DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
2)aqetiiksch
Keeren de Habsburgers terug in Oostenrijk
De slotscène van den Oostenrijkschen putsch.
Ho. 179 Dit nummer bestaat uit twee bladen Directeur: C. KRAK. Woensdag I Augustus 1934
136e Jaargang
„Sluit nog geen restauratie in", aldus
de zaakgelastigde te Den Haag.
Buitenland
Planetta en Holzweber aan de galg.
DE ZITTING VAN GISTEREN.
Wat vandaag de
aandacht trekt,
35xiiten£and
ALKMAARS
QURANT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2*—,
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN:
Van 15 regels 1.25, elke regel meer f 0.25, tfroote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060 Telef. 3, redactie 33.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
In een onderhoud, dat de Oostenrijkschei
zaakgelastigde te 's-Gravenhage dr. G
Alexich, gisterochtend met een redacteur van
het correspondentiebureau heeft gehad, heeft
de heer Alexich verzocht zijn hartelijker,
dank te willen overbrengen aan de Neder-
landsche pers voor de objectieve, maar ook
meelevende wijze, waarop deze pers in de
laatste zware dagen de Oostenrijksche aan
gelegenheden heeft behandeld Zelfs de bla
den, die een principieel afwijzende houding
tegen over de huidige regeering innemen
hebben in verband met den rouw van het
Oostenrijksche volk alle politieke tegenstel
lingen achterwege gelaten en slechts het
leed gezien, dat een ongelukkige vrouw en
een zwaar beproefd volk te dragen had.
Deze hoogstaande objectieve en rustige be
oordeeling heeft de Nederlandsche pers ook
niet veranderd toen door allerlei sensatie-
berichten getracht werd het beeld van de
Oostenrijksche gebeurtenissen te veranderen.
De journalist bracht bij het onderhoud de
verschillende berichten ter sprake, welke in
de laatste dagen de ronde nebben gedaan
met betrekking tot een mogelijken terugkeer
van de Habsburgers naar Oostenrijk.
In dit verband kan er de aandacht op wor
den gevestigd, dat in België waar de jonge
Otto van Habsburg verblijf houdt, geen af
zonderlijke Oostenrijksche diplomatieke ver
tegenwoordiging is, doch dat de zaakgelas
tigde te 's-Gravenhage tevens geaccrediteerd
is bij het Belgische Hof.
Dt. Alexich deed opmerken, dat het stre
ven der Bondsregeering er op gericht is het
financieele onrecht, dat aan de Habsburgers
is geschied, zooveel mogelijk goed te maken.
De financieele verhouding met de keizer
lijke familie zal een grondslag moeten vin
den in de groote prestaties, welke de Habs-
burgsche dynatie voor Oostenrijk en voor
Europa gehad heeft.
Ditzelfde standpunt geldt ook ten aanzien
van de verbanning der Habsburgers. Men
weet reeds, dat in de nieuwe grondwet de
anti-Habsburg-wetten niet gehandhaafd
zijn. Of en hoever er onderhandelingen tus-
schen de regeering en vertegenwoordigers
der Habsburgers plaats hebben, kon de heer
Alexich niet zeggen. Wel spreekt het van
zelf, dat dit een probleem is niet alleen van
binnenlandschen politieken aard, doch bo
venal van groote internationaal-politieke be-
teekenis. De Oostenrijksche regeering weet
zeer wel dat zij dit probleem niet kan op
lossen zonder nauwkeurige voorafgaande
overeenstemming met de groote mogend
heden.
Tegenover alle tendentieuze berichten
wenschte de heer Alexich met nadruk te ver
klaren, dat een terugkeer der keizerlijke fa
milie naar Oostenrijk niet zonder meer de
restauratie beteekent. Deze terugkeer zou
slechts een kwestie van rechtvaardigheid
zijn, omdat men den leden van het Huis. dat
zou nauw met de geschiedenis van Oosten
rijk is verbonden, het verblijf in het vader
land niet ontzeggen mag.
Vervolgens kwam het gesprek op de
nieuwe Oostenrijksche regeering onder lei
ding van bondskanselier Schuschnigg. Ten
aanzien daarvan deed de heer Alexich op
merken, dat deze nieuwe regeering slechts
een voortzetting van het vorige kabinet is.
