ALKMAARSCHE COURANT Nederlaridsch Onderwijzers Genootschap. EEN EERESCHULD. Ho. 181 VRIJDAG 3 AUGUSTUS 1934 Stad en Omgeving Een uitvoerige discussie over het ontslag aan de gehuwde onderwijzeres (niet-kostwinster). Ondanks het verzet van het hoofdbestuur, met 109 tegen 78 en 6 blanco een motie in dien geest van Amsterdam aangenomen. J-euilCetoH uU"' ging Jadwi£a voort, terwijl ze uit .het haar een rood eschdoornblad haalde dat .usschen de dikke, zwarte vlechten was' blijven hangen als overblijfsel uit den krans van dien ochtend, „als ik eens iets te zeggen heb, dan kan ik er nooit met iemand over #eeoooo JladiapcoQcamma In de middagvergadering kwam na afvoe ring van eenige agenda-punten, allereerst in behandeling een motie van Den Haag, waar in wordt uitgesproken, dat een actie voor het ontslag van de gehuwde onderwijzeres niet in de vakorganisatie thuis behoort. De afgevaardigde uit Den Haag, de heer P o e 1 s, verdedigde de motie, betoogende, dat de positie der gehuwde vrouw en het in grijpen der overheid in de persoonlijke rech ten van het individu, kwesties zijn die onze politieke overtuiging raken. Politiek, aldus spr., zijn de denkbeelden niet gelijk en daar om behoort die actie niet thuis in de vakor ganisatie, waar ieder lid zich veilig moet voelen, omdat de vakvereeniging den plicht heeft de leden tegen aanslagen op hun po sitie te beschermen. Spr. oordeelde die ac<ie een aanval tegen de positie van enkele leden en ongeoorloofd, zoolang deze lid van de organisatie zijn. Zij, die ae actie willen, zijn inconsequent en in strijd met het streven om de salarissen op peil te brengen. Bij de te genwoordige wet heeft de onderwijzeres recht op het huwelijk en op haar positie als onderwijzeres. Men wil een harer rechten ontnemen, doch wii strijden niet voor ver mindering van rechten. Daar betalen wij geen contributie voor. De hoofdbesturen van die organisaties zijn tegen deze actie. Spr. betwijfelde of de jongeren zich wel afge vraagd hebben of men de vakvereeniging ook mag misbruiken. Het doel heiligt de middelen niet. Deze zaak hoort in politieke organisaties thuis en spr. waarschuwde er voor zich als N.O.G. te blameeren. Geen strijd voor vermindering van rechten (Ap plaus.) Namens het hoofdbestuur verklaarde de heer Schoemaker, dat het hoofdbestuur het beter vond, dat eerst wordt uitgespro ken wat bij de voorstanders leeft. De heer Bentveld, Rotterdam, had per soonlijk niets met de gehuwde onderwijzeres te maken. Hij oordeelde Den Haag een afd., die een meesteres van moties genoemd kan worden Misschien volgt men daar de regee ring. Een ongeschreven recht is het recht voor ieder mensch op arbeid en hier geldt het een botsing tusschen dit ongeschreven recht en verkregen rechten. De heer Heiboer, Schiedam, consta teerde, dat Den Haag buiten de orde was ge weest. De heer R o e 1 s. Den Haag, betoogde nog maals, dat het doel van de vakvereeniging op het spel staat en protesteerde tegen Rot terdam. Het wezen van de vakvereeniging is niet iets waarover men heen kan loopen met het motief „buitengewone tijden vragen bui tengewone maatregelen". Dat zegt de minis ter, die scholen opheft, ook. Laten wij kijken welke middelen wij noo- dig hebben en die toetsen aan de eischen die de vakorganisatie stelt. Spr. betreurde het, dat het hoofdbestuur geen consequente hou ding innam. Thans meer dan ooit is het toch zaak de vakvereeniging hoog te houden. (Applaus.) De voorzitter had de motie opgevat als een motie van orde en daarom was daar aan voorrang verleent. Een principieel debat was hier nog niet op zijn plaats en daarom was het verwijt van den heer Roels niet op zijn plaats. Het hoofdbestuur