£anden Juiu&ouw Arrondissements Rechtbank te Alkmaar. VRIJWILLIGE ALGEHEELE ISOLATIE ALS BESTRIJDING VAN HET MOND- EN KLAUWZEER, NEDERLANDSCHE TUINDERS- BOND. Vergadering te Amsterdam, Zeer uitgebreide agenda. een paar damesschoenen. Hij had de echtge noote van den winkelier wijs gemaakt, dat hij schoenen op zicht wenschte voor zijn vrouw en deze direct terug zou brengen of 'betalen. Jaap deed echter het een noch 'het ander en gaf de schoenen cadeau aan zijn meisje, dat jarig was. Hij had bovendien opgegeven in de Bakkumerstraat te wonen wat ook een pertinente leugen bleek te zijn De schoenen waren nu voor den bedrogen winkelier waardeloos, omdat zij door het jarige meisje gedragen waren De officier was lang niet „lekker" en requi reerde 2 maanden gevangenisstraf. Verdachte vroeg „voorwaardelijk" en zei „Probeert u het nog eenmaal met me, edel achtbare!" Wat de „edelachtbare" dan alsnog deed en oplegde f 10 boete of 5 dagen en 2 maanden gevangenisstraf voorwaardelijk met 2 proe' laren. STRAFBARE LASTER. De 46-jarige brievenbesteller Arend H. ui: Kolhorn stond in uniform terecht, omdat hij op 7 Juli aan 'n paar gehuwde dames aldaar zou hebben rondgekraaid, dat de 17-jarige Geertje Bruin geld' uit de portemonnaie bij Rempt zou hebben gehaald. Verdachte beweerde ter zijner verdediging dat hij gezegd had, dat Geertje Bruin bij Dona Berger had weg „gemoeten" of zoo iets Dat gaf verdachte tot zijn spijt toe Het meisje erkende trouwens zelf, dat zij bij Dona Berger een misgreep had begaan. Het tweetal dames, mej. Jongejans en Tj Muller, werden als getuigen gehoord en het dorpsnieuwtje werd verder besproken. Verd. had wel degelijk gezegd, dat Geertje geld uit de lade had genomen. Ook het geval bij Dona Berger was ter sprake gekomen. E>e officier zou zich als rijksambtenaar voor dergelijke onbenullige ouwe wijven- praatjes schamen en eischte 20 boete of 10 dagen. Uitspraak 20 boete of 10 dagen conform eisch. BESTRAFTE DIERENMISHANDELING. De 25-jarige veehouder Joh. V. te Oude Niedorp werd kwaad op een koe, die zich niet rustig liet melken en gaf toen het dier op kwaadaardige wijze eenige schoppen, waar door andere veehouders zich geërgerd voel den en aangifte deden wegens dierenmishan deling. Hij stond nu voor dit feit terecht. De actieve heeren Groen en Davids traden thans als getuigen a charge op tegen den hard handigen koemelker, die werd veroordeeld tot 25 boete of 15 dagen. HET BESTUUR BELEEDIGD. De vuurwerker Jan V. uit Den Helder, stond terecht naar aanleiding van het feit, dat hij op 20 Mei den sergeant J. W. Thijsen, voorzitter van de voetbalvereeniging „De Heldersche ïacing club" met luider stem in het openbaar had beleedigd, door uit te roe pen, dat het bestuur van die voetbalclub die vereeniging bestal en de voorzitter Thijssen biertjes dronk op kosten dier vereeniging. De heer Thijssen was zelf niet tegenwoordig, doch deze smaad werd hem door anderen medegedeeld en heden stond de luidruchtige voetballer terecht. Hij ontkende echter de telaste gelegde woorden in dien vorm te hebben gebezigd. Verdachte V. beweerde te hebben gezegd, dat het bestuur de vereeniging bestal, omdat de voorzitter biertjes dronk op kosten van de vereeniging. Een tweetal heeren, C. v. d. Voorde en H. P. Janzen, bleven echter bij hun waarneming, zooals zij aan de politie hadden verklaard. De officier achtte de woorden, dat de voor zitter biertjes dronk op kosten der vereeni ging ontwijfelbaar bdeedigend en daarom begreep de officier de houding van den ver dachte