Onzichtbaar zweeft, aldus de zaakgelastig
de, echter om de leden ervan heen de geest
van hem, die zoo plotseling uit hun midden
is weggerukt. Het zijn de medewerkers van
dr. Dollfuss de mannen, aan wie hij zijn
vertrouwen geschonken had.
Het verleden met de daarin bestaande par
tijen is in Oostenrijk dood. Dit was reeds
het geval tijdens het leven van dr. Dollfuss;
thans geldt dit in nog sterkere mate. Zij, die
thans deel uitmaken van de regeering wor
den slecht» bezield door één wensen: den
wederopbouw van hun vaderland en voor het
overige verlangen zij slechts met rust ge
laten te worden. Dat ligt ook in het alge
meen in het karakter van den Oostenrijker
Wij houden er niet van, aldus de zaakgelas
tigde, ons te mengen in aangelegenheden
van anderen, maar evenmin zijn wij er op
gesteld dat men zich met onze zaken bezig
houdt.
De behoefte aan rust van den Oostenrij
ker, die begrijpelijk is bij een volk, dat steeds
weer om zijn bestaan moet vechten, is dik
wijls als een zekere slapheid aangemerkt
Dat de Oostenrijker echter niet slap is, heb
ben allen, die van deze vermeende eigen
schap gebruik meenden te kunen maken, on
dervonden. Het is te eenen male onjuist ie
beweren, dat prins Starhemberg, zooals
„Paris Midi" schrijft, den strijd tegen de
arbeidersklasse wil voeren. Van Starhem
berg is het woord afkomstig: „Ook de
Schutzbündler zijn voor Oostenrijk geval
len". De minister voor Sociale Zaken, dr
Neustadter-Stürmer, die uit de burgerwach
ten is voortgekomen, heeft op het gebied der
arbeidersorganisatie reeds veel bereikt, waar
door hij het vertrouwen van vele vroeger
socialistische arbeiders heeft gewonnen.
Een onjuist is het een tegenstelling te
construeeren tusschen katholieken en burger
wachters. De godsdienstkwestie speelt in
Oostenrijk, waar volgens de laatste volks
stemming op 6Y, millioen inwoners, 6,1 mil-
lioen katholieken, 180.000 protestanten en
160.000 joden zijn, in het geheel geen rol.
Katholiek zijn spreekt in Oostenrijk van
zelf, zonder dat een andersdenkende daar
onder te lijden zou hebben.
Zooals het geheele Oostenrijksche volk in
diepe smart zich vereenigd heeft rond de
baar van den kanselier, zoo staan ook eens
gezind de mannen, die het lot van Oostenrijk
te besturen hebben. Eensgezind staat Oosten
rijk achter Schuchnigg en Starhemberg De
toekomst zal het toonen en de geschiedenis
zal het bewijzen.
De moordenaars van Dollfuss,
Planetta en Holzweber,
zijn gisteren om 5 uur n.m. op de
binnenplaats van het Landsgerecht
te Weenen opgehangen.
De verdedigers hadden bij den
Bondspresident nog een verzoek om
gratie ingediend, maar dit is afge
wezen.
Heil Hitier!
Toen hem werd medegedeeld, dat het ver
zoek om gratie was afgewezen riep Holz
weber- Ik sterf voor Duitschland! Heil
Hitier'! Ook Planetta riep: Heil Hitier! De
beide veroordeelden gedroegen zich buiten
gewoon rustig. Zij vroegen om ge«telgken
bijstand en spoedig verschenen een kathohek
en een protestantsch geestelijke in hm ftl-
len, met wie zij beiden baden. Toenzij naar
de galg geleid werden, bleven beiden zeer
kalm. Zelfs toen hij den strop om den hals
had, riep Holzweber nog voortdurend Heil
Hitier!
Verklaring van den medischen
Door een anderen 'deskundige werd ver
volgens de doodsoorzaak bij Dollfuss meü
gedeeld. Volgens dezen deskundige is Doll
fuss door twee schoten getroffen; het eerste
drong 6 c.M. onder het oor in den hals naar
binnen Het projectiel is eenigszins schuin
door den hals gedrongen, dwars door den
halswervel heen, waarbij het ruggemerg ge
troffen werd en heeft het lichaam onder den
kop van de okselholte verlaten. Deze ver
wonding was absoluut d o o d e 1 ij k.
