ALKMAARSCHE COURANT Huldeblijk aan Mr. Wendelaar. EEN EERESCHULD. 8 HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor IQct Jeuitleton No. 215 WOENSDAG 12 SERTEMBER 1934 Stad en Omgeving Den oud-Burgemeester een schilderij aangeboden. L_ Het geschilderd portret, door den Raad en gemeenteperso- neei aangeboden, werd door mr. Wendelaar overgedragen aan de gemeente. In aansluiting aan het gister meege deelde melden wij over de plechtigheid van gistermiddag ten stadhuize thans nog het volgende: Onder de vele in de raadszaal aan wezige belangstellenden bevond zich ook de schilder van het portret, de heer Oscar Mendlik, uit Aerdenhout (bij Haarlem). De heer en mevr. Wendelaar werden vergezeld van hun zoon en hun aanstaanden schoonzoon (mej. W. was wegens ziekte verhinderd). Bij het betreden van de raadszaal werden aan mevr. Wendelaar bloemen in de Alk- maarsche kleuren aangeboden door het eenige vrouwelijke raadslid, mej. N. Carels. De burgemeester, jhr. mr. F. H. van Kinschot, geleide haar naar de voor haar bestemde plaats. Na een kort woord van welkom, spe ciaal tot de fam. Wendelaar, zette de burgemeester het doel van de bij eenkomst uiteen: het aanbieden van het schilderij, waarover wethouder Wester hof bij het afscheid van mr. Wendelaar in Januari van dit jaar had gesproken. Mede door den drukken werkring van dezen had het nog al eenigen tijd ge duurd alvorens het portret was gereed gekomen. Voor de aanbieding ervan gaf spr. het woord aan den oudsten wethouder, den heer J. Westerhof. Voor het verslag van diens toespraak verwijzen we naar ons nummer van gister. Aan het einde van zijn speech bood spr. den heer Wendelaar een sierlijk album aan, waarin de namen voorkomen van allen, die hebben bijgedragen aan de uitvoering der plannen. Een woord van dank en waar deering van mr. Wendelaar. Oud-burgemeester Mr. W. C. Wendelaar. Hierop kreeg mr. Wendelaar het woord. Hij beschouwde het als een voor recht, nog eens het woord te mogen voeren in de Alkmaarsche raadszaal, waar hij zooveel heerlijke oogenblikken had doorleefd. Als een man van het ge zag wilde hij beginnen met aan het gezag, in casu den burgemeester en het gemeentebestuur, dank te betuigen voor de aanbieding van het huldeblijk juist in de raadszaal, en hij maakte meteen van de gelegenheid gebruik om jhr. van Kinschot de groeten over te brengen van zijn vorige gemeente Zuidlaren (waar spr. Zondag op den liberalen landdag Naar het Engelsch van Dorothea Oerard. 41. Een wolk trok over haar gelaat en teleur gesteld leunde zij achterover in haar stoel. „Dat is jammer, heel jammer! Ik had zooveel gehoopt van Bazyli Lewicki". „Van Wladimir?" vroeg ik. „Ja, ik had ook iets beters van hem verwacht". „Neen, ik bedoel niet Wladimir. Ik sprak van Bazyli: hij alleen kon mij een waarde volle aanwijzing geven maar als het nu tot een breuk is gekomen, wie weet of hij dan nog wel genegen is om mij te helpen'. „Maar voor Jadwiga dan?" zei ik ver ontwaardigd over deze houding, die ik voor ongevoeligheid hield, maar die toch enkel het resultaat was van het volkomen opgaan in één denkbeeld. „Hebt u geen woord voor haar en voor hetgeen zij lijdt?" Ze keek naar mij met haar groote, holle oogen en scheen al haar best te doen om zich te verplaatsen in mijn opvatting van het geval. „Ja, voor Jadwiga", zei ze verstrooid, „voor haar spijt het mij, het arme kind. „Neen", ging ze toen voort op heel anderen mi veel beslister toon, „toch spijt het mi] niet voor haar. Zij is aan veel ontkomen, als zij ontsnapt is aan de handen van een man, had gesproken). Spr. had de overtuiging gekregen dat het een welvarend dorp is, waar men dankbaar is