DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Toezicht op de gezondheid van onderwijzers. Nu eens een échte „saneering" bij Onderwijs! Moeilijkheden in de Belgische regeering. De moord te Marseille. No. 245 136e Jaargang Tweede Kamer QxtQjeliiksch Overzicht Wordt de Broqueville vervangen ShiUeaCattd Wat vandóag de aandacht trekt ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33. Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. Woensdag 17 Gctober 1934 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Men hoort in deze tijden zoo vaak spre ken van „saneering", dat de eigenlijke, letterlijke beteekenis van dit woord langzamerhand eenigermate verdoezel de! In Parlementaire en Regeerings- kringen weet men hier over mee te pra ten en ook de „massa" heeft 't over „saneering" zonder dat zij ook maar een oogenblikje denkt aan de gezondheid van het menschelijk lichaam. In de gisteren-middag wederom bij een gekomen Tweede Kamer die vóór de a.s. Novembersche groot-politieke debatten nog 't een en ander wenscht af te doen kwam als „hoofdschotel" aan de orde een wetsontwerp, verdedigd door# minister Marchant, dat de meest-letter- lijke saneering, namelijk de gezond making van het personeel der inrichtin gen van onderwijs, beoogt, en wel in dien zin, dat leerkrachten, die bij een desbe treffend onderzoek aan longtuberculose blijken te lijden, niet meer aan een on- derwijs-inrichting kunnen worden ge handhaafd of daaraan verbonden. Nie mand zal kunnen ontkennen, dat de hier aan de orde zijnde materie een groot volksbelang betreft, waarop mede mi nister Marchant bij de verdediging van het ontwerp nog eens instantelijk wees. Z. Exc. verklaarde met schrik geconsta teerd te hebben, dat bij het onderwijs tuberculeus personeel voor de klas stond Toch kwam in de Kamer ten aanzien van het gebodene oppositie los, hetgeen in den fande vermoedelijk niet zeer ge waardeerd zal worden, want die tegen kanting gold voornamelijk het kosten- bezwaar, hoewel het geven van verstrek kende bevoegdheden aan de Regeering b.v. den heer Tilanus (c.h.) ietwat huive rig maakte. Hij verklaarde aan een meer eenvoudige regeling in de bestaan de wetten de voorkeur te hebben gege ven. Ook constateerde genoemde afge vaardigde strijd met de Grondwet wat het bijzonder onderwijs betreft. De r.-k. heer Suring ging zoo ver niet, doch zag in deze wel een te ver gaande beperking en wilde niet ingegrepen zien in de vr.j- heid van het schoolbestuur betreffende benoemingen, doch wel wat aangaat de toelating tot het onderwijs, hetgeen in derdaad een formeel verschil oplevert, doch dat de voorgestelde wet doet aan sluiten bij de lijn, welke de vaccinatie- wet volgt. De a.-r. afgevaardigde Zijlstra kwam met het kostenbezwaar op de proppen. Volgens zijn zeggen moeten de ouders het risico maar nemen. Vooral tegen deze meening kwam de minister in het geweer. Strekt de Over heidsbemoeiing zich soms niet uit tot de volksgezondheid?! riep hij uit. De heer Zijlstra stond dan ook onge veer alleen met zijn denkbeelden, want zelfs zijn partijgenoot Wielinga ontpop te zich als een warm voorstander van het wetsvoorstel, mèt de leden De Vries Bruins (s.d.a.p), Ketelaar (v d.) en dr. Vos (lib.) De liberale afgevaardigde hoopte, dat het ontwerp den stoot zal geven tot een centralen medischen Rijksdienst. Exc. Marchant had 't dus niet zwaar bij de verdediging van de wetsvoor- dracht. Toch had hij zich nog te verde digen teeen een grief van mevr. De Vries Bruins is deze militante dame wel ooit heelemaal tevreden te 6tellen? aangaande het feit, dat de regeling zoo laat komt. Kan ik dat helpen?, aldus ongeveer de minister. En hij had gelijk! Z. Exc. wees er voorts op, dat deze „saneerende" regeling niet bij uitslui ting thuis hoort bij het departement van Onderwijs. Uitbreiding der regeling is namelijk ook mogelijk voor andere takken van dienst. De bewindsman ont kende verder ten stelligste, dat de grondwettige vrijheid van het onderwijs door het gebodene wordt aangetast. Het schoolgaan der kinderen mag voor hen nu eenmaal geen nadeel opleveren. „De tegenstanders moeten oppassen niet aan formalisme dood te gaan!", zoo zei mr. Marchant ietwat ironisch. Wat het