Op de vraag van den voorzitter, of de
bondskanselier bij behoorlijk vlugge verzor
ging gered had kunnen worden, verklaarde
deze deskundige, dat de bondskanselier wel
iswaar langzaam doodgebloed is, maar toch
ook bij onmiddellijke verzorging niet had
kunnen worden gered, hoewel zijn leven had
kunnen worden verlengd. Het tweede schot
drong den hals binnen en heeft nauwelijks
eenigen invloed op het overlijden gehad. Het
tweede schot is op een afstand van een hal
ven meter afgevuurd. De verwonding had
verlamming van armen, beenen en rug ver
oorzaakt.
Generaal-majoor Pummerer toonde ver
volgens het gerechtshof den kogel die d;n
dood veroorzaakt heeft en die een 9-voudig
werkende kracht had. De deskundige ver
klaarde verder, dat het eerste schot van een
afstand van 15 tot 20 c.M. moet zijn afge
vuurd.
De verbooren werden hierop gesloten. De
zitting werd voor een half uur verdaagd,
waarop het O M. aan het woord kwam en de
verdedigers hun pleidooien uitspraken.
De openbare aanklager aan het
woord.
Nadat de behandeling van het proces
tegen de moordenaars van Dollfuss voor een
half uur onderbroken was, nam de openbare
aanklager, dr. Tupjty, het woord. Deze zei-
de o.a.:
De beide beklaagden worden beschuldigd
van de ontzettende misdaad van hoogver
raad en een van hen wordt beschuldigd van
de ontzettende misdaad van moord. Zij wor
den beschuldigd van hoogverraad, daar zij
op 25 Juli iets hebben ondernomen dat op
stand en een burgeroorlog in het binnenland
ten doel had, in het bijzonder door bezetting
van de bondskanselarij en de daar gepleegde
daden van geweld.
Het O. M. gaf een uitvoerige uiteenzet
ting van de gebeurtenissen van den 25sten
Juli, tot 19 uur des avonds. To«n de be
klaagden zagen, dat de hulp, die van buiten
verwacht was, was uitgebleven en inzagen,
dat hun daad zonder succes bleef, hebben zij
zich overgegeven en zijn zij gearresteerd
Er is geen twijfel aan daf de bedoeling bur
geroorlog is geweest. Daar valt niets tegen
in te brengen. Weliswaar verklaren de be
klaagden, dat zij de regeering legaal hadden
overgenomen en dat de bondspresident ach
ter hen stond. De beklaagden zijn echter
geen onintelligente mannen en men vraagt
zich dan ook af, hoe zij ook slechts één
seconde hebben kunnen denken, dat een zoo
danige onderneming legaal zou zijn.
Zij kunnen niet gedacht hebben, dat de
bondspresident zich van hun hulp zou bedie
nen om zich van de regeering te ontdoen. De
beide beklaagden hebben bij deze onder
neming een leidende rol gespeeld. Holzweber
heeft zonder twijfel, zooals hij zelf ook toe
geeft, zich beroepen op en onbekenden leider,
die hij niet kan of wil noemen en die in de
bondskanselary zelf een leidende rol heeft ge
speeld. Wij weten, hoeveel dooden in het
land gevallen zijn. Een vonk zou voldoende
geweest zijn, en men had in Oostenrijk
vreemde militairen, vreemd volk en vreemde
macht gekregen. Is burgeroorlog niet het
ergste wat denkbaar is? Daarenboven wordt
Planetta nog beschuldigd van de misdaad
van moord op den bondskanselier. Planetta
heeft het doodelijke schot gelost. Ook de
rapporten der deskundigen en verklaringen
van getuigen hebben het bewijs geleverd. De
voorstelling van zaken, zooals die door de
beklaagde gegeven wordt, is zoo onmogelijk
en ongerijmd, dat daaraan geen geloof kan
worden gehecht. De beide beklaagden heb
ben er met bijzonderen klem op gewezen, dat
hun in zekeren zin vergiffenis ten deel was
gevallen. Daarvan kan in het geheel geen
sprake zijn. In de geheele wereld bestaat
geen wet, die een dergelijke vergiffenis moge
lijk zou maken. Door onbeschrijfelijke daden
van geweld is den minister de belofte afge
perst van vrijen aftocht. En zou deze belofte
moreele beteekenis en kracht hebben? Hier
op eischte het O. M. voor beide beklaagden
het schuldig uit te spreken.
