8 I Alkmaarsche Courant EEN EERESCHULD. Honderd Zes en Dertigste Jaargang. DINSDAG 31 JULI Spaansche brieven. LANGENDIJK. (Wordt vervolgd). Jladiopcogcamma Woensdag 1 Augustus. HILVERSUM. 1875 M. (VARA- uitz.) 8— Gr.pl. 10— VPRO- morgenwijding. 10.15 Voor Arb. in de Continubedr.: Klein VARA- ensemble olv. P. Duchant. 11. RVU. Mevr. mr. I. E. PrinsWil- lekes Macdonald: „De rechtspositie van de vrouw". 11.30 Klein VARA- ensemble olv. P. Duchant. 12. Eddy Walis en zijn orkest en gr.pl. I.45 Zenderverzorging. 2.Gr.pl 3.Voor de kinderen 5 Klein VARA-ensemble olv. P. Duchant. 5.45 Zang door A- de Booy, mmv. D Pijpers, piano. 6.Vervolg con cert. 7.Sportuitz. 7.20 Gr.pl. 740 Fotografisch praatje. 8 SOS-ber. 8.03 „Een reis langs de kust van Schiermonnikoog tot Vlis- singen", gevar. programma. 9 30 Orgelspel Joh. Jong. 10.Vaz Dias en VARA-varia. 10.1512. Gramofoonplaten. HUIZEN, 301 M. (NCRV-uitz 8.Schriftlezing en meditatie 8.15—9.30 Gr.pl. 10.30 Morgen dienst o. 1. v. ds. P. N. Kruyswijk. 11 Chr. Kinderkoor „Zanglust" olv. J. Zwaan. Aan den vleugel: G. Kroeze. 12.15 Gr.pl. 12.30 Orgel concert L. Blaauw en gr.pl. 1.45 Chr. Muziekgezelschap „Oranje" olvG. J. ten Hoor. ?.30 Enkra teia-kwartiertje. 2 45 Zang door M. C. Verhagen, alt. Aan den vleugel: G. Hengeveld. 4.Cornert door *t Hendriks-Trio. 5.Kinderuur. 6.Gr.pl. 6.30 Afgestaan. 7. Ned. Chr. Persbureau. 7.15 Gr.pl. 7.30 Deel. J. Nobbe Jr 8.— Gr pl. 8.20 Causerie door G. Westra Mzn 8 30 Orgelconcert door W. Zonder land mmv. M. Loevensohn, cello 9.Causerie door E. E. Gewin. 9.30 Verv. concert. 10.15 Vaz Dias. 10.25—11.30 Gr pl. DAVENTRY, 1500 M. 10.35 Mor genwijding. 12.20 Orgelspel Q. Maclean. 1.05 Western Studio- orkest o. 1. v. Thomas, m. m. v. H Wintle, tenor. 2.20 Trocadero- Cinema-orkest olv. A. van Dam 3 20 Pianorecital O. Dixcn. 3.35 Sted. Orkest Bournemouth olv Sir Dan Godfrey en Sir Frederic Co- wen. 5 05 Gr.pl. 5 35 Kinderuur. 6.20 Ber. 6.50 Orgelspel R Dixon. 7.20 BBC-Theaterorkest o. 1 v H. Finck. 8.20 Gr.pl. 8.50 Piano-reci- tal mevr. Norman O'Neill. 9.20 Ber. 9.45 „Clyde Built", hoorspel van G. Blake. 1!.— Voordracht II.0512.20 Casani-Cluborkest o o. 1. Ch. Kunz. PARIJS (RADIO-PARIS) 1648 M. 7 20 en 8.20 Gr.pl. 10.35 Orkest- concert. 12.35 Goldy-orkest. 7.20 Gr.pl. 9.05 Nationaal Orkest olv. Inghelbrecht. 10.50 Dansmuziek. KALUNDBORG, 1261 M. 12.20 2 20 Concert uit het Bellevue- Strandhotel. 3 20 Omroeporkest o. 1. v. Mahler. 5.20—5.50 Gr.pl. 8 20 1.20 Feestuitzending. KEULEN, 456 M. 5.55 Gr.pl. 6 45 NSBO-orkest uit Gleiwitz. 10.30 Solistenconcert. 12.20 Sted. orkest Siegburg. 2.20—3.05 Gr.pl. 4 20 Radio-Kamerorkest o. L v. J. Breuer. 5.35 Gr.pl. 7.20 Literair- muzikaal-progr. 8.20 Ber. 8.30 „Unsere Saar, den weg frei zur Verstandigung", Rijkszending. 8.55 Voor de jeugd. 9.20 Gr.pl. 9.35 „Brigadevermittlung", hoorspel van E. Johannsen. 10.20 Ber Inter mezzo. 11.2012.20 Solistencon cert ROME, 421 M. 8.20 Ber. en gr pl. 90511.20 Moderne muziek Wer ken van Malipiero, Strawinsky en de Falla olv. A. Casella. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M 12.20 Gr.pl. 1.30—2.20 M. Alexys' orkest. 5 20 Dansmuziek. 6 20 Gr. pl. 6.50 Pianorecital. 7.20 en 8.20 Gr.pl. 8.50 Concert uit Vichy. 10 30 —11.20 Gr.pl. 484 M.: 12.20 Max Alexys' orkest. 