8
t
Stad en Omgeving-
Jladiapcogcamma
/3ud uw ledig 31taggi3flescfye opnieuw met QSKaQ^isJlrOïïlfl vullen
S)at is voordeeliaer I
'JjeuitSeton
De heks vcm Wirislea
REORGANISATIE DIENSTEN EN
BEDRIJVEN.
B. en W. schrijven in bijlage Nr. 134:
Naar aanleiding van de opdracht, aan ons
college verstrekt in uwe vergadering van 13
September j.1. om van bericht en raad te
dienen over het rapport der commissie in
zake reorganisatie van gemeentediensten en
■bedrijven (bijlage nr. 112) hebben wij daar
omtrent allereerst gehoord de betrokken
zonder aangaande het voorstel der commis
sie om de leiding van het grondbedrijf en
den havendienst op te dragen aan den
directeur der gemeentewerken, van het sport-
parkbedrijf aan den directeur van den Hout
en de plantsoenen en van het marktwezen
hoofdzakelijk aan den directeur van het
slachthuis. De uitgebrachte adviezen met de
verslagen van de vergaderingen, waarin
deze aangelegenheid is behandeld, leggen
wij voor uwe vergadering ter inzage. Hier
uit blijkt, dat de commissies van bijstand in
het algemeen accoord gaan met de voorstel
len der reorganisatie-commissie. Ten aanzien
van een tweetal punten werden afwijkende
meeningen naar voren gebracht en wel met
betrekking tot:
a. de huisvesting van het kantoor van het
sportparkbedrijf en eventueel van het
kantoor van de plantsoenen en van de
begraafplaats;
b. de leiding van de Zaterdagochtend- en
avondmarkt en de St. Nicolaasmarkt;
Ook wij kunnen ons in het algemeen ver
eenigen met de strekking van het rapport en
de voorstellen der commissie, dit te eer, nu
de commissie zich gelijk wij tot ons ge
noegen hebben opgemerkt evenals destijds
ons college (zie algemeen verslag betreffen
de het onderzoek van de gemeentebegrooting
voor 1934, blz. 40), op het standpunt heeit
gesteld, dat concentratie practisch alleen bij
het ontstaan van vacatures te overwegen is
Op dezen grond zouden ook wij bij het ont
staan der vacature van directeur van het
grondbedrijf, het marktwezen, het sportpark
en den havendienst een reorganisatie heb
ben bevorderd.
Stemmen wij dus gaarne in beginsel met
het voorstel der commissie in, in verband ook
met de adviezen der commissies van bijstand
achten wij het gewenscht, alsnog het volgen
de op te merken:
De voorkeur, die de commissie heeft voor
het Waaggebouw als kantoor voor den plant
soendienst, de begraafplaats en het spori-
parkbedrijf, kunnen wij niet deelen. Dit kan
toor zou te ver liggen van het centrum der
werkzaamheden ten behoeve van de drie ge
noemde diensten. Bovendien wenscht net
publiek voor .besprekingen betreffende de be
graafplaats steeds ter plaatse de zaak in
oogenschouw te nemen. Beter lijkt ons ais
kantoor in te richten daar het tegenwoor
dig kantoor der begraafplaats te klein is en
de directeur der plantsoenen niet langer mag
worden genoodzaakt de administratie der
p'antsoenen in zijn woning te voeren de
gemeentewoning Westerweg nr. 248, die aan
de Noordzijde van de algemeene begraaf
plaats is gebouwd. Deze woning is voor de
administratie van de drie door den directeur
der plantsoenen te beheeren takken van
dienst voldoende groot. Gelijk uit de ter in
zage liggende notulen blijkt, is deze gedach
te ook bepleit in de commissie van bijstand
voor de plantsoenen.
Het komt ons met de commissie van bij
stand voor het marktwezen voor, dat ook de
Zaterdagmorgen- en avondmarkt en de St.
