Nederlaridsch Onderwijzers Genootschap.
Stad en Omgeving
Algemeene vergadering.
Qememtecaden
URSEM-
Romeinsche brieven?
DE PERS IN ITALIË.
Het N. O. G. houdt heden zijn 88ste al
gemeene vergadering in de Harmonie.
De ontvangst ten Stadhuize.
Om elf uur werden het hoofdbestuur en de
afgevaardigden in de raadszaal door B. en
W. ontvangen. Aanwezig waren de burge-
gemeester, de wethouders Klaver, van Slin
gerland en Bonsema.
De burgemeester hield de volgende rede:
Het is eenige maanden geleden, dat mi]
door den voorzitter van Uw plaatselijke af
deeling de vraag werd gesteld of het Ge
meentebestuur van Alkmaar bereid zou zijn
het Hoofdbestuur van het N. O. G. met zijne
leden ter gelegenheid van de jaarvergade
ring, alhier te houden, officieel te ontvangen.
Gaarne hebben wij welwillend op dit ver
zoek beschikt en zoo ben ik dus vandaag in
de gelegenheid U allen een hartelijk welkom
toe te roepen in onze stad en speciaal op dit
oude stadhuis, waaraan zoovele herinnerin
gen uit vroeger eeuwen zijn verbonden.
Ook dit jaar is voor U van beteekenis,
want ik heb met veel genoegen gezien dat
het heden weer een kroonjaar van U is, en
wel 't 90-jarig bestaan, een tijdperk, hetwelk
niet veel vereenigingen met U gemeen zullen
hebben. De keuze van Alkmaar voor het
houden van deze vergadering wordt natuur
lijk door mij op prijs gesteld, maar zeker
zou ik het nog meer waardeeren, indien ik
Uw genootschap over 10 jaar hier weder
terug zie, opdat binnen deze oude veste Uw
lustrum glansrijk zou kunnen worden ge
vierd!
Zooals in de Wet van Uw Vereeniging is
gesteld, vormt het hoofddoel van Uw Ge
nootschap de behartiging der belangen van
het lager onderwijs en die van de onderwij
zers en hunne nagelaten betrekkingen; ge
tracht wordt dit doel te bereiken door o.m
bijeenkomsten te houden op onderwijsgebied,
diverse periodieken te verspreiden, de leden op
verschillend gebied te helpen en te advisee-
ren en zoovele andere punten van Uw pro
gram.
Juist in deze moeilijke tijden, waardoor
ook het onderwijs in zoo'n bijzondere mate
wordt getroffen, is het zeer gewenscht, dat
zooveel mogelijk eenheid en saamhoorigheid
bestaat. Op deze wijze kan dan worden sa
mengewerkt in het belang van het onderwijs
opdat de verschillende noodmaatregelen zoo
goed mogelijk in de praktijk bij de bestaande
toestanden worden aangepast.
Daarnaast kan Uwe Vereeniging ook veel
doen voor hare leden en hunne nabestaan
den en dank zij de verschillende fondsen
helpen waar zulks noodig blijkt te zijn.
Tusschen de gemeente en Uw genoot
schap bestaat een gemeenschappelijke band
en wel de behartiging van het onderwijs.
Beiden voelen daar veel voor, voor U het
hoofddoel, voor ons een der meest belang
rijke onderdeelen van ons gemeentewerk,
waaraan tegenwoordig volle aandacht moet
worden geschonken. En daarbij maken wij
ook gaarne gebruik van de adviezen van Uw
plaatselijke afdeeling en de ontvangen be
scheiden worden steeds nauwkeurig bestu
deerd.
Het onderwijs te Alkmaar heeft altijd de
volle aandacht gehad van het Gemeentebe
stuur en dit geldt niet alleen voor nu, maar
ook voor vroegere tijden.
En waar Gij U op 't oogenblik bevindt op
een historisch terrein, zal het U zeker inte
resseeren, hoe het onderwijs hier nu vroeger
was geregeld.