kostenbezwaar betreft: Z. Exc vroeg zich verwonderd af of men dan alles wenscht af te wijzen wat geen bezuniging brengt? Trouwens, de minis ter verzekerde, dat de tijdige maatrege len heel wat kosten in de toekomst on- noodig zullen maken. „Het is juist de kunst om bezuinigingen zoo toe te pas sen, dat het apparaat er niet minder door wordt en de volkskracht gehand haafd blijft", aldus verder Z Exc., die verklaarde niet mee te willen werken aan „liquidatie" onzer samenleving, waarop sommige bezuinigers schijnen te willen aansturen. Thans stuurt de Re geering in de richting, dat bacillendra gers onder 't onderwijspersoneel opge merkt kunnen worden, want het gevaar. dat zij veroorzaken, is ontzettend. Het geheele probleem noemde de minister „niet zoo eenvoudig". Maar men moet allereerst tegen de ouders kunnen zeg gen: De Overheid zorgt ook voor physiek gezond onderwijspersoneel. Omtrent de kosten, welke het ont werp zal vorderen kon de bewindsman niets definitiefs loslaten, doch hij raam de een marge tusschen één en drie ton. Ten slotte deed hij de toezegging, aat aan de Kamer permanente mededeelin- gen zullen worden gedaan omtrent de toepassing van het wetsontwerp. Bij de alg. beschouwingen diende mevr. De VriesBruins nog een motie in, bevattend een liarer lievelingsdenk beelden: Het onderzoeken van school kinderen op tuberculeuse ademhalings organen. Bedoelde motie spreekt de wen- schelijkheid in die richting uit en ver zoekt de Regeering een en ander „zooveel mogelijk" te bevorderen. Mi nister Slotemaker de Bruine, die mede aan de Regeeringstafel zat om ook een duit in 't zakje te doen .verklaarde tegen de motie geen bezwaar te hebben. Een makkelijk succesje dus voor de socialis tische medica! Doch van a. r. zijde vroeg men stemming en zoo haalde de motie 38 van de 54 uitgebrachte stemmen. Tegen waren de a.r., enkele c.h. afge vaardigden en de heer Vervoorn (platt.) Bij art. 1 kwam mevr. De Vries met een amendement om duidelijk vast te leggen, dat het onderzoek geldt „tuber culose der ademhalingsorganen". De minister nam ook deze zaak in genade aan. Art. 2 bracht de heer Suring in 't ge weer. Hij stelde een amendement voor met de strekking, niet de benoeming, maar wel de toelating van den onder wijzer, die de vereischte verklaring van gezondheid niet kan overleggen, onmo- te maken. Men kent de gronden van zijn overwegingen. Voorts bedoelde het amendement, de kosten van het ver eischte onderzoek niet op de onderwij zers te doen drukken, doch de vergoe dingen uit de Overheidskas te doen ge schieden en wel door een bij alg. maat regel vastgesteld tarief. Aangezien dit amendement op 't laat ste nippertje „in circulatie" was ge bracht en de minister van onderwijs verklaarde de zaak eerst nog eens nader te moeten overleggen, werd de afdoening van het ontwerp uitgesteld tot heden-middag. Zoodat het eindsta tion nog even'langer „in zicht" bleef! Het restje van den middag werd be steed aan een ontwerpje tot verhooging der uitkeering aan oud-gepensionneerde militairen van zee- en landmacht. Ook in deze kwam men niet tot afdoen, zoo dat morgen over de zaak nader kan wor den verteld. AD INTERIM. (Van onzen correspondent). De moeilijkheden waarmee de regeering heeft te kampen bij en naast de uitvoering van haar deflatieprogramma om economisch herstel te bereiken, zijn, op het oogenblik dat men ze opgelost waande, nog scherper ge worden, zoodat de politieke vooruitzichten ongunstig kunnen worden genoemd iet is juist omdat op het oogenblik van den poli- tieken toestand in Belgie zooveel afhang dat hieraan in alle kringen, en minst in het buitenland, zooveel aandacht wordt gewijd. Er kan echter onmiddellijK worden bijgevoegd dat de mogelijkheid van verandering in de regeering daarom nog geen verzwakking beteekent en nogveel minder een wijziging in haar Proêr dat essentieel tegen elke devaluatie frank is gekant. Kwestie van prestigen autoriteit. Het tragische en tevens het komische is wel, dat de regeering, die volmacht heef gevraagd om krachtig en radicaal te kunn regeeren, innerlijk al" het ware wordt ver scheurd. Sommige ministers laten kleine meeningsverschillen uitgroeien tot een kwes tie van prestige en autoriteit voor