8
I
Alkmaarsche Courant
EEN EERESCHULD.
Honderd Zes en Dertigste Jaargang.
DINSDAG 31 JULI
Spaansche brieven.
LANGENDIJK.
(Wordt vervolgd).
Jladiopcogcamma
Woensdag 1 Augustus.
HILVERSUM. 1875 M. (VARA-
uitz.) 8— Gr.pl. 10— VPRO-
morgenwijding. 10.15 Voor Arb. in
de Continubedr.: Klein VARA-
ensemble olv. P. Duchant. 11.
RVU. Mevr. mr. I. E. PrinsWil-
lekes Macdonald: „De rechtspositie
van de vrouw". 11.30 Klein VARA-
ensemble olv. P. Duchant. 12.
Eddy Walis en zijn orkest en gr.pl.
I.45 Zenderverzorging. 2.Gr.pl
3.Voor de kinderen 5 Klein
VARA-ensemble olv. P. Duchant.
5.45 Zang door A- de Booy, mmv.
D Pijpers, piano. 6.Vervolg con
cert. 7.Sportuitz. 7.20 Gr.pl.
740 Fotografisch praatje. 8
SOS-ber. 8.03 „Een reis langs de
kust van Schiermonnikoog tot Vlis-
singen", gevar. programma. 9 30
Orgelspel Joh. Jong. 10.Vaz
Dias en VARA-varia. 10.1512.
Gramofoonplaten.
HUIZEN, 301 M. (NCRV-uitz
8.Schriftlezing en meditatie
8.15—9.30 Gr.pl. 10.30 Morgen
dienst o. 1. v. ds. P. N. Kruyswijk.
11 Chr. Kinderkoor „Zanglust"
olv. J. Zwaan. Aan den vleugel: G.
Kroeze. 12.15 Gr.pl. 12.30 Orgel
concert L. Blaauw en gr.pl. 1.45
Chr. Muziekgezelschap „Oranje"
olvG. J. ten Hoor. ?.30 Enkra
teia-kwartiertje. 2 45 Zang door M.
C. Verhagen, alt. Aan den vleugel:
G. Hengeveld. 4.Cornert door *t
Hendriks-Trio. 5.Kinderuur.
6.Gr.pl. 6.30 Afgestaan. 7.
Ned. Chr. Persbureau. 7.15 Gr.pl.
7.30 Deel. J. Nobbe Jr 8.— Gr pl.
8.20 Causerie door G. Westra Mzn
8 30 Orgelconcert door W. Zonder
land mmv. M. Loevensohn, cello
9.Causerie door E. E. Gewin.
9.30 Verv. concert. 10.15 Vaz Dias.
10.25—11.30 Gr pl.
DAVENTRY, 1500 M. 10.35 Mor
genwijding. 12.20 Orgelspel Q.
Maclean. 1.05 Western Studio-
orkest o. 1. v. Thomas, m. m. v. H
Wintle, tenor. 2.20 Trocadero-
Cinema-orkest olv. A. van Dam
3 20 Pianorecital O. Dixcn. 3.35
Sted. Orkest Bournemouth olv Sir
Dan Godfrey en Sir Frederic Co-
wen. 5 05 Gr.pl. 5 35 Kinderuur.
6.20 Ber. 6.50 Orgelspel R Dixon.
7.20 BBC-Theaterorkest o. 1 v H.
Finck. 8.20 Gr.pl. 8.50 Piano-reci-
tal mevr. Norman O'Neill. 9.20
Ber. 9.45 „Clyde Built", hoorspel
van G. Blake. 1!.— Voordracht
II.0512.20 Casani-Cluborkest o
o. 1. Ch. Kunz.
PARIJS (RADIO-PARIS) 1648 M.
7 20 en 8.20 Gr.pl. 10.35 Orkest-
concert. 12.35 Goldy-orkest. 7.20
Gr.pl. 9.05 Nationaal Orkest olv.
Inghelbrecht. 10.50 Dansmuziek.
KALUNDBORG, 1261 M. 12.20
2 20 Concert uit het Bellevue-
Strandhotel. 3 20 Omroeporkest o.