E>e oudste acte omtrent het onderwijs
dateert van 1395, toen Albrecht van Beieren
als Graaf van Holland van zijn rechten om
schoolmeesters te benoemen en de voor-
deelen der school te genieten, afstand deed
ten behoeve van de kerk te Alkmaar en wel
op verzoek van het stadsbestuur. De vroed
schap achtte blijkbaar de geestelijkheid in
dezen aangewezen, om r .pee ia al de schrijf
kunst, welke dan ook ars clericalis werd ge
noemd, te onderwijzen.
Wij kunnen aannemen, dat deze onderwijs
toestand geen bezwaar opleverde en het
duurt dan ook weer tot 1560, voor weer op
nieuw iets meer over Alkmaar's onderwijs
bekend wordt en wel uit een schoolreglement,
waaruit blijkt, dat de vroedschap 'burge
meesters machtigd, om zelf onder
wijzers aan te stellen, terwijl daar
naast de curatoren der Latijnsche school ge
naamd sCholarchen zooveel schrijfmeesters
mochten aanstellen voor den tijd van één
jaar, als zij verkozen, onder stilzwijgende
voorwaarde, dat zij geen ondersteuning of
subsidie van de stad zouden genieten.
Het heeft mij wel bijzonder getroffen, dat
reeds in dien tijd dus een onderscheid be
stond tusschen z.g. openbare scholen en zg.
bijzondere scholen.
De openbare scholen, bekend onder de
naam Duitsche scholen, bleken meer armen
scholen te zijn en uit een resolutie van het
midden der 17e eeuw wordt zeer treffend ge
sproken over de oprichting van „scholen,
omme arme kinderen om niets, immers voor
zeer geringe penningen, lesen, schrijven en
andere seden te leeren''.
Het loon van deze armenschoolmeesters
was niet hoog, slechts 125, behoudens bij
enkele bijzonder 'begaafden, waar dan uit
drukkelijk gesproken wordt van een extra
gratificatie, terwijl daarnaast natuurlijk de
schoolgelden door de ouders der leerlingen
te betalen aan de meesters ten goede
kwam; of dit veel was, meen ik echter te
moeten betwijfelen.
Uit de lijst der namen van 16921795, een
aantal van 8, blijkt wel, dat er hoogstens
twee van dergelijke scholen bestonden, dus
betrekkelijk weinig in dien tijd.
Hoe stond het nu met de andere scholen?
Deze stonden bekend onder den naam:
scholen der schrijf meester s, waar
van in den loop der 17e eeuw eerst
9 a 10, later 5 a 6 bestonden. De
benoeming van deze schoolmeesters had
plaats door de reeds genoemde scholarchen,
waarbij in den beginne alleen 2 eischen voor
de benoeming werden gesteld n.1. 1 Poorter
van Alkmaar, 2. behoorende tot de Gerefor
meerde Religie, terwijl daaraan later werd
toegevoegd: geadmitteerd na bevindingen
van bekwaamheid. Eerst in 1764 wordt offi
cieel vastgesteld, dat voortaan niemand door
de scholarchen zal worden toegelaten, dan
de zoodanigen die in tegenwoordigheid van
heeren scholarchen, ten overstaan der 2 in
specteurs der scholen, d.z. secretarissen v
scholarchen, door den rector (nl. v. d. Lat
school) zijn geëxamineerd geworden en door
scholarchen bekwaam gekeurd.
Daarnaast schijnt onder die schoolmeesters
ook gerekend te worden de persoon, die on
derwijs gaf aan weeskinderen, .velke be
noemd werd door de regenten van het Wees
huis, terwijl aan het eind v. d. 18e eeuw n.1.
sprake is van Luthersche schoolmeesters,
benoemd door den Kerkeraad dier gemeente.
Zooals ik reeds mededeelde, begon er een
achteruitgang van deze scholen in 1700;
de oorzaak daarvan moet gezocht worden in
de opkomst der Fransche scholen, opgericht
in ons land door de vele réfugés, speciaal
na de herroeping van het edict van Nantes
in 16S5. Dit waren in den beginne alleen
meisjesscholen. Eerst opgericht buiten steun
van de stedelijke geldkist, bleek alras, dat
dit niet kon worden gehandhaafd en reeds
in 1686 is sprake van een belooning van
250.— 's jaars. De benoeming bleek te be
rusten bij de scholarchen.
