HUISHOUDEN BETEEKENT V IN HUIS HOUDEN ALKMAARSCHE COURANT fixtgeUiksch Ovevticht Göbbels hekelt de buitenlandsche pers. Tl {Buitenland Seuilletm Haar avonturier. oo®a®® Jladioptoq I „Alles is leugen, laster en onwaarheid." N<>- 1*1 WOENSDAG 11 JULI 1934 Sinds de jongste geruchtmaken de gebeurtenissen in Duitschland, waarvan de Duitsche regeering blijkbaar met een bedoeling niet de juiste toedracht heeft willen pu- bliceeren, is de buitenlandsche pers ruim of meer aan het gissen gegaan naar het ver'oop van de zaken. Dat enkele beweringen dus eenigs- zins buiten de waarheid waren, is alleszins verklaarbaar. Dat daaren tegen minister Göbbels met zijn bekende verontwaardiging deze pu blicaties heeft gebracht is niet min der verklaarbaar. Gisteravond om 8 uur heeft hij voor alle Duitsche zenders het woord gevoerd. Zijn rede was betiteld: „De 30ste Juni in den spiegel van het buitenland". De minister begon met te zeggen: „Wanneer ik tot u, mijn volksgenooten spreek, zou ik mij met u tot het buitenland willlen richten en u allen als getuigen op roepen voor eenige, in de geschiedenis van de l .J- u journalistiek bijna zonder weerga voorgeko men gevhllen van leugen, laster en verdraai ing van ware feiten. De 30ste Juni is in Duitschland zonder eenige binnenlandsche ontreddering verloopen. De leider heeft met zijn autoriteit en een bewonderenswaardige driestheid de revolte van een klein groepje saboteurs en ziekelijke eerzuchtigen bliksem snel onderdrukt. Het dagelijksche leven ging zijn gewonen gang. Rust en orde werden in het geheele rijk niet verstoord. Het volk be groette met verlichting de reddende daad van Hitier, die Duitschland en daardoor de geheele wereld voor de zwaarste catastrofes bewaarde. Men zou hebben kunnen verwachten, dat de buitenlandsche pers, die tocht haar verant woordelijke en goedbetaalde vertegenwoordi gers in Berlijn en in andere groote steden van het Rijk heeft en daardoor de mogelijk heid heeft zich over de gebeurtenissen van 30 Juni objectief te laten voorlichten, met de in het internationale verkeer gebruikelijke waarheid en duidelijkheid van de gebeurte nissen melding zou hebben gemaakt en ze hebben beoordeeld. Eenige serieuze bladen hebben dat gedaan. Andere bladen zijn even wel kwaadaardig gaan ophitsen en op hy sterische wijze gaan belasteren. Het Duitsche Volk evenwel zal in dit uur van verweer en protest als getuige worden opgeroepen tegen de kwaadaardigheid, waar mede men opnieuw probeert Duitschland en zijn leiding systematisch in de oogen der we reld te kleineeren. De Duitsche regeering heeft tot nu toe over al deze schandalige ge beurtenissen gezwegen. Zij achtte het bene den haar waardigheid zich in te laten met deze soort van journalistiek. Zij heeft de ge beurtenissen van 30 Juni met voorbeeldige openhartigheid tegenover het eigen volk en de wereld uiteengezet. Zij heeft niets verzwe gen en is in alles de waarheid getrouw geble ven. Want zij was ervan overtuigd dat de on derdrukking van de revolte het best begrepen zou worden wanneer haar achtergronden en haar gevaren zonder eenige bemanteling open baar gemaakt werden. Ook in dit opzicht, aldus Göbbels, onderscheidt onze regeering zich van haar voorgangsters, omdat zij din gen, welke openlijk critiek vereischen, niet met den mantel der liefde bedekt, doch dat zij deze zonder scrupule prijsgeeft aan het volk, opdat dit erkent hoe noodig en juist haar handelen is. De Duitsche pers heeft de regeering daar bij met een tot dank verplichtende disipline terzijde gestaan. Zij heeft daarmede bewezen dat de groote opvoedende arbeid, welken het nationaal-socialisme