1. v. Mahler. 5.20—5.50 Gr.pl. 8 20
1.20 Feestuitzending.
KEULEN, 456 M. 5.55 Gr.pl.
6 45 NSBO-orkest uit Gleiwitz.
10.30 Solistenconcert. 12.20 Sted.
orkest Siegburg. 2.20—3.05 Gr.pl.
4 20 Radio-Kamerorkest o. L v. J.
Breuer. 5.35 Gr.pl. 7.20 Literair-
muzikaal-progr. 8.20 Ber. 8.30
„Unsere Saar, den weg frei zur
Verstandigung", Rijkszending. 8.55
Voor de jeugd. 9.20 Gr.pl. 9.35
„Brigadevermittlung", hoorspel
van E. Johannsen. 10.20 Ber Inter
mezzo. 11.2012.20 Solistencon
cert
ROME, 421 M. 8.20 Ber. en gr pl.
90511.20 Moderne muziek Wer
ken van Malipiero, Strawinsky en
de Falla olv. A. Casella.
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M
12.20 Gr.pl. 1.30—2.20 M. Alexys'
orkest. 5 20 Dansmuziek. 6 20 Gr.
pl. 6.50 Pianorecital. 7.20 en 8.20
Gr.pl. 8.50 Concert uit Vichy. 10 30
—11.20 Gr.pl. 484 M.: 12.20 Max
Alexys' orkest. 1.30 Gr.pl. 2.05
2 20 Zangvoordracht. 6.35 Gr.pl.
6.50 Omroeporkest. 8.20 Gev. con
cert. 10.30—11.15 Gr.pl.
DEUTSCHLANDSENDER, 1571
M. 8.30 Uit Frankfort: „Unsere
Saar, den weg frei zur Verstandi-
gung". 8.50 SS-concert o. 1. v. W.
Baarz. 9.55 „Stunde der jungen
Nation". 10.20 Ber. 10.50 Radio-
kwartiertje. 11.05 Weerber. 11.20
12.20 Concert uit Hannover olv. E.
Ebel von'Sosen.
GEMEENTELIJKE RADIO
DISTRIBUTIE.
1: Hilversum.
2: Huizen.
3: Lond. Reg. 10.35
Daventry 10.50—11.20,
Reg. 12.20—15.20, Daventry
Lijn
Lijn
Lijn
10.50,
Lond.
15.2017 35, Lond. Nat. 17.35—
19.20, Brussel 19.20—24
Lijn 4: Keulen 10.3519.20,
Hamburg 19.2020.55, Berlijn
20.55—21.20, Hamburg 21.20—
24.—.
Na 178 1934
DE STRIJD VAN DEN ENKELING MET
DE MAATSCHAPPIJ.
De in ons land ook vrij algemeen bekende
Spaansche wijsgeer Don José Ortega y Gas
set heeft onlangs voor de academische jeugd
van Yalladolid een toespraak gehouden die
in alle opzichten actueel is voor de jonge
en oudere menschen van de geheele wereld
Deze toespraak van Ortega is een aanloop
geweest tot een reeks van voordrachten die
hij dezen zomer zal houden voor de inter
nationale universiteit te Santander, een in
stelling waar ik in mijn vorigen brief over
heb gesproken.
Don José Ortega y Gasset, die professor
is in de wijsbegeerte te Madrid en een poli
tieke figuur van groote beteekenis, is een
Europeesche Spanjaard. Ik bedoel hiermede
dat hij een Spanjaard is in merg en been,
maar dat hij door langdurige studies in het
buitenland en een aandachtig volgen van de
buitenlandsche wijsgeerige litteratuur, een
zeer verruimden blik heeft gekregen, die hem
in staat stelt zoowel de eigen Spaansche
aangelegenheden als de groote Europeesche
stroomingen zelfstandig te beoordeelen.
Deze Spaansche wijsgeer, die reeds een
zeer uitgebreid oeuvre heeft voortgebracht,
predikt voornamelijk de innerlijke energie,
0€ voortdurend vernieuwde wilskracht des
geestes, in dienst gesteld aan het streven
naar hooger leven van de ziel en de zelf
standigheid van het intellectueel en zedelijk
oordeel.
