Jeuilieto JLidiopcogtamma HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor IOcL Qetneeniecadeti De groote droogte in Amerika. EEN EERESCHULD. De verplichte arbitrage in sociale conflicten. Te veel land ontgonnen in vroeger jaren. De run naar het platteland. Te veel bosschen opgeruimd. Omkeer na den oorlog Nu nog de droogte! Donderdag 9 Augustus. HILVERSUM, 1875 M- (AVRO- uitz.1 8,— Gr.pl 10.— Morgen, wijding. 10.15 Gr.pl. 10.30 Het Ensemble Rentmeester. In de pauze voordracht door W. Hunsche. 12.— Het Omroeporkest olv. N. Treep 2.15 Kamermuziek door het Piano kwartet „Die Haghe". 3.-3.45 Gr. pl- 4.Voor zieken en ouden van dagen. 4.30 Zang door mevr. Toby —v. d. Brink. 5.Voor grootere kinderen. 5.30 Kovacs Lajos en zijn orkest. 6.30 Sportpraatje H. Hol lander. 7.Kovacs Lajos en zijn orkest, hierna P. Marée: Een blik sembezoek aan New Yorksche theaters. 8.Vaz Dias. 8.05 Uit „Scala", den Haag: Eerste deel van de revue „Dat zou je wel willen" van J. van Tol .a. Dirigent: J. Susan. 10.Omroeporkest olv. N. Treep, mmv. mevr. M. Condoo Kerdijk, alt. 11.— Vaz Dias. 11.10 —12.— Gramofoonplaten. HUIZEN, 301 M. (8.—10.— en 11-2.— KRO, de NCRV van 10.—11 €n 2.—11.30 uur). 8.— 9.15 en 10.— Gr.pl. 10.15 Morgen dienst o. 1. v. ds. W. J. Manger. 10.45 Gr.pl. 11.— Gr.pl. 11.30 Godsd. halfuur. 12.15 Schlagermu- ziek en gr.pl. 4.Bijbellezing door ds. A. van Kooten, mmv. J. H. H. Smit Duyzentkunst, bariton en orgel. 5— Vioolrecital Jo Hekster mmv. N. StodelKinsbergen, piano. 5.30 Zang H. Hülsman, bas, mmv. mevr. R. A. v. d. Horst—Bleekrode, piano. 6.15 Vervolg vioolrecital. 643—7.Causerie. 7.15 Gr.pl. 7.30 Weekoverzicht. 8.— Haarlem- sche Orkestvereen. olv. F. Schuur- man. 8.30 Lezing dr. L. Onvlee. 9 15 Vervolg concert. (Om 10.— Vaz Dias). 10.45—11.30 Gr.pl. KALUNDBORO, 1261 M. 1220 ROME, 421 M. 8.25 Gr.pl. 9.05 Symphonieconcert, mmv. solisten, koor en orkest. Na afloop tot 11.20 Lichte muziek. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.: DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 4 20 Zie Keulen. 10.50 en GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Huizen. Lijn 3: Lond. Reg. 10.35 „U spreekt hiermee tegenover mij uw dank uit, dat ik bij u gebleven ben? Geloof mij, dit was mij een genoegen!" En tot mijn niet ge ringe verrassing nam hij mijn hand en kuste BERGEN. (Van onzen correspondent). Washington deelt vandaag mee, dat er niet minder dan 1.600.000 menschen op het plat teland in het Westen door de regeering on derhouden worden, tengevolge van de aan houdende droogte, die al eenige weken gele den den omvang van een nationale ramp heeft aangenomen. Het merkwaardige van het geval is, dat de klacht over voortdurende droogte ook vanuit Europa gehoord wordt Maar de gevolgen daar schijnen niet zoo ka- tastrophaal te zijn als hier, hetgeen een kleine verklaring verdient. Dat een aantal menschen, die ongeveer een vijfde van de heele bevolking van ons land uitmaken, op het moment vrijwel tot den bedelstaf zijn te ruggebracht in den zin, dat hun dagelijk- sche levensonderhoud en het voederen van hun dieren door de regeering betaald moet worden is niet alleen het gevolg van de droogte, maar ook van een serie maatrege len en landbouwpractijken over de laatste tientallen jaren, waarvan nu eindelijk het groote bezwaar wordt ingezien. Geheel overeenkomstig den geest van het jonge, vooruitstrevende Amerika werd ruim twintig jaar geleden aangemoedigd, dat het platteland zichzelf meer zou bedruipen en van de enorme nog braak liggende terreinen zou gebruik maken. Het „Go West, young man!" van Horace Greeley kreeg pas betee- kenis voor den landbouw aan het eind van de vorige en het begin van deze eeuw. Ein deloos lagen de vlakten en heuvels, de gras landen en het nog met bosschen bedekte bouwland te