en zijn regiem hebben gepresteerd, niet vruchtloos is gebleven. Het buitenland heeft gesmaald op de bepalingen van de Schrifleitergesetz. Het beweerde dat deze wet een brute kneveling was van de vrijheid van meenings- en gewetensvrijheid. In Duitschland zou geen openlijk woord meer gesproken kunnen worden, de waar heid zou uit onze bladen gebannen zijn. Maar het buitenland profiteert wél van die zelfde wet. Met dezelfde gestrengheid met welke wij erop toezien dat onze pers de bin nenlandsche politiek behandelt hebben wij er voor gezorgd dat de Duitsche pers zich in houdt tegenover het buitenland. Wij hebben het niet geduld dat staatslieden van andere naties in de Duitsche pers worden beleedigd. Elke buitenlandsche minister wordt in Duitschland behandeld met de achting die wij den onzen betoonen, want wij zijn van meening dat een ander optreden ten slotte zou leiden tot een vermindering van het auto riteitsgevoel. De crisis die in vele landen in Europa in de laatste maanden geheerscht hebben, waren vaak grooter dan de onderdrukking van het voorbereidende hoogverraad van 30 Juni. Toch heeft de Duitsche pers zich beperkt tot publicatie van feiten. Hoe anders de buiten landsche pers. Elke journalist van een buiten landsch blad kan overal in het Rijk oogen en ooren openhouden en gemakkelijk constatee- ren dat overal orde en rust heerschte? Maar wat deed de buitenlandsche pers? Zij zette een leugencampagne op touw, die wat betreft haar kwaadaardigheid slechts kan worden vergeleken met de „gruwelsprookjes-veld tocht" tegen Duitschland tijdens de oorlog. Alleen was deze veldtocht miserabel georga niseerd. De berichten spraken elkaar zoo te gen, dat ook de blindste lezer argwaan zou krijgen. Göbbels somde toen een reeks berichten uit buitenlandsche bladen op die door andere werden tegengesprokenhij citeerde uit de „Daily Herald", de „Martin", de „Intransi- geant" hij haalde het Fransche telegraaf bureau Havas en de Moskou-zender aan, en sprak van „leugenfabrikanten". De minister besloot zijn rede met een pro test tegen dergelijke „übele Journalistik". „Ik wend hij tot u, volksgenooten!" aldus Göb bels, „en met u tot de geheele wereld! Ik vraag den buitenlandschen correspondent of hij zich wil laten compromiteeren door zulk minderwaardig optreden van zijn collega's. Ik vraag de publieke meening: hebt gij nog gevoel voor waarheid en behoorlijkheid, zoo als tot nog toe heerschte bij de volken? Ik geloof in naam van et geheele Duitsche volk te spreken wanneer ik daartegen protesteer en verklaar dat de Duitsche regeering niet van zins is verder nog buitenlandsche cor respondenten in Duitschland te dulden, die op zulke wijze de volken tegen elkaar ophit sen en een atmosfeer van tweedracht schep pen. Zooiets heeft niets te maken met vrijhied van meeningen. Dit is vergiftiging van de openbare meening en de volken moeten daar van de gevolgen dragen. Slechts wanneer ons de mogelijkheid gegeven wordt de bin nenlandsche moeilijkheden zelf uit den weg te ruimen, kan de binnenlandsche vrede te- rugkeeren". VON PAPEN WOFDT BEWAAKT De geheimzinnige vliegtuig ongelukken. Reuter meldt uit Berlijn, dat von Papen Maandag 6cherp verhoord is door de geheime staatspolitie. Gisteren is Von Papen in zijn woning door de geheime staats politie bewaakt. Hij zou nog steeds onder speciale bewa king staan. Omtrent de twee bij Frie- drichshafen verongelukte vlieg machines meldt Reuter, dat alle arbeiders, die met deze machines te maken hebben ge had, vóór dat deze opstegen en verongelukten, zijn gearresteerd Alle vreemdelingen en andere vacantiegangers in de buurt staan onder strenge politieobser- vatie. In Frierichshafen en Zum Boden zijn soldaten gedeta cheerd. Een episode uit den Dertigenjarigen Oorlog Oorspronkelijke schets van G. P. BAKKER. 