niet. Verdachte had zelf vroeger een fout begaan; wat zou hij zeggen, indien hem zulks in het openbaar werd verweten? Dat mag evenmin, ook al is een dergelijk verwijt waar. De officier vorderde alzoo schuldigverkla ring en veroordeeling tot 20 boete of 10 dagen. De verdediger, mr. Mulder, achtte de hier- voren omschreven feiten niet bewezen en con cludeerde op juridische gronden vrijspraak voor het eerste gedeelte der dagvaarding en wat het tweede betrof, ontslag van rechts vervolging, subsidiair een clement vonnis. Verdediger wist het zoover te brengen, dat de officier op enkele punten in pleiters betoog reageerde. Verdediger bleef echter het ant woord niet schuldig. Uitspraak 15 October op grond van het ingewikkelde in deze beleedigingszaak. HIJ DEED ZIJN TITEL GEEN EER AAN. De assuradeur jhr. L. St., voorheen te Helder, thans gelogeerd in het Huis van Be waring te Haarlem, stond terecht ter zake beleediging van den agent de Haas te Helder, dien hij in beschonken toestand had toege voegd: Jij bent een schoft, welk feit was ge pleegd op 16 Juli j.1. Jhr. St. was thans gedetineerd wegens op lichting. Hij ontkende zoowel de beleediging als de dronkenschap. Een man, die nog wel 'n titel voert, je moest je schamen, zei de politierechter veront waardigd. Verdachte werd veroordeeld tot f 25 boete of 25 dagen hechtenis, waarop hij door de geuniformde lijfwacht werd weggevoerd. Hij zit in Haarlem een straf uit van vier maanden. als gevolg van veroordeelingen door den Helderschen kantonrechter betreffende drankwetovertredingen, verband houdende met het feit, dat gezegde caféhouder in zijn zaken op den Kanaalweg vrouwelijk perso neel aanwezig zou hebben gehad. Mr. C. A. de Groot opponeerde voor den appellant als raadsman en verdediger. Alstoen werd in een dezer zaken de be- handeling geschorst op grond van een gere zen verdenking tegen de getuige a décharge Annie J., terwijl voortzetting der andere zaak werd bepaald op 27 Februari. Alstoen werd echter de behandeling ook van deze zaak geschorst, aangezien de getuige a de charge Jansje v. d. H. eveneens werd yer- dacht van meineed en tegen haar deswege proces-verbaal werd opgemaakt. Mej. Annie J. stond wegens meineed te recht, doch werd vrijgesproken. Niet zoo ge lukkig was mej. Jansje, inmiddels gehuwd. Zij werd veroordeeld en wel tot zes maan den gevangenisstraf op grond van de om standigheden en haar eigen bekentenis. De twee appèlzaken bleven rusten, kwamen weer aan de oppervlakte in de zitting van heden en nu had de voortzetting der ontijdig afgebroken behandeling plaats. In de tweede zaak fungeerde ook de vrij gesproken mej. Annie J. weer als getuige. Ook nu trad mr. de Groot op als verdedi- ger. Als getuige in de eerste zaak werd ge hoord mej. Femmetje Jekel uit Rotterdam. Deze juffrouw was geëngageerd als hulp in de huishouding, doch zij wenschte niet vrij willig in het café met heeren connecties aan te knoopen. Zij werd daartoe gedwongen door den caféhouder. Dit gebeurde in café „De Metropool". De appellant ontkende de dame op eenige wijze te hebben geanimeerd. Ze was geheel vrij in haar handelingen. Brigadier Horstman had het politie-onder- zoek geleid en den indruk gekregen, dat mej. Jekel de waarheid had gesproken. De officier vond appellant een koppig mensch, die daardoor nog meer z'n eigen rui ten ingooide. Het was duidelijk welke rol de dames hadden moeten spelen. Er was echter nog één wet's-maas om te snappen, hoewel lij het niet verdiende. De officier liet dit echter aan de