Hij heeft in de gansche rij van zijn wer
ken die soms heel scherp zijn in hun aan-
va len op de zwakheden van de menschen,
wlkens weer de lezers opgewekt om zich een
eigen, persoonlijke, zienswijze op de groote
levensvragen te verwerven, zich te ontdoen
v?jn de meeningen die hun door anderen
zijn opgelegd, en die de menschen uit geeste
lijke traagheid en gemakzucht plegen te
volgen.
Zijn Europeeschen roem heeft Ortega y
Gasset voornamelijk te danken aan het werk
dat in de Nederlandsche vertaling heet De
opstand der Horden, waarin hij wijst op het
groote gevaar dat de huidige maatschappij
loopt door de steeds toenemende overKeer-
sching van de groote massa, die aan de in
nerlijke beschaving vreemd is gebleven.
In zijn andere boeken en geschriften,
waaruit een keur in een Nederlandsche be
werking tegen het volgende jaar is te ver
wachten, heeft hij alle terreinen des levens
nagegaan, en hij heeft met de buitengewone
helderheid en vrijmoedigheid van den genia-
Ien denker de vragen toegelicht die voor ons
allen van zulk een ingrijpende beteekenis
zijn.
In Santander zal Don José dit jaar zes
colleges geven over den enkeling en de ge
meenschap in onzen tijd, een dier ernstige
vragen, die nu de menschheid bezig houden,
vooral daar in enkele landen toestanden
zijn gekomen, waarin de enkeling zijn vrij
heid van zedelijk en verstandelijk oordeel
aanmerkelijk beknot ziet.
Op deze reeks van voordrachten heeft de
beroemde Madrileensche professor vooruit
gegrepen in een toespraak te Valladolid.
waarvan ik hier enkele mededeelingen wil
doen die ik uit de eerste hand heb.
De toespraak vond plaats in een stamp
vollen schouwburg, en onder een daverend,
langdurig applaus besteeg de groote wijs
geer, wiens treffend, ernstig gelaat den
stempel draagt van een edel, diep geestes
leven, het spreekgestoelte.
In een beknopte inleiding zette hij uiteen
wat hij in zijn voordracht wilde behandelen,
namelijk enkele actueele levensvragen, die
het uitgangspunt zouden zijn van zijn ont
worpen boek waarvan de verschijning bit^
nenkort te verwachten kan zijn. „De verhou
ding van den enkeling tot de gemeenschap",
aldus was de toespraak getiteld, is ten alicn
tijde een zaak van groote gewicht geweest.
Wie de geschiedenis aandachtig nagaat, za!
zien dat voornamelijk na het Humanisme en
de Renaissance, waardoor het zedelijk en
verstandelijk zelfbeslissings- en zelfbeschik
kingsrecht sterker is naar voren gekomen en
harnekkig is verdedigd, vele maatschappe
lijke troebelen, burgeroorlogen en twisten uit
de tegenstelling van den enkeling en de ge
meenschap zijn voortgekomen.
Jeuilieion
Naar het Engelsch van Dorothea Gerard.
Madama Zielinska zag ik niet voor den
volgenden dag. Intusschen had ik heerlijk
geslapen op een groot bed en een kleine ka
mer, die ik enkel bereiken kan doordat ik
door een andere, op het oogenblik ongebruikt
staande slaapkamer ga, die, naar ik hoor,
van Jadwiga is. Ik had de keuze uit drie ver
schillende tobben om er mijn wasschingen
jn te verrichten. De heer, die hier als gast
kwam, en die eens in Londen is geweest,
moet dan wel met schrikbarend veel nadruk
hebben gesproken over de groote hoeveel
heden water, die wij gebruiken, en de bedien
den hier in huis moeten dan wel streng afge
richt zijn, want zóó boordevol is mijn och-
tendbad ik heb het tot één weten te be
perken dat er een beijzonder beleid toe
hoort om er zonder ongelukken in en uit te
stappen.