Nicolaasmarkt onder beheer moeten worden
gebracht van den directeur van het gemeen-
teslachthuis, teneinde versnippering van de
markten te voorkomen. Het zou eenigszins
met de concentratiegedachte in strijd zijn,
wanneer de leiding van één dienst, n.1. die
van het marktwezen, over verschillende
ambtenaren wordt verdeeld. Wel zijn wij met
de commissie van meening dat de kermis-
aangelegenheden, die slechts in verwijderd
verband staan met de bevordering der mark
ten te Alkmaar, .meer eigenaardig bij de
politie thuis behooren, waartoe wij de noo-
dige opdracht zullen verstrekken aan den
commissaris van politie.
Het denkbeeld in de commissie van bij
stand voor het slachthuis naar voren ge
bracht om één commissie van bijstand in te
stellen voor het beheer van het slachthuis en
van het marktwezen, heeft onze instemming
niet We] zou naar onze meening meer sa
menhang tusschen de diensten van het
slachthuis en het marktwezen kunnen wor
den bevorderd, door bij de eerstvolgende be
noeming van leden der commissie van bij
stand dezelfde leden te kiezen in de beide
commissies van bijstand, gelijk dit ook steeds
pleegt te geschieden bij de afzonderlijke
commissies van bijstand voor openbare wer
ken en voor de plantsoenen.
Het ligt in de bedoeling der commissie,
blijkens naar opmerking op bl. 6 van het
rapport, dat deze reorganisatie in geen en
kel 'opzicht verhooging van salarissen voor
de daarbij betrekken ambtenaren ten gevolge
zal hebben. Eenzelfde gedachte kwam in de
verschillende commissies van bijstand tot
uiting.
Wij kunnen ons met dit denkbeeld niet ver
eenigen en achten het in strijd met de billijk
heid zoowel als met hetgeen ten aanzien van
andere ambtenaren en de werklieden in deze
gemeente steeds heeft gegolden. Eenige ver
goeding achten wij derhalve gerechtvaardigd,
al ligt het voor de hand, dat die tot een be
trekkelijk gering bedrag kan worden be-
perkt.
Intusschen, wij meenen, dat op dit pum
thans noch in positieven, noch in negatieven
zin een beslissing kan worden genomen. Het
betreft hier het wijzigen van arbeidsvoor
waarden, waarvan de gevolgen, gelijk to.
dusver gebruikelijk was, moeten worden ge
regeld na raadpleging van de commissie
voor georganiseerd overleg, terwijl, overeen
komstig uw besluit van 13 October 1932
(Gem. blad nr. 1307) in casu ook het advies
zal moeten worden ingewonnen van de ver-
eeniging van hoogere gemeenteambtenaren.
Wij stellen u voor, ons te machtigen, deze
adviezen in te winnen.
Wij geven uwe vergadering overigens in
overweging het rapport der commissie in
zake reorganisatie van gemeentediensten en
-bedrijven met inachtneming van boven
staande wijzigingen te aanvaarden, de noo-
dige wijzigingen aan te brengen in de hier
onder vermelde verordeningen en de voorge
stelde regeling te doen ingaan op 1 Novem-
b€r Q g
B. en W. bieden den raad daartoe een ont-
werp-besluit ter vaststelling aan.
OVERNAME VAN STRATEN.
In bijlage no. 137 schrijven B. en W.
De vereeniging „St. Joseph", alhier, heeft
verzocht de door haar in het Lyceumkwartier
aangelegde straten, n.1. de Bleekerskade, de
Lyceumstraat en het langs den Molentocht
aan de zijde van het Lyceum gelegen tegel
pad een en ander voor zoover deze niet
reeds eigendom der gemeente zijn, kosteloos
aan de gemeente in eigendom te mogen over
dragen.
De straten zijn geheel overeenkomstig het
raadsbesluit van 30 Juli 1931, nr. 9, en tot
genoegen van ons college aangelegd en ver
keeren in goeden staat van onderhoud.
