De plechtigheden in Delft. Weec&edcht Aan den vooravond der bijzetting. Hoe de Nieuwe Kerk er uitziet. GAAT NIET OP REIS DELFT IN DEN VROEGEN MORGEN. Van Putten Oortmeijer, Payglop. stöet aan het oog van de schare in de kerk onttrokken, waren geopend, vertoonde de stoet zich in een wondere mengeling van kleurschakeering voor de eerbiedig staande menigte. Toen de kist naar het midden van het koor was gedragen en op de katafalk was ge plaatst speelden de bazuinen het adagio van Wagenaar. De kist werd gedekt met het rouwkleed en daarover we*d ac vlag gelegd De chef van het Militaire Huis plaatste ver volgens het kussen met de ordeteek en en op de kist. De plechtige rouwdienst. Hierop ving de plecht.ge rouwdienst aan. Prof Dr. H. Th Obbink betrad den kan sel en las, na het uitspreken van het votum de eerste zeven vers en uit Mattheus 28 eenige versen uit Romeinen IS. Vooraf werd gezongen gezang 189 vers 4 en 6. Na het lezen uit den Bijbel zongen de aanwezigen gezang 271 vers 7 en 8. Prof. Obbink hield daarna de volgende toespraak. Wie had den 27sten Maart kunnen vermoe den, dat nu reeds weer de deuren van den Koninklijken grafkelder zich zouden ont sluiten om den zoo vroeg en onverwacht ont slapen Prins der Nederlanden te ontvangen! Onze ziel is verschrikt om zooveel leed als onze geëerbiedigde Koningin en Hare Ko ninklijke Dochter treft door het heengaan van deze twee beminde dooden. Wat een ge voel van vereenzaming doortrilt ons land en volk Het plotselinge van dit verscheiden heeft allerwege ontsteltenis gewekt, een ontstelte nis, die te heviger wordt gevoeld, doordat de wonde, geslagen door het heengaan on zer beminde Koningin-moeder nog nietis gesloten. Maar ook om de plaats, die de Ge maal onzer Koningin en de Vader onzer .Prinses innam in allerlei kringen onzer sa menleving, zijn wij ontroerd door zijn heen gaan. Naar populariteit heeft Hij niet ge streefd, toch was Hij populair. Er is gezegd, dat onze betreurde Konin- .gin-moeder zoo echt en geheel en zoo gemak kelijk Nederlandsche was geworden; welnu: de Prins der Nederlanden was inderdaad met hart en ziel een Nederlandsche Prins. -Hij is dat geworden niet als de vervulling van een noodzakelijke plicht, maar eenvou dig door zich te geven zooais hij was. Die natuurlijke ongedwongenheid was de groote aantrekkelijkheid van zijn persoon. Maar dit alles is nu voorbij. O, als wij moesten gelooven, dat dit het laatste is van ons menschenleven, dat het graf zich sluit boven ons hoofd, dan waren wij, naar Paulus' woord, „de beklagens waardigste van alle menschen". Maar wij weten, dat wij een gebouw van God hebben. Voor ons, die het menschenleven zien in het licht der eeuwigheid, is de dood geen einde, maar een overgang naar het volle licht en de 'alomspannende heerlijkheid. Ook Hij, die wij zoo straks ter laatste rustplaats zullen geleiden, zag zijn leven in dat licht met diepe en stellige overtuiging Het sterven was voor Hem een gang naar het eeuwige licht, een opgang naar hooger heerlijkheid. Daarom is het ook volgens zijn wensch dat die opgang zou worden uitge drukt in witte lichte kleuren, symbolisch aanduidend de lichtsfeer der eeuwigheid. Daarom hebben wij ook ditmaal deze plechtigheid mogen aanvangen met het lezen van een lied des levens, een lied der hope, een juichtoon over de reddende liefde Gods die ons geen macht ter wereld kan ontroo- ven. Van zulke dingen te mogen spreken bij een open graf is de grootste heerlijkheid die God aan menschen gaf. Wij drukken daar door uit dat, naar des Apostels woord „de dood is verzwolgen