De nieuwe steunregeling voor de werkloozen. Haar avonturier. HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor IOcL Stad en Omgeving. Wethouder Westerhof geeft een toelichting. SeuitteioH D© Minister van Sociale Zaken heeft met ingang van 1 Jua wijzigingen ge bracht in de voorwaarden voor het ver krijgen van rijkssubsidie in de kosten van werkverschaffing en steunverlee- ning aan crisis-werkloozen. Aangezien ook Alkmaar voor de werk- loozen-uitkeeringen rijkssubsidie ont vangt en dus ook zal hebben te voldoen aan de door den minister gestelde voor waarden, achten wij het van belang, onze lezers nader met de door den minister gestelde regeling bekend te maken. De wethouder van Sociale Zaken, de heer Westerhof, was zoo vriendelijk, gistermiddag de Pers ter voorlichting ten stadhuize te ontvangen Hij deelde ons mede, dat Alkmaar ook inderdaad de door den Minister gestelde voorwaar den heeft te aanvaarden. Wij hebben, aldus de wethouder, het mogelijke ge daan om voor de dubbel uitgetrokkenen een hoogere uitkeering te verkrijgen Reeds 21 October 1933 verzochten B. en W. den Minister van Sociale Zaken Slotemaker de Bruine, in verband met diens circulaire van 29 Sept. 1933, waar in bepaald werd, dat met ingang van 1 Oct. 1933 de steunregeling voor de ongeorganiseerden 50 cent beneden het bedrag moest blijven, dat de betrokkenen zouden ontvangen, indien zij als dubbel- uitgetrokkenen zouden moeten worden gesteund, om het steunbedrag voor de ongeorganiseerden te laten op het be drag. waarop zij voorheen recht hadden en het steunbedrag voor de reglemen tair nog niet rechthebbenden en de dub- bel-uitgetrokkenen eenigermate te ver- hoogen Wij deden dat verzoek, aldus de wet houder, omdat de werkloozenkassen van de verschillende vakbonden geen verde re uitkeering toelieten, aangezien de maximum-duur, waarover de onder scheiden perioden van uitkeering plaats hadden, was overschreden, met het ge volg, dat deze groepen werkloozen auto matisch moesten worden overgebracht naar de categorie van de dubbel-uitge- trokkenen. Aangezien deze menschen twee éi drie jaar achtereen werkloos wa ren geweest, verkeerden zij in benarde omstandigheden, waarom o i. de ge zinsbehoeften bij deze werkloozen eer een verhooging dan een verlaging van de steunuitkeeringen wettigden Wij wa ren voorts van oordeel dat de steun- uitkeering aan de ongeorganiseerden met een grondbedrag van 10 per week voor gehuwden, voor Alkmaar reeds zóó laag was, dat verlaging die categorie toi pauperisme moest brengen. Ons verzoek aan den Minister bleef helaas onbeantwoord B en W. richtten daarom 4 Jan. 1934 een nieuw verzoek aan den Minister, waarin zij verzochten voor de in deze gemeente geldende steunregeling, hetzij de beperking van het aantal gezinsleden beneden de twee te willen opheffen, hetzij goed te keuren, dat de ondersteunden per gezinslid boven een maximum van 7 personen een bedrag ontvingen van b v- 1 per week In de door den Minister voor Alkmaar geldig verklaarde steunregeling komt n.l. de bepaling voor. dat het steunbe drag voor gehuwden en ongehuwde kostwinners voor elk gezinslid boven twee personen tot een maximum van 7 pe sonen, kan worden verhoogd met 1 35 per week, voor wat betreft de uit getrokkenen en met 1 20 per week voor wat betreft de reglementair nog niet rechthebbenden en de dubbel-uitgetrok kenen en de ongeorganiseerden De be perking van het aantal gezinsleden maakte het juist voor de grootste gez n- nen moeilijk om van de steunuitkeerin gen te kunnen rond komen. Wij oordeelden het dan ook gewenscht om aan gezinnen met 7 of 8 kinderen en meer een grootere ondersteuning toe te kennen dan aan gezinnen met 5 kinde ren. Vandaar ons verzoek Hoewel wij, zoo vervolgde de wethou der, op onzen eersten brief meerdere Een episode uit den Dertigenjarigen Oorlog Oorspronkelijke schets van G. P. BAKKER. 