DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. aM& NA VON HINDENBURG's DOOD. FORD, V8, Toch een volksstemming De positie van Hitier. 136e Jaargang IN HET STERFHUIS. LEI DER OF GEVANG ENE? HERINNERINGEN AAN VON HINDENBURG. Wal vandaag de aandacht treht.,^ ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nnmmers 5 cents. wm PRIJS DER GEWONE AD VERTENT IEN: Van 15 regels 1.25, elke regel meer f 0 25, tfroote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij r h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33. No. 182 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeurs C KRAK. Zaterdag 4 Augustus 1934 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Over heel Duitschland, zoo vertelt de Berlijnsche N.R.C.-correspondent, hangt nog zwaar de schaduw van von nindenburg's dood. De politieke gebeurtenissen, welke zich dezer dagen hebben voltrokken, zijn mede door deze schaduw bedekt, maar zij zijn daarover niet minder belangrijk. En zoo zijn de maatregelen, door Hitier en zijn regee ring genomen, eenigszins op den achter grond geschoven, hoewel ze toch van vér strekkende beteekenis zijn. Men weet wat er gebeurd is: Vrijwel on middellijk na den dood van von Hindenburg werd bekend gemaakt, dat Hitier ook het presidentschap op zich had genomen. Welis waar nam hij niet den titel van rijkspresident aan, maar in werkelijkheid beteekende dit niets. Hitier nam de macht van den presi dent, enkel met den titel. De vrij algemeene verwachting was ge weest, dat er een volksstemming zou worden gehouden, een vrije en geheime stemming. Dat verwachtte ook de in politiek opzichte eenvoudigen van geest. Er staat immers in de Duitsche grondwet (art. 41): „De rijks president wordt door het heele volk gekozen". Door de machtige deining, welke vroegere volksstemming hebben veroorzaakt, is de in druk daarvan bij de massa nog niet uitge- wischt en zonder zich rekenschap van de staatsrechtelijke veranderingen te geven, werden voor het publiek de begrippen „nieu we rijkspresident en volksstemming" enz., ja hoor vanzelfsprekend met elkaar verbonden. Op grond van haar machtiging, welke haar uitórukkelijk de bevoegdheid geeft, om zelfstandig alle wetten uit te vaardigen en zelfs een heele contitutie bij eenvoudige ver ordening af te kondigen, behoefde de regee ring aan die verwachting niet te voldoen. Maar had niet Hitier zelf verkon digd, dat hij elk jaar eenmaal een beroep zou doen op het volk? En waren er nkt tal van argumenten, op grond waarvan het in de tegen woordige omstandigheden wensche- lijk kon schijnen Hifier door het heele volk tot aanvoerder te doen benoemen? Maar neen, dadelijk na het afsterven van den generaal-veldmaarschalk wordt bekend gemaakt, tot welke regeiing bij kabinetsbe sluit den vorigen avond reeds is besloten. Onmiddellijk treedt de wet in werking. Wie nog had kunnen twijfelen of men hier te doen had met een definitivum, die werd daarvan overtuigd toen bekend werd, dat de eed van de weermacht op den leider persoonlijk (een eed, dien Hindenburg nooit heeft verlangd) reeds onmiddellijk was afgelegd. Toch een volksstemming. In den loop van den dag vernam men uit verschillende milieux, die doorgaans meer weten dan anderen, dat de idee van het refe rendum toch niet geheel van de baan was. Het zou echter de nieuwe grondwet be treffen, waarvan dan deze regeling over het presidentschap een onderdeel zou vormen. Deze lezing was op grond, die wij dadelijk zullen aangeven, niet erg waarschijnlijk, maar in zoover was er toch iets waars aan, als het kabinet in een tweede zitting, een dag na de eerste, het besluit, dat het den vorigen dag