DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Het conflictinde Belgische mijnen.
Er komt steeds meer verzet tegen een
adres van antwoord op de Troonrede.
Ho. 223 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. Vrijdag 21 September 1934 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
136e Jaargang
Uil hel Parlement
Bagetiiksch Omcücht
Waar mijnbazen en mijnwerkers bondgenooten worden.
tBwteniand
Waf vandaag de
aandacht trek
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—,
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE AD VERTEN! iENr
Van 15 regels 1.25, elke regel meer f 0 25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Haodelsdruk-
kerij v L HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060 Telef. 3, redactie 33.
Eerste Kamer.
Tegen veler vermoeden in is het Adres van
Antwoord op de Troonrede door de Eerste
Kamer niet, gelijk andere jaren, zonder be
spreking goedgekeurd. Er heeft eenige ge-
dachtenwisseling plaats gehad, gelukkig
niet van verstrekkende beteekenis, alvorens
het werd aangenomen.
Het door de commissie ad hoe opgestelde
ontwerp luidde als volgt:
Mevrouw
1. De warme dank door Uwe Majesteit te
midden van de Volksvertegenwoordiging ge
bracht voor de bewijzen van genegenheid en
verknochtheid, gedurende de laatste maan
den uit alle kringen van het volk ontvangen,
heeft de Eerste Kamer der Staten-Generaal
getroffen.
2. Zij heeft van Uwer Majesteits mededee-
lingen betreffende de geestelijke en economi
sche ontreddering, het bedrijfsleven, de
voortbrenging, handel en verkeer, de publie
ke financiën, de handelsverdragen en de cri
sisregelingen, ook voor zoover zij Neder-
landsch-lndië, Suriname en Curagao raken,
met groote belangstelling kennis genomen.
3. Het heeft de volle aandacht der Kamer,
dat de regeering zal doen wat binnen haar
vermogen ligt om mede te werken aan de be
teugeling van den bijna allerwegen herleef
den drang naar sterke bewapening, maar
tevens verplicht is met dit verschijnsel reke
ning te houden bij de uitvoering van hare
aanvankelijke voornemens met betrekking
tot de nationale verdediging.
4. Ook zij acht het noodzakelijk, dat de
regeering zoo hier te lande als in de over-
zeesche gewesten ernstig aandacht blijve
schenken aan handhaving van de zedelijke
volkskracht en aan versterking van de een
dracht des volks.
5. Van ganscher harte stemt de Kamer in
met Uwer Majesteits bede, dat het Gode be
hagen moge Zijn zegen te schenken op haren
in eendrachtige toewijding aan het Vader
land te volbrengen arbeid.
Alleen tegen de derde alinea opperde me
vrouw Pothuis—Smit, de militaire speciali
teit der sociaal-democratische fractie, namens
haar partij bezwaar. Zij, en hare partij met
haar, lazen daarin, dat de regeering wensch-
te mede te i lan met de militaristische stroo
ming, welke '.hans in de wereld valt waar te
nemen, terwijl daarbij niet gedacht wordt
aan het lot der noodlijdenden in den lande.
Zoowel de heer Van Embden (v.d.), als de
heer de Bruyn (r.k.) en mr. Fock (lib.) acht
ten het noodig de spreekster er op te wij;
dat zij zich vergiste en dat de alinea alleen
er op wijst, dat de Kamer aandacht wenscht
te schenken aan de plannen der regeering,
doch geheel vrij blijft in haar oordeel daar
over. Ter snede merkte o.a. de heer Fock op,
dat de Kamer toch moeilijk mede kan gaan
met plannen, welke nog niet eens bekend
waren.
Mevr. PothuisSmit heeft hierop niet ver
der geantwoord, maar dat zij en hare fractie
niet van ongelijk overtuigd waren, mag men
afleiden uit het feit, dat het Adres van Ant
woord vervolgens is aangenomen met 32 te
gen 11 (soc.-dem.) stemmen.
De Kamer is tot 2 October uiteengegaan.
Op 3 October komt dan aan de orde het
wetsontwerp betreffende de belasting van
goederen in de doode hand. Over het ont
werp betreffende de instelling van een Ver-
keersfonds heeft de voorzitter gezwegen.
