DREIN DRENTEL EN PIET PRIKKEL
nensioen 3 pCtTan den pensioensgrondslag,
vermeerderd met U/, pCt. van de naar bo-
guldens afgeronde wedde, en voor
het weduwen- en weezenpensioen 5H
van den tot 3000 beperkten pensioens-
gr°NudSdèrhalve het verhaal van pensioens
bijdragen bij de wet imperatief wordt voor
geschreven, kan de verordening, regelende
het verhaal van pensioensbijdragen op dc
ambtenaren in dienst der gemeente Alkmaar,
vervallen.
B. en W. stellen den raad voor daartoe
het besluit te nemen.
VERKOOP GROND AAN DE JAN
VAN SCORELKADE.
B. en \V. schrijven in bijlage no. 92:
De heer E. Th. J. van Latum, alhier, heett
verzocht voor zich of zijn lastgevers van dc
gemeente te mogen koopen een perceel bouw
terrein, gelegen aan de Jan van Scorelkade,
groot ongeveer 960 M2., voor den prijs van
10 per M2., ten einde daarop 7 woning, i
te bouwen Tegen verkoop van genoemd
perceel bestaat bij ons geen bezwaar, terwijl
de grondprijs in overeenstemming is met de
prijzen, door de commissie van bijstand voor
het grondbedrijf voor de bouwterreinen, ge
legen ten Noord-Oosten van den Berge -
weg, in overweging gegeven.
GELDLEENINGEN.
tn bijlage no. 97 schrijven B. en W.:
De firma Staal Co. te 's-Gravenhagt
zond ons wederom een aanbieding voor drie
onderhandsche geldleeningen, groot respec
tievelijk 150 000, 100.000 »n 50 000,
rente 4 1/4 pCt., kcers 100 pCt., met uitslui
ting van versterkte of geheele aflossing gedu
rende de eerste 5 jaar.
De commissie van bijstand voor de finan
ciën is blijkens haar ter inzage gelegd ad
vies met ons van meening, dat het gewenschi
is deze bieding te aanvaarden.
Het bedrag der leening wordt aangewend
tot dekking van onderscheidene kapitaalsuit
gaven, welke zijn aangegeven op de bij ce
stukken gevoegde staten.
De geldgevers stellen er prijs op, dat dc
door hen ontworpen voorwaarden in het op
hun leening betrekking hebbend besluit in
haar geheel worden overgenomen zonder
publicatie van namen en woonplaatsen. De
ontbrekende gegevens zullen bij de uitvoe
ring van de besluiten ten behoeve van Gec.
Staten nader worden ingevuld. Ten aanzien
hiervan mogen wij u eveneens naar de stuk
ken verwijzen.
In verband met het bovenstaande stellen
B. en W. voor de desbetreffende besluiten
te nemen
WIJZIGING GEMEENTE-
BEGROOTING, DIENST 1933.
B. en W. bieden den raad in bijlage no.
93, onder overlegging van het advies dtr
commissie van bijstand voor de financiën,
ter vaststelling aan een besluit tot wijziging
van de begrooting van inkomsten en uitga
ven der gemeente voor het dienstjaar 1933
De vernooging van inkomsten en uitga
ven bedraagt voor den gewonen dienst
359.000, voor den kapitaaldienst 224.600
gulden.
UITBREIDING KANTOORRUIMTE
LANDBOUWHUIS.
In bijlage no. 100 schrijven B. en W.:
De Vereeniging „het Landbouwhuis Noord-
Holland", alhier, heeft ons verzocht de zol
derverdieping van het Landbouwhuis in te
richten ten dienste van verschillende Regee-
ringscrisisbureaux, die bereid zijn de te ma
ken kantoorlokalen van de Vereeniging tc
huren.
Aangezien de Vereeniging zich bereid ver
klaarde, de kosten der door haar gewensch-
te verbouwing in het Landbouwhuis aan d»
gemeente in 10 jaar terug te betalen, heb
ben wij, waar de Vereeniging op spoed aan
drong, gemeend de opdracht tot uitvoering
der werkzaamheden te moeten geven.
Wij vertrouwen, dat uwe vergadering zich
hiermede kan vereenigen.
