i üi iÊi lil
lij 0, |H|
1
B B H
BI
mt m
11
8
B
7
i
6
5
1
4
B B
3
B 11
2
1
i
m Él Jfc
4
HONIG S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor IOcL
EEN EERESCHULD.
DE BRIEF UIT HET VERLEDEN.
Cinema Americain.
CINEMA EN THEATER.
AFSCHEID WILLY CASTELLO.
Voor zijn vertrek naar
Hollywood.
fl
fl
•^JÜl
Ui#!!!
fl 3
wm
m
WM.
a
JUizz£ecu6ciek
Onze Vierde Juli-Opgave.
De cijfers 7.
De gevraagde deeling zag er als volgt
uit:
4173 2123748198 508926
20865
enscenccrd. Een prachtige evenwichtige massa-
regie.
Het verleden komt, wanneer Emerson zich in
zij.1 kamer opsloot om een eind aan zijn les en
te maken, maar een brief vindt die hem een to
taal vergeten verleden weer in herinnering
brengt.
Een verleden, dat de toeschouwer natuurh)
37248
33384
38641
37557
10849
8346
25038
25038
0
Met genoegen hebben wij geconstateerd
de groote ambitie, die er blijft bestaan
voor bet oplossen van dergelijke puzlee
Toekenning Jnliprijs.
Bij 't controleeren der lijst bleek dat
de Juliprijs a 2.50 was gewonnen door
den heer C. J. S. Ruiter, Ridderstraat 18,
alhier, met 144 p. Wij maken den win
naar tevens ons compliment voor zijn
altijd keurig verzorgde inzendingen. De
prijs is vanaf Maandag bij onze admi
nistratie af te halen. Stand der lijst
volgende week.
Onze Nienwe Opgave. (No. 1 der Au-
gus'.us-serie).
Van alles wat.
Uit de gegeven letters moeten woorden
gemaakt worden die aan de omschrij
ving voldoen. Uit de eerste letters der
6 gevonden woorden kan de naam van
een stad worden samengesteld. Welke
woorden en welke stad zijn bedoeld?
1. R.A.K.M.A.D.E.E.M.S.A. (11 letters),
bekend Noordhollandsch product.
2. Ü.L.G I U M I) E R.B (10 letters),
stad in ons land.
3. G.R.A.A N C.I.A.U. (9 letters),
Staat in Middel-Amerika.
TL.E.W.R R D.T.S.IJ.E.0 (12 letters),
heeft op het water plaats.
L O.Y.W.D O.L H.O. (9 letters),
filmcentrum.
T K.H A R E.H.C.E.0 (10 letters),
deel van één onzer provincies.
Oplossingen (2 p.) liefst zoo vroegtijdig
mogelijk, doch uiterlijk tot Vrijdag 10
Aug. 12 uur aan den Puzzle Redacteur
van de Alkmaarsche Courant.
staat op wachtgeld gesteld te worden en bo
vendien een allesbehalve innemend aan
zien heeft.
Leopold, kroonprins van Dessau, speelt
in deze film de heldenrol en overwint ten
slotte alle duistere krachten, die hem tegen
werken, vanaf den kruiperigen hofmaar
schalk van zijn moeder tot aan den keizer,
die de grootste macht heeft.
De vorstin wendt zich ten slotte tot dezen
obersten Kriegsherr met het verzoek om
Leopold van dit burgerlijk huwelijk te
doen afzien en het gevolg is dat de keizer
(Paul Hörbiger) belooft, dat de prins niet
zal trouwen met een vrouw, die minder i;i
rang is dan hij. De vorstin is gerust gesteld,
maar op den dag van het plotselinge huwe
lijk blijkt, dat de romantische keizer ce
apothekersdochter tot vorstin van Anhait
heeft verheven zoodat er van een minder
waardig huwelijk geen sprake kan zijn.