Toch zal spoedige afdoening ook daarvan
wel door de regeering gewenscht geacht
worden.
Tweede Kamer.
De bij K.B. herbenoemde voorzitter der
Tweede Kamer, Jhr. Mr. Ch. J. M. Ruys de
Beerenbrouck, heeft heden na opening van
de vergadering zijn ambt aanvaard met een
geestige rede, waarin hij onder meer zijn ge
dachten heeft laten gaan over de nieuwe be
palingen in het Reglement van Orde, waar
bij aan den voorzitter ruimer bevoegdheden
toegekend worden tot handhaving van de
orde ter vergadering.
De heer Ruys zeide daaromtrent:
„Ik heb mij verheugd over het vertrouwen
in het voorzitterlijk beleid, dat daarin tot
uiting is gekomen.
GTOoter nog is echter mijn voldoening
over de omstandigheid, dat tot dusverre de
nieuwe bepalingen slechts een zeer beperkte
toepassing hebben behoeven te vinden.
Een krachtig optreden mogelijk te maken,
als dat noodig mocht blijken, doch het ge
ven van aanleiding voor zulk een optreden
zooveel mogelijk te voorkomen, dat is de ge
dachte geweest, waarmede in Februari j.i.
het Reglement van Orde is aangevuld.
Die gedachte heeft in het afgeloopen zit
tingsjaar eene uitwerking gevonden, waar
van ik meen te mogen zeggen, dat zij onzen
arbeid heeft gesterkt.
Mogen in het zoo pas aangevangen werk
jaar allen, die aan de beraadslagingen deel
nemen, door waardigheid van toon en sober
heid van gebaren, die op den spreker een
stempel van zelfbeheersching drukken zon
der daarben aan een boeiende voordracht af
breuk te doen, den voorzitter het leiden der
vergaderingen gemakkelijk maken!"
Alle leden, behalve de drie aanwezige com
munisten hoorden de rede staande aan.
Nadat mevr. De Vries—Bruins (s.d.a.p.),
die, na reeds vroeger lid van de Kamer ge
weest te zijn, thans als opvolgster van wij
len den heer Schaper weder hare intrede in
het Parlement doet, was geïnstalleerd, zijn
er een paar commissies herbenoemd, waarna
de afdeelingen zijn hernieuwd. Vervolgens
werd medegedeeld, dat deze tot hare vqor-
zitters hadden gekozen de heeren De Geer
(c.h.), Aalberse (r.k.), Schouten (a.r.),
Bierema (lib.) en Albarda (s.d.a.p.)
Hierna was aan de orde een voorstel van
den heer De Visser (comm.) om de Troon
rede met een Adres van Antwoord te beant
woorden. Het deed wat wonderlijk aan een
communist, die altijd maling heeft gehad
aan het parlementaire werk, plotseling met
een dergelijk voorstel te zien aankomen,
maar vermoedelijk heeft de voorsteller geen
oogenblik er aan gedacht, dat hij succes zou
hebben. Hij noemde een reeks van commu
nistische wenschen op, waarmede hij de Ka
mer voorsteld in te stemmen, doch nadat de
heer Albarda de overbodige verklaring had
afgelegd dat zijn fractie, de sociaal-demo
cratische, er niet aan dacht mede te gaan
met het communistische voorstel, is het ver
worpen met algemeene stemmen op drie
communisten na. De heer Wijnkoop was af
wezig.
De Kamer is hierop uiteengegaan tot Dins
dag 16 October, ter behandeling van onder
meer de wijziging van de Ziektewet.
(Van onzen Brusselschen correspondent).
De wonde, die de kolenmijnen in het Bel
gische economische leven vormen, is ander-
maai aan het etteren. De mijndirecties hadden
besloten tegen 16 September de loonen met
5 pet. te verlagen en de arbeiders hadden
hunnerzijds beslist dat zij deze loonsverla
ging niet zouden.aanvaarden en eerder in
staking zouden gaan, daar het huidige peil
van de loonen het laagste was dat kan wor
den geduld.
Angst voor een mijnconflict.
