ALKMAARSCHE COURANT
Nederlaridsch Onderwijzers Genootschap.
EEN EERESCHULD.
Ho. 181
VRIJDAG 3 AUGUSTUS 1934
Stad en Omgeving
Een uitvoerige discussie over het ontslag aan de gehuwde
onderwijzeres (niet-kostwinster).
Ondanks het verzet van het hoofdbestuur, met 109 tegen 78 en
6 blanco een motie in dien geest van Amsterdam aangenomen.
J-euilCetoH
uU"' ging Jadwi£a voort, terwijl ze
uit .het haar een rood eschdoornblad haalde
dat .usschen de dikke, zwarte vlechten was'
blijven hangen als overblijfsel uit den krans
van dien ochtend, „als ik eens iets te zeggen
heb, dan kan ik er nooit met iemand over
#eeoooo JladiapcoQcamma
In de middagvergadering kwam na afvoe
ring van eenige agenda-punten, allereerst in
behandeling een motie van Den Haag, waar
in wordt uitgesproken, dat een actie voor
het ontslag van de gehuwde onderwijzeres
niet in de vakorganisatie thuis behoort.
De afgevaardigde uit Den Haag, de heer
P o e 1 s, verdedigde de motie, betoogende,
dat de positie der gehuwde vrouw en het in
grijpen der overheid in de persoonlijke rech
ten van het individu, kwesties zijn die onze
politieke overtuiging raken. Politiek, aldus
spr., zijn de denkbeelden niet gelijk en daar
om behoort die actie niet thuis in de vakor
ganisatie, waar ieder lid zich veilig moet
voelen, omdat de vakvereeniging den plicht
heeft de leden tegen aanslagen op hun po
sitie te beschermen. Spr. oordeelde die ac<ie
een aanval tegen de positie van enkele leden
en ongeoorloofd, zoolang deze lid van de
organisatie zijn. Zij, die ae actie willen, zijn
inconsequent en in strijd met het streven om
de salarissen op peil te brengen. Bij de te
genwoordige wet heeft de onderwijzeres
recht op het huwelijk en op haar positie als
onderwijzeres. Men wil een harer rechten
ontnemen, doch wii strijden niet voor ver
mindering van rechten. Daar betalen wij
geen contributie voor. De hoofdbesturen van
die organisaties zijn tegen deze actie. Spr.
betwijfelde of de jongeren zich wel afge
vraagd hebben of men de vakvereeniging
ook mag misbruiken. Het doel heiligt de
middelen niet. Deze zaak hoort in politieke
organisaties thuis en spr. waarschuwde er
voor zich als N.O.G. te blameeren. Geen
strijd voor vermindering van rechten (Ap
plaus.)
Namens het hoofdbestuur verklaarde de
heer Schoemaker, dat het hoofdbestuur
het beter vond, dat eerst wordt uitgespro
ken wat bij de voorstanders leeft.
De heer Bentveld, Rotterdam, had per
soonlijk niets met de gehuwde onderwijzeres
te maken. Hij oordeelde Den Haag een afd.,
die een meesteres van moties genoemd kan
worden Misschien volgt men daar de regee
ring. Een ongeschreven recht is het recht
voor ieder mensch op arbeid en hier geldt
het een botsing tusschen dit ongeschreven
recht en verkregen rechten.
De heer Heiboer, Schiedam, consta
teerde, dat Den Haag buiten de orde was ge
weest.
De heer R o e 1 s. Den Haag, betoogde nog
maals, dat het doel van de vakvereeniging
op het spel staat en protesteerde tegen Rot
terdam. Het wezen van de vakvereeniging is
niet iets waarover men heen kan loopen met
het motief „buitengewone tijden vragen bui
tengewone maatregelen". Dat zegt de minis
ter, die scholen opheft, ook.
Laten wij kijken welke middelen wij noo-
dig hebben en die toetsen aan de eischen die
de vakorganisatie stelt. Spr. betreurde het,
dat het hoofdbestuur geen consequente hou
ding innam. Thans meer dan ooit is het toch
zaak de vakvereeniging hoog te houden.