wachten op nijvere handen, die er hun brood zouden komen verdienen. Ar- gentijnsch vleesch en graan werd geïmpor teerd en in de winkels verkocht. Waarom niet voor eigen productie gezorgd? En duizen den, tienduizenden kwamen uit de vlakten van Polen, Italië, Rusland en elders, stapten in New-York aan wal en reisden zonder een oogenblik te talmen westwaarts naar Kanasa en Arkansas, naar North en South Dakota, waar massa's begonnen met een plaggenhut te bouwen en wier nakomelingen nu in mooie huizen zitten. De mogelijkheden waren gren zeloos. Een man, die met een paar are begon liet zijn kinderen letterlijk tien duizenc' hect are achter. Dat alles was in den tijd, toen Amerika nog het sprookjesland was van hard werken en zonder twijfel rijk worden Die jaren brachten ook de verdere ontwik keling van automobielen en landbouwmachi nes, die alleen het werk deden van ettelijke tientallen mannen, onverschillig of het piot gen dan wel zaaien of oogsten betrof. En aangezien de horizont zich naar alle vier windstreken eindeloos bleef uitstrekken, aan gezien er nog altijd nieuw land te vinden was en de vraag naar inheemsche producten grooter werd, bleven de boeren zonder op houden hun terreinen uitbreiden. Tegenwoor dig is daar allemaal verandering in ge bracht, maar in die jaren was de regeerings- voorlichtingsdienst aan de boeren no niet op dien technisch perfecten voet van nu en 't gevolg was, dat deze hardwerkende, spaar zame Zweden en Duitschers, die wel den bo dem goed konden bewerken, maar geen idee hadden van de onontkoombare natuurwet ten, die nu eenmaal niet met zich laten spot ten, steeds meer grond ontgonnen. Amerika lijdt op het oogenblik aan een enorme ontbossching, zóó sterk, dat een on- der deel-"van Roosevelt's programma der zoo genaamde COC werklui is, om nieuwe be- bossching en beplanting met jonge boomen op groote schaai gedaan te krijgen. En zelfs een beginnend geoloog weet, dat bosschen een eerste vereischte zijn voor een normalen regenval. Wat al die duizenden farmers in de laatste halve eeuw gedaan hebben, is bos schen opruimen met bijl en dynamiet zon der er iets voor in de plaats te geven dan velden vol graan, velden vol katoen, zoo ver het oog reikt! Zij gingen nog verder in hun blinden ijver om maar groncf en meer grond geschikt te maken voor productie, onver schillig of het voor bebouwing dan wel voor grasland was. Moerassen werden droogge legd en riviertjes in een harnas van dijken gedwongen om maar zoo gauw mogelijk het water weg te voeren, waarbij dan gerekend werd op den overvloedigen sneeuwval in den winter en het normale regenweer voor de rest van het jaar Toen vloog twintig jaar geleden de we- Naar het Engelsch van Dorothea Gerard. 11) „Op Woensdag kan ik mijn knollen nog niet allemaal binnen hebben", zei hij, na een oogenblik overlegd te hebbej. „En u alleen op den oever achterla ten? Zeker niet! U heeft zooeven ge zegd, dat dit vreeselijk saai zou zijn. Maakt u maar gauw weer, dat u uw plaats in neemt; uw vrienden zijn op het punt af te stooten". Met een blik naar de vertrekkende booten wendde hij zich vastbesloten tot mij: „Nu er toch geen plaats is voor ons bei den, blijf ik ook. Het zou mij al mijn genoe gen benemen, als ik dacht, hoe u nier zoo alleen zat op dien vermolmden wilg". Ik keek ongeloovig naar hem, maar zag tot mijn verrassing, dat hij ook waarlijk meende wat hij zei. Zooals ik hem later heb leeren kennen, geloof ik inderdaad, dat het een sterke rem op zijn genoegen zou zijn ge weest als hij geweten had, dat iemand oj den oever zien eenzaam voelde. Er is een soort menschen en zij behooren ongetwij feld tot de beminnenswaardigste die zien nooit echt amuseeren kunnen, tenzij ze weten, dat ieder ander zich ook vermaakt. „Er mag dan voor u geen plaats zijn in de boot, voor