Men is er in België aan gewoon geraakt
voortdurend te hooren jammeren over den
slechten gang van zaken bij de kolenmijnen
en te hooren spreken over dreigende conflic
ten tusschen werkgevers en arbeiders, welke
conflicten dan toch weer ofwel werden ver
daagd voor een zekeren tijd, ofwel worden
bijgelegd door tusschenkomst van de regee-
rrng Instinctmatig heeft men echter een
zekere vrees voor een mijnconflict. De inci
denten van 1932 hebben daar veel toe bijge
dragen. De arbeiders zijn wel niet meer zoo
revolutionnair als in de tijden dat er goed
geld werd verdiend communisten noch
socialisten slagen er in een behoorlijk aantal
toehoorders op hun vergaderingen te bren
gen doch juist hun toestand van hopeloos-
'S een gevaar- Wij willen hierbij natuur
lijk niet uit het oog verliezen, dat deze men-
schen waarlijk niet aan hun lot mogen wor
den overgelaten. Het hangende conflict is in
elk geval van ernstigen aard. Men mag
hopen, dat het niet tot een uitbarsting zal
komen, omdat noch de syndicale leiders met
genoegen eer. strijd beginnen, die hun kassen
totaal zou uitputten, noch de patroons ge
steld zijn op incidenten, die hun bedrijf alleen
nog meer kunnen ontredderen en ook omdat
tenslotte de twee partijen thans eerder bond
genooten zijn. Dit kan zonderling lijken. En
toch js het een feit, dat de werklieden zoowel
als de mijnbazen het eens zijn om maatrege
len te eischen ten bate van de mijnindustrie.
Als deze maatregelen worden genomen, dan
zullen de bazen niet meer spieken over
loonsverlaging en zullen de arbeiders ook
niet meer spreken over staking. Van dit
standpunt bezien krijgt het dreigende conflict
eerder meer het uitzicht van een zekere
chantage ten opzichte van de regeering. om
haar bepaalde steunmaatregelen af te dwin
gen. De syndicale leiders zijn het met de pa
troons eens op dat gebied, omdat zij alles
liever hebben dan een strijd, die in dezen tijd
van democratische en vooral socialistische
ontwrichting, maar al te gemakkelijk tegen
hen zou uitvallen. Het jongste textielconflict
te Verviers. dat met een volledige capitulatie
van de arbeiders is moeten eindigen, nadat
millioenen aan steun waren uitgekeerd, heeft
hen op dat gebied heel wat geleerd. En juist
daarom wordt er in de moties die door de
arbeiderssyndicaten werden aangenomen, met
klem op gewezen, dat zij van de regeering
maatregelen verwachten, die, beter dan een
loonsverlaging met 5 pet., de mijnindustrie
uit haar netligen tostand kunnen helpen.
De mijnen werken met verlies.
Hier komen we dan tot den grond van de
zaak. De mijnbazen, die veelal gepatroneerd
worden door de twee groote banken Banque
de Bruxelles en Cociété Générale de Belgique,
verklaren dat zij met verlies werken. Ander
zijds is er werkloosheid bij de arbeiders. In
vele mijnen wordt er slechts gedurende vier
dagen per week gewerkt. Van 1931 af heeft
de regeering ingezien dat maatregelen moes
ten worden genomen, en zij heeft dit gedaan,
in 1933, door 10 fr. per ton te heffen op den
vroeger reeds gecontingenteerden invoer van
kolen. Het bedrag is nadien tot 16 fr. per ton
gebracht. De mijnbazen beweren, dat deze
maatregelen niet voldoende zijn. Anderen, de
vertegenwoordigers van de scheepvaart b.v.
en zij die belangen hebben bij de Antwerp-
sche haven, verklaren het tegendeel. Het zal
wel waar zijn, dat de mijnen werden gehol
pen. Doch men heeft bij de regeering inge
zien dat een invoertaks tenslotte maar een
lapmiddel is en dat'een algemeen regelende
invloed moet kunnen worden uitgeoefend op
de binnenlandsche kolenmarkt, ten einde de
kolenindustrie loonend te maken en te zor
gen dat de duizenden arbeiders, die er bij zijn
betrokken, minder gevaar hebben voor werk
loosheid en meer verdienen.
