Kruidt Uw sausen met HONIG's BOUILLONBLOKJES - 6 voor 10 cent
De heks van Winslea
Stad en Omgeving
DE TOESTAND DER JOODSCHE VLUCHTELINGEN
UIT DUITSCHLAND.
Een onderhoud met den Hoogen Commissaris
de Duitsche vluchtelingen, HacDonald.
voor
JxaiÉCetou
JUooiMciaai Tlieums
ZUIDSCH AR W OUDE.
Jladioptogtamma
NOORDSCHARWOUDE.
HEERHUGOWAARD.
TEXEL,
HEILOO.
GEMEENTELIJKE RADIO-
DE RIJP.
(Van onzen specialen verslaggever).
Gisteravond arriveerde te Am
sterdam de Hooge Commissaris
voor de Duitsche vluchtelingen, de
heer James G. MacDonald,
die vandaag in zijn officieele functie
de officiëele opening van het werk
dorp voor Joodsche Duitsche vluch
telingen in de Wieringermeer,
Nieuwesluis, zal bijwonen.
Toen het emigrantenvraagstuk in den loop
van het vorige jaar zóó urgent werd, dat de
Volkenbond zich ermee moest bemoeien, was
Duitschland nog lid van den Volkenbond en
verzette het zien tegen verschillende vormen
van Volkenbonds-bemoeiïng, die het als in
menging in interne aangelegenheden zou
kunnen beschouwen. Tenslotte besloot de
Volkenbondsraad in zijn herfstzitting van
1933 tot instelling van een commissariaat
voor Duitsche vluchtelingen-aangelegen
heden, dat echter niet een Volkenbonds
orgaan zou blijven doch volkomen autonoom
zou worden en onder leiding zou staan van
een Raad van Beheer, waartoe verschillende
landen zouden worden uitgenoodigd. In den
Raad van Beheer zijn momenteel dertien lan
den, waaronder ook N e d e r 1 a n d, ver
tegenwoordigd.
Tot Hooge Commissaris werd benoemd de
Amerikaan James G. MacDonald, die, zélf
geen Jood, als voorzitter gedurende vijftien
jaar van de Amerikaansche Foreign Policy
Association, uitstekende relaties had mét
tal van internationale kringen en met vele
vooraanstaande Joodsche persoonlijkheden,
en die gaarne bereid was, de hem opgedra
gen taak te aanvaarden.
Uiteraard kan de heer MacDonald zich
een oordeel vormen als weinigen over den
huidigen toestand der Joodsche emigranten,
die sedert de nationaal-socialisten de macht
in handen nemen, uit Duitschland moesten
vluchten.
In het onderhoud, dat hij ons kort na zijn
aankomst in het Carlton Hotel toestond,
meende hij het aantal vluchtelingen uit
Duitschland veilig te kunnen schatten op
65.000, waarvan ongeveer 25.000 de moge
lijkheid hebben gekregen, zich elders te ves
tigen, de meesten in Palestina, doch velen
ook in overzeesche gewesten en in de landen,
waar zij hun eerste toevlucht vonden. De
crisis en de overal heerschende werkloos
heid maken het vestigingsprobleem voor de
meeste emigranten schier onoplosbaar en op
dit gebied heeft het Hooge Commissariaat
een zeer moeilijke taak.
De taak van het Hooge Commissariaat
voor de Duitsche Vluchtelingen, dat zijn
zetel te Lausanne heeft, is drieledig, en be
staat uit het voeren van onderhandelingen
met de regeeringen, het coördineeren van het
werk der particuliere hulp- en emigratie
organisaties, en het steunen van deze orga
nisaties bij hun pogingen de noodige mid
delen bijeen te brengen.
Een der grootste moeilijkheden, waarvoor
het Commissariaat zich geplaatst zag, was
het verschaffen van indentiteits- of reispa-
pieren aan een groot aantal vluchtelingen
Velen hunner moesten overhaast vluchten
zonder gelegenheid zich van de noodige pa
pieren te voorzien of, zoo ze deze al hadden,
de papieren mee te nemen. Velen waren ook
in het bezit van paspoorten, welker geldig
heidsduur echter was verstreken of bijna
verstreken en die door de Duitsche regeering
of haar vertegenwoordigers in het buiten
land niet werden verlengd. Het Commissa
riaat heeft gedaan weten te krijgen, dat de
meeste landen, waar vluchtelingen vertoeven,
hun van de noodzakelijke papieren voorzien,
al is de geldigheidsduur daarvan in de ver
schillende landen ook verschillend.