mij wel op dezen stam!" zei hij vroolijk en zonder verder verlof af te wach ten ging hij naast mij zitten Dit deed met zoo'n jongensachtige bevalligheid, hij het reld in brand en direct steeg de vraag naar meer voedsel: er kon niet genoeg graan ge bouwd worden en vee geslacht om aan de aanvragen der geallieerden en later van het land zelf te voldoen. De jaren 1914 tot 1919 zijn van enorme beteekenis voor de Ameri- kaansche boeren geweest, niet alleen omdat zij geld als water verdienden, maar omdat zij door een hoogst abnormalen toestand in de wereld gestijfd werden in hun verkeerde opvattingen van roekeloos verder de natuur te schenden om die productief voor het menschdom te maken. En nood gedwongen werden zij van hoogerhand hierin aange moedigd; destijds gold het motto „Wheat will win the war" of graan zal den oorlog winnen. En met behulp van de modernste landbouwwerktuigen werd meer en meer grond ondergeploegd en verdwenen de bos schen zienderoogen. Kan de lezer zich voor stellen een heelen dag in den trein te zitten en niets, maar dan ook niets anders dan tarwevelden links en rechts te zien? Dat gaat op voor maïs, voor katoen, voor alle landbouwproducten in Amerika. Toen de vrede geteekend was, daalden de prijzen fabelachtig snel, maar de farmers waren ervan overtuigd, dat de wereld moest i>lijven eten op dezelfde schaal en zij bleven even hard verbouwen. Tot zij na eenige jaren tot de ontdekking kwamen, dat er iets aan den internationalen handel haperde, want dat zij met een geweldig overschot bleven zitten, dat niet eens de kosten van transport waard was. Om maar een klein voorbeeld te noemen: ons land, dat bijna de heele benoodigde hoeveelheid buitenlandsch graan uit Amerika betrokken had en dat door tarieven en invoerrestricties van Hol- landsche producten in Amerika benadeeld werd, had de klandizie voor tarwe aan Ca nada gegeven. En zoo waren er meer. In de jaren 1922 en 1923 begonnen de farmers tot bezinning te komen en in te zien, dat de gouden oorlogsjaren niet eeuwig zouden duren, maar in elk geval konden zij er zich nog door heen slaan, omdat het heele land langzaam maar zeker voorspoediger werd en het geld bleef rollen. Tot 1929! Want wat daarop gevolgd is, mag men gerust een der zwartste bladzijden in de Amerikaansche geschiedenis noemen. En die het hardst moesten lijden was de boerenstand, aange zien die nog maar eenige jaren te voren tot algemeene en groote welvaart was geko men. In Washington gaf men er zich reken schap van, dat ten slotte niet de groote ste den het voornaamste deel van de bevolking uitmaken, noch dat men van de groote steden leven kan. Het platteland is de groote Ame rikaansche ruggegraat en dadelijk werden alle middelen te baat genomen om de far mers de helpende hand toe te steken. Boven dien werd hen onder het oog gebracht, dat zij nu eens moesten ophouden met nog meer grond productief te maken integendeel het was hard noodig, dat zij minder bebouwden en nu onder de NRA is het zoover gekomen, dat zij betaald worden voor het laten braak liggen. Een methode, die in ons kleine land met schouderophalen bezien wordt, maar die alleen maar nuttig en noodig is, waar het zulk een enorme oppervlakte betreft als de V.S. Verder werden de boeren er op gewezen, dat zij met specialiseeren niet verder kwa men, dat het geen zin had om elke vierkante centimeter grond met maïs te bebouwen, maar dat zij voor hun eigen levensonder houd ook groente, vee e.d. op hun land moes ten hebben, ten einde de simpelste voeding zelf te kunnen opbrengen en niet van de krui denier en baar geld te moeten afhangen iets, waar de Amerikaansche boeren altijd in te kort geschoten zijn. Het vorige jaar was al erg droog, dezen winter bleef de normale zware sneeuwval in het middelwesten uit en dezen zomer