Nederlaridsch Onderwijzers Genootschap. Stad en Omgeving Algemeene vergadering. Qememtecaden URSEM- Romeinsche brieven? DE PERS IN ITALIË. Het N. O. G. houdt heden zijn 88ste al gemeene vergadering in de Harmonie. De ontvangst ten Stadhuize. Om elf uur werden het hoofdbestuur en de afgevaardigden in de raadszaal door B. en W. ontvangen. Aanwezig waren de burge- gemeester, de wethouders Klaver, van Slin gerland en Bonsema. De burgemeester hield de volgende rede: Het is eenige maanden geleden, dat mi] door den voorzitter van Uw plaatselijke af deeling de vraag werd gesteld of het Ge meentebestuur van Alkmaar bereid zou zijn het Hoofdbestuur van het N. O. G. met zijne leden ter gelegenheid van de jaarvergade ring, alhier te houden, officieel te ontvangen. Gaarne hebben wij welwillend op dit ver zoek beschikt en zoo ben ik dus vandaag in de gelegenheid U allen een hartelijk welkom toe te roepen in onze stad en speciaal op dit oude stadhuis, waaraan zoovele herinnerin gen uit vroeger eeuwen zijn verbonden. Ook dit jaar is voor U van beteekenis, want ik heb met veel genoegen gezien dat het heden weer een kroonjaar van U is, en wel 't 90-jarig bestaan, een tijdperk, hetwelk niet veel vereenigingen met U gemeen zullen hebben. De keuze van Alkmaar voor het houden van deze vergadering wordt natuur lijk door mij op prijs gesteld, maar zeker zou ik het nog meer waardeeren, indien ik Uw genootschap over 10 jaar hier weder terug zie, opdat binnen deze oude veste Uw lustrum glansrijk zou kunnen worden ge vierd! Zooals in de Wet van Uw Vereeniging is gesteld, vormt het hoofddoel van Uw Ge nootschap de behartiging der belangen van het lager onderwijs en die van de onderwij zers en hunne nagelaten betrekkingen; ge tracht wordt dit doel te bereiken door o.m bijeenkomsten te houden op onderwijsgebied, diverse periodieken te verspreiden, de leden op verschillend gebied te helpen en te advisee- ren en zoovele andere punten van Uw pro gram. Juist in deze moeilijke tijden, waardoor ook het onderwijs in zoo'n bijzondere mate wordt getroffen, is het zeer gewenscht, dat zooveel mogelijk eenheid en saamhoorigheid bestaat. Op deze wijze kan dan worden sa mengewerkt in het belang van het onderwijs opdat de verschillende noodmaatregelen zoo goed mogelijk in de praktijk bij de bestaande toestanden worden aangepast. Daarnaast kan Uwe Vereeniging ook veel doen voor hare leden en hunne nabestaan den en dank zij de verschillende fondsen helpen waar zulks noodig blijkt te zijn. Tusschen de gemeente en Uw genoot schap bestaat een gemeenschappelijke band en wel de behartiging van het onderwijs. Beiden voelen daar veel voor, voor U het hoofddoel, voor ons een der meest belang rijke onderdeelen van ons gemeentewerk, waaraan tegenwoordig volle aandacht moet worden geschonken. En daarbij maken wij ook gaarne gebruik van de adviezen van Uw plaatselijke afdeeling en de ontvangen be scheiden worden steeds nauwkeurig bestu deerd. Het onderwijs te Alkmaar heeft altijd de volle aandacht gehad van het Gemeentebe stuur en dit geldt niet alleen voor nu, maar ook voor vroegere tijden. En waar Gij U op 't oogenblik bevindt op een historisch terrein, zal het U zeker inte resseeren, hoe het onderwijs hier nu vroeger was geregeld. E>e oudste acte omtrent het onderwijs dateert van 1395, toen Albrecht van Beieren als Graaf van Holland van zijn rechten om schoolmeesters te benoemen en de voor- deelen der school te genieten, afstand deed ten behoeve van de kerk te Alkmaar en wel op verzoek van het stadsbestuur. De vroed schap