Het Commissariaat heeft ook contact ge
zocht met de verschillende regeeringen voor
het verstrekken van arbeids-vergunningen
aan emigranten. Hoewel het resultaat, ge
zien de omstandigheden, niet onbevredigend
was, krijgt de groote meerderheid der vluch
telingen geen kans, zich metterwoon in het
land, waar zij vertoeven, te vestigen. Dezelf
de moeilijkheden ondervindt het Commissa
riaat bij zijn pogingen om de verschillende
emigratie-belemmeringen uit den weg te
ruimen.
van May Wynn».
3)
Barbara stak afwerend de handen op en
lachte:
„Ik zou voor geen geld ter wereld Honour
willen mee hebben; denk eens aan, lady
Ainslie, hoe hoogst onbetamelijk dat zou
zijn, als zij weer alleen moest terugkeeren
en dat op zulk een uur!"
De oude dame kreeg een kleur. Ze was
blijkbaar ontsteld door de komst van die
„doordrijfster" en achtte het maar het beste,
zoo gauw mogelijk den verlangden wonder-
drank te gaan halen, zoodat Barbara weg
zou zijn, eer haar zoon terug was.
Intusschen was deze jongedame, die zich
in het minst niet uit het veld geslagen voel
de, op den arm van een stoel gaan zitten
en zei:
„Dus u keert terug naar Yorkshire? Daar
zal werk voor den koning vallen te doen!"
En zij liet deze schrandere opmerking
vergezeld gaan van een wijzen hoofdknik.
Sir Marmaduke nam haar op met door
dringenden blik. Dit was een tijd, waarin
men dikwijls zijn eigen broer niet vertrouw
de en achterdocht koesterde jegens iederen
vreemde. En, ofschoon hij meer dan eens
het nichtje van Peter C.n-'roft op zijn knie
had laten dansen, toen zij een aanvallig
Voor tal van kwesties heeft de Hooge Com
missaris zich in verbinding moeten stellen
met de Duitsche Rijksregeering, en een enkele
maal heeft hij besprekingen gevoerd met der.
Rijksminister van buitenlandsche zaken
Freiherr von Neurath. Een der voornaamste
kwesties, die met Duitschland geregeld moe
ten woraen, is die van het kapitaal, dat
emigranten die niet naar Palestina emigree-
ren, uit Duitschland mogen uitvoeren. Voor
de emigratie naar Palestina bestaat een vrij
bevredigende regeling. Voorts is er de kwes
tie van de regeling der Duitsche pensioenen
aan gepensionneerde en thans tot emigratie
gedwongen ambtenaren, hoogleeraren, enz.,
de bezittingen der emigranten, en tenslotte
de terugstorting van door thans geëmi
greerde arbeiders betaalde gelden aan
sociale verzekerings-, ouderdoms- en invali-
diteitskassen. Omtrent het resultaat van
deze besprekingen kon de heer MacDonald
ons nog weinig mededeelen. De meeste be
sprekingen waren trouwens nog niet afge
sloten.
Volgens den Hoogen Commissaris zijn de
z.g. „intellectueele" vluchtelingen er hei
ergst aan toe. Meer dan 1300 geleerden heb
ben hun betrekking verloren, van wie tus-
schen de 600 en 700 Duitschland hebben
verlaten, evenals ongeveer 5500 personen,
die een vrij beroep uitoefenden en ongeveer
1500 studenten van de 7000, die genood
zaakt waren hun studie aan universiteiten of
andere instellingen van hooger onderwijs te
staken. Dank zij de bemoeiingen van het
Hooge Commissariaat en een speciale com
missie voor intellectueele vluchtelingen
hoopt men in Juli 1935 erin geslaagd te zul
len zijn, 140 hoogleeraren als zoodanig aan
universiteiten en soortgelijke instellingen te
verbinden en 150 te hebben geplaatst ïp
ziekenhuizen en laboratoria.