In verband hiermede hebben wij er geen
bezwaar tegen het verzoek in te willigen,
met 't oog waarop wij u voorstellen 't desbe
treffende besluit te nemen, waarvoor ter wil
le van een vereenvoudiging der berekening
van de kosten van levering, de vorm is geko
zen van een besluit tot koop voor een bedrag
van 1.—
Intusschen was daarmede nog niet van de
baan de kwestie yan den. loop van de eigen-
domsgrens tusschen het perceel sectie E 4120
(ged.), het terrein van de bad- en zwemin
richting en de perceelen sectie E. nrs. 1755,
2635 en 2636, tuingrond, toebehoorende aan
den heer Teerink, welke kwestie partijen
eveneens verdeeld hield. Hieromtrent zijn wij
met partij-Teerink overeengekomen om de
grensscheiding te doen bepalen, zooals deze
door adastrale opmeting zou worden aange
wezen. Wij vertrouwen, dat uwe vergadering
deze oplossing zal kunnen aanvaarden.
Een derde geschil tusschen partijen betrof
het gebruik van den notweg, loopende van
de perceelen-Teerink en het terrein der bad
en zweminrichting naar de Nieuwpoorts-
laan.
Deze notweg is als erfdienstbaarheid ge
vestigd in 1896 als „recht van weg naar den
publieken weg ten nutte van de achterliggen
de over en ten laste van de voorperoeelen"
In dezen notweg bevindt zich een hek, dat
althans op Zon- en feestdagen, wanneer
wedstrijden op het sportpark worden gehou
den, gesloten dient te zijn in het belang van
de rpenbare orde.
Partij-Teerink, die er belang bij heeft, dat
het hek zooveel mogelijk geopend is, heeft
hierin tens'otte bewilligd.
Het verdiende aanbeveling deze kwestie
door een overeenkomst van dading op te los
sen, waarbij is vastgelegd dat de heer Tee
rink het recht der gemeente erkent om bij
belangrijke wedstrijden op het sportpark het
hek te sluiten, behoudens het recht van den
heer Teerink en zijn huurders om te allen
tijde van het recht van doorgang gebruik te
maken. Deze overeenkomst hebben wij ge
sloten, onder voorbehoud van de beslissing
van uwe vergadering.
Wij geven uwe vergadering in overweging
de met den heer Teerink gesloten overeen
komst te bekrachtigen.
OVEREENKOMST GRENSREGELING
EN AFSLUITING NOTWEG.
B. en W. schrijven in bijlage no. 136:
Tusschen de gemeente en den heer J. W.
Teerink, alhier, als eigenaar van de aan de
Noordzijde van het terrein van het „Zwem
bad-Alkmaar" N.V. gelegen perceelen tuin
grond zijn eenige kwesties gerezen met be
trekking tot hunne eigendomsrechten.
Vooreerst was er een geschil over een aan
beide partijen gemeen zijnden buurweg, wel
ke van de Sportlaan Westwaarts liep in de
richting van de Zandersloot. Deze buurweg
was aan weerszijden van de grensscheiding
gelegen ter breedte van ongeveer 1.75 M.
Door de totstandkoming van de bad- en
zweminrichting verloor deze buurweg zijn
zijn reden van bestaan, aangezien het
„Zwembad-Alkmaar", N.V. het geheele aan
haar in erfpacht gegeven terrein noodig had
en daarvan niet meer 1.75 M. kon reservee
ren voor een gemeenschappelijken buurweg
Ieder der partijen heeft daarom de helft van
den buurweg bij haar eigendom getrokken.
Op deze wijze was het geschil over den buur
weg en de begrenzing daarvan van zelf op
gelost.
BENOEMING LEERAAR GEMEENTE
LIJKE AVONDSCHOOL VOOR LAGER
NIJVERHEIDSONDERWIJS.