1.30 Gr.pl. 2.05 2 20 Zangvoordracht. 6.35 Gr.pl. 6.50 Omroeporkest. 8.20 Gev. con cert. 10.30—11.15 Gr.pl. DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 8.30 Uit Frankfort: „Unsere Saar, den weg frei zur Verstandi- gung". 8.50 SS-concert o. 1. v. W. Baarz. 9.55 „Stunde der jungen Nation". 10.20 Ber. 10.50 Radio- kwartiertje. 11.05 Weerber. 11.20 12.20 Concert uit Hannover olv. E. Ebel von'Sosen. GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. 1: Hilversum. 2: Huizen. 3: Lond. Reg. 10.35 Daventry 10.50—11.20, Reg. 12.20—15.20, Daventry Lijn Lijn Lijn 10.50, Lond. 15.2017 35, Lond. Nat. 17.35— 19.20, Brussel 19.20—24 Lijn 4: Keulen 10.3519.20, Hamburg 19.2020.55, Berlijn 20.55—21.20, Hamburg 21.20— 24.—. Na 178 1934 DE STRIJD VAN DEN ENKELING MET DE MAATSCHAPPIJ. De in ons land ook vrij algemeen bekende Spaansche wijsgeer Don José Ortega y Gas set heeft onlangs voor de academische jeugd van Yalladolid een toespraak gehouden die in alle opzichten actueel is voor de jonge en oudere menschen van de geheele wereld Deze toespraak van Ortega is een aanloop geweest tot een reeks van voordrachten die hij dezen zomer zal houden voor de inter nationale universiteit te Santander, een in stelling waar ik in mijn vorigen brief over heb gesproken. Don José Ortega y Gasset, die professor is in de wijsbegeerte te Madrid en een poli tieke figuur van groote beteekenis, is een Europeesche Spanjaard. Ik bedoel hiermede dat hij een Spanjaard is in merg en been, maar dat hij door langdurige studies in het buitenland en een aandachtig volgen van de buitenlandsche wijsgeerige litteratuur, een zeer verruimden blik heeft gekregen, die hem in staat stelt zoowel de eigen Spaansche aangelegenheden als de groote Europeesche stroomingen zelfstandig te beoordeelen. Deze Spaansche wijsgeer, die reeds een zeer uitgebreid oeuvre heeft voortgebracht, predikt voornamelijk de innerlijke energie, 0€ voortdurend vernieuwde wilskracht des geestes, in dienst gesteld aan het streven naar hooger leven van de ziel en de zelf standigheid van het intellectueel en zedelijk oordeel. Hij heeft in de gansche rij van zijn wer ken die soms heel scherp zijn in hun aan- va len op de zwakheden van de menschen, wlkens weer de lezers opgewekt om zich een eigen, persoonlijke, zienswijze op de groote levensvragen te verwerven, zich te ontdoen v?jn de meeningen die hun door anderen zijn opgelegd, en die de menschen uit geeste lijke traagheid en gemakzucht plegen te volgen. Zijn Europeeschen roem heeft Ortega y Gasset voornamelijk te danken aan het werk dat in de Nederlandsche vertaling heet De opstand der Horden, waarin hij wijst op het groote gevaar dat de huidige maatschappij loopt door de steeds toenemende overKeer- sching van de groote massa, die aan de in nerlijke beschaving vreemd is gebleven. In zijn andere boeken en geschriften, waaruit een keur in een Nederlandsche be werking tegen het volgende jaar is te ver wachten, heeft hij alle terreinen des levens nagegaan, en hij heeft met de buitengewone helderheid en vrijmoedigheid van den genia- Ien denker de vragen toegelicht die voor ons allen van zulk een ingrijpende beteekenis zijn. In Santander zal Don José dit jaar zes colleges geven over den enkeling en de ge meenschap in onzen tijd, een