achtte blijkbaar de geestelijkheid in dezen aangewezen, om r .pee ia al de schrijf kunst, welke dan ook ars clericalis werd ge noemd, te onderwijzen. Wij kunnen aannemen, dat deze onderwijs toestand geen bezwaar opleverde en het duurt dan ook weer tot 1560, voor weer op nieuw iets meer over Alkmaar's onderwijs bekend wordt en wel uit een schoolreglement, waaruit blijkt, dat de vroedschap 'burge meesters machtigd, om zelf onder wijzers aan te stellen, terwijl daar naast de curatoren der Latijnsche school ge naamd sCholarchen zooveel schrijfmeesters mochten aanstellen voor den tijd van één jaar, als zij verkozen, onder stilzwijgende voorwaarde, dat zij geen ondersteuning of subsidie van de stad zouden genieten. Het heeft mij wel bijzonder getroffen, dat reeds in dien tijd dus een onderscheid be stond tusschen z.g. openbare scholen en zg. bijzondere scholen. De openbare scholen, bekend onder de naam Duitsche scholen, bleken meer armen scholen te zijn en uit een resolutie van het midden der 17e eeuw wordt zeer treffend ge sproken over de oprichting van „scholen, omme arme kinderen om niets, immers voor zeer geringe penningen, lesen, schrijven en andere seden te leeren''. Het loon van deze armenschoolmeesters was niet hoog, slechts 125, behoudens bij enkele bijzonder 'begaafden, waar dan uit drukkelijk gesproken wordt van een extra gratificatie, terwijl daarnaast natuurlijk de schoolgelden door de ouders der leerlingen te betalen aan de meesters ten goede kwam; of dit veel was, meen ik echter te moeten betwijfelen. Uit de lijst der namen van 16921795, een aantal van 8, blijkt wel, dat er hoogstens twee van dergelijke scholen bestonden, dus betrekkelijk weinig in dien tijd. Hoe stond het nu met de andere scholen? Deze stonden bekend onder den naam: scholen der schrijf meester s, waar van in den loop der 17e eeuw eerst 9 a 10, later 5 a 6 bestonden. De benoeming van deze schoolmeesters had plaats door de reeds genoemde scholarchen, waarbij in den beginne alleen 2 eischen voor de benoeming werden gesteld n.1. 1 Poorter van Alkmaar, 2. behoorende tot de Gerefor meerde Religie, terwijl daaraan later werd toegevoegd: geadmitteerd na bevindingen van bekwaamheid. Eerst in 1764 wordt offi cieel vastgesteld, dat voortaan niemand door de scholarchen zal worden toegelaten, dan de zoodanigen die in tegenwoordigheid van heeren scholarchen, ten overstaan der 2 in specteurs der scholen, d.z. secretarissen v scholarchen, door den rector (nl. v. d. Lat school) zijn geëxamineerd geworden en door scholarchen bekwaam gekeurd. Daarnaast schijnt onder die schoolmeesters ook gerekend te worden de persoon, die on derwijs gaf aan weeskinderen, .velke be noemd werd door de regenten van het Wees huis, terwijl aan het eind v. d. 18e eeuw n.1. sprake is van Luthersche schoolmeesters, benoemd door den Kerkeraad dier gemeente. Zooals ik reeds mededeelde, begon er een achteruitgang van deze scholen in 1700; de oorzaak daarvan moet gezocht worden in de opkomst der Fransche scholen, opgericht in ons land door de vele réfugés, speciaal na de herroeping van het edict van Nantes in 16S5. Dit waren in den beginne alleen meisjesscholen. Eerst opgericht buiten steun van de stedelijke geldkist, bleek alras, dat dit niet kon worden gehandhaafd en reeds in 1686 is sprake van een belooning van 250.