VROOP
EEN EERESCHULD.
Gebruikt in Uw soepen HONIG's BOUILLONBLOKJES - 6 voor 10 cent
Nederlandsch Landhuishoud-
kundig congres.
BETALINGSVERKEER
MET DUITSCHLAND.
Mevr. S 1 o o t e nS m i t was van oor
deel, dat de kleinen dan worden gedupeerd.
Weth. P o s c h merkte op, dat B. en W. in
hun gister gehouden vergadering, de zaak
hebben besproken. Mevrouw Slooten had
daar niets gezegd van hetgeen zij thans naar
voren bracht. Spr. was van oordeel, dat B.
en W. naar omstandigheden moesten hande
len.
De voorzitter deelde deze zienswijze.
Mevr. SlootenSmit oordeelde het
van belang, dat de raad dit goedkeurde. Na
de B. en W.-vergadering was zij tot de con
clusie gekomen, dat hetgeen zij voorstelde,
wel wenschelijk was.
Dt voorzitter oordeelde dat de raad,
die de regeling had aanvaard, geen beslis
sing meer had te nemen. Wanneer de rege
ling zich er niet tegen verzet, dan kan over
eenkomstig het voorstel worden gehandeld.
De heeren v. d. Laan en Smit oordeel
den het billijk, om aldus kleine boertjes, die
°°k de 3 per week niet kunne® betalen, te
helpen.
Hierop werd aldus besloten, onder voor
behoud, dat de regeling dit toelaat.
Devoorzitter deelde hierop mede, dat
van het Prov. Waterleidingbedrijf voor alle
raadsleden een uitnoodiging was ingekomen
voor het bijwonen van een op 3 October in
Alkmaar te houden vergadering in een na
der te bepalen lokaliteit. In die vergadering
zal een uiteenzetting van het bedrijf worden
gegeven en een koffiemaaltijd worden aan
geboden, waarna een excursie zal worden ge
houden in het waterwinningsgebied te
Bergen.
De voorzitter uitte de wensch, dat de
raadsleden aan deze uitnoodiging gevolg
zullen geven.
De heer Molenaar was van oordeel,
dat de menschen, die veraf wonen, het water
toch niet krijgen.
De heer v. d Laan had pogingen aange
wend, om aansluiting te verkrijgen, doch er
varen, dat het bedrijf met de voorwaarden
zeer onbillijk was.
Het schrijven werd hierop voor kennis
geving aangenomen.
Overeenkomstig het voorstel van B. en W
werd hierop besloten de begrooting 1934 te
wijzigen.
De heer Molenaar rapporteerde hierna
tot vaststelling van de gemeenterekening
1933, ontvangsten f 44570.86 en uitgaven
48058.23, nadee'ig saldo 3487.37 voor
den gewonen dienst en voor den kapitaal-
dienst ontvangsten 3348 75, uitgaven
3942.75, nadeelig saldo i 594 Ook stelde
hij namens de commissie voor om de reke
ning van het G. E. B. ontvangsten j 9108.48.
uitgaven f 10458.75. nadeelig saldo 1350.27
voorloopig vast te stellen.
Spr. deelde nog mede, dat het nadeelig
saldo van het G. E B. in de gemeentereke
ning was verwerkt, zoodat. indien dit bedrijf
zich had kunnen bedruipen, het nadeelig
saldo van de gemeenterekning ruim 2000
zou zijn geweest.
Conform het voorstel werd besloten.
Mede werd, overeenkomstig een voorstel
van den voorzitter besloten, eenige verschil
len tusschen de begrooting in de rekening op
te heffen.
Verkoop op Zondag.
De voorzitter deelde mede, dat de be
trokken winkeliers te kennen hebben gegeven,
gebruik te willen maken van de verruiming
van de verkoop gelegenheid op Zondag.