heeft het nog geen druppel geregend. Nu is de ramp er in vollen omvang! De bodem, die kunstmatig sinds jaren ontdaan is van alles wat maar vocht bevat, de afwezigheid van bosschen en de koperen hemel hebben ge maakt, dat streken zoo groot als onze pro vincie Utrecht herschapen zijn in een Sahara Niet bij wijze van beeldspraak, maar letter lijk! Geweldige windstormen hebben de bovenste laag grond losgewoeld en wegge stoven als in onze duinen pleegt te gebeu ren, wanneer er geen helm geplant is. Het jonge koren, dat tegen watergebrek moest worstelen in het begin van den zomer, is losgewroet en weggewaaid, landstreken zijn geheel van uiterlijk veranderd en de groc'* vraag is hoe dit allemaal weer vlug tereent moet komen? Eenige weken geleden kwam er zoo'n „stofstorm" tot in deze stad, waai het midden op den dag ging schemeren en de lantarens aan moesten; stofdeeltjes me vroegere vruchtbaren bouwgrond gevormd hadden, werden nu over duizend kilometer naar zee geblazen. Het vee is er nog het ergst aan toe, geen water en geen gras: zoo veel mogelijk worden de broodmagere dieren voor een klein bedrag door de regeenng opgekocht om geslacht te worden in Un- cago waar de koelkamers als opgepropt zitten. In hoeverre deze droogte een geluk bij een ongeluk is, zullen we nog moeten afwachten Niemand kan ontkennen, dat we een jaar geleden van alles te veel hadden, dat over productie een belangrijke fout in het econo mische systeem van Amerika was. Vandaar de NRA, die katoen liet oirderploegen en jonge biggen liet afmaken. Maar hadden we toen een weerprofeet gehad, waaraan men werkelijk geloof kon hechten, dan waren er misschien niet zulke verregaande maatrege len genomen. Niet dat de droogte ook maar eenigszins gevaar voor hongersnood laat duchten, maar het had een massa geld ge spaard! De verhalen van ooggetuigen uit die totaal verdorde streken zijn van schrijnende tragiek, maar het ingeboren optimisme en de traditie van niet te versagen nu de regeering meewerkt, maken de toekomst niet te don ker. Het zal aan velen wellicht ontgaan zijn, dat onze nieuwe minister van economische zaken in zijn korte ambtsperiode reeds een nieuw element in onze sociale verhoudingen heeft weten te brengen. Wij hebben hierbij het oog op de toepassing van art. 1 van de crisis-organisatiebeschikking 1934 II, waar bij de mogelijkheid van verplichte arbitrage in sociale conflicten in het landbouwbedrijf geopend-werd. Deze mogelijkheid is nu tot werkelijkh&id geworden. Het zijn de Zuidhollandsche en Zeeuwsche eilanden geweest aan wie deze eer te beurt is gevallen. Ongetwijfeld is hiermede een nieuwe fase in den socialen strijd bereikt, al kan de draagwijdte daarvan momenteel niet over zien worden. De crisis heeft veel kwaads op haar gewe ten, doch zij blijkt desondanks onmisbaar in de voortschrijdende ontwikkeling. Dat is ook merkbaar bij dit kleine onderdeel. Met de crisiswetten in de hand en met de inhouding van den steun als stok achter de deur heeft de minister van economische zaken weten te bewerkstelligen, dat de ?ociale conflicten in den landbouw, die geen oplossing konden vinden langs den weg van vrijwillige arbri- tage via de rijksbemiddeling, thans aan ver plichte arbritage zullen worden onderwor pen door een arbiter, die de minister aan wijst. Het is merkwaardig, om in groote lijnen de ontwikkelingsgang der sociale verhou dingen eens na te gaan. Jarenlang hebben deze feitelijk berust op macht. Het behoeft geen nader betoog aan wiens zijde de macht was, toen werkgever en werk nemer nog individueel tegenover elkander stonden. De arbeider was volkomen overge leverd aan de willekeur van den werkgever. Daarin kwam verandering, toen de organi satiegedachte ging doorwerken en de arbei der via de vakbeweging voor zijn rechten opkwam. Typisch is het echter, dat terwijl het eigen recht zoeken practisch overal tot het verle den behoorde, dit op het sociale terrein met het opkomen der vakbeweging juist hoogtij begon te vieren. De staking was het middel, waarmede de arbeider zijn rechten meende te moeten veroveren en te verdedigen, terwijl het volkomen begrijpelijk is, dat de werkge. ver eveneens een wapen ging smeden en dit in de uitsluiting vond. Wij willen over deze beide rechtsmidde len op zichzelf niet spreken, doch meenen er DAVENTRY, 1500 tA. 10.35 Mor- genwijding. 