DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. 2)aqetiiksch Keeren de Habsburgers terug in Oostenrijk De slotscène van den Oostenrijkschen putsch. Ho. 179 Dit nummer bestaat uit twee bladen Directeur: C. KRAK. Woensdag I Augustus 1934 136e Jaargang „Sluit nog geen restauratie in", aldus de zaakgelastigde te Den Haag. Buitenland Planetta en Holzweber aan de galg. DE ZITTING VAN GISTEREN. Wat vandaag de aandacht trekt, 35xiiten£and ALKMAARS QURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2*—, franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN: Van 15 regels 1.25, elke regel meer f 0.25, tfroote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060 Telef. 3, redactie 33. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. In een onderhoud, dat de Oostenrijkschei zaakgelastigde te 's-Gravenhage dr. G Alexich, gisterochtend met een redacteur van het correspondentiebureau heeft gehad, heeft de heer Alexich verzocht zijn hartelijker, dank te willen overbrengen aan de Neder- landsche pers voor de objectieve, maar ook meelevende wijze, waarop deze pers in de laatste zware dagen de Oostenrijksche aan gelegenheden heeft behandeld Zelfs de bla den, die een principieel afwijzende houding tegen over de huidige regeering innemen hebben in verband met den rouw van het Oostenrijksche volk alle politieke tegenstel lingen achterwege gelaten en slechts het leed gezien, dat een ongelukkige vrouw en een zwaar beproefd volk te dragen had. Deze hoogstaande objectieve en rustige be oordeeling heeft de Nederlandsche pers ook niet veranderd toen door allerlei sensatie- berichten getracht werd het beeld van de Oostenrijksche gebeurtenissen te veranderen. De journalist bracht bij het onderhoud de verschillende berichten ter sprake, welke in de laatste dagen de ronde nebben gedaan met betrekking tot een mogelijken terugkeer van de Habsburgers naar Oostenrijk. In dit verband kan er de aandacht op wor den gevestigd, dat in België waar de jonge Otto van Habsburg verblijf houdt, geen af zonderlijke Oostenrijksche diplomatieke ver tegenwoordiging is, doch dat de zaakgelas tigde te 's-Gravenhage tevens geaccrediteerd is bij het Belgische Hof. Dt. Alexich deed opmerken, dat het stre ven der Bondsregeering er op gericht is het financieele onrecht, dat aan de Habsburgers is geschied, zooveel mogelijk goed te maken. De financieele verhouding met de keizer lijke familie zal een grondslag moeten vin den in de groote prestaties, welke de Habs- burgsche dynatie voor Oostenrijk en voor Europa gehad heeft. Ditzelfde standpunt geldt ook ten aanzien van de verbanning der Habsburgers. Men weet reeds, dat in de nieuwe grondwet de anti-Habsburg-wetten niet gehandhaafd zijn. Of en hoever er onderhandelingen tus- schen de regeering en vertegenwoordigers der Habsburgers plaats hebben, kon de heer Alexich niet zeggen. Wel spreekt het van zelf, dat dit een probleem is niet alleen van binnenlandschen politieken aard, doch bo venal van groote internationaal-politieke be- teekenis. De Oostenrijksche regeering weet zeer wel dat zij dit probleem niet kan op lossen zonder nauwkeurige voorafgaande overeenstemming met de groote mogend heden. Tegenover alle tendentieuze berichten wenschte de heer Alexich met nadruk te ver klaren, dat een terugkeer der keizerlijke fa milie naar Oostenrijk niet zonder meer de restauratie beteekent. Deze terugkeer zou slechts een kwestie van rechtvaardigheid zijn, omdat men den leden van het Huis. dat zou nauw met de geschiedenis van Oosten rijk is verbonden, het verblijf in het vader land niet ontzeggen mag. Vervolgens kwam het gesprek op de nieuwe Oostenrijksche regeering