rechtbank over en requireerde >evestiging van het vonnis: 6 dagen princi pale hechtenis. Mr. de Groot ging niet mee met de opvat ting van den officier en wees op de zwakke dagvaarding door den ambtenaar uitge bracht. Hij had daarin een belangrijk ele ment der strafbaarheid verzuimd te vermel den. Pleiter vermeende, dat ontslag van rechtsvervolging moest volgen, doch refereer de zich aan het oordeel der rechtbank. In de tweede zaak behoefden de gedag vaarde agenten niet te verschijnen. Ete offi cier achtte hier het bewijs niet geleverd en requireerde vrijspraak. EEN HOLLANDSCHE OPLICHTER. De 5-jarige representant in stofzuigers Roelof de Vr., thans in verzekerde bewaring, die den slager Hoedjes had opgelicht voor een paar dagen pension voor zich en zijn zoogenaamde vrouw H. Kip, en tegen wien was gerequireerd één jaar en drie maanden gevangenisstraf, verscheen thans weer ten tooneele en met hem zou moeten verschijnen mej. Kip, op wier verhoor de rechtbank als nog prijs scheen te stellen, reden waarom de uitspraak achterwege was gebleven. Mej. Kip scheen echter geen animo te hebben, ze was althans niet aanwezig, zoodat acte werd ge vraagd van deze nalatigheid. De officier kon nu direct weer met zijn eisch van één jaar en drie maanden op de proppen komen. Intusschen was alweer een zaakje tegen Roelof voor den dag gekomen. De president was echter bijzonder pp het ,Kip"-petje gesteld- en nu zal de officier pro- beeren haar alsnog op te vangen. Derhalve uitstel tot 16 October e.k. De eerste verdachte, voorgeleid door den rijksveldwachter, was genaamd Hendrik v d. H. te Hoorn, 21 jaar, doof en zonder beroep, thans in voorarrest, aan wien was ten laste gelegd een te Hoorn op 22 Mei gepleegd zedenmisdrijf. Deze zaak was niet voor openbare behandeling geschikt en mitsdien werden de deuren gesloten. Verdachte is een lichte imbeciel. Verdediger was mr. Wynne, als getuigen werden o.m. gehoord de heer Wiggers en dr. Hoeneveld. Gerequireerd werd ter beschikking stelling der regeering. WAS ER VROUWELIJK PERSONEEL IN DE ZAAK? Op Dinsdag 16 Januari werd tegen den caféhouder Joh. Petr. van N. te Den Helder een tweetal hooger beroeps-zaken behandeld, ONBETROUWBAAR VERKOOPER. De 31-jarige verkooper Th. B., destijds werkzaam bij den heer H. Jansen van „Eik en Linden", had het in hem gestelde ver trouwen leelijk verbeurd door, als hij de kans kreeg, verschillende bedragen, die hij moest innen ten behoeve van zijn patroon, in eigen zak te steken. Zoo verduisterde hij op verschillende tijd stippen een totaalbedrag van plm. 250, maar de kruik gaat zoo lang te water tot zij breekt en dus kwam de malverstatie uit met gevolg, dat de oneerlijke dienstknecht in arrest werd gesteld en heden terecht stond. Het was wel jammer, dat de man zich al dus had misdragen, want zijn strafregister was lang niet blanco en hij verspeelde dus ook de kans om zich weer in de maatschappij te rehabiliteeren. Thans echter schoof de verdachte de schuld van zijn oneerlijke handelingen theo retisch in de schoenen van zijn patroon, die hem onvoldoende zou hebben beloond. Een feit was echter, dat verdachte ook andere verduisteringen, die hem niet tenlaste waren gelegd, had gepleegd. De heer Jansen sprak pertinent tegen, dat hij misbruik gemaakt had van de groote ver koopscapaciteiten van den verdachte. Als het jongste nieuws echter vertelde de ïeer Jansen in verdachte's kosthuis kleedjes en dergelijke artikelen te hebben aangetrof fen, die van diefstal afkomstig waren. Vermoedelijk had deze