DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
aM&
NA VON HINDENBURG's DOOD.
FORD, V8,
Toch een volksstemming
De positie van Hitier.
136e Jaargang
IN HET STERFHUIS.
LEI DER OF GEVANG ENE?
HERINNERINGEN AAN
VON HINDENBURG.
Wal vandaag de
aandacht treht.,^
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nnmmers 5 cents.
wm
PRIJS DER GEWONE AD VERTENT IEN:
Van 15 regels 1.25, elke regel meer f 0 25, tfroote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij r h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33.
No. 182 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeurs C KRAK. Zaterdag 4 Augustus 1934
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
Over heel Duitschland, zoo vertelt de
Berlijnsche N.R.C.-correspondent, hangt nog
zwaar de schaduw van von nindenburg's
dood. De politieke gebeurtenissen, welke zich
dezer dagen hebben voltrokken, zijn mede
door deze schaduw bedekt, maar zij zijn
daarover niet minder belangrijk. En zoo zijn
de maatregelen, door Hitier en zijn regee
ring genomen, eenigszins op den achter
grond geschoven, hoewel ze toch van vér
strekkende beteekenis zijn.
Men weet wat er gebeurd is: Vrijwel on
middellijk na den dood van von Hindenburg
werd bekend gemaakt, dat Hitier ook het
presidentschap op zich had genomen. Welis
waar nam hij niet den titel van rijkspresident
aan, maar in werkelijkheid beteekende dit
niets. Hitier nam de macht van den presi
dent, enkel met den titel.
De vrij algemeene verwachting was ge
weest, dat er een volksstemming zou worden
gehouden, een vrije en geheime stemming.
Dat verwachtte ook de in politiek opzichte
eenvoudigen van geest. Er staat immers in
de Duitsche grondwet (art. 41): „De rijks
president wordt door het heele volk gekozen".
Door de machtige deining, welke vroegere
volksstemming hebben veroorzaakt, is de in
druk daarvan bij de massa nog niet uitge-
wischt en zonder zich rekenschap van de
staatsrechtelijke veranderingen te geven,
werden voor het publiek de begrippen „nieu
we rijkspresident en volksstemming" enz., ja
hoor vanzelfsprekend met elkaar verbonden.
Op grond van haar machtiging, welke
haar uitórukkelijk de bevoegdheid geeft, om
zelfstandig alle wetten uit te vaardigen en
zelfs een heele contitutie bij eenvoudige ver
ordening af te kondigen, behoefde de regee
ring aan die verwachting niet te voldoen.
Maar had niet Hitier zelf verkon
digd, dat hij elk jaar eenmaal een
beroep zou doen op het volk? En
waren er nkt tal van argumenten, op
grond waarvan het in de tegen
woordige omstandigheden wensche-
lijk kon schijnen Hifier door het
heele volk tot aanvoerder te doen
benoemen?
Maar neen, dadelijk na het afsterven van
den generaal-veldmaarschalk wordt bekend
gemaakt, tot welke regeiing bij kabinetsbe
sluit den vorigen avond reeds is besloten.
Onmiddellijk treedt de wet in werking. Wie
nog had kunnen twijfelen of men hier te doen
had met een definitivum, die werd daarvan
overtuigd toen bekend werd, dat de eed van
de weermacht op den leider persoonlijk (een
eed, dien Hindenburg nooit heeft verlangd)
reeds onmiddellijk was afgelegd.
Toch een volksstemming.
In den loop van den dag vernam men uit
verschillende milieux, die doorgaans meer
weten dan anderen, dat de idee van het refe
rendum toch niet geheel van de baan
was. Het zou echter de nieuwe grondwet be
treffen, waarvan dan deze regeling over het
presidentschap een onderdeel zou vormen.
Deze lezing was op grond, die wij dadelijk
zullen aangeven, niet erg waarschijnlijk, maar
in zoover was er toch iets waars aan, als het
kabinet in een tweede zitting, een dag na de
eerste, het besluit, dat het den vorigen dag
had getroffen en de wet, welke het niet alleen
had afgekondigd en in werking laten treden,
maar waaruit het onmiddellijk ïeeds de mei.t
verstrekkende en onherroepelijkste conse
quenties had getrokken (de eed van de weer
macht) nu achteraf toch nog weer aan een
referendum ging onderwerpen.
