DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
DE PRINS-GEMAAL NAAR ZIJN LAATSTE RUSTPLAATS
De rouwstoet van den Haag naar Delft.
De plechtigheid in de Nieuwe Kerk.
Ho. 161 Dit nummer bestaat uit twee bladen Directeur: C KRAK. Woensdag II Juli 1934
136e Jaargang
EEN DROEVE DAG.
11 JULI 1934.
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—,
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
m
PRIJS DER GEWONE ADVERTEN11EN:
Van 15 regels 1.25, elke regel meer f 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060 Telef. 3, redactie 33.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
Voor de tweede maal in slechts een paar
maanden tijds trok vandaag door de straten
der residentie een Koninklijke rouwstoet op
weg naar het nabije Delft, om in die oude
Prinsenstad andermaal het zielloos hulsel
van een lid van ons Vorstenhuis aan den
koninklijken grafkelder in de Nieuwe Kerk
toe te vertrouwen.
Want heeft op een der laatste dagen van
Maart de plechtige uitvaart plaats gehad
van de grijze Koningin-moeder, voor wie de
avond des levens reeds was aangebroken,
toen zij op den 20sten van lentemaand de
eeuwige slaap was ingegaan, vandaag voer
de de rouwstoet met zich het stoffelijk over
schot van den Gemaal onzer Koningin,
Prins Hendrik, die de vorige week Dinsdag
na een ongesteldheid van enkele dagen plot
seling in de volle mannelijke kracht uit het
leven werd weggerukt.
Toonden de blijken van deelneming uit
alle kringen onzer samenleving, na het over
lijden van Koningin Emma, hoezeer deze
vorstin leefde in de harten van talloozen,
niet minder hebben de dagen na het ver
scheiden van den Prins Gemaal op de meest
ondubbelzinnige wijze aan het licht gebracht
hoezeer deze Prins alom geliefd was om zijn
groote belangstelling in het wel en wee van
ons volk, om zijn werkzaamheid en vooral
ook om zijn goedmoedigheid en zijn eenvoud
in den omgang. In de beide Kamers der Sta-
ten-Generaal is daarvan getuigd, evenals in
tal van kringen, waarin men de belangstel
ling en het medeleven van Prins Hendrik
noode zal missen.
Maar ook uit de vele bloemstukken, welke
opgestapeld werden bij zijn baar, en voora>
ook uit het groote aantal van degenen, d'.e
door het plaatsen van hun handteekening in
de registers van rouwbeklag en van hen, die
de laaste twee dagen vóór den begrafenis
dag, jangs het in de vestibule van het Ko
ninklijk Paleis aan 't Noordeinde opgebaar
de stoffelijk hulsel in lange rij defileerden,
bleek zonneklaar welk een voorname plaats
de overledene in de genegenheid en aanhan
kelijkheid van ons volk in al zijn geledingen
heeft ingenomen.
Het was dan ook zeker niet te verwonde
ren dat vandaag op dezen dag van nationa-
len rouw in Den Haag vele bedrijven waren
stopgezet en kantoren en magazijnen waren
gesloten en reeds zeer vroeg in den ochtend
tienduizenden en nog eens tienduizenden, uit
alle oorden des lands samengestroomd, de
straten der residentie vulden om zich tijdig
te scharen langs den meer dan 10 K M. lan
gen weg van het Paleis naar de Nieuwe Kerk
in Delft.
En zoo vertoonde deze rouwweg vandaag
weer het beeld als op 27 Maart j.1.
In één opzicht viel er evenwel verschil op
te merken tusschen den aanblik, dien deze
route in Maart opleverde en dien van van
daag. Toen toch waren de straatlantaarns
met rouwfloers omhuld. Thans echter niet,
aangezien men wist dat de Prins van uiter
lijk rouwbetoon afkeerig was. Vandaar dat
men dit zooveel mogelijk achterwege had ge
laten.
Dit nam evenwel niet weg, dat onder hen
die schouder aan schouder in meer dan dub
bele rijen langs den te volgen weg geschaard
stonden, velen oranje-rouw-strikken op de
borst droegen, terwijl overal ten teeken van
rouw de nationale vlag halfstok was ont
plooid.
Bij het Paleis.
Het loopt tegen acht uur, het tijdstip,
waarop voor een groot stadsgedeelte alle rij-
verkeer wordt afgesloten en gaandeweg
worden ook de verdere verkeers- en orde
maatregelen in toepassing gebracht.
Even na 8 uur komen de militaire troepen
aanmarcheeren. Het eerst zien wij de militai
ren, welke in den Haag bij het paleis de
eerewacht zulen betrekken en verder de troe
pen, welke voor de afzetting van het eerste
gedeelte van den weg zullen dienen.