onderschrijft stuk voor stuk het betoog van den heer Roels, doch er zijn er die er tegen zijn om de zaak niet in behandeling te nemen. De motie van Den Haag werd met groote meerderheid verworpen. Waarop overgegaan werd tot behandeling van de Crisismaatregelen. De afdeeling Maasdam stelde voor, er bij de regeering op aan te dringen, dat het op wachtgeld stellen van leerkrachten bij het L o. volgens een vastgestelden regel ge schiede. Het hoofdbestuur herinnerde aan de rege lingen van afvloeiing in de vergadering te Utrecht gesteld en ontraadde op gror.d daarvan aanneming van dit voorstel. Een voorstel van de afdeeling Schiedam van ge lijke strekking werd eveneens ontraden. De heer M e ij e r, Amsterdam, betoogde, Naar het Engelsch van Dorothea Gerard. 7) Eraten. Mamma is te dikwijls ziek en ook oe zal ik 't zeggen te vermoeid van geest, om levendig belang te stellen in mijn weder waardigheden. Daarom weet ik zeer goed, dat ze mij lief heeft, maar ik wil er haar niet mee vermoeien 'en Anulka, och, die is nog veel te jong om het te begrijpen" dit be twijfelde ik wel eenigszins „daarom ver langde ik zoo vreeselijk naar u en was ik zoo van harte benieuwd om te weten hoe u er uit zag. Er zijn wel andere gouvernantes hier in huis geweest, maar één kon ik in het ge heel niet uitstaan en de andere had zooveel geheimen van zichzelve, dat er geen plaats meer was voor de mijne". „Je hebt 't ook wel wat eenzaam. Is dat altijd zoo geweest?" „Niet zoolang Papa nog leefde, toen was mama heel anders. Ik was altijd om en bij1 dat de jongeren brood en werk eischen en activiteit willen van het N.O.G. inzake crisis maatregelen. Hij wees er op, dat Amsterdam reeds 1000 gedupeerde onderwijzers kent. Amsterdam oordeelde daarom bijzondere maatregelen noodig. Van een principieele verandering is geen sprake. Amsterdam is in overgroote meerderheid voor het recht der gehuwde vrouw. Alleen de nood der tijden noopt ons haar op zijde te zetten. (Gelach.) Aan de school van spreker werden 2 ge huwde vrouwen-kostwinster op wachtgeld gesteld en 2 gehuwde-niet-kostwinster ge handhaafd. Wij hadden de anderen willen handhaven. Uitvoerig ging spreker in op de tegenargu menten, betoogende, dat de breedste basis het gemakkelijkst versmald kan worden en bovendien hebben de jongeren geen basis. (Applaus y Voorts oordeelde spr., dat vrees voor leden verloop niet mag weerhouden recht te doen en voor het verlies staat een grootere winst aan jongeren. Het algemeen belang moet boven het persoonlijke belang gaan. Als wij te lang wachten, grijpt de regeering in en wordt de gehuwde vrouw-kostwinster niet gespaard en daar zijn wij tegen De heer Veldman, Rotterdam, besprak de afvloeiing in het algemeen. Bij honder den gaan de onderwijsleerkrachten de straat op, zonder dat er sprake is van systeem Spr. toonde dit nader aan. Spr. oordeelde, aai regel geschapen moet worden. Het is ver keerd, dat alleen aan de school waar bezui nigd moet worden, slachtoffers kunnen val len. Niets anders is mogelijk dan er bij de regeering op aan te dringen net mogelijk te maken, dat in dezelfde plaats met gelijke scholen overplaatsingen mogelijk zijn en op wachtgeld gesteld worden zij, die het het best kunnen dragen. De heer vanBentveld, Rotterdam, oordeelde het ergste, dat voor het opko mend geslacht geen emplooi te vinden is. Krachtige jonge menschen worden aan de wanhoop overgeleverd. Toch wordt niet gedacht aan ontslag aan de gehuwde onder wijzeres. Spr. oordeelde, dat wat juridisch vaak het hoogste recht is, moreel vaak liet hoogste onrecht is. Men heeft hier te doen met politieke invloeden. Spr. laakte het dooi dik en dun gaande feminisme en oordeelde, dat in deze omstandigheden de gehuwde on- derwijzeres-niet-kostwinster plaats moet ma ken voor huisvaders of jongeren. Er zijn ge huwde onderwijzeressen, die het met spreker eens zijn en vrijwillig voor anderen heen gingen. (Applaus.) Spr. drong er op aan voor het voorste!