in de overwinning" en dat geen ding ons kan scheiden van de liefde van Christus die het leven en de onverderfe lijkheid heeft aan het licht gebracht. Toen Christus aan het kruis stierf, was zijn dood een zegepraal, zijn schijnbare on dergang een overwinning. Die overwinning is de overwinning van allen die weten wat het is, met Hem te sterven en met Hem op te staan tot een nieuw leven. Dan heeft de dood zijn scherpen prikkel verloren en het leven viert zijn eeuwigen triomf. Geloofd zij God die het in Christus mogelijk maakte dat sterfelijke menschen zulke groote dingen mogen zeggen op een plaats waar alle aard- sche glorie verzinkt. De rede van prof. Obbink werd besloten met het uitspreken van een gebed. Daarna verzocht nog de predikant gezamenlijk te zingen gezang 202 vers 1 2 en 4 en tot slot sprak prof. Obbink nog een zegenbede uit. Toen was het plechtig oogenblik gekomen, dat de kist in den grafkelder zou worden ge dragen. De chef van het Militaire Huis met de beide adjudanten van den ontslagen Prins begaven zich naar de baar waar de chef van het Militaire Huis het kussen van de kist afnam en aan genoemde adjudanten overgaf. De kist werd daarna ontdaan van het kleed en de vlag en voorafgegaan door den Koninklijken Comissaris van den grafkelder en prof. Obbink in den grafkelder gebracht. De koningin, de Prinses, Hertog Adolf Frie- .drich en Hertogin Adolf Friedrich volgden den droeven stoet. Langzaam werd de kist aan ieders oog onttrokken, terwijl alle aanwezigen staande gezang 209 1 en 3 zongen. Bij het eerste vers speelden de bazuinen de melodie mee De eerewachten, welke aan beide zijden van den grafkelder opgesteld stonden, brachten de laatste militaire eerbewijzen. Toen werd de toegang tot den grafkelder door het gordijn afgesloten. Bijzonder wijdingsvol klonken toen de tonen van het oude Wilhelmus boven den grafkelder, gespeeld door de vier bazuin blazers. In den grafkelder bad prof. Obbink het Onze Vader. Zacht orgelspel klonk weer door de gewel ven der kerk, toen prof. Obbink uit den graf kelder kwam. Daarop rezen de vorstinnen en vorsten van hun plaatsen op en werden naar hun auto's geleid. Alle overige personen bleven op hun plaats, totdat H.M. de Koningin de Kerk verlaten had. Eenige minuten stond de schare nog on beweeglijk ;daarna kwam er eenige bewe ging en diep onder den indruk van het droe ve gebeuren verlieten allen het kerkgebouw. (Van onzen eigen verslaggever.) Dinsdagavond 10 Juli. De journalist, die ook de bijzetting van de Koningin-moeder heeft gade ge slagen, krijgt in Delft een eigenaardigen indruk. Het is of hij niet weggeweest is. Het is of Delft al dien tusschentijd in het toe ken van balken en doek gestaan heeft. De tribunee. die einde Maart bijna huis aan huis langs den weg van den stoet gebouwd waren, zijn opnieuw opgetrok ken. Alleen treft thans een andere kleur van het bespanningsdoek. Het is niet meer het doffe zwart, dat tot dusver on verbreekbaar aan den rouw was ver bonden, het is een bijna vroolijk en in allen gevalle vriendelijk lila, hier en daar met witte of zwarte banden afgezet. De bevolking van Delft heeft de gele genheid te baat genomen om aan de vele duizenden, die zich eenige uren binnen de poorten der oude veste zullen bevin den, te verdienen wat er aan te verdie nen valt. Langs al die eindeloos lange oude grachtjes met hun schilderachtige steenen brugjes staan de tribunes weer in lange rijen, zoowel voor deftige particuliere woningen als voor winkels en kantoren. Er wordt een levendige handel in staanplaatsen gedreven, voornamelijk