dier ernstige vragen, die nu de menschheid bezig houden, vooral daar in enkele landen toestanden zijn gekomen, waarin de enkeling zijn vrij heid van zedelijk en verstandelijk oordeel aanmerkelijk beknot ziet. Op deze reeks van voordrachten heeft de beroemde Madrileensche professor vooruit gegrepen in een toespraak te Valladolid. waarvan ik hier enkele mededeelingen wil doen die ik uit de eerste hand heb. De toespraak vond plaats in een stamp vollen schouwburg, en onder een daverend, langdurig applaus besteeg de groote wijs geer, wiens treffend, ernstig gelaat den stempel draagt van een edel, diep geestes leven, het spreekgestoelte. In een beknopte inleiding zette hij uiteen wat hij in zijn voordracht wilde behandelen, namelijk enkele actueele levensvragen, die het uitgangspunt zouden zijn van zijn ont worpen boek waarvan de verschijning bit^ nenkort te verwachten kan zijn. „De verhou ding van den enkeling tot de gemeenschap", aldus was de toespraak getiteld, is ten alicn tijde een zaak van groote gewicht geweest. Wie de geschiedenis aandachtig nagaat, za! zien dat voornamelijk na het Humanisme en de Renaissance, waardoor het zedelijk en verstandelijk zelfbeslissings- en zelfbeschik kingsrecht sterker is naar voren gekomen en harnekkig is verdedigd, vele maatschappe lijke troebelen, burgeroorlogen en twisten uit de tegenstelling van den enkeling en de ge meenschap zijn voortgekomen. Jeuilieion Naar het Engelsch van Dorothea Gerard. Madama Zielinska zag ik niet voor den volgenden dag. Intusschen had ik heerlijk geslapen op een groot bed en een kleine ka mer, die ik enkel bereiken kan doordat ik door een andere, op het oogenblik ongebruikt staande slaapkamer ga, die, naar ik hoor, van Jadwiga is. Ik had de keuze uit drie ver schillende tobben om er mijn wasschingen jn te verrichten. De heer, die hier als gast kwam, en die eens in Londen is geweest, moet dan wel met schrikbarend veel nadruk hebben gesproken over de groote hoeveel heden water, die wij gebruiken, en de bedien den hier in huis moeten dan wel streng afge richt zijn, want zóó boordevol is mijn och- tendbad ik heb het tot één weten te be perken dat er een beijzonder beleid toe hoort om er zonder ongelukken in en uit te stappen. Madama Zielinska is geen oude dame, maar zij is steeds ziek geweest, sinds den dood van haar echtgenoot, nu elf jaar gele den. Ze schijnt haar leven door te brengen in een vertrek, waaruit lucht en zonneschijn zorgvuldig verbannen zijn. De benauwde at mosfeer scheen mij de ademhaling te be moeilijken, toen ik er binnen trad, en gedu rende enkele miniuten kon ik er niets onder scheiden in de kunstmatige duisternis, t en slotte werd ik iemand gewaar, die in een die- Door een keer in de geschiedenis, waarvan de onmiddellijke oorzaken en aanleidingen nog binnen onzen horizon liggen, is nu plotseling de tegenkanting van mensch en gemeenschap weer veel scherper geworden, en daaruit is een strijd ontstaan, die in som mige landen ten gunste van de gemeen schap is beslist. De enkeling verzinkt dan in het geheel, in de massa; hij wordt, hetzij door geweld hetzij door de suggestie die van den massageest uitgaat, van zijn zedelijk en verstandelijk onderscheidingsvermogen ont daan, en laat zich stuurloos meevoeren in den stroom van de