Uit de pleidooien der verdedigers.
Na den openbaren aanklager kwamen de
verdedigers aan het woord. De verdediger
van Holzweber, dr. Ruehrer, zeide o.a.: Er
zijn twee groepen in Oostenrijk, de eene komt
voor de onafhankelijkheid van Oostenrijk op.
de ander wil aansluiting bij het Duitsche
volk en het Duitsche rijk. Degenen die voor
de aansluiting opkomen, houden niet minder
van hun vaderland dan de vertegenwoordi
gers van de onafhankelijkheid. (De presi
dent wees den verdediger bij deze woorden
terecht). De beide beklaagden zijn als Leo
Schlageter in Duitschland, die als offer voor
het Duitsche volk gestorven is. (Wederom
een terechtwijzing van den president). Het
gerechtshof, dat onder voorzitterschap van
een officier bijeen is gekomen, is aan een
eerewoord gebonden. Het staat onomstoote
lijk vast, dat den beklaagden een vrijgeleide
verzekerd is, toen de dood van den bonds
president reeds bekend was.
De laatste woorden der beklaagden.
Planetta zeide in zijn slotwoord: Ik ben
geen moordenaar; ik wilde dr, Dollfuss niet
dooden; ik vraag mevrouw Dollfuss om ver
geving.
Holzweber zeide, dat hij onschuldig aan
den moord op Dollfuss was. Wij meenden,
vervolgde hij, dat dr. Rintelen het bondskan
selierschap op zich zou nemen ,toen wij in de
bondskanselarij binnendrongen; dat was op
den dag voor den moord medegedeeld Ik
kan alleen nog maar zeggen, dat ik in het
belang van mijn vaderland gehandeld heb
Ik zie een rechtvaardige straf tegemoet.
De motiveering van het vonnis.
In de motiveering van het vonnis wordt
o.a. gezegd, dat het ten laste gelegde mis
drijf van hoogverraad bewezen is De be
klaagden zijn lid van de Nat. Soz. Deutsche
Arbeiterpartei geweest; zij bekennen, aan de
actie tegen bondskanselier Dollfuss deelge
nomen te hebben en hun is bekend geweest,
dat de regeering ter zijde geschoven zou
worden. Er zijn in het geheel pl.m. 50 lieden
in het gebouw binnengedrongen, zoodat hei
feitbestanddeel van oproer en muiterij aan
wezig was. Beide beklaagden moeten als
raddraaiers beschouwd worden. Wat den
aan beklaagde Planetta ten laste gelegden
moord betreft, beklaagde heeft deze zelf be
kend.
De bedoeling om te dooden blijkt uit het
gebeuren op zich zelf, uit het gebruik van
een absoluut doodelijk wapen en het schot
van zeer korten afstand. Het Hof heeft dien
tengevolge deb edoeling om te dooden als b*
wezen aangenomen. Bij Planetta treden als
verzwarende omstandigheden op, het hoog
verraad, het lossen van twee schoten en de
belangrijkheid van den persoon van den ge
troffene, die als vertegenwoordiger van het
heele vaderland beschouwd is. Verzachten
de omstandigheden kunnen niet in aanmer
king genomen worden. Bij Holzweber komen
zeer verzwarende omstandigheden in aan
merking. Als verzachtend kunnen gelden zijn
oprechtheid en het feit, dat hij nog niet eer
der gestraft was. De zitting werd om 13.35
uur gesloten.
Een communiqué van de regee
ring.
De regeering heeft gisteren een communi
qué uitgegeven, waarin zij zich scherp keert
tegen geruchten die in binnen- en buitenland
over eten toestand in Oostenrijk worden ver
spreid en die in het bijzonder laster tegen
enkele leden van de regeering bevatten. De
regeering roept de verspreiders van derge
lijke geruchten op om de schrijvers bij de
justitie aan te geven. Zij dreigt deze met
strenge straffen
Tevens ontkent de regeering alle bewerin
gen, dat in haar midden verschil van mee
ning bestaat.
