ALKMAARSCHE COURANT
Gemeenteraad van Alkmaar.
Seuittefon
EEN EERESCHULD.
adiopcoQccutuna
No. 217
VRIJDAG 14 SERTEMBER 1934
©ooooo#
Verruiming verkoopgelegenheid op
Zondag.
Ingevolge een gehouden enquête stelden
B. en W. voor, de in de wet tot wijziging der
winkelsluitingswet bedoelde „verklaring" af
te leggen, dat de tegenwoordige buitengewo
ne omstandigheden aanleiding geven tot ver
ruiming der verkoopgelegenheid over te
gaan ten behoeve van winkels waar uitslui
tend of in hoofdzaak hetzij visch, hetzij fruit,
hetzij een of meer der navolgende waren:
brood, banket, suikerwerk, chocolade, al dan
niet tezamen met consumptie-ijs. ten verkoop
in voorraad zijn, en ten behoeve van winkels
waarvoor een vergunning als bedoeld in art.
1 onder e of onder g der drankwet 1931
geldt
De heer Bakker, geen bewonderaar van
geopende winkels, meende, dat men wel eens
wat moet doen. Om nu van verruiming de
tabaks- en sigarenwinkels uit te sluiten,
vond spr. verkeerd. Hij zou deze winkels
willen toestaan vier uren des Zondags ge
opend te zijn.
De heer H o ij t i n k had principieele be
zwaren tegen het voorstel. De Zondag is de
rustdag, die door de overheid dient te wor
den bevorderd, al is daar niet veel meer van
overgebleven. Bij de behandeling der be
grooting zou spr. daar nader op terugkomen.
Het voorstel vraagt nog meer dan tot nu
toe werd gegeven. Het was voor spr. uit chr
overtuiging onaannemelijk.
Maar ook voor behoud van het sociale
goed van Zondagsrust ontried spr. aan
vaarding van het voorstel.
De achteruitgang van den winkelstand
ls een gevolg van minder koopkracht
deze kan men toch niet verhoogen door
de winkels langer open te stellen. Door
op het voorstel in te gaan, zou de raad
hen dupeeren, die uit principieele over
weging hun zaak gesloten houden op
Zondag.
De actie, ingesteld voor uitbreiding
van verkoopgelegenheid op Zondag, had
mogen doen verwachten, dat talloos
velen zich er vóór zouden verklaren
Het resultaat is echter heel anders ge
weest, ge'ijk uit de officieele cijfers
blijkt. Het schijnt of de zaak heelemaal
buiten den winkelstand omgaat.
Het over dit onderwerp nog ingeko
men adres van de Hanze kon volgens
spr. ter zijde worden gelegd, omdat
daarin iets wordt gevraagd, wat niet
door de wet kan worden toegestaan
(2X3 uur open). De andere adressen
kort besprekend, constateerde spr., dat
zij zijn meening niet hebben kunnen
wijzigen.
Spr. wees er op, dat de sigarenwinke-
liersvereeniging geen voorstel doet tot
langer openstellen.
Spr. zou wensciien dat voortaan ook
de chr. middenstandsvereeniging om
haar meening wordt gevraagd.
Zeer zeker heeft de politiek grooten
invloed gehad op de totstandkoming
van het voorstel, en dat keurde spr. af.
Hij ontried aanvaarding van het voor
stel, ook al om te vooraomen dat som
migen daartoe door anderen gedwongen,
haar zaken moeten open houden.
Mej. Carels sloot zich aan bij de
woorden van den heer Bakker. Onder
de sigarenwinkeliers zijn er velen, die
het speciaal van den verkoop op Zondag
moeten hebben.
De heer enneker vond het eigen
aardig, dat de regeering de kwestie, die
veel moeilijkheden kan brengen over
laat aan de gemeenten.
Spr. betwijfelde of de omstandigheden
wel zoo erg dingen tot uitbreiding van
verkoop op ondag en wees op hetgeen
baron van Wijnbergen zei over den
socialen kant van de zaak.
Met de adviezen van de v. K. en van
de beide middenstandsorganisaties moet
rnen, naar spr. meende, niet al te veel
rekening houden, omdat de betrokkenen
daarin 6lechts in gering aantal verte
genwoordigd zijn. Spr. las een deel van
een verslag van de Hanze, waarin ver
ruiming van openstelling op Zondag
niet noodig is; het zouden alleen de
automaten zijn, waartegen moest wor
den opgetreden. De meerdere uren zou
den vallen in de stille middaguren.