— 's jaars. De benoeming bleek te be rusten bij de scholarchen. Ook Fransche jongensscholen schijnen hier gebloeid te hebben, maar meer als kost scholen. hetgeen blijkt uit de instructie, o.a. die van 1781, waar in aft. 3 vermeld staat, dat óe kostschoolhouder zijne kost- en an dere leerlingen in zijne omgang, in en buiten school, altoos met een zedig gedrag zal voorgaan en dezelve telkens de gronden van deugd en godsvreugd inboezemen. Zooals in vele andere zaken, bracht de om wenteling van 1795 in den toestand veran dering. De eerste algemeene schoolwet ver scheen in 1801, de tweede reeds in 1803, en de derde in 1806 welke 24 jaar zou blijven gelden. Dames en Heeren. Elk jaar wordt Gij ver gast op een rede van den burgemeester van de plaats, waar de Algemeene vergadering wordt gehouden. Ik heb gemeend U dit jaar eens een kijkje te moeten geven in het ver leden, een stukje schoolgeschiedenis van onze stad, dat zoo goed past bij Uw Genoot schap. Mijnheer de voorzitter. Ik mag zeker wel eindigen met den wen6Ch uit te spreken, dat deze jaarvergadering moge strekken tot meerderen bloei van Uw Genootschap, dat de aanwezige leden den onderlingen band nog hechter zullen aanvoelen, en last not least, dat Alkmaar U zal bieden een aan genaam en prettig verblijf. (Applaus). De voorzitter van het N. O. G., de heer H. J. Bon, antwoordde als volgt: Namens het hoofdbestuur, de aanwe zige afgevaardigden en verdere verte genwoordigers van het N. O. G., zeg ik hartelijk dank voo.- het feit, dat het ge meentebestuur ons bij de 88ste algemee ne vergadering heeft willen ontvangen. U. mijnh. de burgemeester, zeg ik bijzon der dank voor de vriendelijke woorden tot mij gericht en voor de bijzonder aar dige opmerkingen die u ons onder het oo' hebt gebracht, opmerkingen die ons onbekend waren en waardoor uw rede voor ons is geweest een les over de ge schiedenis van het onderwijs in Alk maar. Wij, leden van het N. O. G., ken nen slechts voor een klein deel Alkmaar. Alkmaar ligt in een uithoek van ons land en is voor een groot deel van de leden van het N. O. G. moeilijk te be reiken, behalve voor de Amsterdam mers, waar de zetel van ons hoofdbestuur is gevestigd. Voor de Amsterdammers kost het minder tijd, dank zij de elec- trische om naar Alkmaar te komen, dan het bereiken van het einde van het eene stadsdeel naar het andere. Al kennen dus de Amsterdammers Alkmaar en omgeving zeer goed, nu de afdeeling Alkmaar zich bereid verklaard heeft voor het eerst onze algemeene verga dering in de stad, waarin ze gevestigd is, te ontvangen, hebben de Amsterdam- sche leden van het hoofdbestuur en de andere hoofdbestuursleden gaarne deze gelegenheid aangegrepen om de leden in de gelegenheid-te stellen met Alkmaar kennis te maken. Wij weten vooruit, dat wat u aan het einde van uw rede hebt gezegd, zal uitkomen. Wij zullen met goede aangename indrukken van de stad Alkmaar weggaan en ook met aange name indrukken van het gemeentebe stuur van Alkmaar. De ontvangst en het woord van u, mijnheer de burge meester, is er een die zal inslaan. Wij, Amsterdammers, kennen niet en zelfs de heeren raadsleden kenden de leden van het hoofdbestuur niet. Hoe raar dit moge klinken, dit is een goed teeken. Want als het hoofdbestuur niet met de gemeentebesturen kennis heeft gemaakt, is dit het teeken, dat daar het onderwijs goed verzorgd wordt en een bewijs, dat als er eens iets geweest is. de afdeeling dit wel met het gemeente bestuur in het reine heeft kunnen brengen. Met groote dankbaarheid herinneren wij aan een feit van recenten datum. Gevreesd heeft het verdwijnen van een openbare school ten behoeve van een op te richten neutrale school. Het gemeen tebestuur heeft dit, onder leiding van uw ambtsvoorganger Mr. Wendelaar weten tegen te