B. en W. stelden daarom voor, om voor
visch, fruit, brood en banket, suikerwerk en
chocoladewinkels de openstelling op Zondag
van 5 op 6 uur te stellen en voor tabakwinkè-
liers en slijters op 4 uur.
Met algemeene stemmen werd besloten
voor 15 October de daarvoor noc.dige ver
klaring van het gemeentebestuur bij den mi
nister in te zendien. Het kohier van de hon
denbelasting werd hierop conform vastge
steld, omdat een voorstel van den heer
Heynis om de heffing voor werkhonden, die
0.75 bedraagt, te verhoogen, niet vol
doende werd ondersteund en dus niet in
stemming kon worden gebracht.
De vervolgcursus.
De voorzitter deelde mede, dat voor
de te houder/cursus in vervolgonderwijs te
Grootschermér zich 8 en voor die te Drie
huizen zich 6 leerlingen hadden aangemeld.
Hieronder zijn aangiften van leerlingen, die
reeds eerder de school hebben verlaten en die
dus wettelijk niet voor dit onderwijs in aan
merking komen. De gemeente moet nu alles
betalen en is dus vrij in het nemen van een
beslissing. De verordening bepaalt echter,
dat voor de cursus in Grootschermer min
stens 10 leerlingen en voor die in Driehuizen
minstens 7 leerlingen moeten zijn.
Besluit de raad de cursussen te laten door-
HeuMeton
Naar het Engelsch van Dorothea Gerard.
50.
De lange vinger, waarmee zij naar de
ueur wees, trilde en uit haar starenden blik
sPrak iets, dat naar haat leek.
.«waarom gaat u niet?" vroeg zij, toen
'1 zich niet verroerde. „Heeft u iets te uwer
rontschuidiging aan te voeren? U zult
uw geld tot den laatsten stuiver uitbetaald
..Jgen, maar u is niet langer mijn
vriend!
Maiewicz liep naar de deur zonder te
spreken; toen keerde hij zich om, of hij in-
een besluit gekomen was en zei:
»ik heb slechts één ding te mijner veront
schuldiging aan te voeren: ik heb uw doch
ter lief, ik heb haar al lang lief gehad,
ueef mij het geld, als u wilt, maar geef
haar er bij en noch zij, noch u hoeft afstand
te doen van uw landgoed".
Hij keek naar haar met den vurig-smee-
kenden blik van een man, die zich aan een
stroohalm vasthoudt.
Madame Zielinska zat een oogenblik stijf
rechtop; toen viel zij weer in haar stoel
terugi v
,,Is dit dan de intrigue?" prevelde ze tus
schen haar trillende lippen „Wilt u de edel
moedige schuldeischer zijn, die zich zou op
offeren om ons, ons bestaan te laten? U
gaan, dan dient tevens te worden besloten, de
verordening te wijzigen.
De heer Smit was van oordeel, dat, gezien
de geringe aangifte, de gemeentefinanciën en
het feit. dat er leerlingen zijn aangegeven,
waarvoor de cursus niet is bedoeld, het ver
volgonderwijs niet moest doorgaan en diende
daartoe Let voorstel in.
De voorzitter was van oordeel, dat
overwogen kon worden de cursussen samen
te voegen. Het onderwijs kan dan aan de
beide schoolhoofden worden opgedragen.
Weth. P o s c h ac' tte dit niet mogelijk, om
dat ook aan 6 meisjes handwerkonderwijs
gegeven moet worden.
Mevr. S1 o o t e nS m i t deelde mede, dat
de leerlingen met kunst en vliegwerk bijeen
gebracht waren. Zij had voorts vernomen,
dat verschillende moeders hun meisjes thuis
houden, omdat het na afloop van de cursus
zeer koud is.
De heer v. d. L a a n wilde, als dit het
geval was, dan geen cursus meer houden.
Devoorzitter oordeelde dit echter
geen motief en bleef er bij, dat pogingen in
het werk gesteld moesten worden, om de
cursussen samen te voegen.