30). Melchior keek zijn meester met een verwij tenden blik aan. „Kapitein, is u gek geworden?" „Roep Rudolf en Annette, we moeten krijgsraad houden", klonk zijn anwoord. „Neem eerst mijn verband af, leg er een pleister op". „Melchior maakte tegenwerpingen. „Ka pitein, het is onverantwoordelijk; als u nog een paar-dagen wilde wachten Saxon viel hem in de rede. „Zou je willen, dat freule Marion weer in slechte handen viel. De luit heeft de spion nen van Von Pappenheim natuurlijk op ons spoor gebracht. We moeten klaar zijn om hen te ontvangen". „Maar kapitein!" „Melchior!" sprak Saxon op scherpen toon. „Je weet, ik beveel niet graag" Hij zag het bezorgde gezicht van zijn ondergeschik te en dacht: „Oude, trouwe makker". ,Laat Rudolf met een kwartiertje hier ko men". Hij schreef twee brieven en overhandigde die Rudolf ,Als ik mocht vertrekken en ik ben in een etmaal niet terug, geef je dezen brief aan freule Marion en zorgt dat de- z>.n hij paf htm der, tweeHen brief zoo spoedig mogelijk in handen komt van baron telefoontjes hadden laten volgen, kregen wij toch ook op onzen tweeden brief geen antwoord. Nu moet U weten, dat bij een 48-urige arbeidsweek in het. be drijf, waartoe de werkloozen behoorden, de uitkeeringen voor gehuwden en on gehuwde kostwinners voor uitgetrokke nen niet hooger mocht zijn dan 65 van het loon, dat zij bij een 48-urige werkweek in hun bedrijf konden verdie nen Voor kostgargers was dat 55 en voor gehuwden en ongehuwde kostwin ners, dubbel-uitgetrokkenen, nog niet- rechthebbenden of ongeorganiseerden 60 en kostgangers 50 Deze limiet we-d voor groote gezinnen met 5 verhoogd. B. en W. kregen bezoek van een hoofd bestuurder van den Landarbeidersbond, die betoogde, dat de loonen van de la-idarbeiders zoo laag waren, dat het met een uitkeering, gebonden aan bo vengenoemde percentages, niet langer ging. Ik was ditt, zoo vervolgde de wethou der, met dit hoofdbestuurslid eens en bovendien van oordeel, dat dit ook gold voor de sigarenmakers en de metaalbe werkers. Het College van B. en W deel de mijn inzichten en besloot, dato 24 Febr. j.1. tot den Minister het verzoek te richten, voor deze categorie arbeiders de genoemde maxima met 10 te ver- hoogen, met handhaving van de verhoo ging voor groote gezinnen. Op dien brief kregen wij evenmin antwoord. Met een variatie op Multatuli kna gezegd worden: „Het verhaal wordt een tonig", aldus de opmerking van één onzer. Zoo is het inderdaad, antwoordde de wethouder. Intusschen. zoo vervolgde hij, werd de zaak doorkruist met een bezoek van den burgemeester en mijn persoontje aan den Minister over het bekende boschplan. Ik heb toen ook met den Minister over de brieven van ons Colle ge, loopende over dc steunuitkeeringen, gesproken. Hot bleek mij toen, dat de Minister van niets wist en deze beloofde mij, de zaak in studie te nemen. Een maand later kregen wij bericht, dat de verzoeken waren afgewezen. Hieruit kan U blijken, dat wij gepro beerd hebben, de steunregeling te ver beteren. Wij hebben verzocht, om de uitkeering aan dubbel-uitgetrokken->n van 12 50 niet op 10 maar op 11.50 te brengen. Wij hebben verzocht om de uitkeering voor de ongeorganiseerden, die op 9.50 zou worden gebracht, op 10 te laten. Wij heb ben gevraagd om cie toeslag voor kinderen tot minstens 7 kinderen te laten doorgaan Ook hebben wij verzocht, het