De heer van Cauwelaert, minister van
Economische Zaken, heeft in dezen geest in
Juni j.1. een wetsontwerp ingediend bij de
Kamer, houdende machtiging voor de reg-e-
ring om speciale maatregelen te treffen toe
reglementeering van de voortbrenging, den
invoer, den uitvoer, den verkoop en het ver
voer van steenkool, cokes, bruinkool, steen
koolagglomeraten en bruinkoolagglomera
ten. Dit wetsontwerp is algemeen beschouwd
en voorgesteld géworden als een begin van
bestuurde economie, op een weg dus die door
de regeering met de jongste besluitwetten
bewust is betreden, al wil men het niet offi
cieel toegeven. Het ontwerp van den heer
van Cauwelaert had in elk geval de verdien
ste een oplossing voor te stellen voor een
vraagstuk dat nu reeds maanden het leven
van velen vergalt.
Een rapport.
Van Cauwelaert heeft een niet onaange
namen steun gevonden in de hoofdcommissie
van de Kamer, die zijn ontwerp heeft onder
zocht en met algemeene stemmen heeft goed
gekeurd. Het Kamerlid voor Bergen, Sinzot,
heeft een rapport uitgebracht dat warm voor
goedkeuring van het ontwerp pleit. Dit rap
port wijst op de overrompeling, door open
lijke of heimelijke dumping van de Belgi
sche markt, door kolen uit Nederland,
Duitschland, Polen en Engeland. Sinzot be
toogt, dat het ontwerp volstrekt niet tot ge
volg zal hebben kwijnende ondernemingen
nieuw leven in te blazen. Hij beweert n.1.
dat de mijnen van de Borinage volstrekt
niet uitgeput zijn. In de zuidelijke kolenbek
ken werken nog 150.000 tot 180.000
arbeiders, die geen enkel ander uitzicht heb
ben dan de mijn. In het Zuiden zijn nog een
milliard ton kolen voorhanden. Als elk jaar
gemiddeld 20 millioen ton wordt gedolven
is er dus nog voor 50 jaar Dit kan men zoo
maar niet opgeven onder voorwendsel dat
de bekkens zijn uitgeput. En door de econo
mische omstandigheden waarin de mijnen
moeten werken worden toch geregeld mijn
schachten gesloten te Montignies, te Ran
sart, te Fleures en elders. De rapporteur
wijst er ook op dat de overeenkomst met
Duitschland van Augustus 1925 welke
Duitschland een te grooten invloed geeft op
de Belgische kolenmarkt, moet worden op
gezegd. De Belgische handelsbalans met
Duitschland is ongunstig voor België met
1.015 894.000 fr., zoodat men een sterke
troef in handen heeft, daar Duitschland
wel niet zoo spoedig een klant zal opgeven,
die in goede, vaste munt betaalt als België.
Er is hierover nog meer te zeggen dan
wat wij hier aanhalen uit het verslag van
den rapporteur, zoowel als tegen 't wets
ontwerp. Wat vooral den doorslag geeft bij
de meerderheid ten gunste van het plan van
Cauwelaert, dat is, dat hij de eenige is die
practisch iets heeft u'urven voorstellen
Het mag als vaststaand beschouwd wor
den dat de mijnbazen het loongeschil op de
spits willen drijven om de invoering van het
plan te bewerken. Het is in België steeds
hun politiek geweest door dergelijke midde
len van de regeering een of ander te ver
krijgen. De leiders van de arbeiders kunnen
geen loonsverlaging aanvaarden. De loonen
die nu worden betaald zijn van 28 fr. tot
43.11 fr., maximum, dit laatste bedrag uit
sluitend voor de beste ondergrondsche ar
beiders. Waarbij nog komt dat de arbeiders
slechts een viertal dagen werken en gemid
deld dus slechts een 600 tot 700 fr. per
maand ontvangen. Kon er enkel en alleen
gezorgd worden voor een vaste bezigheid
gedurende geheel de week, dan zou er reeds
groote tevredenheid heerschen. En om deze
reden ook zijn de arbeiders de bondgenooten
van de patroons om met hen maatregelen
van de regeering te vragen, d.i. toepassing
van het plan-van Cauwelaert.