Waar de meeste vluchtelingen er echter
niet in slagen of geen gelegenheid krijgen,
zich een bestaan te scheppen, moet voortdu
rend hulp en bijstand verleend worden en
dit ei6cht groote financieele offers en midde
len, waarover de particuliere organisaties
steeds moeilijker de beschikking kunnen krij
gen. Het Hooge Commissariaat zelf heeft in
1933 van den Volkenbond een leening van
25.000 Zw. francs bijwijze van voorschot
gekregen en kan, als autonome organisatie,
geen verder beroep op den Volkenbond doen,
Waar het kan is het de particuliere organi
saties behulpzaam bij de pogingen om de
noodige gelden bijeen te brengen. Naar de
heer MacDonald ons mededeelde wordt mo
menteel te New York gewerkt aan een
grootsch opgezet plan tot practische steun-
verleening op economisch basis, door de Cor
poration for Refugee Rehabilitation.
Tenslotte verklaarde de heer MacDonald
zich ten zeerste verheugd, dat hij thans per
soonlijk het Joodsche werkdorp in de Wierin
germeer in oogenschouw kon nemen, want
hij had daar reeds zeer veel goeds van ge
hoord, evenals van de bereikte resultaten.
Het was verbazingwekkend, zoo zeide hij,
hoe de emigranten die deze en dergelijke
werkdorpen bevolken als voorbereiding van
hun landbouw-carrière in Palestina of el
ders, meerendeels jeugdige Joodsche intel-
lectueelen, zich in enkele maanden geheel
hadden ingesteld op hun nieuwe levenswijze,
die hen, door de droevige omstandigheden,
die hen uit hun land verdreven hadden, on
danks hun geestelijke gaven dwong, met han
denarbeid in hun levensonderhoud te voor
zien. Zij pasten zich echter met blijmoedig-
hid aan, wetende dat zij zich nog bevoor
recht mogen achten boven de tallooze ver
drevenen, die zich angstig afvragen of zij
er nog ooit in zullen slagen, zich een zelf
standig bestaan te verschaffen.
De rijksveldwachter H. de Groot te Oos-
terland is overgeplaatst naar Santpoort.
KOEDIJK.
Zondagnacht zijn van de volgende
personen konijnen gestolen: van K. Dis-
selsel 6, M. Sluis 3, C. Prins 8, Jb. Steijn
1, Jb. Kramer 2 en van T. Trost een
witte Angora-konijn. De politie en twee
benadeelden zijn direct naar de markt
te Purmerend gegaan.
Het plaatselijk Crisis-comité vergaderde
Maandagavond ten raad-huize, ter bespreking
van de werkzaamheden voor den a.s. winter.
De heer S. de Boer opende als voorzitter de
vergadering. Hij was de meening toegedaan,
dat de crisis nog ernstiger is dan voorheen.
Vorig jaar vroegen we ons af, of wij weer
zouden kunnen beginnen. En gelukkig zijn
wij in staat gesteld om iets voor de betrok
ken menschen te kunnen doen. Laat ons ho
pen, dat wij ook nu weer bij machte kunnen
zijn om ons werk voort te zetten. Het zal wel
moeilijk zijn, daar wij op steun van de ge
meente niet kunnen rekenen. Wel hebben wij
natuurlijk weer het oog gericht op het Nat.
Comité en hebben nog een klein batig saldo
in kas. Met dank herinnerde de voorzitter
er aan, dat zijn functie, toen hij wegens on
gesteldheid als zoodanig niet kon optreden,
met nauwgezetheid door den heer Metzelaar
werd waargenomen.
Een schrijven van het Nat. Comité werd nu
behandeld betreffende de nationale inzame-
lingsweek van 310 Oct. Besloten werd, dat
alhier Woensdag een speldjesverkoopdag
zal worden gehouden en waarvoor onder
scheidene jonge dames zullen worden ge
vraagd.
De werkzaamheden van het comité zullen
den len Nov. aanvangen. Ook zal dezen
winter weer met de busjes gecollecteerd wor
den.
Bij de rondvraag bedankte de voorzitter
als lid van het crisis-comité, daar het voor
zijn gezondheid beter is dat hij zijn functie
neerlegt. De vergadering nam dit noodge
dwongen besluit met leedwezen aan en de
heer G. Bekker dankte in hartelijke woorden
voor hetgeen de heer de Boer voor het co
mité heeft gedaan. Een applaus onderstreep
te deze erkentelijke woorden.
In zijn sluitingswoord betuigde de heer de
Boer daarvoor zijn dank. Het comité bestaat
wel uit onderscheidene gezindten, maar ons
werk was eensgezind en hij hoopte tenslotte
dat het comité zoolang dat noodig is, met
vrucht zal kunnen arbeiden.