verkooper den heer ansen wel voor een paar duizend gulden benadeeld. Verdachte had niet onbelangrijke bedragen geïnd van mej. Nap—Kater te Schermerhorn, den heer A. Nap te Barsin- gerhorn en den heer L. A. Lenoir te Alkmaar. Verdachte erkende deze bedragen te hebben ontvangen en niet verantwoord te hebben. De president, mr. Ledeboer, betreurde het, dat verdachte weer opnieuw zoo schromelijk was afgedwaald. De officier releveerde het omvangrijke be drag, waarmede de patroon van verdachte door diefstal en verduistering, was bena deeld. Bovendien had verd. 't in hem gestelde vertrouwen op ergerlijke wijze misbruikt. De heer Jansen had trouwens reeds feiten ontdekt, waarvan hij geen werk had ge maakt. Gerequireerd werd ten slotte twee jaar ge vangenisstraf. Mr. de Groot, raadsman en verdediger, memoreerde den beruchten Frans Rossier, die door de rechtbank te Amsterdam, ondanks zijn strafrechtelijk verleden, voorw. werd veroordeeld. Pleiter bracht het feit in herin nering, omdat hij zich overigens gehandicapt gevoelde in zijn verdediging en hij alsnu de strafmaat overliet aan het oordeel der recht bank. EEN NAGEMAAKT STEMPEL GEBRUIKT. De 23-jarige slager Hendr. Ger. E., thans te Noordscharwoude, had als verdachte met de rechtbank te verhandelen het ern stige feit, dat hij met een nagemaakte stem pel echte vleeschkeuringsmerken op het vleesch van geslachte dieren had trachten te imiteeren. In hoeverre hem deze kunst was gelukt, bleek uit zijn verschijning op het zon daarsbankje. De rijksveldwachter H. Visser te Heerhugowaard, alwaar de vervalsching was ontdekt, had deze zaak nagespeurd en aangebracht. Volgens opgaaf van verdachte had hij zich willen oefenen, omdat hij het ambt van keur meester ambieerde. De jongens speelden ook wel eens met het keuringsstempel op den vloer. De slager ontkende tegen majoor Flui ter en rijksveldwachter Visser te hebben ge zegd, dat hij het doosje gebruikt had. De slagersknecht Dirk de Geus uit Zuid scharwoude was omstreeks Paschen knecht geweest in dienst van verdachte en verklaar de alstoen kalveren te hebben geslacht zon de keuring of stempel. Hij had voorts gezien, dat zijn patroon het stempel gebruikte. De heer G. N. Buren, dierenarts te Alkmaar, be last met vleeschkeuring, had wel eens een stempelkussen bij een slager achtergelaten. Het imitatiestempel leek wel iets op het offi- cieele. Op grond dat de getuige Th. Leek, hoewel behoorlijk gedagvaard, niet was verschenen, werd schorsing der zaak gelast tot 27 Nov. DAAR WAS HET BIERGLAS NIET VOOR BESTEMD. De 22-jarige arbeider Sietse v. d. V. uit Barsingerhorn maakte zijn entree de salon naar aanleiding van het dramatisch gebeu ren, dat hij tijdens de kermis te Lutjewinkel een anderen kermis- en herbergbezoeker, met name Jan Kuiper, met een bierglas zoo krachtig had geworpen, dat Kuiper bloedend werd verwond aan gelaat en schedel. Een en ander had plaats in het café van Zeeman. Deze beschadigde heer verklaarde thans, dat naar zijn meening de verdachte het feit niet had begaan. Hij vermeende geslagen te zijn en dat Piet Liefhebber het had gedaan. De getuige J. Koster beweerde echter dat verdachte Sietse den getuige Kuiper had ge gooid en geraakt. Verdachte repliceerde dat Koster een vijand van hem was. Ook de der de getuige had echter gezien, dat verdachte gooide en Kuiper raakte. De officier trachtte de puzzle op te lossen door te veronderstellen, dat Kuiper zelf niet meer weet hoe het eigenlijk gegaan is en hield zich aan de getuigen. Hij requireerde ten slotte