36). ,Bij nader inzien lijkt het mij toch beter dat jelui het samen maar uitvecht", sprak hij lachend. „Als ik u was", vervolgde hij tot Von Lisse, „zou ik zorgen dat het meisje veilig weer uit het kamp komt. Haar veilig heid is voor uw verantwoording. Ik hoop, dat u het den luitenant niet al te kwalijk zult nemen, jonge dame Heeft men u goed be handeld?" vroeg hij haar Zeker, Uwe Genade. Zeker, Alleen Zij'aarzelde even. „Alleen?" „De huzaar op het paard was wat ondeu- gfDe veldmaarschalk, de overste, de kapi tein, zelfs de luitenant lachten. Von Lisse, een volgenden keer beter uit de "oogen kijken", vermaande de maarschalk. Excellentie", bracht Saxon in het midden, „de luitenant is te voorzichtig geweest, maar stel het geval dat hij de andere dame had laten ontsnappen". „U heeft gelijk, overste De luitenant zag den overste met groote oogen aan. Twee vogeltjes had hij in zijn kooitje ge knipt en nu vlogen ze beide bij zijn neus TORGLER IN LEVEN? Göbbels dementeert het doods bericht. De Duitsche minister voor de propaganda Göbbels spreekt alle berichten volgens welke de vroegere communistische rijksdagafgevaar digde Torgler niet meer in leven zou zijn tegen. Torgler bevindt zich nog steeds in de gevangenis van Tegel, waarnaar hij na zijn vrijspraak in het Rijksdagbrandpro ces te Leipzig is overgebracht. Hij is gezond. (Hiermee is nog heelemaal niet bewezen, dat Torgler inderdaad nog in leven is. Van Duitsche zijde en vooral van minister Göbbels hebben we wel eens meer een dementi gehoord, terwijl later bleek, dat de eerste berichtgeving toch juist was. Red.) NIET ZOO STRENG MEER IN DUITSCHLAND. „Kazernetoon moet verdwijnen". Met betrekking tot de taken van den bedrijfsleider verklaart de Duitsche gouw-bedrijfscellen-commandant H. Bangert uit Dusseldorp, dat het gedach- tenleven van het nationaal-6oeialisme ook in het bedrijfsleven moet doordrin gen, vooral ook de gedachte der be- langs de lucht in. „En nu tot weerziens", sprak de veld maarschalk. „In de Oude Herberg zult u steeds veilig zijn". Saxon volgde den kapitein, terwijl storm achtige gedachten door zijn hersens joegen. Het laatste tooneeltje had hem eenige oogenblikken afgeleid, maar hij besefte vol komen, dat de toestand, waarin Marion en hij zich bevonden, buitengewoon gevaarlijk was. Von Pappenheim was hem goed gezind, beloofde hem goud en den generaalsrang. Hij meende hem gekocht te hebben, zooals hij gedacht had Von Falkenberg te koopen. Het antwoord van den fieren verdediger van Maagdenburg: „Zoek geen meineedigen schelm bij mij; zoek hem liever in eigen boe zem", scheen den maarschalk nog niet gene zen te hebben. Hij moest Marion vinden. Von Pappenheim vermoedde waarschijnlijk, dat hij haar verblijfplaats kende. Hij moest haar uitleveren. Hij wist, dat zijn spionnen hem niet uit het oog zouden verliezen. „In de Oude Herberg zult u steeds veilig zijn"; zeker, hij zou nacht en dag worden bewaakt en bij den minsten twijfel aan zijn goede trouw zou de sterke hand loodzwaar op hem neervallen. Het geheele sticht en de aangrenzende landstreken waren in handen van de keizerlijke troepen; steeds nauwer zou de kring om hem heen worden getrok ken. Er was maar één uitweg, zoo spoedig mogelijk, hals over kop vertrekken, vóór de cirkel geheel was gesloten. De prinses von Ebertot zu Quetschen was onmetelijk rijk. De keizer had haar goud drijfsgemeenschap en der kameraad schap. Het Duitsche.arbeidsfront