De eerewacht ter weerszijden van den in
gang van het Koninklijk Paleis aan het
Noordeinde wordt betrokken door een deta
chement van het regiment grenadiers, groot
honderd man, met het omfloerste vaandel.
Bij deze eerewacht stelt zich op het muziek
korps van het eerste regiment infanterie De
trommels zijn met rouw omfloerst en ook aan
de muziekinstrumenten zijn rouwstrikken be
vestigd.
De militaire afzetting langs het eerste ge
deelte van den weg, van Paleis tot Vijver-
dam, bestaat uit vertegenwoordigers van
bijna alle korpsen der Nederlandsche land
macht, welke niet van den stoet deel uitma
ken. Het geheele leger is vertegenwoordigd:
infanterie, huzaren, luchtvaartafdeeling,
schoolcompagnie van den motordienst, wiel
rijders, veld-arfillerie, hospitaalsoldaten, mo
tor-artillerie, enz. enz.
Veel publiek is er in de naaste omgeving
van het Paleis niet toegelaten. Onder den
ouden kastanjeboom, recht tegenover het Pa
leis, staan de burgemeesters van een groot
aantal Nederlandsche gemeenten, ongeveer
500 in aantal. Ook staat hier een deputatie
van de Johanniterorde, om hun Commenda
tor een laatsten groet te brengen en een
groote vertegenwoordiging van de Neder
landsche padvinders.,
Om negen uur komen de Koningin en de
Prinses van het Huis ten Bosch in het Paleis
Noordeinde aan. De militaire eerbewijzen
werden gebracht en onder doodsche stilte
betreden Moeder en Dochter het paleis,
waaruit zoo dadelijk een geliefde Man en
Vader zou worden uitgedragen.
De stoet.
De troepen, die aan het militair escorte
zullen deelnemen, hebben zich inmiddels uit
Waalsdorp, waar zij den nacht hebben door
gebracht, naar het Malieveld begeven en
zich aldaar opgesteld. Omstreeks kwart voor
negen wordt naar het Paleis opgemarcheerd
Van het Malieveld zetten de troepen zich in
beweging langs de Koninginnegracht, de
Dr. Kuyperstraat, Mauritskade naar het
Noordeinde.
Nauwelijks zijn de laatste huzaren het
Noordeinde ingezwenkt of van de andere
zijde komt het eerste gedeelte van den rouw
stoet van het Koninklijk Huis, welke zich in
de Koninklijke Stallen heeft opgesteid, aan
rijden en sluit zich bij de militairen aan.
De rouwstoet bestaat uit zes gala hofkoet
sen, bestemd voor de buitenlar.dsche vorste
lijke personen en enkele hcoge hofdignitaris-
sen, voorts een aantal gala coupés en andere
hofrijtuigen. Tusschen deze koetsen rijdt de
rouwwagen. Deze rouwwagen biedt voor de
duizenden, die langs den weg geschaard
staan, een schouwspel als nog nimmer gade
geslagen. Immers overeenkomstig den reeds
jaren geleden kenbaar gemaakten wensch
van den Prins, zou Zijn begrafenis een
„witte begrafenis" zijn. In verband met de
zen wensch is de rouwwagen dan ook geheel
wit geschilderd. Acht zwarte paarden met
witte kleeden en manenkappen omhangen
trekken den wagen voort. Het is dezelfde
wagen, welke ook het stoffelijk overschot van
Koningin Emma naar Haar laatste rust
plaats heeft gebracht. Het doffe zwart heeft
thans echter plaaL gemaakt voor wit.
Om kwart voor tien rijdt deze sprookjes
achtige wagen, welke toch het stempel van
vorstelijke soberheid draagt, het voorplein
vóór het paleis op.
De laatste gang van den Prins.
Het plechtige oogenblik, waarop de blank
eikenhouten kist, met zilver gemonteerd be
vattende het stoffelijk overschot van Prins
Hendrik, het paleis zal werden uitgedragen,
is aangebroken.
Militaire commando's weerklinken. De ge
weren worden gepresenteerd, de vaandels
nijgen tot oen laatsten afscheidsgroet, ont
roerd ontblooten de duizenden de hoofden
en terwijl plechtig de muziek van het le re
giment infanterie de melodie inzet van een
oud-Hollandsch lied, gemaakt op den dood
van Prins Willem I uit de „Gedenkklancken
van Valerius" wordt de kist door 12 hof ja
gers van het paleis Het Loo door de vesti
bule naar buiten gedragen en in den rouw
wagen geplaatst.