vier maanden ge vangenisstraf. De heer Levie verzocht in 1930 het hoofd bestuur contact te zoeken met veehouders en regeering om datgene te bereiken, wat de handel gaarne wil: De georganiseerde veehandel te Assen, zoo vervolgde de heer Levie, heeft dade.ijk het vraagstuk dezer strenge isolatie vrijwil lig ter hand genomen en is direct overgegaan tol het nemen van een proef. Men stelde zich te localiseeren tot dat eene bedrijf DaMn^ die jaren slechts drie besmettingsgevah' zijn voorgekomen zegt nog al iets, als n weet, dat het gebied der R.W.I. te Veen?6-11 zen 3180 H.A. grond is, waardoorheen T-" openbare wegen gaan, zoodat de kans onC smetting, in tijden dat de ziekte in de omT" ving heerscht, dus vrij groot is Het vee, dat geen contact met de buitenw in verbinding met den heer Ten Hoopen, in- re'd had, bleef loopen en isi van de ziekte vrii specteur van den veeartsenijkundigen dienst gebleven. De strengste middelen worden in spee r 1 tijd van besmetting echter steeds genei' Niemand wordt bij hef vee toegelaten W schaard vee, dat b.v. voor de markt was ?e' Wij lezen in De Vee- en Vleeschhandel De bestrijding van de gevreesde besmette lijke veeziekte mond- en klauwzeer heeft in alle landen ter wereld reeds veel pennen in beweging gezet en op tal van landbouwcon- gressen maakte de bestrijding van dit groote kwaad een belangrijk deel van de discussies uit Toen ons ter oore kwam dat in Assen van wege den georganiseerden veehandel een proef werd genomen, die de mond- en klauw zeerbesmetting tot de geringst mogelijke proporties terug hoopt te brengen, hebben wij ons dadelijk in verbinding gesteld met de organisatoren van deze vrijwillige bestrij- dingsmethode. De Asser Crt. vond den heer Is. Levie, vee handelaar te Assen bereid, mededeelingen over de gevolgde methode te verstrekken. Het was in Augustus 1930, zoo vertelde de heer Is. Levie, dat in de vergadering van den Bond van Ned. Veehandelaren, te Maas tricht gehouden, het voorstel kwam van de afdeeling Drenthe van den Bond van Vee handelaren, dat als volgt luidde: De algemeene vergadering neme het be sluit bij de desbetreffende autoriteiten stap pen te doen, waardoor wordt bereikt, dat mits na onmiddellijke aangifte, ingeval van mond- en klauwzeer de eigenaar van het dier (de dieren) vergoeding wegens te lijden be drijfsschade ontvangt, zulks te regelen op alleszins billijken grondslag. De regeeringsvertegenwoordiger dr. 't Hooft deelde op die vergadering mede, dat hij isolatie van het besmette vee nuttig en noodig vindt en zeide verder van oordeel te zijn dat een verzoek van de afdeeling Drenthe niet noodig was, omdat hetgeen genoemde afdeeling wenscht, reeds geschiedt. De heer Is. Levie sprak zich toen uit voor een veel scherpere isolatie dan de z.g.n. kringtrekkerij, waarbij een geheele provincie b.v. wordt geïsoleerd en stond een isolatie voor zooals ook geschiedt bij besmetting van menschen door een of andere besmettelijke ziekte. De besmette dieren moeten z.i. in stallen worden ondergebracht en mogen deze té Groningen en dr. J. Staal te Assen, die hun volle medewerking toezegden en den proefnemers op alle gebied van advies dien den. Met B. en W. van Assen, die ook het be lang van dit punt dadelijk wel inzagen, werd eveneens contact gezocht en ook van deze zijde was men gaarne genegen zooveel mo gelijk te steunen. Door B. en W. van Assen werd nu ten be hoeve van de proef met vrijwillige, scherpe isolatie, een schuur afgestaan. Alle stalbenoodigdheden voor deze proef werden door de