onder lei ding van bondskanselier Schuschnigg. Ten aanzien daarvan deed de heer Alexich op merken, dat deze nieuwe regeering slechts een voortzetting van het vorige kabinet is. Onzichtbaar zweeft, aldus de zaakgelastig de, echter om de leden ervan heen de geest van hem, die zoo plotseling uit hun midden is weggerukt. Het zijn de medewerkers van dr. Dollfuss de mannen, aan wie hij zijn vertrouwen geschonken had. Het verleden met de daarin bestaande par tijen is in Oostenrijk dood. Dit was reeds het geval tijdens het leven van dr. Dollfuss; thans geldt dit in nog sterkere mate. Zij, die thans deel uitmaken van de regeering wor den slecht» bezield door één wensen: den wederopbouw van hun vaderland en voor het overige verlangen zij slechts met rust ge laten te worden. Dat ligt ook in het alge meen in het karakter van den Oostenrijker Wij houden er niet van, aldus de zaakgelas tigde, ons te mengen in aangelegenheden van anderen, maar evenmin zijn wij er op gesteld dat men zich met onze zaken bezig houdt. De behoefte aan rust van den Oostenrij ker, die begrijpelijk is bij een volk, dat steeds weer om zijn bestaan moet vechten, is dik wijls als een zekere slapheid aangemerkt Dat de Oostenrijker echter niet slap is, heb ben allen, die van deze vermeende eigen schap gebruik meenden te kunen maken, on dervonden. Het is te eenen male onjuist ie beweren, dat prins Starhemberg, zooals „Paris Midi" schrijft, den strijd tegen de arbeidersklasse wil voeren. Van Starhem berg is het woord afkomstig: „Ook de Schutzbündler zijn voor Oostenrijk geval len". De minister voor Sociale Zaken, dr Neustadter-Stürmer, die uit de burgerwach ten is voortgekomen, heeft op het gebied der arbeidersorganisatie reeds veel bereikt, waar door hij het vertrouwen van vele vroeger socialistische arbeiders heeft gewonnen. Een onjuist is het een tegenstelling te construeeren tusschen katholieken en burger wachters. De godsdienstkwestie speelt in Oostenrijk, waar volgens de laatste volks stemming op 6Y, millioen inwoners, 6,1 mil- lioen katholieken, 180.000 protestanten en 160.000 joden zijn, in het geheel geen rol. Katholiek zijn spreekt in Oostenrijk van zelf, zonder dat een andersdenkende daar onder te lijden zou hebben. Zooals het geheele Oostenrijksche volk in diepe smart zich vereenigd heeft rond de baar van den kanselier, zoo staan ook eens gezind de mannen, die het lot van Oostenrijk te besturen hebben. Eensgezind staat Oosten rijk achter Schuchnigg en Starhemberg De toekomst zal het toonen en de geschiedenis zal het bewijzen. De moordenaars van Dollfuss, Planetta en Holzweber, zijn gisteren om 5 uur n.m. op de binnenplaats van het Landsgerecht te Weenen opgehangen. De verdedigers hadden bij den Bondspresident nog een verzoek om gratie ingediend, maar dit is afge wezen. Heil Hitier! Toen hem werd medegedeeld, dat het ver zoek om gratie was afgewezen riep Holz weber- Ik sterf voor Duitschland! Heil Hitier'! Ook Planetta riep: Heil Hitier! De beide veroordeelden gedroegen zich buiten gewoon rustig. Zij vroegen om ge«telgken bijstand en spoedig verschenen een kathohek en een protestantsch geestelijke in hm ftl- len, met wie zij beiden baden. Toenzij naar de galg geleid werden, bleven beiden zeer kalm. Zelfs toen hij den strop om den hals had, riep Holzweber nog voortdurend Heil Hitier! Verklaring van den medischen Door een anderen 'deskundige werd ver volgens de doodsoorzaak bij Dollfuss meü gedeeld. Volgens dezen deskundige is Doll fuss door twee schoten getroffen; het eerste drong 6 c.M. onder het oor in den hals naar binnen Het projectiel is eenigszins schuin door den hals gedrongen, dwars door den halswervel