houden. Wij weten ook, dat het openbaar on derwijs hier uitstekend verzorgd wordt en dat hier prachtige scholen gebouwd worden. Alkmaar is, wat het onderwijs betreft, werkelijk een goed centrum van cultuur en ook in dit opzicht zal onze algemeene vergadering aangename herinneringen aan Alkmaar meenemen. Wij spreken ten wensch uit, dat het kmaar onder uw leiding goed moge gaan Het zijn moeilijke tijdsomstandig heden die te doorworstelen zijn. U heeft herinnerd aan de geschiedenis die van 1573 leert dat van Alkmaar de victorie begon in ons land. De toen gedemon streerde volhoudende geest zal u en uw medewerkers kunnen brengen door de moeilijke tijden. Moge ook in dat opzicht gelden: „Van Alkmaar de victorie". (Applaus). De vergadering. De vergadering werd ook bijgewoond door den burgemeester van Alkmaar. Langs de wanden hingen een zestal schil derijen en eenige teekeningen, bezit van de Berger Kunstenaarsvereeniging. Loten wer den verkocht en de winnaar mocht een van de geëxposeerde werken uitzoeken. De loten kosten 0.50 per stuk. Voor 200 .oteu wordt één schilderij verloot. De voorzitter van de afd. Alkmaar de leer Lutterot, sprak een welkomswoord en verzekerde, dat de afdeeling verheugd is, de vergadering te kunnen ontvangen. Het speet hem zeer, dat wijlen de heer IJpma dit niet heeft mogen beleven. Het was met schroom, dat de afd. inging op het verzoek van het hoofdbestuur om hel congres te ontvangen. Voor het onderbrengen van de afgevaar digden was gedaan wat mogelijk was. Het is de wensch van de afd., dat het congres zal slagen in de oplossing van de voorgelegde moeilijkheden en hij eindigde met den wensch, dat dit congres voor de afgevaardig den een aangenaam congres zal zijn De voorzitter wist dat de afd. Alk maar bergen werk kon verzetten. Reeds thans was gebleken dat Alkmaar een goede keus is geweest. De voorzitter van N. O. G., de heer H. J. Jon sprak de openingsrede uit, waaraan wij het volgende ontkenen: In zeer moeilijke tijdsomstandigheden, al dus de heer Bon, komen wij samen. Voor zeer velen uit het corps zijn de levensomstan digheden uiterst bezwaarlijk geworden, na deren door werkloosheid de grens van ar moede, zoo die grens hier en daar al niet overschreden is. Het aantal wachtgelders is met honderden vermeerderd, voor een tweede categorie is het salaris opnieuw in belang rijke mate teruggebracht, voor de jongeren is er geen kans op het verkrijgen eener be trekking. Spr. constateerde, dat de regeering maar voortgaat met het onbeperkt openstel len van de gelegenheid tot opleiding voor het onderwijzersambt. Ingrijpende maatre gelen zijn noodig om de werkeloosheid in het onderwijzerscorps te bestrijden. De regee ring zal regelend hebben op te treden inzake de opleiding, voorts zal de regeering zich lebben te beperken in mogelijk verdere maatregelen en besluiten tot opvoering van iet leerlingental per onderwijzer en beper king van het aantal openbare scholen, zoo dat het aantal wachtgelders niet nog grooter wordt dan het thans reeds is. De regeering zal ook dienen over te gaan tot wat de ver schillende onderwijzersorganisaties is ge vraagd: de gelegenheid scheppen tot ver vroegde pensionneering, zoodat wachtgel ders kunnen worden herplaatst en binnen niet te langen tijd bij vrije sollicitatie de jon geren ook de kans op het verkrijgen eener betrekking zouden kunnen hebben. Spr. con stateerde tot zijn leedwezen, dat bij het zestig-milioen-plan, beschikbaar gesteld voor werkverruiming en bestrijding der werkloos heid, het onderwijs niet is betrokken. De