De heer Alb. Barten Pzn. werd in de
Maandag gehouden stemming met algemeene
stemmen tot bestuurslid van den Noord-
scharwouder polder herkozen. De heer Bar
ten maakt reeds vanaf 1906 deel uit van het
polderbestuur en 1 Januari 1935 zal hij den
dag herdenken, dat hij 25 jaar de functie van
voorzitter heeft bekleed..,-;
Bij de op Zondag, rff de ringsloot aan
den Draai gehouden Wedstrijden door de
Hengelaarsyereenigiijg D.V.S. .al'ier werd
de eerste prijs gewonnen door den heer A.
Breed Jr. alhier, die méde den prijs voor
den grootsten baars verwierf.
Poldernieitws.
De voordracht voor te benoemen dijk
graaf van het waterschap „de 30 Gem. Pol
ders op Texel" luidt als volgt: no. 1 C
Keyser Hz., no. 2 P. Bakker Az., no. 3 IJ.
Lap.
De voordracht voor te benoemen Heem
raad luidt als volgt: rio. 1 C. Keijser Hz.,
no. 2 P. Bakker Az., no. 3 Joh. Roeper.
Voordracht te benoemen penningmeester:
1 E. Lap; 2. J. C. Kager, 3. M. Moelker.
De St. Jozeph-Gezellenver. opende Zon
dagavond de rij der komende voorstellingen
met „Het Gouden RechE', een drama in 3
bedrijven, onder regie van kapelaan Nijs
Het Brunogebouw was dank zij de lage
entree geheel gevuld. De heeren P. Kuys,
piano en G. Lindeman,, viool zorgden voor
mooie entree-muziek. Het spel der jongens
was bij het voorgaande jaar vergeleken, be
duidend vooruitgegaan. Toch zijn er nog
onder die met hun figuur verlegen zijn en
anderen die meenen dat ze een uitstekende
Donderdag 4 October.
HILVERSUM, 301 M. (AVRO-
uitz.) 8.— Gr.pl. 10.— Morgenwij
ding. 10.15 Gr.pl. 10.30 Ensemble
Rentmeester. 12.— Omroeporkest
olv. N. Gerharz. 2.30 Cello-recital
H. Gebhart. 3.— Causerie mevr. I.
de Leeuwvan Rees. 3.203.45
Gr.pl. 4.Voor zieken en ouden
van dagen. 4.30 Gr.pl. 4.45 Radio-
tooneel v. d. jeugd. 5.30 Super-
Kamerorkest olv. Z. Ocin. 6.30
Sportpr. H. Hollander. 7.— De
Ramblers olv. Theo Uden Masman.
7.30 Pianorecital Geza Frid. 8.—
Vaz Dias. 8.05 Gr.pl. 8.15 Con
certgebouw-orkest olv. Bruno Wal-
ter. In de pauze: Causerie Fred
Fry en gr.pl. 10.30 Uit „Haeck"
Den Haag: Lajos Kiss en zijn
orkest. 11.Vaz Dias. 11.10—
12.— Gr.pl.
HUIZEN, 1875 M. (8.—9.15 en
11 2.KRO, de NCRV van
10.—11 en 2.—12.— uur). 8.—
9 15 en 10.Gr.pl. 10.15 Morgen
dienst olv. ds C. Riemers. 10.45 en
11.— Gr.pl. 11.30—12— Godsd.
halfuur. 12.15 Orkestconcert en
causerie. 2.Handwerkcursus
3Voor de vrouw. 3.30—3.45
Gr.pl. 4.— Bijbellezing ds. P.
Visser, mmv. bariton en orgel. 5.
Handenarbeid v. d. jeugd. 5.30
Orgelspel L. Blaauw. 6.15 Gr.pl.
6.45 Causerie H. Amelink. 7
Ned. Chr. Persbureau. 7.15 Gr.pl.
7 30 Weekoverzicht. 8.Samen
komst in de Oosterkerk te Gronin
gen, uitg. van de drie Geref. Jeugd
bonden. 10.Vaz Dias. 10.10—
12.Gr.pl.
DAVENTRY, 1500 M. 10.35 Mor
genwijding. 11.05 Lezing. 11.25
Gr.pl. 11.50 Lezing. 12.10 Gr.pl.
12.20 Rutland Square en New
Victoria-orkest olv. N. Austin 1.20
Gr.pl. 2.25 Voor de scholen. 3.20
Vesper. 4.10 Concert door C. Wen-
del, sopraan en L. Morris, piano.