- Rotterdam te stemmen. De heer Heiboer, Schiedam, leverde eveneens een pleidooi voor een regeling bij de opwachtgeldstelling en verdedigde de door deze afd. voorgestelde afvloeiings regeling;. Ook oordeelde deze afgevaardigde het onbillijk, dat gepensionneerde Indische leerkrachten hier betrekkingen vervullen, terwijl duizenden jongeren naar een betrek king hunkeren. Ook spr. verklaarde zich tegen handhaving van de gehuwde onder- wijzeres-niet-kostwinster. De heer Schoemaker, hoofdbestuur, releveerde zich aan zijn in Utrecht gehouden betoog. Spr. oordeelde, dat Amsterdam, Rot terdam zich vasthielden aan de toevallige omstandigheden van den dag, waardoor men terwille van de utiliteit-het principe los liet. Wij mogen de jongeren niet wijs maken, Jat wij hun probleem kunnen oplossen. Wat voorgesteld wordt, is het gebaar van het schellinkje, waarvan men in de toekomst de nadeelen zal ondervinden. Het is hier riemen snijden van andersmans leer. Spr. stelde zich met den Haag op een vaste basis en wilde het principe niet door de branding der tijden loslaten. Het betoog van Amsterdam was z. i. wel zeer oppervlakkig en een negatie van den taaien strijd der Nederlardsche vrouwen. Men kan de vrouw niet in de positie plaatsen van de maatschappelijk ongelijke van den man. Het N. O. G. behoeft geen hand- en haar en zij heeft mij zelve pianoles gegeven, want zij speelde prachtig, veel mooier dan ik, maar nu heeft ze al in geen elf jaar ge speeld". „Je arme moeder moet dan wel vreeselijk getroffen zijn door haar verlies", kon ik niet nalaten op te merken, want die totale licha melijke en geestelijke inzinking leek mij waarlijk onverklaarbaar, alleen uit het feit, dat zij weduwe was: had zij dan haar kinde ren niet meer om voor te leven? Ik had nooit veel op gehad met menschen, die zich overge ven aan.hun verdriet, ten koste van hun plicht. „O, verschrikkelijk!" zei Jadwiga met zachten nadruk, terwijl ze de handen even werkloos m den schoot liet rusten en den blik zwijgende op den grond gericht hield. „Als je vader al tien jaar dood is, dan zal Anulka zich hem nauwelijks meer herinne ren?" „Ze herinnert zich hem in het geheel niet: ze werd eerst na zijn dood geboren". „En jij?" „Ik welO, ja, ik zal hem mij altijd blijven herinneren". Er klonk smart uit die enkele woorden, smart en vrees tegelijk. Ze stond op van mijn bed en zei ineens, op heel anderen toon: „Miss Middleton, ik geloof, dat ik nu toch slaap krijgt. Rust wel. Tot morgen!" Met flauwen glimlach knikte ze mij toe en ging naar haar eigen kamer, terwijl ik wel spandiensten aan de reactie te verleenen. In de fascistische landen is men reeds voorgegaan met het terugdringen van de vrouw. Laten de vrouwen het „heden gij en morgen ik" bedenken. Ook wij wenschen den jongeren arbeid en brood, maar dit is geen sehoohr.eesterstaak, maar een politieke, die van het wereldpro bleem afhangt. Men wil oe gehuwde onderwijzeres uit de school dringen, doch spr. zei: „bezint eer gij begint". Ook met bet onderzoek naar de familie omstandigheden komt men tot onrechtvaar digheid Moet de Nederlandsche onder wijzer harikiri plegen? Het is op dit oog en- blik een uitstervend aantal gehuwde vrou wen, dat wij ra de scholen hebben. De hu wenden komt er niet meer in. Spr. oor deelde, dat aan de vraag vast zit de kwestie van de kloosterling, die vrijwillig uit de wereld is gestapt en nooit van