hun eigen persoon en willen niet buigen voor een col lega. Zoo heeft men kunnen beleven, dat minister Jaspar, die buitenlandsche zaken heeft en tot dusver het beperkt ministeriee comité leidde, dat gengeid werkt om de v - machtsbesl uiten voor te bereiden, to behandeling in den kabinetsraad, w g naar dit comité te komen, toen eerste-minis- ter de Broqueville te Brussel was terugg- keerd en zelf het voorzitterschap wilde waarnemen, zooals dit bij de benoeming van dit comité was geregeld. De heer Jaspar, die er geen gat in had gezien om zonder de minste reden mede te helpen om den heer Hymans als minister van buitenlandsche zaken aan den dijk te zetten en zijn plaats in te nemen, vond het beneoen zijn waardig heid. Intusschen mo^ht het „reddingswerk" maar wachten. Zoo zijn er nog meer gevallen Hoe dan ook, er heerscht in de regeering een onbe hagelijke stemming, alsof alles op barsten of springen staat, en die natuurlijk verder doordringt. De Beurs is hier de beste baro meter gebleken, want dè Belgische renten hebben de vorige week verscheidene punten verloren, d.i. alles wat zij sedert enkele maanden hadden gewonnen. Men heeft te vens het gevoel, dat er wordt gemanoeu vreerd, zonder dat men het juiste doel kent De Broqueville ondermijnd? Wat hieruit vooral duidelijk blijkt, is, dat de figuur van de Brocqueville eenvoudig wordt ondermijnd. De positie van den eer sten minister schijnt voor iedereen die tot de regeeringskringen gerekend kan worden onmogelijk te worden en dit vooral, omdat hij een toestand heeft laten ontstaan, waar door de positie van de regeering tamelijk zwak is geworden. Vrijdag werd aangekon digd, dat graaf de Broqueville het plan zou koesteren zijn portefeuille neer te leggen en openlijk werd ook reeds gesproken over een nieuwe regeeringscombinatie, waarin ook de oppositie, dat zijn de socialisten, ook de uit de partij weggeloopenen, zitting zouden hebben. De volmacht werd verleend aan den koning en niet aan zijn ministers, zoodat de koning wel degelijk het recht heeft zijn medewerkers te vervangen. Doch een andere vraag is of de socialisten voor medewerking zouden te vinden zijn. In de eerste plaats heeft het socialistisch partijcongres sedert lang besloten aan geen enkele regeering meer deel te nemen, zonder absolute socia listische meerderheid. Socialistische mede werking wordt verder afhankelijk gesteld van goedkeuring van de leidende gedachten uit het plan-De Man, wat voor de burgerpar tijen onaannemelijk is. Slechts wanneer de koning zelf een beroeo op hen zou doen, zou de kans bestaan, dat zij op het regeerings- schip plaats namen. Doch zoo ver is het nog niet en zal het ook wel niet komen. Ons lijkt alleen vervanging van De Broqueville en enkele anderen mogelijk, met opneming wellicht van staatsminister Francqui. Een factor van beteekenis bij de huidige moeilijk heden is het heethoofdig karakter van den minister van Landsverdediging, den heer Devèze, leider van de liberale ministers. Minister Devèze op het oorlogspad. Wij wezen reeds op zijn ophefmakende persgesprekken, waarin bij alle verlaging van "zijn begn-oting afwees Hiermee meen de hij wellicht een vooisprong te nemen, bij wijze van marchandage, op den minister van Financiën, den heer Sap, die tot eiken prijs ten minste een milliard frank moet vii.den wat nog een streng minimum >s om te bezuinigen voor de volgende begroo ting. Wij schreven u ook reeds, dat minister Sap naar aanleiding van deze houding zijn portefeuille ter beschikking van graaf de Broqueville had gesold. Dit word! beves tigd, maar er komt nog iets bij De beer Devèze heeft n.1. ook zijn portefeuille ter beschikking gesteld. Hij liet zich ten slotte bepraten door zijn vrienden en vond het middel om dan toch 140 millioen ie bezui nigen. Terloops zij gezegd, dat hij er op het oogenblik nog 40 millioen bij gevonden heeft, wat genoeg aantoont hoe oneven wichtig dit alles is. Graaf de Brooueville liet, toen hij van het ontslag van Devèze kennis kreeg, gene raai Nuyten, opvolger van generaal Gallet als hoofd van den generalen staf, bij zich komen. Deze zou, naar wij vernamen, ver klaard hebben kans te zien om 300 millioen frank te bezuinigen op de legerbegrooting en