massa. Het leven, zoo zegt Don José Ortega y Gasset, is in de allereerste plaats een per soonlijk bezit, met individueele verplichtin gen en rechten. Wij zijn zedelijk en verstan delijk gehouden tot persoonlijke beslissing wij dienen zelf onze houding te bepalen ten opzichte van de levensproblemen, wij hebben de grootsche taak zelf de waarden der dingen te toetsen, de beteekenis ervan voor ons zelf na te gaan. Wie in dezen traag is, verzaakt zijn plicht. Onze hooge roeping van enkeling, van verantwoordelijke persoonlijkheid, is met gespannen geest en een open, ontvankelijk gemoed vrij tegenover het leven en zijn vragen te staan, en bij iedere te nemen be slissing een beroep te doen op ons geweten, een geweten dat door innerlijke verlichting gelouterd moet worden en zich moet leeren richten naar de hoogere, volstrekt zedelijke instanties. Leven is voortdurend verantwoordelijk zijn, verantwoordelijk tegen over ons zelf al lereerst. Niemand kanu in dezen onze plaats innemen, noch kan iemand anders onzen levesregé! voorschrijven. Onze maatsnoer is in ons zelf gelegd, en wij dienen die te vin den en overeenkomstig daarnaar te leven. Het leven is ook diep in eenzaamheid. Tenslotte dragen wij onze smart, onze be proevingen alleen, en ook neemt niemand waarachtig deel aan onze vreugde. Als wij deze eenzaamheid probeeren te verbreken door liefde of vriendschap, is dit slechts mo gelijk met menschen die hun innerlijke zelf standigheid hebben gevonden. En toch, even als de sterren hebben ook de menschen hun eigen, voorgeschreven baan. Bij alles wat wij doen, dienen wij ons af te vragen waarom wij het doen. Het voor de hand liggende antwoord dat wij iets doen omdat anderen het doen, omdat „de men schen het doen", bevredigt bij dieper naden ken niet. Want, wie zijn „de menschen"? Gij zult, als ge dat wilt nagaan, nooit tot een beslissende instantie komen, „de men schen" vormen tezamen een wisselende, on verantwoordelijke, wispelturige massa. Hoeveel is er echter in ons leven opgeno men dat wij niet critisch hebben onderzocht. Gedachten, plannen, normen, opvattingen, die wij bewust of onbewust onder den druk van de massa en „de openbare meening" ons eigendom hebben gemaakt, zonder ze tot den bodem na te speuren of hun recht van be staan te onderzoeken. Zij liggen in ons en laten hun invloed op ons gelden, zij sturen onze handelingen en bepalen vaak ons oor deel en verstikken onze oorspronkelijke per soonlijkheid. Wat blijft er in de meeste gevallen bij den enkeling over van zijn zedelijke en geeste lijke vrijheid? Hij heeft doorgaans van en bij wat hem mechanisch ingegoten wordt Het „onpersoonlijke", het decreet van de menigte, is het gevaar van onzen tijd, het is als een ontzaglijk zware schaaf die over de menschheid wordt gehaald en haar alle in dividueele zelfstandigheid en eigenaardig heid ontneemt. Hierdoor lijden de menschen, hoofd voor hoofd ernstige schade aan hun ziel en ver stand. De maatschappij dringt zich op de plaats van óen enkeling, en de enkeling ver geet maar al te vaak dat het de persoon lijke geestkracht, het persoonlijk initiatief is die de maatschappij draagt en voortstuwt. Er is tegenwoordig een neiging om de ge meenschap, de maatschappij, te vergodde lijken en haar voorschriften en besluiten