te krijgen en zoodoende den
weg vrij te maken voor inflatie.
De toekomst vart de mark is in de eerste
plaats afhankelijk van politieke factoren ?!i
maar zeer betrekkelijk van economische, of
schoon deze laatste een groote rol kunnen
gaan spelen, wanneer de „vlucht uit de
mark" waarover de Duitsche pers thans
klaagt, zich in stijgende lijn ontwikkelt. Deze
„vlucht uit de mark" kan zich natuurlijk
slechts in zeer geringen omvang voltrekken
in den vorm van omzetting van Duitsche
valuta in buitenlandsche waarden, gezien
het ontstellend aantal belemmeringen dat de
Duitsche regeering aan den gelduitvoer in
den weg legt.
Zij geschiedt in den vorm van belegging
in goederen, wat niet anders wil zeggen, dan
dat het publiek de mark niet meer vertrouwt
en naarmate dit verschijnsel in omvang toe
neemt, zal het prijsniveau een sterker nei
ging tot stijgen vertoonen en is inflatie niet
uitgesloten. Vooralsnog echter spelen de po
litieke factoren de grootste rol. De regeering
mist nog den moea, de politiek van Schacht
te verloochenen en de eischen van de radica
len in te willigen.
Het is nu echter de vraag of het transfer
moratorium de Rijksbank en de regeering
uit de moeilijkheden kunnen helpen, zoodat
het werkverschaffingsprogramma in ieder
geval in zijn huidigen omvang kan worden
voortgezet.
Het antwoord op deze vraag luidt ontken
nend. Immers, de Bank bespaart door 't mo
ratorium gedurende de eerstvolgende zes
maanden een bedrag van circa 40 millioen
per maand, maar in den loop van dit jaar
heeft de Bank meer dan 40 millioen per
maand aan deviezen verloren, waaruit te
concludeeren valt, dat er een tekort blijft be
staan, dat dus de extra grondstoffen-invo:r
toch weer zal moeten worden gefinancierd
ten koste van het een of ander.
De vraag is echter: ten koste waarvan?
Van den invoer van afgewerkte producten?
Maar dit kan niet onafgebroken doorgaan,
want dan stijgen de prijzen in Duitschland
nog meer. Van de buitenlandsche schulden?
Dit is uitgesloten, want het rijk betaalt zelfs
de Dawes- en Young-leeningen niet meer.
Men kan zich niet aan den indruk onttrek
ken, dat tenzij de regeering alsnog haar
koers verandert het economische leven
van Duitschland binnen afzienbaren tijd
volkomen zal zijn ontwricht, in weerwil van
krampachtige pogingen, die men thans aan
wendt om het in stand te houden, zooals het
tot het uiterste belemmeren van het opvra
gen van banksaldi ter voorkoming van in
flatie (d.w.z. er is in Duitschland reeds
sinds lang een credietinflatie, maar aan een
biljetteninflatie waagt men zich nog niet.
Nog een mogelijkheid dient echter in het
oog te worden gehouden en wel, dat het rijk
tracht door middel van buitenlandsche lee
ningen de tekorten te overbruggen; voor
buitenlandsche leeningen echter is vertrou
wen vereischt èn in de Duitsche regeering
èn in de mark, maar beide worden gewan
trouwd. Aan een dergelijke leening behoeft
men dus niet te denken.
Wanneer men dit alles bedenkt, wanneer
men bovendien in aanmerking neemt, dat cb
Duitsche industrie de zijde van de radicale
elementen in de nationaal-socialistische gele
deren kiest, zij het ook alleen inzake de ver
zwakking van de valuta, teneinde een zoo
genaamd export-offensief te kunnen begin
Wat zal de toekomst van de
mark zijn? (Dag. Overzicht).
Het eerste concentratiekamp in
Oostenrijk (Buitenland.)
Weer bom-aanslagen in Oosten
rijk. (Buitenland.)
Arthur Henderson afgetreden als
secretaris van de Engelsche La-
bour-partij. (Buitenland.)
