DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
PRESIDENT VON HINDENBURG OVERLEDEN.
Hedenmorgen om 9 uur zacht en
kalm ingeslapen.
HITLER RIJKSPRESIDENT.
Nu von Hindenburg is
heengegaan.
No. 180 Dit nummer bestaat uit twee bladen Directeur: C. KRAK. Donderdag 2 Augustus 1934
136e Jaargang
Levensloop van den overledene.
ALKMAARSCHE
URANT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, nitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE AD VERTENTIEN:
Van 15 regels 1.25, elke regel meer f 0 25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij vl HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060 Telef. 3, redactie 33.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA-
Reeds geruimen tijd leed de thans overle
den president van het Duitsche rijk aan ten
blaasziekte, die echter uitsluitend als een
ouderdomskwaal kan worden beschouwd
Door den hoogen ouderdom van president
von Hindenburg was een operatie onmoge
lijk, zoodat de doktoren zich slechts konden
bezig houden met het regelmatig toedienen
van medicijnen. Het scheen, dat dit hielp,
want gedurende eenige maanden bleek de
president weer zeer krachtig, hoewel hij
zich voortdurend sparen moest.
Eergisteren echter kwam de lang verwach
te inzinking en reeds dadelijk bleek, dat dit
het begin van het einde was. Niet de ziekte
zelf was oorzaak van het naderende einde,
maar het hart was versleten door den ouder
dom.
Nog vrij lang bleef de president vol
komen bij het bewustzijn, doch iedereen be
sefte, dat ondanks een kleine opflikkering
het einde spoedig zou komen.
Gisteren werd de toestand critiek. Het
hart werd voortdurend zwakker, de pols
was nog nauwelijks voelbaar en het leek
toen nog slechts een kwestie van uren.
Op dat oogenblik was het einde dus zeer
nabij en twee en een half uur later blies de
grijze veldmaarschalk en staatsman den
laatsten adem uit.
o
Paul von Beneckendorff und von Hinden
burg werd in 1847 uit een oude adellijke
familie te Posen geboren, waar zijn vader
als majoor diende.
In 1866 nam hij als luitenant bij het derde
garde-regiment der infanterie deel aan den
veldtocht in Bohemen en reeds toen bleek de
jonge officier een zeldzamen kijk op de stra-
tegisch-militaire dingen te hebben. Duidelij
ker werd dat echter nog in den Fransch-
Duitschen oorlog van 18701871, in welken
oorlog hij ook nog als luitenant diende. Hij
maakte zich in dezen voor Duitschland zoo
succesvollen oorlog zoo verdienstelijk, dat
hij het IJzeren kruis verkreeg uit de handen
van den pas gekroonden keizer Wilhelm I.
Na den Fransch-Duitschen oorlog bezocht
von Hindenburg de militaire krijgsacademie
en weldra volgde toen in 1877 zijn be
noeming tot kapitein bij den Staf van het
tweede legercorps in Koningsbergen. Zeven
jaar later werd hij compagniescommandant,
doch in 1889 verliet hij het actieve leger.
Niet om op zijn lauweren te rusten, maar om
Paul von Hindenburg, rijkspresident van DuitscMand
Om half zeven gisteravond werd door de
behandelende geneesheeren het volgende
bulletin gepubliceerd:
De zwaktetoestand van den rijks-
president is verder toegenomen. De
staat van verdooving begint. De
kracht van het hart vermindert.
En hedenmorgen om half zeven werd of
ficieel gebulletineerd, dat bij de toenemende
algemeene zwakte een diepe bewusteloosheid
was ingetreden,
te werken aan het ministerie van oorlog
Weer vier jaar later werd von Hindenburg
benoemd tot regimentscommandant van het
91ste regiment infanterie, dat te Oldenburg
in garnizoen lag. Hij was toen 46 jaar oud
en waarschijnlijk zal hij wel gedacht hebben,
dat een verdere promotie voor hem niet was
weggelegd. Echter, zijn hoogere chefs dach
ten er anders over, want 3 jaar na zijn be
noeming tot regimentscommandant volgde
die tot chef van den generalen staf van het
8ste legercorps.
Zonder brigade-generaal te zijn geweest,
werd hij in 1900 bevorderd tot chef van de
28ste devisie te Karlsruhe en in 1903 tot
chef van het vierde legercorps te Maagden
burg. In deze functie bleef hij tot 1911
werkzaam en toen verzocht en verkreeg hij
eervol ontslag. Von Hindenburg was toen
64 jaar en had zijn rust en zijn pensioen
dubbel en dwars verdiend.