heer Bon wees vervolgens op het feit, dat voor het eerst sinds de instelling van een afzonderlijk, ministerie van onderwijs een voorstander van openbaar onderwijs als Minister aan dat Departement staat. Hard is er gewerkt en spr h-iinnerde aan het roodwftje-Mar hant van 4 Augustus inzake bepcikitig in den bouw van bijzondere scho len Ongerustheid wekte de circulaire van 2o Juli 1933 aan verschillende burgemeesters betreffende de opheffing van openbare scho len in Hun gemeente. Tot eind April 1934 zijn 48 beroepen inzake het behoud der school bij de Kroon behandeld, waarbij in 45' gevallen het ingestelde beroep ongegrond is verklaard. De practijk komt hierop neer, dat openbare scholen worden opgeheven, maar bijzondere scholen van gelijken of kleiner omvang blijven ongemoeid. Spr. wees er op, dat de bezuiniging, die de regeering verkrijgen wil door opheffing van scholen alleen ten laste komt aan het openbaar on derwijs en dat ondanks het feit, dat de mi nister zelf in de Tweede Kamer vorig na jaar nog eens uitdrukkelijk onder de aan dacht heeft gebracht, dat de grondwettelijk positie van het onderwijs anders is dan die van het bijzonder onderwijs en dat de over heid er voor te zorgen heeft dat alom ge legenheid zijn voor het genieten van open baar onderwijs. De houding, aldus de voorzitter, die Mar chant als voorstander van openbaar onder wijs aanneemt, is voor ons een nog niet op gelost raadsel. Aan de hand van verschil lende voorbeelden trachtte spr. aan te toonen dat, wanneer men de overwegingen in de Koninklijke Besluiten wat meer op den keper beschouwt, die houding nog raadselachtiger wordt, en dat bij het nemen van beslissingen het volgen van een vaste lijn niet geschiedt Het verzenden van de circulaire aan de burgemeesters is wat haar uitwerking be treft, niet alleen beperkt gebleven tot de door den Minister met name aangewezen scho len, zij heeft de idee gewekt, dat het openbaar onderwijs wel het allereerste objekt is, waar op bij de plannen tot bezuiniging niet alleen het eerst, maar ook het krachtigst kan wor den aangevallen. Verschillende autoriteiten en colleges hebben ongevraagd geadviseerc of besloten tot opheffing van openbare schO' len en hebben reorganisaties van het open baar lager onderwijs op grooten scnaa door combineering van scholen, hergroe- peering van leerlingen, opvoering van het leerlingental per onderwijzer, voorbereid of aangenomen. De heer Bon eindigde zijn openingswoorc met de opwekking, altijd en overal de auto riteiten voor te houden, af te zien van het nemen van drastische bezuii.igingsmaatre gelen ten aanzien van het openbaar onder wijs. want men doet daardoor tekort aan het kind van heden en benadeelt daarmede de toekomst van ons volk (Applaus.) De raadsvergadering van Ursem op Maan dag j.1. werd bijgewoond door alle leden. De voorzitter wijdde bij de opening eenige hartelijke woorden aan de nagedachtenis van wijlen prins Hendrik. Mededeeling was ingekomen van den com missaris der koningin, dat het raadsbesluit van 28 December 1933 tot tijdelijke korting op het salaris van den gemeenteveldwachter de ko ninklijke goedkeuring niet heeft verkregen. Voorts was ingekomen een beschikking van den minister van sociale zaken d.d. 13 Juni, waarbij aan de gemeente over 1933 een subsidie de steunverleening wordt verleend van 372.80 en voor de werkverschaffing van 637.03, terwijl het aandeel der gemeente in de kosten werkverschaffing Wieringermeer be draagt 24.21. Verder een schrijven van Ged. Staten, waar bij de gemeenterekening dienst 