Een referendum, gehouden vóór de geval
len beslissing, en natuurlijk eerst recht vóór
de voltrekking der voornaamste daaruit
voortvloeiende consequenties, zou wel is
waar ook slechts en betrekkelijk beteekenis
hebben gehad; het ware echter in wezen en
in uitwerking zoowel op het buiten- als ook
op het binnenland iets geheel anders geweest
dan wat nu komt. nu stellige maatregelen,
die, om zoo te zeggen, met de handrem zijn
vastgezet, die niet meer omkeerbaar zijn, aan
het volk ter goedkeuring worden voorgelegd,
dat niet te kezen krijgt tusschen twee moge
lijkheden. maar alleen tusschen het eene
het volslagen niets. Want wie tegenstemt,
stemt voor niets, voor een chaos. Zijn er in
deze omstandigheden nog een aanzienlijk ge
tal leege, ijdele. volslagen nuttelooze pro
teststemmen te verwachten? Ernstige buiten -
landsche beoordeelaars vermoeden dat niet,
en zij bevroeden, dat een verpletterende
meerderheid voor de goedkeuring van iets.
dat evenmin kan veranderen als het feit, dat
de zon ook morgen in het Oosten zal opgaan
toch ook wel indruk op het buitenland zal
maken, waar de publieke opinie misschien
hierin toch wel een maatstaf zal zien voor de
meening van het Duitsche volk, meer dan
eigenlijk gewettigd is.
Waarom nu ineens toch weer een volks
stemming achteraf en geen volksstemming
vooraf? Van Nationaal-socialistische zijde
wordt dit als volgt beredeneerd: Indien men
het volk de vrije keus laat tusschen twee mo
gelijkheden, dan geeft men het de beslissing
in handen. Dat is tegen het leidersbeginsel,
dat is geen zuiver nationaalsocialisme, dat
is veeleer ouderwetsche democratie. Het
leidersbeginsel verlangt, dat de leiding de
beslissing treft, maar de leider wil de voeling
met zijn volk niet verliezen en dat krijgt
daarom de gelegenheid achteraf zijn instem
ming te betuigen.
En als het nu eens van deze gelegenheid,
theoretisch verondersteld, door wegblijven
van de stembus in grooten getale geen ge
bruik zou maken Dan zou het daardoor het
bewijs leveren, dat het van de nationaal-
socialistische idee nog niet doordrongen is,
ja, het zou daardoor een anti-nationaal- so
cialistische, een revolutionnaire betooging
houden, waar de regeering noodzakelijker
wijs met tegenmaatregelen zou moeten rea-
geeren.
Alles goed en wel, maar het kabinet heeft
zich toch bedacht, dat het dit zeer geringe
risico, althans tegen de kans van een geslaag
den propagandaveldtocht. op zich kon nemen
beter dan het risico, dat het mopperaarsfront
door het geheel weglaten van elke volks
raadpleging zou worden vergroot.
Waarom deze stemming?
Waarom, dat is een tweede vraag, nu niet
ineens de heele constitutie tot onderwerp
van een volksstemming gemaakt? Daarop
luidt het antwoord: De constitutie ligt wel
gereed, maar ten opzichte van eenige niet on
verschillige onderdeden, zijn toch nog geen
definitieve beslissingen genomen. Wij willen
als voorbeeld nu niet eens de steeds nog on
besliste staatsrechtelijke positie van de joden
noemen, die aanstaande 19den Augustus
nog mede zullen mogen stemmen. Maar hoe
is het met de eventueele opvolging van Hit-
Ier? Die kan in de constitutie toch niet ont
breken, als zijn positie overigens daarin is
verankerd! Moet er een permanente commis
sie worden aangewezen, een kiescollege, een
soort keurvorstensysteem worden ingesteld?
Alles nog open vragen, vandaar dan toch
maar liever weer de benoeming van Hitier
en niet de heele constitutie aan een referen
dum onderworpen.