Een allergeestigste film, een film, die nog
aan de goede dagen in de oude miniatuur
vorstendommetjes van het Duitsche rijk her
innert, de vorstendommetjes, die ook in ope
rettes zoo'n alleraardigste rol kunnen spe
len. Deze nieuwe Willy Fritsch-film is zeker
waard om gezien te worden. Men kan er een
paar gezellige uurtjes bij doorbrengen.
Vooraf gaat een uitgebreide serie binnen
en buitenlandsch nieuws in beweegbaar-
geïllustreerden vorm, een mooie serie opna
men van de gebruiken in oud-Japan en een
koddige een-acter waarin een danspaar een
interessante hoofdrol vervult.
HeuilletoH
VledtrfaivhchÊ TÖ/ldfUtsid
Witte tanden en frissche adem
mee doorleeft in een reeks opeenvolgende
beelden op het witte doek.
Een geschiedenis als zoovele. De kortstondi
ge liefdes-idylle tusschen een jong meisje (Mary
Lane) en een Amerikaansch officier, Emerson,
die in den grooten oorlog naar Frankrijk trekt.
Mary's kindje wordt in het huis van haar tante
Julia te New-York geboren op den wapenstil
standsdag. Maar Jimmy Emerson herkent Mary
niet, en trouwt met Phyls zijn vroegere ver
loofde.
Dapper slaat Mary zich door het leven, ge
lukkig in haar liefde voor haar zoontje, een
aardigen boy, die de militaire kostschool be
zocht, maar diep in haar hart als haar kost
baarsten schat de liefde bewaart voor Emerson.
Eenmaal nog ziet zij hem. Op de Oudejaars
avond te midden van de uitbundige feestgan
gers in St. Regis. En weer beleeft zij haar
idylle met hem, maar Emerson blijft onkundig
van haar en hun gemeenschappelijk verleden.
Hij komt dit dan ten slotte eindelijk te weten
door den brief dien Mary hem stervend schreef,
toen zij op het punt stond eigen leven te ver
nietigen, waarmede wij dan weer, bijna zonder
overgang, in het heden zijn beland.
Zoo is „De Brief uit het verleden" in de eerste
plaats wel een zeer sterke speelfilm, die vooral
aan Margaret Sillyvan in de rol van Mary als
een John Boles in die van Emerson gelegenheid
geeft tot uitmuntend spel en tegenspel en ont
roerende momenten. Voorts vinden niet alleen
de andere hoofdfiguren uitstekende vertolkers
maar ook de figuratie is tot in details prachtig
verzorgd.
De groote verdienste van deze film is, dat
een niet nieuw gegeven de ongehuwde moe
der in oorlogstijd tot een film verwerkt is,
die met vermijding van valsch sentiment en
valsch pathos, in strakke, sobere lijnen het
leed en tevens den dapperen strijd van deze
moeder suggereert, niet het minst door het
spel van Margaret Sullyvan.
Zooals gezegd: een sterke speelfilm, vol ont
roerende scènes, boeiend in hooge mate en van
het begin tot het eind binnen de grenzen van
den goeden smaak.
Nr dezen lofzang op het hoofdnummer, zou
het voorprogramma eenigermate op den ach
tergrond komen en dat is niet onze bedoeling.
Immers, het binnen- en buitenlandsch nieuws
(Fox en Profilti) is hoogst interessant, terwijl
verder een kort In memoriam wijlen Prins Hen
drik en een klucht van Lupino Lane „De brand
weerman" er het hunne toe bijdragen, om het
geheel zoo aantrekkelijk mogelijk te maken.
„De Brief uit het Verleden" speelt in heden
en verleden beide, zelfs in het verleden in
hoofdzaak en toch is er één harmonisch geheel
verkregen.