Naar het Engejsch van Dorothea Gerard.
43.
«Meent u dat?" vroeg hij met schitteren
de oogen. „Is zij zoo sterk? Den hemel zij
^ank daarvoor! Haar liefde is dood, zegt
u?"
«Dood, of ze nooit geleefd had".
Hij lietp eenige schreden voort en kwam
:°en weer naast mij loopen.
«Maar haar hart is toch niet dood, is t
v.el?" vroeg hij, eenigszins gekalmeerd.
„Zou het niet kunnen herleven voor een
inder?"
We keken elkaar enkele seconden recht in
et gelaat; toen zei ik:
„Ik begrijp u, Pan Malewicz. Het is 't
este om ronduit te spreken. U vraagt mij,
f, nu de weg vrij is, er eenige hoop bestaat
oor u?"
„Juist. En wat denkt u daarvan?"
„Alleen de tijd kan die vraag beantwoor
den. Op het oogenblik is er nog geen den-
en aan. Iedere poging, die u nu in die
irhting aanwendde, zou zeker mislukken.
Maar zij is jong als u haar tijd
'aat
„Maar ik kan haar geen tijd laten", zei
hij met schrikwekkende heftigheid.
Ik dacht, dat ik de diepte van zijn gevoe-
»*n voor Jadwiga gepeild had, maar zijn
.oon was mij een openbaring.
,pPr- betoogde aan de hand van den
^er encBiête, dat geenszins een
beduidende meerderheid van belang
hebbende, den maatregel wenscht, zoo
dat in dit opzicht niet is voldaan aan de
voorwaarde van den minister.
De heer Ke ij s p e r zei aan het adres
van den heer Hoijtink, dat de r. k. orga
nisaties geestelijk adviseuren hebben
die zich niet tegen het uitbreiden van
den verkoop hebben verzet; spr. had
geen behoefte aan zedemeester Hoijtink
Dat er niet veel voorstanders zich
meld hebben aan de gemeentesecretarie
is waar, rnaar er was geen enkele tegen
stander onder. Maar bovendien, waarom
zouden de menschen komen, nadat de
raad reeds in 1932 had gezegd, dat zes
uren openen op Zondag noodzakelijk
was.
Ten aanzien van de vischwinkels gaf
raad destijds reeds een extra verruiming en
de heer Vogelaar stelde toen reeds voor, wat
nu gevraagd wordt.
Dat banketbakkers betreft, zei spr., dat
allen vóór het voorstel zijn, ofschoon zij lie
ver zouden zien twee maal drie uren.
Dat niet allen zich hebben gemeld, zou
voor spr. geen reden mogen zijn een heele
categorie uit te sluiten.
Spr. was vóór het voorstel en zou er een aan
fluiting in zien, als het werd verworpen, na
dat de raad reeds in 1934 erop had aange
drongen (de heer Vogelaar had betoogd, dat
het een aanfluiting voor den raad zou zijn
als de raad het voorstel aannam).
Met den heer Bakker was spr. het eens.
omdat het aantal voorstanders onder de si
garenwinkeliers veel grooter is dan dat der
tegenstanders.
Met nadruk drong spr. aan op aanneming
van het voorstel: als er nu geen beslissing
komt inzake verruiming, is de kans daarop
voor altijd verkeken. Tot vermindering kan
men altijd nog overgaan.
De enquête vond spr. zeer onvoldoende
uitgevoerd.
De heer Stout jesdij k was het met dit
laatste eens en gaf dit met een voorbeeld na
der aan. Den wensch van den heer Bakker
kon spr. wel onderschrijven.
De heer Geels achtte de enquête zeer
deugdelijk gevoerd, omdat zij werd ingesteld
naar voorschriften van den minister. De en
quête van de vereeniging van sigarenwinke
liers is niet te controleeren.
Spr. was voor het voorstel en zou ook, in
dien daartoe een voorstel zou komen, de ver
koopgelegenheid voor de sigarenwinkeliers
willen verruimen.