voor het goede bestuur van den heer van Kinschot. Komende tot de huldiging, betuigde 6pr. zijn hartgrondigen dank aan de gevers van het geschenk, speciaal aan de initiatiefnemers. Dank bracht spr. ook aan den schilder voor hetgeen hij tot stand bracht. Spr. kon uit den aard der zaak moeilijk zeggen in hoeverre het schilderij gelijkend is, maar hij durfde gerust zeggen, dat het een kunststuk is. Dank zeide spreker den schilder ook voor de prettige uren, in dien- atelier doorgebracht, en voor de aangename conversati,een conversatie evenwel waarbij spr. >n hoofdzaak had moeten zwijgen, wat, naar hij opmerkte, op het schilderij duidelijk uitkomt, want het geeft hem weer alsof hij op het punt staat het woord te voeren. Een hartelijk woord van dank richtte spr. daarna tot den heer Westerhof voor diens vriendelijke speech, „en dat on danks Zuidlaren", waar spr. „het nogal pootig had gezegd." Spr. had wel gedacht dat hij daar nog iets over zou hooren, maar het was nogal goed afgeloopen, evenals steeds in de raadsvergaderingen, als spr. en de heer Westerhof ieder voor zich hun meening hadden te kennen ge geven over een onderwerp, waarbij bei den bezield waren van het belang der inwoners en in hun belang gedaan had den wat zij konden. Gaarne gaf spr. toe, dat hij in Alkmaar lief en leed had ondervonden, maar het lief zou toch steeds den boventoon voe ren, het leed was slechts gering geweest. Spr. waardeerde het ook, dat mej. Carels aan zijn echtgenoote bloemen had aan geboden bij het bnnenkomen in de raadszaal. Wat het schilderij betreft, merkte spr. op, dat hij zich had laten schilderen in ambtscöstuum, de kleedij die de Alk- maarders van hem niet kennen, maar waarvan zij toch eigenlijk wel mogen weten hoe zij er uit ziet, temeer waar spr. in de toekomst nog wel eens in ambtscöstuum hier of daar zal verschij nen. Dan gaf spr. een korte verklaring van de woorden „Plus est en vous," welke 6taan op het vel papier hetwelk hij op het schilderij in de hand heeft. Hij had ze gezien boven de steenen poort van Gruuthuse in Brugge, als wapenspreuk van Lodewijk van Brugge, heer van Gruuthuse, en zij hadden grooten indruk op hem gemaakt, omdat zij zeggen: „Er is meer in u dan gij laat zien en dan gij zelf wel weet." Spr. had daarover weieens méér willen spreken en vroeg zich af of het bij nader inzien wel goed is geweest, dat hij zulks niet deed. Hij was bevreesd geweest, dat de menschen in het gezeg de iets zouden zien dat verdeelt inplaats van iets dat vereent. Maar nu, bij het totstandkomen van dit schilderij, had hij gezocht paar woorden, die aan die uit drukking herinneren en altijd weer aan i de menschen doorgeven: „ge moet af dalen tot de diepste diepte van uzelf om te komen tot de liefde van den Vader. Wij hebben allen een deel van de god heid in ons gekregen. Daarom Plus est en vous! Aangaande de bestemming van het schilderij, zei spr., dat zijn huis in elke kamer herinneringen aan Alkmaar heft, zoodat hij zou vreezen dat 't daarin niet zoozeer tot zijn ,-echt zou komen. Daarom vroeg hij of men het hem niet euvel zou duiden, als hij het hier in Alk maar achter liet en of het een plaats zou mogen krijgen in het stadhuis. Het zou zijns inziens op die wijze de herin nering levendig houden en de bedoeling der gevers zou meer tot haar recht komen dan wanneer spreker het mee nam naar Den Haag. Indien het schil derij hier blijft hangen zou de waarde er van voor mij stijgen, zeide spreker. Burgemeester Jhr. Mr. F. H. Van Kinschot. Het antwoord van den burge meester. Jhr. mr. F. H. van Kinschot ver- klaa.rde met groot genoegen namens de gemeente het mooie geschenk in ont vangst te