Het heden is de geweldige beursdébacle in
New-York in 1929, waarbij fortuinen verloren
gingen en de beelden die we krijgen van de
onbeschrijfelijke emoties aan de beurs zoowel
als bij de gasten in de vorstelijke woning van
bankier Emerson, die allen geruïneerd zijn, zijn
fel suggestief en artistiek bijzonder mooi ge-
Het Weekblad dezer week geeft o.m. Sche-
veningsche kroniek, waarin gesproken wordt
over de zee, het strand en de duinen, 'n arti
kei over Pestalozzi, 'n bijschrift bij het por
tret van den onlangs overleden filmster Ma-
rie Dressler, nieuws uit de Studio's. Amster-
damsche kroniek (gezelschap Herman Bou-
ber; als steeds vele fraai uitgevoerde por
fretten, o.a. van Jacques van Hoven, de di
recteur van het Rika Hopper-theater, Brigiüe
Helm, Kay Francis, die binnenkort met
Maurice Chevalier in het huwelijk treedt,
enz.
Na een afzonderlijke nachtvoorstelling in het
Studio-theater, waar als hoofdfilm gegeven
we-d Le Chant des Marins, een voortreffelijke
Fransche film waarin hij, zij het in een zeer on
dergeschikt rolletje, debuteerde als film-artist
heeft Willy Castello voor zijn vertrek naar
Hollywood afscheid genomen van een aantal
dergenen onder het Haagsche publiek, die hem
om zijn rol in „De Jantjes" hebben bewonderd,
Willy Castello hield een vriendelijk cause
rietje, de directeur van het Studio-Theater
sprak hem in waardeerende bewoordingen toe
en er werd een overvloed van bloemstukken
aangeboden, waaronder een van de collega's uit
„De Jantjes", die door werkzaamheden verhin
derd waren, aanwezig te zijn.
De zaal was goed bezet.
ter
Qumcu&ciek
Aan de Dammersl
Ia onze vorige rubriek gaven wij
oplossing probleem 1340.
Zw 9 sch op: 2, 6, 8. 9, 10, 12, 14. 18, 19
W. 10 sch. op: 11, 23, 27, 28, 29, 31, 3"~,
38. 40, 42.
Oplossing.
1. 42-37 1. 6:17
2. 27—22 2. 18 36
3. 29—24 3. 19 30
4 23-18 4. 12 23
5. 28 19 5. 14 23
6. 37—31 6. 36:27
7. 32: 5!
Uit de partij.
In een partij, de vorig® week in Alk
maar gespeeld, kwam het tot onder
staande positie:
Zw 6 sch. op: 2, 10, 20, 25, 26, 32 en
dam op 17.
W 7 sch op: 27, 34, 38. 39. 40, 44, 49
In onze volgende rubriek geven wij de
oplossing van dit niet moeilijke, maar
zeer aardige probleem.
18/20,
32,
Zw. 15 sch. op: 2, 3, 6, 8, 11/16,
93 24'
W. 16 sch. op: 26, 27, 28, 30, 31,
35/39, 42, 43, 45, 47, 48.
Zwart was reeds door ondoordacht
achterloopen een schijf achter geraakt.
Hij was nu aan den zet en zag in 20—2o
geen gevaar. Maar wit (de heer P. J-
Waiboer) won als volgt een tweede
schijf en daarmee de partij.
1. 39—33 1. 25 34
2. 27—22 2. 18 27
3. 32 :21 3. 23:41
4. 21—17! 5. 12:21
5. 2f 17 5. 11 22
6. 42—37 6. 41 32
7. 38 40 (6 sch.)
De volgende stand verdient ook
aandacht.
uw
W/. wfuv. W777T//
pp gp^ in
n
«aasg «gap MM.
Zw. 8 sch op: 4, 7, 9, 14, 17, 18, 19, 25
W. 8 sch. op: 20, 28, 33, 38, 39, 47,
48. 49.
Zwart is aan zet en speelt 2530? Wit
vervolgt met:
1. 28—22 1. 18 27 gedw.
2. 39—34 2. 30 28
3. 38—32 3.28 37 of 27 38
4. 47—42 of 48—42 4. 14 25
5. 42: 2!
Ter oplossing voor deze week:
Probleem 1341 van M. J. Belinfante
((A'dam).
JihaakcuBcieft
Oplossing tweezet 503.
Pa6b4.