Opzienbarende radiorede.
De bondscommissaris voor propaganda,
Adam, heeft gister een radiorede gehouden
waaruit het belangrijkste het volgende is: In
den nacht van Woensdag op Donderdag,
dus kort na den moord op Dollfuss, werd
in de nabijheid van het opper-Oostenrijksche
plaatsje Kellerschlag een onbekende man
aangehouden, die verklaarde te zijn de ho
telsecretaris Franz Heel uit München. Hij
had een rijksduitsche pas met een doorloo
j?end visum yoor Oostenrijk.
Bij onderzoek aan den lijve vond men ver
scheidene papieren. Op het hemd droeg de
man half ontcijferde telegrammen. Als voor
beeld van deze telegrammen noemde Adam
het volgende: Rintelen wordt kanselier, Rin
telen onderhandelt; opnieuw monsters on
derweg. In de schoenen van den gearresteer
de vond men materiaal met nauwkeurige in
structies voor de nationaal-socialisten in
Oostenrijk bij den val van de regeering-Doll-
fuss. Uit dit materiaal blijkt, dat op het
wachtwoord „Sommerfest" eerst een onge
wapende opstand moest ontstaan, welke in
geval van tegenstand van het gezag in een
gewapenden opstand moest overgaan.
Het wachtwoord voor de tweede eventuali
teit luidde „Preisschiessen" en „Italienische
Nacht". De bondscommissaris Adam deelde
verder mede. dat uit het in beslag genomen
materiaal blijkt dat zonder twijfel Duitsche
instanties den opstand in Oostenrijk hebben
voorbereid, maar dezen zoo hadden ingericht
dat men zou gelooven dat het om zuiver
binnenlandsche Oostenrijksche aangelegen
heden zou gaan, zonder buitenlandschen in
vloed. De bondscommissaris zeide, dat hier
uit blijkt, dat de opstand van 25 Juli met
alle details van München uit reeds een week
te voren is voorbereid.
Bloedige gevechten aan de
grenzen.
De „Vreme" publiceert een telefonisch be
richt van zijn correspondent uit Unterdrau-
burg van de Zuid-Slavisch-Oostenrijksche
grens, volgens welk bericht gisteren den gc-
heelen dag nog tusschen opstandelingen en
bondstroepen in Karinthië zou zijn gestre
den. Volgens dit bericht zou de strijd giste
ren zelfs de bloedigste geweest zijn en het
grootste aantal dooden en gewonden tenge
volge hebben gehad van den strijd, die tot
nog toe is geleverd tusschen opstandelingen
en regeeringstroepen. De* gevechten begon
nen met een manoeuvre van de regeerings
troepen, die een krachtigen aanval deden op
de stellingen der opstandelingen vlak bij de
Zuid-Slavische grens, waarna zij schijnbaar
ordeloos op de vlucht sloegen. De opstande
lingen lieten zich hierdoor misleiden en na
men onmiddellijk de achtervolging ter hand.
Het doel van de krijgslist was de opstande
lingen van de grens weg te lokken, daar 'Je
bondstroepen uit bezorgdheid, dat hun
schoten op Zuid-Slavisch gebied zouden kun
nen inslaan, niet met voile kracht konden
optreden. Bij de achtervolging vielen de
rebellen in een hinderlaag Zij werden van
twee kanten aangevallen. Zij gaven zich
echter niet over. doch verdedigden zich den
geheelen dag. De correspondent van de
„Vreme" meldt verder, dat de krijgslist ten
slotte toch nog mislukt is, doordat de rebel
len versterkingen kregen en zich daarop uit
de omsingeling konden bevrijden.
Afdeelingen opstandelingen zijn inmid
dels over de grens naar Zuid-Slavië ge
vlucht om niet in handen der bondstroepen
te vallen.
Verder meldt de „Vreme" nog, dat giste
ren in West Karinthië een groote opstandige
beweging zou zijn begonnen. Ook daar zou
thans fel worden gevochten. De opstande
lingen zouden een aanval op Klagenfurth
willen ondernemen.
Keeren de Habsburgers in Oos
tenrijk terug? (Dag. Overzicht.)
De slotscène van den putsch in
Oostenrijk. (Buitenland.)