aan den generaal schijnen vooruitzichten te zijn gegeven om zelf de portefeuille van Landsverdediging in handen te krijgen. Toen Devèze oip zijn besluit was terugge komen, vernam hij hoe de Broqueville reeds over zijn portefeuille had onderhandeld en ten minste toch over zijn hoofd heen met ge neraal Nuyten zelf had onderhandeld. Dit had tot gevolg, dat Devèze wel als minister wil blijven, maar als eisch heeft gesteld, dat generaal Nuyten als chef van den genera len staf moet verdwijnen. Het is niet alleen een kwestie van perso nen, maar ook van doctrine. Het is inder daad merkwaardig, dat er een zekere agita tie tegen generaal Nuyten wordt gevoerd en dit juist van die zijde, die aanstuurt op een onvoorwaardelijke aansluiting van de Belgische landsverdediging bij deze van Frankrijk. Generaal Nuyten wil, zooals ge neraal Gallet, essentieele Belgische be langen vooral niet uit het oog verliezen en zoo blijkt hij niet bijster ingenomen met de door minister Devèze tot het uiterste gevolg de politiek van de grensversterking, en dit vooral om militaire redenen. Typisch is, dat ook juist de bladen, waarin bepaalde wa pen-industrieën belangen hebben, aan deze agitatie meedoen. Een en ander geeft wel een beeld van de vele voetangels en klemmen, die op het Belgische politieke terrein liggen en waarin de regeering verward zou kunnen raken. Maar in dit geval zou een versterkte regee ring uit de crisis te voorschijn komen met een programma, dat de bekrachtiging zou zijn van wat thans de basis is voor het hoo- gere beleid De moord in Marseille trekt nog steeds de aandacht van de geheele wereld, vooral door de bekentenissen en verklaringen, welke een nader licht op het complot werpen. De berichten zijn echter eenigszins ver ward, zoodat het zeer moeilijk is, een bepaal de conclusie te trekken. Volgens uit Marseille op het commissa riaat van politie te Belgrado ontvangen be richten, is thans, naar verluidt, ondubbel zinnig vastgesteld, dat Wlada Georgieff, Bulgaarsch onderdaan, de pleger van den aanslag is. Behalve de vingerafdrukken wordt ook door andere bizonderheden de identiteit be vestigd, o.m. de tatoueeringen en de vol ledige persoonsbeschrijving. De Prawda publiceert bizonderheden uit het leven van Georgieff. Het blad doet ook mededeelingen over den persoon van den vertrouwensman, die het eerste den werkelijken naam van den moor denaar heeft vastgesteld. Volgens deze mededeelingen was Geor gieff een aanhanger van den Macedonischen leider Michailoff. Hij was een der beste pistoolschutters van het land en stond be kend als gewillig en getrouw werktuig van zijn leider. Hoewel slechts bewezen kan wor den, dat hij in Bulgarije twee moorden heeft gepleegd, gelooft men toch. dat hij in het ge heel ongeveer 30 personen heeft gedood. Niettemin kan niet worden veronderstelt, dat hij zelfstandig den moordaanslag van Marseille kan hebben georganiseerd. Veeleer valt de verdenking den aanslag te hebben georganiseerd op een zexeren Cyrill Drangoch, die door Michailoff werd ge bruikt als buitenlandsch koerier. Van dezen weet men sedert eenigen tijd niet, waar hij zich ophoudt. Onderzoek naar doen en laten van Malny. Te Aaix en Provence heeft een onderzoek plaats gehad, dat ernstige beschuldigingen aan het adres van den terrorist Malny, die Maandag te Melun is gearresteerd, waar maakt. In het hotel, waar de terroristen en „Belle Marie Voudrof' voor den aanslag hebben vertoefd, zijn in de kamer, welke Malny be trokken had, twee hemmen, een automatische revolver en een bommenvuller gevonden, welke in overeenstemming zijn met die in de zakken van Kelemen zijn gevonden H'ermede is het bewijs geleverd, dat Malny bij het complot en de voorbereidingen er van betrokken <s geweest. Sensationneele mededeeling uit Athene. Het Grieksche regeeringsblad Vradyne publiceert in een extra-editie het bericht," dat een vooraanstaand man te Athene naar aan leiding van den mcord op koning Alexander te Marseille de politie via Piraeus mededee lingen heeft verstrekt De man heeft verklaard, dat een maand geleden uit Agram te Athene is aangeko men een vrouw, zekere Harenga Kalemen die door hem gehuisvest is. Zij heeft veertien dagen lang te Athene vertcefd