DREIN DRENTEL EN PIET PRIKKEL nensioen 3 pCtTan den pensioensgrondslag, vermeerderd met U/, pCt. van de naar bo- guldens afgeronde wedde, en voor het weduwen- en weezenpensioen 5H van den tot 3000 beperkten pensioens- gr°NudSdèrhalve het verhaal van pensioens bijdragen bij de wet imperatief wordt voor geschreven, kan de verordening, regelende het verhaal van pensioensbijdragen op dc ambtenaren in dienst der gemeente Alkmaar, vervallen. B. en W. stellen den raad voor daartoe het besluit te nemen. VERKOOP GROND AAN DE JAN VAN SCORELKADE. B. en \V. schrijven in bijlage no. 92: De heer E. Th. J. van Latum, alhier, heett verzocht voor zich of zijn lastgevers van dc gemeente te mogen koopen een perceel bouw terrein, gelegen aan de Jan van Scorelkade, groot ongeveer 960 M2., voor den prijs van 10 per M2., ten einde daarop 7 woning, i te bouwen Tegen verkoop van genoemd perceel bestaat bij ons geen bezwaar, terwijl de grondprijs in overeenstemming is met de prijzen, door de commissie van bijstand voor het grondbedrijf voor de bouwterreinen, ge legen ten Noord-Oosten van den Berge - weg, in overweging gegeven. GELDLEENINGEN. tn bijlage no. 97 schrijven B. en W.: De firma Staal Co. te 's-Gravenhagt zond ons wederom een aanbieding voor drie onderhandsche geldleeningen, groot respec tievelijk 150 000, 100.000 »n 50 000, rente 4 1/4 pCt., kcers 100 pCt., met uitslui ting van versterkte of geheele aflossing gedu rende de eerste 5 jaar. De commissie van bijstand voor de finan ciën is blijkens haar ter inzage gelegd ad vies met ons van meening, dat het gewenschi is deze bieding te aanvaarden. Het bedrag der leening wordt aangewend tot dekking van onderscheidene kapitaalsuit gaven, welke zijn aangegeven op de bij ce stukken gevoegde staten. De geldgevers stellen er prijs op, dat dc door hen ontworpen voorwaarden in het op hun leening betrekking hebbend besluit in haar geheel worden overgenomen zonder publicatie van namen en woonplaatsen. De ontbrekende gegevens zullen bij de uitvoe ring van de besluiten ten behoeve van Gec. Staten nader worden ingevuld. Ten aanzien hiervan mogen wij u eveneens naar de stuk ken verwijzen. In verband met het bovenstaande stellen B. en W. voor de desbetreffende besluiten te nemen WIJZIGING GEMEENTE- BEGROOTING, DIENST 1933. B. en W. bieden den raad in bijlage no. 93, onder overlegging van het advies dtr commissie van bijstand voor de financiën, ter vaststelling aan een besluit tot wijziging van de begrooting van inkomsten en uitga ven der gemeente voor het dienstjaar 1933 De vernooging van inkomsten en uitga ven bedraagt voor den gewonen dienst 359.000, voor den kapitaaldienst 224.600 gulden. UITBREIDING KANTOORRUIMTE LANDBOUWHUIS. In bijlage no. 100 schrijven B. en W.: De Vereeniging „het Landbouwhuis Noord- Holland", alhier, heeft ons verzocht de zol derverdieping van het Landbouwhuis in te richten ten dienste van verschillende Regee- ringscrisisbureaux, die bereid zijn de te ma ken kantoorlokalen van de Vereeniging tc huren. Aangezien de Vereeniging zich bereid ver klaarde, de kosten der door haar gewensch- te verbouwing in het Landbouwhuis aan d» gemeente in 10 jaar terug te betalen, heb ben wij, waar de Vereeniging op spoed aan drong, gemeend de opdracht tot uitvoering der werkzaamheden te moeten geven. Wij vertrouwen, dat uwe vergadering zich hiermede kan vereenigen. Met de verbouwing is een bedrag van plm. 5240 gemoeid. Dit bedrag zal de Vereeniging „het