De heer Grondsma was teleurgesteld
door de geringe deelname aan de enquête en
zou daarom tegen het voorstel stemmen
De voorzitter wilde de zaak bezien
uit het algemeen oogpunt van winkelslui
ting. Deze heeft sterk ingegrepen in het le
ven van den middenstand. Ook de regeering
zag dit in en schiep de mogelijkheid tot uit
breiding van openstelling. Daarvoor was
een enquête noodig, waarin spr. niet alleen
de belanghebbenden persoonlijk wilde be
trekken, maar ook en vooral de organisaties
Het was niet noodig de betrokken winke
liers persoonlijk te bezoeken, zooals de heer
Stoutjesdijk had gewenscht.
Het bestaan van een Chr. middenstands
vereeniging was spr. niet bekend geweest,
daarom was die niet gekend in deze zaak.
Dat er bijzondere omstandigheden zijn
die tot inwilliging van de verzoeken nopen,
stond voor spr. wel vast.
De ingekomen adviezen wijzen sterk in de
richting van den wensch naar verruiming,
oehalve dan ten aanzien van de sigarenwin
keliers. Bij hen is geen sprake van een be-
teekenende meerderheid vóór verruiming.
De middenstand heeft onder de malaise
sterk te lijden en er is daarom zeker wel aan
leiding gebruik te maken van de thans bij de
wet gegeven bevoegdheid.
De heer Ho ij t i n k had gemeend, dat deze
kwestie voor den middenstand een levens
kwestie zou zijn geweest, maar de uitkomst
van de enquête wijst daar zeker niet op. Het
ministerie, dat ten slotte de beslissing heeft,
zal daar niet op ingaan.
Tot den heer Keijsper zei spr., dat er de
laatste twee jaren wel wat is gebeurd; de
meening van het publiek is gekeerd ten
gunste van winkelsluiting op Zondag, men
„Het moet nu dadelijk gedaan worden, of
er komt niets van. Wilt u mijn bondgenoo-
te zijn? Dit wilde ik u hoofdzakelijk vragen.
U zult natuurlijk denken, dat ik te cverijld
te werk ga, maar, geloof mij, dit is de juis
te tijd. Bovendien, dikwijls wordt een hart
in den
terugslag
iel pen? Ik
gevangen, is 't niet? Wilt
u mij helpen? Ik vraag dit niet om mijzel-
ven, maar om der wille van haar, die wij
beiden lief hebben. Als het niet anders kan,
zal ik het zonder uw hulp stellen, maar het
zou makkelijker zijn als ik u 0|p mijn hand
wist".
„Ik ben altijd op uw hand geweest", ant
woordde ik, diep ontroerd, „maar hoe ik u
nu zou helpen, weet ik niet. Jadwiga is zoo
schuw geworden voor de buitenwereld, dat
zij zich schuil houdt voor allen, die niet tot
het huis behooren. Wilt u wel gelooven dat
zij zich sinds de aankomst van die brieven,
niet meer buiten 't hek vertoond heeft? Als u
op Ludniki komt, zoudt u misschien de moe
der, maar zeker niet de dochter zien!"
„Dan zal ik beginnen, met de moeder.
Denkt u, dat zij mij zal toelaten?"
„Die mogelijkheid is niet uitgesloten.
Zooals Jadwiga het licht schuwt, zoo schijnt
zij het te zoeken. Als u haar, bij geval, iets
zoudt kunnen vertellen omtrent den terug
keer van Pan Lewicki, dan zoudt u zeker
toegelaten worden, want daar haakt zij
naar".
,0!" zei hij, steeds aandachtiger luiste-
rend.
Vender gaf ik in getrouwe bewoordingen
een denkbeeld van den geestestoestand van
madame Zielinska. Het leek mij, dat hij
eenige voorbereiding behoefde.
heeft in de vrijheid van dien dag een kost
baar bezit leer en zien.
De heer Bakker constateerde, dat de
voorzitter niet wenschte over te nemen spr.'s
voorstel om ook de sigarenwinkeliers toe te
staan langer geopend te zijn. En toch was
de meeste belangstelling bij de enquête aan
de zijde van deze categorie van winkeliers.
Van de 28 van hen, die ter secretarie ver
schenen, waren er 19 vóór en slechts 9 te
gen.
Een persoonlijke enquête zooals die nu
gehouden is, noemde spr. vrijwel waarde
loos, omdat er geen namen werden geëischt.
Zeer veel sigarenwinkeliers hebben groote
schade van de winkelsluiting, reden waarom
spr. zijn voorstel handhaafde.
