VOOR DE KLEINTJES KIKKERVREUGD SPREEKWOORD RADEN ONZE SCHAT Raadsel hoekte door C. E. DE LILLE HOGERWAARD. maken tegen een verantwoordelijken treinbestuurder, die de bekende ver keersregelen op den Helderschen weg niet in acht neemt? Zeker zal er een treinbestuurder te vinden zijn, die zich hier gaarne toe leent, het is immers een principieele kwestie in het belang der weggebrui kers, dus ook van hemzelf. Alleen reeds dat deze urgente kwestie dan in veel breeder kring zal worden besproken, zal de bevoegde instanties aansporen tot spoedige verbetering van deze inderdaad onhoudbare toestanden over te gaan, en zoowel de politie beambte als de verantwoordelijke trein bestuurder kunnen zich bij voorbaat verheugen in de sympathie der burgerij. Het klinkt haast ongeloofelijk, doch de beruchte overweg bij het slachthuis waar de trein vanaf Alkmaar komen de, meestal totaal onzichtbaar is vanwe ge de vele obstakels is op den ver keersweg niet eens middels waarschu wingsborden aangegeven, en dat nog wel in de gemeente Alkmaar, en op een plaats waar toch juist deze week Rijks waterstaats-ambtenaren meermalen zijn langs gegaan, vooronderzoek betref fende het ongeval te Schoorldam. Moge dan langs dezen weg der publi citeit de hoognoodige verbetering ver kregen worden. Radicaal zal het echter zijn, den spoorweg indien hij niet opgeheven wordt te verleggen naar de andere zijde van den weg, terwijl de hierdoor vrijkomende strook grond voor een rij wielpad kan worden benut. Ook dit laatste is voor dezen weg hoogstnoodzakel ijk. Hoogachtend, C. TEN BRUGGENCATE Heiloo, Sept. 1934. (Door te late inzending kon dit stuk niet meer in ons vorig nummer worden meegenomen. Red. Alkm. Crt.) verbazend lastig en is een voortdu rende dreiging. 22. Dd5! Een mooie beslissende zet die tot afruil dwingt 22. Pe7 gaat niet wegens 22.Te7 en wit kan niet beletten dat zwart achter elkaar 6peelt e3, e2 enz. ongerekeid nog de aanval van de Dame en L. op Wits zwakke koningstelling. 22. Lfó gedwongen want anders gaat minstens de kwaliteit verloren. Op 22. Te5 volgt 23. Dd7 Lf2 24. Tf2 e3 25. Tfl e2 Tfel en Wit blijft nog een officier voor Of 22Dfö 23. Df5 Tf5 24. Lc5 Tc5 en 't spel is voor wit veel eenvou diger. 23. Dc5. Nu komt de Witte Dame sterk te staan op e3 want 23e3 kan nog niet zonder verlies van den looper terwijl 23. Df3 niet gaat we gens 24. Ldl. 2 3Te5 24. De3! Nu is zwarts aanval zoo goed als doodgeloopen. Zwart berekend nu nog een mooi remiseslot, wat everfwel door wit doorzien wordt. 2 4Lg4. 25. Lel. om de Toren op f2 te kunnen gebruiken van de verdediging op g2 2 5g5? Hierdoor krijgt wit matdreigingen. 26. Lb3. Om 26f5 te voorkomen 2 6Lf3. 27." c4! om ruimte te maken voor Lel. 2 7g4!? Nu dreigt 28 Dh2 met remise door eeuwig schaak 28. Lc3! voor den aanval en geeft den Koning een vluchtveld op el. 28. Dh£. 29. Kh2 Th5 30. Kgl Thl 31. Kf2 Th2 32. Kei 2 8Tf5. 29. cb5. N umoet de a-lijn open voor Tal. 2 9ab5 30. a4. c6. 31. ab5 cb5 32. Dd4! Zien opmerking bij den 25en zet. Dreigt mat op h8. Nu valt de zwarte stelling ineen. Deze zet had ook eerder gekund maar was dan voorbarig en dus fout geweest. 32Tfc5! Nog de eenige zet die zwart een tijd lang doet leven. 33. Ta7. Dh3? met matdreiging op g2 Wit laat deze intimidatie koud. 34. Lf7f Kf8. De eenige zet op Kg8 volgt mat in twee zetten na De5 Te5 Le5. 35. Lb4. T5e7. Zwart wil een tem po verkrijgen maar moet nu ook hiervan afzien. Immers nu kan 36. Tf2, waarna o3 niet gaat wegens De3. Wit speelt echter 36. Le7. Zwart geeft ophet mat is niet te dekken. Behoudens enke'e heeft zwart ge daan wat hij kon. Van beide zijden is sterk gespeeld. Ik vind 5. Df6 niet sterk, de dame staat vaak aan aanval len bloot vandaar dat ik meer voel voor 4Dh4. 23, 24. W- 13 sch. op: 25/28, 30/35, 37, 42,-47. 2329 en 18 :.38. Wit moest nu slaan 42 33 wegens de dreiging 1721. Maar zwart zette na 42 33, 14—20 (wit 25 23), 13—18 (wit 30 19), 18 38 (wit 32 43) en 1721 met als gevolg de winst van een schijf. Ter oplossing voor deze week: Probleem 1351 van P. H. Idzerda, Rot terdam. Zw. 6 sch. op: 5, 11, 21, 22, 30, 35 en dam op 2. W. 9 sch. op: 8, 13, 15, 32, 37, 38, 40, 44, 46. Waarom mag zwart in deze positie niet spelen 22—27? In onze volgende rubriek geven wij de oplossing. Je hebt het al geraden: Het iseen kindje klein. Maar wist j'ook, dat die kleuter Ons zusje lief zou zijn? Wij staan vaak met ons drietjes Zoo vol bewondering Te kijken naar ons zusje. 