als bindend te achten, ook voor den geest en het geweten. De maatschappij in haar geheel ge nomen is echter het tegenovergestelde van het waarachtig menschel ijke, hoe vreemd en paradoxaal dit ook klinken moge. De maat schappij is zielloos en mechanisch, zij erkent in haar gezamenlijk geen instantie boven haar waarnaar zij zich wenscht te richten en tegenover wie zii zich verantwoordelijk acht. De druk van haar op den enkeling kan doodend worden als deze ophoudt het zwaartepunt van zichzelf in zijn eigen, ge louterd, oordeel te zoeken. Twee gevaren bedreigen óen mensch dus op het oogenblik. Ten eerste, de massageest waarin de enkeling zich oplost, waardoc»- hij pen armstoel zat met een zijden sjaal over de scnouders, terwijl zij lichtgele handschoe nen droeg, die mij in deze atmosfeer dan al uiterst overbodig leken. Zij is een teer, klein persoontje, met een bijzonder lang, bloede loos gelaat, met verschrikte uitdrukking. Zooals het gelaat te groot is voor het lichaam, zoo zijn de oogen te groot voor het elaat en de kassen te groot voor de oogen, ie waarschijnlijk oorspronkelijk tot de uit puilende soort behoorden, maar nu zoo diep zijn gezonken, dat ze voortdurend maar rondrollen in de veel te groote holten. De uitdrukking in die oogen is als van iemand die eens zoo iets verbijsterends heeft gezien, dat de verschrikking zich daarin als 't ware heeft vastgezet. Ze scheen niet veel belang te stellen in mijn komst, maar sprak tot mij op beleefden, matten toon, hoe het op verlangen van haar dochter Jadwiga was, dat zij er toe overge gaan was om een Engelsche gouvernante te nemen. Jadwiga wilde Engelsch leeren, hoofdzakelijk, naar het scheen, om Byron in het oorspronkelijke te kunnen lezen. Ik weet, tusschen twee haakjes, nu niet, of dit zoozeer pleit voor haar litterairen smaak. Na tien minuten een weinig vlot gesprek te hebben aangehoord, kon ik het donkere, be nauwde vertrek weer verlaten. Ik denk. dat ik mijn eigenlijke werkgeefster niet veel zal zien. Volgens mijn opvatting ziet zij er ui4 als een, die zulke rare beproevingen heeft doorgemaakt, dat zij alleen verlangt naar rust en afzondering. En wat nu de oudste dochter betreft, die Jadwiga, wier naam ik al zoo dikwijls ge hoord had, pas hedeomorgen heb ik haar 1 zijn bezinning, zijn in zichzelf gegrond zede lijk oordeel verliest; en ten tweede het ver sterf van de samenleving zelf, die bij gebreke aan krachtige persoonlijkheden snel daalt en afzakt tot het laagste niveau waartoe een menschengroep kan zinken als een hooger zedelijk bewustzijn niet meer aanwezig is Belangrijke gebeurtenissen in de wereld hebben ons plotseling deze ernstige gevaren doen beseffen. De laatste honderdvijftig jaar beef* men met dit vraagstuk lichtvaardig om gegaan. men heeft er niet ernstig bij willen stilstaan en slechts gespeeld met alles wat samenhing met het gemeenschappelijke, het maatschappelijke, den nationalen geest, het ras, de klassen en de beschaving. Tot nu plotseling, maar voor wie oordeelen kon niet onvoorziens, de massa de macht in hand°n begint te krijgen, de massa die eischt en ge welddadig neemt en voorschrijft. Wee der menschheid als zij niet aan den enkeling herboren wordt Dr. JOHAN BROUWER. £and* en De handel in aardappelen. Omtrent den handel in