De heer S t o u t j e s d ij k merkte op, dat
het voor de Nieuwpoortslaan niet meer noo
dig is: daar komt op Zondag geen volk meer.
De heer V enneker was nog niet over
tuigd, dat de buitengewone omstandigheden
zouden kunnen worden weggenomen door
openstelling der winkels op Zondag, ook al
doordat bij de enquête geen groote meer
derheid in de verschillende branches zich
uitsprak vóór verruiming van verkoopgele
genheid. Zelfs bij de sigarenwinkeliers was
het resultaat gering, als men bedenkt, dat
er heel veel méér zijn dan degenen die hun
stem uitbrachten.
Met aanneming van het voorstel zullen
toch ook de banketbakkersbedienden worden
getroffen in hun Zondagsrust (dit in tegen
stelling met de bewering van den v o o r z i t
ter, dat er geen aanslag op de Zondagsrust
uit het voorstel voortvloeide).
Resumeerende, zei spr., zijn stem in geen
geval te kunnen geven aan het voorstel
Bakker.
De heer K e ij s p e r meende, dat de winke
liers hebben vertrouwd, dat hun belangen
wel veilig zijn bij den gemeenteraad. Dat de
winkeliers, die zich in hun oragnisatie vóór
openstelling uitspraken, niet ook nog naai
de secretarie gingen, is verklaarbaar
Voor een groot deel van den middenstand
gaat het om de kwestie van „te hebben of
niet te hebben
Spr hield vol, dat de sigarenwinkeliers
groot belang hebben bij openstelling op
Zondag, ook nog na hetgeen de laatste twee
jaren hebben gewijzigd in de meening van
het publiek.
Zeker kunnen de bijzondere omstandighe
den niet worden opgeheven door verkoopge
legenheid gedurende een paar uren op Zon
dag, maar zij kunnen er wel door verbeteren
Nogmaals wees spr. er op, dat alleen nu
gelegenheid bestaat aan de gebleken behoefte
tegemoet te komen.
G(eef) A(lkmaar's) M(iddenstand) I(ets)
T(oe), besloot spr., in antwoord op een in
terruptie, dat de winkeliers het met de Gamit
te druk zouden hebben gehad om naar de
secretarie te gaan.
De heer V o g e 1 a a r was verbaasd over
het geringe aantal personen, dat zich opgaf
ter secretarie en was niet ingenomen met de
manier van B. en W. om zich in hoofdzaak
te houden aan de organisaties, omdat in de
adviezen van deze alleen wordt gezegd: ,,de
meerderheid heeft zich uitgesproken", enz.
„Goed! Ik geloof, dat ik het begrijp. U
leeft mij reeds geholpen. Ik zal wel een weg
vinden, daar kunt u zeker van zijn!"
Daarop vertrokken wij als bondgenooten:
'iet was immers onmogelijk hem te weer
staan. Ik had hem niet durven vragen of hij
den toestand wel genoegzaam overwogen
had, of er hem aan herinnerd, dat Jadwiga
nu haast zoo arm zou zijn als hij. Daarmee
te voorschijn komen, leek mij een beleedi-
ging tegenover een liefde als de zijne.
HOOFDSTUK XVI.
Dien volgenden dag was het drukkend
heet, zoo warm, dat ik Anulka minstens een
kwartier van haar lessen geschonken had en
dat ik zelve gevlucht was op de veranda
voor het huis, die. daar ze op het oosten lag,
op dit uur diep in de schaduw was gehuld.
adwiga was daar ook. Ze had een hang
mat laten bevestigen tusschen twee zuilen en
lag daar nu zoo stil, dat ik meende, hoe zij
sliep. Mijn handen lagen ook werkloos in
mijn schoot. De drukkende atmosfeer maak
te zelfs de geringste bezigheid tot een in
spanning. Er was een onderdrukt gegons
van insecten in de lucht; de bladeren van de
klimplanten, die zich langs de witte zuilen
slingerden, hingen roerloos.
Aan een licht knarsen van het grint merk
te ik, dat ik bijna in slaap gevallen was.
Soezerig keek ik op, maar werd toen ineens
helder wakker, want, voorzichtig loopend,
kwam Malewicz dichterbij. Hij was nu nog
maar een pas of twaalf van de veranda
dij zal zijn paard zeker in het dorp hebben
gelaten om het huis ongemerkt te naderen.