4 35 Belfaster Omroeporkest o.l.v.
P. Montgomery mmv. N. Smith,
piano. 5.35 Kinderuur. 6.20 Ber.
6.50 Koorconcert. 7.10 Duitsche
causerie. 7.40 Gr.pl. 7.50 Lezing.
8.20 „Monsieur Beaucaire" met
muziek van A. Messager, mmv.
solisten, koor en orkest. 9.35 Hei
Radio-Militair-orkest olv. B W.
O'Donnel. 10.— Ber. 10.20 Lezing
10.35 Voordr. 10.40 Dansmuziek
(gr.pl.) 10.5,012.20 BBC-Dans-
orkest olv. H. Hall.
PARIJS (RADIO-PARIS), 1648 M
7.20 en 8.20 Gr.pl. 12.50 Pascal'
orkest. 8.20 Kamermuziek mmv. M
Fabert, zang en L. Brille, deel
10.50 Dansmuziek.
KALUNDBORG, 1261 M. 1220
—2.20 Strijkorkest olv. Nielsen
3.05 Viool-recital W. Rietsch. 3 25
—5.05 Concert olv. Petersen 8 30
Symph.-concert olv. Malko. 10^50
Voordracht. 11.2012.20 Dans.
muziek uit Londen olv. Henry Hall.
KEULEN. 456 M. 6.45 Orkest
concert 12.20 Omroeporkest o.l.v.
Zimmermann. 2.20 Schrammelmu-
ziek. 4.20 Concert. 5.40 Triocon
cert. 7.20 Blaasorkest olv. Lange.
8.30 „Julius Caesar", spel van
Shakespeare. Muziek van Artz.
11.- Gr.pl. 11-2012.20 Werag-
kamer-orkest olv. Kneip, omroep-
koor olv. Breuer en solisten.
ROME, 421 M. 8.30 Gr.pl. 9.05
Orkestconcert mmv. G. de Vito
viool. 10.20 Dansmuziek.
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.:
12.20 Gr.pl. 1.302.20 Omroep
orkest olv. Gason. 5.20 Gr.pl. 6,5q
Schola Cantorum olv. v. a. Velde.
8.20 Harmonieconcert olv. Julien,
9.20 Verv. concert. 10.3011.20
Gr.pl. 484 M.: 12.20 Salon-orkest
olv. Walpot. 1.30—2.20, 5.20 en
6.35 Gr.pl. 7.05 Zang. 8.20 en
9.35 Omroepsymph.-orkest. 10.30—
11.20 Gramofoonplaten.
DEUTSCHLANDSENDER, 1571
M. 8 35 Gev. progr. 10.20 Ber.
10.40 K. G. Sell: Worüber man in
Amerika spricht. 11.05 Weerber.
11.20—12.50 Gr.pl.
DISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Huizen.
Lijn 3: Droitwich 10.35—
11.45, Daventry 11.45—20.45,
Droitwich 20.4524.
Lijn 4: Keulen 10.30-15.25,
Kalundborg 15.25—24.
kracht zijn, doch die veel moeten leeren. We
zullen geen namen noemen, behoudens den
industrieel Eeckel (de heer C. Bakker). Zijn
spel was, zelfs in de kleinste details, geheel
af. De tooneelaankleeding was uitstekend
verzorgd. Toch moet men meer op kleinig
heden letten. Bijvoorbeeld in een deftige sa
lon moeten mooie bloemen zijn en dat geldt
ook voor de brieven en telegrammen. Men
kan dan niet volstaan met een stuk courant.
Na de pauze werd de één-acter „De
Nachtwacht op de Maan" gegeven. De dolle
klucht sloeg in. Ruim 11 uur was de voor
stelling geëindigd.