maximum-per centage voor de sigarenmakers, metaalbe werkers en landarbeiders met 10 te ver- hoogen. Noch op het een, noch op het ander moch ten wij eenig antwoord ontvangen en ten slotte kregen wij een afwijzend antwoord. Met andere steden, die dezelfde verzoeken hebben gedaan, zal het wel evenzoo gegaan zijn. Thans is de nieuwe regeling afgeko men, die voor de niet-georganiseerden en de dubbel-uitgetrokkenen geen verslechtering inhoudt, zoodat ik den ind-uk heb, dat bij iet vaststellen van de regeling de regeering toch eenigszins rekening met de verzoeken van de gemeenten heeft gehouden. De uitkeering aan niet-georganiseerden en dubbel-uitgetrokkenen is niet verlaagd en bovendien heeft de regeering bepaald, dat in bepaalde gevallen de uitkeering kan stijgen tot 90 van het loon, als het loon van de werkloozen in het vak, dat hij beoefent, erg laag is. Bovendien komt de regeering de groote gezinnen belangrijk tegemoet door de kinderen mee te laten tellen. Op onze vraag, of de nieuwe regeling nog voordeelen zal brengen voor de gemeente kas; antwoordde de wethouder, dat dit hoog stens een paar duizend gulden zal schelen, aangezien reeds thans de helft van de steun- trekkenden tot de dubbel-uitgetrokkenen be hoort en dit percentage steeds stijgt. Dit voordeel voor de gemeente kas, aeo vervolgde de wethouder, heb ik liever niet, omdat het komt van menschen, die reeds lang het zwaarst door de crisis zijn getroffen. Op de vraag of er vermindering in he: aantal werkloozen valt waar te nemen, zeide de wethouder, dat het aantal in de maanden Maart en April 5 tot 12 lag" was ge weest dan in dezelfde maanden van het vorige jaar. Momenteel was ait aantal ech ter gelijk. In dezelfde week van het vorige jaar waren er 808; nu waren er de vorige week 801 werkloozen. Wat de financiën betreft, en hier glunder de de wethouder, deze zijn ondanks de pessi mistische voorspellingen voor Alkmaar gun stig. Zooals u weet, gaf de rekening 1932 een overschot van 53.000. Men voorspelde mij, dat in 1935 de moeilijkheden zou komen, omdat de rekening van 1933 stellig geen saldo zou opleveren. U herinnert zich, dat ik toen gezega heb: „Wij zuilen dit moeten af- De regeling is nu: Oude steunregeling. Voor de uitgetrokkenen. Gehuwden en ongehuwde kostwinners 12.50 per week plus 1.35 per gezinslid boven 2 personen, met een maximum van 7 gezinsleden. Steun mag niet meer bedragen dan 05 (bij 4 of meer kinderen 70 van het loon. dat bij een 48-urige werkweek kan worden verdiend in het bedrijf waartoe betrokkene behoort. Huurtoeslag 2/3 van het bedrag waarmede de wekelijksche huur 3 te boven gaat mei een maximum van 1.50 per week. Berekening: Zonder kinderen: huur 4. 12.50 plus 0.66 huurtoeslag is f 13.16 uitkeering. met 6 gezinsleden: weekloon 24, huur 5.50 maximaal 70 van het loon: uitkeering 16.80 totaal. zelfde loon en huur, 8 gezinsleden: uit keering 16.80. maximale uitkeering: 12.50 -f 5 X f 1 35 f 19.25 maximale huurtoeslag 1.50 Kostgangers: 9. Reglementair nog niet rechthebbenden Oude steunregeling. Gehuwden en ongehuwde kostwinnaars 10 per week benevens een toeslag van 1.20 per gezinslid boven 2 personen. (Max. 7 gezinsleden.) Maximale uitkeering 60 (bij 4 of meer kinderen 65 van het loon dat bij een 48- urige werkweek kan worden verdiend. Huur toeslag 2/3 van de huur boven 3 tot een maximum van 1.50 per week. Berekening: 2 kinderen: loon 19. 