DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Eenige opbloei le bespeuren in Engeland.
Milde regens, die ongelijk neervielen.
No. 168 Dit nummer bestaat uit twee bladen Directeur:
Donderdag 19 Juli 1934
136e Jaargang
y& het JjgdemetU
eerste kamer.
Bescherming openbare orde.
Sxiqetiiksch Omiakht
Een overbodig rapport.
"Buitenland
Waf vandaag do
aandacht trehi,
ALKMAARSCH
QURANT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE AD VERTEN HEN:
Van 15 regels 1.25, elke regel meer f 0 25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060 Telef. 3, redactie 33.
C. KRAK.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
DEN HAAG, 18 Juli 1934
Teiwijl de Eerste Kamer gisteravond
kans had gezien binnen een kwartier
een paar dozijn wetsontwerpen aan te
nemen zij gaf er trouwens door te
zwijgen haar toestemming voor heeft
zij heden slechts één wetsvoorstel afge
handeld en ten slotte aangenomen. Het
was het ontwerp houdende nadere
voorzieningen ter bescherming van de
openbare orde, waarbij eenige wijzigin
gen in de wetboeken van Strafrecht en
Strafvordering werden voorgesteld ten
einde aan de Regeering ruimer mid
delen te geven tot het tegengaan van
het stelselmatig opruien en ophitsen
tegen het gezag en tegen andersdenken
den.
Het wetsvoorstel is ten slotte aangeno
men met 24 tegen 10 stemmen. Tegen
stemmers waren enkel de sociaal-demo
cratische leden.
De eerste spreker, de heer Droogleever
Fortyn (lib.) erkende, dat de wet met
volmaakt was, maar al blijven er mazen
over en al kan men zich lastige grens
gevallen denken, ten slotte verklaarde
hij, dat hij en zijn fractiegenooten vo r
het wetsontwerp zouden stemmen, om
dat de overheid niet lijdelijk mag blijven
tegenover de degeneratieve verschijnselen
van opruiing en ophitsing, welke in het
buitenland reeds zulke ernstige gevol
gen hebben gehad. Spr. koesterde de
beste verwachtingen van de preventieve
kracht der nieuwe bepalingen en hij
vertrouwde op een voorzichtig toepassen
door de rechterlijke macht van de be
palingen betreffende het aanranden van
het openbaar gezag en zijn organen Het
werd tijd, dat de wetgever daartegen
wapens schiep na tot nog toe vermo
gensdelicten zwaarder te hebben gestraft
dan b.v. diffamie. Dat het mogelijk zal
worden gemaakt preventieve hechtenis
toe te passen tegenover personen, die
zich stelselmatig onledig houden met
beleediging van organen van het open
baar gezag, kon hij slechts toejuichen.
Mede verklaarde hij in te stemmen met
de regeling, Welke het mogelijk maakt,
dat het Openb. Ministerie beleediging
van een particulier alsnog vervolgt,
tenzij de beleedigde zich daar uitdruk
kelijk tegen verzet. Hoe dit alle6 zal
werken, moet de practijk leeren, maar
6pr. vreesde niet voor misbruik.
Van gansch anderen aard was het
oordeel over het wetsvoorstel, door den
volgenden spreker, den heer Mendel6
(s d.a.p.), in een als altijd zeer uitvoeri
ge rede ontwikkeld. Hij zette uiteen, Jat
we hier te doen hebben met een gelegen
heidswetgeving, ontstaan in een tijd van
omwoeling der geesten. De strafwet
moest daarbij niet onmiddellijk worden
te hulp geroepen. De strafwet is altijd
*t slechtste middel tot saneering van een
zieke maatschappij, in ieder geval een
ultimum remedium voor de handhaving
van de openbare orde en het is niet ge
bleken, dat het bestaande strafrecht on
voldoende daartoe in staat was. De
overheid wachte zich steeds voor zekere
gezagsneurose, doch naar zijn meening
lijdt de tegenwoordige regeering daar
werkelijk een beetje aan. In dit verband
betoogde hij dat de burgemeesters te
genwoordig neiging hebben om buiten
hun boekje te gaan, terwijl hij met name
opkwam tegen het in het ongereede ma
ken van de persen van de „Tribune",
toen men in de drukkerij daarvan een
justitieel onderzoek instelde Dat is
een door de wet niet gekend middel,
maar intusschen heeft deze Minister
ditzelfde middel aanbevolen in zijn
Mem. v. Toelichting aan de Tweede Ka
mer over dit ontwerp en in ronde woor
den erkend, dat hij daartoe een aan
schrijving aan het Parket heeft gericht.