Land bouwhuis Noordholland" alzoo in 10 jaren terugbetalen en wel in den vorm van een verhooging van huur, waartoe het huurcon tract met een bepaling kan worden aange vuld. B en W. stellen den raad voor de door hen genomen maatregelen goed te keuren. WIJZIGING ORGANISATIE OPENBAAR GEWOON LAGER ONDERWIJS. In bijlage no. 98 schrijven B. en W.: Volgens de op 20 Juni j.1. bekende gege vens zouden bij inwilliging van alle aanvra A. Opleidingsscholen: Tesselschadeschool (Laat) Bosboom Toussaintschool (Brillesteeg) B. Overige scholen: Hofdijkschool (Koningsweg) Vondelschool (Vondelstraat) Nicolaas Beetsschool (Snaarmanslaan) v Rochdaleschool gen om toelating van leerlingen tot de eerste klassen van de verschillende openbare scho len voor gewoon lager onderwijs deze klas sen met den aanvang van het eerstvolgende schooljaar als volgt zijn samengesteld: Aantal aangiften Zittenblijvers Samen 28 19 24 47 29 rcucnuaiescnoot Lindenschool «75 Samen - - 4° 0 4 1 4 4 28 21 30 51 30 29 44 212 21 233 Hoezeer wij zulks betreuren, kunnen wij geen vrijheid vinden u voor te stellen voor dit totaal aantal kinderen 7 vaste leerkrach ten aanwezig te hebben, omdat daardoor het aantal leerkrachten, wier wedden niet door het Rijk aan de gemeente worden vergoed (z.g. boventallige leerkrachten), thans 3 be dragende )t.w. 1 aan elk der beide oplei dingsscholen en 1 aan de Hofdijkschool) met 1 Augustus a.s. 4 zou worden, doordat aan de Rochdaleschool een leerkracht bovental lig worut. Hierbij is mede van invloed, dat met den aanvang van het schooljaar 1934' 1935 de nieuwe leerlingenschaal onbejoerkt van toepassing wordt en dus de overgangs toestand, krachtens welke in bepaalde geval len de Rijksvergoeding der wedden nog vo' fens de vorige schaal werd vastgesteld, omt te vervallen Verder is het voor een juiste beoordeeling van 't hier aan de orde zijnde vraagstuk van overwegend belang, dat elke wijziging in de aantallen leerkrachten aan de openbare scholen van invloed is op den z.g. klasse- deeler, die den maatstaf vormt voor de bere kening van het aantal leerkrachten, voor wie de besturen van overeenkomstige bijzondere scholen de wedden vergoed krijgen. Een ver mindering van het aantal leerkrachten zal in den regel eerst na een jaar haar invloed doen gelden op het bijzonder onderwijs, een vermeerdering kan terstond werken. De financieele toestand van de gemeente laat een verhooging van uitgaven voor bo ventallige leerkrachten niet toe. Wel zal echter, naar het ons thans voorkomt, behoud van 3 boventallige leerkrachten aan voren- ^noemde scholen althans vooralsnog moge- ijk zijn. Er zullen dus maatregelen moeten worden getroffen, waardoor dit getal net zal worden overschreden. Wij hebben ter bereiking van een beper king van het aantal leerkrachten aanvanke lijk overwogen óf plaatsing van twee klas sen derzelfde school onder leiding van één leerkracht (combinatie) óf niet-vorming van een eerste klasse aan één of meer nader aan te wijzen scholen, beide in meer of minder mate gepaard gaande met plaatsing van leerlingen naar een andere school dan de door de ouders gewenschte. Eerstgenoemde maatregel (combinatie van twee klassen derzelfde school) houdt opvoe ring van de aantallen leerlingen aan één of meer andere scholen, hoe gewenscht overi gens ook uit financieel oogpunt, tegen, en zal gewoonlijk slechts van tijdelijken aard kunnen zijn, alleen al. omdat herhaling van een klein aantal aangiften voor de eerste K 1 ass 