Hierbij moet in herinnering worden ge
bracht, dat onder een groot deel van het
volk waarde gehecht wordt aan hetgeen
wordt verteld, maar niet te controleeren is,
over het bestaan van het testament van Hin
denburg, waarin deze zich zou hebben uit
gesproken, theoretisch voor de monarchie,
practisch voor de regeering-Hifler, maar
daaraan zou hebben toegevoegd de wensche-
lijkheid om het voik over de kwestie van de
staatsregeling te raadplegen. Zooals ge
zegd, wat hiervan waar is, is geenszins te
controleeren.
Hitier en de rijksweer.
Nog is interessant, dat over een voor de
beoordeeling van deu toestand belangrijk
vraagstuk twee diametraal verschillende
meeningen worden verkondigd, welke mis
schien bij nadere beschouwing niet zoover
van elkander afstaan als het oppervlakkig
schijnt. De eene meening is blijkbaar over
genomen door vrijwel de geheele Engelsche
pers. Wij weten dat nu de macht van
de rijksweer enorm vergroot is, dat Hitier
afhankelijk, ja, eigenlijk de gevangene zou
zijn geworden van de rijksweerofficieren.
Hoe nu?, zoo luidt de andere meening, juist
het tegenovergestelde is het geval Hebben
dan soms de officieren en massa hun ont-
slag genomen, toen hun de nieuwe eed werd
bevolen? Neen, dat is niet gebeurd, geen
enkele officier heeft ontslag genomen. Niet
de rijksweer is de baas van den leider ge
worden, maar de leider is via von Blomberg
de baas van de rijksweer en de hoogere offi
cieren, aan wie men een stille oppositie toe
schreef, ook zij hebben al'en zonder aarze
ling den eed afgelegd. Aldus de andere mee
ning.
Ook wordt er nog op gewezen, dat nu te
vens een gebrek aan evenwicht, al was het
dan ook slechts een formeel of een schijn
baar gebrek aan evenwicht tusschen de posi
tie van Goering als hoofd van de politie en
alle semi-politioneele strijdkrachten, en Hit-
Ier is opgeheven, nu Hitier chef van de
rijksweer is geworden.
En hoe vat het volk dit alles op? Wie peilt
het met zekerheid? Men weet, de stemming
der volks wordt voor het oogenblik be-
heerscht door oprecht betreuren van den
dood van Hindenburg, maar is voor het
overige, voor zoover het niet geldt het deel
des volks, dat uit overtuiging alles bewon
dert wat van boven komt, resp. heumelijk tot
een tegengestelde, radicale richting behoort,
over het algemeen lijdelijk, berustend of vrij
wel onverschillig.
Vrijdagmiddag is aan de Neudeck aanwe
zige Duitsche- en buitenlandsche journalisten
toegestaan het kasteel Neudeck en de sterf
kamer van Hindenburg te bezoeken. De rond
gang geschiedde onder leiding van Hinden-
burgs tweede adjudant, ritmeester von der
Schulenburg. Wij Duitschers aldus, vertelt
de correspondent van het D. N. B. schreden
door deze ruimten met groote bewogenheid,
waardoor wij de dingen om ons heen min
der waarnamen dan voelden. In dit huis is
haast ieder voorwerp een getuigenis van een
geweldig leven. De buitenlanders zien dat
alles uit grooteren afstand. Maar zij voelen
in het sterfhuis van Hindenburg wellicht
voor de eerste maal in hun leven iets van den
loop van het Duitsche lot en zijn heele trot-
sche en tragische grootte Naast de schrijf
tafel van den overledene staat onder een
glazen stolp de helm van Koeninsaetz met
de sporen van de kogels, die den jongen lui
tenant Hindenburg tijdens den slag verwon
den. Een van die kogels ligt nu op het doods
bed van Hindenburg. In de bibliotheek is de
kostbare eeresabel te zien, die de Japansche
regeering na den oorlog den generaal-veld
maarschalk als dank voor zijn ridderlijke
wijze van vechten heeft aangeboden. In de
zelfde kamer ligt een tapijt met de gaten van
kogels uit den revolver van een inbreker, die
in 1922 in de woning van Hindenburg was
binnengedrongen. De veldheer was den
man onverschrokken tegemoet getreden en
had hem den revolver uit de hand geslagen,
terwijl het schot af ging. Talrijke andere
kostbare stukken zijn te zien, o.a. de eere
burgerbrief van de stad Koningsbergen, op
gesloten in een rol van barnsteen. In het
voorportaal hangt een groot schilderij, voor
stellende stormende infanterie tijdens den
grooten oorlog. Dit is Hindenburg door zijn
r-giment, het Oost-Pruisische 147ste regi
ment infanterie aangeboden.