(Applaus.)
De voorzitter had de motie opgevat
als een motie van orde en daarom was daar
aan voorrang verleent. Een principieel debat
was hier nog niet op zijn plaats en daarom
was het verwijt van den heer Roels niet op
zijn plaats. Het hoofdbestuur onderschrijft
stuk voor stuk het betoog van den heer
Roels, doch er zijn er die er tegen zijn om
de zaak niet in behandeling te nemen.
De motie van Den Haag werd met groote
meerderheid verworpen.
Waarop overgegaan werd tot behandeling
van de
Crisismaatregelen.
De afdeeling Maasdam stelde voor, er bij
de regeering op aan te dringen, dat het op
wachtgeld stellen van leerkrachten bij het
L o. volgens een vastgestelden regel ge
schiede.
Het hoofdbestuur herinnerde aan de rege
lingen van afvloeiing in de vergadering te
Utrecht gesteld en ontraadde op gror.d
daarvan aanneming van dit voorstel. Een
voorstel van de afdeeling Schiedam van ge
lijke strekking werd eveneens ontraden.
De heer M e ij e r, Amsterdam, betoogde,
Naar het Engelsch van Dorothea Gerard.
7)
Eraten. Mamma is te dikwijls ziek en ook
oe zal ik 't zeggen te vermoeid van geest,
om levendig belang te stellen in mijn weder
waardigheden. Daarom weet ik zeer goed,
dat ze mij lief heeft, maar ik wil er haar
niet mee vermoeien 'en Anulka, och, die is nog
veel te jong om het te begrijpen" dit be
twijfelde ik wel eenigszins „daarom ver
langde ik zoo vreeselijk naar u en was ik zoo
van harte benieuwd om te weten hoe u er uit
zag. Er zijn wel andere gouvernantes hier
in huis geweest, maar één kon ik in het ge
heel niet uitstaan en de andere had zooveel
geheimen van zichzelve, dat er geen plaats
meer was voor de mijne".
„Je hebt 't ook wel wat eenzaam. Is dat
altijd zoo geweest?"
„Niet zoolang Papa nog leefde, toen was
mama heel anders. Ik was altijd om en bij1
dat de jongeren brood en werk eischen en
activiteit willen van het N.O.G. inzake crisis
maatregelen.
Hij wees er op, dat Amsterdam reeds 1000
gedupeerde onderwijzers kent. Amsterdam
oordeelde daarom bijzondere maatregelen
noodig. Van een principieele verandering is
geen sprake.
Amsterdam is in overgroote meerderheid
voor het recht der gehuwde vrouw. Alleen de
nood der tijden noopt ons haar op zijde te
zetten. (Gelach.)
Aan de school van spreker werden 2 ge
huwde vrouwen-kostwinster op wachtgeld
gesteld en 2 gehuwde-niet-kostwinster ge
handhaafd. Wij hadden de anderen willen
handhaven.
Uitvoerig ging spreker in op de tegenargu
menten, betoogende, dat de breedste basis
het gemakkelijkst versmald kan worden en
bovendien hebben de jongeren geen basis.
(Applaus y
Voorts oordeelde spr., dat vrees voor leden
verloop niet mag weerhouden recht te doen
en voor het verlies staat een grootere winst
aan jongeren. Het algemeen belang moet
boven het persoonlijke belang gaan. Als wij
te lang wachten, grijpt de regeering in en
wordt de gehuwde vrouw-kostwinster niet
gespaard en daar zijn wij tegen
De heer Veldman, Rotterdam, besprak
de afvloeiing in het algemeen. Bij honder
den gaan de onderwijsleerkrachten de straat
op, zonder dat er sprake is van systeem Spr.
toonde dit nader aan. Spr. oordeelde, aai
regel geschapen moet worden. Het is ver
keerd, dat alleen aan de school waar bezui
nigd moet worden, slachtoffers kunnen val
len. Niets anders is mogelijk dan er bij de
regeering op aan te dringen net mogelijk te
maken, dat in dezelfde plaats met gelijke
scholen overplaatsingen mogelijk zijn en op
wachtgeld gesteld worden zij, die het het
best kunnen dragen.