had getroffen en de wet, welke het niet alleen had afgekondigd en in werking laten treden, maar waaruit het onmiddellijk ïeeds de mei.t verstrekkende en onherroepelijkste conse quenties had getrokken (de eed van de weer macht) nu achteraf toch nog weer aan een referendum ging onderwerpen. Een referendum, gehouden vóór de geval len beslissing, en natuurlijk eerst recht vóór de voltrekking der voornaamste daaruit voortvloeiende consequenties, zou wel is waar ook slechts en betrekkelijk beteekenis hebben gehad; het ware echter in wezen en in uitwerking zoowel op het buiten- als ook op het binnenland iets geheel anders geweest dan wat nu komt. nu stellige maatregelen, die, om zoo te zeggen, met de handrem zijn vastgezet, die niet meer omkeerbaar zijn, aan het volk ter goedkeuring worden voorgelegd, dat niet te kezen krijgt tusschen twee moge lijkheden. maar alleen tusschen het eene het volslagen niets. Want wie tegenstemt, stemt voor niets, voor een chaos. Zijn er in deze omstandigheden nog een aanzienlijk ge tal leege, ijdele. volslagen nuttelooze pro teststemmen te verwachten? Ernstige buiten - landsche beoordeelaars vermoeden dat niet, en zij bevroeden, dat een verpletterende meerderheid voor de goedkeuring van iets. dat evenmin kan veranderen als het feit, dat de zon ook morgen in het Oosten zal opgaan toch ook wel indruk op het buitenland zal maken, waar de publieke opinie misschien hierin toch wel een maatstaf zal zien voor de meening van het Duitsche volk, meer dan eigenlijk gewettigd is. Waarom nu ineens toch weer een volks stemming achteraf en geen volksstemming vooraf? Van Nationaal-socialistische zijde wordt dit als volgt beredeneerd: Indien men het volk de vrije keus laat tusschen twee mo gelijkheden, dan geeft men het de beslissing in handen. Dat is tegen het leidersbeginsel, dat is geen zuiver nationaalsocialisme, dat is veeleer ouderwetsche democratie. Het leidersbeginsel verlangt, dat de leiding de beslissing treft, maar de leider wil de voeling met zijn volk niet verliezen en dat krijgt daarom de gelegenheid achteraf zijn instem ming te betuigen. En als het nu eens van deze gelegenheid, theoretisch verondersteld, door wegblijven van de stembus in grooten getale geen ge bruik zou maken Dan zou het daardoor het bewijs leveren, dat het van de nationaal- socialistische idee nog niet doordrongen is, ja, het zou daardoor een anti-nationaal- so cialistische, een revolutionnaire betooging houden, waar de regeering noodzakelijker wijs met tegenmaatregelen zou moeten rea- geeren. Alles goed en wel, maar het kabinet heeft zich toch bedacht, dat het dit zeer geringe risico, althans tegen de kans van een geslaag den propagandaveldtocht. op zich kon nemen beter dan het risico, dat het mopperaarsfront door het geheel weglaten van elke volks raadpleging zou worden vergroot. Waarom deze stemming? Waarom, dat is een tweede vraag, nu niet ineens de heele constitutie tot onderwerp van een volksstemming gemaakt? Daarop luidt het antwoord: De constitutie ligt wel gereed, maar ten opzichte van eenige niet on verschillige onderdeden, zijn toch nog geen definitieve beslissingen genomen. Wij willen als voorbeeld nu niet eens de steeds nog on besliste staatsrechtelijke positie van de joden noemen, die aanstaande 19den Augustus nog mede zullen mogen stemmen. Maar hoe is het met de eventueele opvolging van Hit- Ier? Die kan in de constitutie toch niet ont breken, als zijn positie overigens daarin is verankerd! Moet er een permanente commis sie worden aangewezen, een kiescollege, een soort keurvorstensysteem worden ingesteld? Alles nog open vragen, vandaar dan toch