60 van 19 11.40 uitkeering. man en vrouw plus 10 gezinsleden Loon 25. Gezinsinkomen 12.75. Oude rege ling 7.72 uitkeering. Maximumuitkeering 16. Max. huurtoe slag 1.50. Kostgangers: f 7.50. Ongeorganiseerden Gehuwden en ongehuwde kostwinners 9.50 per week benevens^ 120 toeslag per gezinslid boven twee personen. Meximale uitkeering: 60 (bij 4 of meer kinderen 65 van het loon, dat bij een 48- urige werkweek kan worden verdiend. Huurtoeslag 2/3 van de huur boven 3 met een maximum van 1.50 per week. Berekening: 2 kinderen: loon 19 60 van 19 min 0.50. uitkeering f 10.90. Kostgangers: 7. wachten." 1 hans kan ik u meedeelen, dat he saldo van 1933 56 000 bedraagt, dus nog 3000 hooger is dan dat van 1932 Wij kunnen begrijpen, dat de wethoudet bij deze mededeeling een gezicht trok. alsol dit gunstig resultaat door hem was verkre gen. Het is in ieder geval zijn verdienste, dat hij die, ondanks verwijten van te groot optimisme, heeft voorspeld en daarom is het zeker een gelukwensch waard. Hieronder laten wij thans volgen de nieuwe steunregeling, waarnaast wij ter ver gelijking de tot nog toe geldende regeling plaatsen: Wijziging Rijkssteunregeling. I Met ingang van 1 Juli 1934 zijn door den minister van sociale zaken eenige wijzigin gen in het tarief van steunverleening aange bracht. De voornaamste wijzigingen komen het beste tot uitdrukking, wanneer een ver gelijking wordt getrokken tusschen de be staande en de tarieven zooals deze vanaf Juli j.1. moeten gelden. Nieuwe steunregeling. Voor de uitgetrokkenen. Gehuwden en ongehuwde kostwinners 11 per week plus 1.20 per gezinslid, boven 2 gezinsleden. In de plaats van de percen tages is een schaal ingevoerd, waarbij de uitkeeringen zijn vastgesteld naar de grootte van het gezin en het loon. De huurtoeslag is daarbij begrepen. Het loon wordt bij bedragen minder dan 50 cent afgerond naar beneaen, indien hoo ger dan 50 cent naar boven op veelvouden van een gulden (bijv. 23.40 wordt 23, 23.60 wordt f 24). Berekening: Zonder kinderen: huur ƒ4. ƒ11 plus 0.66 huurtoeslag is 11.66 uitkeering met 6 gezinsleden: weekloon 24, huur 5.50 uitkeering volgens schaal f 16.51 zelfde loon en huur, 8 gezinsleden: uit keering volgens schaal 1716. maximale uitkeering (inclusief huurtoe slag) 19. Kostgangers: 8. en dubbeluit^etrokkenen. Nieuwe steunregeling. Gehuwden en ongehuwde kostwinners 10 per week benevens een toeslag van 1.20 per gezinslid boven 2 personen. In de plaats van de percentages is een schaal ingevoerd, waarbij de uitkeeringen zijn vastgesteld naar de grootte van het ge zin en het loon. Berekening 2 kinderen: loon 19, uitkeering volgens schaal 12.40. man en vrouw plus 10 gezinsleden Loon 25. Gezinsinkomen 12.75. Volgens schaal 17.45 min 2/3 van het gezinsinkomen, uit keering 8.95. Maximum uitkeering 18. Kostgangers: 7- Ongeorganiseerden Gehuwden en ongehuwde kostwinners 9.50 per week benevens een toeslag van 1.20 per gezinslid. In de plaats van de percentages is een schaal vastgesteld, waarbij de uitkeeringen zijn bepaald naar de grootte van het gezin en het loon. Berekening: 2 kinderen: loon f 19, uitkeering volgens schaal 11.90. Kostgangers: 6.50. HEFFING VAN KEURLOONEN BEZWAARSCHRIFT KOOMEN. B. en W. schrijven in bijlage no. 99: In het bij de stukken overgelegde adres van 11 Juni 1934 maakt B. Koomen, slager, alhier, bezwaar tegen betaling van het van hem gevorderde keurloon ten bedrage van 40.80 en tegen het aan hem in rekening gebrachte zegelrecht van 0.10, van welke bedragen hii teruggave verzoekt. Het betreft hier een bezwaarschrift tegen een belasting, verschuldigd ingevolge de Verordening op het heffen van rechten voor het gebruik van het gemeenteslachthuis (ge meenteblad nr. 799), gelijk deze verordening sedert is gewijzigd (gemeenteblad nrs. 836, 962 en 1278), Reclamant heeft zijn bezwaarschrift