De heer vanBentveld, Rotterdam,
oordeelde het ergste, dat voor het opko
mend geslacht geen emplooi te vinden is.
Krachtige jonge menschen worden aan
de wanhoop overgeleverd. Toch wordt niet
gedacht aan ontslag aan de gehuwde onder
wijzeres. Spr. oordeelde, dat wat juridisch
vaak het hoogste recht is, moreel vaak liet
hoogste onrecht is. Men heeft hier te doen
met politieke invloeden. Spr. laakte het dooi
dik en dun gaande feminisme en oordeelde,
dat in deze omstandigheden de gehuwde on-
derwijzeres-niet-kostwinster plaats moet ma
ken voor huisvaders of jongeren. Er zijn ge
huwde onderwijzeressen, die het met spreker
eens zijn en vrijwillig voor anderen heen
gingen. (Applaus.)
Spr. drong er op aan voor het voorste!-
Rotterdam te stemmen.
De heer Heiboer, Schiedam, leverde
eveneens een pleidooi voor een regeling bij
de opwachtgeldstelling en verdedigde de
door deze afd. voorgestelde afvloeiings
regeling;. Ook oordeelde deze afgevaardigde
het onbillijk, dat gepensionneerde Indische
leerkrachten hier betrekkingen vervullen,
terwijl duizenden jongeren naar een betrek
king hunkeren. Ook spr. verklaarde zich
tegen handhaving van de gehuwde onder-
wijzeres-niet-kostwinster.
De heer Schoemaker, hoofdbestuur,
releveerde zich aan zijn in Utrecht gehouden
betoog. Spr. oordeelde, dat Amsterdam, Rot
terdam zich vasthielden aan de toevallige
omstandigheden van den dag, waardoor men
terwille van de utiliteit-het principe los liet.
Wij mogen de jongeren niet wijs maken, Jat
wij hun probleem kunnen oplossen. Wat
voorgesteld wordt, is het gebaar van het
schellinkje, waarvan men in de toekomst de
nadeelen zal ondervinden. Het is hier riemen
snijden van andersmans leer. Spr. stelde zich
met den Haag op een vaste basis en wilde
het principe niet door de branding der tijden
loslaten.
Het betoog van Amsterdam was z. i. wel
zeer oppervlakkig en een negatie van den
taaien strijd der Nederlardsche vrouwen.
Men kan de vrouw niet in de positie plaatsen
van de maatschappelijk ongelijke van den
man. Het N. O. G. behoeft geen hand- en
haar en zij heeft mij zelve pianoles gegeven,
want zij speelde prachtig, veel mooier dan
ik, maar nu heeft ze al in geen elf jaar ge
speeld".
„Je arme moeder moet dan wel vreeselijk
getroffen zijn door haar verlies", kon ik niet
nalaten op te merken, want die totale licha
melijke en geestelijke inzinking leek mij
waarlijk onverklaarbaar, alleen uit het feit,
dat zij weduwe was: had zij dan haar kinde
ren niet meer om voor te leven? Ik had nooit
veel op gehad met menschen, die zich overge
ven aan.hun verdriet, ten koste van hun
plicht.
„O, verschrikkelijk!" zei Jadwiga met
zachten nadruk, terwijl ze de handen even
werkloos m den schoot liet rusten en den
blik zwijgende op den grond gericht hield.
„Als je vader al tien jaar dood is, dan zal
Anulka zich hem nauwelijks meer herinne
ren?"
„Ze herinnert zich hem in het geheel niet:
ze werd eerst na zijn dood geboren".
„En jij?"
„Ik welO, ja, ik zal hem mij altijd
blijven herinneren".
Er klonk smart uit die enkele woorden,
smart en vrees tegelijk.
Ze stond op van mijn bed en zei ineens, op
heel anderen toon:
„Miss Middleton, ik geloof, dat ik nu toch
slaap krijgt. Rust wel. Tot morgen!"
Met flauwen glimlach knikte ze mij toe en
ging naar haar eigen kamer, terwijl ik wel
spandiensten aan de reactie te verleenen.