maar liever weer de benoeming van Hitier en niet de heele constitutie aan een referen dum onderworpen. Hierbij moet in herinnering worden ge bracht, dat onder een groot deel van het volk waarde gehecht wordt aan hetgeen wordt verteld, maar niet te controleeren is, over het bestaan van het testament van Hin denburg, waarin deze zich zou hebben uit gesproken, theoretisch voor de monarchie, practisch voor de regeering-Hifler, maar daaraan zou hebben toegevoegd de wensche- lijkheid om het voik over de kwestie van de staatsregeling te raadplegen. Zooals ge zegd, wat hiervan waar is, is geenszins te controleeren. Hitier en de rijksweer. Nog is interessant, dat over een voor de beoordeeling van deu toestand belangrijk vraagstuk twee diametraal verschillende meeningen worden verkondigd, welke mis schien bij nadere beschouwing niet zoover van elkander afstaan als het oppervlakkig schijnt. De eene meening is blijkbaar over genomen door vrijwel de geheele Engelsche pers. Wij weten dat nu de macht van de rijksweer enorm vergroot is, dat Hitier afhankelijk, ja, eigenlijk de gevangene zou zijn geworden van de rijksweerofficieren. Hoe nu?, zoo luidt de andere meening, juist het tegenovergestelde is het geval Hebben dan soms de officieren en massa hun ont- slag genomen, toen hun de nieuwe eed werd bevolen? Neen, dat is niet gebeurd, geen enkele officier heeft ontslag genomen. Niet de rijksweer is de baas van den leider ge worden, maar de leider is via von Blomberg de baas van de rijksweer en de hoogere offi cieren, aan wie men een stille oppositie toe schreef, ook zij hebben al'en zonder aarze ling den eed afgelegd. Aldus de andere mee ning. Ook wordt er nog op gewezen, dat nu te vens een gebrek aan evenwicht, al was het dan ook slechts een formeel of een schijn baar gebrek aan evenwicht tusschen de posi tie van Goering als hoofd van de politie en alle semi-politioneele strijdkrachten, en Hit- Ier is opgeheven, nu Hitier chef van de rijksweer is geworden. En hoe vat het volk dit alles op? Wie peilt het met zekerheid? Men weet, de stemming der volks wordt voor het oogenblik be- heerscht door oprecht betreuren van den dood van Hindenburg, maar is voor het overige, voor zoover het niet geldt het deel des volks, dat uit overtuiging alles bewon dert wat van boven komt, resp. heumelijk tot een tegengestelde, radicale richting behoort, over het algemeen lijdelijk, berustend of vrij wel onverschillig. Vrijdagmiddag is aan de Neudeck aanwe zige Duitsche- en buitenlandsche journalisten toegestaan het kasteel Neudeck en de sterf kamer van Hindenburg te bezoeken. De rond gang geschiedde onder leiding van Hinden- burgs tweede adjudant, ritmeester von der Schulenburg. Wij Duitschers aldus, vertelt de correspondent van het D. N. B. schreden door deze ruimten met groote bewogenheid, waardoor wij de dingen om ons heen min der waarnamen dan voelden. In dit huis is haast ieder voorwerp een getuigenis van een geweldig leven. De buitenlanders zien dat alles uit grooteren afstand. Maar zij voelen in het sterfhuis van Hindenburg wellicht voor de eerste maal in hun leven iets van den loop van het Duitsche lot en zijn heele trot- sche en tragische grootte Naast de schrijf tafel van den overledene staat onder een glazen stolp de helm van Koeninsaetz met de sporen van de kogels, die den jongen lui tenant Hindenburg tijdens den slag verwon den. Een van die kogels ligt nu op het doods bed van Hindenburg. In de bibliotheek is de kostbare eeresabel te zien, die de Japansche regeering na den oorlog den generaal-veld maarschalk als dank voor zijn ridderlijke wijze van vechten heeft aangeboden. In