in den omtrek van de Groote Markt, maar het aanbod overtreft op het oogen blik dat wij dit schrijven verre de vraag. De Groote Markt biedt buiten de af zettingen opnieuw het beeld van een openluchttheater. Overal, vrijwel huis aan huis, zijn hier van ruwe balken en doek tribunes ge timmerd, twee, drie verdiepingen hoog, sommige zelfs op het dak. Naarmate zij dichter bij de kerk zijn gelegen worden de staan- en zitplaatsen duurder. Zij loopen van 1 tot 5 per plaats, maar de algemeene verwachting is op dit oogenblik dat de belangstelling beduidend geringer zal zijn dan die op 27 Maart geweest is. Het is alles zooals het toen was, maar het is minder treffend. Een menschen leven lang was geen Oranjevorst meer in den Delftschen grafkelder bijgezet en voor de Koningin-moeder was de belang stelling overweldigend. Vele duizenden die toen de bijzetting hebben meege maakt, zullen nu waarschijnlijk weg blijven. Het i6 voor particulieren een kostbare onderneming hier plaatsen te huren en het is te verwachten, dat de bijzetting van den Prins een herhaling van de gebeurtenissen in Maart zal zijn. Over het algemeen maakt Delft den indruk dat het er met afzettingen en ordemaatregelen minder streng toe gaat dan drie en een halve mrand gele den. Men profiteert thans van de er varing. Op de Groote Markt, waar de bronzen meer dan levensgroote figuur van Hugo de Gioot, een bruin verdorde lauwer krans om de schouders heeft gekregen is het vanavond buitengewoon druk. De duiven, die hier anders een rustige wan delplaats hebben, weten zich tusschen al die wandelaars en fietsers ternauwer nood te bergen en voornamelijk voor de Nieuwe Kerk heeft het publiek zich in tien dubbele rijen opgesteld in de hoop een korte blik in het inwendige te kunnen werpen. Tegen acht uur heeft de burgemeester van Delft mr. G. van Baren, de journa listen weer in de trouwzaal van het raadhuis ontvangen. Waren het er op 26 Maart een 80 tal, thans op den vooravond van de bijzet ting van Prins Hendrik is het aantal tot plus minus vijftig geslonken. Een korte rede. Mr. van Baren heeft, terwijl allen zijn rede staande aanhoorden, een herden kingswoord gesproken, dat zoo juist de beteekenis van dezen vorstelijken doode heeft weergegeven. Hij heeft op de moeilijke positie van een Prins-gemaal gewezen en op de voortreffelijke wijze waarop de thans overledene zijn taak heeft vervuld. On telbare malen heeft hij het koninklijk huis vertegenwoordigd en door zijn goedhartigheid en zin voor humor heeft hij zich in den lande een breeden vrien denkring verworven. De burgemeester wees in sympathieke woorden op de beteekenis van dit ver lies voor hen die achterblijven en deelde mede, dat H. M. de Koningin er prijs op gesteld had, dat de Prins een in alle op zichten plechtige begrafenis zou hebben. Nog hedenmiddag was Prinses Julia- na met de Prinses van Erfbach in het kerkgebouw geweest en had hare hooge tevredenheid te kennen gegeven met de wijze waarop men het kerkgebouw ook thans weer van een ruïne in een plechtig interieur heeft herschapen. Hoe de Nieuwe Kerk er uit ziet. Vervolgens werd door de aanwezige journalisten, onder leiding van den bur gemeester en den commissaris van poli tie, het kerkgebouw bezichtigd. Van buiten draagt het ditmaal een bekleeding van wit flanellen stof, die met lilabanden en lila gekleurde koor den is afgezet en ook het stadhuis heeft een doekbespanning in lila en wit die op het eerste gezicht wonderlijk aan doet. Wij hebben wel eens schouderopha lend van rare Chineezen gesproken als verteld werd .dat bij