In de fascistische landen is men reeds
voorgegaan met het terugdringen van de
vrouw. Laten de vrouwen het „heden gij en
morgen ik" bedenken.
Ook wij wenschen den jongeren arbeid en
brood, maar dit is geen sehoohr.eesterstaak,
maar een politieke, die van het wereldpro
bleem afhangt.
Men wil oe gehuwde onderwijzeres uit de
school dringen, doch spr. zei: „bezint eer gij
begint".
Ook met bet onderzoek naar de familie
omstandigheden komt men tot onrechtvaar
digheid Moet de Nederlandsche onder
wijzer harikiri plegen? Het is op dit oog en-
blik een uitstervend aantal gehuwde vrou
wen, dat wij ra de scholen hebben. De hu
wenden komt er niet meer in. Spr. oor
deelde, dat aan de vraag vast zit de
kwestie van de kloosterling, die vrijwillig
uit de wereld is gestapt en nooit van plan is
een gezin te stichten. Wie zegt: „dan gaat
de kloosterling er ook aan" heeft geen
inzicht in de werkelijkheid en de real-
politiek der R-K.
Het doel heiligt de middelen niet. Wij
hebben onze beslissing te gever als leden
van het N. O G., die bijna de helft van de
georganiseerde openbars lagere school
onderwijzers omvat.
Als particulier kan men vaak een ander
standpunt innemen, dan als organisatielid.
Boven den particulieren wensch staat de com
binatie waar men toe behoort. Wij behooren
het recht van man en vrouw om eigen levens
houding te bepalen te blijven hoog houden,
zoolang men niet inziet, dat dit principieel
onjuist is. De voorstellen zijn ingegeven
door den nood der tijden en het hoofdbestuur
ontraadt met nadruk de aanneming er van.
Een groot aantal sprekers vroeg hierop
het woord. Dit verkreeg allereerst de heer
Peper uit Rotterdam, die betoogde, dat het
N. O. G. niet moest probeeren een groot
aantal jongeren er in te halen ten koste van
anderen, doch behoorde te blijven strijden om
de mogelijkheid om in de school te werken,
voor allen te openen.
De heer Peper, Amsterdam, kwam er
tegen op. dat men het van hoofdbestuurszijde
doet voorstellen of dit alleen op de rots van
de principes staat. Indien het recht op het
huwelijk gekoppeld wordt aan het recht op
een baantje, ontneemt men aan anderen het
recht op gezinsvorming, een recht voor de
onderwijzers in de wet vastgelegd. Vooral
waar werkloosheid heerscht zijn crisismaat
regelen noodzakelijk. De rots van principes
is gebleken een vooze zandberg.
De heer W i 11 e m s, Arnhem, wees op de
donkere tijden voor de jongeren. 275 solli
citanten voor een betrekking van f 400 Er
moet iets voor de jongeren gevonden worden
Werk en brood moeten de jongeren hebben
en elke maatregel om de jongeren aan brood
te helpen moet worden aangenomen en dan
dient de gehuwde onderwijzeres-niet-kost-
winster uit de school te verdwijnen.
De heer Westerwee? teekende pro
test aan tegen de uitdrukking van den heer
Schoemaker, dat wat wordt voorgesteld een
gebaar van het schellinkje is.
De heer Jansen constateerde, dat de
heer Schoemaker de jongeren de helpende
hand weigert. (Protesten).
De jongeren eischen, dat U het voorstel
AmsterdamRotterdam steunt.
Mej. Kaart, Amsterdam, met applaus
begroet, uitte de wensch, dat men er mede
zal instemmen, dat er voor de jongeren iets
gedaan moet worden en las hierna een stukje
uit het Schoolblad voor, waarin tot uit
drukking komt, dat het de taak van het
N. O. G. is om er naar de streven een zoo
groot aantal leden als mogelijk is te plaat
sen en daarom in deze omstandigheden, ont
slag aan de gehuwde onderwijzeres-niet-
kostwinster.
In het stukje wordt opgeroepen om te
strijden voor een redelijke rechtsorde.