nemen en betuigde zijn dank aan allen, die er aan hebben meege werkt, dat aan de schilderijenverzame ling in het stadhuis een mooi stuk kan worden toegevoegd. Want van dit werk van Oscar Mendlik kan worden getuigd dat het de verwachtingen verre heeft overtroffen. Wij hebben hier in het stad huis vele mooie oude schilderijen, ging spreker voort, en slechts één van dezen tijd („Gezicht op Alkmaar", van Tholen) en er i6 geen enkele bij van een magi straat uit de latere jaren, zoodat het een voorrecht is thans dit schilderij te mo gen hebben, bovendien gemaakt door een schilder uit onzen tijd. Spreker ge loofde dat het nergens anders en ner gens beter kan hangen dan in de raadszaal, waar zoovele herinneringen aan Mr. Wendelaar voortleven: als bur gemeester, als voorzitter van den raad, als handig debater, als gastheer en als explicateur van de schoonheden dezer zaal. U ziet hier diverse collega's uit vorige eeuwen en ik hoop dat uw beeld zich hier bij hen thuis zal gevoelen 't Is waar. het is een zwijgend beeld, maar u spreekt op ander terrein in Den Haag en u zult in uw tegenwoordige positie nog veel voor Alkmaar kunnen doen en uw liefde voor onzen stad kunnen uiten. Hiermede was de officieele plechtig heid afgeloopen ,er werden ververschin- gen rondgediend. Het schilderij werd bezichtigd en men bleef nog eenigen tijd gezellig bijeen. VERHURING PERCEEL HEILIG LAND Nr. 2. B. en W. schrijven in bijlage no. 119: De heer W. J. J. Vosmeer heeft de van de gemeente gehuurde woning Heiligland nr. 2 cp 22 Juli j.1. verlaten. Wij zijn er in ge- slaag voor deze woning met den daarachter gelegen tuin een nieuwen huurder te vinden, die bereid is denzelfden huurprijs van 6.50 per week te betalen. De aan ons verleene machtiging tot ver huring van het perceel Heiligland nr. 2 is intusschen afgeloopen, in verband waarmede wij u voorstellen ons college opnieuw te machtigen de woning te verhuren. VERKOOP GROND AAN DE DR. SCHAEPMANSTRAAT. In bijlage no. 124 schrijven B. en W.: De heeren C. de Bakker en C. de Graaf al hier, hebben verzocht voor zich of hun last gevers van de gemeente te mogen koopen een perceel bouwterrein, gelegen aan de Dr. Schaepmanstraat, groot ongeveer 590 M2 voor den prijs van 3800, ten einde daarop vier woningen te bouwen. Dit perceel is op de bij de stukken gevoegde teekening in roode kleur aangegeven. Tegen verkoop van eerder genoemd perceel bestaat bij ons geen be zwaar, terwijl de commissie van bijstand voor het grondbedrijf zich met dezen verkoop kan vereenigen. B. en W. geven den Raad in verband daar mede in overweging den hiervoor bedoelden grond te verkoopen. Donderdag 13 September. HILVERSUM, 1875 M. (AVRO- uitz.) 8.Gr.pl. 10.Morgenwij ding.' 10.15 Gr.pl. 10.30 Kamermu ziek door het Diligentia-kwartet 11 Voordr. door R. Geraerds 11.30 Verv. kamermuziek. 12. Concert door „De Minstreels" en gr.pl. 2.30 Voordr. door E. van Praag. 3 —3.45 Gpl. In de pauze: Zang d. „The Sailing Troubadour" (Manitto Klitgaard). 4.Voor zieken en ouden van dagen. 4.30 Gr.pl. 4.45 Radiotooneel voor de kinderen. 5.30 Kovacs Lajos en zijn orkest. 6.30 Sportpr. H. Hollander. 7.Gr.pl. 7 26 Kamermuziek door het Boedapester Trio. 8.Vaz Dias. 8.05 Omroeporkest olv. A. v. Raalte. 8.30 „Brüderlein fein", Alt- wi ner Singspiel in 1 bedrijf met muziek van L. Fall. 9.Piano recital E. Veen. 9 20 Omroeporkest olv. A. van Raalte, mmv F. Zeppa- roni, viool. 10.Gr.pl. 10.15 Ko vacs Lajos en zijn orkest. 11.Vaz Dias. 11.10—12.— Gr.pl HUIZEN, 301 M- (8 9.15 en 11—2 KRO, 10.—11.— en 2.— 11.30 NCRV). 8 9.15 en 10.— Gr.pl. 10.15 Morgendienst olv. ds. P van Vliet. 10.45 Gr.pl. 11.30 Godsd. halfuurtje. 