proefnemers zelf nieuw aan geschaft, terwijl ook de watervoorziening op eigen kosten geheel zelfstandig werd gere geld Brak er nu mond- en klauwzeer op een der stallen van den georganiseerden veehan del te Assen uit, dan werd onmiddellijk na de wettelijke aangifte ook hiervan telefo nisch kennis gegeven aan den heer J. ten Hoopen en dr. J. Staal. De gang van zaken werd nu als volgt De besmette dieren wer den per as naar de „barak" vervoerd. Zij mochten niet loopen. Door den veeartsenij kundigen dienst werden direct de noodige maatregelen getroffen. Waren de koeien in de „barak" dan werd dit op de schuur ver meld door bevestiging van het opschrift: „mond- en klauwzeer zooals de wet dat eischt en werd er een verbod van toegang ex art. 461 W. v. S. uitgevaardigd. Met de verzorging van het vee werd in overleg met den veeartsenijkundigen dienst een persoon aangewezen, die door de proef nemers betaald werd en die voor alles zorg de betreffende de instructies van genoemden dienst. Door den heer ten Hoopen en zijn opzichters werd geregeld gecontroleerd, ter wijl de bezorging van het voer etc. zoodanig ;eschiedde, dat de brengers niet op het ge- iied van den stal kwamen. Wanneer dit al les nu zoover geregeld was, werd de stal, waarvan het besmette vee afkomstig was, direct ontsmet volgens aanwijzing van den veeartsenijkundigen dienst. Daarna werd er direct weer vee op dezen stal geplaatst dat in z.g. huishandel over de geheele provincie en ver daar buiten werd verspreid. De betrokken veehandelaren zelf gingen ook dadelijk na ontsmetting weer hun gewo nen gang en kwamen op vele stallen in Drenthe en daar buiten. Zooals wij van den heer Levie vernamen is na deze wijze van handelen geen geval van besmetting door den Asser veehandel geconstateerd. De wagen, waarmede het besmette vee was vervoerd, werd eveneens direct ontsmet en na ontsmetting werd hij weer in dienst gesteld voor vervoer van gezond vee. Ook hierbij bleek dat zich nadien geen geval van besmetting voordeed. De heer Levie verwachtte van zijn idee meer dan zooals het nu vaak is, n 1. dat de veeartsenijkundige dienst wordt gedwongen voor detective te spelen. Alleen door geza menlijke loyale medewerking zal men z.i. deze gevreesde veeziekte grootendeels kunnen beletten zich uit te breiden. Deskundige beoordeelingen. In aansluiting met bovengenoemd onder houd hebben wij, zegt het blad, ons gewend tot den heer ten Hopen, inspecteur van den veeartsenijkundigen dienst te Groningen. De heer ten Hoopen antwoordde, dat in derdaad te Assen uitstekende resultaten zijn behaald met de vrijwillige algeheele isolatie en dat, als op deze wijze wordt gewerkt, n.1. als het vee onmiddellijk onder de noodige voorzorgsmaatregelen wordt vervoerd naar een goed geïsoleerde stal, waar het tot het herstel geïsoleerd blijft en geregeld de noo dige ontsmettingsmaatregelen worden geno men, men aldus zonder twijfel een sterk mid del heeft om de ziekte met succes te bestrij den. Men zal echter alleen blijvend succes kunnen hebben, indien deze methode over het geheele land wordt toegepast. Is dit ech ter het geval dan zal het naar het inzicht van den heer ten Hoopen, even goed werken als het afmaaksysteem. Een kardinaal punt bij de hierboven ge volgde methode noemde de inspecteur ons het feit, dat in dat geval de handel zijn be drijf ongestoord zal kunnen doorzetten. In de laatste drie jaren is in de omgeving van Assen geen geval geweest, waarbij ook maar eenigszins de mogelijkheid kon bestaan dat de Asser handel de