inge diend op 11 Juni 1934, terwijl het bedrag van het keurloon op 22 April t.v. is vastge steld en te zijner kennis gebracht Daar voor het indienen van een bezwaarschrift bij den Raad een termijn van 2 maanden openstaat, moet reclamant dus ontvankelijk worden verklaard in zijn bezwaarschrift. Reclamant is van meering, dat in dit ge val geen belasting kon worden geheven, daar de ingevoerde waar geen vleeschwaar was in den zin det Vleeschkeuringsvvet, waarvoor hij verwijst naar een arnst van den Hoogen Raad van 2i Februari 1932 In dit arrest werd niet verbindend ver klaard een strafbepaling van de verordening op den keuringsdienst van vee en vleesch der gemeente Alphen aan den Rijn, vooi- schrijvende ten keuring van vleesch waren, welke keuring de Vleeschkeuringswet S. 1919, nr. 524, niet kent. In het onderhavige geval is keurloon ge heven niet van v eeschwaar. maar van 'icht Rasjin. De freule moet wachten tot de baron kemt. Begrepen?" „Tot uw orders, kapitein". „Wil je nu freule Marion verzoeken, even bij mij te komen?" Marion schrok hevig toen ze Saxon met zijn bleek gezicht in kapiteinsuniform in den leuningstoel zag zitten. „Maar Saxon", zei ze. „Ik ben heelemaal hersteld", antwoordde hij met een lachje. Je hebt mij zoo goed verpleegd, dat Melchior mij veroorloofde op te staan". Ze zweeg en dacht: „Als hij sterk wil zijn, mag ik hem niet zwak maken". Maar haar hart werd zwaar, ze voelde angst, dat zijn wond weer zou openspringen, dat hij zijn krachten overschatte. Zij begreep dadelij'dat hij opgestaan was voor haar welzijn, dat de drijfveer van al zijn gedachten, vai, al zijn daden haar redding beoogde, haar geluk. Zij wilde zoo graag zijn liefdevolle zorg, zijn zachte, tee- dere aanhankelijkheid beloonen. maar ze kon hem de eenige belooning niet geven, die een jong meisje kan geven aan den man, die haar lief heeft, Zij wist, ondanks zijn spottende woorden, dat hij volkomen onverschillig was voor geld en bezittingen, onverschillig voor alles, behalven voor haar liefde. Zij voelde dat hij hunkerde naar het eerste teeken dat zij zou geven om haar in zijn sterke armen te sluiten en haar alles in de ooren te fluis teren, waarvan zijn ziel vervuld was en wat zij zoo dolgraag zcu hebben gehoord. Zij wist dat hij verlangde naar dat zalige oogenblik. „Oh", dacht ze, „als ik hem maar mocht zeggen dat ik naar zijn liefde verlang. Als ik hem maar mocht zeggen, dat ik 's nachts in stilte bid voor zijn geluk; smeek dat de scheidsmuur tusschen ons mag val len". Zwijgend zaten ze bij elkaar. Ieder ver diept in eigen gedachten, maar onbewust een sterke zielegemeenschap voelend. Lang zaten ze zoo, tot Annette met Ru dolf en Melchior klopten, omdat het oogen blik voor het onderhoud aangebroken was. „Annette", sprak Saxon, „wil je voor freu le Marion een vermomming bedenken, doen zoo, dat er niet het minste gevaar voor ont dekking bestaat? De mogelijkheid is niet uitgesloten, dat hier bezoek zal komen van soldaten van Von Pappenheim. Zeker weet ik natuurlijk niets, evenmin als jullie, maar we moeten de grootste voorzichtigheid in acht nemen. Von Pappenheim is een sluwe man. Rudolf weet, wat hem te doen staat". „Maar Saxon, eigenlijk heb je geen enkele reden zoo ongerust te zijn. De luit kan mee genomen zijn door een willekeurige persoon, die niets van de gebeurtenissen weet", meen de Marion. „Die mogelijkheid bestaat natuurlijk", antwoordde Saxon. „Maar iets waarschuwt mij op mijn hoede te zijn. Ik kan dat niet na der uitleggen". „Kunnen we dan niet samen vluchten?" vroeg ze. „Neen, neen, niet meer; de herberg kan reeds onder bewaking