Madama Zielinska is geen oude dame,
maar zij is steeds ziek geweest, sinds den
dood van haar echtgenoot, nu elf jaar gele
den. Ze schijnt haar leven door te brengen
in een vertrek, waaruit lucht en zonneschijn
zorgvuldig verbannen zijn. De benauwde at
mosfeer scheen mij de ademhaling te be
moeilijken, toen ik er binnen trad, en gedu
rende enkele miniuten kon ik er niets onder
scheiden in de kunstmatige duisternis, t en
slotte werd ik iemand gewaar, die in een die-
Door een keer in de geschiedenis, waarvan
de onmiddellijke oorzaken en aanleidingen
nog binnen onzen horizon liggen, is nu
plotseling de tegenkanting van mensch en
gemeenschap weer veel scherper geworden,
en daaruit is een strijd ontstaan, die in som
mige landen ten gunste van de gemeen
schap is beslist. De enkeling verzinkt dan in
het geheel, in de massa; hij wordt, hetzij
door geweld hetzij door de suggestie die van
den massageest uitgaat, van zijn zedelijk en
verstandelijk onderscheidingsvermogen ont
daan, en laat zich stuurloos meevoeren in
den stroom van de massa.
Het leven, zoo zegt Don José Ortega y
Gasset, is in de allereerste plaats een per
soonlijk bezit, met individueele verplichtin
gen en rechten. Wij zijn zedelijk en verstan
delijk gehouden tot persoonlijke beslissing
wij dienen zelf onze houding te bepalen ten
opzichte van de levensproblemen, wij hebben
de grootsche taak zelf de waarden der dingen
te toetsen, de beteekenis ervan voor ons zelf
na te gaan.
Wie in dezen traag is, verzaakt zijn
plicht. Onze hooge roeping van enkeling,
van verantwoordelijke persoonlijkheid, is met
gespannen geest en een open, ontvankelijk
gemoed vrij tegenover het leven en zijn
vragen te staan, en bij iedere te nemen be
slissing een beroep te doen op ons geweten,
een geweten dat door innerlijke verlichting
gelouterd moet worden en zich moet leeren
richten naar de hoogere, volstrekt zedelijke
instanties.
Leven is voortdurend verantwoordelijk
zijn, verantwoordelijk tegen over ons zelf al
lereerst. Niemand kanu in dezen onze plaats
innemen, noch kan iemand anders onzen
levesregé! voorschrijven. Onze maatsnoer is
in ons zelf gelegd, en wij dienen die te vin
den en overeenkomstig daarnaar te leven.
Het leven is ook diep in eenzaamheid.
Tenslotte dragen wij onze smart, onze be
proevingen alleen, en ook neemt niemand
waarachtig deel aan onze vreugde. Als wij
deze eenzaamheid probeeren te verbreken
door liefde of vriendschap, is dit slechts mo
gelijk met menschen die hun innerlijke zelf
standigheid hebben gevonden. En toch, even
als de sterren hebben ook de menschen hun
eigen, voorgeschreven baan.
Bij alles wat wij doen, dienen wij ons af
te vragen waarom wij het doen. Het voor de
hand liggende antwoord dat wij iets doen
omdat anderen het doen, omdat „de men
schen het doen", bevredigt bij dieper naden
ken niet. Want, wie zijn „de menschen"?
Gij zult, als ge dat wilt nagaan, nooit tot
een beslissende instantie komen, „de men
schen" vormen tezamen een wisselende, on
verantwoordelijke, wispelturige massa.
Hoeveel is er echter in ons leven opgeno
men dat wij niet critisch hebben onderzocht.
Gedachten, plannen, normen, opvattingen,
die wij bewust of onbewust onder den druk
van de massa en „de openbare meening" ons
eigendom hebben gemaakt, zonder ze tot den
bodem na te speuren of hun recht van be
staan te onderzoeken. Zij liggen in ons en
laten hun invloed op ons gelden, zij sturen
onze handelingen en bepalen vaak ons oor
deel en verstikken onze oorspronkelijke per
soonlijkheid.
Wat blijft er in de meeste gevallen bij den
enkeling over van zijn zedelijke en geeste
lijke vrijheid? Hij heeft doorgaans van en
bij wat hem mechanisch ingegoten wordt
Het „onpersoonlijke", het decreet van de
menigte, is het gevaar van onzen tijd, het is
als een ontzaglijk zware schaaf die over de
menschheid wordt gehaald en haar alle in
dividueele zelfstandigheid en eigenaardig
heid ontneemt.