Ook Fransche jongensscholen schijnen hier
gebloeid te hebben, maar meer als kost
scholen. hetgeen blijkt uit de instructie, o.a.
die van 1781, waar in aft. 3 vermeld staat,
dat óe kostschoolhouder zijne kost- en an
dere leerlingen in zijne omgang, in en
buiten school, altoos met een zedig gedrag
zal voorgaan en dezelve telkens de gronden
van deugd en godsvreugd inboezemen.
Zooals in vele andere zaken, bracht de om
wenteling van 1795 in den toestand veran
dering. De eerste algemeene schoolwet ver
scheen in 1801, de tweede reeds in 1803, en
de derde in 1806 welke 24 jaar zou blijven
gelden.
Dames en Heeren. Elk jaar wordt Gij ver
gast op een rede van den burgemeester van
de plaats, waar de Algemeene vergadering
wordt gehouden. Ik heb gemeend U dit jaar
eens een kijkje te moeten geven in het ver
leden, een stukje schoolgeschiedenis van onze
stad, dat zoo goed past bij Uw Genoot
schap.
Mijnheer de voorzitter. Ik mag zeker wel
eindigen met den wen6Ch uit te spreken, dat
deze jaarvergadering moge strekken tot
meerderen bloei van Uw Genootschap, dat
de aanwezige leden den onderlingen band
nog hechter zullen aanvoelen, en last not
least, dat Alkmaar U zal bieden een aan
genaam en prettig verblijf. (Applaus).
De voorzitter van het N. O. G., de heer
H. J. Bon, antwoordde als volgt:
Namens het hoofdbestuur, de aanwe
zige afgevaardigden en verdere verte
genwoordigers van het N. O. G., zeg ik
hartelijk dank voo.- het feit, dat het ge
meentebestuur ons bij de 88ste algemee
ne vergadering heeft willen ontvangen.
U. mijnh. de burgemeester, zeg ik bijzon
der dank voor de vriendelijke woorden
tot mij gericht en voor de bijzonder aar
dige opmerkingen die u ons onder het
oo' hebt gebracht, opmerkingen die ons
onbekend waren en waardoor uw rede
voor ons is geweest een les over de ge
schiedenis van het onderwijs in Alk
maar. Wij, leden van het N. O. G., ken
nen slechts voor een klein deel Alkmaar.
Alkmaar ligt in een uithoek van ons
land en is voor een groot deel van de
leden van het N. O. G. moeilijk te be
reiken, behalve voor de Amsterdam
mers, waar de zetel van ons hoofdbestuur
is gevestigd. Voor de Amsterdammers
kost het minder tijd, dank zij de elec-
trische om naar Alkmaar te komen, dan
het bereiken van het einde van het eene
stadsdeel naar het andere. Al kennen
dus de Amsterdammers Alkmaar en
omgeving zeer goed, nu de afdeeling
Alkmaar zich bereid verklaard heeft
voor het eerst onze algemeene verga
dering in de stad, waarin ze gevestigd
is, te ontvangen, hebben de Amsterdam-
sche leden van het hoofdbestuur en de
andere hoofdbestuursleden gaarne deze
gelegenheid aangegrepen om de leden in
de gelegenheid-te stellen met Alkmaar
kennis te maken. Wij weten vooruit, dat
wat u aan het einde van uw rede hebt
gezegd, zal uitkomen. Wij zullen met
goede aangename indrukken van de stad
Alkmaar weggaan en ook met aange
name indrukken van het gemeentebe
stuur van Alkmaar. De ontvangst en
het woord van u, mijnheer de burge
meester, is er een die zal inslaan.
Wij, Amsterdammers, kennen niet
en zelfs de heeren raadsleden kenden
de leden van het hoofdbestuur niet. Hoe
raar dit moge klinken, dit is een goed
teeken. Want als het hoofdbestuur niet
met de gemeentebesturen kennis heeft
gemaakt, is dit het teeken, dat daar het
onderwijs goed verzorgd wordt en een
bewijs, dat als er eens iets geweest is.
de afdeeling dit wel met het gemeente
bestuur in het reine heeft kunnen
brengen.
Met groote dankbaarheid herinneren
wij aan een feit van recenten datum.