1- 2. Tesselschadeschool 28 25 Bosboom Toussaintschool 21 27 Hofdijkschool 30 23 Nicolaas Beetsschool 30 15 Vondelschool 510 42 Rochdaleschool 29 34 Lindenschool 44 36 klasse het eerstvolgend schooljaar invoering van een tweede combinatie niet mogelijk maakt, en de school dan wellicht wederom een boventallige leerkracht, die er aanvanke lijk niet was, zal hebben, tenzij wedercm bijzondere maatregelen worden getroffen. Verder rijst de vraag, of een combinatie in de hoogere of hoogste klassen zal kunnen wor den voortgezet. Mocht zulks te eeniger tijd niet mogelijk blijken, dan kan de splitsing aanleiding ge ven tot het benoemen van een nieuwe leer kracht, die dan boventallig zal zijn. Laatstgenoemde maatregel (niet vorming van een eerste klasse aan een school) zal tot gevolg kunnen hebben, dat de school gelei delijk wordt opgeheven, indien althans de aangiften van kleine aantallen leerlingen voor de eerste klasse zich herhalen, waarte genover echter andere scholen een grootere Bezetting zullen hebben en de in de laatste iaren steeds voorgekomen moeilijkheden zul len verminderen, wellicht verdwijnen. B. en W. hebben omtrent deze aangelegen heid adviezen ingewonnen, we'ke zij nader in deze bijlage publiceeren. In hun oorspronkelijk voorstel aan de commissie van bijstand voor het onderwijs: gaven B en W. in overweging de klassen voor het eerste en tweede schooljaar aan de Hofdijkschool op te heffen (gevolg geen bo ventallige leerkrachten daar), en de klasse voor het tweede schooljaar (de tegenwoor dige le klasse) in haar geheel over te plaat sen naar de Nicolaas Beetsschool, ten einde het leerlingental daar aan te vullen. Voorts aanstelling van een kweekeling met akte aan de Bosboom-Toussaintschool. De commissie van bijstand is in haar ad vies verdeeld. Een deel der commissie ge.'ft de voorkeur aan instandhouding der beide laagste klassen der Hofdijkschool en advi seert zoo noodig één eerste klasse niet te vormen aan één der opleidingsscholen, ter wijl één lid zich uit financieele overweging met het voorstel kan vereenigen. Tevens laten wij hier ter toelichting vol gen een overzicht van de klasse-bezetting der verschillende scholen, zooals die vermoe delijk met den aanvang van het nieuwe schooljaar zou zijn aan de hand van de op 20 Juni j 1. bekende gegevens en bij inwil liging van de aanvragen om toelating tot de eerste klasse en de ons inmiddels gedane verzoeken om toelating van leerlingen tot een hoogere klasse dan de eerste en om overplaatsing- van leerlingen van de eene school naar de andere: en 3. 39 29 39 43 27 28 38 233 202 243 4. 32 37 36 42 35 40 42 264 5. 32 45 42 45 35 41 43 6. 32 38 28 41 42 42 40 283 263 Samen 188 197 198 264 184 214 243 1488 Zooals wij hiervoor reeds uiteengezet heb- ben, moeten er maatregelen worden getrof fen om het aantal boventallige leerkrachten tot 3 te beperken. Dit aantal zouden wij in- tusschen voorshands ook niet willen vermin deren, Met inachtneming hiervan meenen wij u het volgende in overweging te moeten geven. Naast de beide door ons aanvankelijk overwogen maatregelen: a. plaatsing van twee klassen derzelfde school onder leiding van één leerkracht; b. niet-vorming van een eerste klasse aan één of meer scholen; is nog een derde maat regel mogelijk, die leidt tot beperking van het aantal boventallige leerkrachten tot 3, n.1. c. het laten voortbestaan van de klassen- combinatie aan de Nicolaas Beetsschool en daarnaast een vaste leerkracht