Met de verbouwing is een bedrag van
plm. 5240 gemoeid.
Dit bedrag zal de Vereeniging „het Land
bouwhuis Noordholland" alzoo in 10 jaren
terugbetalen en wel in den vorm van een
verhooging van huur, waartoe het huurcon
tract met een bepaling kan worden aange
vuld.
B en W. stellen den raad voor de door
hen genomen maatregelen goed te keuren.
WIJZIGING ORGANISATIE
OPENBAAR GEWOON LAGER
ONDERWIJS.
In bijlage no. 98 schrijven B. en W.:
Volgens de op 20 Juni j.1. bekende gege
vens zouden bij inwilliging van alle aanvra
A. Opleidingsscholen:
Tesselschadeschool (Laat)
Bosboom Toussaintschool (Brillesteeg)
B. Overige scholen:
Hofdijkschool (Koningsweg)
Vondelschool (Vondelstraat)
Nicolaas Beetsschool (Snaarmanslaan)
v Rochdaleschool
gen om toelating van leerlingen tot de eerste
klassen van de verschillende openbare scho
len voor gewoon lager onderwijs deze klas
sen met den aanvang van het eerstvolgende
schooljaar als volgt zijn samengesteld:
Aantal aangiften Zittenblijvers Samen
28
19
24
47
29
rcucnuaiescnoot
Lindenschool «75
Samen - - 4°
0
4
1
4
4
28
21
30
51
30
29
44
212
21
233
Hoezeer wij zulks betreuren, kunnen wij
geen vrijheid vinden u voor te stellen voor
dit totaal aantal kinderen 7 vaste leerkrach
ten aanwezig te hebben, omdat daardoor het
aantal leerkrachten, wier wedden niet door
het Rijk aan de gemeente worden vergoed
(z.g. boventallige leerkrachten), thans 3 be
dragende )t.w. 1 aan elk der beide oplei
dingsscholen en 1 aan de Hofdijkschool) met
1 Augustus a.s. 4 zou worden, doordat aan
de Rochdaleschool een leerkracht bovental
lig worut. Hierbij is mede van invloed, dat
met den aanvang van het schooljaar 1934'
1935 de nieuwe leerlingenschaal onbejoerkt
van toepassing wordt en dus de overgangs
toestand, krachtens welke in bepaalde geval
len de Rijksvergoeding der wedden nog vo'
fens de vorige schaal werd vastgesteld,
omt te vervallen
Verder is het voor een juiste beoordeeling
van 't hier aan de orde zijnde vraagstuk van
overwegend belang, dat elke wijziging in de
aantallen leerkrachten aan de openbare
scholen van invloed is op den z.g. klasse-
deeler, die den maatstaf vormt voor de bere
kening van het aantal leerkrachten, voor wie
de besturen van overeenkomstige bijzondere
scholen de wedden vergoed krijgen. Een ver
mindering van het aantal leerkrachten zal in
den regel eerst na een jaar haar invloed
doen gelden op het bijzonder onderwijs, een
vermeerdering kan terstond werken.
De financieele toestand van de gemeente
laat een verhooging van uitgaven voor bo
ventallige leerkrachten niet toe. Wel zal
echter, naar het ons thans voorkomt, behoud
van 3 boventallige leerkrachten aan voren-
^noemde scholen althans vooralsnog moge-
ijk zijn. Er zullen dus maatregelen moeten
worden getroffen, waardoor dit getal net
zal worden overschreden.
Wij hebben ter bereiking van een beper
king van het aantal leerkrachten aanvanke
lijk overwogen óf plaatsing van twee klas
sen derzelfde school onder leiding van één
leerkracht (combinatie) óf niet-vorming van
een eerste klasse aan één of meer nader aan
te wijzen scholen, beide in meer of minder
mate gepaard gaande met plaatsing van
leerlingen naar een andere school dan de
door de ouders gewenschte.