een Chineesche be grafenis de rouwkleur niet zwart maar wit war - Thans is dit niet alleen meer in China maar in ons eigen land het geval en het is niet te voorzien, waertoe de gevolgen van dit vorstelijk rouwvoorbeeld n^g kunnen leiden. Wit is de rouwversiering der kerk van buiten en wit en lila is zij ook aan Je binnenzijde. Opnieuw is hier van doek en steiger- werk een prachtige wandelgang gescha pen waar elk balkje door doek is wegge werkt. Overal zijn te linker- en rechter zijde van de hooge wit linnen en lila doekmuren de kransen van vreemde vorsten, van belangrijke autoriteiten en groote gemeenten' en organisaties neergelegd. Het is niet doenlijk ze bij het passee- ren alle te bekijken. Wij noemen slechts enkele der op de linten prijkende namen: Clubgenooten van Prinses Juliana, de 6ultan van Pon- tianak, de koning en koningin van Siam, koning Carol, het Italiaansche koningspaar, V E. met gouden kroon in fraai goudborduursel, de president van Tsjecho Slowakije, Leopold en Astrid en tallooze anderen. De kerk is vol bloemengeur en de eene krans is nog prachtvoller en nog groo- ter, nog kostbaarder dan de andere. In het koorgedeelte der kerk treft thans een groote verandering. Hoog en machtig verheft zich hier een baldakijn van witte stof met breede lila banen. Het welft zich over den preekstoel en over den ingang van den koninklijken grafkelder waarvan de traptreden van gele steentjes weer alle zichtbaar zijn. Daaromheen zijn de zitplaatsen thans amphitheatersgewijze opgesteld. Men heeft namelijk een fout hersteld die op 27 Maart naar voren is gekomen toen bleek, dat vele autoriteiten het plechtige gebeuren vanaf hun zitplaatsen niet goed konden volgen. Maar niet alleen van deze ervaring heeft men geprofiteerd. Het is toen eveneens opgevallen, dat de samenzang te zwak was omdat de ge- noodigden die de kerk vulden over niet voldoende stemmateriaal beschikten of maar dit hoorden wij niet officieel de gezangen welke werden opgegeven niet of slechts ten deele kenden. Met het oog daarop heeft men thans het voornemen tusschen de genoodigden een 50-tal invité's te doen plaats nemen die over een krachtig geluid beschikken en als het ware door hun stevige kennis der diverse gezangen als dragers van het muzikaal geheel kunnen optreden. Toen wij Dinsdagavond de kerk be zichtigden was de leider met deze zan gers en zangeressen het bleken'allen leden van het zangkoor van de Duin- oordkerk te 's Gravenhage te zijn aan het oefenen en vol en forsch klonk het geluid onder de groote steenen bogen. Wie de kerk aan de rechterzijde ver laat krijgt eerst een indruk van het ge weldig werk, dat de kerkbouwers ook thans weer hebben moeten verzetten om in weinige dagen dit plechtig interieur te kunnen bouwen. Het is hier een chaos van balken, stangen en steenen, een ruïne in den waren zin van het woord. Wie één pas buiten den plechtigen doodengang doet zien hoe alles daarachter een terrein vol afbraak en rommel is. Maar bij de plechtige bijzetting zullen vorsten en autoriteiten daar niet het minste van bemerken. Delft, Woensdagmorgen (per telefoon). Delft geeft in den vroegen morgen van vandaag weer denzelfden indruk als op 27 Maart. Vanmorgen heel in de vroegte hebben de belangstellenden hun plaatsen langs den grooten rijweg reeds gereserveerd. Vanuit ons hotel kunnen wij de nieuwsgierigen bij de Nieuwe Plantage hun zit- en staanplaatsen zien innemen. De directeur van een meisjes school en tal van zijn discipelen, allen gewapend met vouwstoeltjes, zoeken een breede plaats aan de voorzijde van het