te doen ont breken aan de school met het geringste aan tal leerling-aangiften, n.1. de Bosbocm- Toussaintschool en aan die school een kwee keling met akte toe te laten, voor de eerste klasse. Wij geven aan laatstvermelden maatregel de voorkeur, omdat daardoor niet behoett te worden overgegaan tot het laten ontbre ken van een eerste klasse aan een der scho len en aan uitbreiding van de combinatie van klassen. Weliswaar zijn wij van m e- ning, dat in de toekomst geen 7 volledige scholen in deze gemeente noodig zullen zijn, tenzij bij een buitengewone toename van het aantal aangiften, maar wanneer het vol gend jaar een verdere beperking van het aantal leerkrachten noodig is, verdient het aanbeveling een der 7 scholen, die daar voor het meest in aanmerking komt, op te heffen, voor zoover de leerlingen over de klassen der andere scholen kunnen wordci verdeeld. Wij laten hieronder volgen het aantal bo ventallige onderwijzers, wanneer uitvoering wordt gegeven aan den maatregel vermeid onder c. Neemt men de hiervoor genoemde aantal len leerlingen als grondslag, dan bedraagt het aantal boventallige onderwijzers in 1935, wanneer er niets zou gebeuren: Boventallig n Tesselschadeschool gemiddeld: in 1935: 182 -f 180 188 188 738 4 184Vs 2 Bosboom-Toussaintschool ....««1 Hofdijkschool1 Vondelschool Nicolaas Beetsschool gemiddeld: 196 -f 191 184 184 755 4 1SS 3/4 Rochdaleschool1 Lindenschool «•«..■•g Samen Indien het leerlingenaantal van de Tessel schadeschool en zoo noodig van de Nicolaas Beetsschool eenigszins versterkt wordt, zoo dat het gemiddelde 186 of meer wordt of blijft, dan heeft eerstgenoemde school er 1 en laatstgenoemde er geen, blijft dus 4 bo- ventalige onderwijzers. Door een vaste leer kracht aan de Bosboom-Toussaintschool te doen ontbreken en een kweekeling met akt.- toe te laten, wordt het aantal boventalli gen 3. Deze kweekeling kan krachtens artikel VIII der wet van 29 December 1933 (Staats blad nr. 779) bij het bezit der akte van on derwijzeres) zelfstandig met het onderwijs in een klasse worden belast. Aangezien zoo- als gezegd de Bosboom-Toussaintschool (Brillesteeg) in de nieuwe le klasse het kleinst aantal leerlingen zal hebben, verdient het aanbeveling de kweekeling aan die klas se te werk te stellen en één betrekking van onderwijzer(es) aan deze school op te hef fen. Hiertegen bestaat geen bezwaar, aange zien dan de betrekking van mej. E. M. Buijs zou kunnen worden opgeheven en aan deze onderwijzeres op dien grond ontslag zou kunnen worden verleend, waarvan toeken ning van wachtgeld het gevolg zou zijn. Me). Buijs kan zich met een en ander veree nigen. De tewerkstelling van een kweekeling za! voorshands tijdelijk voor één jaar zijn en uitsluitend moeten dienen ter voorkoming van vermeerdering van het aantal bovental lige leerkrachten. Voor het volgend jaar zal dan eventueel kunnen worden overwogen, welke school op den duur voor opheffing in aanmerking komt. De kweekeling zal voor de te verrichten diensten een toelage moeten hebben Wij zouden die toelage willen vaststellen op een bedrag berekend naar 800 per jaar. Deze uitgave moet worden gevoegd bij de kosten van 't openbaar gewoon lager onder wijs, waarnaar de vergoeding per leerling aan overeenkomstige bijzondere scholen wordt berekend; de laatste zal dus iets hoo- ger worden. Uiteraard zullen wij er op toezien, dat de verschillende scholen de aantallen leerlin gen hebben, vereischt cm de hiervoor ge noemde resultaten