Doch ziet, een lange rust zou hem niet be
schoren worden, want toen in Augustus
1914 de wereldoorlog uitbrak en Duitsch
land zich omringd zag door vijandelijke
legers, stelde de reeds 67 jaar oude gene
raal zich onmiddellijk ter beschikking en
de Duitsche regeering maakte van het edele
aanbod geen gebruik. Pas toen het in het
Oosten mis dreigde te gaan en de Russen
Oost-Pruisen waren binnengedrongen, her
innerde men zich von Hindenburg. Hij was
dadelijk bereid het commando pver de Ooste
lijke legers op zich te nemen en weldra bleek,
welk een groot strateeg von Hindenburg
was. De wijze waarop hij, geholpen door den
chef van zijn staf vort LiflJendorff, de Rus
sen in het Masurische meerendistrict ver
sloeg en over de grenzen dreef, maakte hem
onmiddellijk tot een nationalen held in
Duitschland.
Het was dan ook volkomen met de volle
instemming van geheel Duitschland, dat von
Hindenburg in 1916 chef van alle Duitsche
legers werd.
Op den reeds grijzen officier men ver-
gete niet, dat von Hindenburg op dat oogen
blik 69 jaar was! werd toen wel een zeer
zware taak gelegd, doch von Hindenburg
was te veel Duitscher, te veel vaderlander,
om te aarzelen en hij nam de onmogelijke
taak op zich, om Duitschland te redden.
Want in dat jaar was de algemeene toestand
al veranderd. Toen kon er reeds geen sprake
pjeer zijn van een Duitsche overwinning,
toen was Duitschland reeds der wanhoop
nabij. Wel zou dat nog niet blijken bij de be
volking zelf, doch de hoogere leiding, de
koppen, wisten wel beter. Zij wisten wel heel
positief, dat er van een eind-overwinning
geen sprake meer kon zijn.
Von Hindenburg werd dus de hoogste
commandant van alle Duitsche legers en hij
is dat gebleven tot de catastrophale ineen
storting. Hij bleef aan het hoofd der legers,
ook toen alles verloren was, ook toen de
nederlaag verpletterend, zelfs vernederend
werd.
Hij maakte het mee, dat Wilhelm II en
kroonprins Wilhelm hun landgenooten in
den steek lieten en naar Nederland vlucht
ten. Von Hindenburg vluchtte niet, maar
stelde zich loyaal ter beschikking der nieuwe,
nu republikeinsche regeering. tn dank zij
von Hindenburg werd de terugtocht der
Duitsche legers een volmaakte terugtocht.
Het leger, voor zoover het nog gevecht-
waarde had, bleef intact en bleef in hem den
chef zien.
De nieuwe Duitsche regeering onder lei
ding der sociaal-democraten, had den grij
zen veldheer echter niet noodig en von Hin-
burg trok zich daarop terug m het stille
Hannover, om daar zijn laatste jaren als
rustend burger te slijten.
Een welbesteed leven had de toen 71-jari
ge generaal achter den rug.
In 1925 president der republiek.
Maar opnieuw zou men om von Hinaeu
burg roepen. Het was in 1925, toen de presi
dentsverkiezingen voor de deur stonden.
Ebert, de eerste president was gestorven en
een nieuw staatshoofd moest hem opvolgen
Groote drang werd op hem uitgeoelenri,
om zich candidaat te stellen, doch aanvauke-
De Duitsche rijksregeering heeft de volgende wet aangenomen en afge
kondigd:
par. 1. De functie van rijkspresident wordt vereenigd met die van rijks
kanselier Dientengevolge gaan de tot dusverre door den rijks
president uitgeoefende functies over op den leider en rijkskanse
lier Adolf Hitier. Hij bepaalt zelf zijn plaatsvervanger,
par. 2. Deze wet wordt van kracht vanaf het oogenblik van het overlijden
van rijkspresident Von Hindenburg.
Rijkspresident Hitier.
lijk weigerde von Hindenburg, want hij wist,
dat zijn verkiezing een pijnlijken indruk zou
maken in het buitenland, vooral in de ge
allieerde landen, tegen welke hij eens gestre
den had als aanvoerder der Duitsche legers.
Toch moest von Hindenburg zwichten voor
den steeds grooteren aandrang van den
groot-admiraal von Tirpitz en toen hij zich
dan eindelijk beschikbaar stelde, was zijn
verkiezing meteen vrijwel zeker. Met een
meerderheid van meer don een millioen stem
men werd von Hindenburg gekozen tot pre
sident der Duitsche republiek. En dat op
78-jarigen leeftijd!
Toen bleek, hoe het Duitsche volk von Hin
denburg eerde, hoe het hem hoog achtte en
hoe het hem vertrouwde.
Toen bleek echter ook, hoe goed von Hin
denburg de situatie had bekeken, want de
ex-geallieerde landen waren zeer onvrien
delijk gestemd jegens Duitschland. Maar ge
lukkig toonde von Hindenburg zich zeer
vredelievend gezind en bovendien bleek hij
boven de partijen te staan. Hij was in de
allereerste plaats Duitscher; meer niet, maar
ook niet minder.