B. en W. schrijven in bijlage no. 125:
Sinds 1 Januari 1933 is als tijdelijk leeraar
in wiskunde aan de Gemeentelijke Avond
school voor lager nijverheidsonderwijs alhier
verbonden de heer G. A. J. Boogh, thans wo
nende te Bergen.
De directeur geeft ons thans in overwe
ging den heer Boogh met ingang van 1 Oc
tober voor een vaste benoeming voor te
dragen.
De minister van onderwijs heeft de desbe
treffende voordracht goedgekeurd, terwijl de
commissie van toezicht op het gemeentelijk
nijverheidsonderwijs zich daarmede kan ver
eenigen.
Wij stellen uwe vergadering voor den heer
G. A. J. Boogh te Bergen met ingang van 1
October 1934 voor vast te benoemen tot
leeraar in wiskunde aan
Avondschool voor lager
wijs alhier.
de Gemeente'ijke
nijverheidsonder-
VERKOOP GROND BISSCHOP
BOTTEMANNESTRAAT.
In bijlage no. 127 schrijven B. en W.:
De heeren J. de Vries en A. Coppens, bei
den wonende te Amsterdam, hebben verzocht
voor zich of hunne lastgevers van de ge
meente te mogen koopen een perceel bouw
terrein, gelegen aan de Bisschop Botteman-
nestraat, groot ongeveer 1409 M2., voor den
prijs van 7 per M2., teneinde daarop 10
woningen en een winkelhuis te bouwen. Te
gen verkoop van genoemd perceel be
staat bij ons geen bezwaar, terwijl de grond
prijs in overeenstemming is met de prijzen,
door de commissie van bijstand voor het
grondbedrijf voor de bouwterreinen gelegen
ten Noord-Oosten van den Bergerweg in
overweging gegeven.
B. en W. bieden den raad in verband
daarmede een ontwerp-besluit ter vaststel
ling aan.
FINANCIEELE REGELING
WONINGBOUW.
B. en W. schrijven in bijlage no. 132:
Bij besluit van 8 Juni 1933 nr. 12 heeft
uwe vergadering overeenkomstig ons voor
stel opgenomen in bijlage nr. 69 de bij be
sluiten van 17 Maart 1932 nr. 6 en 24 Nov.
1932 nr. 24 vastgestelde voorwaarden, be
trekking hebbende op den bouw met Rijks-
Woensdag 17 October.
HILVERSUM, 301 M. (VARA-
uitz., 6.307.RVU). 8.Gr.pl.
9.30 P. J. Kers: Onze keuken.
10.VPRO-morgenwijding. 10.15
Voor Arb. in de Continubedr.: Mr.
S Mok, lezing, J. Lemaire, voordr.
De Notenkrakers olv. D. Wins en
gr.pl. 12.— Gr.pl. 12 15 De Noten
krakers. 12.45 Gr.pl. 1.Klein
VARA-Ensemble olv. F. Bakels
2 15 Kniples. 3.— Voor de kinde
ren. 5.30 De Flierefluiters olv. J. v.
d. Horst. mmv. A- de Booy, zang.
6.30 RVU. Mevr. dr. J. C. Proost
Thoden van Velzen: De bouw
van het heelal. 7.Sportuitz. 7.20
Zang door To v. d. Sluys, sopraan.
7.40 Voor het Platteland. 8.—
SOS-ber. 8.03 Vaz Dias en VARA-
Varia. 8.10 „Peer Gynt", spel van
Ibsen, bew. Cappellen, mmv. het
VARA-orkest olv. H. de Groot, To
v d. Sluys, sopraan en het VARA-
tooneel olv. W. v. Cappellen 10.15
Vaz Dias. 10.20 C. Steyn, accor
deon en Johan Jong, piano. 10.30
VARA-orkest olv. H. de Groot.
11.-12.- Gr.pl.
HUIZEN, 1875 M. (NCRV-uitz.)
8.Schriftlezing en meditatie.