Gevreesd heeft het verdwijnen van een
openbare school ten behoeve van een op
te richten neutrale school. Het gemeen
tebestuur heeft dit, onder leiding van
uw ambtsvoorganger Mr. Wendelaar
weten tegen te houden.
Wij weten ook, dat het openbaar on
derwijs hier uitstekend verzorgd wordt
en dat hier prachtige scholen gebouwd
worden.
Alkmaar is, wat het onderwijs betreft,
werkelijk een goed centrum van cultuur
en ook in dit opzicht zal onze algemeene
vergadering aangename herinneringen
aan Alkmaar meenemen.
Wij spreken ten wensch uit, dat het
kmaar onder uw leiding goed moge
gaan Het zijn moeilijke tijdsomstandig
heden die te doorworstelen zijn. U heeft
herinnerd aan de geschiedenis die van
1573 leert dat van Alkmaar de victorie
begon in ons land. De toen gedemon
streerde volhoudende geest zal u en uw
medewerkers kunnen brengen door de
moeilijke tijden. Moge ook in dat opzicht
gelden: „Van Alkmaar de victorie".
(Applaus).
De vergadering.
De vergadering werd ook bijgewoond door
den burgemeester van Alkmaar.
Langs de wanden hingen een zestal schil
derijen en eenige teekeningen, bezit van de
Berger Kunstenaarsvereeniging. Loten wer
den verkocht en de winnaar mocht een van
de geëxposeerde werken uitzoeken. De loten
kosten 0.50 per stuk. Voor 200 .oteu
wordt één schilderij verloot.
De voorzitter van de afd. Alkmaar de
leer Lutterot, sprak een welkomswoord en
verzekerde, dat de afdeeling verheugd is, de
vergadering te kunnen ontvangen. Het speet
hem zeer, dat wijlen de heer IJpma dit niet
heeft mogen beleven.
Het was met schroom, dat de afd. inging
op het verzoek van het hoofdbestuur om hel
congres te ontvangen.
Voor het onderbrengen van de afgevaar
digden was gedaan wat mogelijk was. Het is
de wensch van de afd., dat het congres zal
slagen in de oplossing van de voorgelegde
moeilijkheden en hij eindigde met den
wensch, dat dit congres voor de afgevaardig
den een aangenaam congres zal zijn
De voorzitter wist dat de afd. Alk
maar bergen werk kon verzetten. Reeds thans
was gebleken dat Alkmaar een goede keus is
geweest.
De voorzitter van N. O. G., de heer H. J.
Jon sprak de openingsrede uit, waaraan wij
het volgende ontkenen:
In zeer moeilijke tijdsomstandigheden, al
dus de heer Bon, komen wij samen. Voor
zeer velen uit het corps zijn de levensomstan
digheden uiterst bezwaarlijk geworden, na
deren door werkloosheid de grens van ar
moede, zoo die grens hier en daar al niet
overschreden is. Het aantal wachtgelders is
met honderden vermeerderd, voor een tweede
categorie is het salaris opnieuw in belang
rijke mate teruggebracht, voor de jongeren
is er geen kans op het verkrijgen eener be
trekking. Spr. constateerde, dat de regeering
maar voortgaat met het onbeperkt openstel
len van de gelegenheid tot opleiding voor
het onderwijzersambt. Ingrijpende maatre
gelen zijn noodig om de werkeloosheid in het
onderwijzerscorps te bestrijden. De regee
ring zal regelend hebben op te treden inzake
de opleiding, voorts zal de regeering zich
lebben te beperken in mogelijk verdere
maatregelen en besluiten tot opvoering van
iet leerlingental per onderwijzer en beper
king van het aantal openbare scholen, zoo
dat het aantal wachtgelders niet nog grooter
wordt dan het thans reeds is. De regeering
zal ook dienen over te gaan tot wat de ver
schillende onderwijzersorganisaties is ge
vraagd: de gelegenheid scheppen tot ver
vroegde pensionneering, zoodat wachtgel
ders kunnen worden herplaatst en binnen
niet te langen tijd bij vrije sollicitatie de jon
geren ook de kans op het verkrijgen eener
betrekking zouden kunnen hebben. Spr. con
stateerde tot zijn leedwezen, dat bij het
zestig-milioen-plan, beschikbaar gesteld voor
werkverruiming en bestrijding der werkloos
heid, het onderwijs niet is betrokken.