De heer H i n n e, Amsterdam, pleitte voor
een behandeling in een objectieve sfeer, en
oordeelde, dat uit cultureel en sociaal oog
punt het ontslag niet verdedigd kan worden
De vrouw heeft haar emancipatiestrijd niet
voor niets gestreden. Waarom één categorie
bij den kop genomen? Er zijn er zoo velen,
die buiten de school inkomsten hebben, waar
om die er niet bij betrokken?
Onderwijskundig, aldus spr., is er voor
de gehuwde vrouw in de school wel iets aan
te voeren. Hoewel spr. vermoedelijk op
wachtgeld komt, wilde hij zijn principes niet
prijsgeven voor het eigen belang.
Voorts betoogde spr., dat praktisch het
voorstel van geringe beteekenis is en drin
gend verzocht hij het paard van troye niet
binnen te halen.
De heer E s h u i z e n, Zwolle, hoewel pet-
soonlijk geen voorstander van de gehuwde
onderwijzeres in de school, waarschuwde
toch geen zwarte bladzijde te schrijven in het
geliefde N.O.G.
wat verrast was door dat plotseling afbre
ken van het gesprek en mij met verwondering
afvroeg, of ik ook soms, op eenigerlei wijze,
iets onbescheidens had gezegd.
HOOFDSTUK III.
Op Zondag, zooals Anulka had voorspeld,
zag ik voor het eerst mijn buren en ook voor
het eerst madama Zielinska buiten haar par
ticulier vertrek. In het volle daglicht zag ze
er bijna nog spookachtiger uit, dan ik ver
wacht had; die periodieke verschijningen in
het publiek waren haar klaarblijkelijk een
lichamelijke en geestelijke kwelling, die zij
enkel verdroeg om aan de conventies te vol
doen, maar die haar geenszins opwekten uit
haar chronischen staat van apathie. Terwijl
zij met zorg gekleed was in haar beste ja
pon, volgens een mode van wel een dozijn
jaren geleden, en met een paar nieuwe gele
handschoenen aan, bleef zij teruggetrokken
zitten in den hoek van de gioote sofa, of
troonde aan het hoofd van de lange tafel,
maar stelde in het geheel geen belang in
haar gasten, of nam geen deel aan het ge
sprek Ze maakte niet den indruk van verle
gen of schuw, alleen maar van intens ver
moeid te zijn; wist een glimlach op haar ge
laat te voorschijn te roepen, als zij aange
sproken werd, maar telde blijkbaar de
oogenblikken, dat ze bevrijd zou zijn van
die formaliteit als gastvrouwe. Voor een
vreemde gaf dit iets gedrukts, maar de ge
woue gasten waren veel te zeer gewend aan
Zaterdag 4 Augustus.
HILVERSUM, 1875 M. (VARA
uitz.) 8— Gr.pl. 10— VPRO-
morgenwijding. 10.15 Voor Arb. in
de Continubedi.: C Rijken, deel.,
Spl., VARA-tooneel olv. W. van
ppellen en 't VARA-orkest mmv.
solisten olv. P. Pella. 12.Eddy
Walis en zijn ensemble en gr pi.
2.Gr.pl. 2.40 Fotografie-praatje.
3.Trio Favoriet olv. W. Drukker.
5.Gr.pl. 5.40 Literaire causerie
A. M. de Jong. 6.— Zang door
A de Booy mmv. D. Pijpers, piano
en gr.pl. 6 30 Gr.pl. 7.V .R.O.
8— SOS-ber. 8.03 Gr.pl. 915
VARA-tooneel olv. W. van Cappel-
len. 9-25 Gr.pl 9 30 Krontjong
orkest- 10.Vaz Dias en VARA-
Varia. 10.15—12.— Gr.pl.
HUIZEN, 301 M. (KRO-uitz)
8—9.15 en 10— Gr.pl. 11.30
Godsd. halfuur. 12.151.45 Grpl.
2.Voor de jeugd. 2 30 Gr.pl.
3Kinderuur. 4.HIRO. 5.