De heer He ij nes verklaarde zich voor
dit voorstel.
De heer Smit handhaafde zijn voorstel
om de cursus wel te laten doorgaan.
De heer v. d Laan was van oordeel, dat
de cursussen of goed moesten doorgaan of
moesten worden opgeheven. In het belang
van het onderwerp stelde spr. voor de cur
sussen in beide dorpen, ondanks de geringe
belangstelling, te laten doorgaan en de ver
ordening zoodanig te wijzigen, dat van
Grootschermer het aantal leerlingen op min
stens 8 en voor Driehuizen op minstens 6
werd bepaald. 1
Met 4 tegen 2 stemmen, die van de heeren
Smit en Molenaar, werd dit verstrekkende
voorstel aangenomen.
Rondvraag.
Op een vraag van den heer Heijnis deelde
de voorzitter mede. jat B. en W. po
gingen hadden aangewend om voor het gezin
Doornbosch, met huurgarantie van de ge
meente. een woning te kiezen. Zij waren
daarin nog niet geslaagd, zoodat B. en W.
nog eer.igen tijd voor de ontruiming van de
schuur, ten behoeve van de voetbalvereeni-
ging noodig hebben.
Op een vraag van den heer Heijnes gaf de
voorzitter nog bevredigende inlich
tingen over de tewerkstelling van werkloo-
zen aan den dijk.
Besloten werd de beantwoording van een
vraag van den heer v. d. Laan over een toe-
zeggin van subsidie door een president-
armvoogd aan een gezin, als dit zich elders
vestigde, in comité te beantwoorden.
Hierop werd de openbare vergadering
gesloten.
£attden Jninéoum
Gistermiddag is op de Amato te Amster
dam geo-pend het 86ste Nederlandsche Land-
huishoudkundig Congres.
De vergadering werd geopend dóór den
voorzitter inr. A. O. A. Rappara, die na de
aanwezigen welkom te hebben geheeten,
eenige gevoelvolle woorden wijdde aan de
naedachtenis van Prins Hendrik, den be
schermheer van het congres, en aan het ver
scheiden van H.M. de koningin-moeder.
In het vervolg van zijn rede zeide de voor
zitter:
De crisis drukt zwaar op ons economisch
leven en ook onze vereeniging heeft daarvan
de nadeelige gevolgen moeten ondervinden.
Het aantal leden is dalende; blijkbaar heb
ben sommigen, zich in hunne uitgaven moe
tende beperken, het lidmaatschap opgezegd,
omdat zij het nut van de congressen niet in
zagen en het congres niet beschouwden als
eene vereeniging, waarvan het dringend ge
boden is lid te zijn. In den laatsten tijd heb
ben onze vergaderingen zich in een stijgen
de belangstelling mogen verheugen en ook
de internationale congressen, waar ik eenige
malen de Nederlandsche regeering heb mo
gen vertegenwoordigen, nemen in belang
rijkheid toe.
In een zeer lezenswaardig artikel, voor
komende in het Algemeen Nederlandsch
landbouwblad van 14 Juni j.1., wüdt de se
cretaris van het congres dr. Molhuyzen,
eenige beschouwingen aan het nut der Inter
nationale congressen.
Hij schrijft onder meer, dat voor uitwis
seling van gedachten over gewichtige on
derwerpen deze congressen en vergaderin
gen er krachtig hebben toe bijgedragen, om
ten aanzien van menig voor den landbouw
belangrijk vraagstuk, zoowel de internatio
nale- als de nationale belangstelling te wek-
ken.
Daardoor is in internationaal overleg
vaak bereikt, wat op deze bijeenkomsten als
nuttig en met de belangen van den land
bouw overeenstemmende, is bepleit en ver
dedigd.