De kist is bedekt met een bloemstuk van
de Koningin en de Pr nses, terwijl op een
volgwagen de kransen van de naaste familie
leden zijn neergelegd.
Dan wordt de droeve stoet geformeerd
De hooge gasten gaan in de rijtuigen, een
militaire escorte van 2000 man sluit den
stoet, die dan ongeveer 2K K.M. lengte be
draagt.
Langs den weg.
Het is een compacte menschenmenigte,
zoover het oog reiken kan, welke men langs
den weg, welken de stoet zal gaan, waar
neemt. In eerbiedige stilte staan de tien
duizenden. vele rijen dik geschaard, te wach
ten op het aangriji ende schouwspel van het
voorbijtrekken van óe vorstelijke begrafenis
Slechts het gebeier van de klokken verbreekt
de stilte, tevens verhoogende de wijding van
het oogenblik.
En op dat oogenblik dreunt het eerste ka
nonschot, dat gevolgd zal worden door vele
andere
Tallooze deputaties hebben langs den weg
een plaats gevonden. Van het gebouw der
Nederlandsche Handel Mij. tot aan den Hof
weg staat een eerefront opgesteld van de of
ficieren en reserve-officieren der Koninklijke
landmacht en der Koninklijke Marine, zoo
mede officieren van het Indisch leger, met ver
lof hier te lande en onder-officieren der land
en zeemacht.
Aan de overzijde van de Plaats staan aan
weerszijden van het standbeeld van Johan
de Witt de oud-officieren van bet Indisch
leger. Voorts hebben zeer vele vereenigingen
en organisaties gelegenheid gekregen zich
langs den bijna 10 K.M. langen weg, welken
de stoet moest gaan, op te stellen.
Deputaties van Oranjevereenigingen, van
het Mobilisatiekruis, van het Nationaal Jon
geren Verbond, de Weeskinderen, eenige dui
zenden leden van burgerwachten uit onder
scheidene plaatsen des lands, eveneens eenige
duizenden leden van den Bijzonderen Vrijw
Landstorm hebben zich langs de wegen ge
schaard.
Het langzame vertrek van den vorstelijken
rouwstoet is een bijzonder treffend mo
ment, maar ook langs den weg wordt de
menigte overal zichtbaar aangegrepen door
dat onuitspreekbare innerlijke gevoel, waar
door in veler oog een traan opwelt Voor
de duizenden, die deze begrafenisplechtigheid
gade slaan, is het ongetwijfeld een onver
getelijk gebeuren, dat hun tot in lengte van
jaren bij zal blijven.
Langs Kneuterdijk, Hofweg, Spui en Plette-
rijkade wordt naar het Rijswijkscheplein ge
reden. Op de Pletterijkade wordt een oogen
blik halt gehouden om aan de slippendragers
en de kamerheeren, die tot hier toe te voet
den tocht hadden meegemaakt, gelegenheid
te geven in de voor hen bestemde hofrijtuigen
plaats te nemen. Dan gaat de stoet verder
langs den Rijswijkscheweg in de richting van
Rijswijk.
De massale belangstelling te beschrijven,
zou monotoon worden. Overal ziet men het
zelfde beeld: een menschenmenigte, welke in
stille en gespannen aandacht het voorbij
trekken gadeslaat, terwijl alle vaandeis
negen en alle hoofden ontbloot worden.
Intusschen worden de troepen en de pu
blieke massa, die uren lang in de brandende
zon moesten wachten, met water gelaafd
terwijl een aantal personen, die door de
warmte bevangen waren, door de E.H.B O
worden weggebracht.
Omstreeks half elf is de rouwstoet aan de
grens van het Haagsche gebied gekomen en
komt de gemeente Rijswijk binnen. Ook hier
dezelfde massale belangstelling. Vóór het
raadhuis staat het gemeentebestuur met den
raad opgesteld om den vorstelijken Doode
een laatsten groet te brengen. Vele duizen
den Landstormers hebben hun plaats op
Rijswijks territoir gekregen. Bij den Hoorn
brug staan de officieele vertegenwoordiging
van den Bijzonderen Vrijwil ligen Land
storm, samengesteld uit deputaties van alle
gewestelijke commissies. De officieren zijn iu
uniform, de overige bestuursleden in het
zwart.
Tot aan de Hoornbrug doen de muziek
korpsen zich hooren, de Koninklijke Mili
taire Kapel speelt treurmuziek van Chopin,
Beethoven, Bouwman, Torelli e.a., afgewis
seld door de muziek van het 5e Regiment
Infanterie.
De stoet in Delft.