te bereiken. De school voor centraal 7e en 8e leerjaar zal volgens de op 20 Juni j.1. bekende gege vens met den aanvang van het volgende schooljaar waarschijnlijk 155 leerlingen tel len. Aan de school zijn thans 3 leerkrachten verbonden. Het behoeft geen betoog, dat hiermede niet kan worden volstaan, en dat een 4e leerkracht moet worden aangesteld Ook voor een juiste verdeeling in groepen, in verband met de verdere bestemming d-^r leerlingen, zijn aan deze school 4 leerkrach ten gewenscht. Wel daalt in den loop van het schooljaar het aantal leerlingen geleide lijk, vooral bij den aanvang van het schoo'- jaar der Ambachtsschool op 1 April, maai dit kan geen reden zijn om aan de schooi het aantal leerkrachten te onthouden, het welk aanvankelijk noodig is om het onder wijs tot zijn recht te doen komen, vooral om dat het voor velen eindonderwijs is en de klassen dan toch nog gemiddeld bijna 40 leerlingen tellen. Wij zullen den minister van onderwijs, kunsten en wetenschappen verzoeken voor dit geval artikel 56, 2e lid der Lager-onderwijswet 1920 toe te passen, en de wedde van de 4e leerkracht voor reke- ning van het Rijk te nemen, zoolang het aantal leeringen 131 of meer bedraagt. Ter uitvoering van vorengenoemde maat regelen zullen de volgende voorzieningen kunnen worden getroffen. Aan de Tesselschadeschool (Laat) bestaat nog steeds een vacature wegens het aan nu wij en den heer J. J. T. Kooij verleend eervol ontslag. In de vacature voor een boventalli ge leerkracht aan deze school zouden wij voorshands nog geen definitieve voorziening willen treffen om de hierna aangegeven re den. Aan de Bosboom-Toussaintstraat (Brille steeg) wordt één betrekking van onderwijze res opgeheven. Mej. E. M Buijs verkrijgt cnts'ag wegens opheffing van haar betrek king. In haar plaats komt een kweekelinge. De plaats van 4e leerkracht aan de school voor centraal 7e en 8e leerjaar kan worden vervuld door de overplaatsing van mej W. W. Kaper, thans verbonden aan de Gemeen teschool nr. 7, waar zij door het verdwijnen van de 5e klasse overcompleet wordt. Wij hebben den Inspecteur van het lager onder wijs in de inspectie Alkmaar verzocht ons te willen mededeelen of hij zich met deze over plaatsing kan vereenigen. Verder wordt aan de Vondelschool één leerkracht overcompleet wegens het verdwij nen van de voor den duur van het loopende schooljaar gevormde parallel 6e klasse aan deze school. De beslissing met betrekking tot de leerkracht, die voor ontslag in aan merking komt, kan eerst worden genomen nadat beslist zal zijn op een verzoek om af keuring, door één der leerkrachten gedaan ter verkrijging van invaliditeitspensioen Wij meenen, dat door aanneming van ons voorstel tegemoet gekomen wordt aan de be zwaren in de commissie van bijstand naar voren gekomen, in zooverre dat de Hofdijk school voor het volgend schooljaar zal be staan uit 6 klassen. Intusschen zal hiermede geen definitieve toestand zijn verkregen, daar medio 1935 de organisatie van het lager onderwijs opnieuw onder de oogen zal moeten worden gezien In verband niermede is het gewenscht voor de vacatures van boventallige leerkrachten tijdelijke voorzieningen te treffen. B en W. geven den raad in overweging de desbetreffende besluiten vast te stellen. l) Het spreekt vanzelf, dat van deze lter- lingen een aantal zal moeten worden ver wezen naar een andere school DE ZAAK-JANSEN VOOR GED STATEN. De heer J. H. Elfring heeft in antwoord op het dezer