12.20 Het Rutland Square en New Victoria orkest olv. N. Austin. 1.20 Gr.pl. 2.20 Rep. van de Nationale Eisteddfod van Wales. 3.20 Vesper. 4.10 Concert door H. Hill, bariton en Weatley, viool. 4.35 Midland Studio-orkest olv. F. Cantell. 5.35 Kinderuur. 6.20 Ber. 6.50 Het Bridgewater kwintet. 7.50 Variété-progr. 8.20 BBC-orkest olv. C. Raybould 9 20 Ber. 9.45 „Der Vetter uit Dingsda" Künneke. 11.—Voordracht 1105 —12.20 Het Casano Club orkest olv. Kunz. PARIJS (RADIO-PARIS) 1648 M .7.20 en 8.20 Gr.pl. 10.35 Orkest concert. 12.50—2.20 Pascalorkest 7.05 Gr.pl. 8.20 Orkestconcert olv Inghelbrecht. 10.50 Dansmuziek. —2.20 Concert uit het Bellevue Strandhotel. 3.055.05 Omroep orkest o.l.v. Reesen. 8.05 Orkest, vereeniging Odensee olv. C. Jansen 9 35—12 20 Dansmuziek. KEULEN, 456 M. 5.50 Gr.pl. 6.45 Orkestconcert olv. W. Gasz- mann. 10.30 Solistenconcert. 10.40 Kwintetconcert. 12.20 Omroep- kleinorkest olv. Eysoldt. 2.203 05 Gr.pl. 4.20 Wagner's opera „Göt- terdammerung" olv. K. Êlmendorff. 11.30—12.20 Concert d. G. Land graf en zijn orkest. 12.20 Max Alexys' orkest. 1.30— 2.20 Gr.pl. 5.20 M. Alexys' orkest. 8 20 Omroeporkest o. 1. v. André. 10.30-11.20 Gr.pl. 484 M.: 12.20 Gr.pl. 1.30—220 M. Alexys' orkest. 5.20 Symph.-concert o.l.v. Kumps. 6.35 Gr.pl. 8.20 Symph.-orkest o. I.v. Kumps. 10.30—11.20 Gr.pl. II.05 Ber. 11.20—12.50 Concert uit Koningsbergen o. 1. v. Eugen Wilcken. 10.50, Daventry 10 5011.05, Lond. Reg. 12.20—16.10, Daventry 16.10-17.35, Lond. Nat. 17.35— 19.20, Daventry 19.20—24. Lijn 4: Keulen 10.35—15.05, Kalundborg 15.05—24. toch wel even op te moeten wijzen, dat het vaak machtsmiddelen in plaats van rechts middelen zijn geweest. Indien alle plaats ge had hebbende conflicten eens voor het forum van het recht zouden komen, zou zeker blij ken, dat nu eens de werkgever en dan weer de werknemer in de richting van conflicten dreef, waaraan een feitelijken rechtsgrond ontbrak, doch die men slechts doordreef, om eigen machtspositie te toonen. Ook daarin kwam van lieverlede verande ring en het is de collectieve arbeidsovereen komst geweest, die deze verandering in ve lerlei opzicht bewerkstelligd heeft. In een groot aantal C.A.O.S toch was en is een procedure van rechtspraak vastgelegd, zoo dat partijen als het ware vrijwillig afstand hebben gedaan van het zoeken van eigen recht. Daar is dan nog bijgekomen de instelling van de rijksbemidaeling, die tusschen bei den, wanneer een staking dreigt en wier hulp door partijen ten allen tijde kan worden in geroepen. Wel zijn partijen in geen enkel opzicht ge bonden bemiddelingsvoorstellen van den rijksbemiddelar te aanvaarden, doch men ge voelt, dat de partij, die deze voorstellen niet aanvaardt, reeds bij voorbaat een moreel zwakke positie inneemt. Doch met dit alles was wel een zekere or dening van de sociale verhoudingen verkre gen, maar een volledige rechtsbasis, voor zoover dat ten minste bij menschelijke ver houdingen mogelijk is, was nog niet gevon den. Wij zouden haast zeggen, daarvoor moet eerst de crisis alles ondergraven, en moesten de verhoudingen zoo worden, dat het eigen recht zoeken tegelijkertijd betee- kende eigen ondergang zoeken. Seheel getuigde van zooveel oprecht gemeen- e vriendelijKheid, dat ik niet ontkennen zal, hoe