Maandagmorgen werd feestelijk herdacht
het feit dat de heer J. Put gedurende een
tijd van 12 jaar het ambt van hoofd der
R.K. Par. School alhier heeft vervuld. Voor
deze gelegenheid was een zaal gehuurd in
het café van den heer K. Blokdijk. Pastoor
G Goes opende deze bijeenkomst en riep
allen een welkom toe en wel in het bijzonder
der. heer Put, alsmede tot het schoolbestuur
gemeente De Rijp en het bestuur der school
Spreker dankte den heer Put voor hetgeen
hij als hoofd der school in de afgeloopen
periode heeft willen zijn en sprak de bede
uit dat hij nog een large reeks van jaren
aan deze school verbonden mag zijn Daar
na richtte de burgemeester een woord tot
den heer Put alsmede tot het schoolbestuur
Ook deze spreker sprak de beste wenschen
uit voor de school, alsmede voor den heer
Put en de zijnen. De kinderen zongen den-,
heer Put een lied toe en brachten aardigs,
voordrachtjes ten gehoore. Verschillende
cadeaux werden aangehouden en de zaal
was met bloemstukken gevuld.
kindje van vijf zomers was, had hij over het
geheel niet veel op met haar sekse en stelde
hij weinig vertrouwen in het beleid van een
vrouw.
„Vertel eens even", zei hij, „lijdt uw oom
waarlijk ernstig?"
Ze wierp hem een blik toe, die hem met
verbazing vervulde en antwoordde onver
wacht:
„Hij is heel goedEn nu zult u ze
ker wel de vraag beantwoorden, die hij ,u
allereerst zou hebben gesteld. U kunt het
nichtje van Peter Carcroff vertrouwen, sir".
Maar sir Marmaduke was niet van plan
om van zaken te spreken tot iémands nicht;
dus allerminst tegen haèr, wier nieuwsgie
righeid hij duchtte. Dit nam niet weg, dat
hij behoedzaam uitweek, daar hij ook niet
wilde, dat ze ruchtbaarheid zou geven aan
zijn tegenwoordigheid aldaar.
„Lieve kind, we zijn niet altijd onmiddel
lijk met de zaak van den koning bezig, of
schoon de moeilijkheden, daaraan verbon
den, van ieder onzer eischt een trouw hart
en een tong, die weet te zwijgen!"
Ongeduldig als ze werd door de groote
omzichtigheid, waarmede hij sprak, ant
woordde zij geestdriftig:
„Als ik een man was, zooals sir Hugh
Ainslie, dan zou ik er niet in berusten zoo
als een hond, die zich laat slaan en dan
druipstaartend naar zijn hok gaat, maar ik
zou net zoo lang aan het plannen beramen
blijven, tot kasteel Pontefract andermaal in
handen was van de vrier.den van den ko
ning".
De baronet keek verschrikt op, en, haar
aanstarend, herhaalde hij:
„Kasteel Pontefract?"
Ze haalde de schouders op:
„Dat kolonel' Cotterell voor het parle
ment in bezit houdt en vanwaar hij twintig
mijlen in den omtrek iederen aanhanger
van den koning onder de plak heeft. Ba!
Als ik een man was, zou ik hem anders lee
ren!"
„Zooals ik u zooeven al hoorde zeggen,
nietwaar? Maar de wijsheid gedoogt niet,
dat men al te luide uiting geeft aan zijn
gevoelens, mistress Babette. Daar schuilt
gevaar in".
„En daarom moet men dan ook geen
vrouw in zijn vertrouwen nemen, nietwaar?"
vroeg zij vinnig. „Maar ziet u: u kent Bar
bara Carcroft niet!"
„Helaas niet", antwoordde hij hoffelijk,
ofschoon ze duidelijk merkte, dat zijn ge
dachten er niet bij waren.
„Ditmaal vergist u zich toch, sir Mar
maduke", zei ze, liet zich van de armleu
ning van den stoel glijden en stond nu fier,
in haar volle lengte, vóór hem.
„Tóch wil ik den koning helpen, al betwij
felt u nu mijn goede trouw".
Hij schudde het hoofd en zei:
„Uw goede trouw betwijfel ik in 't minst
niet, mistress; uw blik getuigt van waar
heid en standvastigheid
Daar hij niet gediend scheen van haar ka
meraadschap, hechtte zij aan dit compli
ment dan ook niet veel waarde en lachte:
„Maar misschien heeft u ook gelijk; een
aanbod moet beproefd worden alvorens men
het kan accepteeren. Ik zal echter niet in ge
breke blijven mijn rol te spelen, al moest ik
ze dan ook uit mijzelve op mij nemen".
Hij keek langen tijd op in het gloeiend
gelaat, dat hem in waarheid dan ook meer
vertrouwen inboezemde, dan ooit dat van
eenige vrouw. Er viel in het minst geen
coquetterie waar te nemen in dien blik van
haar oogen.