staan. We moeten een beter oogenblik afwachten. Misschien dezen nacht, als het donker is. Ik zal probeeren een goed plan te beoenken". Hij gaf haar de hand. „En nu, Marion, het kan zijn dat ik moet vertrekken. Als het afscheid onverwacht Komt, denk er dan aan, dat ik zoo gauw mo gelijk terug zal kemen. Je kunt Rudolf en Annette vertrouwen, zooals je het mij hebt leeren doen". Hij reikte haar de hand; zij beantwoordde zijn druk en zei zacht: „Saxon ik onaerwerp mij blindeling aan je bevelen. Ik weet, dat ik mijn lot veilig in jou handen kan leggen. Maar denk aan jezelf, je bent gewond". ..Hij boog zich over haar hand, drukte er zijn lippen op en zei: „Priiuesse, touiours votre serviteur" (Prinses, altijd uw dienaar). Een glimlachje verhelderde haar gezicht en met een teeder blosje antwoordde ze lachend- „Cher chevalier, je le sais".' (Mijn waar de ridder, dat weet ik). Maar toen ze in haar kamer was drukte ze een hartstochtelijken zoen op de plek die zijn lippen hadden aangeraakt en brak in snikken uit, radeloos van smart en berouw Toen Annette aan de deur klopte, herstel de zij zich met groote zelfbeheersching „Freule, uw vermommirg is klaar. Ik kan u geen voorname plaats in de wereld geven maar het zal veilig zijn". „Annette!" antwoodde ze, „de eenvoudig ste plaats is niet altijd de ongelukkigste. Ik zal doen, wat je ook besloten hebt" en ze dacht er niet aan, dat haar eens zoo fiere trots verdwenen scheen. HOOFDSTUK XVIII Stofwolken vlogen op boven den landweg Paardehoeven klonken. Staal kletterde gezouten varkensvleesch, dat vuigens de Vleeschkeuringswet niet als vk-eschwaar maar als vleesch womi bescnouwd Artikel 2 dier wet definieert het begrip /leescliwa- ren als volgt: verduurzaamd, tenzij door af koeling, of bereid vleesch, ook indien het met andere stoffen vermengd is Het Koninklijk Besluit van 13 September 1924, S 448, ter uitvoering van genoemd artikel vastgestem bepaalt onder meer: De eigenschappen van versch vleesch wor den geacht niet verloren te gaan door: a be vriezing of afkoeling; b. oppervlakkig roo- ken; c. oppervlakkige behandeling met zout of pekel; d. inleggen in azijn; e. inhullen in vet, gelatine of andere stoffen, welke ten doel hebben de buitenlucht af te sluiten. Bij het daartoe ingestelde onderzoek is ge bleken, dat het varkensvleesch van Koomen zeer licht gezouten was. Het zout was in de inwendige spieren nog in het geheel nie* doorgedrongen. De op het vleesch aanwezi ge stempelmerken wezen er op, dat het vleesch slechts ongeveer 2 tot 3 aagen in een zout-oplossing was bewaard. Hierdoor is derhalve komen vast te staan, dat het be doelde varkensvleesch een oppervlakkige behandeling met pekel had ondergaan Ook de Hooge Raad staat op het stand punt. dat het enkele feit van het leggen in pekel vleesch nog niet tot verduurzaamd vleesch maakt. Bij arrest van 16 Novemh-r 1925 (W. 11478) maakte de Hooge Laad uit dat vleesch, dat slechts omstreeks vijf dagen in de pekel kon hebben gelegen, als niet-ver- duurzaamd kan worden beschouwd Ingevolge de desbetreffende verordening goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 3 Maart 1925, nr:11, en opgenomen in ge meenteblad nr 962 is verschuldigd voor het keuren van vleesch, afkomstig van eieren niet in het gemeente-slachthuis te Alkmaar geslacht: le beenderen en koppen per K.G. 0.02; 2e. spek per K G. 0 03; 3e. ander versch vleesch en vet per K.G 0.04. In verband met het gewicht van het var kensvleesch van reclamant is hem volgens het zooeven genoemde tarief 40.80 aan keurloon in rekening gebracht. Het keurloon is dus volgens een wettige