aardappelen na 1 Augustus werd in de veilingen mede deelingen gedaan van de regeling, vastge steld door de akkerbouw-centra!e De minimumprijzen zullen verdwijnen. De uitvoer wordt onder een algemeen uit- voennonopolie gebracht. Na 1 September kunnen partijen worden gedenatureerd, waarop een toeslag zal worden gegeven van 0.65 per 100 K G., oploopende tot f 0.95 gedurende het seizoen, boven de voeder- waarde. De sorteering is weer voor de bin- nenlandsche consumptie 35/60 m.M. vier- kantsmaat, maximumlengte 8 c.M. Er zal 1 heffing per 100 K G. worden geheven De verleden jaar geheven 0.25 voor admi nistratiekosten wordt nu niet meer toege past Voor bepaalde gevallen gelden hierop uitzonderingen. Voor ongekeurd pootgoed met binnen- landsche bestemming bedraagt de belasting f 2 per 100 K G. Goedgekeurd pootgoed voor het binnenland is vrij van heffing. Voor export bestemd pootgoed is belast met 0.25 per 100 K G. Slechts georganiseerde telers en hande laren is het vergund aardappelen in voor raad te hebben, met uitzondering van door particulieren opgeslagen hoeveelheden van ten hoogste 1000 K G. voor eigen gebruik. Het handelen in aardappelen is verboden, tenzij men erkend is als handelaar of als teler-handelaar. Ten aanzien van liefdadige instellingen is bepaald, dat door deze lichamen in elk geval eerst de volle heffing moet worden gestort, waarna op aanvraag eventueel restitutie der heffing kan plaats vinden. Het verhandelen van aardappelen is alleen toegestaan over de veiling. Het nummer van den kooper moet steeds op het geleidebiljet vermeld staan. DE LANGENDIJKER GROENTEN- VEILINGEN. Schotsche muizen werden in de afgeloopen week verkocht voor 4.50—5.30. Blauwe Eigenheimers brachten voor de mooiste aan voeren 4—4.50 op, anderen 3—3.60 Voor Duken lagen de prijzen tusschen 2.40 2.70. De aanvoer beliep 83 spoorwa gens, een betrekkelijk kleine hoeveelheid, vergeleken met dien in normale jaren. Ook voor de kool liep het beter dan vorige weken. Bracht de grootste bloemkool van de eerste kwaliteit aanvankelijk ongeveer 9 op, later werd er 10 tot 14 voor be taald. Kleinere eerste soort, die eerst nog voor 57 werd verkocht, bracht in de tweede helft der week 811 op. De be langstelling voor tweede soort was niet groot, zoodat de grootste nauwelijks 3 op brachten en de kleinere voor 1.50 tot rmm 2 werden verkocht. De aanvoer was totaal 16000 stuks. Voor roode kool was aanvankelijk weinig vraag, zoodat sommige partijen niet konden worden verkocht. Spoedig kwam daarin echter verbetering en werd voor de grootste van f 1.602 betaald en voor de mooiste kleine 33.70. Meerdere vraag, ook uit het buitenland, was oorzaak van deze be langrijke stijging. De aanvoer beliep 32 spoorwagens, waarvan 30 aan de veiling te Broek op Langendijk. Ook met de gele kool liep het naar wensch Bracht het mooiste goed aanvankelijk onge veer 3.50 op, later steeg die prijs tot 6— 7. De grootere soorten varieerden tusschen 4.305.40. De aanvoer bedroeg 5 spoorwagens. De prijzen van de witte kool, waarvan de aanvoer nog gering bleef, waren vrij sta- tionnair. De mooiste partijtjes brachten f 2 2.50 op, de minder gezochte 1.70 1.90. Hoewel de prijs der tomaten iets minder slecht was dan de vorige week, was de ver betering toch van weinig beteekenis. Eerste