Hierdoor lijden de menschen, hoofd voor
hoofd ernstige schade aan hun ziel en ver
stand. De maatschappij dringt zich op de
plaats van óen enkeling, en de enkeling ver
geet maar al te vaak dat het de persoon
lijke geestkracht, het persoonlijk initiatief is
die de maatschappij draagt en voortstuwt.
Er is tegenwoordig een neiging om de ge
meenschap, de maatschappij, te vergodde
lijken en haar voorschriften en besluiten als
bindend te achten, ook voor den geest en het
geweten. De maatschappij in haar geheel ge
nomen is echter het tegenovergestelde van
het waarachtig menschel ijke, hoe vreemd en
paradoxaal dit ook klinken moge. De maat
schappij is zielloos en mechanisch, zij erkent
in haar gezamenlijk geen instantie boven haar
waarnaar zij zich wenscht te richten en
tegenover wie zii zich verantwoordelijk
acht. De druk van haar op den enkeling kan
doodend worden als deze ophoudt het
zwaartepunt van zichzelf in zijn eigen, ge
louterd, oordeel te zoeken.
Twee gevaren bedreigen óen mensch dus
op het oogenblik. Ten eerste, de massageest
waarin de enkeling zich oplost, waardoc»- hij
pen armstoel zat met een zijden sjaal over
de scnouders, terwijl zij lichtgele handschoe
nen droeg, die mij in deze atmosfeer dan al
uiterst overbodig leken. Zij is een teer, klein
persoontje, met een bijzonder lang, bloede
loos gelaat, met verschrikte uitdrukking.
Zooals het gelaat te groot is voor het
lichaam, zoo zijn de oogen te groot voor het
elaat en de kassen te groot voor de oogen,
ie waarschijnlijk oorspronkelijk tot de uit
puilende soort behoorden, maar nu zoo diep
zijn gezonken, dat ze voortdurend maar
rondrollen in de veel te groote holten. De
uitdrukking in die oogen is als van iemand
die eens zoo iets verbijsterends heeft gezien,
dat de verschrikking zich daarin als 't ware
heeft vastgezet.
Ze scheen niet veel belang te stellen in
mijn komst, maar sprak tot mij op beleefden,
matten toon, hoe het op verlangen van haar
dochter Jadwiga was, dat zij er toe overge
gaan was om een Engelsche gouvernante te
nemen. Jadwiga wilde Engelsch leeren,
hoofdzakelijk, naar het scheen, om Byron
in het oorspronkelijke te kunnen lezen. Ik
weet, tusschen twee haakjes, nu niet, of dit
zoozeer pleit voor haar litterairen smaak.
Na tien minuten een weinig vlot gesprek te
hebben aangehoord, kon ik het donkere, be
nauwde vertrek weer verlaten. Ik denk. dat
ik mijn eigenlijke werkgeefster niet veel zal
zien. Volgens mijn opvatting ziet zij er ui4
als een, die zulke rare beproevingen heeft
doorgemaakt, dat zij alleen verlangt naar
rust en afzondering.
En wat nu de oudste dochter betreft, die
Jadwiga, wier naam ik al zoo dikwijls ge
hoord had, pas hedeomorgen heb ik haar 1
zijn bezinning, zijn in zichzelf gegrond zede
lijk oordeel verliest; en ten tweede het ver
sterf van de samenleving zelf, die bij gebreke
aan krachtige persoonlijkheden snel daalt en
afzakt tot het laagste niveau waartoe een
menschengroep kan zinken als een hooger
zedelijk bewustzijn niet meer aanwezig is
Belangrijke gebeurtenissen in de wereld
hebben ons plotseling deze ernstige gevaren
doen beseffen. De laatste honderdvijftig jaar
beef* men met dit vraagstuk lichtvaardig om
gegaan. men heeft er niet ernstig bij willen
stilstaan en slechts gespeeld met alles wat
samenhing met het gemeenschappelijke, het
maatschappelijke, den nationalen geest, het
ras, de klassen en de beschaving. Tot nu
plotseling, maar voor wie oordeelen kon niet
onvoorziens, de massa de macht in hand°n
begint te krijgen, de massa die eischt en ge
welddadig neemt en voorschrijft.