De ziekte van von Hindenburg.
(Buitenland)
Tweede radio-rede van den heer
W. F. v. Hoeven. (Binnenland
De heer G J. P. Zaalberg tieedt
af als voorzitter van het Werkfonds
1934. (Binnenland.)
Autobus in Noord-Brabant over
den kop geslagen. (Binnenland).
Diefachtige „dames" te Zeist ge
arresteerd. (Binnenland.)
Amsterdamsche relletjejs in zak
formaat. (Binnenland.i
1 Aug. 1914—1 Aug 1934. (Arti
kelen.)
De Zeven-Provinciën-muiters in
Holland. (Binnenland.)
88ste Algemeene vergadering N O.
G. te Alkmaar. (Stad
(Zie rrrder eventueel laatste
berichten>
ONZEKERE TOESTAND IN SPANJE.
Verscheidene mogelijkheden
voor een omwenteling.
De Spaansche minister-president heeft
verklaard, dat er in het geheele land een
nerveuse stemming heersent en dat men den
indruk krijgt, dat er inderdaad pogingen
tot aanslagen worden voorbereid.
De geruchten die reeds sedert geruimen
tijd in omloop zijn over een beraamde poging
tot omwenteling hebben thans nieuw voed
sel gekregen, daar zoowel de minister van
binnenlandsche zaken als de minister van
oorlog de mogelijkheid ervan uitten.
De Spaansche minister-president geeft toe,
dat er ongerustheid en een zenuwachtige
stemming heerschen en dat er omwentelin
gen worden voorbereid.
Reuter teekent hierbij aan, dat er verschei
dene mogelijkheden zijn wat betreft onlusten
en pogingen tot omwenteling. De socialisten
breiden de op militaire leest geschoeide orga
nisatie van hun jeugdverenigingen steeds
meer uit en hebben reeds meermalen ge
poogd op verschillende plaatsen groote sa
menkomsten te houden van in roode hemden
gekleede jongelieden, die echter door de po
litie dadelijk uiteen werden gedreven.
Anderzijds zijn de linksche republikeinen
voortdurend bezig zich weer van de politieke
leiding der republiek meester te maken,
langs den normalen weg of door geweld.
Daarbij hebben zij den volledigen steun van
de Catalaansche regeering.
In de Baskische provincies zijn zoowel
door de rechtsche als door de linksche extre
misten alle voorbereidingen getroffen voor
een afweerstrijd. Van republikeinsche zijde
wordt beweerd dat uit deze noordelijke pro
vincies een katholiek-monarchistische staats
greep te wachten is.
Afgezien van dit alles moet men in Spanje
nog steeds rekening houden met het anar
chistische gevaar, dat hoofdzakelijk steunt
op die groepen, welke de grootste deelen der
arbeidersklasse, met name ook op het platte
land, achter zich hebben en die reeds meer
malen gevaarlijke, bloedige opstanden heb
ben ontketend.
Republikeinsche protesten tegen
de politiek der regeering.
Verscheidene Spaansche republikeinsche
leiders, die een groote rol hebben gespeeld
bij het in het leven roepen van de republiek,
blijven den laatsten tijd protesteeren tegen de
gevoerde regeeringspolitiek. Kortgeleden
heeft Maura een krachtig protest uitgespro
ken, waarna Felipe Sanchez Roman, een
vooraanstaande advocaat en leider van de
onlangs opgerichte nationale republiekein-
sche partij, in een der kleinste schouwbur
gen van Madrid 'n vergadering heeft gehou
den, waar echter slechts weinig publiek aan
wezig was en waarin hij uiteenzette, dat de
republiek verworden was en dat alleen een
unie van werkelijke republikeinen haar kon
redden van de ernstige gevaren, die thans
dreigen van de extremisten, zoowel van links
als van rechts.
HITLER NIET DOODGESCHOTEN.
Valsch gerucht van geheimen
zender.
Gisteren werd te Weenen een geheime
communistische Duitsche zender gehoord,
welke mededeelde, dat Hitier te Bayreuth zou
zijn doodgeschoten.
Bij navraag in Duitschland bleek, dat
hiervan niets aan was; Hitier bevond zich
in Zuid-Beieren en niet te Bayreuth.