trottoir. Daarnaast zien wij een moeder, die met haar kinderwagen, waarin de jongste spruit, een veilig plaatsje zoekt en drie stoelen te voorschijn toovert, een groote en twee kleine, voor haar en haar kroost I Naarmate wij de binnenstad naderen, wordt de belangstelling grooter. De Oude Kerk heeft haar eiken koorbanken weer naar buiten gebracht en het pu bliek begint er beslag op te leggen. Vrijvvel geen huis op al die lange grachtjes, waar de stoet zal passeeren, of het heeft een paar afgezette tribunes. Zandwagens rijden rond, om de straten voor de koets- en ruiterpaarden goed begaanbaar te maken. De Markt geeft door de afzettingen weer het beeld van een vluchtelingenkamp. Vaders en moeders, opgeschoten jongens en meis jes, zij hebben allemaal een plaatsje in genomen In den nacht zijn zij gekomen en zij hebben, te oordeelen naar het asfalt, een groote hoeveelheid apenoot jes, sinaasappelen en bananea meege bracht. De mannen liggen plat op Jen grond en steken hun beenen onder de hekken door. De vrouwen zitten op kof fertjes, kistjes en stoeltjes van allerlei formaat. Kinderen schreeuwen en hul len. Er zijn overal huiselijke tooneeitjes die men anders op de Groote Markt nim mer ziet Op de wit- en lila-draperieën van de Nieuwe Kerk is thans een groote leliën- krans met witte en paarse linten beves- stigd en ook het stadhuis draagt op de zuilen van den opgang een paar fraaie lelie-kransen. De rouw is in Delft in toon gehouden: wit en lila, dat zijn de hoofd kleuren, die men overal ziet. De klokken luiden. Tegen half negen beginnen de stad- huisklokken en de St. Ursulaklokken van de Nieuwe Kerk te luiden. Zwaar dreunen hun sonore klanken over het Marktplein en overstemmen het rumoer der wachtende menigte. In de huizen rond de Markt worden de zitplaatsen ge leidelijk ingenomen. Hier en daar heeft men de ramen uit de omlijsting gehaald, zoodat de huurders vrij zicht hebben. Wij hebben den indruk, dat er dit maal ook door het overweldigende aanbod veel onverhuurd is gebleven. Men begint reeds plaatsen van 50 cents aan te bieden. Wellicht zal tegen het uur van de aankomst van de stoet de belangstelling van de huurders in het centrum wel grooter worden. De drukte neemt toe. Tegen half elf begint de drukte enorm toe te nemen. Alle straten behalve die, waarlangs de stoet moet passeeren, zijn nu afgezet en een eindelooze rij auto's brengt de autoriteiten aan, die den kerkdienst zullen bijwonen. Al wat ons land aan hooge militaire en civiele machthebbers bezit, komt thans over het Marktplein gereden. Het is alles goud en zilver van borduursel en decoraties, pluimen, steken, witte broeken met gouden biezen, professoren in toga en baret op. Bij het stadhuis is een groote deputa tie van oud-gedienden van land- en zee macht opgesteld, benevens vele Indische oud-militairen, allen eenvoudige, oude mannen, wier borsten met vele onder scheidingen getooid zijn. De plaatsenverhuurders hebben de laatste uren goede zaken gedaan. Men ziet o.a. etalages vol oude vrouwtjes, wat een zeer merkwaardigen indruk geeft. Hier en daar hebben belangstellenden een plaatsje in de dakgoot gezocht. Padvinders en Roode Kruis-mannen zijn op verschillende plaatsen opgesteld er hier en daar langs de dicht bezette den van drenkelingen georganiseerd, grachten zijn hulpposten voor het red- De halfstok-geheschen vlaggen zijn alle aan de onderzijde vastgebonden om het vroolijk uitwapperen te belemmeren. Langs den Rijksweg zijn 500 jongens en meisjes van de pas opgerichte Oranje-garde geplaatst en een 150-tal heeft zich voor