De regeering geeft den doorslag.
Dit heeft natuurlijk ook een gevaarlijke
zijde in de huidige omstandigheden, name
lijk dat, als de regeering niet toegeeft, het
conflict uitbarst, in de hoop. dat de regee
ring dan wel zal toegeven. En als in de
mijnstreek de staking eenmaal is begonnen,
dan kan alles gebeuren, ook sociale onlus-
sten.
Doch men mag optimistisch zijn in de
overtuiging dat de proefneming-van Cau
welaert in principe een beslist feit is en dat
deze omstandigheden wel degelijk gewicht
in de weegschaal liggen zal. De ooenbare
meening zelf zou, na een ramp als van
Paturages, moeilijk een loonsverlaging met
5 pet. begrijpen en zou meer dan waar
schijnlijk aan de zijde van de arbeiders
staan.
HITLER OVER FRANKRIJK.
„De Duitschers hebben een
zwak voor de Franschen".
De „Intransigeant" bevatte gister
avond een interview met Hitier, dat de
rijkskanselier den Franschen journalist
Lucien Lemas op 12 dezer heeft toege
staan, aldus het „Hbld".
Op de vraag wat hij dacht over de
toekomstige betrekkingen tusschen
Duitschland en Frankrijk antwoordde
de Führer dat hij, sinds hij het bewind
in handen genomen heeft, er naar heeft
gestreefd om de atmosfeer tusschen bei
de landen te verhelderen en van nijd te
zuiveren. Daarom heeft hij indertijd het
denkbeeld gehad van een bilaterale
overeenkomst betreffende het Saarge-
bied. Men heeft hem weliswaar tegenge
worpen dat het verdrag van Versailles
dit onmogelijk maakte, maar hij acht
dit niet overtuigend. Als vandaag den
dag Duitschland en Frankrijk verklaar
den een overeenkomst te willen sluiten
over de Saar en de bevolking van de
Saar was het daarmede eens, dan kan
men er zeker van zijn dat geen enkele
te Genève vertegenwoordigde mogend
heid daartegen iets zou inbrengen.
„Niet dat wij er aan twijfelen", zoo
vervolgde Hitier, „dat de Saarbevolking
in massa voor ons gestemd zou hebben,
maar het zou zeker beter geweest zijn
tot overeenstemming te komen en daar
bij blijk te geven van een breede opvat
ting. Want men zou aldus voor de eerste
maal gekomen zijn tot een accoord tus
schen de twee landen op een belangrijk
punt, hetgeen een zeer gunstig begin zou
hebben gevormd van de verbetering der
betrekkingen tusschen Frankrijk en
Duitschland".
Op de vraag of Duitschland zou terug-
keeren in den Volkenbond en op welke
voorwaarde, antwoordde de rijkskanse
lier dat Duitschland den Volkenbond
verlaten heeft omdat men het als een
natie van den tweeden rang wilde be
handelen. Frankrijk zou in zijn plaats
niet anders hebben gehandeld. Terug
keer zal thans eerst overwogen worden
indien den Duitschers een volstrekte ge
lijkheid van rechten gewaarborgd wordt.
„Er is zekerlijk aanleiding", voegde
Hitier erbij, „rekening te houden met
het feit, dat zich op het oogenblik in den
Volkenbond belangrijke wijzigingen
schijnen voor te doen. Het zou eveneens
noodig zijn de ontwikkeling te volgen
van de situatie ontstaan door de toela
ting van nieuwe leden, die verwezenlij
king nastreven van een bijzonder pro
gramma, zooals b.v. de voorbereiding
van de verspreiding over de geheele
wereld van het communistische ideaal".
Op de vraag waarom Duitschland niet
wil toetreden tot het Oostelijk pact, ver
klaarde de Führer dat de zienswijze der
Duitsche regeering en haar bezwaren
tegen zekere artikelen van dit pact
reeds ter kennis van de andere regeerin
gen gebracht waren.
Hitier besloot als volgt:
„Het Duitsche volk heeft een zwak
voor Frankrijk en waardeert het niet al-
Het conflict in de Belgische
mijnen. (Dag. Overzicht).