Dan komen wij in de sterfkamer. De in
druk van den grooten doode overweldigt ons.
De trekken van het gelaat zijn vreedzaam;
er spreekt een grootheid uit. die in den dood
nog monumentaler werkt dan tijdens het le
ven. Aan het hoofd- en voeteneinde staan
vier officieren, die onbewegelijk de dooden-
wacht houden.
Hierboven spraken wij reeds over Hitler's
isitie t.o.v. de rijksweer. In dit verband is
et wel interessant te weten, hoe men in
Engeland over de positie van Hitier denkt.
De Hbld. correspondent vertelt er het vol
gende van:
De „Times" zegt, dat het prestige van het
Nazi-regime door het in ongenade vallen en
het vermoorden van zoovele zijner leiders
kennelijk ernstig is geschokt, terwijl het bo
vendien in het buitenland diep In discrediet
is geraakt. Het blad zegt, dat Hitier thans
onmiddellijk maatregelen heeft genomen om
als tegenwicht voor de tot ontbinding leiden
de invloeden, het algeheele gezag in eigen
handen te central iseeren.
De „Daily Telegraph" zegt, dat zelfs ia
een wereld die gewend is geraakt aan dicta
tors, zulk een concentratie van macht als
Hitier thans bezit, uniek is en bedenkingen
en argwaan wekt in het buitenland, voorna
melijk in Weenen, maar dat het tevens den
toestand in Duitschland volkomen bloot legt.
Het blad zeg, dat Hitier eer het slachtoffer
dan de leider der gebeurtenissen is. Hij
moet thans op het geregelde leger vertrou
wen en dus absoluut doen wat de militaire
macht van hem verlangt.
Zijn politieke pelgrimstocht heeft van de
uiterste linkerzijde geleid tot het president
schap, dat hem afhankelijk maakt van de
leiders der rechterzijde. Het Duitsche voik
zal de nieuwe regeering beoordeelen naar de
wijze, waarop zij de komende crisis zal be
handelen en zegt, dat Hitier thans op zijn
eigen schouders den last der ontevreden heid
zal laden, wanneer de regeering mocht
falen.
De „Manchester Guardian" zegt, dat de
Duitsche heerschers van thans volleerd zijn
in de kunst een plebisciet te hanteeren, maar,
dat zelfs wanneei de verwachte overweldi
gende meerderheid het vertrouwen in den
dictator "weder uitspreekt, uoctitans een
uiterst belangrijke vraag onbeantwoord
blijft, welke is: Welk een vergoeding de
Rijksweer als zij den eed van trouw aan den
leider van het Rijk uitspreekt, zal afdwingen
van haar nieuwen souverein.
De „Morning Post" onthoudt zich van
commentaar. De „Daily Express" zegt. da!
sinds de Franschen in 1789 de feodale kete
po:
hel
nen verbraken, de wereld niet zulk een eeuw
als de huidige heeft beleefd, waarin deze
huisschilder Bismarcks plaats inneemt, de
e-xkorporaal van een infanterie-regiment
opperbevelhebber wordt van alle Duitsche
legers. De tegenstand is echter slechts tijde
lijk bedwongen, het leger zal, wanneer het
dat wenscht, het gezag overnemen.
De „Daily Mail" zegt, dat thans Hitiers
macht grooter is dan die van een Napoleon,
een Cromwell ooit is geweest. Zelfs Musso-
lini heeft met voorbedachten rade zijn macht
ondergeschikt gemaakt aan die van de Ita-
liaansche Kroon. Maar dit almacht van
Hitier kan haar goede zijde hebben. Hij
heeft immers den wensch uitgesproken den
vrede te bewaren en hij is wijs genoeg om
te erkennen, dat zonder vrede het herstel van
den handel voor Duitschland en Europa on
mogelijk is.
De „Herald" zegt, dat Hitier thans als
een gevangene van de Rijksweer moet worden
beschouwd. Zijn toekomst hangt af van de
vraag, in hoeverre het leger hem trouw zal
blijven.