De heer Bon wees vervolgens op het feit,
dat voor het eerst sinds de instelling van een
afzonderlijk, ministerie van onderwijs een
voorstander van openbaar onderwijs als
Minister aan dat Departement staat. Hard
is er gewerkt en spr h-iinnerde aan het
roodwftje-Mar hant van 4 Augustus inzake
bepcikitig in den bouw van bijzondere scho
len Ongerustheid wekte de circulaire van 2o
Juli 1933 aan verschillende burgemeesters
betreffende de opheffing van openbare scho
len in Hun gemeente. Tot eind April 1934
zijn 48 beroepen inzake het behoud der
school bij de Kroon behandeld, waarbij in
45' gevallen het ingestelde beroep ongegrond
is verklaard. De practijk komt hierop neer,
dat openbare scholen worden opgeheven,
maar bijzondere scholen van gelijken of
kleiner omvang blijven ongemoeid. Spr. wees
er op, dat de bezuiniging, die de regeering
verkrijgen wil door opheffing van scholen
alleen ten laste komt aan het openbaar on
derwijs en dat ondanks het feit, dat de mi
nister zelf in de Tweede Kamer vorig na
jaar nog eens uitdrukkelijk onder de aan
dacht heeft gebracht, dat de grondwettelijk
positie van het onderwijs anders is dan die
van het bijzonder onderwijs en dat de over
heid er voor te zorgen heeft dat alom ge
legenheid zijn voor het genieten van open
baar onderwijs.
De houding, aldus de voorzitter, die Mar
chant als voorstander van openbaar onder
wijs aanneemt, is voor ons een nog niet op
gelost raadsel. Aan de hand van verschil
lende voorbeelden trachtte spr. aan te toonen
dat, wanneer men de overwegingen in de
Koninklijke Besluiten wat meer op den keper
beschouwt, die houding nog raadselachtiger
wordt, en dat bij het nemen van beslissingen
het volgen van een vaste lijn niet geschiedt
Het verzenden van de circulaire aan de
burgemeesters is wat haar uitwerking be
treft, niet alleen beperkt gebleven tot de door
den Minister met name aangewezen scho
len, zij heeft de idee gewekt, dat het openbaar
onderwijs wel het allereerste objekt is, waar
op bij de plannen tot bezuiniging niet alleen
het eerst, maar ook het krachtigst kan wor
den aangevallen. Verschillende autoriteiten
en colleges hebben ongevraagd geadviseerc
of besloten tot opheffing van openbare schO'
len en hebben reorganisaties van het open
baar lager onderwijs op grooten scnaa
door combineering van scholen, hergroe-
peering van leerlingen, opvoering van het
leerlingental per onderwijzer, voorbereid of
aangenomen.
De heer Bon eindigde zijn openingswoorc
met de opwekking, altijd en overal de auto
riteiten voor te houden, af te zien van het
nemen van drastische bezuii.igingsmaatre
gelen ten aanzien van het openbaar onder
wijs. want men doet daardoor tekort aan het
kind van heden en benadeelt daarmede de
toekomst van ons volk
(Applaus.)
De raadsvergadering van Ursem op Maan
dag j.1. werd bijgewoond door alle leden.
De voorzitter wijdde bij de opening eenige
hartelijke woorden aan de nagedachtenis van
wijlen prins Hendrik.
Mededeeling was ingekomen van den com
missaris der koningin, dat het raadsbesluit van
28 December 1933 tot tijdelijke korting op het
salaris van den gemeenteveldwachter de ko
ninklijke goedkeuring niet heeft verkregen.
Voorts was ingekomen een beschikking van
den minister van sociale zaken d.d. 13 Juni,
waarbij aan de gemeente over 1933 een subsidie
de steunverleening wordt verleend van
372.80 en voor de werkverschaffing van
637.03, terwijl het aandeel der gemeente in
de kosten werkverschaffing Wieringermeer be
draagt 24.21.