8.15—9.30 Gr.pl. 10.30 Morgen
dienst olv. ds. P. Boes. 11.12.
H. Gebhart, cello en M. Viool,
piano. 12.15 Gr.pl. 12.30 Kamer
orkest olv. Th. v. d. Pas. 2.— Gr.
pl. 3.— Chr. Lectuur. 3.30—3.45
Gr.pl. 4.— Orgelspel R. Parker.
5.— Kinderuur. 6.Landbouw-
halfuur. 6.30 Afgestaan. 7.Ned.
Chr. Persbureau. 7-15 Gr.pl. 7.30
Technische causerie. 8.NCRV-
Klein-orkest olv. P. v. d. Hurk.
8.25 Causerie ds. M. v. Grieken.
8.35 Verv. concert. 9.Causerie
Ir. J. P. v. Lonkhuyzen. 9.30 Verv.
concert, om 10.Vaz Dias. 10.30
—11.30 Gr.pl.
DROITWICH, 1500 M. 10.35
10.50 Morgenwijding. 11.05 Cau
serie. 11.20 Gr.pl. 11.50 Voor de
scholen. 12.05 Orgelspel Q. Mac-
Lean. 12.50 Ch. Manning's orkest.
I.50 Gr.pl. 2.25 Voor de scholen.
3.15 Piano-recital Ph. Simons.
3 35 Sted. orkest Bournemouth olv.
R Austin, mmv. H. Fairhurst,
viool. 5.05 Het MacArthur kwintet.
5.35 BBC-dansorkest olv. Hall,
6.20 Ber. 6.50 en 7.05 Lezingen
7.25 Cembalo-muziek. 7.50 „Songs
from the Films" gevzr. progr. 8.50
BBC-orkest olv. Sir Granville Ban-
tock. 9.50 Ber. 10-20 Concert R.
Maas, cello en M. Maas, piano.
11.20 Voordr. 11.25—12.20 Ruy
Fox en zijn Band.
PARIJS (RADIO-PARIS), 1648 M.
7 20 en 8-20 Gr.pl. 12.35 Goldy-
orkest. 9.05 Nat. orkest olv. Inghel-
brecht mmv. G. Jouattf, zang.
10.50 Dansmuziek.
KALUNDBORG, 1261 M. 11.20
-1.20 Concert uit rest. Wivex. 2.20
C Rydahl's orkest. 4.20—4.50 Gr.
pl' 7.20 Omroeporkest olv. Reesen.
8 20 Concert door solisten, koor en
orkest olv. G. Hoeberg. 9.35 Opera
muziek olv. Reesen. 10.20-11.50
Dansmuziek.
KEULEN, 456 M. 5.20 Gr.pl
6 35 Concert olv. Fliegner. 11.20
Gr pl 1.20—2.05 Kamer-orkest o.
1 v Hartmann. 3-20 Concert uit
Hamburg 4.35 Brahmsconcert,
viool en piaro. 6.20 „Das Ueber-
brettl", gevar. progi. 7.30 Unsere
Saar den Weg frei zur Verstan-
digung. 7.55 Stunde der jungen
Nation: De 7-jarige oorlog. 8.20
lm blauen Dunst vrooluk progr.
ölv. Kandler. 9.40-11.20 Popu
laire muziek en orgelspel.
ROME, 421 M. 8.05 „Debora e
jaele", opera van Pizzetti. Leiding:
Murinuzzi.
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.:
12 20 Omroeporkest >lv. Gason.
1 302.20 Gr.pl. 5.20 Dansmu
ziek. 6.20 Gr.pl. 6.50 Kamermu
ziek. 8.20 Symph. concert. 10.30—
1L20 Max Alexys' orkest. 484 M.:
12.20 Gr.pl. 1.30—2.20 Omroep
orkest olv. Gason. 5.20 Symph.-
concert. 6.35 en 7.20 Gr.pl. 8.20
Selectie uit „La belle Hélène",
operette van Offenbach. 10.30
11.20 Max Alexys' orkest.
DEUTSCHLANDSENDER, 1571
M. 7.30 Zie Keulen- 7-50 Otto
Kermbach's dansorxtst. 9.20 Ber.