Zaterdag 15 September.
HILVERSUM, 1875 M. (VARA-
uitz.) 8.Gr.pl. 10.VPRO-mor-
genwijding. 10.15 Voor Arb. in de
Continubedr.: „Dat doet de deur
dicht", een revue van een revue (op
gr.pl.) 12.Klein VAR A-ensem
ble olv. F. Bakels. 2.Zendeiverz.
215 Verv. ensembleconcert. 3.
Gr.pl. 3.30 M. Sluvser: Van het
witte doek. 3 45 Zenderwiss 4.
Gr.pl. 4.30 „De Notenkrakers" olv.
D. Wins. 5.Rep. vai, „het Val
kennest". 5.20 orkestcomert. 6.
Literaire causerie, A M. de Jong.
6.30 De Flierefluiters olv. J. v. d.
Horst mmv. A. de Booy, zang. T30
Orgelspel Joh. JJong. 8.Herh.
SOS-ber 8.03 Vaz Dias. 8.10 Ber.
over de knipcursussen. 8.15 Gr.pl
8 30 Radiofilm „Bleeke Bet". 9.45
VARA-orkest olv. Hugo de Groot.
10.Toespraak A. de Vries. 10.10
Vaz Dias 1015 Verv. orkestcon
cert en gr.pl.
HUIZEN, 301 M. (KRO-uitz.)
8.—9.15 en 10.— Gr.pl. 10.30 Con
cert. 11.Gr.pl. 1130 Godsd
halfuurtje. 12.15 Gr.pl. 1.45 Zen-
derverz. 2.Voor de jeugd. 2 30
Gr.pl. 3.Kinderuurtje. 4.Gr.
pl. 4.40 Orkestconcert. 5.10 Gr.pl.
5.30 Orkestconcert. 6.20 Journ.
weekoverzicht. 6.45 Orkestconcert.
7.15 Lezing. 7.35 Gr.pl. 7.45 Cau
serie. 8.Schlagermuziek. 9 30
Concert. 9.45 Schlagermuziek.
10.15 Voordr. 10.30 Vaz Dias.
10 35 Concert. 10.5012.Gr.pl.
DAVENTRY, 1500 M. 10.35 Mor
genwijding 11.20 Gr.pl. 12.20
Northern Studio-orkest o. 1. v. J.
Bridge, mmv. I. Clayton, piano.
1.20 Commodore Grand-orkest olv.
H. Davidson. 2.20 Dansmuziek (gr.
pl.) 2.50 Het Belfaster Omroep
orkest olv. E. G. Brown, mmv. J.
H. Chambers, bariton. 3.50 Schot-
sche Studio Orkest olv. G. Daines,
mmv. J. Mason, bariton. 5.
Intern. Herdershonden-Keuring te
Cardiff. 5.35 Kinderuurtje. 6.20
6.50 Sportpraatje. 7.05 Zang door
M. Thomas, sopraan. 7.20 Fred
Hartley en zijn Novelty kwintet m.
m v. B. Lawrence, zang. 8.20 BBC-
Symphonie-orkest olv. Sir Henry
Wood, mmv. L. Paikin, sopraan. S.
Robertson, bariton en I. Scharrer,
piano. 10.Ber. 10.20 Het Vocale
Radio-octet olv. L. Woodgate. 10.50
Voordracht. 10.5512.20 Debroy
Somers en zijn Band.
PARIJS (RADIO-PARIS), 1648 M.
7 20 en 8.20 Gr.pl. 10.35—11.50
Orkestconcert. 12.20—2 20 Symph.-
concert olv. Letombe. 8.20 „La
princesse de Trébizonde", operette
van Offenbach, mmv. orkest o. 1. v.
Labis. 10.50 Dansmuziek.
KALUNDBORG, 1261 M. 12.20
t—2.20 Concert olv H. Andersen.
2.50—3.20 Gr.pl. 3.50-5.50 L.
Preil's orkest 8.20 Italiaansche mu
ziek olv. Mahler. 9.20 Operettemu
ziek 10.20 Pianorecital V. Fischer.
10.35 Omroeporkest olv. Mahler.
11.2012.35 Dansmuziek.
KEULEN, 456 M. 5.50 Gr.pl.