Wee der menschheid als zij niet aan den
enkeling herboren wordt
Dr. JOHAN BROUWER.
£and* en
De handel in aardappelen.
Omtrent den handel in aardappelen na
1 Augustus werd in de veilingen mede
deelingen gedaan van de regeling, vastge
steld door de akkerbouw-centra!e
De minimumprijzen zullen verdwijnen.
De uitvoer wordt onder een algemeen uit-
voennonopolie gebracht. Na 1 September
kunnen partijen worden gedenatureerd,
waarop een toeslag zal worden gegeven van
0.65 per 100 K G., oploopende tot f 0.95
gedurende het seizoen, boven de voeder-
waarde. De sorteering is weer voor de bin-
nenlandsche consumptie 35/60 m.M. vier-
kantsmaat, maximumlengte 8 c.M. Er zal
1 heffing per 100 K G. worden geheven
De verleden jaar geheven 0.25 voor admi
nistratiekosten wordt nu niet meer toege
past Voor bepaalde gevallen gelden hierop
uitzonderingen.
Voor ongekeurd pootgoed met binnen-
landsche bestemming bedraagt de belasting
f 2 per 100 K G. Goedgekeurd pootgoed
voor het binnenland is vrij van heffing. Voor
export bestemd pootgoed is belast met
0.25 per 100 K G.
Slechts georganiseerde telers en hande
laren is het vergund aardappelen in voor
raad te hebben, met uitzondering van door
particulieren opgeslagen hoeveelheden van
ten hoogste 1000 K G. voor eigen gebruik.
Het handelen in aardappelen is verboden,
tenzij men erkend is als handelaar of als
teler-handelaar.
Ten aanzien van liefdadige instellingen is
bepaald, dat door deze lichamen in elk geval
eerst de volle heffing moet worden gestort,
waarna op aanvraag eventueel restitutie der
heffing kan plaats vinden.
Het verhandelen van aardappelen is alleen
toegestaan over de veiling. Het nummer van
den kooper moet steeds op het geleidebiljet
vermeld staan.
DE LANGENDIJKER GROENTEN-
VEILINGEN.
Schotsche muizen werden in de afgeloopen
week verkocht voor 4.50—5.30. Blauwe
Eigenheimers brachten voor de mooiste aan
voeren 4—4.50 op, anderen 3—3.60
Voor Duken lagen de prijzen tusschen 2.40
2.70. De aanvoer beliep 83 spoorwa
gens, een betrekkelijk kleine hoeveelheid,
vergeleken met dien in normale jaren.
Ook voor de kool liep het beter dan vorige
weken. Bracht de grootste bloemkool van de
eerste kwaliteit aanvankelijk ongeveer 9
op, later werd er 10 tot 14 voor be
taald. Kleinere eerste soort, die eerst nog
voor 57 werd verkocht, bracht in de
tweede helft der week 811 op. De be
langstelling voor tweede soort was niet
groot, zoodat de grootste nauwelijks 3 op
brachten en de kleinere voor 1.50 tot rmm
2 werden verkocht. De aanvoer was totaal
16000 stuks.
Voor roode kool was aanvankelijk weinig
vraag, zoodat sommige partijen niet konden
worden verkocht. Spoedig kwam daarin
echter verbetering en werd voor de grootste
van f 1.602 betaald en voor de mooiste
kleine 33.70. Meerdere vraag, ook uit
het buitenland, was oorzaak van deze be
langrijke stijging. De aanvoer beliep 32
spoorwagens, waarvan 30 aan de veiling te
Broek op Langendijk.
Ook met de gele kool liep het naar wensch
Bracht het mooiste goed aanvankelijk onge
veer 3.50 op, later steeg die prijs tot 6—
7. De grootere soorten varieerden tusschen
4.305.40. De aanvoer bedroeg 5
spoorwagens.
De prijzen van de witte kool, waarvan de
aanvoer nog gering bleef, waren vrij sta-
tionnair. De mooiste partijtjes brachten f 2
2.50 op, de minder gezochte 1.70
1.90.