besmetting had over gebracht. Het bewijs hiervoor ligt ook in het feit, dat de boeren de Asser kooplieden ontvingen en dus geen besmettingsgevaar van die zijde duchtten, daar men er mee op de hoogte was dat het dier (de dieren) offi cieel was (waren) behandeld. In totaal is te Assen in die drie jaar in ze ven gevallen van de vrijwillige isolatie ge bruik gemaakt, n.I. in 1930 twee keer in 1931 drie keer en in 1933 twee keer. Dr. J. Staal te Assen vond de proef de manier van bestrijding van besmettelijke vee- ziekten, doch achtte een sterken drang op eventueele onwilligen uit te oefenen onont beerlijk De ruggesteun van overheidswege vrijwillige bestrijdingsmethode heeft een niet weer verlaten om verdere verspreiding noodig, zooals ooic wel bhjkt ui deTraS der ziekte te voorkomen. Om dit systeem te van de runderhorzelbcstrijding die aanvïn Ê2ÏÏÏ be- kei ijk uitstekende resulff' afwend* trokken eigenaar eenige vergoeding doen toe komen voor de kosten van het aldus op te stallen vee. Gewoonlijk, zoo vervolgde de heer Is. Le vie, gaat het zoo: Als er mond- en klauwzeer uitbreekt, gaat alle vee weg en eindelijk wordt de veeartsenijkundige dienst gewaar schuwd. De kooper van het vee zet ook eerst nog wat af en zoo verspreidt de ziekte zich nog verder. Wanneer de veehouder nu een redelijke vergoeding krijgt, zal hij m.i. waar schuwen. Wat wij dus willen is een billijke vergoeding voor de opstalling in den zomer tijd en niet alleen voor de melk. Wordt er schadevergoeding als bedoeld gegeven, dan zal de ziekte direct worden aangegeven en zal er veel bereikt worden tTgaan"1 €ldmÊ Va" At besmett'ng legen thans spaak loopt door de tegenwerking van' T dr' StaaI de goede resultaten door de isolatie te Assen verkre gen, volkomen bevestigen. Den heer Harteveld, adjunct-directeur van de afd landbouw van de Rijkswerkinrichting te Veenhuizen, onder wiens toezicht 18 boer derijen staan, waarop plm. 630 stuks vee worden gehouden en waar soms ook nog 250 stuks vee worden ingeschaard, zeide, dat vol komen isolatie de eenige afdoende metho de is. In 1930 b.v. heerschte rondom ons gebied overal mond- en klauwzeer. Toen heb ik, al dus spr., aan den buitenkant dadelijk al het vee laten opstallen en ben reeds in Septem ber begonen met stalvoer. Hoewel hieraan natuurlijk kosten waren verbonden, ben ik er zoo toch in geslaagd de gevreesde ziekte gehaald, wordt nimmer weer toegelaten Breekt de ziekte uit in den staltijdd, wordt eveneens volkomen isolatie toewna!!1 Van groot belang zou het zijn als de Z' smettingshaard veel duidelijker dan tot m," het geval is, wordt aangegeven door plakü ten met het bekende opschrift. Iedere veear£ moest den betrokken boer eigenlijk meerder» exemplaren kunnen verstrekken, want zcl vlug mogelijk handelen bij uitbreken der ziekte is gewenscht. Zooals uit de practo blij'kt, kan de besmetting volkomen geïso leerd worden mits dadelijk wordlt ingegrl pen. Wenschelijk ware dat er door de boeren een organisatie werd gesticht, waardoor bi; een contributie van b.v. 5 cent per koe veel zou kunnen worden bereikt. De binnengebie den zouden dan met de grensgebieden di» het steeds zwaarder hebben te verantwoor den op de bres kunnen staan en ik ben er van overtuigd, zoo besloot de heer Harteveld. dat bij een goede onderlinge samenwerking het mond- en klauwzeer onze veestapels nitf meer behoeft te geeselen. Tegen onwillige, kon men streng optreden, b.v. door boycot toe te passen of een z.. „zwarte lijst" aan te leggen. Deze wijze van handelen verdient ajjer medewerking en moet door de organisaties gepropageerd worden, zoodat men de kwestie gaat voelen als een algemeen belang, Waar bij de gemeenschap in geval van schade het individu bijspringt. 