Eerstgenoemde maatregel (combinatie van
twee klassen derzelfde school) houdt opvoe
ring van de aantallen leerlingen aan één of
meer andere scholen, hoe gewenscht overi
gens ook uit financieel oogpunt, tegen, en
zal gewoonlijk slechts van tijdelijken aard
kunnen zijn, alleen al. omdat herhaling van
een klein aantal aangiften voor de eerste
K 1 ass
1- 2.
Tesselschadeschool 28 25
Bosboom Toussaintschool 21 27
Hofdijkschool 30 23
Nicolaas Beetsschool 30 15
Vondelschool 510 42
Rochdaleschool 29 34
Lindenschool 44 36
klasse het eerstvolgend schooljaar invoering
van een tweede combinatie niet mogelijk
maakt, en de school dan wellicht wederom
een boventallige leerkracht, die er aanvanke
lijk niet was, zal hebben, tenzij wedercm
bijzondere maatregelen worden getroffen.
Verder rijst de vraag, of een combinatie in de
hoogere of hoogste klassen zal kunnen wor
den voortgezet.
Mocht zulks te eeniger tijd niet mogelijk
blijken, dan kan de splitsing aanleiding ge
ven tot het benoemen van een nieuwe leer
kracht, die dan boventallig zal zijn.
Laatstgenoemde maatregel (niet vorming
van een eerste klasse aan een school) zal tot
gevolg kunnen hebben, dat de school gelei
delijk wordt opgeheven, indien althans de
aangiften van kleine aantallen leerlingen
voor de eerste klasse zich herhalen, waarte
genover echter andere scholen een grootere
Bezetting zullen hebben en de in de laatste
iaren steeds voorgekomen moeilijkheden zul
len verminderen, wellicht verdwijnen.
B. en W. hebben omtrent deze aangelegen
heid adviezen ingewonnen, we'ke zij nader
in deze bijlage publiceeren.
In hun oorspronkelijk voorstel aan de
commissie van bijstand voor het onderwijs:
gaven B en W. in overweging de klassen
voor het eerste en tweede schooljaar aan de
Hofdijkschool op te heffen (gevolg geen bo
ventallige leerkrachten daar), en de klasse
voor het tweede schooljaar (de tegenwoor
dige le klasse) in haar geheel over te plaat
sen naar de Nicolaas Beetsschool, ten einde
het leerlingental daar aan te vullen. Voorts
aanstelling van een kweekeling met akte aan
de Bosboom-Toussaintschool.
De commissie van bijstand is in haar ad
vies verdeeld. Een deel der commissie ge.'ft
de voorkeur aan instandhouding der beide
laagste klassen der Hofdijkschool en advi
seert zoo noodig één eerste klasse niet te
vormen aan één der opleidingsscholen, ter
wijl één lid zich uit financieele overweging
met het voorstel kan vereenigen.
Tevens laten wij hier ter toelichting vol
gen een overzicht van de klasse-bezetting
der verschillende scholen, zooals die vermoe
delijk met den aanvang van het nieuwe
schooljaar zou zijn aan de hand van de op
20 Juni j 1. bekende gegevens en bij inwil
liging van de aanvragen om toelating tot de
eerste klasse en de ons inmiddels gedane
verzoeken om toelating van leerlingen tot
een hoogere klasse dan de eerste en om
overplaatsing- van leerlingen van de eene
school naar de andere:
en
3.
39
29
39
43
27
28
38
233 202 243
4.
32
37
36
42
35
40
42
264
5.
32
45
42
45
35
41
43
6.
32
38
28
41
42
42
40
283 263
Samen
188
197
198
264
184
214
243
1488
Zooals wij hiervoor reeds uiteengezet heb-
ben, moeten er maatregelen worden getrof
fen om het aantal boventallige leerkrachten
tot 3 te beperken. Dit aantal zouden wij in-
tusschen voorshands ook niet willen vermin
deren, Met inachtneming hiervan meenen
wij u het volgende in overweging te moeten
geven.
Naast de beide door ons aanvankelijk
overwogen maatregelen:
a. plaatsing van twee klassen derzelfde
school onder leiding van één leerkracht;
b. niet-vorming van een eerste klasse aan
één of meer scholen; is nog een derde maat
regel mogelijk, die leidt tot beperking van
het aantal boventallige leerkrachten tot 3,
n.1.
c. het laten voortbestaan van de klassen-
combinatie aan de Nicolaas Beetsschool en
daarnaast een vaste leerkracht te doen ont
breken aan de school met het geringste aan
tal leerling-aangiften, n.1. de Bosbocm-
Toussaintschool en aan die school een kwee
keling met akte toe te laten, voor de eerste
klasse.