kwaliteit werd verkocht voor 5 808, B voor 68 20, C voor f 4 606 10 en CC voor 1.602. Aangevoerd wer den 22000 K G. Voor bieten bleek de belangstelling nog gering, zoodat voor de mooiste middelgroote 1.20^—1.50 werd betaald en de andere 6080 cent opbrachten. De aanvoer van slaboonen nam sterk toe De mooiste boonen brachten 9f 12 op en iets afwijkende kwaliteit werd voor 7 50 9 verkocht. Snijboonen, die aanvankelijk nog 12 op brachten, liepen later tot 5.307 terim Tuinboonen brachten voor verschillende partijen 1.60f 1.80. Er werden er ook nog boven de 2 verkocht, doch enkele oar- tijtjes gingen voor 1 van de hand Er wer den in totaal 25000 K.G. boonen aange vcerd. Ook de aanvoer van uien, in het bijzonder zilveruien, vermeerderde sterk. De prijs der zilvernep was afwisselend, 6 tot 10 Voor drielingen werd 3—4 betaald en voor uien f 1.101.50. Gele uien brach ten 23.80 op en gele nep 2 80 4.20. De aanvoer aan uien beliep 13 spoorwagens. De stemming voor wortelen bleef luste loos. De boswortelen werden voor 1.50-— 2 verkocht, de losse voor 60 cent tot 1.20. .De aanvoer van druiven is nog gering. Voor Allicante werd f 3942.30, voor Frankenthaler 43 besteed. JUoowciaal lUeuws HOORN. Het muziekconcours van „ApollcP (den tweeden dag). Zondag werd de tweede concoursdag van „Apollo" gehouden, welke wederom in alle opzichten geslaagd mag heeten. De storm van Zaterdag was gaan liggen; 't weer verbeterde en, hoewel in den namid dag zoo nu en dan een buitje losbrak, had men in 't algemeen over het weer niet te klagen. Dezen dag was de belangstelling bijzonder groot. De uitslag van den marschwedstrijd luidt als volgt: St. Pancratius te Blokker, le pr. met 102 p.; Richard Hol te Noordwolde, le pr. met 99 p.Crescendo te Westzaan, le pr. met 111 p.; Kunst na Arbeid te Hoorn, le pr. met 111 punten. Het muziekconcours had den volgen den uitslag: Derde afdeeling Harmo nie: Pius X te Venhuizen, 2e pr. met 291 p St. Pancratius te Blokker, le pr. met 315 p. Derde afd. Fanfare: St. Martinus te Oude Niedorp. 2e pr met 282 p. Tweede afd Fanfare: Volharding te Berk hout, le pr. met 300 p St. Gregorius te zich af. Toen ze pas een paar schreden weg was, kwam ze ineens terug. „Is 't nieteen afschuwelijk gevoel om zoo ver van je land af te zijn?vroeg ze schuchter, terwijl ze mij aankeek met weer ten heel andere uitdiukking in de oogen „Soms is het beter, om veraf te zijn", antwoordde ik ontwijkend. „U moet maar uw best doen om niet on gelukkig t- zijn bij ons", sprak ze met ern- stigen nadruk. „Ik zal er u bij helpen, wat ik kan, om u te doen vergeten dat u zoo ver af is". Toen drukte zij mijn beide handen met warmte, terwijl ze mij vluchtig een kus gaf. Het volgend oogenblik was zij weg. Ja, zij was wel héél snel, héél spontaan in haar uitingen. Maar had ik niet reeds ge noeg van haar gezien en ondervonden, om haar lief te hebben? Even later, toen ik dus onvermijdelijk door haar kamer moest, zag ik. dat Jadwiga zich daar met mantel en al te bed geworpen had, terwijl zij zich niet eens den tijd had gegund om de handen te wasschen of om haar krans af te zetten. Sinds dien heeft zij zich nog niet verroerd; telkens als ik door de kamer ga, zie ik haar fantastisch versierd hoofd half in de kussens begraven en hoor ik haar regel