Terecht wijst dr. Molhuyzen er op, dat
aan de vertegenwoordigers en deskundigen
uit de onderscheidene landen de gelegenheid
wordt geboden hun kennis ten aanzien van
urgente vraagstukken op landbouwgebied,
die ook voor eigen land van belang zijn, te
verruimen, zich op de hoogte te stellen van
de moeilijkheden en de bezwaren welke be
paalde maatregelen in de verschillende lan
den medebrengen. Hierdoor wordt weder-
zijdsche waardeering voor elkanders stand
punt aangekweekt en wordt een kiem gelegd
voor wederzijdsche erkenning van elkanders
belangen.
Men vergete daarbij niet, dat de Interna
tionale congressen, die dor de Internationale
iandbouwcommissie worden voorbereid en
georganiseerd, den stoot hebben gegeven dat
zoowel in den Volkenbond als in het Inter
nationaal arbeidsbureau de landbouw in de
gelegenheid wordt gesteld bij de bestudee
ring en de bespreking van groote economi
sche sociale en politieke vraagstukken bun
stem te doen hooren.
Wat voor de internationale congressen
geldt, geldt ook voor de nationale. De be
doeling van den oprichter van het congres in
1846 baron Sloet tot Oldhuis is o.m. ook ge
weest, dat de landbouwkundigen in hunne
jaarlijksche bijeenkomsten zich zouden bera
den over maatregelen, die den landbouw ten
goede zouden komen en deze onder de aan
dacht der regeering te brengen.
Verscheidene malen heb ik er reeds op
onze bijeenkomsten op gewezen, dat tal van
regeeringsmaatregelen het uitvloeisel zijn
geweest van zakelijke en grondige bespre
kingen op onze congressen en in de beide
Kamers der Staten-Generaal wordt herhaal
delijk verwezen naar de beraadslagingen,
die over een of ander belangrijk punt in onze
vergaderingen zijn gevoerd.
Evenmin mag worden voorbijgezien, dat
de oplossing van voor den landbouw urgen
te vraagstukken na uitvoerige en ernstige ge-
dachtenwisseling, dor onze congressen her
haaldelijk zijn bespoedigd.
Het zou in hooge mate te betreuren zijn,
indien het werk door onze voorouders met
zooveel kracht ter hand genomen en door
ons met energie voortgezet, door gebrek aan
belangstelling zou moeten worden gestaakt.
In dit verband richt ik mij speciaal tot de
jongeren en wel in de eerste plaats tot hen,
die hunne studiën aan de Wageningsche
Hoogeschool hebben volbracht. De Land-
bouwweek, die de laatste jaren in Wagenin-
gen gehouden wordt, slaagt en is het nu ge
waagd te veronderstellen, dat op den duur
dée bijeenkomsten aan ons congres afbreuk
zullen doen?
Men versta, mij wetS ook ik ben van oor
deel, dat de landbouwWéêk nuttig werkzaam
zal zijn in het belanj? van den vaderland-
schen landbouw, maar die jongeren hooren
ook hier thuis. Te meer veroorloof ik mij de
vrijheid om daarop den nadruk te leggen,
omdat het steeds het streven van het be
stuur is geweest, om een zekere band te leg
gen tusschen de Wagëningsche Universiteit
en het congres. Immers in de laatste jaren
was de Wageningsche Hoogeschool in ons
bestuur vertegenwoordigd en nu professor
Mees aan de beurt van aftreding is, staat
ook op de voordracht van een nieuw be
stuurslid als no. 1 een der professoren dier
instelling. Wat de landbouw-ingenieurs aan
gaat, ook door hen worden een of meer ze
tels in het bestuur ingenomen.
In de tweede plaats doe ik een beroep op
jonge practische landbouwers; ook zij moe
ten toetreden tot onze gelederen en evenals
vroeger moet ook hun stem in onze bijeen
komsten worden gehoord".
Met een beroep om werkzaam te zijn in
het belang van het Nederlandsch Landhuis-
houdkundig Congres opende spr. het 86ste
congres.