„Maar als gij, minister, meent, dat dit
in den haak is, waarom dan nog eens
extra op de onderhavige wetswijzigingen
ingediend? Was het bestaande dan niet
reeds voldoende?" In verband hier
mede klaagde de spr. ook over de onge
woon snelle berechting van strafbare
berechting van strafbare feiten, ge
pleegd bij de jongste woelingen.
De spr. keurde vervolgens af, dat men
voortaan reeds strafbaar zal zijn, wan
neer de rechter meent dat men ernstig
mocht vermoeden, dat er b.v. met stuk
ken, welke men drukte een delict stond
gepleegd te worden. Zeer slecht was hij
ook te spreken over het in het algemeen
strafbaar stellen van beleedigende
uitingen gericht tegen het openbaar ge-
i zag en zijn organen. Hoe zou V ondel in
zijn tijd dan gevaren zijn met zijn ,,Kom-
melpot in het hanenkot" en Vmtor
Hugo met zijn „le Petit?" Het lijkt wel,
alsof de regeering heeft willen zeggen,
ge kunt schrijven wat ge wilt, als ge
maar netjes blijft,"
Helaas, is dat aan sommige huidige
journalisten niet altijd mogelijk In
plaais van de „Tribune" citeerde hij nu
eens het orgaan „Nationaal herstel",
eei blad van nette menschen, waarin de
Volksvertegenwoordiging gekwalificeerd
werd als een politieke baantjestnr t.
Ernstig bezwaar had hij ook tegen het
strafbaar stellen van beleedigingen aan
het adres van volksgroepen. In de eerste
plaats is dit begrip niet te definieeren,
maar hij vond in het algemeen dat ge
scheld op Joden, advocaten en dominees,
om maar eens iets te noemen, nogal
min. Doch is het wel noodig eiken onbe-
schoften vlegel te straffen? Niet al wat
maatschappelijk onwenschelijk is, moet
bij de wet worden verboden, maar dat
schijnt de minister te hebben vergeten.
Ten slotte verklaarde hij het voorstel
onaannemelijk voor zijn partij.
Na de pauze hebben we den heer Ste
ger (r.k.) een rede hooren houden, wel
ke,, hoe vriendelijk en minzaam ook,
misschien toch wel achterwege had
kunnen blijven. Hij gaf eenige filosofi
sche beschouwin ren om de noodzake
lijkheid van het ontwerp aan te toonen
met het oog op de woelingen van le
laatste dagen, maar verder dan tot alge-
rneene overpeinzingen kwam hij niet.
Dat deed wel de heer Pollema (c h.),
die het ontwerp zelfs zeer matig heette
en er met nadruk op wees, dat de Re
geering vermoedelijk nog wel eens later
met een aanvulling zou komen. Intus
schen vond hij het best, dat getracht
werd onzen mooien parlementairen re-
geeringsvorm, het staatsgezag, dat
thans door enkele partijen stelselmatig
naar beneden wordt gehaald, te verde
digen. Slechts op één punt had hij een
ernstige lacune gevonden. Hij zou willen
dat in de regeling, waarbij een uitlating
in beleed igen den vorm over het open
baar gezag of een zijner organen straf
baar wordt gesteld, aan den verdachte
de eisch werd gesteld: „maak het waar,
of ge wordt gestraft." Dit dreigement
kon z.i. best in de wet worden opgeno
men. Ten slotte drong spr. aan op een
verbod van ongeoorloofde vereenigingen.
Minister Van Schaik heeft hierna in
een uitvoerige rede het ontwerp vei 'e-
digd en uit den aard der zaak, nog wei
eens een argument doen hooren, dat we
reeds in de Tweede Kamer hadden ver
nomen.