heen, waarbij het ruggemerg ge troffen werd en heeft het lichaam onder den kop van de okselholte verlaten. Deze ver wonding was absoluut d o o d e 1 ij k. Op de vraag van den voorzitter, of de bondskanselier bij behoorlijk vlugge verzor ging gered had kunnen worden, verklaarde deze deskundige, dat de bondskanselier wel iswaar langzaam doodgebloed is, maar toch ook bij onmiddellijke verzorging niet had kunnen worden gered, hoewel zijn leven had kunnen worden verlengd. Het tweede schot drong den hals binnen en heeft nauwelijks eenigen invloed op het overlijden gehad. Het tweede schot is op een afstand van een hal ven meter afgevuurd. De verwonding had verlamming van armen, beenen en rug ver oorzaakt. Generaal-majoor Pummerer toonde ver volgens het gerechtshof den kogel die d;n dood veroorzaakt heeft en die een 9-voudig werkende kracht had. De deskundige ver klaarde verder, dat het eerste schot van een afstand van 15 tot 20 c.M. moet zijn afge vuurd. De verbooren werden hierop gesloten. De zitting werd voor een half uur verdaagd, waarop het O M. aan het woord kwam en de verdedigers hun pleidooien uitspraken. De openbare aanklager aan het woord. Nadat de behandeling van het proces tegen de moordenaars van Dollfuss voor een half uur onderbroken was, nam de openbare aanklager, dr. Tupjty, het woord. Deze zei- de o.a.: De beide beklaagden worden beschuldigd van de ontzettende misdaad van hoogver raad en een van hen wordt beschuldigd van de ontzettende misdaad van moord. Zij wor den beschuldigd van hoogverraad, daar zij op 25 Juli iets hebben ondernomen dat op stand en een burgeroorlog in het binnenland ten doel had, in het bijzonder door bezetting van de bondskanselarij en de daar gepleegde daden van geweld. Het O. M. gaf een uitvoerige uiteenzet ting van de gebeurtenissen van den 25sten Juli, tot 19 uur des avonds. To«n de be klaagden zagen, dat de hulp, die van buiten verwacht was, was uitgebleven en inzagen, dat hun daad zonder succes bleef, hebben zij zich overgegeven en zijn zij gearresteerd Er is geen twijfel aan daf de bedoeling bur geroorlog is geweest. Daar valt niets tegen in te brengen. Weliswaar verklaren de be klaagden, dat zij de regeering legaal hadden overgenomen en dat de bondspresident ach ter hen stond. De beklaagden zijn echter geen onintelligente mannen en men vraagt zich dan ook af, hoe zij ook slechts één seconde hebben kunnen denken, dat een zoo danige onderneming legaal zou zijn. Zij kunnen niet gedacht hebben, dat de bondspresident zich van hun hulp zou bedie nen om zich van de regeering te ontdoen. De beide beklaagden hebben bij deze onder neming een leidende rol gespeeld. Holzweber heeft zonder twijfel, zooals hij zelf ook toe geeft, zich beroepen op en onbekenden leider, die hij niet kan of wil noemen en die in de bondskanselary zelf een leidende rol heeft ge speeld. Wij weten, hoeveel dooden in het land gevallen zijn. Een vonk zou voldoende geweest zijn, en men had in Oostenrijk vreemde militairen, vreemd volk en vreemde macht gekregen. Is burgeroorlog niet het ergste wat denkbaar is? Daarenboven wordt Planetta nog beschuldigd van de misdaad van moord op den bondskanselier. Planetta heeft het doodelijke schot gelost. Ook de rapporten der deskundigen en verklaringen van getuigen hebben het bewijs geleverd. De voorstelling van zaken, zooals die door de beklaagde gegeven wordt, is zoo onmogelijk en ongerijmd, dat daaraan geen geloof kan worden gehecht. De beide beklaagden heb ben er met bijzonderen klem op gewezen, dat hun in zekeren zin vergiffenis ten deel was gevallen. Daarvan kan in het geheel geen sprake zijn. In de geheele wereld bestaat