plan is een gezin te stichten. Wie zegt: „dan gaat de kloosterling er ook aan" heeft geen inzicht in de werkelijkheid en de real- politiek der R-K. Het doel heiligt de middelen niet. Wij hebben onze beslissing te gever als leden van het N. O G., die bijna de helft van de georganiseerde openbars lagere school onderwijzers omvat. Als particulier kan men vaak een ander standpunt innemen, dan als organisatielid. Boven den particulieren wensch staat de com binatie waar men toe behoort. Wij behooren het recht van man en vrouw om eigen levens houding te bepalen te blijven hoog houden, zoolang men niet inziet, dat dit principieel onjuist is. De voorstellen zijn ingegeven door den nood der tijden en het hoofdbestuur ontraadt met nadruk de aanneming er van. Een groot aantal sprekers vroeg hierop het woord. Dit verkreeg allereerst de heer Peper uit Rotterdam, die betoogde, dat het N. O. G. niet moest probeeren een groot aantal jongeren er in te halen ten koste van anderen, doch behoorde te blijven strijden om de mogelijkheid om in de school te werken, voor allen te openen. De heer Peper, Amsterdam, kwam er tegen op. dat men het van hoofdbestuurszijde doet voorstellen of dit alleen op de rots van de principes staat. Indien het recht op het huwelijk gekoppeld wordt aan het recht op een baantje, ontneemt men aan anderen het recht op gezinsvorming, een recht voor de onderwijzers in de wet vastgelegd. Vooral waar werkloosheid heerscht zijn crisismaat regelen noodzakelijk. De rots van principes is gebleken een vooze zandberg. De heer W i 11 e m s, Arnhem, wees op de donkere tijden voor de jongeren. 275 solli citanten voor een betrekking van f 400 Er moet iets voor de jongeren gevonden worden Werk en brood moeten de jongeren hebben en elke maatregel om de jongeren aan brood te helpen moet worden aangenomen en dan dient de gehuwde onderwijzeres-niet-kost- winster uit de school te verdwijnen. De heer Westerwee? teekende pro test aan tegen de uitdrukking van den heer Schoemaker, dat wat wordt voorgesteld een gebaar van het schellinkje is. De heer Jansen constateerde, dat de heer Schoemaker de jongeren de helpende hand weigert. (Protesten). De jongeren eischen, dat U het voorstel AmsterdamRotterdam steunt. Mej. Kaart, Amsterdam, met applaus begroet, uitte de wensch, dat men er mede zal instemmen, dat er voor de jongeren iets gedaan moet worden en las hierna een stukje uit het Schoolblad voor, waarin tot uit drukking komt, dat het de taak van het N. O. G. is om er naar de streven een zoo groot aantal leden als mogelijk is te plaat sen en daarom in deze omstandigheden, ont slag aan de gehuwde onderwijzeres-niet- kostwinster. In het stukje wordt opgeroepen om te strijden voor een redelijke rechtsorde. De heer H i n n e, Amsterdam, pleitte voor een behandeling in een objectieve sfeer, en oordeelde, dat uit cultureel en sociaal oog punt het ontslag niet verdedigd kan worden De vrouw heeft haar emancipatiestrijd niet voor niets gestreden. Waarom één categorie bij den kop genomen? Er zijn er zoo velen, die buiten de school inkomsten hebben, waar om die er niet bij betrokken? Onderwijskundig, aldus spr., is er voor de gehuwde vrouw in de school wel iets aan te voeren. Hoewel spr. vermoedelijk op wachtgeld komt, wilde hij zijn principes niet prijsgeven voor het eigen belang. Voorts betoogde spr., dat praktisch het voorstel van geringe beteekenis is en drin gend verzocht hij het paard van troye niet binnen te halen. De heer E s h u i z e n, Zwolle, hoewel pet- soonlijk geen voorstander van de gehuwde onderwijzeres in de school, waarschuwde toch geen zwarte bladzijde te schrijven in het geliefde N.O.G. wat verrast