ik er door getroffen was. Dat een jonge man, die liefde voelde voor een jong meisje en die zijn aangebedene nog al zóó nabij wist, eenige aandacht ':on schenken aan een lang niet knappe en al wat oudere jonge da me en nog wel een gouvernante, was inder daad merkwaardig. De „sprookjesprins" be antwoordde dan ook wel in karakter aan het geen zijn uiterlijk deed verwachten. Hij hoor de zeker tot de jongelui, die zouden afstij gen, om de onafscheidelijke oude tooverheks een plaatsje op hun paard te geven, die den poot zouden verbinden van een gewonden wolf, of die een gevangen muis uit de val zouden bevrijden. Het is waar, dat een sprookjesprins altijd zijn belooning krijgt in den vorm dan óf van een schoone prinses, óf van een gouden kasteel maar wat voor belooning kon Wladimir nu ook van mij ver wachten? Toch had hij niet trouwer kunnen zijn dan hij zich nu het volgend uur toonde. Een peinzende blik af en toe in de richting van de booten, een oogenblikkelijke verdee ling van aandacht, als het lachen van over het water wat bijzonder helder opklonk, was al wat ik aan hem merkte. Waarom hij mijn sympathie zou verlangen, kon ik mij met geen mogelijkheid verklaren; toch gaf hij er in heel z'n houding blijk van. Dien Zondag had hij mij vermoedelijk nog niet opgemerkt, of was hij mogelijk ook te zeer opgegaan in de verschijning van Jadwiga, om eenige aan dacht te schenken aan mij, maar nu van daag scheen hij zich u'tsluitend aan mij te willen wijden, misschien in een opwelling van dezelfde grenzenlooze gastvrijheid, die ook madame Konska had bewogen, om mij aan te bieden, boodschappen voor mij te doen. „U zult onze gebruiken wel zeer bar- baarsch vinden", zei hij met een zucht, toen het geschreeuw van de visschende boeren in koor opsteeg, want het hoorde er nu eenmaal bij, om zooveel mogelijk leven te maken. Ik zag, dat hij mij met gespannen aandacht gadesloeg, als wilde hij 't effect waarnemen, dat deze eigenaardige vertooning op een vreemdeling maakte. „Schilderachtig-barbaarsch", antwoordde ik. „Dus toch wel barbaarsch? Vertel u eens even: doen zulke vertooningeq u met gering schatting neerkijken op de natie, die ze toe laat?" „Daar heb ik waarlijk nog niet over nage dacht. Uw natie is mij toch al zoo onbegrij pelijk, en nu ja, zoo inconsequent in hoedanigheden, dat ik hierover geen oordeel kan vellen". „In welk opzicht dan toch inconsequent? Welke hoedanigheden vindt u, dat wij be zitten en welke niet?" „Het ontbreekt uw landgenooten aan zin voor orde en methode, wat bestendigheid en volharding beduidt, terwijl u moed en rid derlijkheid bezit in grootere mate dan de dapperste, ridderlijkste natie!" Wladimir's oogen schitterden bij die woor den. „Dat zijn edele hoedanigheden, die u ons daar toeschrijft edeler dan waar het ons, volgens u, aan ontbreekt". „Maar ze zijn niet altijd zoo nuttig in de geschiedenis van een volk". „Moed en ridderlijkheid", herhaalde hij. genietend van den klank van die woorden, „dus dan erkent u, dat wij trouw kunnen zijn?" „Ongetwijfeld en over het algemeen vriendelijk, bovenal tegenover vreemden", zei ik misschien met eenige ontroering in mijn stem, want niets had mij zoozeer ge troffen als de warme ontvangst van alle kanten. die vurig. In waarheid was het niet speciaal met het oog hierop, maar hij scheen mijn betuiging nu eenmaal zoo op te vatten. „Als u even standvastig als gastvrij was, even flink en krachtig als edelmoedig, dan zou uw natie zeker altijd geslaagd zijn in haar ondernemen". „Vindt u ons verwijfd?" vroeg hij in span ning. „Dat kan ik niet bepaald zeggen een volk, dat in zoo groot aantal op het slag veld gevallen is, kan nooit verwijfd genoemd worden, maar u schijnt al uw geestelijke energie voor bijzondere gelegenheden te be waren, maar ze in het dageliiksch leven