Hij gaf aan den heer Mendels toe, dat
een goede economische en sociale poli
tiek de rust kan bevorderen, doch een
goed strafrecht kan daarnaast niet
worden gemist. Het is geer. gelegen-
heidsontwerp, wat thans is ingediend,
reeds 40 jaar geleden heeft Mr. de Pinto
in het „Weekblad van het Recht" de
straffeloosheid van beleediging van de
overheid afgekeurd. Toen was echter de
materie niot urgent. Nu is het een poli
tiek strijdmiddel geworden, systema
tisch toegepast. Tegen die volksvergifti-
ging door woord en geschrift is het ont
werp gericht. Onthouding van ingrijpen
zou dwaasheid zijn, maar men rekent op
de preventieve kracht van de nieuwe be
palingen. Er is hier geen sprake van ge
zagsneurose. Spr. had met de strafbaar
stelling van de beleediging van het
openbaar gezag nog veel verder kunnen
gaan, doch de kritiek wilde hij vrij
laten, alleen een uitdrukking als „die
bloedhonden der politie" of „dat rot-
zootje dat men regeering heet" kon hij
niet ongestraft laten. De strafbaarheid
van de beleediging van volksgroepen
was inderdaad een bescherming van de
Joden, maar is later in algemeene ter
men geformuleerd. Ten slotte heeft de
Minister nog medegedeeld, dat een wij
ziging van de Wet op Vereeniging en
Vergadering in onderzoek is, maar dat
die materie om ongewenschte vereeni
gingen onmogelijk te maken, niet ge
makkelijk is.
Na een repliek van den heer Mendels
heeft de Kamer het ontwerp aangeno-
men.( Morgen om 11 uur een aantal
kleine wetsvoorstellen).
De volgende week vermoedelijk de
laatste vergadering voor het zomerreces.
Nu, het wordt tijd!
We schrijven thans 1934 en
sinds 5 jaar heeit nu de crisis om
zich heen gegrepen. Elk feit van
opleving in welk land en op welke
plaats is daarom des te meer ver
meldenswaard. In Engeland, het
land, waar de crisis één der hoogte
punten heeft bereikt, is thans eeni-
gen opbloei te bespeuren.
De bedrijvigheid in zaken is volgens het
index-cijfer van The Economist thans
in Groot-Britannië bijna even groot als in
1929, het jaar van betrekkelijke welvaart dat
vooraf ging aan de eerste omineuse ver
schijnselen van een aanstaande economische
ineenstorting.
Het aantal werklieden in alle emplooien
tezamen is thans slechts een kleine 10.000
onder het aantal van 1929.
De totale productie van Engeland eve
naart die van vijf jaar geleden.
Het zijn drie feiten die overtuigend vertel
len van het herstel van welvaart. Maar een
ander feit is, dat er nog tennaaste bij
2.500.000 werkloozen zijn. Zij hebben niet
meegeprofiteerd van de wederopleving van
handel en nijverheid. De conclusie moet zij'n
dat de som van nieuwe welvaart onevenredig
over de bevolking verdeeld is geworden. An
dere feiten bevestigen de conclusie. Er zijn
gansche gebieden in Groot-Britannië die
volgens de woorden van het hoogste gezag
industrieel dood zijn. De vitaliteit der „dis-
tressed areas" bestaat alleen nog in het mi
nimumleven van de duizenden menschen, die
er geboren en getogen zijn, die door over
heidssteun hun leven behouden en die niet
kunnen hopen dat zij ooit nog tot hun vroe
ger bedrijf zullen terugkeeren. Deze nood
lijdende gebieden vindt men in Schotland, in
noordoost- en noord-west-Engeland en in
Zuid-Wales. De menschen die er nooit hun
vertrouwd werk zullen hervatten, zijn mijn
werkers, werklieden in den scheepsbouw en
in het hoogovenbedrijf voor ijzer- en staal-
productie. Een grillig lot heeft het zoo be
schikt dat juist die menschen die, met hun
voorvaderen, in de bloeiperiode van in-
dustrieele voortbrenging aan Groot-Britan
nië zijn groote rijkdommen hebben bezorgd,
thans uitgekozen zijn om het maximum te
dragen van de ontbering en de hopeloosheid,
welke nog in het land blijven heerschen. De
wederopleving heeft hen niet geholpen. Ze
is langs hen heen gegaan.