de Oude Kerk opgesteld. Het is een neutrale Oranje-organisatie, waarvan de leden grijze blouse met oranje-das, zwarte baret en oranje-veer dragen. Autobussen brengen studentenwach- ten aan, waarvan de leden witte pluimen en steken dragen. De zon beschijnt dit kleurig schouw spel en men krijgt geenszins ook door het ontbreken van donkere rouwkleuren den indruk, dat dit het voorspel van een vorstelijke begrafenis is. Op de Markt. Wanneer de militairen gearriveerd zijn, biedt de markt hetzelfde aspect als bij de afzetting voor de Koningin- Moeder. Adelborsten sluiten aan bij cadetten met stormhelmen en leerlingen van de scholen voor verlofsofficieren. Voor de kerk staan weer de mariniers opgesteld, met de Marinekapel, die met zwart crepe omhulde schellenboomen dragen. Fel brandt de zon op het breede Marktplein. Herhaaldelijk worden door Roode Kruismannen flauwgeval lenen weggedragen. Men mag respect hebben voor de afzettingstroepen, die onder hun stalen helmen urenlang onbewege lijk staan. Duiven vliegen in breede vlucht over het Plein. De menigte wacht geduldig. Het Eerste Kamerlid Smeenge komt gebogen naar 't kerkgebouw en ongeveer om half twaalf worden de geweren ge presenteerd als minister Colijn en gou verneur van Karnebeek passeeren. Daarna volgt een lange stoet minis- 'ers, leden van den Raad van State en Kamerleden, waaronder vooral de figuur van minister Marchant opvalt. Overste van Santen, de commandant der bezettingstroepen, rijdt met zijn ad judanten voortdurend langs het front. De Koningin en de Prinses komen. Kwart over elf klinkt het commando „Geeft Acht". De geweren worden ge presenteerd, de marinekapel zet de in strumenten aan den mond, en vooraf gegaan door motorpolitie rijdt de auto van H. M. de Koningin tot vlak voor het kerkgebouw. Officieren salueeren, het oranjevaandel buigt, de kapel speelt het Wilhelmus. Een broeder van den Prins verlaat als eerste de auto, daarna volgt de Koningin, die over een witte japon een langen zwarten mantel draagt. Breed uit vallen daarover lange witte sluiers. Prinses Juliana komt achter haar met witten hoed en witte japon, waarover zij een korten, zwarten mantel draagt. Hofdames in het zwart volgen, en het geheele gezelschap verdwijnt in het kerkgebouw. Het wachten begint opnieuw, Poly goon en Profilti komen aanrijden, en hun wagens krijgen een plaatsje achter de adelborsten, zoodat de ondernemers de gebeurtenissen voor de Kerk uitste kend kunnen volgen. Om vijf minuten voor twaalf begint de Bourdon, de be kende klok van de oude kerk, te luiden als bewijs dat de stoet op Delftsch' grondgebied is gekomen. De stoet in zicht. Tegen half een komt eindelijk de stoet in zicht. Tromgeroffel heeft vanuit de verte haar komst aangekondigd Daar verschijnt om den Stadhuishoek een naar waarnemingen, verricht in den morgen van 11 Juli. Medegedeeld door het Kon. Nederl. Met. Instituut te De Bildt. Hoogste barometerstand 765,6 m.M. te Ingö. Laagste barometerstand 751,0 m.M. te Isafjord. Verwachting, geldig tot den avond van 12 Juli: Zwakke tot matigen veranderlijken wind- half tot zwaar bewolkt; waarschijnlijk nog' droog, behoudens kans op onweer; aanvan- kelijk nog warm. Weeroverzicht. Ofschoon de barometerdaüng is voort gezet, geschiedt deze zoo gelijkmatig, dat nog geen belangrijke verandering in den weerstoestand opt ad; alleen de hooge be wolking toont de nadering van een depressie in het Westen, die op den oceran nog aan omvang won. De onregelmatige depressie in Frankrijk heeft ondanks de zeer hcoge temperaturen nog maar weinig onweer