1931, alsmede die van het G. E. B. goedgekeurd werden te ruggezonden. Door B. en W. werd aangeboden de gemeen terekening en rekening G. E. B. over het dienstjaar 1933. De gewone dienst gaf aan in ontvangsten 47.413.13 en in uitgaven 49007.94, nadeelig saldo 1594.58; de kapi- taaldienst: ontvangst 15772.94, uitgaven 14655, batig saldo 1117.94. De rekening werd in handen gesteld van de vijf raadsleden ter onderzoek. Vervolgens werden vastgesteld de school geldkohieren dienst 1934/1935, kohier openbare lagere school in ontvangst op 104.78, idem bijzondere school in ontvangst 442.92. Aan de orde was hierna wijziging van de algemeene politie-verordening. Voorgesteld werd te verbieden aanplakbiljet ten, drukwerken of geschriften elders dan op eigen of daartoe door den eigenaar of den ge bruiker beschikbaar gestelde gebouwen, mu ren, schuttingen, palen, boomen en dergelijke aan te plakken. Vervolgens is het verboden zonder noodzaak langer dan strikt noodzakelijk te vertoeven op de Ursemmerbrug en in het openbaar rijwielen onbeheerd te laten staan, tenzij voor onmiddellijk gebruik ongeschikt ge maakt. Eigenaars van heggen, beplantingen, struiken of boomen, welke in of nabij kruisin gen of bochten van wegen het vrije uitzicht be lemmeren, zijn verplicht op aanzegging van B. en W. binnen een door dezen te stellen termijn die beplantingen op te snoeien of tot aan te geven hoogte af te knippen of te hakken. Ook is het verboden op den openbaren weg binnen de bebouwde kom op een rijwiel gezeten een of meer trekdieren aan de hand te leiden of te be sturen, of zich te laten voorttrekken door an dere rij- of voertuigen. Verder is het aan han delaren in tabaksartikelen verboden aan kinde ren beneden 14 jaren tabak, sigaren en sigaret ten te verkoopen, ten geschenke te geven of op eenige wijze te verstrekken. Hieronder valt niet het afleveren van tabak in gesloten origineele verpakking. Ten slotte moet een ieder, die op den open baren weg of in een openbaar water een hem niet toebehoorend voorwerp van waarde vindt of opvischt, daarvan binnen 24 uur aangifte doen bij de politie. Hij die goederen vervoert over den openbaren weg tusschen 10 uur s avonds en zonsopgang moet die desgevorderd aan het onderzoek der politie onderwerpen. Alsnog werd voorgesteld in art. 79 in te voe gen dat het verboden is vee los voort te drijven over den openbaren weg. De voorzitter zeide, dat aanvulling van dit artikel niet beoogt om het de veehouders lastig te maken, doch het vervoer van los vee over de wegen tegen te gaan. Bovendien zal dit artikel soepel worden toegepast. De voorgestelde wijzigingen werden aange nomen. Aan de orde kwam het voorstel van B. en W. tot het aangaan van een geldleening groot 5700 tegen een rente van 4 1/4 en een jaarlijksche aflossing van 150 per jaar voor schoolbouw en rentelooze voorschotten grove tuinbouw. De voorzitter lichtte toe, dat deze gelden indertijd door het bedrijf van het G.E.B. zijn voorgeschoten. In ver band met het feit, dat de reserve van het G.E.B. in de gemeentekas wordt gestort, ten einde de subsidie aan het burgerlijk armbe stuur over 1934 te kunnen verhoogen, stel den B. en W. voor aldus te besluiten. Op het oogenblik worden er onderhandelingen ge voerd met twee banken. B. en W. stelden voor naar bevind van zaken te handelen. Aldus wordt besloten. Overeenkomstig het voorstel van B. en W besloot de raad de geheele reserve van het G E.B. in totaal 7200 in de gemeentekas te storten en de subsidie aan het burgerlijk armbestuur over het dienstjaar 1934 met dit bedrag