geen wet, die een dergelijke vergiffenis moge lijk zou maken. Door onbeschrijfelijke daden van geweld is den minister de belofte afge perst van vrijen aftocht. En zou deze belofte moreele beteekenis en kracht hebben? Hier op eischte het O. M. voor beide beklaagden het schuldig uit te spreken. Uit de pleidooien der verdedigers. Na den openbaren aanklager kwamen de verdedigers aan het woord. De verdediger van Holzweber, dr. Ruehrer, zeide o.a.: Er zijn twee groepen in Oostenrijk, de eene komt voor de onafhankelijkheid van Oostenrijk op. de ander wil aansluiting bij het Duitsche volk en het Duitsche rijk. Degenen die voor de aansluiting opkomen, houden niet minder van hun vaderland dan de vertegenwoordi gers van de onafhankelijkheid. (De presi dent wees den verdediger bij deze woorden terecht). De beide beklaagden zijn als Leo Schlageter in Duitschland, die als offer voor het Duitsche volk gestorven is. (Wederom een terechtwijzing van den president). Het gerechtshof, dat onder voorzitterschap van een officier bijeen is gekomen, is aan een eerewoord gebonden. Het staat onomstoote lijk vast, dat den beklaagden een vrijgeleide verzekerd is, toen de dood van den bonds president reeds bekend was. De laatste woorden der beklaagden. Planetta zeide in zijn slotwoord: Ik ben geen moordenaar; ik wilde dr, Dollfuss niet dooden; ik vraag mevrouw Dollfuss om ver geving. Holzweber zeide, dat hij onschuldig aan den moord op Dollfuss was. Wij meenden, vervolgde hij, dat dr. Rintelen het bondskan selierschap op zich zou nemen ,toen wij in de bondskanselarij binnendrongen; dat was op den dag voor den moord medegedeeld Ik kan alleen nog maar zeggen, dat ik in het belang van mijn vaderland gehandeld heb Ik zie een rechtvaardige straf tegemoet. De motiveering van het vonnis. In de motiveering van het vonnis wordt o.a. gezegd, dat het ten laste gelegde mis drijf van hoogverraad bewezen is De be klaagden zijn lid van de Nat. Soz. Deutsche Arbeiterpartei geweest; zij bekennen, aan de actie tegen bondskanselier Dollfuss deelge nomen te hebben en hun is bekend geweest, dat de regeering ter zijde geschoven zou worden. Er zijn in het geheel pl.m. 50 lieden in het gebouw binnengedrongen, zoodat hei feitbestanddeel van oproer en muiterij aan wezig was. Beide beklaagden moeten als raddraaiers beschouwd worden. Wat den aan beklaagde Planetta ten laste gelegden moord betreft, beklaagde heeft deze zelf be kend. De bedoeling om te dooden blijkt uit het gebeuren op zich zelf, uit het gebruik van een absoluut doodelijk wapen en het schot van zeer korten afstand. Het Hof heeft dien tengevolge deb edoeling om te dooden als b* wezen aangenomen. Bij Planetta treden als verzwarende omstandigheden op, het hoog verraad, het lossen van twee schoten en de belangrijkheid van den persoon van den ge troffene, die als vertegenwoordiger van het heele vaderland beschouwd is. Verzachten de omstandigheden kunnen niet in aanmer king genomen worden. Bij Holzweber komen zeer verzwarende omstandigheden in aan merking. Als verzachtend kunnen gelden zijn oprechtheid en het feit, dat hij nog niet eer der gestraft was. De zitting werd om 13.35 uur gesloten. Een communiqué van de regee ring. De regeering heeft gisteren een communi qué uitgegeven, waarin zij zich scherp keert tegen geruchten die in binnen- en buitenland over eten toestand in Oostenrijk worden ver spreid en die in het bijzonder laster tegen enkele leden van de regeering bevatten. De regeering roept de verspreiders van derge lijke geruchten op om de schrijvers bij de justitie aan te geven. Zij dreigt deze met strenge straffen Tevens ontkent de regeering alle bewerin gen, dat