Verder een schrijven van Ged. Staten, waar
bij de gemeenterekening dienst 1931, alsmede
die van het G. E. B. goedgekeurd werden te
ruggezonden.
Door B. en W. werd aangeboden de gemeen
terekening en rekening G. E. B. over het
dienstjaar 1933. De gewone dienst gaf aan in
ontvangsten 47.413.13 en in uitgaven
49007.94, nadeelig saldo 1594.58; de kapi-
taaldienst: ontvangst 15772.94, uitgaven
14655, batig saldo 1117.94.
De rekening werd in handen gesteld van de
vijf raadsleden ter onderzoek.
Vervolgens werden vastgesteld de school
geldkohieren dienst 1934/1935, kohier openbare
lagere school in ontvangst op 104.78, idem
bijzondere school in ontvangst 442.92.
Aan de orde was hierna wijziging van de
algemeene politie-verordening.
Voorgesteld werd te verbieden aanplakbiljet
ten, drukwerken of geschriften elders dan op
eigen of daartoe door den eigenaar of den ge
bruiker beschikbaar gestelde gebouwen, mu
ren, schuttingen, palen, boomen en dergelijke
aan te plakken. Vervolgens is het verboden
zonder noodzaak langer dan strikt noodzakelijk
te vertoeven op de Ursemmerbrug en in het
openbaar rijwielen onbeheerd te laten staan,
tenzij voor onmiddellijk gebruik ongeschikt ge
maakt. Eigenaars van heggen, beplantingen,
struiken of boomen, welke in of nabij kruisin
gen of bochten van wegen het vrije uitzicht be
lemmeren, zijn verplicht op aanzegging van B.
en W. binnen een door dezen te stellen termijn
die beplantingen op te snoeien of tot aan te
geven hoogte af te knippen of te hakken. Ook
is het verboden op den openbaren weg binnen
de bebouwde kom op een rijwiel gezeten een of
meer trekdieren aan de hand te leiden of te be
sturen, of zich te laten voorttrekken door an
dere rij- of voertuigen. Verder is het aan han
delaren in tabaksartikelen verboden aan kinde
ren beneden 14 jaren tabak, sigaren en sigaret
ten te verkoopen, ten geschenke te geven of op
eenige wijze te verstrekken. Hieronder valt niet
het afleveren van tabak in gesloten origineele
verpakking.
Ten slotte moet een ieder, die op den open
baren weg of in een openbaar water een hem
niet toebehoorend voorwerp van waarde vindt
of opvischt, daarvan binnen 24 uur aangifte
doen bij de politie. Hij die goederen vervoert
over den openbaren weg tusschen 10 uur
s avonds en zonsopgang moet die desgevorderd
aan het onderzoek der politie onderwerpen.
Alsnog werd voorgesteld in art. 79 in te voe
gen dat het verboden is vee los voort te drijven
over den openbaren weg.
De voorzitter zeide, dat aanvulling van dit
artikel niet beoogt om het de veehouders lastig
te maken, doch het vervoer van los vee over
de wegen tegen te gaan. Bovendien zal dit
artikel soepel worden toegepast.
De voorgestelde wijzigingen werden aange
nomen.
Aan de orde kwam het voorstel van B. en
W. tot het aangaan van een geldleening
groot 5700 tegen een rente van 4 1/4 en een
jaarlijksche aflossing van 150 per jaar
voor schoolbouw en rentelooze voorschotten
grove tuinbouw. De voorzitter lichtte toe,
dat deze gelden indertijd door het bedrijf
van het G.E.B. zijn voorgeschoten. In ver
band met het feit, dat de reserve van het
G.E.B. in de gemeentekas wordt gestort, ten
einde de subsidie aan het burgerlijk armbe
stuur over 1934 te kunnen verhoogen, stel
den B. en W. voor aldus te besluiten. Op het
oogenblik worden er onderhandelingen ge
voerd met twee banken. B. en W. stelden
voor naar bevind van zaken te handelen.
Aldus wordt besloten.
Overeenkomstig het voorstel van B. en W
besloot de raad de geheele reserve van het
G E.B. in totaal 7200 in de gemeentekas te
storten en de subsidie aan het burgerlijk
armbestuur over het dienstjaar 1934 met dit
bedrag te verhoogen.