Bij zijn verkiezing verklaarde de grijze
staatsman:
„Men moet zich niet voorstellen,
dat ik mij thans door een of andere
partij de wet zal laten voorschrij
ven. De strijd is nu voorbij en ik ben
oprecht bereid eiken Duitscher, ook
hun, die mij tot dusver bestreden
hebben, zonder voorbehoud de hand
te reiken voor het verrichten van ge-
meenschappelijken arbeid.*'
Deze woorden, in 1925 door von Hinden
burg als een belofte afgelegd, zijn bewaar
heid geworden. Von Hindenburg heeft zich
altijd, tot aan zijn dood toe, boven de partij
en gesteld. En dat laatste is hem waarachtig
niet gemakkelijk gemaakt. Want toen de
nazi's sterker werden, toen zij zelfs aan de
regeering kwamen en voortdurend trachtten
von Hindenburg te beïnvloeden, toen bleef
hij weigeren.
Het moge dan waar zijn, dat von Hinden-
burg's invloed voortdurend geringer werd,
dai den laatsten tijd het presidentschap niet
veel m-er was dan een titel, von Hindenburg
kar. nimmer verweten worden, dat hij niet de
nazi's meeging door dik en dun. Slechts
heeft hij er zich bij neergelegd, dat de nazi's
aan het bewind kwamen. Hij kon ook niet
anders.
Doch wel heeft hij nog eens het land ge
red. Dat was bij de laatste presidentsverkie
zingen. Hoewel feitelijk veel te oud, heeft
von Hindenburg toen opnieuw een candida-
tuur aanvaard en opnieuw werd hij gekozen.
En zijn verkiezing verhoedde, dat Duitsch
land in een burgeroorlog gewikkeld werd.
Thans is de grijze staatsman ingeslapen.
87 jaar is von Hindenburg geworden. E 1
men heeft hem waarlijk geen rust gegund.
Een rijk leven is heengegaan. Duitschland
verliest in von Hindenburg, zelfs nu hij per
soonlijk weinig meer kon doen, een groot
man. Duitschland verliest in hem iemand,
cie het land waarschijnlijk minstens twee
keer van den ondergang heeft gered.
Een groote politieke figuur is heenge
gaan. Een figuur, ook van internationale
beteekenis is voor goed verdwenen. Dat zal
blijken, als straks het Duitsche volk een
nieuwen president zal moeten kiezen.
De aanstaande presidentsverkiezing zal
heel, heel belangrijk zijn. Niet alleen voor
Duitschland, maar in de allereerste plaats
voor de rust en vrede van Europa.
De dood van president von Hindenburg is
wel op een zeer ongelegen oogenblik ge
komen.
Terwijl toch de nationaal-socialisten in
Duitschland een moeilijke periode door
maken, moet men plotseling een nieuwen
rijkspresident kiezen. En dat feit is van groote
internationale politieke beteekenis.
De situatie is duidelijk: eerst hebben wij
de gebeurtenissen in Duitschland zelf gehad
en iedereen herinnert zich nog best de „zui
veringsactie" van Hitier, waarbij een von
Schleicher, een von Röhm en andere voor
aanstaande persoonlijkheden in het rijk der
nazi's ter dood werden gebracht.
Deze zuiveringsactie is op dit oogenblik
nog niet geheel voltrokken, al hebben wij er
de laatste dagen betrekkelijk weinig van ge
hoord.
Dat kwam door den putsch in Oostenrijk
met den moord op Dollfuss, een putsch, waar
bij de nazi's in Duitschland zeer nauw be
trokken waren. Men heeft zelfs Hitier ver
weten, dat hij alles van dezen putsch heeft
geweten.
Moeten wij over deze kwestie hier nog
nader uitweiden?
Alles wat er in Oostenrijk gebeurd is, heeft
de aandacht van de geheele wereld getrok
ken en de nazi's in Oostenrijk, maar vooral
die in Duitschland maakten een heel slechte
beurt.
Met von Hindenburg had dat alles betrek
kelijk weinig te maken; wel met de Duitsche
regeerir.g zelf en deze beeft getracht, zich
schoon te praten.
Nu is von Hindenburg echter dood en
moet een nieuwe rijkspresident gekozen wor
den. Een jaar geleden zouden de nazi's het
niet onwelkom gevonden hebben, als er boven
Adolf Hitier geen andere stond, maar nu?
Zij beseffen maar al te goed, dat von Hin
denburg al was het alleen maar door zijn
naam nog invloed kon uitoefenen op het
Duitsche volk. De grijze president was nog
steeds de nationale held, was nog steeds de
eenige, die als 't ware den band vormde tus-
schen het heden en het verleden.
Dat is, vooral in de laatste twee jaren, van
groote beteekenis geweest Het mag zeker
niet ontkend worden, dat de oude adel van
Duitschland zich tevreden stelde met von
Hindenburg als president en dat millioenen
hem verafgoodden.
De band tusschen het oude en het nieuwe