12.15 Orkest- concert. 1.— Gr.pl. 1.20 Vervolg orkestconcert. 2.Handwerkcur- sus. 3.Pianorecital H. de Book. 3.45 Zenderverz. 4.Bijbellezing mmv. ds. J. Jansen en J. H. en H. Smit Duyzentkunst, bariton en orgel. 5.Handenarbeid v. d. jeugd. 5.30 Gr.pl. 6.Zang door H. Borkent, tenor. 7.15 Enkrateia- kwartiertje. 7.30 Weekoverzicht door C. A. Crayé. 8.— NCRV-Strijk- orkest olv. P. v. d. Hurk. 9.L. W. J. v. Hasselt: Kind en Oranje. 9.30 NCRV-Harmonie-orkest o. 1. v. P. v. d. Hurk. Om 10.40 Vaz Dias 11.—11.30 Gr.pl. DAVENTRY, 1500 M. 10.35 Mor genwijding. 11.20 Gr.pl. 1220 Rutland Square en New Victoria- orkest olv. N. Austin. 1.20 Grpl. 2.20 Western Studio orkest olv. F. Thomas. 3.204.05 Vesper 4.10 Concert. H. Wollaston, tenor en W Shaw, piano. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Ber. 6.50 Het Parkington- kwintet mmv. C. O'Connj., tenor. 7.50 Het Vocaal Radic-Octet o.l.v. L. Woodgate. 8.20 Voordr. 8.40 Gr.pl. 9.„Americ- calling", ge varieerd progr. o.l.v. Eddie Pola. 10.Ber. 10.20 BBC-orkest olv. S Robinson. 11.10 Voordr. 11 15— 12 20 Jack Jackson ti zijn Band. PARIJS (RADIO-PARIS), 1648 M. 7.20 en 8.20 Gr.pl. 10.35 Orkest concert. 12.502.20 Pascal-orkest 705 Gr.pl. 8.20 Zang olv. Bon- naud. 10.50 Dansmuziek. KALUNDBORG, 1261 M. 12.20 2.20 Concert olv. H. Andersen. 3.20—4.20 Concert uit rest. Wivex. 8.30 Symphonieconcert olv. Prof. N. Malko, mmv. solisten. 10.50— 12 50 Dansmuziek. KEULEN, 456 M. 5.50 Gr.pl. 6 45 Orkestconcert olv. Bunk. 10.30 Concert. 12.20 Blaasconcert o. 1. v. Meier. 1.20 Gr.pl. 2.20—3.05 Om- roepkwintet. 4.20 Düsseldorfsche Orkest vereen, olv. Artz. 7.20 Zang. 7.50 Omroepkwintet. 8.50 Concert. 9.20 „Wir haben einen Tag vol bracht", spel van Schaaf, met mu ziek van Kaufmana. 10 4012.20 Dansmuziek. ROME, 421 M. 8.30 Gr.p1. 9.05 Radiotooneel. 10.20 Dansmuziek. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.: 12.20 en 1.30—2.20 Salonorkest. 5 20 Symphonieconcert. 820 Stu dentenuurtje. 9.2C Symphoniecon cert. 10.30—11.20 Gr.pl. 484 M 12.20 Gr.pl. 1.30—2.20 Salon- orkest 5.20 Gr.pl. 6.35 Salonorkest. 8.20 Symphonieconcert mmv. piano- solist. 10.3011.20 Gr.pl. DEUTSCHL ANDSEND ER, 1571 M. 8.20 Kernspreuk, ber. 8.30 Uit Stuttgart: Boeckingen, die Fussballstadt. 9.Walsenconcert uit Stuttgart olv. Görlich. 9.50 Technische voordracht. 1020 Ber. 10 50 Sportpr. 11.05 Weerber. 11.20 12.20 Concert uit Breslau olv. E. J. Topitz. GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Huizen. Lijn 3: Lond. Reg. 10.3510 50, Daventry 1050—12.20, Lond. Reg. 12.2016.10, Daventry 1610— 16.35, North. Reg. 16.35—17.35, Lond. Nat. 17.35—19.20, Daventry 19.20—24.—. Lijn 4: Keulen 10.3019.20, gj Kalundborg 19.20-24.—. X VERHUUR TERREIN AAN HET ZEGLIS. B. en W. schrijven in bijlage no. 121 Wij ontvingen een aanvraag van de fa. Tenkink's kolenhandel, alhier, om het aan de gemeente in eigendom toebehoorende aan het Zeglis gelegen terrein, kadastraal bekend gemeente Alkmaar, sectie F nr. 788, ter grootte van 1070 M2„ te rekenen met ingang van 13 Augustus 1934 als opslagplaats te mogen huren voor den prijs van 275 per jaar. Dit terrein was vroeger eveneens als opslagplaats verhuurd. Wij hebben tegen deze verhuring geen be zwaar en stellen u voor het desbetreffend be sluit te nemen. GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING OMTRENT DE TOELATING VAN LEERLINGEN UIT BUITEN GEMEENTEN TOT DE OPEN BARE LAGERE SCHOLEN. In bijlage no. 123 schrijven B. en W.: De gemeente Hoogwoud heeft den wensch te kennen gegeven een gemeenschappelijke regeling aan te gaan omtrent de toelating van leerlingen uit die gemeente tot de open bare lagere scholen alhier. Wij