Na afdoening van enkele huishoudelijke
zaken werden enkele technische problemen
in den landbouw toegelicht, door prof. ir. M.
F. Visser uit Wageningen in verband met
speciaal gevraagde inzendingen in de afdee-
ling „Landbouwwerktuigen'' der tentoonstel
ling.
In bespreking kwamen: de toepassing van
luchtbanden bij in den landbouw gebruikte
wagens; de gTaanbewaring op de boerderij;
betonkuipen met h oog-opvoeren de haksel-
sniiders voor groenvoer.
Aan de orde kwam voorts een prae-advies
van prof. ir. W. Schermerhorn te
Delft over „Begrijpt het Nederlandsche volk
voldoende de beteekenis van onzen land- en
tuinbouw voor de welvaart van ons land?"
In dit prae-advies wordt verdedigd de stel
ling: Het Nederlandsche volk begrijpt onvol
doende de cultureele waarde van den boe
renstand en de boerenstand helpt zelf aan
dit wanbegrip mee. Op den duur is hieruit
desorganisatie en onevenwichtigheid te ver
wachten. Op dat oogenblik wordt ook de
welvaart van ons volk in meer engeren zin
bedreigd.
In de uitwerking van deze gedachte wordt
het begrip „welvaart" zoowel economisch
als cultureel gezien.
Teneinde tot de erkenning van de cultu
reele waarde van den boerenstand te gera
ken, gmg de prae-adviseur na, op welke wij
ze de z.g.n. economische mensch en de tech
nische mensch, met welke uitdrukkingen
twee alles overheerschende karaktertrekken
van den West-Europeeër zijn bedoeld, tot
gelding komen in de levenshouding van den
boerenstand. Het vraagstuk van de ontwik
keling van het boerenvolk kan tot oplossing
worden gebracht, indien men bereid is, met
de natuurlijke grenzen, die het productiepro
ces stelt, rekening te houden.
Aldus zal een zich verheffende boeren
stand onder de werking van de steeds aan
wezige bindingen, als het stabiele element
in het volksleven van groote waarde kunnen
zijn.
EXTRA EN BIJZONDERE
TOEWIJZINGEN VERVALLEN.
Het crisis in- en uitvoerbureau te den
Haag deelt mede:
Op 1 October, 1 November of 1 December
vervallen de eerste of tweede gewone, extra
en bijzondere toewijzingen voor den invoer
van een groot aantal artikelen, die voor een
jaar gecontingenteerd zijn. De aandacht
wordt erop gevestigd, dat deze toewijzingen
en de daarop afgegeven vergunningen niet
verlengd kunnen worden.
BENOEMING CRISIS-CENTRALE.
Benoemd is tot lid van het dagelijkseh
bestuur van de stichting Nea. Groenten-
er. Fruitcentrale de heer C. Wagenaar
te Broek op Langen dijk.
(Slot.)
Bovendien is hij verplicht een hem door
den vertegenwoordiger ter hand te stellen
speciaal daarvoor aangewezen formulier
(Form. 2 B Betaling aan Vertegenwoordi
gers) ingevuld en onderteekend aan het
Nederlandsch Clearinginstituut in te zen
den.
c. Indien de goederen uit Duitschland eersl
aan den vertegenwoordiger worden gezon
den ter aflevering aan den Nederlandschen
afnemer en de betaling rechtstreeks aan den
Duitschen leverancier geschiedt, moet tegen
over den vertegenwoordiger nier te lande
door den afnemer een verklaring afgelegd
worden, dat hij de storting bij de Nederland
sche Bank zal verrichten. Inzending van het
gebruikelijke formulier aan het Clearingin
stituut dient door den afnemer te geschieden.
d. Indien de goederen uit Duitschland eerst
aan den vertegenwoordiger in Nederland
worden gezonden ter aflevering aan den Ne
derlandschen afnemer en de betaling aan
den vertegenwoordiger moet geschieden, dan
vervult deze de noodige formailteiten tegen
over douane en Nederlandsche Bank. Echter
moet de afnemer, zooals hierboven onder b.
beschreven, het betreffende formulier 2B aan
het Nederlandsche Clearinginstituut inzen
den.