Gr.pl. 5.30 Schlagermuziek. 6.20
Causerie. 6.45 Gr.pl. 7.15 Causerie.
7.35 Gr.pl. 8.Zangvoordracht.
8.15 Gr.pl. 8-25 Vaz Dias. 8.30
Gr.pl. 9.30 Verv. zang. 9.45 Schla
gerpiuziek. 10.30 Vaz Dias. 10.35
Gr.pl. 10.4511.15 Schlagermu
ziek. 11.15—12.— Gr.pl.
DAVENTRY, 1500 M. 10.35 Mor
genwijding. 12 20 Northern Studio
orkest olv. Bridge mmv. J. Jolley,
tenor. 1.20 Commodore Grand-
orkest olv. H. Davidson. 2.20 Dans
muziek. 2.50 Midi. Studio orkest o
1 v. Cantell. 3.35 Mantovani en
zijn Tipica-orkest mmv. N Mau-
dini, tenor. 4.35 Gr.pl. 5.05 Orgel
spel H. Ramsay. 5.35 Kinderuur
6.20 Ber. 6.50 Sportpraatje. 7.05
Zang door J. Perry. 7 20 Blaascon-
cert olv. G. Hawkins m. m. v. F.
Blythman, alt. €.20 Variété-progr
9 20 Ber. 9.45 Piano-recital E.
Joyce. 10.05 Twenty Years Ago,
herdenking van het uitbrexen v. d.
Wereldoorlog. 11.2012.20 Lew
Stone en zijn Band.
PARIJS (RADIO-PARIS) 1648 M.
7 20 en 8.20 Gr.pl. 10.35—11.50
Orkestconcert. 12.20 Het Goldy-
orkest. 7.05 Gr.pl. 8.20 „Ali-Baba".
operette van Lecotq. 10.50 Dans
muziek.
KALUNDBORG, 1261 M. 12 20
2 20 Concert uit Rest „Wivex".
3.Liedjes bij de luit. 3-20 Om
roeporkest olv. Gröndahl. 520
5.50 Gr.pl. 8.20 Deensche muziek
olv. Gröndahl. 9.12.50 Gevarieerd
progr. mmv. solisten en orkesi.
ROME, 421 M. 8.20 Gr.pl. 9.05
„Per le vie di Parigi", gevarieerd
progr. 9.50 Sympuonieconcert.
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M
12 20 Gr.pl. 1.30—2.20 M. Alexys'
orkest. 5.20 Dansmuziek. 6.20 Gr.
pl. 6.50 Saxofoon-kwartet. 710
Gr.pl. 8.20 Om
Radio-tooneel.
Piano-recital. 7.5t
roeporkest. 9.20
10.3012.20 Dansmuziek. 484 M
12.20 Max Alexys' orkest. 130—
2.20 Gr.pl. 5.2C M. Alexys' orkest.
6 35 Gr.pl. 650 Omroeporkes'.
8.20 Symphonieconcert olv Kumps
Herdenking van het begin v. d. We
reldoorlog. 10.3012.20 Dansmu
ziek.
GEMEENTELIJKE RADIO
DISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Huizen.
Lijn 3: Daventry 10.3512.20,
North Reg. 12.20—13.20, Daven
try 13.20—19.20, Scott. Reg. 19 20
—20.20, Daventry 20.20—24.—.
Lijn 4: Keulen 10.3517.20,
Kalundborg 17.2?L—24.
Zondag 5 Augustus.
HILVERSUM, 1875 M. (9.—10
en 5.8 VARA, de VPRO van
10.12.en de AVRO van 12.
5.en 8.12.uur). 9.Post
duivenber. 9.03 Gr.pl. 10— Kerk
dienst uit de Ned. Herv. Kerk te
Bergen op Zoom. Voorg.Dr. J. C.
A. Fetter. 12.Filmpraatje L. J.
Jordaan. 12.30 Omroeporkest o l v.
N. Treep. 1.10 Jongenskoor uit
Weenen olv. G. Deck. 1.30 Verv.