in haar midden verschil van mee ning bestaat. Opzienbarende radiorede. De bondscommissaris voor propaganda, Adam, heeft gister een radiorede gehouden waaruit het belangrijkste het volgende is: In den nacht van Woensdag op Donderdag, dus kort na den moord op Dollfuss, werd in de nabijheid van het opper-Oostenrijksche plaatsje Kellerschlag een onbekende man aangehouden, die verklaarde te zijn de ho telsecretaris Franz Heel uit München. Hij had een rijksduitsche pas met een doorloo j?end visum yoor Oostenrijk. Bij onderzoek aan den lijve vond men ver scheidene papieren. Op het hemd droeg de man half ontcijferde telegrammen. Als voor beeld van deze telegrammen noemde Adam het volgende: Rintelen wordt kanselier, Rin telen onderhandelt; opnieuw monsters on derweg. In de schoenen van den gearresteer de vond men materiaal met nauwkeurige in structies voor de nationaal-socialisten in Oostenrijk bij den val van de regeering-Doll- fuss. Uit dit materiaal blijkt, dat op het wachtwoord „Sommerfest" eerst een onge wapende opstand moest ontstaan, welke in geval van tegenstand van het gezag in een gewapenden opstand moest overgaan. Het wachtwoord voor de tweede eventuali teit luidde „Preisschiessen" en „Italienische Nacht". De bondscommissaris Adam deelde verder mede. dat uit het in beslag genomen materiaal blijkt dat zonder twijfel Duitsche instanties den opstand in Oostenrijk hebben voorbereid, maar dezen zoo hadden ingericht dat men zou gelooven dat het om zuiver binnenlandsche Oostenrijksche aangelegen heden zou gaan, zonder buitenlandschen in vloed. De bondscommissaris zeide, dat hier uit blijkt, dat de opstand van 25 Juli met alle details van München uit reeds een week te voren is voorbereid. Bloedige gevechten aan de grenzen. De „Vreme" publiceert een telefonisch be richt van zijn correspondent uit Unterdrau- burg van de Zuid-Slavisch-Oostenrijksche grens, volgens welk bericht gisteren den gc- heelen dag nog tusschen opstandelingen en bondstroepen in Karinthië zou zijn gestre den. Volgens dit bericht zou de strijd giste ren zelfs de bloedigste geweest zijn en het grootste aantal dooden en gewonden tenge volge hebben gehad van den strijd, die tot nog toe is geleverd tusschen opstandelingen en regeeringstroepen. De* gevechten begon nen met een manoeuvre van de regeerings troepen, die een krachtigen aanval deden op de stellingen der opstandelingen vlak bij de Zuid-Slavische grens, waarna zij schijnbaar ordeloos op de vlucht sloegen. De opstande lingen lieten zich hierdoor misleiden en na men onmiddellijk de achtervolging ter hand. Het doel van de krijgslist was de opstande lingen van de grens weg te lokken, daar 'Je bondstroepen uit bezorgdheid, dat hun schoten op Zuid-Slavisch gebied zouden kun nen inslaan, niet met voile kracht konden optreden. Bij de achtervolging vielen de rebellen in een hinderlaag Zij werden van twee kanten aangevallen. Zij gaven zich echter niet over. doch verdedigden zich den geheelen dag. De correspondent van de „Vreme" meldt verder, dat de krijgslist ten slotte toch nog mislukt is, doordat de rebel len versterkingen kregen en zich daarop uit de omsingeling konden bevrijden. Afdeelingen opstandelingen zijn inmid dels over de grens naar Zuid-Slavië ge vlucht om niet in handen der bondstroepen te vallen. Verder meldt de „Vreme" nog, dat giste ren in West Karinthië een groote opstandige beweging zou zijn begonnen. Ook daar zou thans fel worden gevochten. De opstande lingen zouden een aanval op Klagenfurth willen ondernemen. Keeren de Habsburgers in Oos tenrijk terug? (Dag. Overzicht.) De slotscène van den putsch in Oostenrijk. (Buitenland.) De ziekte van von Hindenburg. (Buitenland) Tweede radio-rede van den heer W. F. v. Hoeven. (Binnenland De heer G J. P. Zaalberg tieedt af als voorzitter van het Werkfonds 1934. (Binnenland.) Autobus in Noord-Brabant over den kop geslagen. (Binnenland). Diefachtige „dames" te Zeist ge arresteerd. (Binnenland.) Amsterdamsche relletjejs in zak formaat. (Binnenland.i 1 Aug. 1914—1 Aug 1934. (Arti kelen.) De Zeven-Provinciën-muiters in Holland. (Binnenland.) 