Dit is een beeld van economische ongelijk
matigheid of zoo men wil, van maatschap
pelijke onevenwichtigheid. Hij stelt het
landsbestuur voor een vraagstuk, zoo ha
chelijk, zoo moeilijk, dat aan de mogelijkheid
van een spoedige of zelfs redelijk afdoende
oplossing er van moet worden getwijfeld.
Het woord „welvaart", dat thans zoo
druk wordt neergeschreven en uitgesproken
ter kenschetsing van den nieuwen toestand
in Engeland, heeft voor 't oogenblik slechts
regionalen zin.
Het totaal aan welvaart dan, uitgedrukt
in voortbrenging en verdiensten, is thans
nagenoeg gelijk aan het totaal van vóór de
crisis. Werkloosheid in vele bedrijven en
plaatsen is beneden normaal. Maar in an
dere bedrijven en plaatsen blijft ze boven
normaal met geen uitzicht op verbetering.
Het land zou kunnen worden vergeleken met
een normaal vruchtbare vlakte, die lang
heeft geleden van een droogte, die overal de
vegetatie heeft verdord. Regenbuien, grillig
en onberekenbaar in haar gedrag, zijn over
de vlakte gekomen en hebben den milden re
gen lukraak hier en daar uitgegoten over
dorstigen grond. Vele plekken zijn droog ge
bleven, de verdorring heeft er zich voortge
zet. Maar waar de regen is gevallen is de
vegetatie opgegroeid tot ongekende hoogten.
Dank zij dezen buitengewonen groei is er bij
na evenveel vegetatie op de vlakte als in het
tijdperk van vóór de droogte. Maar de vlak
te blijft vol dorre, troostelooze plekken.
De „distressed areas" van Engeland zijn
de dorste. De Times heeft maanden gele
den het openbaar geweten voor het eerst
verontrust met onthullingen over het lot van
de bevolking daar. Toen de regeering, aldus
aangepord, een commissie instelde om op
onderzoek uit te gaan en rapport uit te bren
gen, was het weer de Times die in toornige
woorden opmerkte, dat er niets meer te on
derzoeken en niets meer te rapporteeren viel
en dat terstond van regeeringswege maatre
gelen moesten worden genomen om er den
toestand te verbeteren. Dat is toen niet ge
schied. En de commissie heeft thans haar
rapport gereed. Of het zal worden uitgege
ven is niet zeker. Ingewijden vertellen dat de
inhoud te pijnlijk is, te meer daar de commis
sie klaarblijkelijk niets anders weet voor te
stellen dan terugkeer van de bevolking naar
het bedrijf van haar voorvaderen: land
bouw en visscherij. Een dergelijke wan-
hoopsraad haalt weinig uit, want hij zou de
eerste decennia toch niet kunnen worden op
gevolgd.
De zaak is uiteraard, dat de markten van
de wereld, die voorheen de produc'ie van
deze gebieden afnamen, zoo zeer zijn inge
krompen, dat ze met 10 of minder percent
van het vroegere aanbod kunnen volstaan.
De vraag wordt gesteld of deze gebieden
op indirecte wijze kunnen worden geholpen.