9.50 Radio-kwartier. 10.05 Weerbe
richt. 10.2012.15 Dansmuziek uit
Leipzig.
GEMEENTELIJKE RADIO
DISTRIBUTIE,
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Huizen.
Lijn 3: Lond. Reg. 10.35
10.50, Droitwich 10.50—11.05,
Lond. Reg. 11.05—17.35, Droit
wich 17.35—24.
Lijn 4: Keulen 10.35—15.20,
Hamburg 15.20—16.20, Keulen
16.20-19.30, Deutschl.s. 19.30—
22.20, Leipzig 22.20—24.—.
voorschotten van 28 arbeiderswoningen en 2
winkelhuizen aan de Uitenboschstraat door
de Vereeniging voor Volkshuisvesting „Alk
maar" en van 24 kleine arbeiderswoningen
van gemeentewege aan de De Ruijterstraat
en de Trompstraat, gewijzigd in dien zin.
dat de gemeente de voor dezen woningbouw
benoodigde gelden zelf uit een daarvoor te
sluiten le'ening zou verstrekken.
Het Rijk heeft intusschen de rente van de
vóór 1 Januari 1934 verleende en toegezeg
de woningwetvoorschotten van 5 pCt. tot 4
pCt. verlaagd. Daar het niet waarschijnlijk
is, dat de gemeente tegen 'n lager percentage
zal kunnen leenen, hebben wij de uitbetaling
van de boven bedoelde woningwetvoorschot
ten aan den minister verzocht.
B. en W. stellen den raad in verband hier
mede voor zijn besluit van 8 Juni 1933 nr.
12 in te trekken.
WIJZIGING RECHTSPOSITIE VAN
HET GEMEENTEPERSONEEL.
B. en W. schrijven in bijlage no. 128:
Bij brief van 12 September 1934, nr. 51,
hebben Ged. Staten te onzer kennis gebracht
het Koninklijk besluit van 28 Augustus 1934,
dat wij in afschrift voor uwe vergadering tér
inzage leggen, waarbij u wordt aangemaand
het Ambtenarenreglement en Werkliedenre-
glement der gemeente aan te vullen met be
palingen betrekking nebbende op (iet onis'ag
van vrouwelijke ambtenaren, die in bet hu
welijk treden of in concubinaat gaan leven
en het ontslag van ambtenaren wegens revo-
lutionnaire gezindheid, een en ander zooals
is aangegeven in de aanschrijving van den
minister van binnenlanosche zaken van 20
Dec 1933, nr. 16601" I, afdaling Ambtena
ren/aken, en zulks binnen 3 maanden, nadat
het koninklijk besluit ter kennis van uwe ver
gadering is gebracht.
Gelijk u uit ons voorstel van 27 Februari
j.1. (bijlage nr. 28) bekend is, heeft de meer
derheid van ons college u toenmaals in over-
weging gegeven de door den minister van
binnenlandsche zaken gewenschte bepalin
gen in het Ambtenarenreglement op te ne
men. In de circulaire van Ged. Staten, d.d.
10 Januari j.1., welke bij de stukken ter in
zage heeft gelegen, was trouwens medege
deeld, dat wanneer de desbetreffende regle
menten niet binnen een termijn van drie
maanden conform de voorgestelde bepalin
gen zouden zijn gewijzigd, de regeering Z'cli
genoodzaakt zou zien zelf over te gaan tot
het aanbrengen van bovenvermelde wijzigin
gen en aanvullingen in die reglementen. Be
doelde bevoegdheid bezit de Kroon ingevolge
artikel 126 van de Ambtenarenwet 1929, S.
530.