Probleem 504.
Dr. J J. O'eefe.
m
m Be
Bni
i W
a b
Tweezet.
e
f 8
Eindspel 790.
N. Grigoriew.
abtdefgh
Wit speelt en maakt remise.
Stand Wit Kc7 Ph8 2.
Zwart Kc3 p. h4 2.
Oplossing 1 Pf7! h3 2. Pg5! (niet 2.
Pd66 wegens Kd3! 3. Pf5 Ke2 4. Pg3f
Kf2 en zwart wint)
2h2 3. Pe4f Kd4 (of a) 4. Pf2! (en
de zwarte K. kan niet naderen zonder
schaak en winst van pion h2)
a 3Kc2 4. Pg3! Kdl 5. Kd6 Kei
6. Ke5 4. Kf2 7. Kf4 en Remise.
Eindspel 791.
J. Brevew.
8
3
m
WB,
m,
m,
H
m
abcdefgh
Wit 6peelt en houdt remise.
Stand: Wit Kg3 Pf8 2.
Zwart: Kg5 La7 p. f6 en g4 4.
Oplossing:
1. Ph7f Kf5. 2. Pf6. Lb8f 3. Kh4 g3.
Ph5. (niet 4. Pd5 Ke4 5. Pc3f Kd3 6. Pdl
Kd2 enz.) 4g2 5. Pg3f Lg3 (anders
Pe2) 6. Kh3 glD! pat.
Eindspel 792.
T
c 3 f
I. Schostak.
Wit speelt en wint.
Stand: Wit Kh8 Pa3 p. h7 i fi
Zwart Ke8 La5 =2. H1
Oplossing: 1. Kg8. Lc3 2. Pc7 Ka? r
dwongen na 2Ke7 3 lg*-
Kd8 3 Pe6 en 4 Pg7.) T en n*
3. Pd5 L. zet. 4. Kf7, (dreigt p«*
Lh8. 5. Pf4 Lb2 6. Kf8, (niet 6 Ph?r
7. Kg8 Ke8! 8 Pf7 Ke7 remise) j
Ph5 Lh8 9. Pg7 Kd8 9. Kf7 Kd7 in i. 7'
Kd6 11. Pf4 Kd7 10 Pe6! Kd6 U
12. Kg8 Ke8 (Lal 13. Ph5) 13. p\£
14 Pg7 Kf6 17. Pe6 en wint. b Ke?
n de He ronde van 't ZuHcher m
tertournooi moest Euwe Bernstein
kamper
Hij moest zorgen geen enkele van
vier nog restende partijen te verlig
Immers Flohr had één punt en Booü?'
jubovv en Aljechine V, punt meer
hij. De 4e plaats is niet naar Euwe'g
hij wil volgend jaar immers met\u
chine om de titel van wereldkamryPw
strijden. Hij heeft zich dan ook voo»
nomen niets te riskeeren en zeer schflt
op winst te spelen.
Jammer, dat hij de eerste partij
Lasker verloor. ™*B
Heeft hij den ouden man (65 jaar)
derschat en hiervan de wrange vruchtT
geplukt, als eertijds in Folkestone w'
Miss Menchik? Dat het Euwe f/v?"
trouwd is een goede partij t# Zr
blijkt uit deze, waar Bernstein «Zj.
voet aan de grond' 'kreeg.
Wit: Bernstein. Zw. Euwe.
Oost-Indisch.
1. d4 Pf6 2. Pf3 g6 3. c4 Lg7 4. PC3 e.
5. Lf4 d6 6. Dd2. (Wit heeft zich als pS
gesteld aan te toonen, dat zwart
opening heeft gekozen, die niet tot di
beste verdedigingen behoort. Hij tncht
nu door Lh6 de gefianchetteerde L
te ruilen en dan later van ,,'t gat" o»
g7 te profiteeren. Zwart belet die poghj»
door Te8 te spelen en dan na Lh6 y»
wit te antwoorden met Lh8) 6TeS
7. h3. Pc6. 8. Tadl. (Wit verzuimt tot zij-
schade zijn rochade te bewerkstellig
en had zijn damevleugel beter moet*
verzorgen) 8Lf5. 9. d5 e5U (Hier
neemt zwart al 't initiatief. Door 9.