De „News Chronicle" ten slotte meent, dat
Hitier alles heeft gezet op een dramatische
coup de main en dat zijn breken met de con
stitutie vrij zeker het vertrouwen van mil-
lioenen zijner landgenooten zal schokken
Hitier, zegt het blad, heeft de waardigheid
van een presidentschap neergehaald in de
draaikolk der politiek.
Een aantal anecdotes.
Oppervlakkig bezien waren humor en
de Duitsche Rijkspresident twee ver
schijnselen, welke weinig met elkaar uit
te staan hadden. Von Hindenburg was
altijd terughoudend; diepe rimpels plooi
den zijn voorhoofd en men kan zich nau
welijks indenken, dat dit stroeve gezicht
door een glimlach kon worden verhel
derd. Toch beschikte hij, evenals Bis-
marek, over een goede dosi6 waardee
ring voor komieke gebeurtenissen.
Als kind.
Reeds als heel kleine jongen was hij
zich van zijn mannelijkheid sterk be
wust. Toen twee jaar na hem zijn broe
der Otto geboren werd, en van zijn aan
wezigheid zeer luidruchtig de wereld
konde deed, zwierf het knaapje Paul
niets op zijn gemak door de woning en
bromde: „Altijd dat eeuwige kinder-
gehuil!"
Korten tijd later kreeg hij zijn eerste
kiel en een broek, die voorzien was van
zakken; het uiterlijke teeken van man
nelijkheid was hem ten deel gevallen.
Den geheelen dag stapte hij gelukkig in
zijn eentje rond, zijn vuistjes tot aan le
ellebogen in de zakken begraven en ver
heugde zich: „Ik heb zakken, ik heb lek
ker zakken!"
Als grijsaard.
Hindenburg was op den avond van zijn
herverkiezing als rijkspresident als
steeds om halftwaalf naar bed gegaan.
Om halfacht den volgenden ochtend
bracht zijn zoon hem het heugelijke
nieuws.
Zoo? Dan schenke God Zijn zegen
hierop. Weet je, ik zal nog rustig een
uurtje verder slapen.
Hij draaide zich naar den muur en was
meteen weer in slaap.
Kalm opgenomen.
Eens was hij in een onheilspellende
stemming geraakt. Verschillende din
gen waren niet in orde bevonden en daar
generaal von Hindenburg uiterst punc
tueel was, werd zijn gelaatsuitdrukking
hoe langer hoe barscher. Hij was boos
over het feit, dat men weinig rekening
hield met den tijd, welken hij te missen
had; en om den officieren een lesje te
geven, ging hij op een der recruten toe
en vroeg nijdig: „Hoe lang duren tien
minuten?"
Hm, stotterde de man verlegen, tien
minuten, denk ik.
Dat kan wel, bromde Hindenburg,
maar weet, dat het noodzakelijk is de
lengte van een tijdruimte te kunnen
schatten. Kijk, ik haal mijn horloge
voor den dag, jij gaat heen en weer loo-
pen, en al6 je denkt, dat er tien minuten
om zijn, roep je halt.
De generaal voegde de daad bij het
woord en de recruut zette zich in bewe
ging. Op de seconde af tien minuten later
riep de examinandus „Halt".
Hm, zei Hindenburg, uitstekend Hoe
komt het, dat je dat zoo precies weet?
Ik heb op de torenklok daarginds
gekeken, zei de man De generaal nam
het hem niet kwalijk.
Een snuggere recruut.
Een anderen keer, toen de infanterie weru
geïnspecteerd, was alles prachtig in orde,
maar daar de sergeant-majoor vreesde voor
het figuur dat Johann Stachurak, een
Poolsch recruut, zou slaan, zette hij dezen
onsnuggeren landsverdediger aan het einde
van een klein landweggetje. De kapitein had
Na Von Hindenburg's overlijden.
(Dag. Overzicht).
Engelsche marinestukken gesto
len. (Buitenland).
Planetta's verdediger gearresteerd.
(Buitenland).
Noodweer boven de Ver. Staten.
(Buitenland).
Brand in een café tijdens Amster-
damsche N. S. B.-vergadering. (Bin
nenland).
Vreeselijke cholera-epidemie in
Britsch-Indië uitgebroken. (Buiten
land).