eischt derhalve, dat de leider van het bedrijf weer zijn weg zoekt naar zijn kameraden in het bedrijf, dat hij zich met hen onder houdt, hun wenschen vraagt, zich op de hoogte stelt van hun zorgen en gedach ten en hun bezwaren en voorstellen tot verbetering. De meester-knechts en ba zen in het bedrijfsleven moeten zich op dezelfde wijze gedragen als de onderne mers. Wie in den nationalistischen staat als officier of onderofficier van het be- drijsfleven wil gelden, moet in zijn karakter een officier zijn, waarbij de slechte officier- en superieuren-eigen schappen niet weer mogen ontwaken. Tot deze slechte eigenschappen van zekere superieuren heeft ook b.v. de kazernetoon behoord. De kazernetoon moet voor altijd en eeuwig uit het be drijfsleven verdwijnen. Een juist woord op de juiste plaats zal altijd meer tot stand brengen dan een afblaffen. Den ondernemer wordt verzocht in dezen zin opvoedend zijn invloed te oefenen op zijn onder-officieren. RIJKSDAG IN KROLL-OPERA. De derde bijeenkomst van den Rijks dag sinds de nationale revolutie, welke Vrijdagavond 13 Juli a s. te 8 uur 50 zal beginnen, heeft wederom plaats in het gebouw van de Krollopera aan den Königsplatz. Het verloop van de verga dering wordt over alle Duitsche radio stations uitgezonden. dringend noodig; ze zouden haar niet licht laten ontsnappen. Geen losprijs zou groot genoeg zijn. Zij had immers rijke bezit tingen buiten het sticht. Maagdenburg; de waarde was nauwkeurig berekend. Haar lot, indien zij gevangen genomen werd, zou af schuwelijk zijn. Zij was immers een trotsche Calviniste en middelen om haar weerspan- nigen geest te breken, bestonden er vele Buiten scheen nog altijd vroolijk de zon, maar in het hart van den avonturier heersch te geen vreugde meer. Melchior stond met zijn eigen paard en Balder aan den ingang van de legerplaats te wachten. Hij reikte zijn meester hartelijk de hand. Balder's huid glansde in het zonne licht als zwart fluweel. Saxon fluisterde tegen Melchior: „Lang zaam rijden, maar als wij om den hoek uit het gezicht zijn, als de duivel, want hij zit ons op de hielen". HOOFDSTUK XX. In kalmen draf reden de beide ruiters langs den weg, die naar de Oude Herberg leidde. Met enkele woorden bracht de overste zijn ouden vriend op de hoogte van den gevaar lijken toestand, waarin hij en de prinses zich bevonden. De raad van den ouden troupier luidde: „Het schijnt mij het allerbeste, dat u en freule Marion zoo spoedig mogelijk naar Bingumstein vertrekken. U zult bijna den ge heelen nacht moeten doorrijden". „Een groot voordeel is", meende Saxon ,„dat het oude slot niet op den weg ligt naai Donderdag 12 Juli. HILVERSUM, 1875 M. (AVRO- uitz.) 8.Gr.pl. 10.Morgenwij ding. 10-15 Gr.pl. 10.30 Concert door het piano-kwartet „Die Hag- he". 11.Voordr. Lien de Jong. 11.30 Vervolg voncert. 12 Om roeporkest olv. N. Treep en gr.pl. 2.Zang door Wies Defresne. Aan den vleugel Egb. Veen. 2.30 Voordracht door M&rie Meunier Nagtegaal. 3.Gr.pl. 4.Voor zieken en ouden van dagen. 4.30 Pianorecital door Willy Paulik. 5. Omroeporkest olv. Nico Gerharz. 6.30 Spwrtpraatje door H. Hollan der. 7.Radiotooneel voor de kin deren. 7.30 Alex de Haas: Het ont staan van het cabaret (III). 8. Vaz Dias. 8.05 „Van Amsterdam naar Amerika", gevar. progr. mmv. Kovacs Lajos en zijn orkest, Leen- tje Goedhart (de zangeres uit Am- sterdam's Jordaan) en „The Mills Brothers", 10.30 Gr.pl. 11.Vaz Dias. 11.10—12.20 Uit Rest. Haeck te ScheveningenBela Kiss en zijn ensemble. HUIZEZN, 301 M. (8.—9.15 en 11—2.— KRO, de NCRV van 10.—11.— en 2.—11.30 uur). 8 9.15 en 10.Gr.pl. 10.15 Morgen dienst olv. ds. K. H. Wallien. 