Teneinde het nog overblijvende tekort van
circa 2300 in 1935 te verwerken, stelden
B. en W. voor de opcenten op de gemeente
fondsbelasting van 80 te brengen op 100 ?n
de opcenten der personeele belasting van 80
op 160.
Een geldleening mag er niet worden ge
sloten, omdat gewone uitgaven niet door bui
tengewone inkomsten gedekt mogen worden
Het voorstel van B. en W. werd met alge
meene stemmen aangenomen.
Ged. Staten wenschen het tekort van het
B.A. in zijn geheel op de begrooting van
1934 geplaatst te zien. Het tekort bedraagt
9585.19. Uit de reserve van het G.E.B
werd 7200 gehaald. Het restant ad
2385.19 dient bestreden te worden uit de
verhoogde belasting. Daar deze verordening
voor 1934 niet meer goedgekeurd kan wor
den, vertrouwen B. en W dat Ged. Staten
goedvinden dat het tekort over 1935 word
verwerkt.
Het raadsbesluit van 1 Febr. j.1. tot pen
sioenverhaal op de salarissen van burge
meester, secretaris en ontvanger werd inge
trokken, omdat pensioenverhaal op de sa
larissen van alle ambtenaren bij een open
baar lichaam thans inperatief is voorge
schreven.
Overeenkomstig de opmerkingen van G.S
werd besloten totw ijziging van het ambte
narenreglement, laatstelijk gewijzigd bij
raadsbesluit van 1 Febr.
Ingekomen waren reclames tegen de hon
denbelasting. Besloten werd algeheele ont
heffing te verleenen aan M. Vergaaij.
Rome blakert in de zon. Met het kriele
van den dag marcheert 'n compagnie sS
vegers met hun bezem de stad in en be?i
haar werk terwijl legio sproeiwagens
straten onder water zetten, want het aantï.
kub. meters water dat hier dagelijks 1
bruikt wordt, bedraagt niet minder "dan £l'
millioenWanneer we daarbij aanteeke^
dat de gezondheidsdienst een verdelen
oorlog tegen de vliegen op touw heeft
dan constateeren we dat voor de hygiëne
Rome met zijn parken goed gezorgd woJf®
Op de tentoonstelling voor de Fascistisch
Revolutie is het om te bezwijken; het bezeüu
is dan ook maar matig, hetgeen niet
neemt, dat de eerewacht er steeds met T
grootste plechtigheid betrokken en afgew
wordt. Het is dan ook een onderscheidin
hiervoor uitgenoodigd oftewel opgecomma
deerd te worden. ""natt-
Nu eens zijn het de studenten dan ww»
officieren die in den oorlog de gouden m?
daille verwierven en onlangs betrokken «w
waardige senatoren met hun president aal'
het hoofd en een paar stokoude garibaldi?
nen de wacht.
Deze week was de beurt aan de in milib;
gewaad gestoken corporatie van journaji.
ten. De heele pers van Rome marcheerde, a*
muziekcorps voorop, met hooge kaplaar?
en geweer op schouder, over de gloeiende Vi
Nazionale de trappen van de tentoonstftW
op en bleef daar eenige uren op schildwacht
staan.
In welk land zou zulk een beweging ai«
hier het fascisme is, niet alleen op touw ge-
zet, want dat is misschien gemakkelijk ge
noeg, maar doorgevoerd kunnen worden nu
al meer dan tien jaar lang? Als een schroei
die langzaam maar zeker met vaste hand in
gedraaid de losse onderdeelen samen beves-
tigt, zóó zit hier dat eomplex aan elkaar en
vergroeit allengs.
De journalisten mochten nu de eer genie-
ten op post te staan voor de „Mostra deiu
Tivoluzione" om de opening te vieren van
hun nieuwe bureaux in een paleis aan de Via
Veneto waar ook de „Capo del Governo"
zijn persbureau heeft.
Wanneer we het nog niet wisten dan zon
dit samen wonen onder één dak, niet alleen
met de Romeinsche pers maar met die van
heel Italië en met die voor het buitenland
welsprekend getuigen van het feit, dat tt
onder dit regime niets geschreven wordt
zonder voorkennis en goedkeuring van den
Duce.