Pb8. 10Pd7 zou hij moeilijk tot e6
kunnen geraken, daar zijn Lf5 dan in j
gedrang komt terwijl Pb4 beantwoord
wordt met 10. e4! en wit heeft 't goede
spel.)
10. Lg5 Pe7. 11 Ph4 (nog steeds ver
zuimt wit zijn stelling te verzekeren,
wat hij heel gemakkelijk had gekund
door 11. Lf6 Lf6 12. e4)
11Pe4 12. Pe4 Le4 13. De3 (Hier-
door krijgt Euwe gelegenheid zijn beide
Loopers te houden)
13Lc2 14 Tel La4 15. b3 Ld7 16.
Df3? (Wat een zet. Wil hij Lf6 spelen?)'
17. h6 18. Le7 (na 18. Lf6 volgt e4 en
dan is goede raad duur want stukverlies
is dan niet meer te voorkomen b.v. 18.
Lf6 c4 19. Df4 g5 enz. Maar ook 18 LdJ
is onjuist wegens g5 en 't paard heeft
geen vluchveld meer.)
18De7. (Men ziet nu duideliji
dat zwart een veel beter spel heeft dar
wit. mmers hij heeft le „de beide Loop
pers"; 2e. Wit heeft een slecht gepr
teerd Paard en een idem Dame; 3e tt.
is nog lang niet ontwikkeld. Dit zijn ge
noeg voordeelen voor zwart om te win
nen). 19. g3. (gedwongen om 't paard w
redden) e4. 19. De3 c6 20. dc6 bc6. 21. Dd2
d5. (Euwe wil de lijnen openen om vu
de slechte stelling van wit gauwer partij
te trekken) 22. e3. (om dc4 met Lc4 er
daarna 0—0 te beantwoorden) 22. dl
pionnen offeren om de witte stelling t«
verslechteren; na 23. ed4 volgt e3!) 3.
Pg2. d3 (nu is de witte stelling geblok
keerd) 24. Pf4 a5 (Om met a4 de iame-
vleugel te ontredderen) 25. f3 fó '26. i\4
(g5 moet voorkomen worden) 26
a4 27. fe4 ab3 (dreigt Ta2) 28. ab3 fe4 29
Lg2. (De stelling is veel te precailr m
Pg6 te spelen) 29Ta3 30. 0—0 KM
31. Tbl Lg4 32. c5 (Wit weet niet meer
wat te doen en tracht tegenaanval k
krijgen door een aanval op g6
32Dc5 33. Tel en 34. Tc6.)
32Dc5 33. Tfcl Da7 34. Tc6 Tid
(Nu komt de zwarte T. in wits spel, *>t
doodelijk is) 35. Tc7 Dc7 36. Da2 Del
(Ruilt wit hier af dan komt na 37 De-
dc2 38. Tel Ldl en 39Lb2) 3f. D®
(om nog een schijn van kans te krijg®
offert wit een toren) 37Dblf
had wit evengoed kunnen opgeven) 4;
Kh2 Lf5. 39. g4 Dal. 40. Dc6 Tc8 41. W
Lg4 (Wit moest van de 6e lijn af) «J
d2 43. De4 11D 44. Dg6f Kh8 45. Del D®
pent het paard en dwingt tot afruil
geeft op. Wel wat laat. Hij is een da®
en een Toren achter. (Vrij naar de H
Naar het Engelsch van Dorothea Gerard.