Wij geven aan laatstvermelden maatregel
de voorkeur, omdat daardoor niet behoett
te worden overgegaan tot het laten ontbre
ken van een eerste klasse aan een der scho
len en aan uitbreiding van de combinatie
van klassen. Weliswaar zijn wij van m e-
ning, dat in de toekomst geen 7 volledige
scholen in deze gemeente noodig zullen zijn,
tenzij bij een buitengewone toename van
het aantal aangiften, maar wanneer het vol
gend jaar een verdere beperking van het
aantal leerkrachten noodig is, verdient het
aanbeveling een der 7 scholen, die daar
voor het meest in aanmerking komt, op te
heffen, voor zoover de leerlingen over de
klassen der andere scholen kunnen wordci
verdeeld.
Wij laten hieronder volgen het aantal bo
ventallige onderwijzers, wanneer uitvoering
wordt gegeven aan den maatregel vermeid
onder c.
Neemt men de hiervoor genoemde aantal
len leerlingen als grondslag, dan bedraagt
het aantal boventallige onderwijzers in 1935,
wanneer er niets zou gebeuren:
Boventallig n
Tesselschadeschool gemiddeld: in 1935:
182 -f 180 188 188 738 4 184Vs 2
Bosboom-Toussaintschool ....««1
Hofdijkschool1
Vondelschool
Nicolaas Beetsschool gemiddeld:
196 -f 191 184 184 755 4 1SS 3/4
Rochdaleschool1
Lindenschool «•«..■•g
Samen
Indien het leerlingenaantal van de Tessel
schadeschool en zoo noodig van de Nicolaas
Beetsschool eenigszins versterkt wordt, zoo
dat het gemiddelde 186 of meer wordt of
blijft, dan heeft eerstgenoemde school er 1
en laatstgenoemde er geen, blijft dus 4 bo-
ventalige onderwijzers. Door een vaste leer
kracht aan de Bosboom-Toussaintschool te
doen ontbreken en een kweekeling met akt.-
toe te laten, wordt het aantal boventalli
gen 3.
Deze kweekeling kan krachtens artikel
VIII der wet van 29 December 1933 (Staats
blad nr. 779) bij het bezit der akte van on
derwijzeres) zelfstandig met het onderwijs
in een klasse worden belast. Aangezien zoo-
als gezegd de Bosboom-Toussaintschool
(Brillesteeg) in de nieuwe le klasse het
kleinst aantal leerlingen zal hebben, verdient
het aanbeveling de kweekeling aan die klas
se te werk te stellen en één betrekking van
onderwijzer(es) aan deze school op te hef
fen. Hiertegen bestaat geen bezwaar, aange
zien dan de betrekking van mej. E. M. Buijs
zou kunnen worden opgeheven en aan deze
onderwijzeres op dien grond ontslag zou
kunnen worden verleend, waarvan toeken
ning van wachtgeld het gevolg zou zijn.
Me). Buijs kan zich met een en ander veree
nigen.
De tewerkstelling van een kweekeling za!
voorshands tijdelijk voor één jaar zijn en
uitsluitend moeten dienen ter voorkoming
van vermeerdering van het aantal bovental
lige leerkrachten. Voor het volgend jaar zal
dan eventueel kunnen worden overwogen,
welke school op den duur voor opheffing in
aanmerking komt.
De kweekeling zal voor de te verrichten
diensten een toelage moeten hebben Wij
zouden die toelage willen vaststellen op een
bedrag berekend naar 800 per jaar.
Deze uitgave moet worden gevoegd bij de
kosten van 't openbaar gewoon lager onder
wijs, waarnaar de vergoeding per leerling
aan overeenkomstige bijzondere scholen
wordt berekend; de laatste zal dus iets hoo-
ger worden.