10.45 Gr.pl. 11.30 Godsd. halfuur. 12.15 Orkestconcert en gr.pl. 2.Hand- werkcursus. 3.Vrouwenhalfuur. 3.30—3.45 Gr.pl. 4.— Bijbellezing door ds. G. B. Westenburg, mmv. bariton en orgel. 5.Cursus han denarbeid voor de jeugd. 5.30 Vioolrecital M. Dado Aan den vleugel: A. DadoBaden. 615 ür.pl. 6.43 Causerie J. Schipper. 7.Ned. Chr. Persbireau 7.15 Grpl. 7.30 Journ. Weekoverzicht door C. A. Crayé. 8.Gr.pl. 9. Dr. A. L. W. de Gee: Zonnetijd en wettelijke tijd. 9.30 Chr. Gem. Zangvereen. „Nieuw Hosanna", olv. S. Wiersma en gr.pl. 10.10 Vaz Dias. Hierna verv. concert. 10.30—11.30 Gr.pl. DAVENTRY, 1500 M. 10.35 Mor genwijding. 12.20 Commodore Grand-orkest olv. Muscant. 1.20 Gr.pl. 2.20 Western Studio orkest olv. F. Thomas. 3.20 Vesper. 4.10 Fluit- en pianorecital. 4.35 Het Belfaster Omroeporkest o. 1. v. P. Montgomery. 5.35 Kinderuur. 620 Ber. 6.50 Orgelspel R. Foort. 7.20 Het Northern Studio-orkest. 8.20 „Soft lights and sweet music", gtvar programma. 8A0 Het orkest van Café Colette mmv. A. v. Major en M. de Haas, zang. 9.20 Ber. en lezing. 10.De Radio zangers olv. E Benbow mmv. B. Mason, orgel. 10.50 Korte dienst. 11.05—12 20 Lou Preager en zijn Band. PARIJS, (RADIO-PARIS) 1648 M 7.20 en 8.20 Gr.pl. 10.35 Orkest concert. 12.50 Pascal-orkest. 8.20 Radiotooneel. 9.05 Literair-muzi- kaal progr. 10.50 Dansmuziek. KALUNDBORG. 1261 M. 12 20 2.20 Concert uit rest. Ritz. 3.50 5 50 Omroeporkest olv. Mahler. 8.20 Oscar Straus concert door het Omroeporkest. 10.Marimba-soli. 10.30 Omroeporkest olv. Mahler 11.20—12.50 Dansmuziek. KEULEN, 456 M. 625, 7.20 en 12.20 Gr.pl. 1.20 W'eragkamer- orkest olv. Breuer. 4.20 Leipz. Sym- phonie-orkest o. 1. v. Blumer. 5 35 Schrammelconcert. 7.20 Kamermu ziek. 8.35 Uit Hamburg: Omroep koor olv. Gregor en solisten. ROME, 421 M. 8.35 Gr.pl. 10.20 Populair concert. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M 12.20 Gr.pl. 12.50 Orgelconcert. 1.30^-2.20 Max Alexys' orkest. 5.20 Omroeporkest. 8.20 en 920 Dito. 10.3011.20 Gr.pl. 484 M.: 12.20 Max Alexys' orkest. 1.30— 2.20 Gr.pl. 5.20 M. Alexys' orkest 6.35 Salonorkest. 8.20 en 9.35 Dito. 10.40-11.20 Gr.pl. DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 8.35 Karl Loewe-progr. 9.05 Boeren-dansmuziek mmv. solisten en de kapel Steinbock. 10 20 Ber. en causerie. 11.05 Weerber. 11.20 1.15 „SteifeBroseleichter Föhn", gevar. programma GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. Lijn 1Hilversum. Lijn 2: Huizen. Lijn 3: Lond. Reg. 10.35 10.50, Daventry 10.50—11.20, Lond. Reg. 12.20—16.10, North Reg. 16.1017.35, Lond. Nat. 17.35—19.20, North. Reg. 19.20— 20.20, Daventry 20.20—24.—. Lijn 4: Keulen 10.3516.20 Leipzig 16.20—17 20, Keulen 17.20 19.20, DeutschLs. 19.20—20.35, Hamburg 20.3521.05, Deutéchl.- sender 21 0524. UNIVERSITEIT TE FREIBURG VERWOEST. Hevige brand in Academie gebouw. Gistermiddag brak een brand uit in de zolderverdieping van het beroemde uni versiteitsgebouw t© Freiburg die zich snel uitbreidde en groote verwoestingen aanrichtte. Het groote koperen dak boven den ingang van het gebouw ie met groot geraas op straat gevallen. De vlammen sloegen over op den westelij ken en den zuidelijken vleugel, die to taal uitgebrand zijn. De aula in den westelijken vleugel, met de zich daar bevindende kostbare schilderijen is 'n rookende puinhoop. De studenten en de professoren toonden telkens bewonde renswaardige staaltjes van moed door hun pogingen te redden wat er nog te redden viel. Een groot deel van de boe kerij is naar buiten gebracht kunnen worden Verscheidene personen werden bij het reddingswerk gewond. Men ge looft dat kortsluiting