De meerderheid staat ook thans nog op
het standpunt, dat het gewenscht is aan het
verlangen van de regeering te voldoen en dat
voorkomen moet worden, dat de hiervoor be
doelde voorschriften door een ander oigaan
dan de raad dezer gemeente worden vastge
steld.
van May Wynue.
14)
En toen zij het blozend gezichtje naar
hem ophief, met een paar schuchtere woor
den van dank, kwam hij ineens met zijn
vraag te voorschijn:
„Heb je mij lief, Marjorie?"
Een pauze, en toen haar bekentenis:
„Ik heb je lief met heel mijn hart, Hugh!"
Hierna was er geen kwestie meer van ro
zen iplukken of stekjes knippen van de soor
ten, die lady Anslie zoo graag had, want
ze waren zelfzuchtig, die twee, die voor het
oogenblik vergaten, dat er ooit oorlog of
andere verschrikkingen waren in de we
reld.
De stem van vrouw Lettington, die Mar
jorie aan het ontbijt riep, was een wan
klank in dit schoonste uur haars levens en
ze gingen schoorvoetend, maar wilden
wel, dat ze verder weg waren geweest, zoo
dat ze er niet aan hadden herinnerd kunnen
worden, dat de dokter naar Winslea
Grange moest.
„Morgenochtend ga je toch ook dadelijk
rozen plukken? Dan zal ik zorgen, dat ik er
ben, Marjorie", beloofde hij. Het ontbijt in
die dagen was een deugdelijke maaltijd,
waarbij nu in dit huis maar licht bier werd
gedronken, omdat de doctor een matig
mensch was.
Sir Hugh wilde niet langer blijven dan
noodig was, om een morgendrank van mus-
caatwijn en eieren te gebruiken, die vrouw
Lettington speciaal voor hem had klaar ge
maakt, want hij had zaken te verhandelen
met Squire Brotherton en kolonel Aikton,
die geen uitstel konden lijden, zelfs al
pruilden rozenroode lippen en stonden Mar-
jorie's oogen droef.
In waarheid was door de bondgenooten
van sir Hugh diens borgstelling, dat kasteel
Pontefract open zou gevonden worden, zoo
dra de bode van Langdale uit Schotland
kwam, nu niet zoo heel vriendelijk opgeno
men, en, ofschoon de naam van kolonel
Morrice niet bepaald genoemd was, waren
er toch gissingen gemaakt en werd er al
vaag gesproken van de plotselinge vriend
schap tusschen den jongen eigenaar van
Barkleigh Towers en den gewezen officier
van het Parlementsleger.
Intusschen reed Marjorie haar bruinen
hit, Betsy King, naast den mageren „Gray
Thomas' van haar vader, in de richting
naar de vennen van Winslea, die zich in een
purperen nevel ten oosten van Pontefract
uitstrekten.
In het eerst was dit een onbeschaduwde
weg, die door de bosschen van Fryston
voerde, en dan ging het verder langs de ri
vier de Aire, die zich als een zilveren lint
door de weiden slingerde, tot waar de ven
nen zich vertoonden in hun sombere een
zaamheid.
Het was niet een bezoek, waardoor naar
Marjorie met opgewektheid was uitgezien.
Mistress Agatha Birley was de weduwe
van Thomas Birley, een man „vol ijver stre
vende naar rechtschapenheid", zooals hij
zichzelven gaarne schilderde, met andere
woorden, iemand, die met bitteren haat
haatte zijn koning en de heele koninklijke
partij, evenals zijn zoon James, die op der
tigjarigen leeftijd in „de voetstappen van zijn
vader trad" en inderdaad diens gematigden
tred nog overtrof, als Independent van de
vurigste 'soort, die zijn eenvoudige stiefzus
ter met diezelfde ijzeren roede regeerde,
waarmee hij iederen ondergeschikte behan
delde in en om Winslea Grange.
Mistress Birley was een nicht van dr.