matige ademhaling. Ik zal je meer van haar vertellen, zoodra ik meer van haar weet; de indruk, dien zij op mij heeft gemaakt, is'een mengeling van bekoring en verrassing. Als wij ooit vriendinnen worden, zou dit enkel zijn door de werking van de wet der tegen stelling. voor 't eerst gezien. Al dien tijd is zij in Lem berg geweest, niet voor haar genoegen of tenminste, dat denk ik niet, want uit het ge babbel van Anulka, die al dien tijd uit stekend voor mij gezorgd heeft, meende ik op te maken, dat zij het grootste deel van den tijd, dien zij weg was, bij den tandarts in behandeling is geweest. Hedenochtend liep ik voor het ontbijt even den tuin in, al ge nietend van den heerlijken zonneschijn die de dauwdroppels op de spinnewebben deed fonkelen als zoovele diamanten, toen ik een jong meisje zag aankomen, dat liep met den hced in de hand en met een krans van gele en roode bladeren zooals die aan iederen boom in het ruime j>ark hingen op het vrij verwarde, donkere haar. Stukjes herfstdraad hingen fantastisch tu^chen de glinsterende bladeren en met dien lossen reismantel om, die in wijde plooien tot op de voeten hing. leek zij wel een priesters op den terugweg van haar morgenoffer. 2e zag er moe en bleek uit, maar onder gunstiger omstandig heden moet ze beeldschoon zijn ik geloof dat ik haar op het moment al mooi vond, ondanks de blauwe kringen onder de oogen: het bewijs, dat zij dien nacht niet goed ge slapen had; maar het was een te cnconven- Loneele schoonheid, dat mijn eenvoudige smaak er zich geheel mee zou kunnen ver eenigen. Toen ze mij zag, werd ze ineens veel levendiger en riep met wonderlijk-stra- lenden glimlach: „Eindelijk! Ik heb al zoo lang op u ge wacht!" Met verbazing vroeg ik, hoe dit mogelijk was, daar ik niet onmiddellijk begreep, wie zij was. „Ja", zei ze, „ik ben al heel vroeg thuis ge komen, toen u allen nog sliep, en ik wist, dat als ik eenmaal liggen ging, ik tot den avond zou slapen, want ik heb den heelen nacht gereisd, maar ik was toch te verlan gen om u te zien. Ik word ook uw leerlin ge in het Engelsch dan en ik smacht er naar om te beginnen. „Maar toch zeker niet vandaag?" vroeg ik lachenae. „Neen, natuurlijk niet; vandaag wilde ik enkel maar eens zien, om een indruk van u te krijgen, anders zou ik niet rustig hebben kunnen slapen U heeft mij vrij lang laten wachten; ik heb den tijd maar gekort me* dezen krans te vlechten. Vindt u 'm erg gek staan?" Ik antwoordde, dat ik 'm juist heel mooi vond en vroeg haar toen, of zij al een indruk van mij had. Ze keek mij lang en ernstig aan, eer ze zei: „Ik geloof van wel; dat lijkt wel wat vlug, hè? Maar ik doe de meeste dingen snel. O, miss Middleton, zoudt u een vriendin van mij worden?" Daar ik niet gewoon ben de dingen zoo snel te doen, kon ik enkel zeggen, dat ik dit hoopte, maar de verlangende blik in haar prachtige oogen en het wonderlijk stralende van haar glimlach maakten, dat ik mij vree- selijk stijf en Britsch voelde, toen ik zoo ge matigd mijn verlangen uitsprak. „Ik verlang zoo vreeselijk naar een vrien din", zei Jadwiga; ze begon al reeds te geeuwen, „maar daar zullen wij later van spreken. In usschen goedendag en goeden nacht!" En me t slaperigen glimlach wendde zij

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 5