Omroeporkest. 2.Boekbespreking
dr. P. H. Ritter Jr. 2.30 Nijmeeg's
Mannenkoor olv. Th. Wanders en
gr.pl 3.Uit het Kurhaus te
Sclieveningen: Residentie-orkest o.
1 v. N. Gerharz mmv. B Hemerik,
cello. 4.30 Gr.pl. 5.Muzikaal
blijspel. 6— Sportpraatje. 6.20
Gr.pl. 0.45 „Stemmen uit het prole
tariaat". 7 15 Gr.pl. 8.— Vaz Dias
8.15 Uit het Kurhaus te Schevenin-
gen: Resideniie-orkest mmv. Daisy
Guth (pianiste van 11 jaar). 9.
Radio-journaal. 9.15 The Comedian
Harmonists. 9.35 Omroeporkest o
1 v. N. Treep 10The Comedian
Harmonists. 10.20 Het Omroep
orkest. 11.-12.Gr.pl.
HUIZEN, 301 M. (8.30—9.30 en
5.-7.45 NCRV, de KRO van 8 30
—9.30, 12.15—5— en 7.45—
11.uur). 8.30 Morgenwijding.
9 30 Gramofoonplaten. 10Kerk
dienst uit de Geref. kerk (Noorder-
kerk) te Hilversum. Spr.: ds. G.
Laarman. Hierna tot 12.15 Gr.pr.
12.15 S< hlagermuziex en lezingen.
2 30 Gr.pl. 4.Voor de zieken.
5 Gewijde muziek mmv. Jo Al-
dag, alt-mezzo, J. v. d. Rovaert,
tenor en F. Kloek, orgel. 5.50 Kerk
dienst uit de Ned. Herv. Kerk te
Minnertsga. Spr. ds. J. v. d. Hei
de. Hierna gr.pl. 7.45 Gr.pl. en
causerie 8 30 Schlagermuziek. 9.15
Vaz Dias. 9.20 Gr.pl. 9.30 Solisten
concert en gr pl. In de pauze om
10.15 Vaz Dias. 10.4011.Epi
loog.
De heer M e ij e r, Amsterdam, was het
principieel met den heer Schoemaker eens
doch het voorstel werd gedreven door nood
zaak gedaan. Spr. had kinderen en kon niet
van 65 pCt. wachtgeld rondkomen. Voor den
heer Hinne die geen kinderen heeft, was het
wel gemakkelijk, zijn standpunt in te nemer.
De vergadering werd hierop eenige oogen
blikken geschorst om het hoofdbestuur gele
genheid te geven zich te beraden.
Na heropening deelde Rotterdam me
de, dat dit ten gunste van Amsterdam haar
voorstel introk.
Het woord was hierop aan den heer
Schoemaker om de meening van het
hoofdbestuur mede te deelen.
Spr. verklaarde, dat de meerderheid van
het hoofdbestuur ten sterkste ontraadt het
voorstel Amsterdam aan te nemen, daar het
dit niet acht in het belang van het NOG.
en dit het hoofdbestuur zal stellen voor bui
tengewone moeilijkheden.
De stemming bij zitten en opstaan, die
hierop volgde, gaf volgens den voorzitter niet
volkomen zekerheid, waarop een schriftelijke
stemming noodig werd geoordeeld.
Tijdens deze stemming gaf de heer Z e
venster, hoofdbestuur, een gloedvolle toe
lichting op een door hem gestelde motie:
In zijn toelichting betoogde spr., dat de
minister artikel 195 van de grondwet buiten
gewoon heeft aangerand en de uitzondering
die neutrale houding, dan dat hun opge
wektheid er onder leed. Behalve dat zij ge
trouw de eenmaal aangenomen vormen van
beleefdheid tegenover haar in acht na
men en die zijn zeer gecompliceerd, daar
het de gewoonte is, dat na eiken maaltijd
iedere heer de gastvrouw de hand kust en
iedere dame haar de hand drukt bekom
merden ze zich niet veel om haar. Ze wisten
allen, dat ze maar het liefst met rust gelaten
werd en respecteerden dit. Die arme, ver
moeide hand werd anders dikwijls genoeg
gekust op Zondag, want er waren talrijke
gasten en vele maaltijden. Een dergelijk
bezoek in Polen begint dikwijls al met het
ontbijt en eindigt met het avondeten.