Hoewel de prijs der tomaten iets minder
slecht was dan de vorige week, was de ver
betering toch van weinig beteekenis. Eerste
kwaliteit werd verkocht voor 5 808,
B voor 68 20, C voor f 4 606 10
en CC voor 1.602. Aangevoerd wer
den 22000 K G.
Voor bieten bleek de belangstelling nog
gering, zoodat voor de mooiste middelgroote
1.20^—1.50 werd betaald en de andere
6080 cent opbrachten.
De aanvoer van slaboonen nam sterk toe
De mooiste boonen brachten 9f 12 op
en iets afwijkende kwaliteit werd voor 7 50
9 verkocht.
Snijboonen, die aanvankelijk nog 12 op
brachten, liepen later tot 5.307 terim
Tuinboonen brachten voor verschillende
partijen 1.60f 1.80. Er werden er ook
nog boven de 2 verkocht, doch enkele oar-
tijtjes gingen voor 1 van de hand Er wer
den in totaal 25000 K.G. boonen aange
vcerd.
Ook de aanvoer van uien, in het bijzonder
zilveruien, vermeerderde sterk. De prijs der
zilvernep was afwisselend, 6 tot 10
Voor drielingen werd 3—4 betaald en
voor uien f 1.101.50. Gele uien brach
ten 23.80 op en gele nep 2 80
4.20. De aanvoer aan uien beliep 13
spoorwagens.
De stemming voor wortelen bleef luste
loos. De boswortelen werden voor 1.50-—
2 verkocht, de losse voor 60 cent tot 1.20.
.De aanvoer van druiven is nog gering.
Voor Allicante werd f 3942.30, voor
Frankenthaler 43 besteed.
JUoowciaal lUeuws
HOORN.
Het muziekconcours van „ApollcP
(den tweeden dag).
Zondag werd de tweede concoursdag
van „Apollo" gehouden, welke wederom in
alle opzichten geslaagd mag heeten. De
storm van Zaterdag was gaan liggen; 't
weer verbeterde en, hoewel in den namid
dag zoo nu en dan een buitje losbrak, had
men in 't algemeen over het weer niet te
klagen. Dezen dag was de belangstelling
bijzonder groot.
De uitslag van den marschwedstrijd luidt
als volgt: St. Pancratius te Blokker, le pr.
met 102 p.; Richard Hol te Noordwolde, le
pr. met 99 p.Crescendo te Westzaan, le pr.
met 111 p.; Kunst na Arbeid te Hoorn, le
pr. met 111 punten.
Het muziekconcours had den volgen
den uitslag: Derde afdeeling Harmo
nie: Pius X te Venhuizen, 2e pr. met 291 p
St. Pancratius te Blokker, le pr. met 315 p.
Derde afd. Fanfare: St. Martinus te Oude
Niedorp. 2e pr met 282 p.
Tweede afd Fanfare: Volharding te Berk
hout, le pr. met 300 p St. Gregorius te
zich af. Toen ze pas een paar schreden weg
was, kwam ze ineens terug.
„Is 't nieteen afschuwelijk gevoel
om zoo ver van je land af te zijn?vroeg ze
schuchter, terwijl ze mij aankeek met weer
ten heel andere uitdiukking in de oogen
„Soms is het beter, om veraf te zijn",
antwoordde ik ontwijkend.
„U moet maar uw best doen om niet on
gelukkig t- zijn bij ons", sprak ze met ern-
stigen nadruk. „Ik zal er u bij helpen, wat
ik kan, om u te doen vergeten dat u zoo ver
af is".
Toen drukte zij mijn beide handen met
warmte, terwijl ze mij vluchtig een kus gaf.
Het volgend oogenblik was zij weg.
Ja, zij was wel héél snel, héél spontaan in
haar uitingen. Maar had ik niet reeds ge
noeg van haar gezien en ondervonden, om
haar lief te hebben?