was door dat plotseling afbre ken van het gesprek en mij met verwondering afvroeg, of ik ook soms, op eenigerlei wijze, iets onbescheidens had gezegd. HOOFDSTUK III. Op Zondag, zooals Anulka had voorspeld, zag ik voor het eerst mijn buren en ook voor het eerst madama Zielinska buiten haar par ticulier vertrek. In het volle daglicht zag ze er bijna nog spookachtiger uit, dan ik ver wacht had; die periodieke verschijningen in het publiek waren haar klaarblijkelijk een lichamelijke en geestelijke kwelling, die zij enkel verdroeg om aan de conventies te vol doen, maar die haar geenszins opwekten uit haar chronischen staat van apathie. Terwijl zij met zorg gekleed was in haar beste ja pon, volgens een mode van wel een dozijn jaren geleden, en met een paar nieuwe gele handschoenen aan, bleef zij teruggetrokken zitten in den hoek van de gioote sofa, of troonde aan het hoofd van de lange tafel, maar stelde in het geheel geen belang in haar gasten, of nam geen deel aan het ge sprek Ze maakte niet den indruk van verle gen of schuw, alleen maar van intens ver moeid te zijn; wist een glimlach op haar ge laat te voorschijn te roepen, als zij aange sproken werd, maar telde blijkbaar de oogenblikken, dat ze bevrijd zou zijn van die formaliteit als gastvrouwe. Voor een vreemde gaf dit iets gedrukts, maar de ge woue gasten waren veel te zeer gewend aan Zaterdag 4 Augustus. HILVERSUM, 1875 M. (VARA uitz.) 8— Gr.pl. 10— VPRO- morgenwijding. 10.15 Voor Arb. in de Continubedi.: C Rijken, deel., Spl., VARA-tooneel olv. W. van ppellen en 't VARA-orkest mmv. solisten olv. P. Pella. 12.Eddy Walis en zijn ensemble en gr pi. 2.Gr.pl. 2.40 Fotografie-praatje. 3.Trio Favoriet olv. W. Drukker. 5.Gr.pl. 5.40 Literaire causerie A. M. de Jong. 6.— Zang door A de Booy mmv. D. Pijpers, piano en gr.pl. 6 30 Gr.pl. 7.V .R.O. 8— SOS-ber. 8.03 Gr.pl. 915 VARA-tooneel olv. W. van Cappel- len. 9-25 Gr.pl 9 30 Krontjong orkest- 10.Vaz Dias en VARA- Varia. 10.15—12.— Gr.pl. HUIZEN, 301 M. (KRO-uitz) 8—9.15 en 10— Gr.pl. 11.30 Godsd. halfuur. 12.151.45 Grpl. 2.Voor de jeugd. 2 30 Gr.pl. 3Kinderuur. 4.HIRO. 5. Gr.pl. 5.30 Schlagermuziek. 6.20 Causerie. 6.45 Gr.pl. 7.15 Causerie. 7.35 Gr.pl. 8.Zangvoordracht. 8.15 Gr.pl. 8-25 Vaz Dias. 8.30 Gr.pl. 9.30 Verv. zang. 9.45 Schla gerpiuziek. 10.30 Vaz Dias. 10.35 Gr.pl. 10.4511.15 Schlagermu ziek. 11.15—12.— Gr.pl. DAVENTRY, 1500 M. 10.35 Mor genwijding. 12 20 Northern Studio orkest olv. Bridge mmv. J. Jolley, tenor. 1.20 Commodore Grand- orkest olv. H. Davidson. 2.20 Dans muziek. 2.50 Midi. Studio orkest o 1 v. Cantell. 3.35 Mantovani en zijn Tipica-orkest mmv. N Mau- dini, tenor. 4.35 Gr.pl. 5.05 Orgel spel H. Ramsay. 5.35 Kinderuur 6.20 Ber. 6.50 Sportpraatje. 7.05 Zang door J. Perry. 7 20 Blaascon- cert olv. G. Hawkins m. m. v. F. Blythman, alt. €.20 Variété-progr 9 20 Ber. 9.45 Piano-recital E. Joyce. 10.05 Twenty Years Ago, herdenking van het uitbrexen v. d. Wereldoorlog. 11.2012.20 Lew Stone en zijn Band. PARIJS (RADIO-PARIS) 1648 M. 7 20 en 8.20 Gr.pl. 10.35—11.50 Orkestconcert. 12.20 Het Goldy- orkest. 7.05 Gr.pl. 8.20 „Ali-Baba". operette van Lecotq. 10.50 Dans muziek. KALUNDBORG, 1261 M. 12 20 2 20 Concert uit Rest „Wivex". 3.Liedjes bij de luit. 3-20 Om roeporkest olv. Gröndahl. 520 5.50 Gr.pl. 8.20 Deensche muziek olv. Gröndahl. 9.12.50 Gevarieerd progr. mmv. solisten en orkesi. ROME, 421 M. 8.20 Gr.pl. 9.05 „Per le vie di Parigi", gevarieerd progr. 9.50 Sympuonieconcert. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M 12 20 Gr.pl. 1.30—2.20 M. Alexys' orkest. 5.20 Dansmuziek. 6.20 Gr. pl. 6.50 Saxofoon-kwartet. 710 Gr.pl. 8.20 Om Radio-tooneel. Piano-recital. 