Bij het bereiken van het Kalverbosch
aan de grens der gemeente Delft, hebben
de slippendragers en de kamerheeren
hun rijtuigen weer verlaten en zich ter
weerszijden van den rouwwagen opge
steld.
Omstreeks twaalf uur rijdt de rouw
stoet het Marktplein op.
Langzaam marcheert het voorste ge
deelte van den 6toet de Markt op. De
Koninklijke Militaire Kapel zwenkt spe
lende uit en stelt zich naast het stand
beeld van Hugo de Groot op met het
front naar de kerk. Zachte treurmuziek
blijft klinken, terwijl de Markt zich
meer en meer vult met militairen te
paard en te voet en ook de hofrijtuigen
kwamen aanrijden.
Daar komt de witzilveren rouwwagen
om den hoek van het stadhuis.
Eensklaps zwijgt alle muziek en
slechts met getrappel der paarden i6
het eenige geluid, dat deze treffende en
indrukwekkende stilte verstoort.
Zoo riidt de rouwwagen tot voor den
ingang der kerk. Op dat oogenblik zet
de Marine-kapel het Wilhelmus in op de
oude toonzetting en onder deze plechtige
tonen word}, de kist uit den rouwwagen
in het voorportaal der kerk gedragen.
Hier wachten de Koningin en de Prin
ses om Haar Gemaal en Vader voor het
laatst te volgen
De Koningin en de Prinses.
De Koningin, Prinses Juliana en de vrou
welijke verwanten van Prins Hendrik waren
in het Paleis achtergebleven. Zij vergezelden
den ontslapene niet op zijn laatsten tocht,
doch zouden zich afzonderlijk naar Delft
begeven.
Toen de kist in de lijkwagen werd gedra
gen, stonden zij beiden voor een der vensters
van het paleis en zij bleven daar staan, ook
nog, toen de stoet reeds het paleis gepas
seerd was Het was, alsof een onzichtbaar
anker Hen vastgebonden hield aan de
plaats; het was, alsof zij nog niet goed kon
den begrijpen, dat de laatste tocht van Haar
Man en Vader was begonnen.
Zoodra het laatste gedeelte van den rouw
stoet de Hoornburg was gepasseerd, werd
dit aan het Paleis gemeld. Een aantal ge
sloten hofauto's reed voor, waarin de Konin
gin met de Prinses en de dames uit Haar ge
zelschap plaats namen.
Langs den afgezetten weg werd naar de
Hoornbrug gereden.
En terwijl de rouwstoet zich plechtstatig
langs de breede heerbaan te midden van de
weilanden beoog, snelden de auto's over den
Ouden Weg langs de Vliet en zoo bereikte
Hare Majesteit Delft, geruimen tijd voordat
de stoet in zicht was. Bij de grens der ge
meente Delft stond de burgemeester, mr. Van
Baren, Hare Majesteit op te wachten en be
geleidde Haar naar de kerk.
Toen de Koningin de Markt opreed en uit
de auto stapte, werden door de daar opge
stelde eerewacht van mariniers de militaire
eerbewijzen gebracht en speelde de Marine
kapel, die ter zijde van den ingang stond op
gesteld, onder leiding van kapelmeester
Leistikow het Wilhelmus.
In de Nieuwe Kerk.
Geruimen tijd voor de aankomst van
de Koningin had zich reeds een groote
schare genoodigden in het koor verza
meld.
Ruim 900 personen waren in de kerk
aanwezig. Het koor bood een schitteren
den aanblik; het ambtecostuum der ve'e
hoogwaardigheidsbekleeders, de offi
cieele kleedij der diplomaten, het cere-
monieele tenue der officieren wisselden
af met de zwarte of purperen toga's der
geestelijkheid en professoren. Het is
ondoenlijk alle aanwezigen bij de
plechtigheid te noemen.
Toen de muziek buiten weerklonk als
het teeken dat de rouwstoet voor de
kerk was aangekomen en de kist in het
voorportaal was ingedragen, verhieven
zich allen van hun zitplaatsen.
Ter weerszijden van den ingang van den
grafkelder stond een eere-wacht opgesteld
van het korps adelborsten en van de cadet
ten, met hun korpsvaandels. Ter zijde van
het monument van Willem den Zwijger ston
den vier bazuinblazers.
Terwijl buiten de muziek van Leidikow's
treurlied „De laatste eer" weerklonk, stelde
de Koninklijke stoet zich in het voorportaal
der kerk op. Langzaam en plechtstatig werd
de kist door der. 45 Meter langen corridor
gedragen naar den ingang van het Koor,
waar zich de grafkelder der Oranjes be-
virdt.