De Messagero windt er dan ook gèèn
doekjes om; ter eere van de inwijding van
het perspaleis begint hij zijn hoofdartikel
„De Pers en de propaganda" aldus: Van mi
af zijn Pers en Propaganda termen die on
afscheidelijk van elkaar zijn. Onder het fas
cistische regime kan de taak van de pers
geen andere zijn dan propaganda volgens de
ethiek van 't fascisme, volgens den geest het
carakter en den smaak van de Italianen'van
heden. En dan besluit het blad: „Om koit
te gaan: de pers moet een geweldig instru
ment worden voor mussoliniaansche actie..,'»
Wanneer we nu nog hier aan toevo$»
dat tot hoofd van geheel de pers benwal
werd de jonge graaf Galleozzo Ciano, te
schoonzoon van Mussolini, zie, dan begrij
pen we dat hier niet gesproken kan worden
van gebrek aan vrijheid van de pers; het is
eenvoudig een feit dat alle bladen door den
zelfden mensch en zijn staf geschreven wor
den en er dus nooit eenige wrijving of eeniz
verschil van opinie is onder journalisten ol
bladen onderling; een krant is hier in een
ommezien uitgelezen. Enheeft het toch
ook niet iets voor dat men daarna nog tijd
en lust over houdt om nog eens iets anders
ter hand te nemen dan de geweldige och
tend- en avondbladen der groote kranten,
die onze landgenooten het hun plicht vinden
door te worstelen.
Wanneer we nagaan hoeveel hier gewerkt
wordt en hoeveel er tot stand komt op alle
gebied, dan zouden we geneigd zijn ons af
te vragen of het voor de geestelijke en indi-
vidueele ontwikkeling van een mensch wel
absoluut noodzakelijk is om zoo vlijtig het
oordeel van anderen in zich op te nemen—
Al vele jaren voor de revolutie was hief
een wachtwoord: „Italia fa da sè", m.a.w.,
„Italië gaat zijn eigen gang" en nu is er
weliswaar geen vrijheid van drukpers, maar
ook geen geharrewar van partijen; ieder
denkt voor zich zelf wat hij wil en zoowel
vernuft als originaliteit varen daar wel bij.
We konden niet zonder een bijna s po tach
tigen glimlach die journalisten in hun sol-
datenpakje zien optrekken, maar in welke we
reldstad is naast zooveel gebondenheid van
zooveel schoonheid en vrijheid te geniet®
als in de zich altijd weer verjongende
vernieuwende Urbs?
We gaan 's avonds naar het Forum Rom*
num; voor den matigen prijs van een kwar
tje speelt daar het mooie orkest van het
Augusteo onder het koepelvormige gewelf
van de basiliek van Maxenzius.
Het is een uitgezocht programma waar
naar op zoo'n warmen zomeravond een paa1
duizend Romeinen met den grootsten eerbie'
staan te luisteren. De vijfde van Beethoven,
composities van moderne Russen en FraJ
schen worden warm toegejuicht. Hier vraa§
men niet om een muziek die „Italianisim®
is, hier verlangt men naar harmonie
schoonheid. En is het Forum zelf, die su
blieme stad i n de stad, niet het sumfliu®
van een harmonie, die voor ons synoni®
met schoonheid is?
Beethoven's Symfonie begint met
weldigen inzet, waarmede de toondicn^
weiaigen inzet, waarmede ae ioouu»»-
heeft willen verklanken het: „So klooft
:hicksal an der Himmelspforte
Het is nacht geworden. Bloedrood r'j®' j(
maan achter het Kolosseum op. Het n
Forum ligt als een groot slagveld v
onshoorden WC Ilici r. w/vvv»*
denleben" van Strauss? Liggen ze daar
als gevallen helden, die heerlijke
eens zoo dapper naast elkaar stonden J*1
wat was er heilig voor de barbaren.
Toch bedekt een weelde van bloe®
planten den bodem waarover ze heens1
den. En waar zooveel schoonheid 'U- joö.
sterven schoot de laurierboom met
ker gebladerte kwistig omhoog.