't Is toch zoo'n snoezig dingl We willen haar niet missen, Niet voor een handvol goud! Ik denk, dat zusje n u al Een huisvol van ons houdt! (Nadruk verboden). Voor 't zonnig, groote venster Daar staat. ja, raadt eens wat! Maar eerst wil 'k je vertellen: 't Is onze grootste schat. Het heeft twee blauwe oogjes, Een mondie, o. zoo klein! Elk wangetj is een perzik En 't neusje is zoo fijn! 't Ligt in een rose wiegje En 't lacht soms tegen ons. De vingers zijn garnaaltjes, De haartjes lijken dons. Jihaa&eu&tieA Oplossing tweezet 510, Probleem 511, R. Reizes. Oplossingen der raadsels uit 't vorige nummer. Voor grooteren. Herfstdraad. Feest, haas, roof, rat, Ada, das. Als Oom Bas raadsels opgeeft, zijn ze niet gemakkelijk. (Basra). Hij was kwaad en liep zonder een woord te zeggen weg. (Aden). Hebben jullie Ooms kwast opge dronken? (Omsk). Het lidmaatschap bedraagt vijftig cent per maand. (Perm). Heeft Tante Agaat u rijnwijn ge stuurd? (Turijn). Tandartsen. Konijn, tonijn. Voor kleineren. m Merel, mes merel bek wm Tweezet. Eindspel 810, Zwart: Johner. De schrikkeldag (29 Februari). Groen, te boer; groenteboer. Tin, kin, vin, zin, spin. OM OP TE LOSSEN. Voor grooteren. Kruisraadsel. Op de beide kruisjeslijnen komt naam van een vogel. jMQezoHden Stukken Zeven kleine kikkers Kwaken in de sloot. Zeven kleine kikkers Dansen poot aan poot. Wie verstaat hun liedje: Kwaak-kwak-kwaak-kwak-kwaak? 'k Tel de woorden, tot ik In de war geraak. (Nadruk verboden). Zeven kleine kikkers Lachen kleuters uit, Kwaken: kikkertaaltje Leer je nimmer, guit! - 't Lied lijkt soms eentonig, Maar dat is het niet! 'k Luister daarom altijd Naar 't gekwaak in 't riet Wit: Aljechine. De bedoeling is: 1. Lf4 ef4 2. Df4! en neemt zwart nu te rug met gf4 dan volgt 3. Ph6ft en 4. Tg8 mat (niet 3. Pf6? want dan vlucht de zwarte K. over f7 en komt na Pe8 Ke8 een stuk voor. Correspondentiepartij. Gespeeld in 1918. Wit: J. G. van Burken. Zwart: W. Tensen. Schotsche partij. 1. e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. d4 ed4 4. Pd4 Lc5 Hier geeft 4 Dh4 mooi spel van zwart. Wit moet de belangrijke e-pion prijs geven en krijgt daardoor positie voordeel terwijl het verdedigen der e-pion wit een zeer gedrongen en moeie- lijk spel geeft. 5. Le3 Df6 XXXXXXXXX CARLA HOOG. le rij een medeklinker. 2e een deel van een vrucht. 3e een deel van een visch. 4e een plaats in Limburg. 5e 't gevraagde woord. 6e een provincie in ons land. 7e een ander woord voor puntig. 8e een verkorte meisjesnaam. 9e een medeklinker. Welk is het gulzigste dier? Vul deze 16 vakjes in met: 4A II 2K 1M 3N 3S 2T maar doe het zóó, dat je van links naar rechts en van boven naar be neden leest: le rij een deel van een schip. 2e een meisjesnaam. 3e iets wat dikwijls een teeken van droefheid is. 4e een hond. Mijn eerste is een omgekeerd manne lijk dier, mijn tweede een visch en mijn geheel een bloem. Voor kleineren. Op de zigzag-kru'sjeslijn komt, van boven naar beneden gelezen, de naam van een stad in Zeeland. le rij een deel van je gezicht. 2e een roofvogel. X 3e een deel van een kast X of tafel. X 4e een metaal. 5e een deel van je gebit. 6e een vette vloeistof. C 7e timmermansgereed- X schap. X 8e een lichaamsdeel van een roofdier. 9e tuinmansgereedschap. 19e het tegenovergestelde van vol. Welk ijs kan niet smelten En smaakt toch wel goed? Zeg mij nu eens even, at t antwoord zijn moetl (Nadruk verboden) Welk spreekwoord stelt dit plaatje voor? Wordt het scherm anders nooit ne gelaten? We zijn toch niet te laat, hè Oom Kies u zelf maar een mooi boek u' Welke appel wordt niet gegeten" (Nadruk verboden.) Verborgen jongens- en meisjesna men Toen Oma riep, kwam zij uit haar schuilplaats te voorschijn. Ik liep iets te ver, toch zag ik gauw waar ik zijn moest. (2)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 12