8)
Onder de andere gasten mag ik niet ver
zuimen melding te maken van den dokter en
zijn vrouw, die in Zloczek wonen, de plaats
met een postkantoor, een paar, dat al heel
slecht bij elkaar past: hij zwaar en al wat
ouder, met een gelaat even grof van vorm
als van trekken; zij op z'n minst twintig jaar
jonger en zoo knap als haar man leelijk is,
met donkere oogen, een frissche kleur en
levendig en tierig als een vogeltje, opzichtig
gekleed, uitermate spraakzaam, bijna be
nauwend voorkomend en bijzonder wuft, zóó,
dat zij er zelve voor uitkwam met de zeer
openhartig gesproken verklaringen: „het
lukt mij maar niet om zoo ernstig te zijn als
andere menschen, „maar ik beweer ook niet,
hoor, dat ik om iets anders geef dan om
mijn genoegen". Het was ook met heel veel
moeite dat ik ontkwam aan haar ultra-be
leefde dienstaanbiedingen, want zij scheen
eenmaal dol gesteld op mijn gezelschap; mo
gelijk ook was ze enkel nieuwsgierig hoe een
Engelsche er uitzag, van nabij bekeken. Met
smeekend handgebaar drong ze, of ik haar
toch als-je-blieft mijn boodschappen wilde
laten doen in Zloczek, terwijl ze er in één
adem op liet volgen, da.t er niets goeds te
krijgen was; als ik soms briefpapier of elas
tiek noodig had, dan hoefde ik naar slechts
een enkel woordje te schrijven en onmiddel
lijk zou ze er al haar bezigheden voor in den
steek laten, om mij ter wille te zijn. Toen ik
haar zei, dat ik beide artikelen in voldoende
mate bezat, scheen ze ontroostbaar. Had
ik dan misschien naalden of garen noodig?
Neen? Kon zij volstrekt niets voor mij doen?
Nu, dan moest ik haar tenminste beloven dat
ik haar kwam opzoeken en dat ze mij haar
kinderen eens mocht laten zien.
Het klinkt te overdieven, om waar te kun
nen zijn en toch is het zoo. Honderd tegen
één, dat ze er nog aan gedacht zou hebben
als ik haar verzocht had elastiek mee te
brengen, of dat ze mij het juiste nummer van
garen zou hebben gehaald, als ik haar een
bestelling" had gedaan maar dat doet
niets af aan het vriendelijke van het aanbod
Er staan meer portretten geschilderd in
dienzelfden brief, maar ik heb enkel uitge
kozen die van personen, die, later althans,
eenige rol speelden in de geschiedenis, die ik
beschrijf; de andere voor het meerendeel
jongelui met gladgeschoren gezichten, prach-
tig-verzorgde handen en wat al te verfijn
de manieren, sommigen vergezeld van een
moeder of zuster, deden niet anders dienst
dan als figuranten.
Ondanks den wijden kring van jongelui
en ondanks het feit, dat ieder van hen de
plaats naast Jadwiga trachtte te bemachti
gen, duurde het niet lang of ik had haar
beide ernstige pretendenten ontdekt, van wie
Anulka al gesproken had op den dag, dat ik
daar kwam. Dat een van hen de blonde
sprookjesprins was, had ik al heel gauw
vermoed: die smeltende uitdrukking in zijn
bruine oogen was te veelzeggend geweest,
maar of zijn mededinger ook tegenwoordig
was, dit had ik niet zoo vlug ontdekt.
Eerst nadat wij van tafel waren opgestaan
en de gewone begroeting aan de gastvrouw
in vollen gang waren, viel mijn aandacht op
den schralen, armoedige gekleeden jongen
man, dien ik zooeven al heb vermeld. Zijn
beurt was gekomen om Jadwiga de hand te
kussen. Hij was de laatste van de rij zwart-
jassen, die zich naar den salon begaven.