de zelfde kamer ligt een tapijt met de gaten van kogels uit den revolver van een inbreker, die in 1922 in de woning van Hindenburg was binnengedrongen. De veldheer was den man onverschrokken tegemoet getreden en had hem den revolver uit de hand geslagen, terwijl het schot af ging. Talrijke andere kostbare stukken zijn te zien, o.a. de eere burgerbrief van de stad Koningsbergen, op gesloten in een rol van barnsteen. In het voorportaal hangt een groot schilderij, voor stellende stormende infanterie tijdens den grooten oorlog. Dit is Hindenburg door zijn r-giment, het Oost-Pruisische 147ste regi ment infanterie aangeboden. Dan komen wij in de sterfkamer. De in druk van den grooten doode overweldigt ons. De trekken van het gelaat zijn vreedzaam; er spreekt een grootheid uit. die in den dood nog monumentaler werkt dan tijdens het le ven. Aan het hoofd- en voeteneinde staan vier officieren, die onbewegelijk de dooden- wacht houden. Hierboven spraken wij reeds over Hitler's isitie t.o.v. de rijksweer. In dit verband is et wel interessant te weten, hoe men in Engeland over de positie van Hitier denkt. De Hbld. correspondent vertelt er het vol gende van: De „Times" zegt, dat het prestige van het Nazi-regime door het in ongenade vallen en het vermoorden van zoovele zijner leiders kennelijk ernstig is geschokt, terwijl het bo vendien in het buitenland diep In discrediet is geraakt. Het blad zegt, dat Hitier thans onmiddellijk maatregelen heeft genomen om als tegenwicht voor de tot ontbinding leiden de invloeden, het algeheele gezag in eigen handen te central iseeren. De „Daily Telegraph" zegt, dat zelfs ia een wereld die gewend is geraakt aan dicta tors, zulk een concentratie van macht als Hitier thans bezit, uniek is en bedenkingen en argwaan wekt in het buitenland, voorna melijk in Weenen, maar dat het tevens den toestand in Duitschland volkomen bloot legt. Het blad zeg, dat Hitier eer het slachtoffer dan de leider der gebeurtenissen is. Hij moet thans op het geregelde leger vertrou wen en dus absoluut doen wat de militaire macht van hem verlangt. Zijn politieke pelgrimstocht heeft van de uiterste linkerzijde geleid tot het president schap, dat hem afhankelijk maakt van de leiders der rechterzijde. Het Duitsche voik zal de nieuwe regeering beoordeelen naar de wijze, waarop zij de komende crisis zal be handelen en zegt, dat Hitier thans op zijn eigen schouders den last der ontevreden heid zal laden, wanneer de regeering mocht falen. De „Manchester Guardian" zegt, dat de Duitsche heerschers van thans volleerd zijn in de kunst een plebisciet te hanteeren, maar, dat zelfs wanneei de verwachte overweldi gende meerderheid het vertrouwen in den dictator "weder uitspreekt, uoctitans een uiterst belangrijke vraag onbeantwoord blijft, welke is: Welk een vergoeding de Rijksweer als zij den eed van trouw aan den leider van het Rijk uitspreekt, zal afdwingen van haar nieuwen souverein. De „Morning Post" onthoudt zich van commentaar. De „Daily Express" zegt. da! sinds de Franschen in 1789 de feodale kete po: hel nen verbraken, de wereld niet zulk een eeuw als de huidige heeft beleefd, waarin deze huisschilder Bismarcks plaats inneemt, de e-xkorporaal van een infanterie-regiment opperbevelhebber wordt van alle Duitsche legers. De tegenstand is echter slechts tijde lijk bedwongen, het leger zal, wanneer het dat wenscht, het gezag overnemen. De „Daily Mail" zegt, dat thans Hitiers macht grooter is dan die van een Napoleon, een Cromwell ooit is geweest. Zelfs Musso- lini heeft met voorbedachten rade zijn macht ondergeschikt gemaakt aan die van de Ita- liaansche Kroon. Maar