De richting van de huidige 'andspolidek die
niet vast is, is er in elk geval niet op bere
kend welvaart in de zwaar getroffen stre
ken te doen terugkeeren. De liberale inzich
ten, die zich ondanks alles toch nog zoo sterk
in dit land uiten, zijn uiteraard dat Enge
land het voorbeeld moet gaan geven voor
vrijer ruilverkeer en bevrijding van den par
ticulieren ondernemingszin uit het dwang
buis van wetsbepalingen en handelsvoor
schriften, waarin het zit gevangen. De ver
wachting is dan, dat natuurlijke economi
sche machten en de vindingrijkheid van het
individu geleidelijk aan het land dat econo
misch evenwicht terug zullen geven, dat het
thans ontbeert. De nieuwere staathuishoud
kundige school gelooft niet aan dit „laisser
faire", zelfs niet indien de liberalen aan de
vrije machten een zekere beperking van be
wegingsvrijheid willen opleggen. De nieu
were school zweert bij „planning" voor her
stel van economische gelijkmatigheid en
maatschappelijk evenwicht. „Planning" is
weinig minder dan overheidsregeling van de
productie en den omzet door middel van ra
den van beroep, van beheer en controle voor
vrijwel alle levensbehoeften. „Planning"
streeft ook naar de hoogst mogelijke econo
mische zelfgenoegzaamheid. Het is een kind
je van autarkie; of misschien is autarkie een
kindje van „planning". Hoe het zij, uit de
maatregelen en plannen van minister El'iot
is al gebleken, dat de schatkist millioenm
moet offeren voor de eerste schuchtere schre
den, welke op den ,,planning"-weg worden
gezet. En het kan lang duren, voordat de
zegeningen van dit ingewikkeld proces de
noodlijdende gebieden hebben bereikt.
RIJKSBISSCHOP MULLER BIJ HITLER.
De situatie in de Evangelische
kerk.
Rijkskanselier Adolf Hitier heeft gisteren
Rijksbisschop Müller en den rijksbestuurder
der Evangelische Kerk Jaeger ontvangen.
De rijksbisschop lichtte hem in over de situ
atie in de Duitsche Evangelische Kerk.
Van de 28 verschillende kerken, aldus
deelde hij mede, zijn er thans 22 overgegaan
in de Evangelische Rijkskerk, terwijl met drie
kerken wordt onderhandeld.
BELGISCHE KAMER BIJEEN.
De debatten over de machti
gingswet.
De Belgische Kamer heeft gisteren de de
batten over de machtigingswet voortgezet.
In den middag bestond er een oogenblik ge
vaar voor de regeering, toen de linkervleugel
der katholieken plotseling met nieuwe eischen
te voorschijn kwam. Men eischte, dat het
deel uit de wet zou worden genomen, waarin
de regeering onder omstandigheden de be
voegdheid wordt verleend, salarissen en Ioo-
nen in de staatsbedrijven en werkloozensteun
te verminderen. De Broqueville bleef echter
op zijn stuk staan en werd daarin gesteund
door minister Deveze, die dreigde te zullen
aftreden, indien ook maar de geringste wij
ziging in de wet zou worden gebracht.
De christelijke vakvereenigingen hebben
met 231 tegen 110 stemmen besloten, haar
parlementaire vertegenwoordigers opdracht
te geven, voor de machtigingswet te stem
men. Waarschijnlijk zal de wet worden aan
genomen.
HET BRITSCCH-TURKSCH
INCIDENT.
Waarschijnlijk gemengde com
missie.
Te Ankara in Turkije hebben de Turk-
sche minister van buitenlandsche zaken en
de Britsche ambassadeur gisteren meerma
len een bespreking gehad in verband met het
Turksch-Engelsche incident bij Samos. Zij
hebben onderhandeld over de maatregelen,
die door Engeland worden noodig geacht
ter opheldering van het incident.
De Turksche minister heeft zich gister
avond bezig gehouden met de Engelsche
eischen, die hoofdzakelijk de strekking heb
ben, een gemengde commissie van onder
zoek in het leven te roepen. Het verluidt, dat
de Turksche regeering volkomen bereid is,
het incident op de meest vriendschappelijke
wijze op te helderen. Naar verder wordt
medegedeeld, schijnt de Turksche regeering
er mede in te stemmen, dat Engelsche ver
tegenwoordigers zullen deelnemen aan het
onderzoek van het voorval door de Turksche
organen.
Intusschen is voor het eiland Samos bui
ten de Turksche territorale wateren een twee
de Engelsche kruiser, de „Londen" voor
anker gegaan. Aanvankelijk hadden de En-
gelschen geëischt, dat deze kruiser binnen
Eerste Kamer aanvaardt wetsont
werp bescherming openbare orde.