ach ter slot te houden; dit maakt het voor ons zoo moeilijk u te begrijpen. Zelfs uw kleeren en uw schoenen getuigen van het onderscheid tusschen Polen en Engelandde uwe zijn zoo duidelijk berekend voor salons, de onze voor modderige wegen, doornen en stekels. En overschoenen nu bijvoorbeeldWilt i gelooven dat ik nooit een man onder de vijf tig met overschoenen heb gezien, tot ik hier kwart?" „Maar wat doen ze dan bij u als het nat is?" vroeg Wladimir, terwijl hij met bekoor lijke naïviteit neerkeek op zijn onberispelijk patent leeren schoener Het moet dan ook zonder meer als een stap in de goede richting beschouwd worden, dat thans het element van verplichte arbrita ge in de sociale verhoudingen is ingebracht, al is het dan nog gebrekkig. Het berust toch feitelijk nog slechts op een crisistoestand, terwijl als dreigement voor het aanvaarden van die verplichte arbitrage het intrekken van den steun moet gebezigd worden. Doch Keulen en Aken zijn niet op één dag febouwd, zullen wij ook hier maar zegget x is een opgaande lijn te bespeuren en da heeft op zichzelf reeds veel te beteekenen. De basis, waarop de sociale verhoudin gen gebouwd worden, begint ongetwijfeld voortdurend zuiverder te worden en zal ze ker aan veel gewroet, waar zich juist dit ter rein zoo zeer voor leende, een einde maken De Raad dezer gemeente vergaderde gister middag om 4 uur; wegens verblijf elders waren afwezig mevr. Dekker en de heer Voute Van Ged. Staten was bericht ingeko men, dat de uitkeering uk het gemeentefonds over 1931 is vastgesteld op 12.40 per in woner. Door Ged. Staten was goedgekeurd het raadsbesluit om tegen de door den heer H. Bouchette tegen de gemeente ingestelde rechtsvordering in hoogei beroep verweer in te stellen. Een verzoek van Bergen's Winkeliersver- eeniging om in den ruims ten zin gebruik te maken van de bevoegdheid tot verruiming der winkelsluiting, werd im handen van B- en W. om bericht en raad gesteld; bet is de be doeling van B. en W. zooveel mogelijk met den wensch van den min. rekening te houden en de betrokkenen individueel te hooren; die „Ze doen hooge laarzen aan of anders halen ze een paar natte voeten" „Vindt u het dan zoo belachelijk voor een man, om z'n voeten droog te houden?" „Belachelijk? Neen. Niets is in waarheid belachelijk voor de ruimen van geest. Ik be doel er alleen mee, dat het mij een nieuwe ervaring was. Maar eigenlijk wat kan het u nu schelen, wat ik vind of niet vind?" „Het kan mij heel veel schelen, wat u denkt", zei hij met een ernst, dien ik toen nog niet begreep. „Ze! komen terug", ging bij voort op heel anderen toon en stond ojp. Van het oogenblik af, dat de booten land den, was ik mijn haast wat al te ijverig ge leide kwijt. Hij had zich te lang van Jadwi- ga's geliefde tegenwoordigheid onthouden, om zich nu nog te kunnen bedwingen. Inder daad, als ik denk aan de kwellingen, die z'Jn ontvankelijk hart moet hebben te verduren ge had, terwijl hij naast mij zat op den wilg» en wist, hoe al dien tijd zijn mededinger be terrein vrij had, dan kan mij dit nu nog be zwaren. Maar hij haalde anders ruimschoots zijn schade in. Sinds het gezelschapje lanu* de, had hij slechts oogen en ooren voor ee persoon. De rest var. den middag was fei lijk een geestelijk duel tusschen hem en M lewicz, in wien ik met moeite mijn zW1]^r. den kameraad van den vorigen Zondag n kende. Aan de rustelooze flikkering van z.J^ zwarte oogen en aan heel zijn houding makkelijk te zien dat nu hij eenmaal aix weken was van zijn stelregel van nooit den in. de week een dag vrijaf te neme"' je dan ook nu vastbesloten was er volop v^,|3. genieten. H'j was even stherzinnig als .j dimir in het aflezen van ieder verlange - den blik van haar oogen (Wordt ver volgd)-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 6