Het mysterie-Lindbergh opgelost;
de ontvoerders in arrest. (Buiten
land).
In Mandsjoerije lieerecht pest, 140
personen aan de ziekte bezweken.
(Buitenland).
Sensationeele onthullingen van
de „Morro Castle" (Buitenland).
Zware aardbeving in Mexico; 3
dorpen verwoest. (Buitenland).
Spaansche regeering treedt op
tegen de samenzweerders. (Buiten
land).
Geweldige typhoon in Japan. (Bui
tenland)
Minister Marchant en zijn spel
ling. (Binnenland).
Zes-jarig meisje te Apeldoorn
doodgereden. (Binnenland).
Ontploffing te Groningen; arbeider
gewond. (Binnenland).
(Zie verder eventueel laatste
berichten)»
leen wegens zijn ridderlijke houding,
maar ook omdat het in den wereldoorlog
dapper gestreden heeft. Het zou wen-
schelijk zijn dat het grootst mogelijke
aantal Franschen naar Duitschland
kwam, zij zouden zich er dan reken
schap van kunnen geven dat er vol
strekt geen stelsel van terreur heerscht
en dat daarentegen het volk zelf in den
waren zin van het woord regeert".
Het interview is, nadat het geschre
ven was, door von Ribbentrop nagelezen
en als juist gecertificeerd.
In een redactioneel commentaar
merkt de „Intransigeant" op, dat Frank
rijk geen verdrag met Duitschland over
de Saar zou kunnen sluiten zonder zich
tegenover den Volkenbond hoogst incor
rect te toonen. Wat zou het er overigens
bij winnen? Hitier riskeert al heel wei
nig door te verklaren, dat het een zeer
gunstig begin zou zijn van een verbete
ring der relaties. In werkelijkheid zou
hij in zijn schik zijn, als wij ons niet
meer bekommerden om de meening van
den Volkenbond, waar hij zich persoon
lijk niets van aantrekt. Hij doet duide
lijk uitkomen, dat Duitschland niet in
den Volkenbond zal terugkeeren en het
toetreden van Rusland is voor hem een
nieuw argument voor terughouding.
Alsof Duitschland niet lange jaren het
eenige land was geweest, dat betrekkin
gen met Rusland onderhield! Wij zou
den wel willen gelooven, zoo besluit de
redactie van de „Intransigeant", dat het
Duitsche volk een zwak voor Frankrijk
heeft, maar daarvoor zouden wij moeten
vergeten, dat op het oogenblik de Duit
sche fabrieken zooveel moordtuigen ver
vaardigen in een tempo, dat de beste
waarnemer verbaast en beangstigt.
VERKLARING VAN VON PAPEN.
Pleidooi voor Hitier.
De vroegere vice-kanselier v. Papen publi
ceert een verklaring, waarin o m. staat, dat
het hem in verband met zijn bijzondere missie
te Weenen niet meer mogelijk is de werkge
meenschap van katholieken te leiden.
Hitier heeft v. Papan bij beschikking van
9 September toegestaan als leider der katho
lieke Duitschers af te treden.
v. Papan wijst er op, dat de houding van
den nationaal-socialistischen staat tegenover
de christelijke en de katholieke kerk bij monde
van den Führer ondubbelzinnig is uiteen
gezet.
Kort geleden nog hebben onderhandelin
gen plaats gevonden om de dubbelzinnighe
den ter zijde te stellen v. Papan verklaart te
weten, hoe zeer Hitier de pacificatie tusschen
kerk en staat ter harte gaat.
BEMIDDELINGSVOORSTEL IN
TEXTIELINDUSTRIE.
President Roosevelt heeft het hem
door de commissie van arbitrage
voorgelegde rapport, inhoudende de
voorstellen tot bijlegging van de
staking in de textielindustrie, goed
gekeurd.
Het rapport zal thans den sta
kingsleiders en werkgevers worden
voorgelegd.
TWEE DOODVONNISSEN IN
OOSTENRIJK.
De rechtbank te Leoben in Oostenrijk
heeft Stromberger en Kalcherwegen, ver
dacht van het plegen van een aanslag me:
ontplofbare stoffen, ter dood veroordeeld.