gebracht en in Oost-Duitschland bleef dat nog geheel uit, al neemt de kans ei%p t<e. In Noord-Scan- dinavië is weer eenige regen gevallen. In de strook van hoogen druk van Noord-Scandi- navië tot Noord-Frankrijk bleef het weer kalm en tamelijk zonnig. Bij het verder oost waarts doordringen van de westelijke de pressie is eerst over enkele dagen belangrijke verandering te wachten. LICHT OP! Voor rijwielen en andere voertuigen heden avond te 9.52 uur licht op. HOOG- EN LAAO WATER TE BERGEN AAN ZEE. (In Zomertijd). J u 1 L Dat Hoogwater. Laagwater. v.m. nam. v.m. nam. 12 4 38 5 05 1.13 1.29 13 5.14 5 40 1.48 2.06 14 5 50 6.12 2.22 2.41 15 6.21 6.43 2.57 3.14 HOOG- EN LAAG WATER TE EGMOND AAN ZEE. (In Zomertijd). I nlL Dat Hoogwater. Laagwater. v.m. nam v.m. nam. 12 4.35 5.02 1.01 1.17 13 511 5.37 1.36 1 54 14 5 47 6 09 21" 229 15 6.18 6.40 245 302 zonder vulpenhouder, doch dan met verzekering tegen Verlies en Diefstal. detachement marechaussee te paard, met de standaard in rouwfloers. Daar achter volgt de groepscommandant, ge neraal van Andel, met zijn staf en dan nadert de koninklijke militaire kapel. De zon doet de nikkelen instrumenten schitteren en de mannen, die dentreur- marsch van Chopin spelen, trekken met langzame passen voorbij. Dan volgen de grenadiers en jagers met vaandel en twee escadrons huzaren. Nadat de kamerheeren zijn uitgestapt, rijden de hofrijtuigen eerst de kerk voorbij, opdat de lijkkoets niet behoeft te wachten. Het is eeh wonderlijk gezicht, deze witte lijkkoets. Het is dezelfde, die ook voor de bij zetting van H.M. de Koningin-Moeder is gebruikt, maar thans wit geschilderd. Hoog hangt het blanke baldakijn er overheen, met lange witte, tot bij den grond afhangende, zijkanten. Bovenop prijkt een zilveren kroon en op de hoeken staan pluimen van witte struisveeren. De koetslantaarns zijn in lan ge witte sluiers gehuld. Acht zwarte paarden trekken deze koets Zij zijn in lange witte mantels gehuld, waaruit slechts kleine dee- len van het hoofd en de beenen te voorschijn komen. Wit is de overheerschende kleur van dezen rouwstoet en dit doet de toeschou wers vreemd aan. Het gewone ceremonieel volgt. Langzaam worden de gordijnen der koets geopend, de driekleur bedekt net lijkkleed der kisten, twee hooge militairen dragen voorzichtig het kus sen met de admiraalsteek, de degen en de orden naar buiten. De eenvoudige kist wordt voortgeschoven en jagers en houtvesters met hun typische hoeden met veeren dragen haar langzaam het kerkgebouw binnen. De hof- rijtuigen, die rondgereden zijn, komen op nieuw op het marktplein. De koetsiers met hun driekantige goudgerande steken, maken een fantastiscnen indruk. Aan beide zij kanten gaan lakeien te voet. Uit de eerste koets komt Prins Karei van België en daar na volgen uit de andere de vorstelijke perso nen en hooge autoriteiten, die voor deze bij zetting zijn overgekomen. Uit de lange reeks rijtuigen komen officieren, die lange zwarte mantels met groote witte kruisen dragen: Maltheser ridders, die den overleden prins een laatsten groet brengen Uit de vier koetsen, hoog beladen met bloe men, worden daarna eenige kransen genomen en het kerkgebouw binnen gedragen. De militairen hebben de geweren aan den voet gezet, de marinekapel zwijgt. Orgelmuziek dringt thans uit de machtige kerk naar buiten, de rouwdienst in het oude grafmauseleum der Oranjes heeft een aanvang genomen. (Voor den plechtigen rouwdienst in dc Nieuwe Kerk zie men de eerste kolom van deze pagina Red. Alkm. Crt.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 2