Verplichtingen van vertegenwoordigers.
Ten behoeve van vertegenwoordigers is
door het Clearinginstituut een speciale in
structie samengesteld, waarvan exemplaren
aldaar verkrijgbaar zijn. Wij hebben van
deze instructie afschriften vervaardigd, die
wij onzen relaties op verzoek gaarne toezen
den.
zoudt ons willen verpletteren met uw groot
moedigheid? Neen, neen, Pan Maiewicz, u
hoeft niet te denken dat u, of mijn toestem
ming, of die van mijn dochter zoudt krijgen
voor zulk een financieele schikking: we
mogen dan arm zijn, maar we zijn niet zon
der eergevoel!"
Maiewicz wendde zich tot mij:
„Vraag deze dame", zei hij met vlammen-
den blik, „vraag miss Middleton, of ik mij-
zeiven oipoffer, of dat ik streef naar de ver-
vulling van wat al jaren lang mijn eenige
gedachte is geweest of ik mij beschouw
als den gever of den ontvanger. Zij weet
zoo eenigszins wat er in mijn hart om-
gaat".
Madame Zielinska hield onwillekeurig
den blik even op hem gevestigd; toen schud
de zij koppig het hoofd.
„Neen, neen, het kan zijn dat u haar lief
hebt, maar ze kan dit gevoelen niet jegens
u koesteren: ze heeft pas een ander lief ge
had en dan u is valsch, u heeft mij mis
leid, dus zou ik u niet tot schoonzoon wil
len 'hebben. Ga heen, zeg ik u, en keer niet
weer!"
Hij ging nu ook, zonder meer een woord
te zeggen, enkel met een langen, vragenden
blik mijn kant uit.
Ik wachtte niet, tot madame Zielinska
sprak, maar zei verwijtend:
„U zult hem terugroepen, zoo niet van
daag dan toch mogen".
„Nooit!" antwoordde zij heftig. „Hij heeft
mij bedrogen!"
„Maar als Jadwiga hem nu lief had?
Als zij hem ging liefhebben?"
Maaame Zielinska schoof onrustig heen
en weer in haar stoel.
„Mocht Jadwiga soms al voor hem ge
voelen, dan zou hier toch niets van komen
Dat zou te gemakkelijk zijn, begrijpt u wel?
Wij hoeven geen afstand te doen van ons
landgoed, zei hij, maar ik wil er afstand van
doen! Ik wil materieel lijden inplaats van
moreel: anders zou het geen boetedoening
wezen. Niets zou mij dan het gevoel geven
dat ik inderdaad den prijs betaald had voor
die zonde het zou niet diep genoeg grie
ven, ziet u!"
En met haar verwilderden blik deed zij als
't ware een beroep op mijn goed verstaan
van de zaak.
Ik verliet haar met een zucht, daar ik nu
weer een nieuwen, vijandel ijken invloed
duchtte tegen de verbintenis, die ik altijd
nog tot stand hoopte te brengen.
Het was duidelijk, dat zij niet kon verge
ven den man, die nu twee maanden geleden
haar dorst naar boetedoening kon hebben
gelescht, maar dit nagelaten had.
Ik had een gevoel, dat Jadwiga niet al
leen gelaten moest worden, maar zij had
zich op haar kamer opgesloten en, daar ik
de mijne niet kon bereiken dan door de ha
re, moest ik wel een andere toevlucht zoe
ken. Die vond ik in de provisiekamer, waar
Marya, bijgestaan door Anulka die haar
hulp had aangeboden in de hoop dat er mis-
Sihien een lepel viel af te likken bezig
was heele rijen potten met ingemaakte
vruchten te rangschikken Daar ik te ruste
loos was om alleen te zijn, begon ik ook te
helpen.