te verhoogen. Teneinde het nog overblijvende tekort van circa 2300 in 1935 te verwerken, stelden B. en W. voor de opcenten op de gemeente fondsbelasting van 80 te brengen op 100 ?n de opcenten der personeele belasting van 80 op 160. Een geldleening mag er niet worden ge sloten, omdat gewone uitgaven niet door bui tengewone inkomsten gedekt mogen worden Het voorstel van B. en W. werd met alge meene stemmen aangenomen. Ged. Staten wenschen het tekort van het B.A. in zijn geheel op de begrooting van 1934 geplaatst te zien. Het tekort bedraagt 9585.19. Uit de reserve van het G.E.B werd 7200 gehaald. Het restant ad 2385.19 dient bestreden te worden uit de verhoogde belasting. Daar deze verordening voor 1934 niet meer goedgekeurd kan wor den, vertrouwen B. en W dat Ged. Staten goedvinden dat het tekort over 1935 word verwerkt. Het raadsbesluit van 1 Febr. j.1. tot pen sioenverhaal op de salarissen van burge meester, secretaris en ontvanger werd inge trokken, omdat pensioenverhaal op de sa larissen van alle ambtenaren bij een open baar lichaam thans inperatief is voorge schreven. Overeenkomstig de opmerkingen van G.S werd besloten totw ijziging van het ambte narenreglement, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 1 Febr. Ingekomen waren reclames tegen de hon denbelasting. Besloten werd algeheele ont heffing te verleenen aan M. Vergaaij. Rome blakert in de zon. Met het kriele van den dag marcheert 'n compagnie sS vegers met hun bezem de stad in en be?i haar werk terwijl legio sproeiwagens straten onder water zetten, want het aantï. kub. meters water dat hier dagelijks 1 bruikt wordt, bedraagt niet minder "dan £l' millioenWanneer we daarbij aanteeke^ dat de gezondheidsdienst een verdelen oorlog tegen de vliegen op touw heeft dan constateeren we dat voor de hygiëne Rome met zijn parken goed gezorgd woJf® Op de tentoonstelling voor de Fascistisch Revolutie is het om te bezwijken; het bezeüu is dan ook maar matig, hetgeen niet neemt, dat de eerewacht er steeds met T grootste plechtigheid betrokken en afgew wordt. Het is dan ook een onderscheidin hiervoor uitgenoodigd oftewel opgecomma deerd te worden. ""natt- Nu eens zijn het de studenten dan ww» officieren die in den oorlog de gouden m? daille verwierven en onlangs betrokken «w waardige senatoren met hun president aal' het hoofd en een paar stokoude garibaldi? nen de wacht. Deze week was de beurt aan de in milib; gewaad gestoken corporatie van journaji. ten. De heele pers van Rome marcheerde, a* muziekcorps voorop, met hooge kaplaar? en geweer op schouder, over de gloeiende Vi Nazionale de trappen van de tentoonstftW op en bleef daar eenige uren op schildwacht staan. In welk land zou zulk een beweging ai« hier het fascisme is, niet alleen op touw ge- zet, want dat is misschien gemakkelijk ge noeg, maar doorgevoerd kunnen worden nu al meer dan tien jaar lang? Als een schroei die langzaam maar zeker met vaste hand in gedraaid de losse onderdeelen samen beves- tigt, zóó zit hier dat eomplex aan elkaar en vergroeit allengs. De journalisten mochten nu de eer genie- ten op post te staan voor de „Mostra deiu Tivoluzione" om de opening te vieren van hun nieuwe bureaux in een paleis aan de Via Veneto waar ook de „Capo del Governo" zijn persbureau heeft. Wanneer we het nog niet wisten dan zon dit samen wonen onder één dak, niet alleen met de Romeinsche pers maar met die van heel Italië en met die voor het buitenland welsprekend getuigen van het feit, dat tt onder dit regime niets geschreven wordt zonder voorkennis en