(Zie verder eventueel laatste
berichten
7-pere. Sedan,
uit voorraad leverbaar.
W. SCHMIDT,
Officieele Ford Dealer, Alkmaar.
genoemden sergeant-majoor bevel gegeven,
voordurend met Stachurak contact te hou
den, en hem tijdens de inspectie nog eenige
keeren duidelijk te maken, wat hij moest zeg
gen, als generaal von Hindenburg zou ko
men. Dit bevel volgt de sergeant-majoor op.
Hij peddelt eenige keeren op zijn dienstfiets
naar Johann Stachurak en zegt: Denk er
nu om, Stachurak! Is de generaal al ge
weest? Nee, majoor.
Eindelijk verschijnt Hindenburg. Hij
werpt een goedmoedigen blik op den eenza
men wachter en vraagt: Wat doe je hier
zoo alleen, mijn zoon. Johann kijkt stug,
blijft in de houding staan en antwoordt
niets. Kan je niet antwoorden, mijn zoon.
Ik ben de generaal! De generaal? repli
ceert Stachurak, dan zit er wat voor je
op. De sergeant-majoor heeft al drie maal
naar je gevraagd! Iedereen verstijft van
schrik, maar Hindenburg begint eerst te
lachen en zegt dan heel ernstig: In orde,
mijn zoon, zeg tegen den sergeant-majoor,
dat ik voortaan cp tijd zal zijn.
Niet hoovaardig.
Toen de oorlog kwam, werd Hindenburg
legeraanvoerder. Na zijn overwinning bij
Tannenberg werd hij in heel Duitschland
beroemd en populair. Op alle mogelijke ma
nieren wilde men htm hulde brengen. Men
vroeg hein om handteekeningen en kunste
naars wilden zijn „bijzonder karakteristieken
kop" vereeuwigen. Het is gek, zei de ge
neraal vóór Tannenberg zag ik er net
zoo uit als nu, maar niemand heeft het ge
merkt. Ik had toen tijd in overvloed. Nu, na
Tannenberg, merkt iedereen het, maar tot
mijn spijt heb ik nu geen tijd meer.
Te Lötzen werd hij door een generaal op
non-actief met een bezoek vereerd. Deze heer
dronk eenige glazen teveel en werd tenslotte
zoo geestdriftig, dat hij bij herhaling uitriep:
Uwe Excellentie is geweldig beroemd; onge
woon beroemd Jawel, zei Hindenburg,
ik kan er tegen, maar u schijnt er nog niet
tegen te kunnen.
De rijkspresident ging een jaar of zes ge
leden op jacht in de buurt van Dirtramszell.
Daar ontmoette hij een heel oud boertje, dat
hout sprokkelde.
„Goedenmiddag", zei von Hindenburg,
„wel vadertje, hoe oud bent u?"
„Drie-en-negentig, en u?''
„Ik ben in mijn een en-tachtigste. Ook niet
zoo jong metr. hé?'"
„Ach", zei net boertje, „als je een-en-tach
tig bent, kun je nog van allerlei worden'..
„Veel verder dan nu, zal ik het wel niet
brengen: ik ben rijkspresident".
„Zoo", zei de boer, „nu, jonge man. dat
is een goed baantje, dat moet je vasthou
den".
Toen hij commandant was van de 28ste
divisie, hield hij eens op straat een recruut
aan: „Zeg eens, recruut", vroeg hij. „weet
je wie ik ben?" De recruut wist het en zei
eerbiedig, zooals het hoorde: „Onze devie-
siecommandant, Zijne Exc. luitenant-gene
raal von Hindenburg". „Mooi zoo, en waar
aan herken je me dan?" „Aan je bakkes",
zei de recruut en Hindenburg klopte hem
op den schouder.
„Wat doet u eigenlijk als u nerveus bent?"
vroeg op een avond een vriend aan von Hin
denburg.
„Dan fluit ik", antwoordde von Hinden
burg.
„Ik heb u nooit hooren fluiten", zeide de
ander.
„Ik heb ook nog nooit gefloten", ant
woordde von Hindenburg.
Tijdens den oorlog moet Hindenburg, die
nooit een blad voor den mond nam pens bij
volle rijksdagzitting bezwaren hebben g;