Terwijl wij dus alle drie aan het ruimen
waren, verscheen er ineens een schaduw
in de deur, en, toen ik mij omkeerde, zag ik
tot mijn schrik Maiewicz staan, die naar
mij keek met een onuitgesproken vraag in de
oogen.
„Ik dacht, dat u weg was", zei ik, en,
terwijl ik den jampot neerzette dien ik qp
dat oogenblik juist in mijn handen had, liep
ik met hem de gang in.
„Ik ga dadelijk, wees maar niet bang,
maar ik zou u graag een paar minuten al
leen spreken. Kunnen wij niet ergens gaan,
waar wij niet gezien zullen worden? Ik ben
hier een banneling, weet u, en ik zou niet
graag uit het huis gezet worden".
We gingen juist langs een deur, die aan
stond en die naar een vierkante ruimte leid
de boven de keldertrap een soort van bij
kelder leek het wel waar lege wijnvaten
en ontkrukte flesschen stonden, alles dik
overdekt met stof en spinnewebfcen.
„Niemand zal ons hier vinden", zei ik,
terwijl ik vast plaats nam op een omgekeer
de pakkist. Er waren nog genoeg dergelijke
plaatsen te vinden en, nadat Maiewicz dus
ook hoog en droog zat, begon hij dadelijk,
ofschoon op gedempten toon:
„Dit is waarschijnlijk de laatste keer, dat
ik hier in huis zal wezen en ik zou graag
hebben, dat er tenminste één persoon was,
die precies den stand van zaken kende".
„Heeft u altijd de waarheid geweten?"
vroeg ik en trachtte in het half-duister de
uitdrukking op zijn gelaat te onderscheiden
„Niet al dien tijd".
„Sinds wanneer dan?"
„Sinds twee dagen voor den dood van Ka-
zimir Zielinska. Op dien dag, heb ik u al
eens verteld, kwam de vreemde monnik op
van 't HOESTEN
Gij Tioest, de slijm benauwt U meer
en meer. Wacht niet, morgen kunt
Ge reeds een bronchitis te pakken
hebben. Neem vandoog nog Akker's
Abdijsiroop, overbekend door haar
eigenschappen taaie s'ijm op te los
sen en om hoest te genezen. Ze
werkt reeds no den eersten lepel en
vannacht kan dan Uw sloop rostig
en verkwikkend zijn zonder benauwd
heden. Abdijsiroop woelt de slijm los
en stopt den hoest. Uw ademhalings
organen vinden hun veerkracht terug.
Het werkzoamste geneesmiddel bijt
Hoest- Griep-Bronchitis-Asthma y
Bovengenoemde prijs wordt verhoogd
met bijslag Omzet-belasting.
De belangrijkste verplichtingen van ver
tegenwoordigers zijn de volgende:
a. Indien ae goederen rechtstreeks uit
Duitschland aan den Nederlandschen af
nemer worden gezonden en betaling recht
streeks aan den Duitschen leverancier moet
geschieden, vervult de afnemer alle formali
teiten tegenover douane, Nederlandsche
Bank en Clearinginstituut.