Even later, toen ik dus onvermijdelijk door
haar kamer moest, zag ik. dat Jadwiga zich
daar met mantel en al te bed geworpen had,
terwijl zij zich niet eens den tijd had gegund
om de handen te wasschen of om haar krans
af te zetten. Sinds dien heeft zij zich nog niet
verroerd; telkens als ik door de kamer ga,
zie ik haar fantastisch versierd hoofd half in
de kussens begraven en hoor ik haar regel
matige ademhaling. Ik zal je meer van haar
vertellen, zoodra ik meer van haar weet; de
indruk, dien zij op mij heeft gemaakt, is'een
mengeling van bekoring en verrassing. Als
wij ooit vriendinnen worden, zou dit enkel
zijn door de werking van de wet der tegen
stelling.
voor 't eerst gezien. Al dien tijd is zij in Lem
berg geweest, niet voor haar genoegen of
tenminste, dat denk ik niet, want uit het ge
babbel van Anulka, die al dien tijd uit
stekend voor mij gezorgd heeft, meende ik
op te maken, dat zij het grootste deel van den
tijd, dien zij weg was, bij den tandarts in
behandeling is geweest. Hedenochtend liep
ik voor het ontbijt even den tuin in, al ge
nietend van den heerlijken zonneschijn die
de dauwdroppels op de spinnewebben deed
fonkelen als zoovele diamanten, toen ik een
jong meisje zag aankomen, dat liep met den
hced in de hand en met een krans van gele
en roode bladeren zooals die aan iederen
boom in het ruime j>ark hingen op het vrij
verwarde, donkere haar. Stukjes herfstdraad
hingen fantastisch tu^chen de glinsterende
bladeren en met dien lossen reismantel om,
die in wijde plooien tot op de voeten hing.
leek zij wel een priesters op den terugweg
van haar morgenoffer. 2e zag er moe en
bleek uit, maar onder gunstiger omstandig
heden moet ze beeldschoon zijn ik geloof
dat ik haar op het moment al mooi vond,
ondanks de blauwe kringen onder de oogen:
het bewijs, dat zij dien nacht niet goed ge
slapen had; maar het was een te cnconven-
Loneele schoonheid, dat mijn eenvoudige
smaak er zich geheel mee zou kunnen ver
eenigen. Toen ze mij zag, werd ze ineens
veel levendiger en riep met wonderlijk-stra-
lenden glimlach:
„Eindelijk! Ik heb al zoo lang op u ge
wacht!"
Met verbazing vroeg ik, hoe dit mogelijk
was, daar ik niet onmiddellijk begreep, wie
zij was.
„Ja", zei ze, „ik ben al heel vroeg thuis
ge komen, toen u allen nog sliep, en ik wist,
dat als ik eenmaal liggen ging, ik tot den
avond zou slapen, want ik heb den heelen
nacht gereisd, maar ik was toch te verlan
gen om u te zien. Ik word ook uw leerlin
ge in het Engelsch dan en ik smacht
er naar om te beginnen.
„Maar toch zeker niet vandaag?" vroeg
ik lachenae.
„Neen, natuurlijk niet; vandaag wilde ik
enkel maar eens zien, om een indruk van
u te krijgen, anders zou ik niet rustig hebben
kunnen slapen U heeft mij vrij lang laten
wachten; ik heb den tijd maar gekort me*
dezen krans te vlechten. Vindt u 'm erg gek
staan?"
Ik antwoordde, dat ik 'm juist heel mooi
vond en vroeg haar toen, of zij al een indruk
van mij had. Ze keek mij lang en ernstig
aan, eer ze zei:
„Ik geloof van wel; dat lijkt wel wat vlug,
hè? Maar ik doe de meeste dingen snel. O,
miss Middleton, zoudt u een vriendin van
mij worden?"
Daar ik niet gewoon ben de dingen zoo
snel te doen, kon ik enkel zeggen, dat ik dit
hoopte, maar de verlangende blik in haar
prachtige oogen en het wonderlijk stralende
van haar glimlach maakten, dat ik mij vree-
selijk stijf en Britsch voelde, toen ik zoo ge
matigd mijn verlangen uitsprak.
„Ik verlang zoo vreeselijk naar een vrien
din", zei Jadwiga; ze begon al reeds te
geeuwen, „maar daar zullen wij later van
spreken. In usschen goedendag en goeden
nacht!"
En me t slaperigen glimlach wendde zij