„Bleef ik maar langer in Yorkshire, dan
zou ik menige oude vriendschap kunnen her
nieuwen en leeren waardeeren".
die u nu weinig telt", vulde zij
spottend aan, met verhoogden blos, want zij
was boos, dat hij haar nog zijn vertrouwen
onthield. „Toch zal ik bewijzen, dat koning
Karei minderwaardiger dienaren heeft ge
had, dan Barbara Carcroft en dat zulk een
dienst hem even goed door een vrouw als
door een man bewezen kan worden".
De terugkeer van lady Ainslie maakte een
einde aan dit gesprek en Barbara luisterde
met eerbiedige aandacht naar de wijze,
waarop de olie het best werd aangebracht
op het aangedane lichaamsdeel en vervol
gens naar een preek over het ongepaste
voor een jonge dame om 's avonds, om elf
uur, nog over de landwegen te gaan.
„Ik zal het vast en zeker in gedachten
houden, madam", beloofde zij en de breede
rand met de veeren er over verschool ge
lukkig de ondeugende kuiltjes in de wangen.
Maar zij was weg, eer haar ladyschap
weer kon voorstellen, dat Honour en een
paar bedienden haar zouden terugbrengen
naar Rettesley Manor.
„Een vreemd meisje!" merkte sir Mar
maduke op, terwijl hij zijn gastvrouw den
PROV. BEGROOTING VAN
NOORD-HOLLAND.
Geen verhooging van opcenten.
Ged. Staten van Noordholland hebben
Prov. Staten de begrooting der provinciale
onkosten en uitgaven voor den dienst 1935
aangeboden.
Zij opent met een batig saldo van 885.490
dat ruim 150.000 lager is dan het batig
saldo dat aan den vorigen dienst ten goede
kwam. Ook de opbrengst van de belastingen
is lager geraamd. Weliswaar mag wederom
op een hoogere opbrengst van de opcenten
op de grondbelasting gerekend worden,
schrijven Ged. Staten, van de overige opcen
ten moet echter een lagere opbrengst worden
verwacht. Ofschoon namelijk de raming van
een opcent op de vermogensbelasting nog op
hetzelfde bedrag kan worden gehandhaafd,
moet, met het cijfermateriaal van de rijksad
ministratie voor oogen, de raming van een
opcent op de rijksinkomstenbelasting dalen.
Terwijl deze ramingen zoowel voor 1933 als
voor 1934 respectievelijk 18.000 en
144.726 bedroegen, moeten zij thans op
respectievelijk 18.000 en 130.000 wor
den gesteld.
Als gevolg van de ontwrichting van het
ann bood, toen zij de welkome aankondi
ging uitbrak, dat het avondeten was oipge-
diend. „Ze schijnt een zeer vrije opvoeding
te hebben gehad".
Lady Ainslie zuchtte.
„Arm kind!'" antwoordde zij. „Haar oom
wordt oud en lastig door zijn voortdurende
rheumatische pijnen en in waarheid voelt
hij maar heel weinig voor zijn nichtje. Zij
doet dus, wat zij wil, en gaat, waér zij wil,
en is over het geheel zoo eigendunkelijk, als
zij lieftallig is. Het zou mij ten zeerste ver
heugen, als ik hoorde, dat zij verloofd was
met een kalmen, bezadigden man, die haar
leeren zou hoe het hoort voor een dame van
rang en stand".
Sir Marmaduke keek wat bedenkelijk. Hij
kon zich moeilijk voorstellen dat dit drukke,
levendige jonge ding zich bevredigd zou
voelen onder de eentonige huislijke bezighe
den en zich zou laten leiden, al was het dan
ook door nóg zulk een waardigen echtge-
noot.
„Is zij niet van eenigszins geheimzinnige
afkomst?" vroeg hij, met voldoening kijkena
naar het groote stuk pastei, dat de gast'
vrouw eigenhandig voor hem neerzette, ter
wijl zij zijn roemer met den besten Alicant«
vulde, en antwoordde:
„Jat geheimzinnig was het wel, zooais
Ralph Carcroft haar nu zeventien jaar ge
leden op Rettesley bracht, als baby van een
jaar en haar een paar maanden later, ee
hij stierf, als zijn kind erkende. Nu wor
er, helaas, dikwijls genoeg van vaderloos
kinderen gehoord, maar van moederloo
maar zelden. Mijn hart bloedt dan ook vo.
die arme Barbara!"
(Wordt vervolgd)-