De Engelsche luchtmacht-verster
king. (Buitenland.)
Prinses Juliana naar Zwitser
land? (Binnenland.)
Weer een oceaantocht. (Lucht
vaart.)
De „Zeven Provincien"-muiters
naar Holland. (Koloniën.)
(Zie verder eventueel laatste
berichten).
nen, moet men concludeeren, dat het einde
van de rijksmark in zicht is. Of echter de
devaluatie van de rijksmark werkelijk tot een
export-offensief zal leiden, valt te betwijfe
len.
Ten eerste is de Duitsche industrie reeds
nu in staat te concurreeren, dank zij het
stelsel van scrips en Sperrmarken. Door dit
systeem heeft de Duitsche industrie reeds
een geweldigen voorsprong op landen, die
hun ruilmiddel niet hebben gedeprecieerd en
neemt zij een gelijkwaardige positie in tegen
over landen, die dit wel deden, zooals Enge
land en Amerika. Bovendien staat het onom-
stootelijk vast, dat het buitenland een der
gelijk offensief met de scherpste middelen
zal beantwoorden.
Aangezien van dit offensief dus maar bit
ter weinig is te verwachten, blijft nog slechts
deze vraag: zal de mark binnen zekere gren
zen worden gedevalueerd, bijv. 30 tot 40
pCt. of zal de depreciatie weer even fantas
tische vormen aannemen als tien jaar ge
leden
Dit hangt af van het al of niet aanblijven
van Schacht als president der Rijksbank, en
dit is weer afhankelijk van politieke factoren.
Schacht kan misschien zijn geweten sus
sen met een of andere drogreden omtrent het
verschil tusschen devaluatie en inflatie (of
schoon hij zich van beide maatregelen tegen
stander betoont en zulks hiet klem aan de ge
heele wereld verkondigt) en derhalve in
functie blijven; in dat geval is te verwachten
dat hij krampachtig zal pogen de deprecia
tie binnen eenigszins redelijke grenzen te
houden. Het zal hem dan uiterst moeilijk,
zooal niet onmogelijk zijn, inflatie te ver
mijden.
Immers stijgt in Duitschland het prijsni
veau; weliswaar alweer niet feitelijk, omdat
de regeering prijsstijgingen tegenhoudt,
maar langs anderen weg, doordat de kwa
liteit van de goederen slechter wordt. Bij
een waardevermindering als bovengenoemd
echter zou gezien den psychologischen
toestand in Duitschland, het wantrouwen in
de mark het prijsniveau waarschijnlijk
ook feitelijk scherp stijgen. Komt echter een
fantast als Reinhart in de plaats van
Schacht, dan is een onbegrensde inflatie te
verwachten, want wanneer men eenmaal be
gint dezen weg „principieel" te bewandelen,
dan is het einde van de ellende niet te over
zien.
Dat de mark te gronde gaat, gezien de
uiterst moeilijke omstandigheden, waarin het
Derde Rijk verkeert, kan vrijwel als zeker
worden aangenomen. Of deze ondergang
even grondig zal zijn als voor tien jaren,
moet nog worden afgewacht.
KORTE BERICHTEN.
Prins Hendrik zal op 30 Juni as te
's-Gravenhage den Ridderdag van de Jo-
hanniterorde presideeren. Tevens zal dien
dag het 25-jarig bestaan van de Commen-
derij „Nederland" van die orde worden her
dacht.
De minister van Economische Zaken
heeft met ingang van 1 Mei 1934, als direc
teur van de Nederlandsche Graancentrale
benoemd ir. C. C. C. van Stolk, te Rotterdam
De minister van Economische Zaken
brengt ter kennis /an belanghebbenden, dat
hij, behoudens tegenbericht, eiken Donderdag
te beginnen met 5 Juli 1934, des namiddags
te 2 uur, aan het hoofdgebouw van het De
partement van Economische Zaken, Bezui-
denhoutscheweg 30, te 's-Gravenhage allen
zal ontvangen, die hem over zaken, voor
meld departement betreffende, wenschen te
spreken.
0