dagen door ons gepubliceerde advies van B. en W., aan den voorzitter van Ged Staten, in verband met het adres van den heer Jansen, een schrijven aan oen Com missaris der koningin ingezonden, waaraan wij het volgende ontkenen: Den 30en Juni 1.1. werd in de pers hc-t ant woord van B. en W. van Alkmaar gepubli ceerd op Uw kantbesrhikking bii het adres van mijn cliënt, den heer Jansen, aan Uw college, in verband met de weigeiing van den Alkmaarschen raad om la m arbitrage toe te staan in een zaak van ,cvering „ten behoeve" der gemeente Alkmaar. Dit antwoord adeint een zoodanigen per soonlijken geest tegen mij als deskundig ac countant, dat ik wel verplicht ben daartegen over mijn meening te geven. LJitdi ukkelijk wil ik hier echter vast stellen, dat noch ik, noch de heer Jansen ons door het opwerpen van deze onzakelijke voorlichting op een zijspoor zullen ïaien voeren, maar zullen blijven streven naai weerlegging van de mededeelingen van B. en W. B. en W. spreken van „lasterlijke aantij gingen" en .grove beschuldigingen", reeds in den aanhef van hun verweer, maar zij voeren in dat verweer geen enkel bewijs daarvoor aan. Hoewel hun redactie niet be paald duidelijk is. zal U och wel blijken, dat geen enkel geval van laster of grove be schuldiging wordt genoemd. Naar mijn m?ening kan UEd. beter dan B. en W. van Alkmaar beoordee en wat de waarde is van mijn rapporten. Ik had de eer enkele zeer oelangrijke rapporten over vast gewerkte gemeenten aan U voor te leggen en nog nooit was ik „er naast" of kreeg ik der gelijke verwijten te hooren. Hetzelfde geldt ten opzichte van al mijn conferenties hetzij met U over deze rapporten, hetzij met de heet en Wendelaar, v. Kinschot Westerhof of Koefcna. Mijn laatste bezoek aan U, den 3en Mei. juist over deze zaak-Jansen, kan ook als maatstaf dienen. Bepaald ernstig vind ik het, dat Alkmaar aan Zee. het krantje, dat ik heb uitgegeven, bij deze kwestie wordt betrokken De daar achter volgende mededeel ing, dat ook brieven aan den toenmaiigen burgemeettei. mr Wen- delaar, werden verzonden door den heer Jansen en mij en ..toen hiermede geen resul taat werd bereikt'-, mijn rapport zou zijn verschenen, vind ik beneden critiek. Dit kran tje staat hier volkomen buiten, brieven aan den burgemeester zijn door den heer Jansen nooit geschreven en door mij siechts eenmaal, den 1 Jen October 1933 Deze brief was slechts een verzoek om een bespreking. Mocht het de bedoeling zijn van deze tirade Alkmaar aan Zee te verlagen tot een soort werktuig om pressie Uit te oefenen, dan zal deze machi natie ongetwijfeld verontwaardiging weklen bij vriend en vijand, want het is bekend genoeg dat dergelijke practijken niet met mijn persoon zijn te verbinden. De heer Elfring betoogt vervolgens, dat den heer Jansen arbitrage weid gewegerd, omdat hij jjeen aannemer zou z ij n. Toen hij daarop meende b" moeien procedeeren. hebben de re ?htsgeleerden (al weer de rechtsgeleerden) hem volkomen ten onrechte laten procedeeren over het bedrag van zijn vordering. Een kortere en goedkoopere procedure had moeten worden ingesteld, n.1. de eisch om van gemeentewege een arbiter aan te stellen, waarop hij ïecht had. In het gevoerde proces werd onmiddellijk van den kant der gemeente aangevoerd, dat mijn cliënt voor het staven zijner vordering geen getuigen mocht oproepen, omdathij wel aannemer was. Eerst geen arbitrage, omdat hij geen aannemer was, daarna geen behan deling van zijn vordering, omdat