stellen den Raad vóór de over eenkomst te sluiten. BENOEMING PERSONEEL MURMELLIUS-GYMNASIUM. B. en W. schrijven in bijlage no. 111: Onder overlegging van het advies van den Inspecteur van het Gymnasiaal en het Mid- die tot laagheid in staat zou zijn. Wat dunkt u: zou zij het dulden om gebonden te zijn aan een slechten echtgenoot, dien zij niet eerde?" Aan den klank van haar stem en het ze- nuwachtige trekken van haar bloedelooze lippen begreep ik, dat zij dacht aan den man, wiens portret in dat onbewoonde ver trek hing. Het duurde echter maar een minuut, dat madame Zielinska uit den haar overheer- schenden gedachtengang was gerukt. Alles wel beschouwd", begon ze weer, „ai zijn de jongelui nu van elkaar gegaan, dan is dit nog geen reden dat de oude lui de hoofden niet bij elkaar zouden steken. On middellijk als Bazyli terug is, zal ik vragen of hij eens komt; dit zal hij toch niet licht weigeren. Daar hoef ik, geloof ik, niet bang voor te zijn. En zoudt u nu deze bereke ningen eens willen nakijken, miss Middle- ton? Ik ben nooit zoo heel sterk m het cijfe- reDH0was'siechts één van de vele bereke ningen, waarbij mijn hulp ,fevraag^ ,w",' in die dagen, dat wij wachtten op het ant woord van den Parijschen ^waarnemer dat ons zekerheid zou verschaffen omtrent de identiteit van den Vicomte met den ver- moorden monnik. Daar madame Zielinska nog niet in staat was, meer actief te hande len, zat zij bijna altijd verdiept in bereke- ningen. Nu en dan verscheen zij aan de maaltijden; soms kwam ze zelfs even in den tuin en als ik haar in t volle zonlicht zag, dan leek haar verschijnen mij wel een we deropstanding. Ze was zelfs spraakzaam geworden maar altijd slechts over één on derwerp. „Acht u het geheel onmogelijk dat de ver goeding al niet zou hebben plaats gehad?" vroeg ik haar eens. „Zou hij zijn plan niet hebben uitgevoerd om zijn tegenpartij de som te laten terugwinnen? En zou het ver lies dan niet gedekt door andere rechtma tige winsten?" Beslist schudde ze het hoofd: Het is bekend dat Kazimir nooit meer een kaart heeft aangeraakt na dat verblijf in Parijs- dit was de laatste keer vcor hem. Er werd in dien tijd veel geschertst ever het on derwerp van zijn „bekeering", dat is al be wijs genoeg, hoe hij zijn plan niet tot uit voering bracht". A Het was ook een leelijk iets dat degene, die hem het best had gekend, het meest ge neigd scheen in zijn schuld te gelooven. In al deze besprekingen nam Jadwiga geen deel. Zij was nauwelijk dezelfde, die zij was geweest voor de ontvangst van den brief dien zij had meegebracht in de leerka mer. Die uitbarsting van beleedigden trots was als een doodskreet geweest van iets, dat in haar gestorven was. Na die boven menschel ij ke inspanning was haar kracht gebroken. Nooit zou ik gedacht hebben dat zij het fiere hoofdje kon laten hangen, zoo als zij dit deed. Toen haar moeder haar zoo stil en bleek zag, hield zij het er voor, dat het jonge meisje treurde om haar verloofde, m-'ar bij het eerste woord van sympathie, dat zij tot troost sprak, kreeg zij een antwoord, waar door geen misvatting meer mogelijk was: „Zou ik om hem treuren?" klonk het verontwaardigd, terwijl een minuut lang haar oogen weer vuur schoten. „Zou ik om hem treuren? Ben ik uw eigen kind en kent u mij maar zoo weinig? Wat is hij mij? Niets in het geheel niets! Ik zweer u, dat ik zelfs niet in den nacht, wanneer niemand mij immers zou zien, ooit een traan ge schreid hem om hem! Zelfs geen zucht heb ik gelaten; dat is hij niet waardO, dat is het niet, dat is het geheel niet!" En in waarheid was het dit ook niet. Het was niet het zich terugtrekken van haar ver loofde, dat