1 De Ned. Tulndersbond hield Dins dagmiddag een buitengewone vergade ring in hotel De Pool te Amsterdam. Een groot aantal afgevaardigden, pl.m. 50 afdeelingen vertegenwoordigen de, was aanwezig. De voorzitter, de heer van Kampen, opende deze eerste landelijke vergade ring met een woord van welkom, zijn genoegen uitsprekende over de groote opkomst der leden. Spr. herinnerde aan de oprichting van den N. T. B., welke thans pl.m. een jaar bestaat. Spr. schetste den moeilijken strijd, welke de bond heeft te strijden en verheugde zich er over, dat de tuinders de dingen die hen scheiden, vergeten en dat zij hebben aangegrepen, wat hen samenbindt. Spr. wekte op, gezamenljï te strijden. Hij wees op de groote moeilijkheden waarmee de export heeft te kampen. Dl tuinders gelooven echter, dat eens een einde zal komen aan de autarkie, waar door de tuinders de kracht krijgen, den strijd voort te zetten. De Nederlandse!» tuinbouw is geen luxe, daarom wendt men zich tot de regeering om steun, he laas nog zonder succes tot nu toe. We zullen moeten weten, of men ons wil helpen, of dat wij zullen zijn gedwongen onder te gaan. De Troonrede heeft ten opzichte van het beloofde executie-verbod het ver trouwen in de regeering geschokt. Zij is tekort geschoten. (Instemming). Thans zijn vele menschen slachtoffer gewor den. De voorzitter wees op de zware lasten van de tuinders, o. m. op de hooge rente en de thans drukkende sociale las ten, hoewel men de arbeiders wel hun rechten gunt. Aangedrongen werd op organisatie van de tuinders in een „tuinders"-organisatie. In de gemengde organisatie kan de tuinder niet voldoen de voor zijn rechten opkomen. De begrooting lokte eenige besprekin gen uit. De voorzitter wekte de afgevaardig den op om in eigen kring propaganda te voeren, wat de kosten zal drukken. Door den heer Gayaard, Langereifc werd voorgesteld de contributie te ver- hoogen. Den voorzitter was dit voorstel sym pathiek, maar hij wees op de moeilijk heden met de leden, voor wie een hoo- gere contributie te bezwaarlijk zal zijn. De heer Van der Gaag, Loosduinen, deelde mede, dat zijn maatschappij, ds N. V. Eerste Onderlinge Broeiglasvej- zekering Mij., bereid is, als het noodig mocht zijn, de overige 75 obligaties te nemen, welke mededeeling met luid »P' plaus werd begroet. 1 Wat betreft de steunmaatregel^1 merkte de voorzitter op, dat men te Zuid-Holland voor garantie der produc tieprijzen is. De steun dwingt den men* schen tot verschuiving van de teelt- Men gaat zich op andere producten toe leggen. Ten tweede heeft men door d geringe gelden een verschuiving v.8® 1 culture. Alles wordt verlaat. Het eenté middel is garantie van den productie* Pri-is- „r. Uit de besprekingen bleek, dat de ver schuiving van de cultures ook geweten kan worden aan de teeltbeperking. DeZ moet ook eens plaatselijk bekeken w01' den, meende de afgevaardigde van B° Iterdam. De afgevaardigde van Gouda ber'e' steun, te berekenen naar de oppervlak De heer Kaan, Oudkarspel, wilde aa sturen op een aanvullende steun?e?e.l ling, ons een redelijk bestaan op'e rende. Verder werd door verschillende n,< woord gevoerd, w'el vaardigden het aandrongen op verlaging van 8r0"u.^. lasting, verdere uitbetaling van s ,a; Er ondh®" iiit> werden voorbeelden genoemd,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 10