hij wel aannemer was. Voor den heer Jansen zou dus geen arbitrage bestaan e n ook geen recht. In haar verweer houdt de gemeente zich nu aan de meening van de rechtbanken, waarmee ik volkomen accoord ga. De heer Jansen is aannemer geweest. Best. maar dan heeft hij ook recht op arbitrage en is deze hem ten onrechte geweigerd geworden. Maar,om dat weer terug te houden, bedenkt de gemeente weer wat anders Gemeenteverordening 974, die arbitrage voorschrijft, zou op mijn ciitnt niet van toe passing zijn. Het is heelemaal niet van be lang, warrt dan treedt automatisch de vorige verordening gemeenteblad 758 in werking en die schrijft ook arbitrage voor. Ten overvioede wordt er in beide verorde ningen gesproken van hem, die werken uit voert ten behoeve van de gemeente, zoodat het woord of het begrip aannemer zijn be- teekenis verliest. Dat rechi op arbitrage staat vast en in de uitvoerige correspondentie met den secretaris, den heer Koel ma. opge nomen in mijn rapport, wordt dat dan ook ten slotte erkend. Diens bewering, dat arbi trage zou zijn uitgesloten, omdat het niet uitdrukkelijk wordt genoemd in de stukken, die den heer Jansen als leiddraad dierden is door mij volkomen ontzenuwd door het feit, dat bestendig gebruikelijke be dingen van kracht blijven, tenzij ze uitdrukkelijk worden uitge sloten. Nergens is arbitrage uitdrukkelijk uitge sloten. al geeft art 2 van de Algemecne Rijks voorschriften daartoe de gelegenheid. Die uitsluiting had dan van te voren in de do cumenten vermeld moeten worden. B. en W zeggen: „Wij achten het uitge sloten, dat deze wethouder eenige toezegging van schadevergoeding heeft ge daan". Hier citceren B. en W. de bewering van den heer Jansen volkomen onjuist De wethouder heeft minnelijke schikking t<ege zegd. waarmee mijn cliënt na bespreking vol komen genoegen kan nemen, want deskun digen zulien hem gelijk geven. Maanden na het verstrijken van den cassatietermijn weid hem de beloofde schikking geweigerd. En daardoor verviel de vaststelling van zijn vor dering (het gaat niet om schadevergoeding) en daarna kon hij niet meer procedeeren ook. Maar vooveel stond vast en staat nog vast. dat juist die rechtszaak heeft u;tgemaakt. dat mijr» cliënt aannemer is en recht heeft op deze ai bitrage volgens verordening gemeente blad 758. Iets verder in het verweer van B. en W. wordt verteld dat mr. Zeijlemaker „voor den rechter had kunnen eischen" dat een arbitragecommissie moest worden benoemd. Juist heeren Burgemeester en Wethouders: Zoo is het! Dat is volkomen wat ook ik beweer Maar als mr. Zeijlemaker dat nu niet ge daan heeft of dat niet geweten heeft, dan wil dat niet zeggen, dat hetrecht van mijn cliënt op arbitrage zou zijn vervallen.dat recht bestaat. Dan wii ik ook nog wel even terug komen op die (polit eke) commissie, benoema in raadsvergadering v<m 19 April 1934. Het is nog zeer de vraag of die commissie neutraal zou zijn. Mijn ciiënt heeft daar niet vrij uit kunnen spreken Er werden hem vragen voor gelegd, die hij had te beantwoorden. Zijn 37. Drein, die lang niet zoo brutaal was als Piet, had allang werk gevonden. Hij was aangenomen als schaapherder en had niets anders te doen dan op de kudde schapen te letten. 38. Juist stond Drein met Piet te praten, toen de eigenaar van de schapen langs kwam om te gaan jagen. „Ik kan reusach tig s eten", zei Drein, „mag ik dat geweer een hall uurtje ge bruiken?"

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 7