88ste Algemeene vergadering N O. G. te Alkmaar. (Stad (Zie rrrder eventueel laatste berichten> ONZEKERE TOESTAND IN SPANJE. Verscheidene mogelijkheden voor een omwenteling. De Spaansche minister-president heeft verklaard, dat er in het geheele land een nerveuse stemming heersent en dat men den indruk krijgt, dat er inderdaad pogingen tot aanslagen worden voorbereid. De geruchten die reeds sedert geruimen tijd in omloop zijn over een beraamde poging tot omwenteling hebben thans nieuw voed sel gekregen, daar zoowel de minister van binnenlandsche zaken als de minister van oorlog de mogelijkheid ervan uitten. De Spaansche minister-president geeft toe, dat er ongerustheid en een zenuwachtige stemming heerschen en dat er omwentelin gen worden voorbereid. Reuter teekent hierbij aan, dat er verschei dene mogelijkheden zijn wat betreft onlusten en pogingen tot omwenteling. De socialisten breiden de op militaire leest geschoeide orga nisatie van hun jeugdverenigingen steeds meer uit en hebben reeds meermalen ge poogd op verschillende plaatsen groote sa menkomsten te houden van in roode hemden gekleede jongelieden, die echter door de po litie dadelijk uiteen werden gedreven. Anderzijds zijn de linksche republikeinen voortdurend bezig zich weer van de politieke leiding der republiek meester te maken, langs den normalen weg of door geweld. Daarbij hebben zij den volledigen steun van de Catalaansche regeering. In de Baskische provincies zijn zoowel door de rechtsche als door de linksche extre misten alle voorbereidingen getroffen voor een afweerstrijd. Van republikeinsche zijde wordt beweerd dat uit deze noordelijke pro vincies een katholiek-monarchistische staats greep te wachten is. Afgezien van dit alles moet men in Spanje nog steeds rekening houden met het anar chistische gevaar, dat hoofdzakelijk steunt op die groepen, welke de grootste deelen der arbeidersklasse, met name ook op het platte land, achter zich hebben en die reeds meer malen gevaarlijke, bloedige opstanden heb ben ontketend. Republikeinsche protesten tegen de politiek der regeering. Verscheidene Spaansche republikeinsche leiders, die een groote rol hebben gespeeld bij het in het leven roepen van de republiek, blijven den laatsten tijd protesteeren tegen de gevoerde regeeringspolitiek. Kortgeleden heeft Maura een krachtig protest uitgespro ken, waarna Felipe Sanchez Roman, een vooraanstaande advocaat en leider van de onlangs opgerichte nationale republiekein- sche partij, in een der kleinste schouwbur gen van Madrid 'n vergadering heeft gehou den, waar echter slechts weinig publiek aan wezig was en waarin hij uiteenzette, dat de republiek verworden was en dat alleen een unie van werkelijke republikeinen haar kon redden van de ernstige gevaren, die thans dreigen van de extremisten, zoowel van links als van rechts. HITLER NIET DOODGESCHOTEN. Valsch gerucht van geheimen zender. Gisteren werd te Weenen een geheime communistische Duitsche zender gehoord, welke mededeelde, dat Hitier te Bayreuth zou zijn doodgeschoten. Bij navraag in Duitschland bleek, dat hiervan niets aan was; Hitier bevond zich in Zuid-Beieren en niet te Bayreuth.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 1