dit almacht van Hitier kan haar goede zijde hebben. Hij heeft immers den wensch uitgesproken den vrede te bewaren en hij is wijs genoeg om te erkennen, dat zonder vrede het herstel van den handel voor Duitschland en Europa on mogelijk is. De „Herald" zegt, dat Hitier thans als een gevangene van de Rijksweer moet worden beschouwd. Zijn toekomst hangt af van de vraag, in hoeverre het leger hem trouw zal blijven. De „News Chronicle" ten slotte meent, dat Hitier alles heeft gezet op een dramatische coup de main en dat zijn breken met de con stitutie vrij zeker het vertrouwen van mil- lioenen zijner landgenooten zal schokken Hitier, zegt het blad, heeft de waardigheid van een presidentschap neergehaald in de draaikolk der politiek. Een aantal anecdotes. Oppervlakkig bezien waren humor en de Duitsche Rijkspresident twee ver schijnselen, welke weinig met elkaar uit te staan hadden. Von Hindenburg was altijd terughoudend; diepe rimpels plooi den zijn voorhoofd en men kan zich nau welijks indenken, dat dit stroeve gezicht door een glimlach kon worden verhel derd. Toch beschikte hij, evenals Bis- marek, over een goede dosi6 waardee ring voor komieke gebeurtenissen. Als kind. Reeds als heel kleine jongen was hij zich van zijn mannelijkheid sterk be wust. Toen twee jaar na hem zijn broe der Otto geboren werd, en van zijn aan wezigheid zeer luidruchtig de wereld konde deed, zwierf het knaapje Paul niets op zijn gemak door de woning en bromde: „Altijd dat eeuwige kinder- gehuil!" Korten tijd later kreeg hij zijn eerste kiel en een broek, die voorzien was van zakken; het uiterlijke teeken van man nelijkheid was hem ten deel gevallen. Den geheelen dag stapte hij gelukkig in zijn eentje rond, zijn vuistjes tot aan le ellebogen in de zakken begraven en ver heugde zich: „Ik heb zakken, ik heb lek ker zakken!" Als grijsaard. Hindenburg was op den avond van zijn herverkiezing als rijkspresident als steeds om halftwaalf naar bed gegaan. Om halfacht den volgenden ochtend bracht zijn zoon hem het heugelijke nieuws. Zoo? Dan schenke God Zijn zegen hierop. Weet je, ik zal nog rustig een uurtje verder slapen. Hij draaide zich naar den muur en was meteen weer in slaap. Kalm opgenomen. Eens was hij in een onheilspellende stemming geraakt. Verschillende din gen waren niet in orde bevonden en daar generaal von Hindenburg uiterst punc tueel was, werd zijn gelaatsuitdrukking hoe langer hoe barscher. Hij was boos over het feit, dat men weinig rekening hield met den tijd, welken hij te missen had; en om den officieren een lesje te geven, ging hij op een der recruten toe en vroeg nijdig: „Hoe lang duren tien minuten?" Hm, stotterde de man verlegen, tien minuten, denk ik. Dat kan wel, bromde Hindenburg, maar weet, dat het noodzakelijk is de lengte van een tijdruimte te kunnen schatten. Kijk, ik haal mijn horloge voor den dag, jij gaat heen en weer loo- pen, en al6 je denkt, dat er tien minuten om zijn, roep je halt. De generaal voegde de daad bij het woord en de recruut zette zich in bewe ging. Op de seconde af tien minuten later riep de examinandus „Halt". Hm, zei Hindenburg, uitstekend Hoe komt het, dat je dat zoo precies weet? Ik heb op de torenklok daarginds gekeken, zei de man De generaal nam het hem niet kwalijk. Een snuggere recruut. Een anderen keer, toen de infanterie weru geïnspecteerd, was alles prachtig in orde, maar daar de sergeant-majoor vreesde voor het figuur dat Johann Stachurak, een Poolsch recruut, zou slaan, zette hij dezen onsnuggeren landsverdediger aan het einde van een klein landweggetje. De kapitein had Na Von Hindenburg's overlijden. (Dag. Overzicht). Engelsche marinestukken gesto len. (Buitenland). Planetta's verdediger gearresteerd. (Buitenland). Noodweer boven de Ver. Staten. (Buitenland). Brand in een café tijdens Amster- damsche N. S. B.