Uiteraard zullen wij er op toezien, dat de
verschillende scholen de aantallen leerlin
gen hebben, vereischt cm de hiervoor ge
noemde resultaten te bereiken.
De school voor centraal 7e en 8e leerjaar
zal volgens de op 20 Juni j.1. bekende gege
vens met den aanvang van het volgende
schooljaar waarschijnlijk 155 leerlingen tel
len. Aan de school zijn thans 3 leerkrachten
verbonden. Het behoeft geen betoog, dat
hiermede niet kan worden volstaan, en dat
een 4e leerkracht moet worden aangesteld
Ook voor een juiste verdeeling in groepen,
in verband met de verdere bestemming d-^r
leerlingen, zijn aan deze school 4 leerkrach
ten gewenscht. Wel daalt in den loop van
het schooljaar het aantal leerlingen geleide
lijk, vooral bij den aanvang van het schoo'-
jaar der Ambachtsschool op 1 April, maai
dit kan geen reden zijn om aan de schooi
het aantal leerkrachten te onthouden, het
welk aanvankelijk noodig is om het onder
wijs tot zijn recht te doen komen, vooral om
dat het voor velen eindonderwijs is en de
klassen dan toch nog gemiddeld bijna 40
leerlingen tellen. Wij zullen den minister
van onderwijs, kunsten en wetenschappen
verzoeken voor dit geval artikel 56, 2e lid
der Lager-onderwijswet 1920 toe te passen,
en de wedde van de 4e leerkracht voor reke-
ning van het Rijk te nemen, zoolang het
aantal leeringen 131 of meer bedraagt.
Ter uitvoering van vorengenoemde maat
regelen zullen de volgende voorzieningen
kunnen worden getroffen.
Aan de Tesselschadeschool (Laat) bestaat
nog steeds een vacature wegens het aan nu
wij en den heer J. J. T. Kooij verleend eervol
ontslag. In de vacature voor een boventalli
ge leerkracht aan deze school zouden wij
voorshands nog geen definitieve voorziening
willen treffen om de hierna aangegeven re
den.
Aan de Bosboom-Toussaintstraat (Brille
steeg) wordt één betrekking van onderwijze
res opgeheven. Mej. E. M Buijs verkrijgt
cnts'ag wegens opheffing van haar betrek
king. In haar plaats komt een kweekelinge.
De plaats van 4e leerkracht aan de school
voor centraal 7e en 8e leerjaar kan worden
vervuld door de overplaatsing van mej W.
W. Kaper, thans verbonden aan de Gemeen
teschool nr. 7, waar zij door het verdwijnen
van de 5e klasse overcompleet wordt. Wij
hebben den Inspecteur van het lager onder
wijs in de inspectie Alkmaar verzocht ons te
willen mededeelen of hij zich met deze over
plaatsing kan vereenigen.
Verder wordt aan de Vondelschool één
leerkracht overcompleet wegens het verdwij
nen van de voor den duur van het loopende
schooljaar gevormde parallel 6e klasse aan
deze school. De beslissing met betrekking
tot de leerkracht, die voor ontslag in aan
merking komt, kan eerst worden genomen
nadat beslist zal zijn op een verzoek om af
keuring, door één der leerkrachten gedaan
ter verkrijging van invaliditeitspensioen
Wij meenen, dat door aanneming van ons
voorstel tegemoet gekomen wordt aan de be
zwaren in de commissie van bijstand naar
voren gekomen, in zooverre dat de Hofdijk
school voor het volgend schooljaar zal be
staan uit 6 klassen.
Intusschen zal hiermede geen definitieve
toestand zijn verkregen, daar medio 1935 de
organisatie van het lager onderwijs opnieuw
onder de oogen zal moeten worden gezien
In verband niermede is het gewenscht voor
de vacatures van boventallige leerkrachten
tijdelijke voorzieningen te treffen.
B en W. geven den raad in overweging de
desbetreffende besluiten vast te stellen.
l) Het spreekt vanzelf, dat van deze lter-
lingen een aantal zal moeten worden ver
wezen naar een andere school
DE ZAAK-JANSEN VOOR GED STATEN.