6.45 Orkestconcert olv. Mager.
10.50 Concert. 12.20 Blaasconcert
olv. Notz 1.20 Omroepkwintet. 2.20
Gr.pl. 4.20 Concert. 7.20 Dansmu
ziek olv. Hartmann. 8.35 „Grosser
Westfalenabend", 10.40—1.20 10.40
1.20 Dansmuziek door het We-
ragkamerorkest olv. Hartmann, Leo
Eysoldt en zijn orkest en solisten.
ROME, 421 M. 8.30 Gr.pl. 8.50
Concert, hierna tot 12.20 Dansmu
ziek.
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.:
12.20 Gr.pl. 1.30—2.20 Salon
orkest. 6.20 Gr.pl. 6.50 Jazzmu
ziek. 8.20 Omroeporkest ra. m. v.
zangsolist. 10.3012.20 Populair
concert. 484 M.: 12.20 Salonorkest
mmv. zangsolist. 1.30—2 20 Gr.pl.
5.20 Omroeporkest mmv. zang
solist. 6.35 Gr.pl. 6.50 Zang. 7.05
Gr.pl. 8.20 Concert uit Londen olv.
Sir Henry Wood. 11.—12.20 Popu
lair concert.
DEUTSCHLANDSENDER, 1571
M. 8.20 Kernspreuk, ber. 830
„Leuchtender Herbst", bonte avond
10 20 Ber. 10.50 Sportnieuws.
11.05 Weerber. 11.20-12.20 Con
cert uit München.
GEMEENTELIJKE RADIO
DISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Huizen.
Lijn 3: Daventiy 10.3512 20,
Ncrth Reg. 12.20—15.50, Scott.
Reg.
24-
15.50—17.—, Daventry 17.—
Lijn 4: Keulen 10.301620,
Berlijn 16.20—17.20, Keulen 17.20
—19.20, Kalundbor19.20-24—
zonder namen te noemen, iets wat de waarde
aan een enquête ontneemt.
Spr. zou tegen het voorstel stemmen.
Het voorstel - Bakker werd ge
steund door verschillende le
den.
De heer Westerhof deelde mede, dat
hij en de heer Bonsema, gehoord de bespre
kingen, dit voorstel ook wenschten te steu
nen.
Het voorstel-Bakker werd hierop aange
nomen met als tegenstemmers de heeren
Grondsma, Venneker, Hoijtink, van Slinger
land, Klaver en Vogelaar.
Het voorstel van B. en W. werd hierop
eveneens aangenomen. Tegen waren de
heeren Grondsma, Hoijtink, Venneker en Vo
gelaar.
Voorwaarden aansluiting radio
distributie.
B. en W. boden ter vaststelling aan een
verordening tot wijziging der verordening
op de aansluiting, levering en voortgeleiding
van radiouitzendingen door het gemeentelijk
radio-distributiebedrijf. Hierbij worden: a.
de aansluitingskosten verlaagd van 17.50
tot 10, al dan niet in één termijn te vol
doen; b. bepaald dat voor perceelen waar
reeds een radio-installatie aanwezig is 10
voor aansluiting moet worden betaald met
het recht tot gratis overplaatsing der instal
latie bij eventueele verhuizing, of 2.50 zon
der dat recht.
De heer van de Va 11 vroeg naar het
aantal aansluitingen, die nog niet geheel
kunnen profiteeren van de vijf lijnen.
In mijn verbazing over zijn stoutmoedigheid
moest ik hem in het eerst wel aanstaren;
toen keek ik eens even naar Jadwiga, die
met het uiteinde van de hangmat half over
het gelaat getrokken, blijkbaar niets ge
merkt had. Een gebiedend gebaar van den
bezoeker hield de waarschuwing terug, die
ik op de lippen had en tegelijkertijd vroeg ik
mij met verwondering af, waarom ik ze
eigenlijk had willen uitspreken. Was ik niet
zijn bondgenoote?
Niet voor zijn voet op de steenen treden
van het bordes stond, bewoog zich iets in
de hangmat en wierp Jadwiga een onder
zoekenden blik om zich heen. Een donkere
blos overtoog onmiddellijk haar gelaat.
Even scheen ze er zelfs over te denken om
te ontsnappen, want haar oogen dwaalden
met hopelooze uitdrukking naar de deur,
maar, daar zij de onmogelijkheid van 'n
vlucht inzag, ging ze recht overeind zitten,
streek het haar van het voorhoofd weg en
keek naar Malewicz met kouden, vragenden
blik. Bijna zou zij gesproken hebben, maar
hij was te verstandig om haar tijd te laten.