en verklaard in het buitenland een broer te hebben, Petér Kalemen. De mededeelingen, welke de vrouw heel; gedaan, waren op den mooiuenaar van toé passing. De moeilijkheden in België. (Dag. Overzicht). Het naspel van Marseille. (Buiten land). Moord op burgemeester te Inns- brück. (Buitenland). De staatsloterij en de particuliere ondernemingen. (Binnenland). Nieuwe bevestiging van het rij- wielbelastingmerk. (Binnenland). Zuid-Slaviër in Heerlen gearres teerd. (Binnenland). (Zie verder eventueel laatst* berichten.) Het blad meldt voorts, dat de man, die de inlichtingen heeft verstrekt, de foto en de correspondentie van de vrouw ter beschik king van de politie heeft gesteld, die de in lichtingen heeft doorgegeven aan de politie van Belgrado. De vrouw is van Athene naar Marseille gereisd. Het schijnt, dat dit dezelfde vrouw is, als die te Aix de moordenaars heeft ontmoet en geld en wapens heeft verstrekt. Te Athene heeft de vrouw in ieder geval op grooten voet geleefd. Belgrado en de moord te Marseille. Er is nog geen beslissing genomen ten aanzien van de diplomatieke gevolgen naar aanleiding van den te Marseille gepleegden moordaaslag. In welingelichte Zuid-Slavische kringen is dit de gangbare meening, terwijl men er op wijst, dat het er vooral op aankomt te wach ten tot het onderzoek zal zijn afgeloopen en geconstateerd, wie direct en wie indirect voor den moord- verantwoordelijk moet worden ge steld. Voorts is tot nu toe nog niet in overweging genomen hetzij te Boedapest, hetzij te Genève een diplomatieken stap te onder nemen. Geen stappen van Zuid-Slavië? Volgens berichten uit Belgrado zou de ge zant van Zuid-Slavië te Boedapest in ver band met den aanslag te Marseille een stap hebben ondernomen bij de Hongaarsche regeering. Van officieele zijde worden deze berichten evenwel ontkend en tegengesproken en on juist genoemd. Daarentegen worden de geruchten beves tigd, dat de regeering van Zuid-Slavië bij de Hongaarsche regeering de medewerking heeft verzocht van Hongaarsche politie- atuoriteiten voor de opklaring van den te Marseille gepleegden moordaanslag. Ultimatum aan Hongarije Volgens een uit Belgrado te Parijs ont vangen bericht zou Zuid-Slavië voornemens zijn na de teraardebestelling van koning Alexander Hongarije een ultimatum te stel len. De positie van prins Paul. In politieke kringen in Zuid-Slavië be staat groote belangstelling voor den persoon van prins Paul, die door koning Alexander blijkbaar alles behalve slechts in naam is aangewezen als regent. Prins Paul zal het persoonlijk vermogen van den overleden vorst, dat op een millioen pond sterling wordt geschat, beheeren. Fransche bankiers gelooven, dat de regent een verzoenender houding zal aannemen dan Elexander, doch wel even resuluut zal zijn. De pas van den moordenaar. In het raadselachtig geval van de Tsje chische pas, die is gevonden Dij den pleger van den aanslag te Matseille/is een weinig licht gekomen door een nieuwe officieele mededeeling van het Tsjechische gezant schap te Boedapest. Uit deze mededeeling blijkt, dat er inderdaad drie passen op naam van Anna Majerski hebben bestaan, die uit gegeven waren met het nummer 185745. De Tsjechische gezant deelt mede, dat zeowel de in 1932 afgegeven reispas van Anna Majerski, als haar vroeger vervallen pas, worden bewaard in het archief van het Tsjechische gezantschap te Boedapest. Van Hongaarsche zijde echter wordt ver klaard, dat de laatste pas van Anna Ma jerski tot en met den dag na den aanslag ir. haar bezit was. Op 10 October, dus nauwe lijks 24 uur na den moord, is in de woning van Anna Majerski aldus deze Hongaar sche mededeeling een ambtenaar van het Tsjechische gezantschap verschenen, die haar den pas heeft afgenomen Zoo bestaan er op het oogenblik drie Tsjechische passen, die hetzelfde nummer dragen en op dezelfde naam staan. Daarvan bevinden zich twee in het archief van het Tsjechische gezantschap te Boedapest, terwijl de derde bij den pleger vari dén aanslag is gevonden. De „Pester Llóyd" werpt de vraag op, waarom het Tsje chische gezantschap het noodi<r oordeelde kort na den aanslag de pas van Anna Ma jerski te laten intrekken.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 1