(Parlementair overzicht.)
Eenige opbloei te bespeuren in
Engeland. (Dag. Overzicht.)
De overstroomingen in Polen.
(Buitenland.)
De stakingsonlusten te San Fran-
cisco. (Buitenland.)
Muiterij in gevangenis te Venetië.
(Buitenland.)
Di. Ir. C. L. Stork f (Binnenland.)
Verscheidene branden door den
bliksem van gisteravond. (Binnen
land.)
Twee jongens nabij Sneek ver
dronken. (Binnenland.)
Begrafenis wijlen den heer D.
Schenk. (Stad en omgeving.)
(Zie verder eventueel laatste
beriefi«~n).
de territoriale wateren zou voor anker kun
nen gaan op de plaats van het incident en
dat het onderzoek door een gemengde com
missie zou worden gevoerd in tegenwoordig-
hei van het oorlogsschip. Van Turksche
zijde heeft men zich daartegen echter beslist
verzet.
UITBREIDING BRITSCHE
LUCHTMACHT.
Program goedgekeurd.
Het Britsche kabinet heeft in zijn zitting
van gisteren het program voor de versterking
der militaire luchtvaart definitief goedge
keurd.
Het verluidt dat de regeering het voorne
men heeft de luchtstrijdkrachten met onge-
ver 50 eskaders uit te breiden.
HET VERRE OOSTEN ONRUSTIG.
Mandsjoekwo tegen Russische
troepenverplaatsingen.
De Mandsjoerijsche regeering heeft
de Japansche regeering op grond van
het Mandsjoerijsch-Japansche militaire
verdrag verzocht in verband met de
troepenconcentratie en de versterkingen
bij Blagowetschensk te Moskou stappen
te doen en er tegelijkertijd op te wijzen,
dat in den laatsten tijd vers^heLipne
Russische vliegtuigeskaders zijn aange
komen, welke groote belangstelling heb
ben getoond voor foto's van Mandsjoe-
rijsch gebied.
DE OVERSTROOMINGEN IN
ZUID-POLEN.
Honderd personén verdronken.
Te Krakau in Polen heeft zich een
centraal comité gevormd ter steunver-
leening aan de door de overstroomingen
getroffenen Bij het ministerie van bin-
nenlandsche zaken zijn berichten binnen
gekomen, volgens welke de ramp zich
nog niet laat overzien en overal een
stijgen van het water bemerkbaar is.
Plaatsen aan de Weichsel melden, dat
deze rivier voortdurend stijgt.
Het aantal verdronkenen bedraagt
ongeveer honderd. De overstroomingen
strekken zich uit over reusachtige ge
bieden. De bedreigde wijken van Krakau
zijn ontruimd, daar de Weichsel hier
reeds vijf meter boven normaal staat.
AUTO-ONGELUK NABIJ WE ENEN.
Ex-koning Alfonso erbij betrok
ken.
Bij een poging om een andere auto in te
halen is op de straatweg naar Grinzing nabij
Weenen een Deensche auto in botsing geko
men met een tramwagen. Van de inzittenden
van den Deens..hen wagen werd de nat. soc.
Oostenrijksche journalist Dr. Smetana ge
dood, terwijl drie andere inzittenden erns'ig
werden gewond. Ook de trambestuurder
werd zwaar gewond.
De wagen, dien de Deen wilde inhalen,
werd gestuurd door ex-koning Alfonso van
Spanje. In den wagen bevonden zich verder
zijn kinderen Juan en Marie Christine. De
auto van Alfonso werd licht beschadigd.
DERTIEN MISDADIGERS
UITGEBROKEN.
Bevolking verontrust
Uit het tuchthuis van Korfoe in Grieken
land zijn dertien gevaarlijke misdadigers uit
gebroken, die in het in de nabijheid gelegen
Kanovi een boot stalen en daarmede weg
zeilden. Eenige arbeiders, die hen wilden
grijpen, werden met messen bedreigd. Van
de misdadigers ontbreekt ieder spoor. De be
volking van Korfoe is door deze geslaagde
vlucht zeer verontrust.