in de cabine van de bioscoopzaal de oorzaak van den brand is. Ook de groote koepel van de universiteit is ingestort in de groote middenhal. De vlammen sloegen over naar den oostelijken vleugel. De brandweer, die met alle beschikbare materiaal aan het werk is, staat vrijwel machteloos tegenover het vuur. Nog steeds is men de vlammen niet meester. CRITIEK VAN DOLLFUSS. Over de Duitsche gebeurtenissen. Ter gelegenheid van zijn benoeming tot eere-burger van Mariazell heeft bondskanse lier Dollfuss een rede gehouden, waarin hij zich noodzakelijk met Duitschland bezig hield. Hij zeide o.a.: „Een diepe afschuw maakt zich van ons meester, wanneer wij zien, tot welk resultaat in korten tijd een beweging gekomen is, die beloofd heeft het Duitsche volk tot een gelukkige toekomst te brengen. Maar het is niet anders mogelijk. Menschen, die de macht hebben en die zich Rinso het Zweedsche kamp. Von Pappenheim zal best begrijpen dat de prinses of laten wij maar liever blijven zeggen freule Marion daar haar toevlucht zal zoeken". „U kunt in het slot flink uitrusten en dan op een of andere wijze vermomd verder trek ken. want de Pappenheimers zullen u op de hielen zitten, meende Melchior Om de bocht van den weg gekomen, toen de ruiters onzichtbaar geworden waren door de hoornen en de groene struiken, beval Saxon: „Galop", en ze vlogen in vliegende vaart langs den boschweg. Na korten tijd bemerkten zij in de verte een huifkar, die hen hobbelend tegemoet reed. „Wie zou dat zijn?" vroeg Saxon. „Zij schijnen groote haast te hebben". Ze naderden snel en Melchior riep: „Overste, het is Rudolf. Hij is zeker vrachtrijder geworden". „Hij is oip weg Lize te halen", antwoord de Saxon. „Door de haast heb ik heelemaal niet meer aan het meisje gedacht", vervolg de hij met eenige zelfverwijt. „Zij zou dooi luitenant Von Lisse buiten het kamp worden gebracht". De ruiters hielden hun paarden in. Ru- dolf sprong van den wagen, snelde op Saxon toe, drukte hem stevig de hand en schreeuw de: „Den hemel zij dank, freule Marion zit achter in de kar". Saxon sprong van zijn paard. Marion trad haastig naar voren. De overste nam de oude vrouw in zijn armen en zette haar op den grond. Hij bekeek haar van onder tot boven en on danks den ernst van den toestand verbreed de een glimlach zijn gezicht. In Marion's oogen echter stonden tranen. Zij pakte hem bij den arm en zeide: „O, Saxon. Ik heb een vreeselijken angst uitge staan. Wij waren allemaal zoo bang, dat ze je zouden vermoorden en nu sta je hier springlevend en ongedeerd. Het is bijna te mooi om te gelooven". Saxon moest zich beheerschen om de oude tooverkol niet te omhelzen. „Wat zie je er grappig uit. Maar waarom ben je eigenlijk hier?" vroeg hij. „Om jou vrij te koopen", antwoordde ze „Meen je, dat ik jou door Von Pappenheim wilde laten ophangen. Doch ik zie, dat ik mij onnoodig bezorgd heb gemaakt". „Ik heb mijn leven gered. De veldmaar schalk meende, dat ik je verblijfplaats wist en wilde, dat ik je zou uitleveren. Je maakt het mij heel gemakkelijk door hier te komen. Wij zijn vlak bij het kamp", vervolgde hij met een ernstig gezicht. Daarna keerde hij zich naar den herber gier. „Rudolf", zei hij. „Rijd met de huifkar door tot je Lize ontmoet en dan zoo vlug mogelijk naar huis". Hij gespte zijn zwaren ruitermantel ach ter den zadel los, legde em om Marion's schouder, sprong op Balder's rug en voor Marion er op verdacht was sloeg hij den arm om haar middel en hief haar voor zich in den zadel. „Heb je niets te zeggen?" vroeg ze. „Wordt er maar zoo over mij beschikt?" (Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 5