De heer J. H. Elfring heeft in antwoord
op het dezer dagen door ons gepubliceerde
advies van B. en W., aan den voorzitter van
Ged Staten, in verband met het adres van
den heer Jansen, een schrijven aan oen Com
missaris der koningin ingezonden, waaraan
wij het volgende ontkenen:
Den 30en Juni 1.1. werd in de pers hc-t ant
woord van B. en W. van Alkmaar gepubli
ceerd op Uw kantbesrhikking bii het adres
van mijn cliënt, den heer Jansen, aan Uw
college, in verband met de weigeiing van
den Alkmaarschen raad om la m arbitrage
toe te staan in een zaak van ,cvering „ten
behoeve" der gemeente Alkmaar.
Dit antwoord adeint een zoodanigen per
soonlijken geest tegen mij als deskundig ac
countant, dat ik wel verplicht ben daartegen
over mijn meening te geven. LJitdi ukkelijk
wil ik hier echter vast stellen, dat noch ik,
noch de heer Jansen ons door het opwerpen
van deze onzakelijke voorlichting op een
zijspoor zullen ïaien voeren, maar zullen
blijven streven naai weerlegging van de
mededeelingen van B. en W.
B. en W. spreken van „lasterlijke aantij
gingen" en .grove beschuldigingen", reeds
in den aanhef van hun verweer, maar zij
voeren in dat verweer geen enkel bewijs
daarvoor aan. Hoewel hun redactie niet be
paald duidelijk is. zal U och wel blijken, dat
geen enkel geval van laster of grove be
schuldiging wordt genoemd.
Naar mijn m?ening kan UEd. beter dan
B. en W. van Alkmaar beoordee en wat de
waarde is van mijn rapporten. Ik had de eer
enkele zeer oelangrijke rapporten over vast
gewerkte gemeenten aan U voor te leggen en
nog nooit was ik „er naast" of kreeg ik der
gelijke verwijten te hooren. Hetzelfde geldt
ten opzichte van al mijn conferenties hetzij
met U over deze rapporten, hetzij met de
heet en Wendelaar, v. Kinschot Westerhof of
Koefcna. Mijn laatste bezoek aan U, den 3en
Mei. juist over deze zaak-Jansen, kan ook
als maatstaf dienen.
Bepaald ernstig vind ik het, dat Alkmaar
aan Zee. het krantje, dat ik heb uitgegeven,
bij deze kwestie wordt betrokken De daar
achter volgende mededeel ing, dat ook brieven
aan den toenmaiigen burgemeettei. mr Wen-
delaar, werden verzonden door den heer
Jansen en mij en ..toen hiermede geen resul
taat werd bereikt'-, mijn rapport zou zijn
verschenen, vind ik beneden critiek. Dit kran
tje staat hier volkomen buiten, brieven aan
den burgemeester zijn door den heer Jansen
nooit geschreven en door mij siechts eenmaal,
den 1 Jen October 1933 Deze brief was slechts
een verzoek om een bespreking. Mocht het
de bedoeling zijn van deze tirade Alkmaar
aan Zee te verlagen tot een soort werktuig
om pressie Uit te oefenen, dan zal deze machi
natie ongetwijfeld verontwaardiging weklen
bij vriend en vijand, want het is bekend
genoeg dat dergelijke practijken niet met mijn
persoon zijn te verbinden.
De heer Elfring betoogt vervolgens, dat
den heer Jansen arbitrage weid gewegerd,
omdat hij jjeen aannemer zou
z ij n. Toen hij daarop meende b" moeien
procedeeren. hebben de re ?htsgeleerden (al
weer de rechtsgeleerden) hem volkomen ten
onrechte laten procedeeren over het bedrag
van zijn vordering.
Een kortere en goedkoopere procedure had
moeten worden ingesteld, n.1. de eisch om
van gemeentewege een arbiter aan te stellen,
waarop hij ïecht had.
In het gevoerde proces werd onmiddellijk
van den kant der gemeente aangevoerd, dat
mijn cliënt voor het staven zijner vordering
geen getuigen mocht oproepen,
omdathij wel aannemer was.