haar zoozeer hinderde, maar de druk van de schande, die hem daartoe be wogen had. Van nature was Jadwiga veel minder bestand tegen een dergelijken schok dan haar moeder. Voor haar, met haar ro mantische bewondering voor reinheid en grootmoedigheid van gevoelen in welken vorm dan ook kon de openbaring van die laagheid van haar vader niet anders dan verpletterend werke en zij bezat niet dat vreemde enthousiasme van haar moeder, om haar te steunen. Liefde alleen kon haar in deze crisis geholpen hebben en de liefde had haar juist verlaten. „Het is niet half zoo erg voor jou als voor mij", meende madame Zielinska be daard „Je hebt je vader niet zelve kunnen kiezen, terwijl ik wel mijn echtgenoot heb gekozen". Maar Jadwiga antwoordde niet. Ze was nooit waarlijk intiem geweest met haar moe- delbaar Onderwijs stellen B. en W. voor: le. voor het tijdvak van 1 September 1934 tot 1 September 1935 te benoemen als conrector den heer drs. P. Brommer, leeraar in de oude talen, die bij uw besluit van 27 Juli 1933 voor en cursus 19331934 als zoo danig werd benoemd; 2e. voor het tijdvak van 1 September 1934 tot 1 September 1925 te benoemen tot leeraar in de oude talen den heer drs. G. H. Blanken, thans eveneens tijdelijk; 3e. met ingang van 1 September 1934 de finitief te benoemen, ter vervulling van de vacature mej. I. Tigler Wybrandi, den heer dr. L. Kukenheim als leeraar in de Fransche taal. Dr. Kukenheim nam tijdens de afwe zigheid van mej. Tigler Wybrandi reeds haar betrekking waar. BENOEMING LEERAAR In bijlage no. 118 schrijven B. en W.: Uwe vergadering benoemde bij besluit van 7 September 1933, nr. 4, aan de Handels school voor den duur van het schooljaar 19331934 tot tijdelijk leeraar in staathuis houdkunde den heer H. Feenstra te Zaan dam. De directeur der Handelsschool geeft ons thans in overweging den heer Feenstra voor een vaste benoeming voor te dragen. De minister van onderwijs heeft de des betreffende voordracht goedgekeurd, terwijl de commissie van toezicht op het M.O. daar tegen geen bezwaar heeft. De Inspecteur van het gymnasiaal-, mid delbaar- en handelsonderwijs in de 5e in spectie, hoewel op zichzelf geen enkel be zwaar tegen een vaste benoeming hebbend, oppert de vraag of het wel gewenscht is voor een zeer klein aantal lessen een vaste aan stelling te geven; latere eventueel noodig der en zelfs tegenover mij vermeed zij het om de ware oorzaak van haar lijden onder woorden te brengen. Met haar leed was zij veel meer terughoudend dan met haar vreugde. Intusschen werd het mij duidelijk, dat er begon gepraat te worden. De bedienden ke ken mij weifelend aan, of ze telkens op het punt waren mij iets te vragen en dan toch weer niet durfden. Alleen Marya ging eens zoo ver, dat zij mij polste: „Het is toch niet waar dat het goed verkocht wordt?" En even later: „Waarom komt Pan Wladimir Pani Jadwiga nooit meer bezoeken?" waar uit dus bleek, dat die beide omstandigheden door de buitenwereld met elkaar in verband gebracht werden. „Anulka heeft gepraat", zei ik veront waardigd tot madame Zielinska. „Zou het kind niet het zwijgen kunnen opgelegd wor den?" Ze keek enkel verbaasd naar mij en vroeg: „Waarom?Als ik dacht, dat Ma rya mij eenige aanwijzing kon geven, dan zou ik er ook met haar over spreken Ik heb mij soms wel eens afgevraagd of madame Zielinska normaal van geest was in dien tijd. Zonder die toelichting zou er zelfs eenige onwelvoeglijkheid hebben gescholen in haar openhartigheid. Bij de gelegenheid van het bezoek van madame Malewicz zal zij zich althans niet ontzien hebben om vrij-uit te spreken. (J&'ordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 5