goedkeuring van den Duce. De Messagero windt er dan ook gèèn doekjes om; ter eere van de inwijding van het perspaleis begint hij zijn hoofdartikel „De Pers en de propaganda" aldus: Van mi af zijn Pers en Propaganda termen die on afscheidelijk van elkaar zijn. Onder het fas cistische regime kan de taak van de pers geen andere zijn dan propaganda volgens de ethiek van 't fascisme, volgens den geest het carakter en den smaak van de Italianen'van heden. En dan besluit het blad: „Om koit te gaan: de pers moet een geweldig instru ment worden voor mussoliniaansche actie..,'» Wanneer we nu nog hier aan toevo$» dat tot hoofd van geheel de pers benwal werd de jonge graaf Galleozzo Ciano, te schoonzoon van Mussolini, zie, dan begrij pen we dat hier niet gesproken kan worden van gebrek aan vrijheid van de pers; het is eenvoudig een feit dat alle bladen door den zelfden mensch en zijn staf geschreven wor den en er dus nooit eenige wrijving of eeniz verschil van opinie is onder journalisten ol bladen onderling; een krant is hier in een ommezien uitgelezen. Enheeft het toch ook niet iets voor dat men daarna nog tijd en lust over houdt om nog eens iets anders ter hand te nemen dan de geweldige och tend- en avondbladen der groote kranten, die onze landgenooten het hun plicht vinden door te worstelen. Wanneer we nagaan hoeveel hier gewerkt wordt en hoeveel er tot stand komt op alle gebied, dan zouden we geneigd zijn ons af te vragen of het voor de geestelijke en indi- vidueele ontwikkeling van een mensch wel absoluut noodzakelijk is om zoo vlijtig het oordeel van anderen in zich op te nemen— Al vele jaren voor de revolutie was hief een wachtwoord: „Italia fa da sè", m.a.w., „Italië gaat zijn eigen gang" en nu is er weliswaar geen vrijheid van drukpers, maar ook geen geharrewar van partijen; ieder denkt voor zich zelf wat hij wil en zoowel vernuft als originaliteit varen daar wel bij. We konden niet zonder een bijna s po tach tigen glimlach die journalisten in hun sol- datenpakje zien optrekken, maar in welke we reldstad is naast zooveel gebondenheid van zooveel schoonheid en vrijheid te geniet® als in de zich altijd weer verjongende vernieuwende Urbs? We gaan 's avonds naar het Forum Rom* num; voor den matigen prijs van een kwar tje speelt daar het mooie orkest van het Augusteo onder het koepelvormige gewelf van de basiliek van Maxenzius. Het is een uitgezocht programma waar naar op zoo'n warmen zomeravond een paa1 duizend Romeinen met den grootsten eerbie' staan te luisteren. De vijfde van Beethoven, composities van moderne Russen en FraJ schen worden warm toegejuicht. Hier vraa§ men niet om een muziek die „Italianisim® is, hier verlangt men naar harmonie schoonheid. En is het Forum zelf, die su blieme stad i n de stad, niet het sumfliu® van een harmonie, die voor ons synoni® met schoonheid is? Beethoven's Symfonie begint met weldigen inzet, waarmede de toondicn^ weiaigen inzet, waarmede ae ioouu»»- heeft willen verklanken het: „So klooft :hicksal an der Himmelspforte Het is nacht geworden. Bloedrood r'j®' j( maan achter het Kolosseum op. Het n Forum ligt als een groot slagveld v onshoorden WC Ilici r. w/vvv»* denleben" van Strauss? Liggen ze daar als gevallen helden, die heerlijke eens zoo dapper naast elkaar stonden J*1 wat was er heilig voor de barbaren. Toch bedekt een weelde van bloe® planten den bodem waarover ze heens1 den. En waar zooveel schoonheid 'U- joö. sterven schoot de laurierboom met ker gebladerte kwistig omhoog.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 8