verordening geheven. Van strijd met de Vleeschkeuringswet 1919, S 524, is hier geen sprake. Vleesch, in de eene gemeente gekeurü volgens de bepalingen dezer wet, dat in een andere gemeente wordt ingevoerd, kan vol gens art. 8 lid 1 der wet in die gemeen :e uitsluitend onderworpen worden aan 'n on derzoek, of sedert de keuring in de gemeen te van uitvoer veranderingen zijn opgetre den.In zijn arrest van 23 October 1929 (W. 12055) overwoog de Hooge Raad ten aan zien hiervan: „wanneer in het tweede lid van artikel 8 der Vleeschkeuringswet sprake is van de keuring, bedoeld in het eerste lid van dit artikel, en bepaald wordt, dat voor deze keuring rechten mogen worden geheven, dan heeft men op het oog het in dat eerste lid bedoelde onderzoek, zonder onderscheid te maken of dat onderzoek al dan niet uit- wijst, dat sedert de keuring in de gemeente van uitvoer in het vleesch veranderingen zijn opgetreden". Uit het vorenstaande blijkt, dat het keur loon terecht is geheven en het bezwaar schrift van Koomen ongegrond moet worden verklaard. Anders staat het ten aanzien van het door hem betaalde zegelrecht. Ingevolge artikel 37 sub 10° der Zegelwet 1917 is geenerlei zegelrecht verschuldigd voor kwitantiën voor alle belastingen en daarmede gelijk te stellen inkomsten van den Staat, van provia- ciën, gemeenten en waterschappen en daar de Verordening op het heffen van rechten voor het gebruik van het gemeenteslachthuis te Alkmaar een door de Kroon goedgekeur de belastingverordening is, is derhalve het zegelrecht ten onrechte geheven. Wij verwij zen voor zooveel noodig nog naar den daar op betrekking hebbenden bij de stukken ter inzage liggenden brief van den Inspecteur der Registratie alhier. B. en W geven den Raad naar aanleiding van een en ander in overweging hen te machtigen het onverschuldigd betaalde ze gelrecht aan adressant terug te betalen en het bezwaarschrift inzake de van hem gehe ven keurloonen ongegrond te verklaren bij een met redenen omkleed besluit. INTREKKING VERORDENING, REGELENDE HET VERHAAL VAN PENSIOENSBIJDRAGEN. In bijlage no. 101 schrijven B. en W Na de wijziging bij de wet van 31 Mei 1934, S. 281, in werking getreden op 1 Juli 1934, bepaalt artikel 36 der Pensioenwet- 1922 S. 240, dat op de ambtenaren in den zin dier wet wegens pensioensbijdragen moet worden verhaald voor het ambtenaren- Rudolf zag voor het verster een eskadron huzaren rennen in hollende vaart. Plotseling werd halt gehouden. Een wacht meester met acht ruiters drong door in de bosschen. De overigen vervolgden hun rit naar de herberg. „Afstijgen", klonk het commando. Ru dolf haastte zich achter de tapkast en was druk in gesprek met een der knechten, toen een jonge officier de gelagzaal binnentrad. „Schenk mij een beker Rijnschen wijn en bedien mijn manschappen buiten van bier", klonk het bevel. De ruiters hadden hun paarden vastge bonden aan de palen en zich vroolijk neerge zet op de banken, die voor de herberg ston den. De luitenant ging aan een tafel in de zaal zitten. „De wijn is goed", merkte hij op. „Waard, heb je hier de laatste dagen ook verdachte jjersonen gezien?" vroeg hij. „Er komt hier altijd van allerlei slag volk. Wat verstaat u onder verdacht? Wie zoekt u?" „Een zanger, een troubadoer met een luit en een vermomde dame". „Neen, kapitein. Zulke reizigers zijn me niet opgevallen Maar een paar uren verder aan den anderen kant van den heuvel is een zeer druk bezochte herberg". De luitenant tikte tegen de ruit. Een wachmeester en twee huzaren verschenen op het tooneel. (Wordt vervolgd

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 6