-vergadering. (Bin nenland). Vreeselijke cholera-epidemie in Britsch-Indië uitgebroken. (Buiten land). (Zie verder eventueel laatste berichten 7-pere. Sedan, uit voorraad leverbaar. W. SCHMIDT, Officieele Ford Dealer, Alkmaar. genoemden sergeant-majoor bevel gegeven, voordurend met Stachurak contact te hou den, en hem tijdens de inspectie nog eenige keeren duidelijk te maken, wat hij moest zeg gen, als generaal von Hindenburg zou ko men. Dit bevel volgt de sergeant-majoor op. Hij peddelt eenige keeren op zijn dienstfiets naar Johann Stachurak en zegt: Denk er nu om, Stachurak! Is de generaal al ge weest? Nee, majoor. Eindelijk verschijnt Hindenburg. Hij werpt een goedmoedigen blik op den eenza men wachter en vraagt: Wat doe je hier zoo alleen, mijn zoon. Johann kijkt stug, blijft in de houding staan en antwoordt niets. Kan je niet antwoorden, mijn zoon. Ik ben de generaal! De generaal? repli ceert Stachurak, dan zit er wat voor je op. De sergeant-majoor heeft al drie maal naar je gevraagd! Iedereen verstijft van schrik, maar Hindenburg begint eerst te lachen en zegt dan heel ernstig: In orde, mijn zoon, zeg tegen den sergeant-majoor, dat ik voortaan cp tijd zal zijn. Niet hoovaardig. Toen de oorlog kwam, werd Hindenburg legeraanvoerder. Na zijn overwinning bij Tannenberg werd hij in heel Duitschland beroemd en populair. Op alle mogelijke ma nieren wilde men htm hulde brengen. Men vroeg hein om handteekeningen en kunste naars wilden zijn „bijzonder karakteristieken kop" vereeuwigen. Het is gek, zei de ge neraal vóór Tannenberg zag ik er net zoo uit als nu, maar niemand heeft het ge merkt. Ik had toen tijd in overvloed. Nu, na Tannenberg, merkt iedereen het, maar tot mijn spijt heb ik nu geen tijd meer. Te Lötzen werd hij door een generaal op non-actief met een bezoek vereerd. Deze heer dronk eenige glazen teveel en werd tenslotte zoo geestdriftig, dat hij bij herhaling uitriep: Uwe Excellentie is geweldig beroemd; onge woon beroemd Jawel, zei Hindenburg, ik kan er tegen, maar u schijnt er nog niet tegen te kunnen. De rijkspresident ging een jaar of zes ge leden op jacht in de buurt van Dirtramszell. Daar ontmoette hij een heel oud boertje, dat hout sprokkelde. „Goedenmiddag", zei von Hindenburg, „wel vadertje, hoe oud bent u?" „Drie-en-negentig, en u?'' „Ik ben in mijn een en-tachtigste. Ook niet zoo jong metr. hé?'" „Ach", zei net boertje, „als je een-en-tach tig bent, kun je nog van allerlei worden'.. „Veel verder dan nu, zal ik het wel niet brengen: ik ben rijkspresident". „Zoo", zei de boer, „nu, jonge man. dat is een goed baantje, dat moet je vasthou den". Toen hij commandant was van de 28ste divisie, hield hij eens op straat een recruut aan: „Zeg eens, recruut", vroeg hij. „weet je wie ik ben?" De recruut wist het en zei eerbiedig, zooals het hoorde: „Onze devie- siecommandant, Zijne Exc. luitenant-gene raal von Hindenburg". „Mooi zoo, en waar aan herken je me dan?" „Aan je bakkes", zei de recruut en Hindenburg klopte hem op den schouder. „Wat doet u eigenlijk als u nerveus bent?" vroeg op een avond een vriend aan von Hin denburg. „Dan fluit ik", antwoordde von Hinden burg. „Ik heb u nooit hooren fluiten", zeide de ander. „Ik heb ook nog nooit gefloten", ant woordde von Hindenburg. Tijdens den oorlog moet Hindenburg, die nooit een blad voor den mond nam pens bij volle rijksdagzitting bezwaren hebben g;

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 1