Het stoffelijk «verschot werd begeleid ter
Een rouwstoet gaat voorbij
En de duizenden, die op dezen zomerschen
dag langs den weg geschaard staan, zijn ge
tuigen van een schouwspel, zooals ze waar
schijnlijk nooit meer zullen zien, een schouw
spel, adembeklemmend van contrasten, on
wezenlijk van werkelijkheid.
De stoet is onderweg Kanonschoten dreu
nen om de minuut, en slaan gaten in de stille
zomerlucht, die trillend staat op een stad, die
haar Hoogsten Inwoner ten grave draagt.
Anders is het, niet het stemmige zwart, zoo
als op dien Maartschen dag, maar wit en wit
grijs zijn overheerschende kleuren. Wit als
kleur der rouw, iets niet-gekends in deze Wes-
tersche landen.
Prins Hendrik wilde het, had dien wensch al
jaren geleden te kennen gegeven, en zijn wil
is uitgevoerd.
Tamboers, pijpers, hoornblazers en de Ko
ninklijke Militaire Kapel laten hun sleepende
treurmuziek hooren, de duizenden kijkers staan
strak en stil te staren naar den lijkwagen, die
heel in de verte zichtbaar wordt. Daar nadert
langzaam, statig, als iets dat niet van dezen
tijd is, de wagen waarin het stoffelijk overschot
van Prins Hendrik naar zijn laatste rustplaats
gevoerd wordt. Ivoorblank is de wagen, een
onwezenlijk contrast vormend met het Wester-
sche idee, dat zwart de rouwkleur moet zijn.
De indruk is overweldigend, met het wit van
den wagen contrasteeren scherp de kleuren
van onze Nationale vlag, die de kist dekt, de
vlag waarover slechts enkele bloemen ge
strooid zijn. De lantaarns zijn wit omfloersd, de
paarden met witte kleeden gedekt, de zilveren
kroon op den wagen glinstert in de zomerzon.
De admiraalssteek en de ridderorden liggen op
den wagen.
En dan komen er bloemen, bloemen, en nog
eens bloemen. Rijtuigen vol bloemstukken en
kransen, van allerlei soort en vorm. Een gewel
dige kleurenpracht, die getuigt van de ge
negenheid voor Hem, die in een blanken wa
gen zijn laatsten gang gaat
De stoet staat stil de wagen staat
stil de stilte van de duizenden is hoorbaar,
alleen de kanonschoten en het klokkengebeier
doorscheuren de stilte.
Op den achtergrond, stram te paard, de offi
cieren van het Hof, wier goudbestikte unifor
men schitteren in de Julizon
o
Wat is het geweest, dat den Prins bewogen
heeft tot een uiting en een wensch voor zijn
laatsten gang? Men weet het niet, men gist
slechts. „Schenkt mij een witte uitvaart, en
rouwt niet over mij". In ieder geval is het een
besluit na diep en teeder denken, een besluit
met opzijzetting van alle conventie en traditie:
In het wit opgebaard, in een witte koets ver
voerd en de eeuwige slaap in een wit omhul
sel. Was het zijn drang naar Licht en Leven,
was het zijn Gemoedelijkheid, die Hem het som
bere zwart van den rouw deed verfoeien??
Men weet het niet, maar men heeft dezen
wensch geëerbiedigd, en de lange, lange stoet,
waarin de witte lijkwade domineert tusschen
het vele uniformgeflonker van militairen van
land- en zeemacht, trekt statig langs de witge-
gloeide asfaltboulevards, waar de glimmende
tramrails zilveren strepen trekken, beweegt
zich langzaam naar het oude stedeke Delft,
waar het Mausoleum der Oranjes wacht, waar
Prins Hendrik zal rusten in den grond van het
land dat hijzelf zoo menigmaal zijn Tweede Va
derland noemde.
rechter en ter linkerzijde door de slippen-
dragers en de daarvoor aangewezen kamer
heeren en voorafgegaan door den kamerheer
ceremoniemeester en de beide adjudanten
van den overledene Jhr. Laman Trip en lui
tenant ter zee eerste Klasse Calylenfels, dra
gende de militaire kenteekenen en orde-
teekenen.
Achter de baar schaarden zich de Konin
gin met Prinses Juliana aan haar rechter
zijde en Hertog Adolf Friedrich van
Mecklenburg ter linkerzijde. De overige vor
stelijke personen volgden hierachter.
Tijdens den gang van den lijkstoet van
het voorportaal der kerk speelde de organist
zacht op het orgel. Het was een preludium
waarin de melodie van het Mecklenburgsche
volkslied weerklonk.
Nadat de groote deuren, welke de rouw-