Stapleton; in vroegere en andere dagen had
den die twee zeer vriendschap'lijk met elkaar
omgegaan, en, ofschoon de waardige doctor
niet veel op had met den geest, die heersch-
te in het huishouden van den Independent,
bracht hij toch, door oude genegenheid ge
dreven, zoo nu en dan een bezoek aan nicht
Agatha.
„Maar waarom ik nu ook mee moet, dat
begrijp ik niet", had Marjorie al voor de
zooveelste maal gedacht, terwijl hij zich
kleedde voor haar rit. Toch wist zij in haar
hart zeer goed, dat mistress Birley er bij
haar neef op had aangedrongen dat die
zijn aardig dochtertje zou meebrengen, daar
ze zeer goed de bewonderende, zoo niet tee-
dere blikken had opgemerkt, die haar stief
zoon naar Marjorie wierp, ofschoon hij,
na ieder bezoek, zeker een uur uitvoer tegen
de ontvangst van een priester van Baal en
zijn Babylonische dochter.
Bij een van die gelegenheden had Janet,
zijn stiefzuster, de stoutmoedigheid gehad
om verzet aan te teekenen.
„In trouwe, James", had zij gezegd, „het
is niet mooi van je om zoo af te geven op
Marjorie, die toch het liefste, aardigste
meisje uit heel Yorkshire is en de beschei
denheid in persoon, zooals je evenmin ont
gaan kan zijn!"
James had een erge kleur gekregen onder
zijn getaande huid, terwijl hij een toornigen
blik wierp op de stoutmoedige spreekster.
„Ga weg van mij, vrouw, met uw onge
paste en verleidelijke inblazingen! Zou ik,
ik, als zoon van een rechtschapen vader, nu
het oog laten vallen op deze vrouw, die als
een strik is op de paden der godvruchtigen?
Ik zeg u van neen en andermaal neen!"
Maar al sprak hij nu ook met nog zooveel
overtuiging en verontwaardiging, Janet
moest er om lachen, toen ze in de veilige
afzondering van haar provisiekamer zat.
„Als ik mij nu bezondigde aan het dubbel
spel", dacht ze ondeugend, „dan zou ik er
een gouden Carolus onder verwedden dat
James, eer het een maand verder is, nicht
Marjorie het hof maakt!"
Carolus gouden munt, ter waarde
van twintig shilling.
En ze had gelijk gehad
Nog geen veertien dagen later of master
Birley had een ingeving gekregen:
Het was hem geopenbaard, verklaarde hl],
dat het voor hem was weggelegd, om een
dwalende vrouw te genezen van haar ver
keerde opvatting en haar ziel te redden. Met
andere woorden was hij van plan geweest
door zijn krachtig aangewenden invloed
Marjorie Stapleton te bekeeren, om de
Presbyteriaansche leer aan te nemen, met
hém als uitlegger daarbij, en in de vurige
hoop, dat, als zij Baal verzaakte -- daaron
der verstaande dan ook haar ouden vader en
alle koningsgezinden vriende -- zij dan de on
schatbare eer zou mogen genieten van zijn
vrouw te worden.
Hij kwam hier rond voor uit tegenover zijn
moeder, die op haar beurt aan Janet toe
vertrouwde dat alles niet beter had kunnen
loopen, want dat zij altijd vrees gekoesterd
had hoe hij nog eens tot zijn vrouw had
willen maken: Jemima Albury, wier tirannie
even groot was als haar godvruchtigheid.
Hiermee was Janet het geheel eens en zóó
hartelijk werd Marjorie dan ook ontvangen,
dat zij onwillekeurig eenige wroeging voel
de voor de wijze, waarop zij tegen dit bezoek
had opgezien.
De sombere heer des huizes zelve betoon
de haar groote vriendelijkheid, en, toen dr.
Stapleton zich met zijn nicht voor een ge
zellig praatje in de huiskamer terug trok,
noodde James zijn gaste voor een wande
ling in den tuin. (Wordt vervolgd).