Bij toeval keek ik zijn kant uit en zag, hoe
hij op het oogenblik, dat hij haar hand vatte,
kalm en vastberaden den handschoen wat
terugschoot, dien zij reeds bezig was aan te
trekken en hoe hij haar dus op den ontbloo-
ten pols den gebruikelijken groet bracht. Was
dit onhandig gedaan, dan zou het een onbe
schaamdheid hebben geleken, maar de eerbie
dige stoutmoedigheid, waarmede dit gebaar
nu geschiedde, deed het zelfs genade vinden
in Jadwiga's oogen, ofschoon ze even bloosde
en haar best deed verstoord te kijken Nu viel
het mij ook weer in, dat die donkere, magere
man mijn vis-a-vis aan tafel nagenoeg
zwijgend had aangezeten en dat zijn blik
herhaaldelijk den kant uitgedwaald was,
waar Jadwiga zat met den blonden prins
naast zich. Van dat oogenblik af ging ik hem
nauwkeuriger gade-laan: als pretendent toch
van Jadwiga wekte hij natuurlijk mijn
grootste belangstelling.
In den ruimen salon stonden de speelta
feltjes klaar, een vreemd gezicht voor mijn
Engelsche oogen, bij volle daglicht en op
den Zondag, maar voor ieder ander heel na
tuurlijk, haast onvermijdelijk.
Terwijl de koffie werd rondgediend, begon
nen de oudere heeren een paitijtje samen te
stellen en dit kostte hun niet veel moeite,
want de jongelui hier te lande houden even.
zeer van kaarten als van flirten en rooken
Op dat oogenbiik waren bijna alle aanwezi
ge heeren en verscheidene van de dames be.
zig een sigaret te rollen. Zoowat de eenige
gast, die er niet aan deed, was Krysztof
Malewicz, mijn vis-a-vis aan tafel wiens
naam ik nu voor het eerst hoorde. Hij stom
tegen den muur geleund, niet ver van he
plekje, dat ik mij gekozen had, toen Jadwiga
die er in haar rol van waarnemend gast
vrouw toch voor zorgen moest, dat ieder
zich aangenaam bezig hield, op ons toetrac
en dringend zei:
„O, Pan Malewicz, zoudt u niet van de
partij willen zijn aan het tafeltje van Pan
Barnowiski? Ze komen er daar één te kort"
„Ik speel nooit", antwoordde Malewicz
niet zonder eenige hoogmoedige verrassing
„Dat weet u toch?"
„Ja, dat weet ik, maar voor vandaag dan
misschien?"
„Onmogelijk!" zei hij -vrij kort.
„Zelfs als ik het u vraag?"
En ik moet zeggen dal zij een onweerstaan
baar-smeekende uitdrukking in de oogeu
had, want zelfs de minst wufte Poolscb
toch een coquette in haar hart. Maar
schoon ziji. mond trilde, antwoordde nij
der aarzelen; k
„Zelfs als u het mij vraagt" en keek 9
daarbij aan met vasten, maar, naar hn
leek, droeven blik.
Ongeduldig haalde zij de schouders op
ging, maar was na enkele minuten terug-
„Ik heb iemand gevonden, dus zal
niet meer lastig vallen, maar^ als u
speelt, wat gaat u dan doen?" pj
Een Poolsche gastvrouw namelijk
haar gasten nooit aan hun lot over.
„Wat gaat u doen?", luidde zijn
vraag en hij keek haar doordringen
met zijn donkere oogen. vcial
„Ik ga zoo dadelijk .piano «I*^n-el)facW
mir heeft die mazurka voor mi] me ^ujjtffen
waar hij zoo mee dweept. LJ kunt
als u niets beters heelt te doen
geeft niet om muziek, is 't wel' flf
Ik heb nooit gezegd, dat ik n ofl0Oo-
ziek geef", antwoordde hij
digen nadruk, „maar enkel dat ik -j
voor een weeldeartikel houd
„Nu, de Zendag is immers ee
luxeueuse gepietjngen, nietwaar-
„Gaat Wladimir ook luisteren1",^#;
„Natuurlijk. Hij was het nog M
iek voor mij heeft meegebim
ipuff \WP1 allprp^rcf" het TCCnt
ziek
heeft wel allereerst het recht
„Dan denk ik, dat ik een
luisteren zal op den keer, a
ik er het recht toe heb"^ytfVI
andere"..
ylfldt'