Om één uur was de ruime, leege salon in
Ludniki vrij aardig bezet, hoofdzakelijk door
het sterke geslacht die kleine heks van een
Anuka had goed gezien, dat het nieuws van
Jadw iga's terugkeer zich welda verspreid zou
hebben en wij zaten zoowat met ons
twintigen aan het middagmaal.
In een van mijn eerste brieven aan Agnes
vind ik mijn indrukken van die gasten weer
gegeven
„Misschien was wel de eigenaardigste uit
de groep een corpulente, al wat oudere
„barbaar", in Poolsch nationaal costuum,
die onuitstaanbaar naar sterke tabak rook
en alle onaangename gewoonten had, aan
een zwaar rooker eigen, maar gie met dit al
een prachtig figuur sloeg en zoo door en
door het air van den „grand seigneur" over
tot regel heeft verheven. Spr. oordeelde, dat
men hier te doen had met een propaganda
voor het bijzonder onderwijs op staatskosten.
Naar den geest is de pacificatie hierdoor met
voeten getreden. (Applaus.)
Spr. wekte op tot strijd voor het behoud
van de nationale school bij uitnemendheid.
De door spr. gestelde motie luidt als
volgt
De 88ste Algemeene Vergadering van het
Nederlandsch Onderwijzers-Genootschap,
gehouden op 1 en 2 Augustus 1934 te Alk
maar,
met ontsteltenis kennis genomen hebbende
van de gevolgen, welke de ministerieele aan
schrijving betreffende de concentratie van
openbare scholen tot dusver blijkt te hebben
gehad,
constateerende, dat deze eenzijdige con
centratie ten zeerste het openbaar onderwijs
benadeelt en ons noodzaakt in bepaalde ge
vallen onze medewerking te verleenen tot
stichting van een neutraal bijzondere school,
constateerende, dat van de aangekondigde
vrijwillige concentratie van bijzondere scho
len tot dusver niets is gebleken, maar dat
de bijzondere school in een niet te motiveeren
gunstiger positie is gebracht,
spreekt haar scherpe afkeuring uit over de
achterstelling van het openbaar onderwijs,
die in flagranten strijd is met den geest aer
pacificatie,
zich had, dat men onmogelijk iets van hem
zou kunnen afkeuren; zijn naam wordt, ge
loof ik, Lewicki geschreven; hij is een van de
dichtst bijwonende buren en is groot-grond
bezitter. Hij had zijn zoon bij zich: de meest
getrouwe verwezenlijking van een sprook
jesprins, die ik ooit in levenden lijve gezien
heb! Je kent het type, nietwaar? Lange,
slanke, ledematen, een glad fijn besneden
jongensgezicht, met prachtig gevormden
hals, amandelvormige bruine oogen, die nu
eens smeltend teeder, dan weer vurig fon
kelend kijken. Er is genoeg krul in zijn
zacht, lokkig blond haar, oat de zon er de
grilligste schaduwen op kan werpen. Hij
scheen zich wel degelijk van zijn knap uiter
lijk bewust en liet dit lief?t op z'n voordee-
ligst uitkomen, zonder eenige gemaaktheid,
daar was hij te naïef voor.
De jonge man, met wien ik verder het
meest heb gepraat, zal zoowat een dertiger
zijn geweest, donker, met regelmatige trekken
en waarschijnlijk zou hij ook wel knap te
noemen zijn geweest, als hij niet zoo gewel
dig maget was, met een neus zóó scherp, dat
die wel door de huid scheen heen te komen,
en wangen, die een zwarte schaduw vertoon
den van magerheid. Hij is ook een buurman,
ofschoon hij niet onder zulke gunstige om
standigheden verkeert, waarvan zelfs zijn
kleeren getuigen. Ik geloof niet, dat ik ooit
in beschaafde kringen een zóó afgesleten
zwarte jas heb gezien.
(Wordt vervolgd).