Met een diepe buiging haar kant uit,
wendde hij zich rechtstreeks tot mij:
,Zoudt u zoo vriendelijk willen zijn ma
dame Zielinska te vragen of ze mij ont
vanger. wil? Ik heb een boodschap voor
haar van mijn moeder een belangrijke
boodschap", voegde hij er nadrukkelijk bij.
Ik stond op en vroeg mij al af hoe Jadwi
ga zich houden zou, als ze met hem alleen
gelaten werd, maar deze beproeving werd
haar bespaard, want, zonder verder een blik
haar kant uit, volgde hij mij in huis.
„Dat is toch wel wat heel stoutmoedig",
zei ik, terwijl wij den corridor doorliepen.
De heer K e e s o m had gehoopt op een
balans enz. van het bedrijf, maar had de ge-
wenschte gegevens niet kunnen vinden in de
gemeenterekening. Dit maakte het spr. moei
lijk zijn meening uit te spreken en daarom
zou hij zijn oordeel erover opschorten.
De heer Bonsema antwoordde, dat op
het oogenblik alleen de Omval nog niet kan
profiteeren van de vijf lijnen. Maar ook
daar zal men dit jaar zoover komen. Het af
graven van den berm aan den Schermerweg
had spoedige uitvoering van het plan verhin
derd.
Zoodra het net geheel is afgebouwd, zul
len alle gegevens, die de heer Keesom
wenschte, worden verstrekt.
Het bleek, dat de kosten van aansluiting
verlaagd kunnen worden en daarom werd
het voorstel daartoe gedaan.
De heer Keesom was niet bevredigd
men weet niet hoeveel aansluitingen er zijn
en ook niet hoeveel er betaald is over 1933.
Weth. Bonsema antwoordde, dat het
verslag over 1933 in druk is en binnen een
week verschijnt.
Spr. beval aanneming van het voorstel
aan, omdat het kan strekken tot toeneming
van het aantal abonné's. De goedkeuring
van de verlaging moet komen van den mi
nister en om nu tegen 1 Oct. (als het radio
seizoen begint) die goedkeuring te hebben, is
er wel eenige haast bij het voorstel.
De heer K e ij s p e r zei, dat de commissie
voor de Iichtbedrijven, kennende de bedrijfs
resultaten, zich niet tegen het voorstel had
verzet.
De heeren Hoijtink en Stoutjes-
vroeg
„Maar ben ik ook niet bescheiden?"
hij. En dit moest ik wel toegeven.
Toen ik alleen terugkwam op de veranda,
was de hangmat verlaten en ik bracht een
eennzaam half uur door, al overpeinzend
wat de boodschap wel kon wezen, die Ma
dame Malewicz door haar zoon liet brengen
Eindelijk kwam Marya mij zeggen, dat ma
dame mij bij zich op de kamer wenschte te
zien.
Zoo dadelijk merkte ik wel, dat het een
welkome boodschap was geweest: madame
Zielinska zat rechtop in haar stoel en be
groette mij levendig.
„De hemel is met ons", begon zij opge
wekt. „Krysztof heeft zijn hulp aangeboden.
Hij heeft oude brieven van zijn vader ve
le gedateerd uit Parijs. Hij hoopt daarin de
namen te vinden van de Parijsche kamera
den van mijn echtgenoot, waaronder wij on
zen schuldeischer moeten zoeken. Is dit niet
zoo, Krysztof?"
„Dat is zoo", antwoordde Malewicz, die
een paar schreden van zijn gastvrouw af
zat. „Moeder heeft zich die brieven herin
nerd. De namen, daarin vermeld, behooren
voor het meerendeels aan families, die nog
in Frankrijk verblijven. Daar wij op de
datums kunnen afgaan, acht ik het niet on
mogelijk dat wij den verlangde zullen vin
den".
't Was al vrij gauw om te spreken van
„wij", maar hij zei het, keek mij recht in het
gelaat, terwijl hij sprak en ik wierp hem een
onderzoekenden blik tce. Niet dat ik wan
trouwde, wat hij zei, maar ik was enkel ge
troffen bijna ontsteld door zijn vin
dingrijkheid.
(Wordt vervolgd)