7.5t roeporkest. 9.20 10.3012.20 Dansmuziek. 484 M 12.20 Max Alexys' orkest. 130— 2.20 Gr.pl. 5.2C M. Alexys' orkest. 6 35 Gr.pl. 650 Omroeporkes'. 8.20 Symphonieconcert olv Kumps Herdenking van het begin v. d. We reldoorlog. 10.3012.20 Dansmu ziek. GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Huizen. Lijn 3: Daventry 10.3512.20, North Reg. 12.20—13.20, Daven try 13.20—19.20, Scott. Reg. 19 20 —20.20, Daventry 20.20—24.—. Lijn 4: Keulen 10.3517.20, Kalundborg 17.2?L—24. Zondag 5 Augustus. HILVERSUM, 1875 M. (9.—10 en 5.8 VARA, de VPRO van 10.12.en de AVRO van 12. 5.en 8.12.uur). 9.Post duivenber. 9.03 Gr.pl. 10— Kerk dienst uit de Ned. Herv. Kerk te Bergen op Zoom. Voorg.Dr. J. C. A. Fetter. 12.Filmpraatje L. J. Jordaan. 12.30 Omroeporkest o l v. N. Treep. 1.10 Jongenskoor uit Weenen olv. G. Deck. 1.30 Verv. Omroeporkest. 2.Boekbespreking dr. P. H. Ritter Jr. 2.30 Nijmeeg's Mannenkoor olv. Th. Wanders en gr.pl 3.Uit het Kurhaus te Sclieveningen: Residentie-orkest o. 1 v. N. Gerharz mmv. B Hemerik, cello. 4.30 Gr.pl. 5.Muzikaal blijspel. 6— Sportpraatje. 6.20 Gr.pl. 0.45 „Stemmen uit het prole tariaat". 7 15 Gr.pl. 8.— Vaz Dias 8.15 Uit het Kurhaus te Schevenin- gen: Resideniie-orkest mmv. Daisy Guth (pianiste van 11 jaar). 9. Radio-journaal. 9.15 The Comedian Harmonists. 9.35 Omroeporkest o 1 v. N. Treep 10The Comedian Harmonists. 10.20 Het Omroep orkest. 11.-12.Gr.pl. HUIZEN, 301 M. (8.30—9.30 en 5.-7.45 NCRV, de KRO van 8 30 —9.30, 12.15—5— en 7.45— 11.uur). 8.30 Morgenwijding. 9 30 Gramofoonplaten. 10Kerk dienst uit de Geref. kerk (Noorder- kerk) te Hilversum. Spr.: ds. G. Laarman. Hierna tot 12.15 Gr.pr. 12.15 S< hlagermuziex en lezingen. 2 30 Gr.pl. 4.Voor de zieken. 5 Gewijde muziek mmv. Jo Al- dag, alt-mezzo, J. v. d. Rovaert, tenor en F. Kloek, orgel. 5.50 Kerk dienst uit de Ned. Herv. Kerk te Minnertsga. Spr. ds. J. v. d. Hei de. Hierna gr.pl. 7.45 Gr.pl. en causerie 8 30 Schlagermuziek. 9.15 Vaz Dias. 9.20 Gr.pl. 9.30 Solisten concert en gr pl. In de pauze om 10.15 Vaz Dias. 10.4011.Epi loog. De heer M e ij e r, Amsterdam, was het principieel met den heer Schoemaker eens doch het voorstel werd gedreven door nood zaak gedaan. Spr. had kinderen en kon niet van 65 pCt. wachtgeld rondkomen. Voor den heer Hinne die geen kinderen heeft, was het wel gemakkelijk, zijn standpunt in te nemer. De vergadering werd hierop eenige oogen blikken geschorst om het hoofdbestuur gele genheid te geven zich te beraden. Na heropening deelde Rotterdam me de, dat dit ten gunste van Amsterdam haar voorstel introk. Het woord was hierop aan den heer Schoemaker om de meening van het hoofdbestuur mede te deelen. Spr. verklaarde, dat de meerderheid van het hoofdbestuur ten sterkste ontraadt het voorstel Amsterdam aan te nemen, daar het dit niet acht in het belang van het NOG. en dit het hoofdbestuur zal stellen voor bui tengewone moeilijkheden. De stemming bij zitten en opstaan, die hierop volgde, gaf volgens den voorzitter niet volkomen zekerheid, waarop een schriftelijke stemming noodig werd geoordeeld. Tijdens deze stemming gaf de heer Z e venster, hoofdbestuur, een gloedvolle toe lichting op een door hem gestelde motie: In zijn toelichting betoogde spr., dat de minister artikel 195 van de grondwet buiten gewoon heeft aangerand en de uitzondering die neutrale houding, dan dat hun opge wektheid er onder leed. Behalve dat zij ge trouw de eenmaal aangenomen vormen van beleefdheid tegenover haar in acht na men en die zijn zeer gecompliceerd, daar het de gewoonte is, dat na eiken maaltijd iedere heer de gastvrouw de hand kust en iedere dame haar de hand drukt bekom merden ze zich niet veel om