b. Indien de goederen rechtstreeks uit
Duitschland aan den Nederlandschen af
nemer worden verzonden en oe betaling aan
den vertegenwoordiger hier te lande moet
geschieden, is deze laatste alleen gerechtigd
de betaling in ontvangst te nemen, wanneer
hij zich vooraf tegenover het Nederlandsch
Clearinginstituut bereid heeft verklaard, om
alle door hem als vertegenwoordiger te ont
vangen bedragen, onder aftrek van zijn pro
visie en kosten, aan de Nederlandsche Bank
af te dragen. Voor den tekst van deze bereid
verklaring verwijzen wij naar de hierboven-
bedoelde instructie van het Nederlandsch,
Clearinginstituut. Bij ontvangst van het
factuurbedrag moet de vertegenwoordiger
aan den afnemer bevestigen, dat hij voor be
taling aan de Nederlandsche Bank zal zorg
dragen; tegenover vaste afnemers kan hij
een algemeene verklaring afleggen, geldig
voor alle toekomstige transacties. Van elke
betaling aan de Nederlandsche Bank moet
de vertegenwoordiger aan het Clearinginsti
tuut kennis geven door middel van een daar
toe speciaal bestemd formulier (Form. 2A
Storting door Vertegenwoordigers). Boven
dien moet hij aan den afnemer het hierboven
genoemde formulier 2B uitreiken.
c. Indien de goederen uit Duitschland eerst
aan den Nederlandschen vertegenwoordiger
worden gezonden ter aflevering aan aen
Nederlandschen afnemer en betaling recht
streeks moet geschieden aan den Duitschen
leverancier, zal de vertegenwoordiger, als de
goederen bij ontvangst hier te lande reeds
verkocht waren, aan zijn verklaring tegen
over de douane inzake de storting bij de Ne
derlandsche Bank het volgende moeten toe
voegen:
„Hij/zij wijst er echter op, dat de goede
ren reeds aan (een) hier te lande geves
tigde^) afnemer(s) zijn verkocht. Hij/zij
zal van deze(n) verkoop(en) onder opgave
van de(n) afnemer(s) aan het Neder-
landsche Clearinginstituut mededeeling
doen en deze(n) verzoeken, bovenstaande
verbintenis tot afdraging aan de Neder
landsche Bank voor hem/haar over te
nemen."
Zijn de goederen nog niet verkocht (con
signatiezendingen), dan moet de verklaring
als volgt luiden:
„Hij/zij wijst er echter op, uai de betalin
gen van zendingen als deze in den regel
geschieden door de(n) afnemer(s) dezer
in consignatie gezonden (nog niet ver
kochte) goederen. Hij/zij zal van iederen
verkoop onder opgave van den afnemer
Roma Wielka. Ik ontving hem natuurlijk,
net als Zielinska hem den dag daarop ont
ving. Ik was toen pas twingtig, maar fun
geerde reeds als heer des huizes, daar mijn
vader enkele jaren te voren gestorven was.
Toen de vreemdeling mijn naam hoorde
hij kende geen woord Poolseh scheen hij
getroffen; hij was waarschijnlijk naar het
huis gekomen, zonder eerst te vragen wie de
eigenaar was. Een oogenblik zat hij diep in
gedachten verzonken, waarna hij een door
dringenden blik om zich heen wierp en bot
weg zei: „Maar ik heb gehoord dat uw fa
milie rijk was?" Ik was nog jong genoeg
om mij te ergeren aan die opmerking, dus
antwoordde ik stroef: „Dat kunt u zeer juist
gehoord hebben, maar rijkdom is soms niet
van blijvenden aard". De monnik schudde
het hoofd en jammerde: ..Die kaarten!
O, die kaarten! Ik wist. dat die ziin onder
gang zouden bewerken! Uw vader heeft een
groot verlies geleden in Parijs in 185
is 't niet?" Ik antwoordde dat mijn vader
verscheiden verliezen had geleden. ..Maar
dat verlies werd toch weer gedekt. Herin
nert il zich niet dat hij sinds dien ook weer
een groote winst heeft gemaakt, of hoe
zal ik 't zeggen dat hii geluk heeft ge
had met de kaarten na 185 Maar u was
toch een kind!" Hierop zei ik toen weer, dat
ik, uit hetgeen mijn moeder mij verteld had
zijzelve had hem niet kunnen ontvangen,
want zy was pas herstellende van een zwa-
le ziekte wist, dat mijn vader, sinds dat
bedoelde jaar niets gedaan had dan maar
steeds verliezen.
(Wordt vervoigd)