Eerst geen arbitrage, omdat hij geen
aannemer was, daarna geen behan
deling van zijn vordering, omdat hij wel
aannemer was.
Voor den heer Jansen zou dus geen
arbitrage bestaan e n ook geen recht.
In haar verweer houdt de gemeente zich nu
aan de meening van de rechtbanken, waarmee
ik volkomen accoord ga. De heer Jansen is
aannemer geweest. Best. maar dan heeft hij
ook recht op arbitrage en is deze hem ten
onrechte geweigerd geworden.
Maar,om dat weer terug te houden,
bedenkt de gemeente weer wat anders
Gemeenteverordening 974, die arbitrage
voorschrijft, zou op mijn ciitnt niet van toe
passing zijn. Het is heelemaal niet van be
lang, warrt dan treedt automatisch de vorige
verordening gemeenteblad 758 in werking en
die schrijft ook arbitrage voor.
Ten overvioede wordt er in beide verorde
ningen gesproken van hem, die werken uit
voert ten behoeve van de gemeente, zoodat
het woord of het begrip aannemer zijn be-
teekenis verliest.
Dat rechi op arbitrage staat vast en
in de uitvoerige correspondentie met
den secretaris, den heer Koel ma. opge
nomen in mijn rapport, wordt dat dan ook
ten slotte erkend. Diens bewering, dat arbi
trage zou zijn uitgesloten, omdat het niet
uitdrukkelijk wordt genoemd in de stukken,
die den heer Jansen als leiddraad dierden is
door mij volkomen ontzenuwd door het feit,
dat bestendig gebruikelijke be
dingen van kracht blijven, tenzij
ze uitdrukkelijk worden uitge
sloten.
Nergens is arbitrage uitdrukkelijk uitge
sloten. al geeft art 2 van de Algemecne Rijks
voorschriften daartoe de gelegenheid. Die
uitsluiting had dan van te voren in de do
cumenten vermeld moeten worden.
B. en W zeggen: „Wij achten het uitge
sloten, dat deze wethouder eenige toezegging
van schadevergoeding heeft ge
daan". Hier citceren B. en W. de bewering
van den heer Jansen volkomen onjuist De
wethouder heeft minnelijke schikking t<ege
zegd. waarmee mijn cliënt na bespreking vol
komen genoegen kan nemen, want deskun
digen zulien hem gelijk geven. Maanden na
het verstrijken van den cassatietermijn weid
hem de beloofde schikking geweigerd. En
daardoor verviel de vaststelling van zijn vor
dering (het gaat niet om schadevergoeding)
en daarna kon hij niet meer procedeeren ook.
Maar vooveel stond vast en staat nog vast.
dat juist die rechtszaak heeft u;tgemaakt. dat
mijr» cliënt aannemer is en recht heeft op
deze ai bitrage volgens verordening gemeente
blad 758.
Iets verder in het verweer van B. en W.
wordt verteld dat mr. Zeijlemaker „voor
den rechter had kunnen eischen"
dat een arbitragecommissie moest worden
benoemd.
Juist heeren Burgemeester en Wethouders:
Zoo is het! Dat is volkomen wat ook ik
beweer
Maar als mr. Zeijlemaker dat nu niet ge
daan heeft of dat niet geweten heeft, dan
wil dat niet zeggen, dat hetrecht
van mijn cliënt op arbitrage zou
zijn vervallen.dat recht bestaat.
Dan wii ik ook nog wel even terug komen
op die (polit eke) commissie, benoema in
raadsvergadering v<m 19 April 1934. Het is
nog zeer de vraag of die commissie neutraal
zou zijn. Mijn ciiënt heeft daar niet vrij uit
kunnen spreken Er werden hem vragen voor
gelegd, die hij had te beantwoorden. Zijn
37. Drein, die lang niet zoo brutaal was als Piet, had allang
werk gevonden. Hij was aangenomen als schaapherder en had
niets anders te doen dan op de kudde schapen te letten.
38. Juist stond Drein met Piet te praten, toen de eigenaar
van de schapen langs kwam om te gaan jagen. „Ik kan reusach
tig s eten", zei Drein, „mag ik dat geweer een hall uurtje ge
bruiken?"