haar. Ze wisten allen, dat ze maar het liefst met rust gelaten werd en respecteerden dit. Die arme, ver moeide hand werd anders dikwijls genoeg gekust op Zondag, want er waren talrijke gasten en vele maaltijden. Een dergelijk bezoek in Polen begint dikwijls al met het ontbijt en eindigt met het avondeten. Om één uur was de ruime, leege salon in Ludniki vrij aardig bezet, hoofdzakelijk door het sterke geslacht die kleine heks van een Anuka had goed gezien, dat het nieuws van Jadw iga's terugkeer zich welda verspreid zou hebben en wij zaten zoowat met ons twintigen aan het middagmaal. In een van mijn eerste brieven aan Agnes vind ik mijn indrukken van die gasten weer gegeven „Misschien was wel de eigenaardigste uit de groep een corpulente, al wat oudere „barbaar", in Poolsch nationaal costuum, die onuitstaanbaar naar sterke tabak rook en alle onaangename gewoonten had, aan een zwaar rooker eigen, maar gie met dit al een prachtig figuur sloeg en zoo door en door het air van den „grand seigneur" over tot regel heeft verheven. Spr. oordeelde, dat men hier te doen had met een propaganda voor het bijzonder onderwijs op staatskosten. Naar den geest is de pacificatie hierdoor met voeten getreden. (Applaus.) Spr. wekte op tot strijd voor het behoud van de nationale school bij uitnemendheid. De door spr. gestelde motie luidt als volgt De 88ste Algemeene Vergadering van het Nederlandsch Onderwijzers-Genootschap, gehouden op 1 en 2 Augustus 1934 te Alk maar, met ontsteltenis kennis genomen hebbende van de gevolgen, welke de ministerieele aan schrijving betreffende de concentratie van openbare scholen tot dusver blijkt te hebben gehad, constateerende, dat deze eenzijdige con centratie ten zeerste het openbaar onderwijs benadeelt en ons noodzaakt in bepaalde ge vallen onze medewerking te verleenen tot stichting van een neutraal bijzondere school, constateerende, dat van de aangekondigde vrijwillige concentratie van bijzondere scho len tot dusver niets is gebleken, maar dat de bijzondere school in een niet te motiveeren gunstiger positie is gebracht, spreekt haar scherpe afkeuring uit over de achterstelling van het openbaar onderwijs, die in flagranten strijd is met den geest aer pacificatie, zich had, dat men onmogelijk iets van hem zou kunnen afkeuren; zijn naam wordt, ge loof ik, Lewicki geschreven; hij is een van de dichtst bijwonende buren en is groot-grond bezitter. Hij had zijn zoon bij zich: de meest getrouwe verwezenlijking van een sprook jesprins, die ik ooit in levenden lijve gezien heb! Je kent het type, nietwaar? Lange, slanke, ledematen, een glad fijn besneden jongensgezicht, met prachtig gevormden hals, amandelvormige bruine oogen, die nu eens smeltend teeder, dan weer vurig fon kelend kijken. Er is genoeg krul in zijn zacht, lokkig blond haar, oat de zon er de grilligste schaduwen op kan werpen. Hij scheen zich wel degelijk van zijn knap uiter lijk bewust en liet dit lief?t op z'n voordee- ligst uitkomen, zonder eenige gemaaktheid, daar was hij te naïef voor. De jonge man, met wien ik verder het meest heb gepraat, zal zoowat een dertiger zijn geweest, donker, met regelmatige trekken en waarschijnlijk zou hij ook wel knap te noemen zijn geweest, als hij niet zoo gewel dig maget was, met een neus zóó scherp, dat die wel door de huid scheen heen te komen, en wangen, die een zwarte schaduw vertoon den van magerheid. Hij is ook een buurman, ofschoon hij niet onder zulke gunstige om standigheden verkeert, waarvan zelfs zijn kleeren getuigen. Ik geloof niet, dat ik ooit in beschaafde kringen een zóó afgesleten zwarte jas heb gezien. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 5